ARHSE FAfóEBLEE.
TWEEDE BLAD
,DE LEIDSCHE COURANT'
MAANDAG 24 JULI
UIT DE PERS.
DE GEMEENTELIJKE
HUURVERORDENING.
De schorsing der regeering.
Wij onlleenien aan een beschouwing in
het Katholiek weekblad De Nieuwe
e u w:
„Wat hebben we toch gevochten ez ge
streden voor de gemeentelijke huurveror-
deningen: en hoe hebben we de beste Ne
derlanders zich daarvoor zien uitsloven.
J)e Minister had immers zelf gezegd in de
Tweede Kamer, toen hij de opheffing der
huurwetten van het land er door moost
halen, dat deze huurwetten zeer heilzaam
hadden gewerkt, maar dat het nu tijd
werd naar andere toestanden terug te
keeren, dat de opheffing der huurwetten
hier en daar wel een schok zou geven,
maar dat dan de plaatselijke autoriteiten
zich zouden moeten beijveren om dien
schok op te vangen. Dat was tot geen doo-
vemansooren gezegd. En spoedig zagen
wij onze gemeenteraden bij bosjes er op
uit trekken om die schokopvangende ver
ordening vast te stellen. Maar in plaats
van een schok op te vangen heeflj het er
allen schijn van, dat deze verordeningen
een schok zullen geven. En ik mag lijden
dat deze schok zoo hevig is, dat er bier
en daar eens eentje van overhoop tuimelt
en zich op onzon drassigen politieleen bo
dem zoo vuil maakt, dat hij er voorloopig
genoeg aan heeft.
Want dat is me nu toch te gek, dat de
Minister eerst de gemeenteraden uitnoo-
digt om den schok op te vangen en dan,
als ze het doen, een paar maanden later
aan die gemeentebesturen komt médedee-
len, dat hij die verordeningen maar
schorsen zal en over hun al- en niet-
;oedkeuring over een maand of drie zal
beslissen, als de verordeningen zoo goed
als nuttig effect meer kunnen sorteeren.
'Amsterdam en Rotterdam, waar de schok
j nog al schijnt aan te komen, want men
spreekt van huurverhoogingen van 30
tot 50 hebben dit bericht van den Mi
nister al thuis; en wat dat voor de ande
ren he teekent is zonder meer duidelijk.
Alleen Leiden had er iets anders op ge
vonden, waar de gemeenteraad besloot de
I verordening onmiddellijk af te kondigen
en in werking te stellen, zoodat men daar
ten minste een verordening heeft al zal
I het moeilijk zijn er een veroordeelend von
nis op te krijgen; en al heeft de Burge-
meester dan ook toegezegd, dat hij zou
overwegen dit besluit niet uit te voeren en
er zelf de vernietiging van te zullen aan
vragen. Niet om de verordening op zich
zelf, maar omdat dit besluit tot invoering
is genomen op eene wijze, die naar zijne
incenmg in strijd is met de wettelijke
voorschriften.
Maar de Minister slaat toch een raar
figuur; en men had, dunkt mij, zoo heter
gedaan, de zaak te doen uitmaken langs
den gewonen juridischen weg, dan door
nu langs den weg der nog altijd niet. be
koorlijk geregèldc administratieve recht
spraak deze beslissing te forceeren. Do
wethouders voor de volkshuisvesting in
de groote steden zijn buiten zich zeiven
en hebben zoo iets nog nooit beleefd. En
een beetje gelijk of minstens eenige aau-
leiding daartoe hebben ze toch wel. Want
do Minister nu zelf eerst verklaart,
dat de zorg voor niet te hooge huren ligt
binnen het domein van den gemeentelijken
wetgever; hoe kan hij dan even later, als
die gemeentelijke wetgever heeft gespro
ken, zijn verordening schorsen en daar
door dien wetgever dwarshoomen in het
uitoefenen van deze hem toegedachte
taak?''
BINNENLAND
MGR. SEIPEL EN DE MODERNE
DANSEN.
Enkele weken geleden heeft er in Wee-
nen een proefdansen plaats gehad, waar
bij beslist moest worden, of de moderne
dansen zoo onzedelijk zijn, als dikwijls
wordt beweerd. Er was een 'groote aan
drang van kijklustigen bij deze uitvoering.
De jury bestond uit vaklieden en vertegen
woordigers van verschillende corporaties.
