WEEKREVUE. ONZE KIPPEN. Het is bij ons thuis ik kan niet an ders zeggen een huishouden waar orde en discipline heerscht. De kinderen zijn altijd op tijd thuis, zwerven niet langs de straat en krijgen op gezette lij den een uitbrander of een pak slaag, al naar de stemming, dio zich op dat oogen- blik van het gezinshoofd heeft meester gemaakt. Het eten is altijd op tijd klaar en nooit aangebrand afijn hot is een huishou den, waar niet dót van gezegd kan wor den. De kinderen worden iedere weck ver schoond, dó mossen zijn altijd scherp, er wordt niet aan do kaas gchompt, ik neem iederen Zondag een schoonc zakdoek afijn, 't is een huishouden waaraan me nigeen een puntjo kan zuigen. Dat zijn allemaal van die kleinigheden waaraan u juist een accuraat huishou den herkennen kunt en toch heb ik één bezwaar en wel een bezwaar dan van grooten invloed is op onzen Hollandschen veestapel of beter gezegd, kippenstapel^ Wij eten tc weinig eieren! Nee, dat is geen gekheid, dat meen ik ernstig, hoogst ernstig zelfs. Betwijfelt u dat, dan vraag ik u, hoe veel eieren eet u per week? Als het er veel zijn, dan is misschien 10 per week, maar dat is nog veel te weinig! Vooreerst getuigt dat vau weinig eer bied voor de kippen. Je hebt kippen, die, als ze in een hcele goede bui zijn, iederen dag een ei producceren; wat, ge tuige het luide gekakel op het historische öogenhlik, dat het ei het kippenlichaam verlaat, met voel moeite gepaard gaat. Die kippen kakelen toch niet voor niets, evenmin als een ijscoman don beelen dag: ijsco! ijsco! roept, waarmee ik natuurlijk allerminst zou willen beweren* dat bij dat roepen iederen keer zijn ijsco-voorraad is aangegroeid. Nu is liet wel waar wat trouwens ieder rechtgeaard kippenbemin- naar kan getuigen dat een kip wel eens denkt een ei geproduceerd te hebben on dan aan dezo gedachte door luid gekakel uiting geeft, terwijl liet bij nader onder zoek iets anders blijkt te zijn geweest. (Een vergelijking dienaangaande met de menschen, hebben wij geschrapt. Red.) maar op zulke kleinigheden let een kip nu eenmaal niet en dat kun je haar dus niet kwalijk nemen. Dus: wij eten te weinig eieren! Dat is heel gemakkelijk te verklaren. Nederland verheugt zich in het nationale bezit van 18.000.000 kippen. We kunnen gevoegelijk aannemen dat 18.000.000 kippen gemiddeld per dag aan 15.000.000 eieren het levenslicht schen ken. Die eieren moeten op, dus moet iedere Nederlander van groot tol klein gemid deld per dag ruim twee eieren eten, laten we zeggen, om de verdeeiing juister tc doen zijn, tweo eieren qn een windei. Nou, wij zijn thuis met z'n veertienen, dat wordt dus per dag 28 eieren en 14 windeieren. Die eten we niet op, heslist niet! Dat zou per week zijn indien we nu eens gewoon het aantal eieren por dag schatten op dertig zeven maal dertig dat is 210 eieren, gemiddeld tien cent per stuk, dus 21 gulden per week. Zooveel verdient Pa niet eens. Maar ik weet een goedkooper middel. Kippensoep smaakt fijn en kippenbout kan ook heel goed zijn. En voor do vermindering der eierpro- ductie is liet uitstekend. GEEN WOORD MEER! door Pierre l'Ermite. Waaraan zit je te denken? Gewoonlijk als zijn vrouw hem êie vraag stelde antwoordde