WEEKREVUE.
ONZE KIPPEN.
Het is bij ons thuis ik kan niet an
ders zeggen een huishouden waar
orde en discipline heerscht. De kinderen
zijn altijd op tijd thuis, zwerven niet
langs de straat en krijgen op gezette lij
den een uitbrander of een pak slaag, al
naar de stemming, dio zich op dat oogen-
blik van het gezinshoofd heeft meester
gemaakt.
Het eten is altijd op tijd klaar en nooit
aangebrand afijn hot is een huishou
den, waar niet dót van gezegd kan wor
den. De kinderen worden iedere weck ver
schoond, dó mossen zijn altijd scherp, er
wordt niet aan do kaas gchompt, ik neem
iederen Zondag een schoonc zakdoek
afijn, 't is een huishouden waaraan me
nigeen een puntjo kan zuigen.
Dat zijn allemaal van die kleinigheden
waaraan u juist een accuraat huishou
den herkennen kunt en toch heb ik één
bezwaar en wel een bezwaar dan van
grooten invloed is op onzen Hollandschen
veestapel of beter gezegd, kippenstapel^
Wij eten tc weinig eieren!
Nee, dat is geen gekheid, dat meen ik
ernstig, hoogst ernstig zelfs.
Betwijfelt u dat, dan vraag ik u, hoe
veel eieren eet u per week? Als het er
veel zijn, dan is misschien 10 per week,
maar dat is nog veel te weinig!
Vooreerst getuigt dat vau weinig eer
bied voor de kippen. Je hebt kippen,
die, als ze in een hcele goede bui zijn,
iederen dag een ei producceren; wat, ge
tuige het luide gekakel op het historische
öogenhlik, dat het ei het kippenlichaam
verlaat, met voel moeite gepaard gaat.
Die kippen kakelen toch niet voor niets,
evenmin als een ijscoman don beelen dag:
ijsco! ijsco! roept, waarmee ik natuurlijk
allerminst zou willen beweren* dat bij dat
roepen iederen keer zijn ijsco-voorraad is
aangegroeid. Nu is liet wel waar wat
trouwens ieder rechtgeaard kippenbemin-
naar kan getuigen dat een kip wel eens
denkt een ei geproduceerd te hebben on
dan aan dezo gedachte door luid gekakel
uiting geeft, terwijl liet bij nader onder
zoek iets anders blijkt te zijn geweest.
(Een vergelijking dienaangaande met de
menschen, hebben wij geschrapt. Red.)
maar op zulke kleinigheden let een kip nu
eenmaal niet en dat kun je haar dus niet
kwalijk nemen.
Dus: wij eten te weinig eieren!
Dat is heel gemakkelijk te verklaren.
Nederland verheugt zich in het nationale
bezit van 18.000.000 kippen.
We kunnen gevoegelijk aannemen dat
18.000.000 kippen gemiddeld per dag aan
15.000.000 eieren het levenslicht schen
ken. Die eieren moeten op, dus moet iedere
Nederlander van groot tol klein gemid
deld per dag ruim twee eieren eten, laten
we zeggen, om de verdeeiing juister tc
doen zijn, tweo eieren qn een windei.
Nou, wij zijn thuis met z'n veertienen,
dat wordt dus per dag 28 eieren en 14
windeieren. Die eten we niet op, heslist
niet! Dat zou per week zijn indien we
nu eens gewoon het aantal eieren por
dag schatten op dertig zeven maal
dertig dat is 210 eieren, gemiddeld
tien cent per stuk, dus 21 gulden per
week. Zooveel verdient Pa niet eens.
Maar ik weet een goedkooper middel.
Kippensoep smaakt fijn en kippenbout
kan ook heel goed zijn.
En voor do vermindering der eierpro-
ductie is liet uitstekend.
GEEN WOORD MEER!
door Pierre l'Ermite.
Waaraan zit je te denken?
Gewoonlijk als zijn vrouw hem êie vraag
stelde antwoordde de dokter:
Aan jou!