Do proefneming heeft niet tot een resul
taat geleid, daar er heelemaal niet zoo
gedanst werd, als gewoonlijk het geval is;
de dansers hebben hun bewegingen gericht
naar het kader van deze uitvoering, om de
zedelijkhoid der moderne dansen te be
wijzen. Daar kort te voren een herderlijke
brief van Oostenrijksche bisschoppen, met
den Kardinaal-Aartsbisschop van Wee-
nen aan het hoofd, zekere moderne dan
sen scherp had veroordeeld, wekte dit
proefdansen natuurlijk bijzonder opzien.
In de buitenlandsche pers werd verteld,
dat hot zelfs een proefdanserij voor de
Oostenrijksche geestelijkheid was geweest
en dat de Kardinaal-Aartsbisschop van
Weenen, Piffl, en de Bondskanselier Mon
seigneur dr. Seipel deze opvoering hadden
bijgewoond en de dansen goedgekeurd.
Daarop heeft Pater Ambross Coleman
O.P. Black Abbey Kilkenny (Ierland) aan
den Bondskanselier een persoonlijk schrij
ven gericht, waarin wordt medegedeeld,
dat in de Iersche pers dergelijke berichten
waren verschenen en er wordt oen verkla
ring verzocht over de werkelijke toedracht
der aangelegenheid voor dc Katholieken
van Ierland en Engeland. Bondskanselier
dr. .Seipel heeft Pater Coleman daarop o.m.
geantwoord: „De mij toegezonden kran
tenberichten, toonen aan, hoe gemakkelijk
dwaze rnededeelingen in buitenlandsche
kranten worden opgenomen en in vreemde
landen worden geloofd. Het spreekt geheel
van zelf, dat noch Zijne Eminentie de
Kardinaal van Weenen, noch ik, ooit een
proef voors* elling van moderne dansen
hebben bijgewoond, of een gunstig oor
deel er over hebben uitgesproken. Integen
deel, do Oostenrijksche bisschoppen met
den kardinaal van Weenen aan het hoofd,
hebben zekere moderne dansen scherp ver
oordeeld."
Bondskanselier dr. Seipel deelt in zijn
schrijven verder mee, dat wèl de eigenaars
van Oostenrijksche dansscholen eens bij
hem zijn verschenen, óm te verklaren, dat
er in hun scholen geen onzedelijke dansen
worden geleerd en de moderne dansen vol
strekt decent worden gedanst. Daarente
gen zijn er in openbare lokaliteiten zooge
naamde „Eintanzer" en „Eintanzerinnen",
die de voorkeur aan de veroordeelde mo
derne dansen geven. Bij deze gelegenheid
boden do dansmeesters aan, voor genoo-
digde gasten het bewijs te leveren, dat de
door hen geleerde dansen niet onfatsoen
lijk zijn. Maar noch de Kardinaal, schrijft
de Bondskanselier, noch ik, zijn daarbij
tegenwoordig geweest.
De Oostenrijksche wetten, zoo eindigt
Mgr. Seipel zijn schrijven, zijn tegenover
do dansscholen buitengewoon streng.
Dr. Seipel heeft Pater Coleman volmacht
gegeven, om van zijn brief naar goeddun
ken gebruik te maken en deze verklaring
ook den kranten ter beschikking te stel
len.
Wij maken van dit oordcel van mgr.
Seipel over de moderne dansen melding
onder deze rubriekOok tot ons land
spreekt deze waarschuwende en veroor-
deelende stem.
CHRISTELIJKE BONDEN DER
VOEDINGS- EN GENOTMIDDELEN-
NIJVERHEID.
Internationaal Congres.
Op 19 en 20 Juli j.l. werd te Essen
(Duitschland) het tweede congres gehou
den van de Internationale Federatie van
Christelijke Arbeidersbonden der Voe-
dings- en Genotmiddelennijverheid.
Het congres stond onder leiding van
den heer Chr. Schmitz uit Dusseldorf,
voorzitter der Duilsche organisatie. In zijn
openingswoord richtte deze een bijzonder
woord van welkom tot de vertegenwoordi
gers der verschillende hij de Federatie
aangesloten organisaties, alsmede tot den
vertegenwoordiger van het gemeentebe
stuur der stad Essen, Dr. Meurer. tot dien
van het. Internationaal Christelijk Vak
verbond, den heer H. Amelink uit Utrecht,
en tot den afgevaardigde van het Duitsche
Christelijke Vakverbond, den heer H.