de dokter: Aan jou! Dien avond bleef hij eenigen tijd in zijn soep roeren, die te warm was om gegeten te worden en. zonder z'n vrouw aan tc zien, zeide hij, zijn oogen steeds op z'n bord gericht: Ik denk er'aan dut ik 'n aardsstomme- rik hen! En mag men vragen waarom? Omdat ik er hen ingeloopeu door con soort huichelaarster die me heet heeft ge nomen, ik ben beetgenomen, heclemaal beetgenomen, zoover als 't maar gaan kan! En door wie? Door een zekere Rose Anais Papercu, bed no. 14. Je hebt haar zeker geld ter leen ge geven! Was 't dat maar. Ik heb haar m'n handleekening gegeven! En nu? Dat is heel eenvoudig, nu gaat ze me natuurlijk voor do heelo wereld belache lijk maken. De jonge vrouw keek haar man aan, niet hegrijpend of hij schertste of ernstig sprak. Klein, mager en droog maakte, de dok ter gewoonlijk don indruk stijf te zijn. Vandaag zag hij er uit zeer vertoorn, ge- ergerd. vernederd. En dat "nog wel -door 'n Rose Anais Papereu: riep hij bitter uit, terwijl hij zijn hand in de hoogte stak. Je snapt toch we] dat ik geen woord van de treheelc geschiedenis begrijp! En toch is deze zoo eenvoudig en liee- lemaal in jouw lijn, omdat het gaat over bedevaarten en devoties. Leg het me dan eens uit. De dokter at zijn soep, zocht nog oeni- ge korrels tapioca op dio waren blijven lig gen en veegde langzaam zijn snor af. Je weet, dat het een principe van me is om nooit, heclemaal nooit 'n certificaat te geven voor Lourdes. Ik begrijp de reden niet, waarom je dat niet doen wilt. Er zijn zooveel dingen, liefje, die jij niet begrijpen kunt. Dank je! Die Rose Anais Papereu is een klein oudje, handig en uitgeslapen. Ik behandel de haar sedert een maand of vijf voor een zeer ernstig ontsteking van den maag, die de digestie onmogelijk maakte, doch zon der het geringste succes. Bij het minste wat ze gebruikte, had zo vreesolijke crisis sen, waarvoor niets haatte. Nu zes weken geleden, omdat ze zoo tuberculose is, vroeg zo me zoo, mot 'n onnoózcl gezicht, om oen certificaat betreffende haar ziekte. Goed, als ik altij.'l ben, gaf ik haar liet verlangde, mecnend, dat ze in eén of andere inrichting wilde opgenomen worden, of dat ze onder steuning verlangde. Maar liet trof me toch een oogenhlik, dat zo zoo verheugd was, toen ik haar het gevraagde gaf. En, wat hoor ik int door middel van een telegram, wat lees ik vervolgens in de cou ranten, ik laat het je raden?! Dat ;so te Lourdes volkomen genezen is?! Dus je weel al! Neen, maar de gevolgtrekking was zelfs voor een kind gemakkelijk om le raden. Vindt jij dat? Zeker! Dat is een vrouw, waarover jij sedert een half j3ar doktert, jij kunt haar lijden lieelemaal niet verlichten, zij gaat naar Lourdes in de hoop daar gene zing te vinden. Ik vind de zaak heel logisch. Maar laat zo dan aan mij geen certi ficaat vragen. Dat heeft ze noodig om met de bede vaart mede te mogen gaan. Dat laat me lieelemaal koud. en, als het mij nu niet bevalt, om door m'n gezag een bedevaart aan te moedigen, die mijn versland niet kan aannemen! Dit zeggend, richtte de kleine doktor zich kaarsrecht op in zijn stoel, alsof hij opeens een parapluie had ingeslikt. Aan te moedigen door uw ge zag een bedevaart, die. je