Dien avond bleef hij eenigen tijd in zijn
soep roeren, die te warm was om gegeten
te worden en. zonder z'n vrouw aan tc
zien, zeide hij, zijn oogen steeds op z'n
bord gericht:
Ik denk er'aan dut ik 'n aardsstomme-
rik hen!
En mag men vragen waarom?
Omdat ik er hen ingeloopeu door con
soort huichelaarster die me heet heeft ge
nomen, ik ben beetgenomen, heclemaal
beetgenomen, zoover als 't maar gaan kan!
En door wie?
Door een zekere Rose Anais Papercu,
bed no. 14.
Je hebt haar zeker geld ter leen ge
geven!
Was 't dat maar. Ik heb haar m'n
handleekening gegeven!
En nu?
Dat is heel eenvoudig, nu gaat ze me
natuurlijk voor do heelo wereld belache
lijk maken.
De jonge vrouw keek haar man aan,
niet hegrijpend of hij schertste of ernstig
sprak.
Klein, mager en droog maakte, de dok
ter gewoonlijk don indruk stijf te zijn.
Vandaag zag hij er uit zeer vertoorn, ge-
ergerd. vernederd.
En dat "nog wel -door 'n Rose Anais
Papereu: riep hij bitter uit, terwijl hij zijn
hand in de hoogte stak.
Je snapt toch we] dat ik geen woord
van de treheelc geschiedenis begrijp!
En toch is deze zoo eenvoudig en liee-
lemaal in jouw lijn, omdat het gaat over
bedevaarten en devoties.
Leg het me dan eens uit.
De dokter at zijn soep, zocht nog oeni-
ge korrels tapioca op dio waren blijven lig
gen en veegde langzaam zijn snor af.
Je weet, dat het een principe van me
is om nooit, heclemaal nooit 'n certificaat
te geven voor Lourdes.
Ik begrijp de reden niet, waarom je
dat niet doen wilt.
Er zijn zooveel dingen, liefje, die
jij niet begrijpen kunt.
Dank je!
Die Rose Anais Papereu is een klein
oudje, handig en uitgeslapen. Ik behandel
de haar sedert een maand of vijf voor een
zeer ernstig ontsteking van den maag, die
de digestie onmogelijk maakte, doch zon
der het geringste succes. Bij het minste
wat ze gebruikte, had zo vreesolijke crisis
sen, waarvoor niets haatte. Nu zes weken
geleden, omdat ze zoo tuberculose is, vroeg
zo me zoo, mot 'n onnoózcl gezicht, om oen
certificaat betreffende haar ziekte. Goed,
als ik altij.'l ben, gaf ik haar liet verlangde,
mecnend, dat ze in eén of andere inrichting
wilde opgenomen worden, of dat ze onder
steuning verlangde. Maar liet trof me toch
een oogenhlik, dat zo zoo verheugd was,
toen ik haar het gevraagde gaf.
En, wat hoor ik int door middel van een
telegram, wat lees ik vervolgens in de cou
ranten, ik laat het je raden?!
Dat ;so te Lourdes volkomen genezen
is?!
Dus je weel al!
Neen, maar de gevolgtrekking was
zelfs voor een kind gemakkelijk om le
raden.
Vindt jij dat?
Zeker! Dat is een vrouw, waarover
jij sedert een half j3ar doktert, jij kunt
haar lijden lieelemaal niet verlichten, zij
gaat naar Lourdes in de hoop daar gene
zing te vinden. Ik vind de zaak heel logisch.
Maar laat zo dan aan mij geen certi
ficaat vragen.
Dat heeft ze noodig om met de bede
vaart mede te mogen gaan.
Dat laat me lieelemaal koud. en, als
het mij nu niet bevalt, om door m'n gezag
een bedevaart aan te moedigen, die mijn
versland niet kan aannemen!
Dit zeggend, richtte de kleine doktor zich
kaarsrecht op in zijn stoel, alsof hij opeens
een parapluie had ingeslikt.
Aan te moedigen door uw ge
zag een bedevaart, die. je versland
niet kan aannemen mijn arme vriend.
Ja, zoo is het.
Toen ontstond er een verlegen stille, als
of het doklersvrömvtje, voordat ze verder
LIED VAN DEZEN TIJD.
