DE RIJNSTREEK ALPHEN AAN DEN RIJN. Koninginnedag. Koninginnedag is ook nier niet onopgemerkt voorbij gegaan. Van alle openbare en particuliere gebouwen wapperde, beschenen door het heerlijke Oranjezonnetje de, nationale driekleur. De iWilhelmina-vereeniging, dio zoo uitstekend Koninginnefcesten weet te orgamseeren, meende ook thans niet achterwogo te moe- ton blijven. Gisteravond 8 uur werd op haar feestterrein, door do bekende Har monie Leo XIII oen zeer geslaagd concert gegeven, dat door hondorden werd bijge woond. Te 9 uur had een bioscoopvoorstel ling plaats. De Chr. Oranjc-vcrceniging herdacht Koninginnedag met een concert in den verlichten tuin dor Martha-Stichting, dat met een vuurwerk werd besloten. Personalia. Geslaagd voor het nota rieel examen lo deel do heer J. v. d. Berg. In de sloot getuimeld. Gisterenmid dag is langs den Westkanaalweg alhier een luxe auto, waarin drie personen geze ten waren, in botsing gekomen met een groentenwagen. Tengevolge daarvan raak te de chauffeur het beheer over het stuur kwijt, zoodat de auto tegen een telegraaf paal aanreed, dio door midden brak, waar na auto on inzittenden van den hoogen dijk in don sloot tuimelden. Wonder goaoeg kwr-men allen met schrik en wat natte kleoren vrij. Met welk een kracht het voertuig tegen den paal aanreed, blijkt nog uit het feit, dat een steenen K.M.- paal, die er vlak naast stond, uit den grond werd gerukt. Cioempjesdag. Do opbrengst der bloempjcsdag ten bate der Vereen. „Pro IIego" bedraagt f215.38. HAZERSWOUDE. De Koninginnefeesten. Wanneer de Koningin verjaart, slaat bijna heel Holland op stelten. Er zijn plaatsen in het land, die, wegens bijzon dere omstandigheden, do herdenking van dien Oranjedag verschuiven voor of na den eigenlijken datum, maar do echte dag van feestvieren blijft toch den 31en Augus tus. Dan blijkt, hoe alle Nederlanders nog Oranjeklanten zijn. Hazerswoude is bij do algemecnc feest vreugde niet stil gebleven. Het ijverig feestcomité had reeds lang to voren plan nen beraamd voor een vroolijke viering van Hare Majesteits verjaardag en evenals vorige jaren zijn de boeren daar weer uitstekend in geslaagd. Het Hazerswoudsche comité krijgt routine in bet plannen maken. 's Morgens vroeg was in iedere woning de gehcele familie in de weer om de drie kleur met de Oranje wimpel uit het raam te steken een bezigheid die aan de ouderen veel hoofdbrekens en aan de lieve jeugd het -eerste pretje bezorgde. Do kinderen vielen van do eene verma kelijkheid in de andere. Want na het uit steken van de vlag togen zij, gesierd met oranje-sjerpen en petjes'naar de Toren straat, waar zij een optocht vormden. Alleen de leerlingen van de Katholieke en do openbars school namen er aan deel. Vóór dc kinderen uitlögen werden eerst de feestelijkheden officieel geopend door don voorzitter van het comité, den heer G. de Boer. In optocht gingen do kinderen door hel dorp naar liet feestterrein, dat terzijde van de katholieke kerk was gelegen, waar zij den ge.heelon morgon werden zoet ge houden met spelletjes en versnaperingen. Het was nogal warm in do tont, maar zij hebben zich toch kostelijk geamuseerd. Tegelijkertijd werd met do volksspelen begonnen do traditioueelo vermakelijk heden van stoelendans en ringrijdon op do fiets. Bij het eerste spel bleken N. v. d. Werf0 M. Olierook en G. Louwcrs de han- digslcn. Bij bet ringfielsen behaalde in volgorde