versland niet kan aannemen mijn arme vriend. Ja, zoo is het. Toen ontstond er een verlegen stille, als of het doklersvrömvtje, voordat ze verder LIED VAN DEZEN TIJD. ZIJ ZIJN HETZELFDE UITGEDOST, HEEL DEFTIG EN HEEL CHIQUE. r zuchting van ec politieagent. Ik loop den heclen dag op straat En zie de menschen gaan Piekfijn met een geverfd gelaat En fijne spullen aan. De dame deftig in wal zij En polka „permanent''' Ga 'lc honderd koer per dag voorbij En 'k zeg: 't lijkt wel een vent! Kijk, maar eens aan, daar gaal er oen Ze stapt fier als een pauw Veel hangt er wel niet om haar heen Maar 'n meter toch al gauw. Z' is uiterst modieus gekleed Naar d' allerlaatste eisch Verschil? Misschien dat u hel vreet Ik kan er niet uit wijs. Zo zijn hetzelfde uitgedost Heel deftig en heel chique Het kan niet schelen wat hel kost; Ook liet gewoon publiek. Draagt schoenjes van moderne kleur En kousen lang en licht En hebben hij heel veel odeur Ook verf op hun gezicht. Het onderscheid is hoop'loos zoek Wat stand het dan ook is Hun kleed is een gesloten hoek Met uiterlijk vernis. Ik vroeg mij zelf soms wel cons af Wat denk je dat zij is Maar 't anwoord dat ik daarop gaf Was bijna altijd mis. Totdat ik er eens twee zag gaan O* allerliefst gekleed En ik besloot ze ga tc slaan Tk toen op slag er achteraan En weet u wat ik deed. Ik hoorde, toen een jonge man Knipoogend naar hen zag: Nou Kee, wet sig je daor nou fèn Kaak is, die enge gooser dén Die sigt ons goeie dèg. wilde gaan, eerst wilde heenkomen over den indruk van medelijden, die het trotsche gezegde van haar man bij haar had ge wekt. Zij hernam het woord het eerste. Enfin, meen jo werkelijk dat ze gene zen is, jc Anais? De dokters ginder bevestigen het en een inwonend assistent hooft gezien dat ze, op liet gras gezeten, met smaak eetwaren at, •lie voor haar eigenlijk doodelijk zijn. Nu begrijp ik je hoe langer hoe min der, want als dokter moest jo toch blij zijn dat je patiënte genezen is. En waarom dan niet? Ik heb het je al gezegd! En jo uitleg is je niet waardig. Ach. hoe dan? Zeker, je handelt alsof je bang waart voor het licht! Je voelt heel goed, dat er te Lourdes iets is wat je lo boven gaat; welnu dan, inplaats van je to buigen, of ten minste het te bestudeeren blijf jo ob stinaat hij je idéé, je wilt geen certificaat geven, en dat vindt je groot, waardig de wetenschap, waarvan jo den naam uit spreekt met een hoogdravendheid, clio hij- na belachelijk zou worden. Ik vind zulkvS voorzichtig. Ah! ja! ik begrijp. Jij doktert op op portunistische manier, dat brengt meer op dan wetenschappelijk te dokteren en in Lourdes zelf inlichtingen te gaan halen. Ik, in Lourdes! maar je hebt mo niet aangekeken! Waarom niet? Het is onloochenbaar, dat er wonderlijke genezingen gebeuren in Lounles guiten allo suggestie en allo ze nuw prikkelenden invloed om. Hot zou dus niet meer dan logisch zijn dat jij wiens levenswerk het is om menschen to genezen, dat jij belangstelling toondet voor dio ge vallen, die.om jc heen hebben plaats gehad. Je bent toch wol naar Vittel gegaan, om de bron lc onderzoeken voor een van je zieken. Ik heb hot hij mij in mijn portefeuille het onderzoek van jouw Lourdos-water. En wat