ZIJ ZIJN HETZELFDE UITGEDOST,
HEEL DEFTIG EN HEEL CHIQUE.
r zuchting van ec
politieagent.
Ik loop den heclen dag op straat
En zie de menschen gaan
Piekfijn met een geverfd gelaat
En fijne spullen aan.
De dame deftig in wal zij
En polka „permanent'''
Ga 'lc honderd koer per dag voorbij
En 'k zeg: 't lijkt wel een vent!
Kijk, maar eens aan, daar gaal er oen
Ze stapt fier als een pauw
Veel hangt er wel niet om haar heen
Maar 'n meter toch al gauw.
Z' is uiterst modieus gekleed
Naar d' allerlaatste eisch
Verschil? Misschien dat u hel vreet
Ik kan er niet uit wijs.
Zo zijn hetzelfde uitgedost
Heel deftig en heel chique
Het kan niet schelen wat hel kost;
Ook liet gewoon publiek.
Draagt schoenjes van moderne kleur
En kousen lang en licht
En hebben hij heel veel odeur
Ook verf op hun gezicht.
Het onderscheid is hoop'loos zoek
Wat stand het dan ook is
Hun kleed is een gesloten hoek
Met uiterlijk vernis.
Ik vroeg mij zelf soms wel cons af
Wat denk je dat zij is
Maar 't anwoord dat ik daarop gaf
Was bijna altijd mis.
Totdat ik er eens twee zag gaan
O* allerliefst gekleed
En ik besloot ze ga tc slaan
Tk toen op slag er achteraan
En weet u wat ik deed.
Ik hoorde, toen een jonge man
Knipoogend naar hen zag:
Nou Kee, wet sig je daor nou fèn
Kaak is, die enge gooser dén
Die sigt ons goeie dèg.
wilde gaan, eerst wilde heenkomen over
den indruk van medelijden, die het trotsche
gezegde van haar man bij haar had ge
wekt.
Zij hernam het woord het eerste.
Enfin, meen jo werkelijk dat ze gene
zen is, jc Anais?
De dokters ginder bevestigen het en een
inwonend assistent hooft gezien dat ze, op
liet gras gezeten, met smaak eetwaren at,
•lie voor haar eigenlijk doodelijk zijn.
Nu begrijp ik je hoe langer hoe min
der, want als dokter moest jo toch blij zijn
dat je patiënte genezen is.
En waarom dan niet?
Ik heb het je al gezegd!
En jo uitleg is je niet waardig.
Ach. hoe dan?
Zeker, je handelt alsof je bang waart
voor het licht! Je voelt heel goed, dat er
te Lourdes iets is wat je lo boven gaat;
welnu dan, inplaats van je to buigen, of
ten minste het te bestudeeren blijf jo ob
stinaat hij je idéé, je wilt geen certificaat
geven, en dat vindt je groot, waardig de
wetenschap, waarvan jo den naam uit
spreekt met een hoogdravendheid, clio hij-
na belachelijk zou worden.
Ik vind zulkvS voorzichtig.
Ah! ja! ik begrijp. Jij doktert op op
portunistische manier, dat brengt meer op
dan wetenschappelijk te dokteren en in
Lourdes zelf inlichtingen te gaan halen.
Ik, in Lourdes! maar je hebt mo niet
aangekeken!
Waarom niet? Het is onloochenbaar,
dat er wonderlijke genezingen gebeuren in
Lounles guiten allo suggestie en allo ze
nuw prikkelenden invloed om. Hot zou dus
niet meer dan logisch zijn dat jij wiens
levenswerk het is om menschen to genezen,
dat jij belangstelling toondet voor dio ge
vallen, die.om jc heen hebben plaats gehad.
Je bent toch wol naar Vittel gegaan, om
de bron lc onderzoeken voor een van je
zieken.
Ik heb hot hij mij in mijn portefeuille
het onderzoek van jouw Lourdos-water.
En wat hebben zo daarin ontdekt?
Niets.
Dat is dan nog vreemder.
