t H politie alleen kan hieraan een einde door streng op te treden. Door en schande enz. Die niet lezen wil dan maar heialen. NOORDWIJKERHOUT. Auto-ongeluk. Op den Heerenweg de Gorneliabrug heeft tusschen een juto en een dame op rijwiel een aanrij ding plaats gevonden. Van ,de richting Vogelenzang kwam een club fietsers en van Noordwijkerhout kwamen twee- auto's jraarvan de laatste de eerste wilde pas- jeeren. Do bestuurder lette niet op de gem toegemoetkomëndo fietsen en reed daardoor een fiets aan. De daarop zit tende dame werd tegen den grond ge- Lakt en bekwam ernstige inwendige Per auto werd de patiente Hillegom gebracht waar dr. do We duwe geneeskundige hulp verleende. Het rijwiel werd gedeeltelijk vernield. Proces verbaal werd opgemaakt. Ongeval. Het zoontje van den land bouwer J. P. aan den Schulpweg, was Maandagmiddag in het weiland aan hot rpelen, toen het van het in het weiland loopende paard een trap tegen het lichaam kreeg. Terstond moest geneeskundige hulp van dokter Romijn worden ingeroepen. Baldadigheid. De politie heeft pro cesverbaal opgemaakt tegen P. D. alhier wegens het vernielen van een houten bloempot, hangende in do waranda van bet café „De Nachtegaal". Eveneens moest proces-verbaal worden opgemaakt tegen P. en A. D. wegens het versperren van den openbren weg (Goo- iveg) bij nacht, tengevolge waarvan door de politie nog op het laatste moment een ernstig ongeluk moest worden voorkö- Dien. WARMOND. Geboren: Johanna Gatharina d. van van Schie en G. P. van der Poel Cornelia Theodora d. van M. Kool en G. der Leeden Hendrikus Johannes -:i. van A L. Bellekom en M. J. Kroon Cornells Johannes z. van W. G. Roest en J. Verkaik. Gehuwd: Klaas van der Struis 25 j. ren Hillechien Scheltens 20 j. i- Overleden: Gerardus Johannes de sttaas 24 j. t« Gevestigd: S. van Ark van Bus- pium A. Eisenberger en gezin van den i-iïaag J. H. Zorn van Leerdam Th. tC. Rotteveel van Sassenheim A. Greu- teier van Duitschland Ghr. P. Montau- iben van Amsterdam C. J. Lensen van li Heemstede Ghr. Th. M. de Gouw van iOien Haag G. P. Meijer van Voorscho- Kien Th. H. Witteman van Alkemade - A. Onderwater van Haarlemmermeer, Vertrokken: G. B. Woudman naar Baarn G. Schavemnaker at naar Lisse Ghr. J. van Gendt naar ei Amsterdam M. A. Aardweg naar Roo- ensendaal L. P. Krantz naar Oegstg ei- G. J. A. M. Ruijgrok naar Eindhoven Jac. Webbers naar Leiden M. E. en Schrier naar den Haag W. Henst naar Gedurende den wedstrijd was het nage noeg windstil en de jachten hadden veel moeite met den start. Sir Thomas' Liptons Shamrock liep op het zand bij Gowes vast maar kon een paar uur later, hij het intre den van den vloed, met eigen kracht vrij komen. In den wedstrijd over 16 zeemijlen voor do internationale achtmeter-klassc won de .Hollandia" van de heeren Doedes en De Wit met 4 min. 35 sec. voorsprong op no. de „Norn", 3. „Emilie". SPORT VOETBAL. DIOC. HAARL. BOND. 1e Lustrum District Leiden. w In verband met het te vieren le lustrum ran het District Leiden van den D. H. V. 'di S op 18 September a.s. kunnen wij berich- m dat behalve het spelen van een Dis- rictwedstrijd, op het programma geplaatst ^''tullen worden athletiek-wedslrijden voor 31 ienioren zoowel als Junioren. Verschillen voorbereidingen tot het organiseeren de athletiekwedstrijden zijn reeds ge- boffen en aan den D. H. A. K. is verzocht zijn medewerking te verleenen. Daar het de eerste maal is dat derge- 'z{: ijke wedstrijden op het programma van iet Leidsche District zullen komen te staan lertrouwen wij dat hiervoor de noodige elangstelling zal bestaan van de zijde der eer'it K. Sporters uit onze omgeving, welke Ts.e oor a n deze wedstrijden deel te nemen ■'Set ons willen medewerken om de athle- iek in onze omgeving te bevorderen er eé "gang te rï°en v^n'^en- Aan