hebben zo daarin ontdekt? Niets. Dat is dan nog vreemder. Toch zal ik nooit naar Lourdes gaan Je behoeft daar niet op te rekenen, mijn klein vrouwtje, jij niet en de lieelc broeder schap van je trouwe vriendinnen. Lees dan tenminste het hoekje van Lexenham: ,.Het Wonder van Lourdes" (bij allo boekhandelaren verkrijgbaar). Neen nooit! En waarom niet? Omdat! Omdat, wat? Toen stond de doktor wanhopend op. En het was treurig, dien man. toch heel ver standig, te zien rondloopen met zijn servet in de hand, zich zenuwachtig makend, ter wijl hij op de duidelijke en rustige ragen van zijn vrouw niets anders wist Ij ant woorden dan. Omdat!.Welnu, omdat.en dan, jc weet., geen woord er meer over hoor! „Geld'' KALENDER DER WEEK. TROUBADOUR. DE SCHOONMOEDER. Toen Leon trouwen ging, was liet ro zengeur en maneschijn bij iedere schrede, dio hij zette. Met een zucht van voldoening sloot hij voor do laatste maal do deur van zijn vrij- gezellenkamers achter zich dicht, om mei een blijmoedig hart in het huwelijksbootje over le stappen. Eu, het dient erkend, 't huwelijk beviel Leon den eersten tijd opperbest, hoewel de rozengeur zoowel als do maneschijn langzamerhand wel een weinig gingen verflauwen en verbleeken, om plaats te maken voor een nuchterder, mcer-pro2ai- schc werkelijkheid. Maar ook proza heeft oen zekere beko ring, al hield Loon persoonlijk oneindig voel meer van de poëzie. Behoorlijk gestopic sokken, fatsoenlijk eten, orde en regelmaat in hel verloop van de huishouding, nemen sleeds in een menschenleven oen zekere plaats in, die dringend om een waardige vervulling vraagt. Kerel, ik heb het toch maar getroffen, sneed Loon tegen zijn vrienden op. Een alleraardigst vrouwtje, moesten deze een beetje spijtig toegeven. En koken dat ze kan. Materialist! Nu ja, een mensch leeft niet van geest alleen. Jammer genoeg niet. Wacht maar eens, totdat je zelf ge trouwd bent. O, ik!.... Langzamerhand echter ging 't nieuwtje er oen weinig af en Leon's huwelijksleven werd oen sleur. Want het valt helaas zoo moeilijk, om door de vernielende werking van den tijd heen zelfs de schoonste en diepste dingen in oen menschenhestaan on geschonden, frisch tc bewaren, zoodat zij een zilveren vreugde blijven van iederen nieuwen dag. En geleidelijk weken de ijle vormen dor romantiek en de scherpe hoeken van do werkelijkheid werden al duidelijker zicht baar. Die werkelijkheid deed zich hier hoofd zakelijk voor in den vorm van een schoon mama. Ach, het kwaad vertoonde zich niet in eens. Het kwam langzamerhand opzetten, als een onweersbui op een zon doorzon gen achtermiddag. Eerst leek het zelfs niet onaangenaam. De verfrisschende briesjes, die aan een orkaan voorafgaan, zijn ook prettig voor het gevoel, als het den geheelen dag har warm is geweest. Kijk eens, een schoonmama die voor zichtige en levenswijze raadgevingen in een jong huishoudentje binnenbrengt, dat was nog zoo kwaad niet. Maar zoetjesaan werden <le raadgevin gen bevelen.'de bevelen eischen en Leon begon zich onder dat alles stoods minder behageiijk te gevoelen. Het viel toch niet mee getrouwd te zijn. Dreigende wolken pakten z«ch aan den i.uwelijkshemel samen. De barometer zak- De feestelijke