Toch zal ik nooit naar Lourdes gaan
Je behoeft daar niet op te rekenen, mijn
klein vrouwtje, jij niet en de lieelc broeder
schap van je trouwe vriendinnen.
Lees dan tenminste het hoekje van
Lexenham: ,.Het Wonder van Lourdes"
(bij allo boekhandelaren verkrijgbaar).
Neen nooit!
En waarom niet?
Omdat!
Omdat, wat?
Toen stond de doktor wanhopend op. En
het was treurig, dien man. toch heel ver
standig, te zien rondloopen met zijn servet
in de hand, zich zenuwachtig makend, ter
wijl hij op de duidelijke en rustige ragen
van zijn vrouw niets anders wist Ij ant
woorden dan.
Omdat!.Welnu, omdat.en dan,
jc weet., geen woord er meer over hoor!
„Geld''
KALENDER DER WEEK.
TROUBADOUR.
DE SCHOONMOEDER.
Toen Leon trouwen ging, was liet ro
zengeur en maneschijn bij iedere schrede,
dio hij zette.
Met een zucht van voldoening sloot hij
voor do laatste maal do deur van zijn vrij-
gezellenkamers achter zich dicht, om mei
een blijmoedig hart in het huwelijksbootje
over le stappen.
Eu, het dient erkend, 't huwelijk beviel
Leon den eersten tijd opperbest, hoewel
de rozengeur zoowel als do maneschijn
langzamerhand wel een weinig gingen
verflauwen en verbleeken, om plaats te
maken voor een nuchterder, mcer-pro2ai-
schc werkelijkheid.
Maar ook proza heeft oen zekere beko
ring, al hield Loon persoonlijk oneindig voel
meer van de poëzie. Behoorlijk gestopic
sokken, fatsoenlijk eten, orde en regelmaat
in hel verloop van de huishouding, nemen
sleeds in een menschenleven oen zekere
plaats in, die dringend om een waardige
vervulling vraagt.
Kerel, ik heb het toch maar getroffen,
sneed Loon tegen zijn vrienden op.
Een alleraardigst vrouwtje, moesten
deze een beetje spijtig toegeven.
En koken dat ze kan.
Materialist!
Nu ja, een mensch leeft niet van
geest alleen.
Jammer genoeg niet.
Wacht maar eens, totdat je zelf ge
trouwd bent.
O, ik!....
Langzamerhand echter ging 't nieuwtje
er oen weinig af en Leon's huwelijksleven
werd oen sleur. Want het valt helaas zoo
moeilijk, om door de vernielende werking
van den tijd heen zelfs de schoonste en
diepste dingen in oen menschenhestaan on
geschonden, frisch tc bewaren, zoodat
zij een zilveren vreugde blijven van
iederen nieuwen dag.
En geleidelijk weken de ijle vormen dor
romantiek en de scherpe hoeken van do
werkelijkheid werden al duidelijker zicht
baar.
Die werkelijkheid deed zich hier hoofd
zakelijk voor in den vorm van een schoon
mama.
Ach, het kwaad vertoonde zich niet in
eens. Het kwam langzamerhand opzetten,
als een onweersbui op een zon doorzon gen
achtermiddag.
Eerst leek het zelfs niet onaangenaam.
De verfrisschende briesjes, die aan een
orkaan voorafgaan, zijn ook prettig voor
het gevoel, als het den geheelen dag har
warm is geweest.
Kijk eens, een schoonmama die voor
zichtige en levenswijze raadgevingen in
een jong huishoudentje binnenbrengt, dat
was nog zoo kwaad niet.
Maar zoetjesaan werden <le raadgevin
gen bevelen.'de bevelen eischen en Leon
begon zich onder dat alles stoods minder
behageiijk te gevoelen.
Het viel toch niet mee getrouwd te zijn.
Dreigende wolken pakten z«ch aan den
i.uwelijkshemel samen. De barometer zak-
De feestelijke bloemen, waarmede hij don
N.B. Als niet anders wordt aangegeven
heeft m deze week iedere H. Mis Gloria
geen Credo; de Gewone Prefatie.