deze wedstrijden kan worden deel- eU] [enomen door R. K. Voetbalclubs- en R. K. arl:Iurnvereenigingen uit onze omgeving ter- oi »>jl voor haar leden de gelegenheid zal irorden opengesteld voor de persoonlijke volstrijden in to schrijven. liet programma voor deze Athletiek-wed- ilrijden zal Woensdagavond 10 Augustus vastgesteld, waarna onmiddellijk a{sl publicatie zal volgen. De vereenigingen ,^jg! leven wij echter in overweging zich nu leeds voor te bereiden opdat op 18 Sept. e beste resultaten bereikt kunnen worden. Vermoedelijk zullen op het athletiek- nj w gramma komen te staan a. a.: Estafette X 100 M.; 100 M.; 200 M.; 400 M.; 800 Speerwerpen; hoog- en vèrspringen. In training zij dus het parool! D. HAVERKORN, Secretaris-Penningmeester. ATHLETIEK. Paulen en v. d. Berge in Keulen. Paulen won gisterenavond te Keulen de 00 M. in 48.9 sec. van Wiese en Engel- iard. t gj v. d. Berge werd achter Houhen op 100 vei tweede, echter voor Bomer, Schüller en ieCji «iogmann. ijzer? •liaV. ZEILEN. De zeilweek te Cowes. „De Ho 11 andia" wint. De jaarlijksche zeilweek is Maandag te cu Ai begonnen. Den eersten dag regende m e' bijna onafgebroken en de publieke be- ,k op lnSstelling was gering, doch gisteren i, nii '59 het mooi weer en de wedstrijden trok- di rcn eqn groot aantal toeschouwers. In de handicap-klasse voor groot© jacb- -W011 'a Konings totter Britannia, Lord icfl taring's "White Heather was tweede en pni Hworth, van Sir Mortimer Sinjer, werd M &de. LUCHTVAART EEN NIEUWE OCEAANVLUCHT. Binnenkort proefvluchten op Schiphol. De Engelsche kolonel Minchin is voorne mens met een driemotorigo Fokkermachi ne, welke in Amsterdam voor hem gereed staat-, een tocht van Engeland naar Ame rika over den Atlantischen Oceaan te ma ken. Binnenkort wordt Minchin te Amster dam verwacht, om op Schiphol proefvluch ten te houden. Uitbreiding der K.L.M.-vloot. Onderhandelingen met de Ned. Vliegtuigenfabriek. De Engelsche vlieger, kapitein Mae In- tosh, heeft zich in verbinding gesteld met de K. L. M. om van haar aan te koopen F. Ta, om daarmede over den Oceaan te vliegen. De directie der K. L. M. heeft nog geen besluit genomen, hoewel zij in principe, tot verkoop bereid is. De K. L. M. heeft onderhandelingen aangeknoopt met de Nederlandsche Vliegtuigenfabriek voor den aankoop van 5 vliegtuigen van het type F. 8. Het koopcontract is echter nog niet geteekend. Ernstig vliegongeluk in Frankrijk. Uit Saint Gaudens (Haute Garonne) wordt gemeld: Gisterenavond is een vliegtuig neerge stort, dat in brand vloog toen het do aarde raakte. De bestuurder en twee passagiers kwamen om 't leven. Hun stoffelijk over schot was bijna geheel verkoold. RECHTZAKEN HAAGSCHE RECHTBANK. Geëischt ia tegen J. H. G. S., kleermaker zonder vaste woonplaats, gedetineerd, die den nacht van 5 op C Juni j.l. ingebro ken heeft in een perceel aan do Emmalaan te Oegstgeest met de bedoeling een ander uit dat perceel weg to nemen, doch, voordat hij daartoe de gelegenheid had, op heeterdaad werd betrapt, wegens poging tot diefstal, 1 jaar gevangenisstraf. VOOR HUIS EN HOF. EEN PRAATJE OVER DE BESTUIVING DER BLOEMEN. In den tegenwoordigen tijd, nu de plantkunde een van de vakken van iedere onderwijsinrichting is, weet ieder, dat men nooit zaden van de bloemen kan krijgen, alvorens daar bestuiving en be vruchting aan is voorafgegaan. Weliswaar heerschen er nog wel verkeerde begrip pen over de wijze waarop die bevruchting en bestuiving plaats heeft, maar die be grippen zijn gemakkelijk in het rechte spoor te leiden, als men een voorbeeld neemt aan de dierenwereld; in principe komt toch de bevruchting in het planten rijk op het zelfde neer. Evenals in de dierenwereld moet ook in het plantenrijk een mannelijk en een vrouwelijk individu samenwerken om do bevruchting