moj. M. Binnendijk, A. C. v. d. Geest, G. D. v. d. Geest on mej. B. do Boer de prijzen. In do heete middaguren lagen de spelen stil, maar het comité had toch voor af wisseling gezorgd door liet organiseeren van een reclame-optocht. Eon tiental auto's namen er aan deel. Sommigen wa ren van de wielen tot de kap met bloemen en slingers versierd. Audoren voerden een goede reclame mede, zooals de auto's mot do waschmachine, en jaiet do kip, die baar oi niet kwijt raakte. Er was voor een vroolijke stoffeering gezorgd iu do vorm van jongo dames. Do stoet trok van hel dorp naar do Hoogo Rijndijk. Overal was dc belangstelling zeer groot en menig middagslaapje werd opgeofferd om do optocht te zien. Ilct muziekgezelschap „De Post" zorgde voor vroolijke, foes lelijke muziek. Toon do stoet waarbij zich do riug- rijdonde tilbury's hadden aangesloten op het feestterrein aankwamen word aï spoedig begonnen met het ringrijdon, zoowol mot de sjees als (hooi modern) met de auto. Wij zouden echter niet graag zien, dat het rijden mot de sjees werd verdrongen. Het is een spannend spel, dat veel be langstelling trok. De dames, die het han digste zijn met naalti en draad., zullen ook wel het gelukkigst geweest zijn bij het ste ken in het oog van den ring. De prijswin naars waren: lo prijs J. v. Vliet Jz. en Mej. J. Visser 40); 2e pr. A. Binnen dijk en Mej. Binnendijk 25); 3e pr. W. v. Volzen cn Mej. Got v. Volzen (f 15); 4c pr. Abr. Hoogondoorn en Mej. M. Binnendijk 10); 5e pr. G. v. d. Lans en Mej. Mina Zwetsloot 5). Een andere vermakelijkheid was het sprietloopen over een sloot. Voor het spel officieel begonnen was, probeerden som- migo waaghalzen reeds bun geluk. Al spoedig lag er een in de sloot te sparte len. De boste balancoorders en sprietdan- sers waren: lo prijs Nico Loomans; 2o pr. J. do Wit; 3e pr. Alm. Hoogondoorn; 4e pr.' B. Pannebakker. Toen dc volksspelen waren afgeloopen begon pas goed de pret op het feestter rein. Do^ tenten maakten goedo zaken on do draaimolen niet minder. Er is echt plezierig feestgevierd tot laat in don avond Een mooi vuurwerk besloot het program ma der feestelijkheden, maar nog lang daarna bleef het op bet terrein woelig en gezellig. NIEUWKOOP. Gevestigd: G. Klok uit Amsterdam. N. van der Ster uit Ter Aar. Vertrokken: G. J. H. Bekkering naar Noordwijk. H. Wormser naar Ogstgcest. G. G. van Vliet naar Vinke- veen c.a. A. Knaap naar Nieuwveen. A. M. de Jong naar Nijpiegen. A. van Dam en gezin naar Utrecht. G. Ver leun naar Lopik. E. M. van Leeuwen naar Amsterdam. J. H. Merkx naar Dreumel. L. Roseboom cn gezin naar Ede, A. J. Koperdraad naar Nieuwer- Amstel. R. M. van der Zee naar Hen gelo. A. van de Kleut naar Ede. Geboren: Alida Maria d. van P. J. Pauëlsen en G. Dudink. Theodorus Gornelis z. van W. van Beek en A. Loos. VOOR E&3 HOF. HET STEKKEN. Nu de tijd van stekken van vele bloem gewassen daar is en dio van vele heester gewassen spoedig aanbreekt zal het niet ondienstig zijn daar iets meer over mede te deelen, Reeds langen tijd weet men, dat de stof fen welke do bloem moeten vormen, reeds vóór de bloemvorming tot stand komt, in de plant aanwezig zijn. En dit geldt voor alle nieuwe deelen welke voor de ontwik keling voor een plant dienen. Hot zal aan alle plantenliefhebbers be kend zijn, dat het hij de plant do bladeren zijn, die, door hun bladgroen, in staat zijn de organische stoffen in voor de plant bruikbare