ZONDAG 21 Aug. Elfde Zondag
n a Pinksteren. Mis: Deus. 2e
gebed v. d. II. Joanna Fremiot de Chan-
tal, Weduwe: 3e v. h. octaaf van Maria's
ten Hemelopneming. Credo. Prefatie v. d.
Allerh. Drieëenheid. Kleur: Groen.
Wat een zegen spreidden Christus'
handen tijdens Zijn Jeven op aarde! „Al
len heeft Hij welgedaan". (Evangelie).
Onder ons woont en leeft Christus in Zijn
heilige plaats, de Kerk; daar is Hij nóg
steeds weldoende en zegenend. Daar laat
Hij ons, Zijn uitverkoren volk samen-
wonon; daar geeft Hij ons kracht en
sterkte tegen onze vijanden. (Introitu6);
daar stort Hij Zijne barmhartigheid over
ons uit (Gebed); daar laat Hij ons be
proefd hart weer opleven van vertrouwen
(Graduale); daar offert Hij zicli zeiveu
op, iederen dag, voor ons als een Zijn
hemelschen Vader aangename offerande
tot ondersteuning voor onze zwakheid
naar ziel en lichaam. (Stilgebcd en Post-
communio). Alleluja! Onze ziel moet ju-
helen voor onzen God; met een zingend
hart moeten wij Hem loven en verhef
fen, want bij het LI. Doopsel heeft Hij
onze ooren geopend voor de waarheid
van het LI. Evangelie. (Evangelie), ons
door de Apostelen en hunne opvolgers
gepredikt. (Epistel). Met vreugde over
onze opname in de heilige en alleen
zaligmakende Kerk ons offer gebracht.
(Offertorium).
MAANDAG 22 Aug. Octaafdag
van M a r i a's ten Hemelopne
ming. AI i s: Gaudeamus (ais op
15 Aug.) 2c gebed v. d. H.H. Timotheus,
Hippolytus, en Sympholianus, Martela
ren. Prefatie v. d. Allerh. Maagd (invul
len: En U om de ten Hemelopneming).
Credo. Kleur: W i t.
DINSDAG 23 Aug. Vigiliedag
voor h e t Feest v. <1. H. B a r t li o-
1 o m e u s, A p o s t e 1. M i s v. d. H.
P li i 1 i p p u s B o n i t i u s, Belijder:
Justus ut palma. 2e gebed en laatste
Evangelie v. d. Vigilie. Kleur: Wit.
Ook mag gelezen worden de H. Mis v.
d. Vigilie: Ego autem. Geen Gloria. 2e
gebed v. d. H. Pliilippus. Kleur: Paars.
In een bijzonder visioen door Maria
geroepen tol de Orde barer dienaren
(Servieten) onderscheidde Pliilippus zich
door een bijzondere godsvrucht tot de
zeven smarten van Maria. Groot was ook
zijne barmhartigheid jegens de armen.
Velen, zeer diep gevallen, bracht hij tot
inkeer.
WOENSDAG 24 Aug. Feestdag v
d. LI. Bartliolomous, Apostel. M
M i h i autem. Credo. Prefatie v.
Apostelen. Kleur: Rood.
De H. Barfholomeus predikte in Voor-
Indië en Armenië. Verbitterd over de be
keering van koning Polymius en diens
gemalin, -hitsten de heidensche priesters
Aslyages, Polymias'broer op. Deze liet
Barlholomeus levend villeD, onder "weikö
marteling de Apostel bezweken is.
DONDERDAG 25 Aug. Mia v. d. II.
Gregorius, Belijder. Bisschop van
Utrecht: Sacerdotes. 2e gebed v. d. H.
Lodewijk, koning van Frankrijk; 3e A
Cunctis (ter eere van alle heiligen;.
Kleur: Wit.
Door de omstandigheden van zijn tijd
heelt de II. Gregorius nooit de H. Bis
schopswijding ontvangen. Ongeveer twin
tig jaren bestuurde hij hot Bisdom
Utrecht niet vermaarde herderlijke waak
zaamheid.