tot stand te brengen en ook iü de dierenwereld gaat men over het al gemeen van het standpunt uit, dat fami lierelaties bij de bevruchting zooveel mo gelijk moeten vermeden worden. Ook in het plantenrijk leidt zellbev ruck ting of be vruchting door een individu dat te na verwant is tot verzwakking der soort. Al les is er in de plantenwereld dan ook op ingericht, zooveel als mogelijk is te voor komen, dat het stuifmeel van dezelfde bloem op de stamper van datzelfde exem plaar terecht komen kan en dus zoo zelf- hevruchting plaats zou 'hebben. De plan ten, waar zelfbevruchting zoo ongeveer regel is zijn ver in de minderheid en zijn er alleen om den regel to bevestigen. In dezen tijd van het jaar, wanneer alle bloemen hun best doen ons een weinig op te, vroolijken door hun vroolijke kleuren kan men het beste eens rondkijken en trachten eenige van die mysteri&i uit do natuur te doorgronden, men zal zien, dat de variations enorm zijn en zeer voor-de- hand-liggend, maar daarom juist zoo mooi. Om uw geheugen wat op te frisschen (we willen de beleedigende veronderstelling niet uiten dat U het vergeten is) willen we even van begin af aan het proces der bestuiving en bevruchting beschrijven. Een volledige bloem bevat mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen. De man nelijke organen bevinden zich rondom het vrouwelijke en er zijn meestal eenige man nelijke (meeldraden). Er is meestal maar een vrouwelijke ge slachtsorgaan (stamper), dat precies in het hart van de bloem to vinden is. Het geheel is omgeven door bloembladen cn kelkbladen, welke laatste meestal groen zijn. De mannelijke geslachtsorganen of de meeldraden leveren dus de mannelijke hevruchtingsorganen (stuifmeel) dat op de vrouwelijko geslachtsorganen (do stempel pel) het bovenste deel der stamper(s) ge bracht moet worden om een bevruchting teweeg te grengen. Dit wat de volledige bloemen betreft, maar dan komen de on volledige bloemen, dat zijn bloemen, die, ook al om zelfbestuiving te voorkomen ge separeerd zijn, zooals b.v. bet geval is bij de zoogenaamde eenhuizige planten en de «enslachtige bloemen, i Bij wilgen b.v. vindt men alleen man- nelijko of vrouwelijke bloemen op den zelfde boom, zoo is het ook bij andere kat- jesdragenden, o.a. de bekende populieren, waarvan in ons land alleen mannelijke bloemen te vinden zijn. Bij anderen, b.v. de noten en do. hazel noten enz. vindt men wel de verschillende geslachten op denzelfden boom vertegen woordigd, maar dan zitten do geslachten toch weer apart, in do eeno bloem vindt men namelijk alleen vrouwelijke en in de andere bloem vindt men aleen mannelijke geslachtsorganen. Do mannelijke bloemen zijn hier veel in het oogloopender dan do vrouwelijke, die men haast niet ziet. De mannelijke bloemen zitten namelijk in kat jes en de vrouwelijke zitten in pluimpjes. deze twee verschillende soorten, hij de eenhuizige en eenslachtigen is zelfbe stuiving dus reeds uitgesloten, alleen kunnen bij de eenhuizigen hoogsten de bloemen van eonzelfden boom elkander nog bestuiven of bevruchten. Bij de twee- huizigen is alle zelfbestuiving uitgesloten. De meest ingenieuse manieren om zelf bestuiving te voorkomen treft men echter aan bij de volledige bloemen. Hier toch zitten zoowel mannelijke als vrouwelijke organen op of in dezelfde bloem en is hét dus minder eenvoudig om to voorkomen., dat het stuifmeel van dezelfde bloem op de stamper van diezelfde bloem terecht komt en zoo bevruchting teweeg brengt. Heel dikwijls oefent eigen stuifmeel niet eens een werking uit en noemt men zulke bloemen zelfbestuiving aangewezen. Bij de bloemen, die op kruisbestuiving aangewe zen zijn, en dat zijn er, zooals reeds ge zegd, vele, treft men het meest aan, dat de meeldraden niet tegelijk rijp zijn met den stamper van dezelfde