voedingsstoffen om to zetten; met een vreemd woord noemt men dit ver schijnsel animilatie. Van uit de bladeren moeten dus allo nieuwe deelen hun voedsel, hun bouw stoffen betrekken; boe beter liet blad dus kan animileeren, hoe krachtiger de gehecle plant dus zal gedijen. En dc mogelijkheid van animilatie houdt verband met de meer dere mate van licht, wat door het blad kan worden opgevangen. Een tweede reeds lang bekend feit is het, dat men uit b'adercn, door doelmatige behandeling, geheel normale planten kan opkweeken; Begoniabladen bijv. zijn daar voor zeer geschikt. Daar nu uit een en kel zoodanig blad zich alle organen der plant, zoowel andere bladeren als stengels en bloemen kunnen ontwikkelen, moeten in het blad dus noodzakelijk de kiemen aan wezig zijn, waaruit later alle andere orga nen voortkomen. Nog een ander merkwaardig verschijn sel neemt men waar, wanneer men planten in een volkomen donkere ruimto laat groeien. De reeds bestaande bladeren ver liezen dan hun groene kleur cn de nieuwe bladeren zijn eveneens geel, blijven klein, terwijl de stengen bleek en tenger wordt. Waren er reeds b'oemknoppcn aan dc plant, dan zien wij dat deze zich vrijwel normaal ontwikkelen. Ook do vruchtvor ming zal een aanvang nemen, en de gc- lieelc ontwikkeling der plant zal zoo'ang blijven voortgaan, totdat al het in do plant opgehoopte reserve materiaal verbruikt is. Niéuwe materialen kunnen niet gevormd worden; daarvoor is bladgroen noodig en dat juist ontbreekt in zoodanig in duis ter gehouden planten; wanneer do plant lang in 't duister heeft doorgebracht, sterft zij eindelijk aan uitputting, wij zouden haast kunnen zeggen den hongerdood. En op die wijze sterven een massa planton, want het is niet een noodig dat do plant in volkomen duister staat, ook bij onvol doende belichting animileert zij slecht of in 't geheel niet, cn na langeren tijd treedt ook bij deze de dood iu. Hoevele der in kamers gekweekte planten ondergaan niet dit lot, ofschoon zij overigens goed ver zorgd worden. De stoffen door de plant uit de bodem opgenomen worden eerst naar de bladeren gebracht, waar zij door middel van de ani milatie in plantenvoedende bestanddeelen worden omgezet om van daaruit alle niewe deelen, zooals bladen, bloemen, stengels en wortels voort te brengen. Wanneer wij dif nu weten, dan is het duidelijk, dat er in de stncgel twee verschillende sapstroo- men bestaan, n.l. een opgaande cn een neergaando stroom en die beweging zal blijven bestaan, ook wanneer men do sten gel in stukken snijdt. Dit geeft ons do ver klaring dat bij stekken dc nieuwe knoppen steeds aan do oorspronkelijke bovenzijde worden aangelegd; wortels aan de onder zijde, aan dat gedeelte wat zicli oorspron kelijk 't laagst aan de stengel bevond, ook al zet men de stekken juist andersom. Komen wij nu terug tot ons Begonia blad dan kunnen we reeds vooruit zoggen waar lüer de nieuwe knoppen zullen wor den gevormd, namelijk dicht hij de plaats, waar het blad gezeten heeft. Uit het blad toch worden voortdurend alle hieuw ge vormde stoffen langs de nerven en einde lijk door de bladsteel weggevoerd naar die plaatsen waar het organische voedsel be- noodigd is; er is hier dus oen voortdu rende strooming in twee bepaalde richtin gen cn snijdt men nu oen stengel af, m. a. w. onderbreekt men die stroom, dan zul len zich dc voedingstoffen ophoopon bij de plaats van stremming, En werkelijk