De H. Lodewijk dankt zyne heiligheid
voor een groot gedeelte aan zijne moe
der de H. Blanca van Castilië. Zij voed
de hem waarlijk voor God op. Bekend is
haar prachtwoord lot haren koninklijken
zoon: „Ik bemin u als de appel van mijn
oog, maar liever toch zag ik u aan mijne
voeten sterven als ik wist, dat gij ooit
ééne doodzonde zoudt bedrijven.
VRIJDAG 26 Aug. Al is v «1. II. ZG-
p )i y r i n u s, Paus en Martelaar: .Sacer
dotes. 2e gebed A Cunctis; 3e naar keuzo
v. d. priester. Kleur: Rood,
ZATERDAG 27 Aug. Mis v. d. II. Jo
seph Calaaanctius, BelijderVe-
nite. 2o gebed voor den Paus. Kleur: W i t
Hoe mooi begint vandaag de H. Kerk
de H. Mis: „.Venite" en d.i. „Komt kin
deren, ik zal u de vreeze des Heeren loe
ren'. Van God geroepen heeft de II Jo
seph Calasancfius zijn leven gewijd aan
hef onderrichten van arme kinderen in
kennis en deugd. Tot dat doel ook stichtte
hij een Orde van reguliere geestelijken
van de Moeder Gods, welke Orde zicii
snel over zeer vele provinciën en Rijken
van Europa verspreidde. De II. Joseph
stierf in 1648 op 92-jarigen leeftijd.
In de kerken der E.E. P.P. Franciscanen:
Alles als in bovenstaande kalender,
behalve:
MAANDAG. Feest dor Zeven
Vreugden van O. L. Vrou w. M i s:
LI go autem. 2e gebed (alleen in stille
H.H. Missen) v. d. H. H. Martelaren.
Sequens. Credo. Prefatie v. d. Allerh.
Maagd (invullen: En U om dc vreugde).
DONDERDAG. Mfü v. <1 11. Lode
wijk: Os Jusli. Credo.
VRIJDAG. .Mis v. d. Z. Z. Timo
theus v a n M o n t e c c h i o en Bar
nardus van Offida, Belijders:
Gonfitoantur. 2e gebed v. d. II. Zcphyri-
nus. Kleur: Wit.
Amsterdam. ALB. M. KOK, pr.
aanvang bet bootje was opgesierd, ver-
fietsten.
Liet werd hommeles aan boord.
Eorsl haaide de kapitein bakzeil, over
rompel.! door de heftigheid van den orkaan
Maar dat blijft zoo niet duren, tenminste
nis de kapitein een man is. Er kan maar
één gezagvoerder op een Schip zijn. Onder
kruipers noch onderkruipslers mogen wor
den geduld. En dus ontbrandde oen strijd
op leven en dood (usschen do schoonmama
on Leon.
Menig huiselijk drama was daarvan liet
gevolg. Want het vrouwtje, wat heel be
grijpelijk is, koos tenslotte toch meestal
do partij van haar moeder.
Had deze dan het vechtvuurtje goed aan
gestookt, dan verliet zij haastig het tooneel
van den krijg onder de woorden:
Als jo maar good begrijpt, kinderen,
hooren jullie, als je maar heel goed be
grijpt, dat' ik mij niet met jullie zaken
bemoei.
Wal Leon lieelemaal deed koken van
drift
Zoo geviel hol aan den vooravond van
een vrijen dag. dal Leon zich voorgenomen
had met enkele bekenden een tochtje tc
gaan maken. Een zeer vreedzaam uil-
stapje zou het worden, naar een nabprig
meertje, om daar te visschen. Daar hail
hij altijd erg veel van gehouden. En zeer
opgewekt kwam hij dan ook, nadat onder
ling liet plannetje in elkander was gezet
thuis.
Goedenavond, riep hij nog half in dc
gang, zitten jullie nog tc schemeren
Vrouwtje, zorg jo, dat je vanavond wat
brood voor mij klaarzet. Ik ga morgen
ochtend visschen.
Wat zeg je? Wat ga jo doen? ant
woordde een stem uit do kamer, de stem
van do schoonmama.
Allemachtig, zij hier, nu zul je wat be
leven, dacht Leon.
En vrij hits antwoordde hij:
Ik zeg, dat ik morgenochtend ga vis
schen.