bloem. Dus, of het stuifmeel is reeds voltrokken voor de stamper stamper ontvangrijp is, of de stempel kleeft niet meer als de meeldra den rijp zijn. Bij de planten heeft men dus, evenals dit bij vele dieren het geval is, een zeer scherp afgescheiden periode, waaran de plant ontvangrijp is. Dit treft men bij vele bloemen aan, o.a. bij Chry santhemums, zonnebloemen, Geraniums (de echte) en bij vele lipbloemigen (doove- netel enz.) De volgende groep is wel zoo interes sant., hierbij zijn de stampers en de meel draden zoo geplaatst ten opzichte van el kander, dat, hoewel de beide geslachts organen tegelijk rijp zijn, toch geen be stuiving plaats kan hebben zonder vreem de hulp. Hier zijn b.v. de meeldraden veel korter dan de stamper, of andersom. Dit vindt men heel mooi bij de primula's of sleutelbloemen, die welbekend zijn. Hier treft men zelfs hij de verschillende planten der zelfde soort nog verschillen aan. Zoo kan men b.v. twee planten heb ben, die heiden geel bloeien, maar dan heeft de eene plant korte meeldraden en de andere plant heeft lange meeldraden en een lange stamper vanzelf. Nu kan een bij, die van een bloem komt met lange meeldraden'wel een bloem bestuiven mot korte meeldraden maar niet een met lan ge meeldraden. Komt hij van een bloem met korte meeldraden, dan kan hij alleen een bloem met lange meeldraden van dienst zijn. Zoo treft' men bij sommige planten zelfs drie verschillende lengten van meeldraden en stampers aan cn dan wordt het nog ingewikkelder. Veelal zijn de bloemen echter zoo in gericht, dat ze zichzelf in geval van nood wel bestuiven kunnen, dit is dan echter een uiterste redmiddel. Om dit alles goed te kunnen begrijpen doet men goed, eens eenige bloemen bekijken en ook, om de manier, waarop ze door de bijeen of andere insecten be stoven worden., te bestudeeren. Soms, als b.v. bij de berberissen kan men zelf de besluiving goed nabootsen, door met de punt van een speld onder aan de meeldraden, waar ziqh de honig be vindt, te prikken en dan slaan de meel draden tegen de speld aan alsof liet de kop van de bij was. Zooals hekend, zorgt de natuur zelf wel voor bestuiving, mits er slechts indi viduen van dezelfde soort in de buurt staan en die overbrenging van het sluif- meel geschiedt, zooals ook bekend geacht wordt, door insecten, slakken, torren, ke vers, vlinders en bij de bloemen met een niet in het oogloopend bloemdek (granen, grassen enz.) door den wind. v. H. ALLERLEI Congonegers om het kampvuur. Gesprekken over alles en no wat.- A. de B., Congomissionaris, schrijft i Kerk en Missie over Avondgesprekken met negers uit de missie van Boyange. Over Europa en Sterrenkunde. Ik had na een lastigen namiddag mijn avondmaal verorberd en schoof mijn langstoel hij het vuurtje, waar een groep mannen zat keuvelen. Midderwijl stopten de boy's alles terug in de keukenmalle en droegen ze in in mijn hut. De mannen de katechist en eenige getrouwde christenen, die rondom de kapel woonden gaven wat plaats, en verkneukelden zich reeds in do hoop allerlei interessante dingen te hooren over Mputu, Europa. Geen aangenamer uurtje, na drukke bezigheden en bekommeringen, dan de avondvergadering rondom het vuurtje. De lucht is friscb en verkwik kend. Sint Pieter heeft de groote lantaar uitgehangen, ginder ver, hoog boven de hoornen, van waar ze alle dorpen be schijnt. Half achteroverliggend kijk haar vlak in 't gelaat. Mist is langzaberhand opgerezen bedauwt gulzig grashalmpjes en bladeren. Verder c.» het plein ontwaar ik nog vuur tjes en zwarte menschelijke gestallen, Half gedempte stemmen treffen mijn oor, en op grooten afstand het krijschend geschreeuw van de ebea, den lialf-aap, die op dit oogenblik het hol in den boom ver laat, dat hem tot dagleger heeft gediend Ik heb mijn pijpje aangestoken