zien wij dan ook onder aan de stek nieuwe wor tel ontstaan terwijl bovenaan nieuwe knoppen to voorschijn komen. Bij het stekken nu neemt men in den regel stengeldeelen der plant, waaraan een of meerdere knoppen, meestal oogen ge noemd, zich bevind^"- in deze knoppen bevind zich het door do bladeren ge vormde voedsel. En als het er op aan komt, heeft elke knop hét vermogen een geheel zelfstandige plant te worden; dit te helpen bewerken, noemt'men stokken. M. HET PLUKKEN VAN APPELS EN PEREN. Een steeds terugkeerendc vraag, voor don liefhebber is: wanneer zullen wij plukken? Vooral voor do vroege en middel- vroego soorten is deze vraag van belang. Te vroeg plukken geert ons schade in 't 1 gewicht en gevaar dat de vruchten niot goed rijp worden. Te laat plukken gevaar voor afvallen en melig worden. De juiste datum voor elke soort afzonderlijk opge ven is ook onmogelijk, mdat vele soorten onder verschillende omstandigheden hun rijptijd vervroegen of verlaten. Vruchten kunnen „eetrijp", „boomrijp" en „plukrijp" zijn. „Eetrijp" zijn vruchten wanneer zij niet langofr meer kunnen worden bewaard, boomrijp wanneer de vruchten uitzichzelf zonder schudden en zonder wind, van het hout vallen; plnkrijp zijn de vruchten vooral wat betreft de vroege cn middel- vroege soorten ongeveer acht dagen voor zij boomrijp zijn. Do rijptijd is verder afhankelijk van: lo. de standplaats van den boom; vruch ten van leiboomen aan een Zuidelijke muur zijn eerder rijp dan de zelfde soort vruchten aati pyramide (vrijstaande hoo rnen) of volle windleiding. 2o. De plaats waar de vruchten zich aan bevinden. Vruchten aan de buitenkant en de zonzijde van de boom zijn eerder rijp dan do vruchten uit 't. midden en die welke aan de noordelijke zijde zitten. 3o. De weersgesteldheid; warm droog weer, vooral in Augustus, (waar wij iatus- scheu geen last van hebben gehad) doet evenzeer do vruchten spoediger rijp wor den. Uit bovenstaande kunnen wij dus reeds leeren, dat liet verkeerd is alle vruchten tegelijk te plukken. Eerst komen dan ook de vruchten aan de beurt geoogst te wor den, welke aan de buitenkant van de boom het meest van de zon hebben geprofiteerd, wanneer de andere dan nog een dag of acht blijven hangen zullen ze zeker bedui dend mooier en - grooter worden. Wanneer er op een stille dag hier en daar een gave peer van den boom valt, kan er met het plukken van de - :oc_i en middelvroege soorten dus worden begon nen. Voor dc latere soorten geldt deze voor waarden niet als regel worden die zonder uitzondering in de maand October binnen gehaald. Door zo eenigen tijd te laten leg gen worden ze voldoende rijp. Een andere vraag, die nog wel van ceni- ge betcekenis is luidt: hoe zullen wij pluk ken? Bij eenigc oplettendheid kunnen wij ge makkelijk zien, dat elke vrucht op een be paalde plaats en op een bepaalde wijze aan het vruchthout zich verbonden. Aan hot uiteinde van den steel en het vrucht hout zien wji duidelijk een afscheiding. En tijdens den groei vormt er zich op die plaats een kurklaagje zoowel op het uit einde van do vruchttwijg als op het einde van den steel. Tégen den rijptijd wordt dat kurldaagje voortdurend dikker, zoodat de verbinding tusschen hout cn vrucht wordt verbroken en dan valt de vrucht er af. Als do vrucht op die plaats gemakkelijk loslaat, is dit ook een aanwijzing, dat 't tijd is cm te plukken. Tijdens het plukken moeten wij met