bloemen, waarmede hij don N.B. Als niet anders wordt aangegeven heeft m deze week iedere H. Mis Gloria geen Credo; de Gewone Prefatie. ZONDAG 21 Aug. Elfde Zondag n a Pinksteren. Mis: Deus. 2e gebed v. d. II. Joanna Fremiot de Chan- tal, Weduwe: 3e v. h. octaaf van Maria's ten Hemelopneming. Credo. Prefatie v. d. Allerh. Drieëenheid. Kleur: Groen. Wat een zegen spreidden Christus' handen tijdens Zijn Jeven op aarde! „Al len heeft Hij welgedaan". (Evangelie). Onder ons woont en leeft Christus in Zijn heilige plaats, de Kerk; daar is Hij nóg steeds weldoende en zegenend. Daar laat Hij ons, Zijn uitverkoren volk samen- wonon; daar geeft Hij ons kracht en sterkte tegen onze vijanden. (Introitu6); daar stort Hij Zijne barmhartigheid over ons uit (Gebed); daar laat Hij ons be proefd hart weer opleven van vertrouwen (Graduale); daar offert Hij zicli zeiveu op, iederen dag, voor ons als een Zijn hemelschen Vader aangename offerande tot ondersteuning voor onze zwakheid naar ziel en lichaam. (Stilgebcd en Post- communio). Alleluja! Onze ziel moet ju- helen voor onzen God; met een zingend hart moeten wij Hem loven en verhef fen, want bij het LI. Doopsel heeft Hij onze ooren geopend voor de waarheid van het LI. Evangelie. (Evangelie), ons door de Apostelen en hunne opvolgers gepredikt. (Epistel). Met vreugde over onze opname in de heilige en alleen zaligmakende Kerk ons offer gebracht. (Offertorium). MAANDAG 22 Aug. Octaafdag van M a r i a's ten Hemelopne ming. AI i s: Gaudeamus (ais op 15 Aug.) 2c gebed v. d. H.H. Timotheus, Hippolytus, en Sympholianus, Martela ren. Prefatie v. d. Allerh. Maagd (invul len: En U om de ten Hemelopneming). Credo. Kleur: W i t. DINSDAG 23 Aug. Vigiliedag voor h e t Feest v. <1. H. B a r t li o- 1 o m e u s, A p o s t e 1. M i s v. d. H. P li i 1 i p p u s B o n i t i u s, Belijder: Justus ut palma. 2e gebed en laatste Evangelie v. d. Vigilie. Kleur: Wit. Ook mag gelezen worden de H. Mis v. d. Vigilie: Ego autem. Geen Gloria. 2e gebed v. d. H. Pliilippus. Kleur: Paars. In een bijzonder visioen door Maria geroepen tol de Orde barer dienaren (Servieten) onderscheidde Pliilippus zich door een bijzondere godsvrucht tot de zeven smarten van Maria. Groot was ook zijne barmhartigheid jegens de armen. Velen, zeer diep gevallen, bracht hij tot inkeer. WOENSDAG 24 Aug. Feestdag v d. LI. Bartliolomous, Apostel. M M i h i autem. Credo. Prefatie v. Apostelen. Kleur: Rood. De H. Barfholomeus predikte in Voor- Indië en Armenië. Verbitterd over de be keering van koning Polymius en diens gemalin, -hitsten de heidensche priesters Aslyages, Polymias'broer op. Deze liet Barlholomeus levend villeD, onder "weikö marteling de Apostel bezweken is. DONDERDAG 25 Aug. Mia v. d. II. Gregorius, Belijder. Bisschop van Utrecht: Sacerdotes. 2e gebed v. d. H. Lodewijk, koning van Frankrijk; 3e A Cunctis (ter eere van alle heiligen;. Kleur: Wit. Door de omstandigheden van zijn tijd heelt de II. Gregorius nooit de H. Bis schopswijding ontvangen. Ongeveer twin tig jaren bestuurde hij hot Bisdom Utrecht niet vermaarde herderlijke waak zaamheid. De H. Lodewijk dankt zyne heiligheid voor een groot gedeelte aan zijne moe der de H. Blanca van Castilië. Zij voed de hem waarlijk voor God op. Bekend is haar prachtwoord lot haren koninklijken zoon: „Ik bemin u als de appel van mijn oog, maar liever toch zag ik u aan mijne voeten sterven als ik wist, dat gij ooit ééne doodzonde zoudt bedrijven. VRIJDAG 26 Aug. Al is v «1. II. ZG- p )i y r i n u s, Paus en Martelaar: .Sacer dotes. 