En hoe laat Lcd j.ï terug?
Tegen een uur of vijf, zes, om u tc
dienen.
's Avonds?
Ja, 's avonds!
Marie, en vindt jij het zoo maar
goed. dat hij jou den geheelen dag alleen
ilaat. Juist op een van de weinige dagen,
cint jo eens wat aan je man kunt hebben.
Och, Leon is dol op visschen.
Een getrouwd man hoort in zijn huis.
Zoodrn hij er builen komt, gaat het mis.
Dat heb ik je vader zaliger ook altijd voor
gehouden.
Maar mama, Leon is.
Stil kind. begrijp mij goed, ik bemoei
mij niet met jullie zaken, maar nu je mijn
oordcel vraagt, wil ik je wel zeggen, dat
Leon naar mijn idee den laatsten tijd
wel vreemd veranderd is. Sleeds maar
buitenhuis! En in huis zegt hij tegen geen
van ons tweeën boe noch bah. Daar zal
v/el iets aan het handje zijn. Maar, hooren
jullie het goed, ik houd mij geheel buiten
jullie zaken.
Met dat alles: Leon, natuurlijk woedend,
te langzamerhand af naar .storm.
hield zijn mond niet. Van lier eene woord
kwam het andere. En binnen een oogen
hlik stond i et geheele huis op stelten. Met
als slot, dat Leon plechtig verklaarde, nu
zeker norgenoc-Vviid' to gaan visschen..
En hij 1 iep de d?uï uit.
De:v volgenden ochtend toen Leon bene
don kwam was z'n karretje verdwenen.
Om den donder, Mario, wat heb jo
met mijn fiets gedaan, bulderde hij togen
zijn vrouw.
Dio heeft mama gisterenavond mee
genomen, snikte Marietje, danig ge
schrokken van het effect van hun kordaat
optreden.
Loon was al aan de overzijde van do
straat, waar schoonmama woonde.
Hij schelde eenmaal, hij schelde tiveo--
maal, hij schelde driemaal. Hij drukte do
eiectrische schel zoowat door den deur
post heen.
Eindelijk werd boven ren raam opge
schoven en een statig hoofd, voorzien van
een zoor omvangrijke slaapmuts, gluurde
schichtig naar buiten.
Loon, klonk liet bestraffend, schaam
jij jc niet. Is me dal hellen! Denk jc soms,
dat ik doof ben!
Maar Leon was door hel dolle heen.
Waar is mijn fiets?
Die heb ik hier in huis.
Dan krijg ik hem direct, begrepen.
Ik begrijp niets. En je krijgt hem ook
niet. Zeker niet, als je zoo optreedt.
Ik moet zo hebben.
Indien je op die manier verder gaat,
wil ik niet langer met je praten. Hel is
eer. schandaal voor do buren.
En boven werden aanstalten gemaakt,
om het raam lo sluiten.
Doch in dit oogenblik van opperste .span-
mug kreeg Loon een bcvrijdenden inval.
De hemel zij daarvoor gedankt. Wie weef,
wal er anders nog op den vroefen och
tend was gebeurd.
Best lioudt jij het karretje maar. Dan
pa ik er eentje huren....
Leon heeft een fietsenmaker uit zijn.
bed gehaald, met geld en goede woorden
's mans opkomenden toorn tijdig bezworen
en een rijwiel gekregen.
Toen is hij, luid bellende, langs hot huis
van zijn schoonmoeder gerodon.
En hij heeft dien ochtend govischt met
oen plcizier, als li ij 't nog maar zelden in
zijn leven had gekend... v. d. E.
„Gelderlander."
ANECDOTEN.
Graag teruggezien.
Dus je bent aangewezen, om achter
stallige belastingen lo innen. Dan zal je
wel niet erg populair zijn bij dc men
schen?
Dat denk je maar! Integendeel, ze
vragen me telkens om nog eens terug to
komen!
Niet allen zoo dom.
Zij: Zijn de mannen allemaal zoo dom
als jij?
Hij: Neen., lieve, denk maar eens aan
al die vrijgezellen!