twee zaken rekening houd én, n.l, met de waarde van de vrucht als merktproduct cn met het zorgvuldig behandelen van 't vrucht hout; dat zijn de korte twijgjes waaraan de vruchten bevestigd waren. Hoe waarde voller de vruchten zijn, hoe meer zorg wij aan hot plukken moeten besteden. Wij mo gen daarom de vruchten niet knijpen, wrijven of gooien. Appels met flinke stelen en peren, worden door de plukker alleen bij de 3tecl aangovat en vervolgens een weinig naar boven gedrukt. Zonder draaien of trekken moet de steel dan van liet .vruchthout loslaten. 1 Appels met korter steel worden met de volle hand cmvat zonder dat er plaatselijk wordt gedrukt en vervolgens een halve slag gedraaid. Zooals wij weten is elke vrucht met een dun waslaagje overtrokken, wat hen be schermd tegen het uitdrogen en binnen dringen van bacteriën. Beschadigen wij dit ■vyaslaagje door een ruwe behandeling, dan wordt daardoor natuurlijk do houdbaar heid van de vrucht verminderd. Peren met beschadigde en gebroken ste-. len hebben minder marktwaarde; ten eer ste getuigt het van een slordige behande ling en ten tweede vermoedt de koopman dat het afval' is. Wordt cr een gedeelte van het vrucht hout mee afgenomen, wat voornamelijk bij het schudden plaats heeft, dan wordt er, zooa-ls wij een goed fruitkweeker hoorde zeggen, voor twee jaar gelijk geplukt. Op de plaats waar dc vrucht aan het hout zit, bevindt zich een kort twijgje, wat met een krans van blaadjes is omgeven. De top van zulk een twijgje wordt „beurs" genoemd. Immers zal de boom dan ook juist op die plaatsen weer bloesemknop pen vormen, waard oor dus de vruchtbaar heid stand houdt. Worden deze deelen bij bet plukken dus beschadigd dan benadee- len wij de oogst voor een volgend jaar. Over 't algemeen is het bekend dat wij alleen vruchten plukken midden op den dag als zij goed droog zijn. Ten slotte wij zen wij- erop dat de vruchten stuk voor stuk geplukt en neergelegd moeten wor den; twee of drio vruchten tegelijk in de hand te houden is verkeerd. M. DE NACHTBKL. In een polemiek met „De Residentie bode" in zake het schelden tegen pries ters op de openbare straat, keurde „Het Tolk" dit schelden wel af, maar voegde cr bij, dat de Haagsche priesters door zelf dc oorzaak van waren, omdat nergens go- meener en het blad sprak zelfs van heestachtiger wijze tegen de sociaal democratie werd opgetreden dan door priesters in de Haagsche parochieblaad jes. Ter verantwoording geroepen om deze zeer ernstige beschuldiging te bewijzen, beroept het b'ad zich nu op een artikel „De Nachtbei". We hebben dit artikel opgeizocht en ge vonden, schrijft de „Ros." Het stond niet in een parochieblaadje, maar in het weekblad „Rechtuit". Het is van den hand van pater H. de Greeve S.J. Wij publiceeren nu dit artikel, dat die nen moest om de schandelijke beleedi- gingen tegen onze priesters te motiveeren, hier voluit. Aan de lezers de conclusie overlatend, hoe groot de priesterhaat bij de sociaal democraten wel moet zijn, dat men op grond van dit artikel, waar geen enkel on vertogen woord in staat, en voor geen en kele sociaal-democraat als persoon iets bc- leedigends bevat, onzo priesters op een dergelijke meer dan schandelijke wijze durft te belasteren. En een hetze tegen hen durft op te zetten. Hier volgt het artikel: 't Was in een vreemde pastorie van een vreemde stad. Aan de rand der buitenwijken stond de kerk, de eenigo troost