2e gebed A Cunctis; 3e naar keuzo v. d. priester. Kleur: Rood, ZATERDAG 27 Aug. Mis v. d. II. Jo seph Calaaanctius, BelijderVe- nite. 2o gebed voor den Paus. Kleur: W i t Hoe mooi begint vandaag de H. Kerk de H. Mis: „.Venite" en d.i. „Komt kin deren, ik zal u de vreeze des Heeren loe ren'. Van God geroepen heeft de II Jo seph Calasancfius zijn leven gewijd aan hef onderrichten van arme kinderen in kennis en deugd. Tot dat doel ook stichtte hij een Orde van reguliere geestelijken van de Moeder Gods, welke Orde zicii snel over zeer vele provinciën en Rijken van Europa verspreidde. De II. Joseph stierf in 1648 op 92-jarigen leeftijd. In de kerken der E.E. P.P. Franciscanen: Alles als in bovenstaande kalender, behalve: MAANDAG. Feest dor Zeven Vreugden van O. L. Vrou w. M i s: LI go autem. 2e gebed (alleen in stille H.H. Missen) v. d. H. H. Martelaren. Sequens. Credo. Prefatie v. d. Allerh. Maagd (invullen: En U om dc vreugde). DONDERDAG. Mfü v. <1 11. Lode wijk: Os Jusli. Credo. VRIJDAG. .Mis v. d. Z. Z. Timo theus v a n M o n t e c c h i o en Bar nardus van Offida, Belijders: Gonfitoantur. 2e gebed v. d. II. Zcphyri- nus. Kleur: Wit. Amsterdam. ALB. M. KOK, pr. aanvang bet bootje was opgesierd, ver- fietsten. Liet werd hommeles aan boord. Eorsl haaide de kapitein bakzeil, over rompel.! door de heftigheid van den orkaan Maar dat blijft zoo niet duren, tenminste nis de kapitein een man is. Er kan maar één gezagvoerder op een Schip zijn. Onder kruipers noch onderkruipslers mogen wor den geduld. En dus ontbrandde oen strijd op leven en dood (usschen do schoonmama on Leon. Menig huiselijk drama was daarvan liet gevolg. Want het vrouwtje, wat heel be grijpelijk is, koos tenslotte toch meestal do partij van haar moeder. Had deze dan het vechtvuurtje goed aan gestookt, dan verliet zij haastig het tooneel van den krijg onder de woorden: Als jo maar good begrijpt, kinderen, hooren jullie, als je maar heel goed be grijpt, dat' ik mij niet met jullie zaken bemoei. Wal Leon lieelemaal deed koken van drift Zoo geviel hol aan den vooravond van een vrijen dag. dal Leon zich voorgenomen had met enkele bekenden een tochtje tc gaan maken. Een zeer vreedzaam uil- stapje zou het worden, naar een nabprig meertje, om daar te visschen. Daar hail hij altijd erg veel van gehouden. En zeer opgewekt kwam hij dan ook, nadat onder ling liet plannetje in elkander was gezet thuis. Goedenavond, riep hij nog half in dc gang, zitten jullie nog tc schemeren Vrouwtje, zorg jo, dat je vanavond wat brood voor mij klaarzet. Ik ga morgen ochtend visschen. Wat zeg je? Wat ga jo doen? ant woordde een stem uit do kamer, de stem van do schoonmama. Allemachtig, zij hier, nu zul je wat be leven, dacht Leon. En vrij hits antwoordde hij: Ik zeg, dat ik morgenochtend ga vis schen. En hoe laat Lcd j.ï terug? Tegen een uur of vijf, zes, om u tc dienen. 