en kijk maar door naar de maan. De zwarten hebben ook hun pijp: een hoorn of iets dergelijks in den vorm van een elleboog met aan weerszijden een opening waar ik drie vingers kan insteken. Aan den eenen kant hebben ze wat vezels er in geduwd en daarop tabak. Het andere eind zetten ze aan den mond, halen diep adem en blazen daarna een wolk naar omhoog, best te ver gelijken met den rook van een geweer dat afgaat. De pijp gaat over aan den volgen de en doet de heele ronde. Dan beginnen de vragen. Hoe maken zo dit en hoe maken zo dat? Dat weet ik nietdat heb ik nooit gezien!? Watl dat komt toch uit Europal.-.» Ze begrijpen het niet. En hoe gaat men naar Europa en hoe lang duurt dat? Wat? zoolang? En schepen?.... En zooveel menschen! En een vertelt het nog eens voort aan den andere: „Hebt gij 't ge hoord? Dag en nacht varen! (Op den Gon- gostroom varen de schepen 's nachts niet). Drie weken! Geen mokiri, geen land zien! Ja, en schepen met twee of drio dui zend menschen er op!" Ge moet dan den toon hooren, en do uitroepingen, onmoge lijk op 't papier weer te geven. „Is daar het einde van den grond (van de aarde)? vraagt er een. Waar? In Europa. En is daarachter niets meer? voegt een ander er bij. Op zekeren dag gaf ik een les in de ster renkunde. „Maar, zei er een, indien de sterren dan toch zoover van ons zijn en do hemel dar nog boven, hoe geraken wij dan ooit in den hemel? Geen nood, vriend, bij God is alles mogelijk; en onze ziel en ook ons verheerlijkt lichaam vaart door de afstanden heen als onze ge dachte, welke in één oogenblik naar Europa gaat en zelfs naar den hemel!" Als ge dan eindelijk geen vragen of op werpingen meer hoort, dan is 't tijd dat go het gesprek op een lager peil zet; want hun verstand is in een „straatje zonder eind" geraakt. Doch laat ik mij toch nog even verwij len bij het thema van sterrenkunde. Acht of negen uur ten Noorden van Li- sala stelde men mij 's avonds dadelijk do vraag die onmiddellijk mijn aandacht trok of wij in Lisala ook het licht ge zien hadden, dat daar op zekeren avond boven hun hoofd gepasseerd was in de richting van het Zuiden. Dezelfde vraag hoorde ik de volgende dagen in verschei dene dorpen Zuidwaarts. Het was een langwerpig vuur, dat een klaarte verspreid de, zeiden ze, gelijk aan den maneschijn bij het eerste kwartier. Nadat het aan den gezichteinder verdwenen was, hadden ze een knal gehoord en ze meenden dat het in. Lisala gevallen was. Ze waren allen fel bang geweest en wisten niet wat er van te denken. Ik moest hun derhalve de verkla ring van dit verschijnsel geven. In Lisala hadden wij niets gezien en m zoo een verschijnsel ook niets ge hoord. Het was zoo wat veertig dagen ge leden, zeiden ze, en het kwam mij toch te binnen, dat ik rond dien tijd op Tïen avond, dat het reeds donker was, een ge weerschot had mcenen te hooren. Volgens mijn verdere opsporingen moet die bolide een eerste maal ontploft Zijn ten N.W., dicht bij Lisala. Daarna Hepen de inlichtingen uiteen. Geen mijner zegslie den had den lichtsteen zien ontploffen of zien vallen, wat mij mijn opzoekingen deed staken Naar men zegt zijn zulke ver schijnselen in de tropen niet zeldzaam. Uit het verleden. Laten we even terug- keeren tot den fantastischen tropen avond boven vermeld. We zaten dus bij 't nachtvuurtje, en terwijl men, om zoo to zeggen naar een gesprekdraad zocht, nam ik zelf het woord om hun ook eenige vraagskens te stellen. Ik vroeg hun naar hun verleden, cn of het waar was, wat ik gehoord had, dat er weleer zooveel hun ner waren vermoord. Het verkoolde brandhout werd dichter in het vuur geschoven, het knetterde wat en er danste eèh vlammetje omhoog, dat een fletschen schijn wierp op de zwarte spookgedaanten er rondom en op de nabij- staaiide hutten. Toen begon er een het verhaal, dat af en toe door de anderen werd beaamd en aangevuld, en hetwelk ik u slechts in het kort zal trachten weer le geven. Voor zoo ver ze hadden hooren vertel len van hun vader want zelf hadden ze het niet beleefd hadden ze vroeger ver scheidene uren hooger op gewoond, in 't noorden Daar hadden ze verwoede ge vechten moeten leveren met de Ngbandi's die al verder naar het Zuiden wilden af zakken. 