in de grauwe, grijze volksbuurten, waar de arme ver weerde tobbers hun vlak, egaal leven leidden, opgezet tegen het bestaan door de roode pers, waarvan de volgelogen afzelsels eiken dag gratis onder de deur geschoven werden. Na een zwaren dag 't was erg laat geworden lag ik in diepe rust toen ik plotseling opgestooten werd uit een droom door het geweldig gekef van den hond ondor mijn venster. Door heel het buis daverde de olectri- sche met zware resonnans de bel opnieuw, als een noodsignaal. Weer een korte pauze en weer schoten angstige sidderingen langs het plafond, dreunde het gebrom van de bel door de nachtstille gangen. De rauwe kreet van den hond sloeg tegen do huizen in als waarschuwde hij tegen een ontzettend gevaar. In een kamer naast mij, waar de kape laan sliep, die de weck had, hoorde ik het knippen van een electrisch knopje, een bonk op den grond, gepraat op den gang cn, na eenige minutene geknars op het kie zelpad. Een bediening. De hond zweeg en ik hoorde alleen den storm aan mijn ramen rukken cn den re gen in woedende striemen tegen de ruiten kletteren. Ik volgde hem in mijn verbeelding, ik volgde hem met mijn hart, en ik wist, hoe hij het kiezelpad zou afgaan, afslaan de straat in naar links en naar rechts, met de hand op zijn hart, waarna hij een kost baren last droeg, om Dezen te brengen, waar zich op een bovenverdieping het drama van een triestig menschenleven voortspeelde naar het einde toe. Donker in den donkeren nacht ging hij door in den geesel van den wind, in den storm van de sneeuwvlokken, die zoo vroeg in November neerjoegen uit den donkeren hemel over de daken en de leege stra ten. Ik volgde hem, opgesprongen uit zijn slaap, dien hij na een zwaren dag van gesjouw zoo hard noodig had, hèm, den zwijgenden drager van een mysterieuzen Schat, en ik kon den slaap niet meer vat ten hij het plotselinge helder worden van de gedachte aan dit geheim in onze dui stere Averclcl het geheimenis' van' de H. Teerspijze, dat opgeborgen ligt in het ta- bernaket en wacht om weggedragen te worden in de holte van een mcnschen-- hand, die het grijpt en bergt achter zijn jas en 't draagt zonder escort van gewa pende macht, zonder proceësic Van fluister biddende eerbiedige mensehen, die het draagt in eenzame worsteling met weer en wind, naar een stervend leven, om, als daar met al'cs is afgerekend, als mensch en ding machteloos staan, als alles en al len van nul en geener waarde meer zijn in 't aangezicht van den dood, a's alles ontvallen on alles ijdel gebleken is, als alles, wat 't leven mooi maakte en den centonigen gang der dagen afwisselde met blij verwachten, vaal en kleurloos gewor den is, om dan het eenige waardevolle, het eenig hoopvolle, het eenig beteekenis- gevende te zijn aan het einde van dit ar me. troostolooze, triestige leven. Ik volgde hem met mijn hart naar het kamertje, waar de stervende lag. Hij kwam binnen en sprak: „Pax huic domui Vrede zij dit huis!" en hij legde zijn klein en immens-grooten Last op tafel voor twee kaarsen. Hij sprak1 en toen ging het door mijn hoofd, wat er zou gebeuren als de nachtbei plot seling zou rinkelen door de bourgeois- I woning van een rijk-geworden S.D.A.P.