's Avonds? Ja, 's avonds! Marie, en vindt jij het zoo maar goed. dat hij jou den geheelen dag alleen ilaat. Juist op een van de weinige dagen, cint jo eens wat aan je man kunt hebben. Och, Leon is dol op visschen. Een getrouwd man hoort in zijn huis. Zoodrn hij er builen komt, gaat het mis. Dat heb ik je vader zaliger ook altijd voor gehouden. Maar mama, Leon is. Stil kind. begrijp mij goed, ik bemoei mij niet met jullie zaken, maar nu je mijn oordcel vraagt, wil ik je wel zeggen, dat Leon naar mijn idee den laatsten tijd wel vreemd veranderd is. Sleeds maar buitenhuis! En in huis zegt hij tegen geen van ons tweeën boe noch bah. Daar zal v/el iets aan het handje zijn. Maar, hooren jullie het goed, ik houd mij geheel buiten jullie zaken. Met dat alles: Leon, natuurlijk woedend, te langzamerhand af naar .storm. hield zijn mond niet. Van lier eene woord kwam het andere. En binnen een oogen hlik stond i et geheele huis op stelten. Met als slot, dat Leon plechtig verklaarde, nu zeker norgenoc-Vviid' to gaan visschen.. En hij 1 iep de d?uï uit. De:v volgenden ochtend toen Leon bene don kwam was z'n karretje verdwenen. Om den donder, Mario, wat heb jo met mijn fiets gedaan, bulderde hij togen zijn vrouw. Dio heeft mama gisterenavond mee genomen, snikte Marietje, danig ge schrokken van het effect van hun kordaat optreden. Loon was al aan de overzijde van do straat, waar schoonmama woonde. Hij schelde eenmaal, hij schelde tiveo-- maal, hij schelde driemaal. Hij drukte do eiectrische schel zoowat door den deur post heen. Eindelijk werd boven ren raam opge schoven en een statig hoofd, voorzien van een zoor omvangrijke slaapmuts, gluurde schichtig naar buiten. Loon, klonk liet bestraffend, schaam jij jc niet. Is me dal hellen! Denk jc soms, dat ik doof ben! Maar Leon was door hel dolle heen. Waar is mijn fiets? Die heb ik hier in huis. Dan krijg ik hem direct, begrepen. Ik begrijp niets. En je krijgt hem ook niet. Zeker niet, als je zoo optreedt. Ik moet zo hebben. Indien je op die manier verder gaat, wil ik niet langer met je praten. Hel is eer. schandaal voor do buren. En boven werden aanstalten gemaakt, om het raam lo sluiten. Doch in dit oogenblik van opperste .span- mug kreeg Loon een bcvrijdenden inval. De hemel zij daarvoor gedankt. Wie weef, wal er anders nog op den vroefen och tend was gebeurd. Best lioudt jij het karretje maar. Dan pa ik er eentje huren.... Leon heeft een fietsenmaker uit zijn. bed gehaald, met geld en goede woorden 's mans opkomenden toorn tijdig bezworen en een rijwiel gekregen. Toen is hij, luid bellende, langs hot huis van zijn schoonmoeder gerodon. En hij heeft dien ochtend govischt met oen plcizier, als li ij 't nog maar zelden in zijn leven had gekend... v. d. E. „Gelderlander." ANECDOTEN. Graag teruggezien. Dus je bent aangewezen, om achter stallige belastingen lo innen. Dan zal je wel niet erg populair zijn bij dc men schen? Dat denk je maar! Integendeel, ze vragen me telkens om nog eens terug to komen! Niet allen zoo dom. Zij: Zijn de mannen allemaal zoo dom als jij? Hij: Neen., lieve, denk maar eens aan al die vrijgezellen!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1927 | | pagina 13