't Waren hun middeleeuwen, toen de volksstammen elkander verdrongen van Noord naar Zuid en oorlog een ge wone bezigheid was, zooals thans de jacht en de vischvangst. Zij waren „Bobaio", familie van de „Bwela", een tak vau den grooten ,.Ngombe"-stam. Al die takken waren elkander op de hielen gevolgd en hadden de landzaten Zuidwaarts verdre ven. Van de groote verhuizing van eertijds wisten ze niet veel, doch van de „Ngban- di" hadden ze 't niet vergeten en de schrik voor deze woeste „Noordmannen" zat hun nog in 't lijf. Rondom hun dorp, zeiden ze, hadden ze grachten gegraven, en met zware en hooge staken een omheining aangelegd. Was do vijand in aantocht, dan werden in allerijl water en levensmiddelen in 't dorp gedra gen en de boom die als brug over de gracht dienst deed, binnengehaald. Die tactiek was hun redding geweest. De aanvallers moesten onverrichter zake terug. Sporen van zulke versterkingen bestaan hier en daar nog in de bosschen. Meer wis ten ze te vertellen van de laatste gruwelen uit den hangen caoutchouctijd. De moes ten hadden dit nog als kind beleefd. Een oorlog was dat niet, want tegenover de ge weren der blanken stonden ze weerloos, verlamd door den schrik en half waanzin nig. Als roofdieren werden ze opgespoord, achtervolgd en neergeveld door den ko gel. Bleven mannen achter in het dorp of zagen soldaten hen in 't bosch werke loos,, of was dc hoeveelheid aangebrachte vederhars niet verdoende, zij waren ge wis kinderen des doods. Pijnigingen met mes en vuur werden sommigen niet ge spaard. „Dat heb ik met eigen oogen ge zien", bevestigde hij, die de bijzonderhe den ervan aanhaalde, en in zijn blikken las ik bij den valen schijn van het vuurtje het afgrijzen, welke de herinneringen aan deze akelige tijden bij hem nog verwekte.... Een nachtuil Erasto ïn het Loscli ach ley de hutten. Maar konden zo zïcïï niet n n door do Vlucht? Ook verder werden y gevat en' zelfs niets zelden door naburige vijandigo stammen in de pan gehakt. Toch hadden vele vluchtelingen zich weten lo verber gen. Later werden ze door toedoen van ©en blanke van den Staat wederom opge zocht en bijeengebracht in de drie dorpen hunner famiüe, die thans bestaan. Rond dien tijd werd de missio van Boyange ge sticht. „Ja, voegde er een naief bij, wa ren de paters in de streek niet gekomen, er zou voorzeker van onze bloeiende dor pen niets zijn overgebleven. En ze vertelden nog van 't rechtsge-* ding, dat daarna had plaats gehad in Bo- ma en hoe de zoon van hun populairen hoofdman hij die de verstrooide over blijfselen weer verzameld had als ge tuige was opgeroepen en- onderweg was go s torven DE GEZELLIGE PASSAGIER. Met een vredig gangetje, achterna ge zeten door 'n onnoozelo stofwolk, rolde do autobus door do aardige omgeving van Westelijk Noord-Brabant. Indien men het voorthobbelende vehi kel beschouwde, kroeg men den indruk* dat geen der inzittenden met do kwaal van gejaagdheid geplaagd werd en dat het den man, dio het motor-dier mende, absoluut niet aan voorzichtigheid ontbrak en bij hem „safety first'' hoofdzaak was. Vandaag bestond do lading uit eon tiental pasasgiers. De man, met een zeer slim uiterlijk, had op dit oogenblik het woord. Do man experimenteerde, manipuleer de, oreerde. De bus keek, raadde, luisterde. Zo zaten er in 'n goedwillige aandacht: do overbekende, omvangrijko juffrouw met de mand vol boodschappen