-er- wat cr zou geantwoord worden aan den vreemdeling in de open deur, die aan zijn onbekenden rijk geworden partijge noot zou vragen, om 's nachts half twee mee to gaan naar een stervenden makker om dezen to troosten, een licht mee te geven op zijn weg, een sterkte en een steun te zijn. Waarschijnlijk zou hij niet gaan. Hij kent hem niet. Maar laat ik veronderstel len, dat hij ging, wat zou hij daar moe ten doen? Hij heeft er niets te doen en hij heeft er niets te zeggen.geen troost woord.... want 't is afgeloopen, 't is fi naal uit, ei' komt niets meer; do sterven de staat op 't punt te verdwijnen, hij wordt uitgeworpen als een uitgediend ver sleten werktuig, als een afgodragen kleed, hij zal verzinken in de vage diepte, die „Niet" heet, zijn lichaam verpoeierd en een ziel had hij niet, hij gaat uit als een kaars, hij is opgebrand, hij is geweest. Maar de S.D.A.P.-er aan het ziekbed lü zwijgen. Hij zal kijken naar zijn ledige handen, en zijn brein afzoeken naar ■voor den; maar wat, wat, wal kan hij zeggen! Wat hij ook bedenkt het een is nog troosteloozer dan het andere. Maar hij moet iets zeggen, en hij zal eerlijk de waarheid spreken en den stervenden mak ker trachten te verzoenen met het feit, en hij spreekt: „Kameraad, 't is liard, dat ik '1 je zeg gen moet, je leven is voorbij.... Een weerzien is er niet. Je hebt hard geploe terd, en toch armoo geleden. Je hebt 't be roerd gehad in je leven, en je zult er ook niet voor beloond worden. Je bent benadeeld, bedrogen, bestolen, terwijl je zolf eerlijk en goed geleefd hebt, maar een vergoeding zul je er niet voor krijgen. Van de partij heb jo nu ook juist geen pleizier gehad; jo hebt je weekgeld voor een groot gedeelte in onzo kas gestort in de hoop, dat de klassenstrijd zou ont branden en uitgevochten worden, maar je hebt 't niet beleefd en 't zal nog wel eepige jaren duren. Je had ook illusies, zooals een ander, maar ze zijn niet in vervulling gegaan, 't Zou wel aardig voor je zijn, als er nu een andere wereld voor je, openging, waar alles vergoed werd, maar die is er nu eenmaal niet. Kijk me niet zoo verdrietig aan, ik kan er ook niets aan doen. Troost je met de gedachte, dat jo gewerkt hebt voor de gemeenschap; en dat je asch zich weer zal vermengen met de aarde en ten goede zal komen aan vruchten en planten, die het menschdom weer zullen voeden. Zoo blijf je tenminste iets voor de gemeenschap.. Ik zou graag zeggen: „God zegens je!" maar ja, jo weet dat die nu eenmaal niet bestaat. Kom, kerel, schrei niet je hebt zoo veel misère doorgemaakt, neem deze er nog bij. Leg je d'r bij neer, kameraad. Al krijg je dan ook niot voor jo levens leed;; er komt toch vergetelheid. Eén troost heb je toch, en die is, dat je zeker niet meer hoeft te lijden; want je bestaan neemt een einde. Kom, kerel, schrei niet. Maar toen de priester aankwam, ging er een nieuw licht op als een kleine da geraad, in de oogen van den. tobber, en do priester sprak: „Vrede zij dit huist" En na de biecht maakte hij een kruistee- ken en een groote hand veegde met écn veeg alles uit de ziel weg, wat verdrietige herinneringen waren, en hij gaf de H. Teerspijze. Twee wimpers sloten zich in zalige rust cn berusting over twee rustige, blijde oogen. En de priester sprak: „Vertrek, chris tenziel!" en liij voegde cr achter: „Heden zij uw plaats in vrede en uw tehuis in het Heilige Sion." En hij fluisterde aan zijn ooren melo- diën, waarin het ruischtc van palmge- druisck uit een nieuw paradijs; in geheim zinnige zegening gingen over het ster vende hoofd vergezichten open cn verschie ten bij menschelijk leed en onrecht ver dween voor de zekerheid van mateloo- ze vergoedingen. En hij zong over zijn hoofd in zijn gebeden van wat oog te zien, en wat oor te liooren zal krijgen, in do schouwing, in den opgang van het hoog ste geluk, het verzadigde leveu. En toen de oogen zich sloten voor goed, mocht dc priester met ontroering de laat ste zegening uitspreken: „Zijne ziel" ruste in vrede. Als de Nachlbel gaat door de pastorie- Als de Nachtbei gaat door hot huis van don S.D.A.P.