OE 5?OXT die in de h ____o opvoeding zulk een belangrijke plaats inneemt, was in de 18e eeuw, voor wat de meisjesopvoeding aangaat, totaal onbekend. Wel leerde ieder meisje dansen, maar daartoe bepaalde zich dan ook alle lichaamsoefeningen. Het wandelen zonder doel, werd als iets volkomen idioots beschouwd, maar te gen 1770 kwam daarin verandering. Wandelen voor de gezondheid werd gedurende eenigen tijd „mode". Echter duurde die wandelperioden slechts kort en het valt te betwijfelen of de meisjes er iets aan hadden, ingepakt als ze zaten in corsetten, lijfjes met baleinen en zware, wijd-uitstaande rokken. In dit opzicht was de opvoe ding der meisjes in een klooster, beter. Ieder klooster had een grooten tuin, waar naar hartelust gespeeld en gera vot werd. De meisjes die thuis opge voed werden, misten dit, gedwongen aïs ze waren onder moeders oogen te blijven. Met de hygiëne stond het allertreu rigst gesteld. Het haar, wat op een in gewikkelde manier werd opgemaakt en bestrooid met een mengsel van poe der en kaarsvet, kon slechts één of twee keer in de week opnieuw opge maakt worden. Djt was een uiterst pijnlijke en bewerkelijke operatie. Vergelijk daarmede nu eens de op voeding van onze meisjes en een ieder, en zij-zelf niet het minst, zal zich verheugen over de vooruitgang, die te danken is aan den grooten in vloed van sport en hygiëne. Was baden en zwemmen voor het jonge meisje in de eerste helft der 18de eeuw iets wat een „grande dame" niet behoorde te doen, thans behooren deze dingen tot de voorwaarden voor een goede gezondheid. Wat voorheen totaal onbekend was, de sport, is nu onontbeerlijk geworden. JEUGDIG TOILETJE, No. 931. a 2 I V] 7' l .1 Dit vlotte modelletje is van v.*i:le voile met blauwe figuurtjes, gegar neerd met dezelfde tint blauw. De halsafwerking is van effen witte voile, ook de mouwomslagen. Het maken van dit jurkje is zéér eenvoudig. Het wordt aanéén geknipt, een elastiek veroorzaakt het bloesen- de effect. Kleine koopjes, overtrokken met de effen stof, dragen nog tot een vroolijker aanzien bij. SNOEZIGE MATINéE. Voor het coquette vrouwtje is het iets wat vanzelf spreekt, om er in haar intieme vertrekken, even verzorgd uit tc zien als in de eetkamer of salon. Ze draagt dan ook, wanneer ze haar nachtjapon of pyama aflegt, een ele gant ochtendjakje met een bijbehoo- rend mutsje, waaronder ze haar onge- kapt haar op gracieuse wijze weet te verbergen, zonder het geheel weg te stoppen.' Ons ochtendjakje is van rose crêpe de chine met plissée en broderie in de zelfde tint. Het ochtendmutsje heeft 2 gebor duurde oorkleppen en is verder iond om gegarneerd met de plissée, waar van een paar losse slippen van achte ren afhangen. Het teekeningetje ter zijde geeft u een duidelijk overzicht, hoe deze ma- van degenen, die geen verstand van echte mode hebben. Weest steeds overtuigd, dat het zorg en moeite vereischt om werkelijk smaakvol gekleed te gaan. Geloof toch nooit, dat alléén kost bare kleeding werkelijk charmant is, maar weest er van verzekerd, dat het charmante is gelegen in de snit van uw toilet, in de lijn van uw figuur en in de charme, die gij-zelf aan den dag legt en die ge in „vrouwelijke bescheiden heid", gerust moogt ontplooien! Zou „hij" gelijk hebben? COLBERT-COSTUUMPJE. No. 932. tinée geknipt wordt. We wenschen u goed succes! TWEE AARDIGE OCHTEND JAKJES. Wie van een prettige afwisseling houdt, vervange haar peignoirs zoo nu en dan eens door zulk een matinée, die het voorrecht heeft op een lichte, dunne rok gedragen te kunnen wor den. Een geoefend oog zal al spoedig ont dekken hoe deze jasjes, die van een zelfde model zijn, geknipt worden. Over de schouders loopt een naad, zoodat de rug recht valt, de voorpan den worden schuin aangeknipt. Het verschil van deze matinée's be staat in de afwerking. Het modelletje links is afgeboord met banden van de zelfde stof, het rechter modelletje heeft een gepliseerd kantje langs de geheele omtrek. DE GOEDGEKLEEDE VROUW. Een vrouw van goeden smaak weet gewoonlijk dadelijk wat ze wèl en wat ze niet dragen moet, maar toch is het niet onaardig eens te vernemen, wat een man, ten opzichte van de kleeding der vrouw, vertelt. Hij doet haar de volgende raadgevingen aan de hand die inderdaad wenken zijn, die wij, vrouwen, allen ter harte kunnen nemen. Hij zegt: Het is beter één toilet te hebben dat in de kleinsie onderdeelen harmonieert met den hoed, het hand- taschje en de schoenen, dan tien t~i- letten, waaraan die „finishing touch" ontbreekt. Tracht origineel te zijn en copiëer nooit het toilet uwer vriendinnen. Wees echter nooit buitensporig uit zucht om bekeken en nagekeken te