van allerlei aard; do monteur met een geheimzinnig in zeildoek gewikkelde verzameling in strumenten en olie-geuren; het onvermij delijke, magere, vermoeide vrouwtje met het slaperige kind; de heer,, die steeds een bolhoed draag, zwart-garen handschoe nen en de onmisbare parapluio; twee bab bel-lachende dienstmeisjes; 'n handels reiziger en een keurig jongeheer met roodbruine schoenen, blauw costuum, roo- den das, witten stroohoed, lila sokken en gris-perle handschoenen. Buiten gleden weilanden, hofsteden en groote boomgaarden in lieflijke afwisse ling voorhij. Binnen deinden do reizigers gezellig op liet rythme van den motor. En het ^middelpunt der kleurige gezel ligheid was de man dio experimenteerde, manipuleerde, oreerde. „Alzoo" lichtelijk vibreerde z'n slem „nemen avo dit kwartje en brengen dat in het doosje. Zoo. Wo sluiten het doosjo en u hoort, als ik mijn hand beweeg, dat het geldstukje zich nog in het doosjo be vindt. Alzoo. Dan nemen we er behoed zaam het dekseltje af en (tot een der dienslmeisjes)als de juffrouw eens wil zoeken in dat taschje op haar schoot" Het meisje kleurt doch zoekt en vindt het kwartje. Verbazing, gelach; goedkeuring .op alle banken. De bus kijkt, raadt, luistert. Aller aandacht gaat naar den man met het zéér slimme uiterlijk, die zoo prettig goochelen kan en gezellige afleiding brengt. Alleen de kleurrijke lieer doet als of hij de voorstelling niet volgt, maar met half gesloten oogen mist hij niet veel van de gratis séance. De bus-arlist, nu lot den man met den bolhoed: „Alzoo, als u zoo vriendelijk wil zijn me even die dasspeld tc leenen. Dank u. Alzoo, ik steek de dasspeld op dit papier tje. Dan draai ik dit papiertje tot ccn rol letje. Zóó Vervolgens nemen wo een lu cifertje en steken liet rolletje aan. En nu ziet u, de dasspeld is verdwenen. Weg. Alzoo, zeg ik: een, twee, zeventien! En kijk nu allen naar mijn hoed." En daar prijkte do betooverde speld. Met een „dank u vriendelijk'' kreeg, do „bolhoed'' zijn eigendom terug. De bus-genooten zijn sprakeloos. En genieten van deze gul geboden afleiding. Kortte men zich even fijn den tijd! Intusschen rolt dc bus over de mooie Brabantschc wegen. Langs aardige, rui me boerderijen en weilanden, waar het vee drooinerig to kijken staal. Zevenbergen is achter den rug. Nu gaat het op Tcrhcijden aan. De passagiers, men ziet het, zitten to wachten op de hervatting der voorstel ling. De slimme man stolt niet te leur. „Alzoo", trilt zijn stom, „laat ik u thans mijn raooisten, nooit geimilecrden toer zien. Hiermede behaaldo ik den eer sten prijs op het gewestelijk congres van. Handenarbeid te Bergen op Zoom in 1903 Alzoo, indien do heeren me even hun horloge met ketting ter hand willen stel len. Ik zal die voorwerpen dan doen ver dwijnen, naar keuze van het geacht gezel schap, op zichtbare of onzichtbare wijze." De handelsreiziger en de man met den bolhoed leggen alsdan hun gouden uur werk met ketting in handen van den gc- zelligen medepassagier. Na eenig heen en w.eer praten viel do keus op de zichtbare verdwijning. Inmid dels verontschuldigd! do monteur zich, dat hij in zijn werk geen uurwerk draagt, en de kleurige lieer beweert, dat hij zijn horlogo thuis heeft laten „leggen". Men is Terhcijden genaderd. Het gezelschap staat onder hoogspan ning. „Alzoo", herneemt de onderhoudende medereiziger, „bevestig ik dezo beide ket tingen aan elkaar. Hang ze om mijn hals, Alzoo bevindt zich een horloge op elko rcA'ers. En nu goed opletten en zitten blijven. U ziet ze zichtbaar vordwijnon. Een twee. Hij is opgestaan en heeft achter zich, behoedzaam, liet portier geopend. Halte Tcrhcijden. Als de bus stils laat.. stapt hij dooi!.alm en achterwaarts gaande uit en zegt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1927 | | pagina 7