-er.... H. DE GREEVE S.J. LEIDEN. In Leiden gevestigd. E. Pieper., dienstbode, St. Rijn 9a A. van Rosse en fam., los werkman, Vesteslr. 70 H. J. S. Meijcrs, Haarl.str. 96 J. G. Noestde "Wilde, H. Rijndijk 111 W. Ev' Raadsën, H. Rijndijk 14 V. L. Stijza en fam., leidekker, Langebrug 69 J. Smid, Da Gostaslr. 38 P. A. v. Beckum, radio-telegrafist, K. Diefslceg 6a G. J. Brussee en fam., trambeamble, Nie. Beetsstr. 3a A. T. L. Schaiz, dienstbode,, Rijnsb.weg 96 G. Lüscbon en lam., stucadoor, P. K. Choorslceg 4 E. A. v HalsemaKlinker t, Hooger- beetsslr. 3 Wede. J. H. 'Har me ij er- Srnol, Fagclstr. 38 A. Couveev. d. Linden en fam., Seringenstr. 21 D. Ver meerde Best, Rembrandtslr. 6 P. J. dc Meulder, boekhouder, Witte Rozen straat 4a. K. G. van den Boom on fain., katoendrukker, Heerengr. 45a P. Jas- perse en fam., arts, Oude Vest 11a. Uit Leiden vertrokken. G. A. v. Houweninge, Oegslgeest., Leid- scheweg 66 Tj. Hogendorf, den Haag, Eschdoornstr. 37 M. v. d. Hoogt, Am sterdam, v. Ostadestr. 257 II H. J. G. Ooslerkolt, Schiedam, Damlaan 50 S. G. Bunnik, Wassenaar, de Kievit W. v. Roosendaal, den Haag, L. de Goligny- straat 25 E. P. v. Veen, Nijmegen, Kol. Reserve P. Rijnsburger., Amsterdam, Vrolijkslr. 355 H, M. de Bruin-Kra^- mers, Zwijndrecht, Jan Luykenstr. 22 L. Pret, Haarlem, Gberibonstr. 22 B. G. Beulink, Amsterdam, Bloeuigr. 180 II. J. J. Koedijk, Haarlem, Thomsonlaan 70 J. H. Maartense, Heemstede, Zand- voortscheiaan 142 A. Weulen Kronen- barg, Vorden, Sclioolslr. J. J. G. Kuik, Amsterdam., Pr. Hendrikkade 189 A. I. dc Jong, Amsterdam, St. Nicolaasstr. 29 L. Fransman, Rotterdam, Diergaarde laan 28a M. Prins, Maassluis, Hoog- slr. bij L. Prins W. A. P. Smit, den Haag, H. T. O. Rijswijkscheweg H. Pieper, Hoensbroek, Akerstr. 300 W. de Roode, den Haag, v. Assendelftstr. 24a J. Th. M. v. d. Laan, Oosterhouh Abdij St. Paul Joh. Buijs-Broekema, Amster dam, IJselslr. 24 HI L. G. Betgen, den Haag, Viljoenstr. 29 W. G. G. Bocrma, Groningen, Steentelstr. 16 G. W. A. Pruis, Vlaardingen, Verploeg Chaltelpl. 8 L. v. d. Linden, Amsterdam, Kallen- burgerkade 59 III J. E. LI. Veeren, den Haag, Jacob Marisstr. 91 M. Th. Goddijn., idem Joh. Oostveen, den Haag Hazebroekstr. 32 Cl. M. Ribbink, Am sterdam, Apolollaan 85 L. Hollander, den Haag, Scheveningscheweg 9 J. P. y. d. Heijden, Delft, Pieterstr: 42 J. A. Janssen, Hillegom, Leidsche straatweg M. Labree, Rotterdam, Ziekenhuis Berg weg E. Kloos, Alkmaar, Nieuwpoort- laan 38 A. Boezaard, Zoelcrwoude, Ulr. Jaagpad 197 M. L. v. d. Berg, Voorschoten, Rijndijk 48 G. Schippers, Voorschoten, Schoolstr. 29 Fr. J. v. Es, den Haag, Musschcnbroekstr. 5 J. Schenders, Haarlem, Riouwstr. 5 J. A. Drcveldt, den Haag, Irisstr. 211 A. M. Kools, den Haag, Berhorisstr. 61 W. G. Belinfante. deu Haag, Statenplein 12 P. y. Doorns, Baarn, Ecmstr. 12 W. A. A. Winterberg, Tilburg, Ko ningsplein 186.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1927 | | pagina 6