worden. Draagt nooit te veel sieraden of gar neering. Weest eenvoudig en vergeet nooit dat dit vooral ten opzichte uwer kleeding het kenmerk van het ware is. Ge kleedt u voor hen, die er smaak voor hebben en ge moet weten, dat het opzichtige en schreeuwerige het fort is FjW? Dit elegante deux-pièces, hoe een- oudig van materiaal en van model ook, is tot in de kleinste détails in har monie gehouden. Het rechte jasje is afgeboord met de bedrukte flanellen stof, waarvan ook de blouse is gemaakt. Verder is deze stof ter garneering van de raouwomslagen, de zakjes en de voorbaan van den rok aangewend. De stof van mantel en rokje is gedacht van donker blauwe popeline. Het jasje is zonder sluiting en be hoort open gedragen te worden. Het lijfje is aan het rokje bevestigd. De mouwtjes zijn glad aangezet. SMAAKVOL WANDEL JAPONNETJE. No. 934. Hier nog een type van een aardig wandel-costuumpje, genre „Ia gar- gonne". Het rechte, nauwsluitende jasje is van effen grijze drapella, het rokje en de garneering van marine-blauwe stof. Ook de hoed is een combinatie van deze twee kleuren. De voorpanden van het jaquet zijn rond weggesneden, één knoop maakt de geheele sluiting uit. Het al of niet slagen van zoo'n jasje hangt véél meer van de goede coupe, dan van het te gebruiken materiaal af. Natuurlijk wil dat niet zeggen dat het van ondergeschikt belang is, welke stof men kiest. Een wollige, niet al te dunne stof is het meest geschikt en het Jjest voorbestemd tot welslagen. EENVOUDIG DEUX-PIèCES, No. 933. Als stof neme men grijze crêpe ma- rocain, waarvan een gedeelte geplis- seerd wordt voor den ruimen strook, die schuin over de taille heenloopt en voor de omslagen der manchetjes. Als zeer smaakvol contrast wordt een breede rood-lederen ceintuur dragen en moet de lint-garneering op het grijze hoedje en de handtasch van hetzelfde rood zijn. PRINSESSE- EN ROZIJNENTAAR Prinsessetaart. 350 gram boter wordt tot room ge roerd, daarna worden 6 eieren één voor één er aan toegevoegd en achter eenvolgens de citroenschil (geraspt), 350 gr. suiker en 350 gr. gezeefde bloem er door gekneed. Het deeg wordt in een beboterden springvorm gedaan. Daarna met een nat mes van boven netjes glad gestreken en dan de taart ongeveer VA uur in een oven op goede temperatuur, dus vooral niet al te heet, bruin gebakken. Voor Rozijnentaart worden 250 gram boter gebruikt. De boter tot room ge roerd en 6 eidooiers één voor één toe gevoegd. Het sap van 1 citroen en de geraspte schil, 150 gram gewasschen rozijnen, 55 gram gemalen amandelen en 350 gram zelfrijzend bakmeel, wor den goed vermengd, dan het zeer stijf geklopte eiwit er doorgeroerd. De taart wordt in een met boter be streken springvorm ongeveer 1^ uur in den oven gebakken. KERSENIJS. 1 Kilo kersen wordt gewasschen en van de stelen en de pitten ontdaan. Men verbrijzelt vervolgens de harde omhulsels van eenige pitten, teneinde de kern te behouden. Deze kernen worden met de kersen fijngemaakt. 2Vt d.L. water wordt met 500 gram sui ker gekookt en goed afgeschuurd. In de suikerstroop, die door het ver dampen ontstaat, moeten de fijn gemaakte kersen 1 uur uittrekken, daarna wordt het mengsel door een fijne zeef gewreven en in de ijsbus ge daan om te bevriezen. Op dezelfde wijze kan ook aardbeien- en fram bozenijs bereid worden. MELOENSCHIL IN ZOETZUUR. Meloenschil in zoetzuur wordt be reid van de harde deelen van den me loen, dus uit de waardelooze gedeel ten dezer vrucht. Wil men er de schil voor gebruiken, dan wordt alleen het eetbare gedeelte op tafel gebracht, 1 flesch beste azijn met 500 gram sui ker, 10 kruidnagelen en 20 gram pijp kaneel wordt gekookt. In deze stroop laat men pl.m. 1 K.G. meloenschil, in stukken gesneden, tien minuten koken om daarna in een pot of flesch te wor den gelegd. De suikerstroop kookt men nog gedurende eenigen tijd in, om er de flesschen met meloenschil mede bij te vullen. Komkommers in zoetzuur kf.n men op dezelfde wijze bereiden. CHIQUE COMPLET. No. 935. Dit complet is gemaakt van kasha- naturel, gevoerd met crêpe de chine in de kleuren van de garneering. CHARMANT NAMIDDAG-TOILET. No. 936. Dit model is bedoeld van zwarte voile de soie met een onderrobe van zwarte crêpe de chine. De voile-stof is geborduurd met kleine moesjes, die zulk een fraaie garneering vormen, voor een stof als deze, waarbij een voud streng betracht dient te worden. AARDIG ENSEMBLE. No. 937. Ons charmant modelletje is van grijze crepella, gecombineerd met een wollen blauwe fantasie-stof. De bro derie op het jaquet aangebracht, is in de kleur van de stof gekozen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1927 | | pagina 10