Gnegel uit Essen.
De secretaris der Federatie, de heer S.
P. van Tol uit Utrecht, bracht op het con
gres een verslag uit over do werkzaamhe
den der Federatie gedurende de periode
na het eerste congres te Brussel, in hot jaar
1924, en waarin tevens een overzicht werd
gegeven van den stand der arbeidsvoor
waarden in de verschillende tot- het gebied
i der Federatie behoorende bedrijven, met
name het brood- en banketbakkersbedrijf,
de cacao-, chocolade, en suikerwerkindus
trie, de dranknijverheid, het slachtersbe-
drijf en de margarine-industrie. Dit ver
slag verwierf de goedkeuring van het con
gres. j
Door deskundigen uit de verschillende
bedrijven en landen worden vervolgens re
feraten gehouden over de sociale toestan
den en over de maatregelen, welker door
voering noodzakelijk wordt geacht.
Tenslotte werd door den congresvoor
zitter nog gesproken over de beteekenis
eener cbristelijko internationale voor de
voedings- en genotmiddelennijverheid en
over de mogelijkheden, welke ten aanzien
van de propaganda in aangesloten en nog
niet aangesloten landen bestaan.
In dit verband werd kennis gegeven van
de tot stand gekomen aansluiting der Oos
tenrijksche christelijke organisatie der
voedings- en genotmiddelenarbeiders en
van den Hongaarschen Slagersgezellen-
bond. Met een Zwitsersche organisatie zul
len de onderhandelingen over do aanslui
ting nog worden voortgezet.
Het congres nam met algemeene stemmen
do heido volgende resoluties aan:
Het vraagstuk van den arbeids
tijd in het bakkersbedrijf.
Het internationaal congres der christe
lijke bonden van voedings- en genotmid
delenarbeiders, op 19 en 20 Juli 1027 te
Essen hijeen, bepaalt opnieuw zijn houding
ten aanzien van 't door de Internationale
Arheidsconferentie te Genèvo in het jaar
1925 aangenomen ontwcrp-conventie met
betrekking tot do regeling van den nacht
arbeid in bakkerijen.
Op grond van de sociale, hygiënische en
moreele motieven, welke tot de aanvaar
ding der conventie hebben geleid, en met
het oog op het feit, dat de conventie eerst
na ratificatie door de regeeringen der ver
schillende landen voor de bakkersgezellen
wezenlijke beteekenis verkrijgt, richt het
congres tot de regeeringen het verzoek, on
verwijld alle noodig maatregelen te tref
fen, om de ratificatie der conventio van
Genèvo lot stand te doen komen.
Het congres keert zich ten sterkste tegen
de in verschillende landen aan den dag
tredende pogingen om bij ratificatie der
conventio do in deze landen reeds bestaan
de verdergaande wettelijke maatregelen tot
do minimum-bepalingen der conventie van
Gèneve terug te brengen om zoodoende
slechts de minimum-bepalingen van toe
passing te doen zijn, bepalingen, welko uit
den aard der zaak als zoodanig slechts
van beteekenis zijn voor in sociaal opzicht
achterlijko landen.
Het congres is van meening gelijk ook
op het congres to Brussel in het jaar 1925
naar voren werd gebracht dat de con
ventie van Genève slechts een stap is in de
richting van oen volkomen invoering van
den dagarbeid in de betreffende bedrijven.
Het congres acht do ratificatie der con
ventie eveneens drinepjid nnn-^nlrDiiilc mm_
^iciAen aan don arboid OT1
Zondag, welke in meerdere landen in do
brood- en banketbakkerijen nog veelvuldig
voorkomt.
Het congres draagt aan het bestuur op,
krachtig te ijveren naar het in toepassing
brengen der in de conventie van Genève
vastgelegde principieele bepalingen.
Hei vraagstuk van het leer
lingwezen.
Het congres nam stelling ten aanzien
van het vraagstuk der positie der bakkerij-
arbeiders op de algemeene arbeidsmarkt.
Overwegende, dat het aantal der liet be
drijf onophoudelijk toegevoerde jeugdige
arbeidskrachten( leerlingen) hijzonder
groot is en dat het bakkersbedrijf met be
trekking tot den verkoop zijner producten
steeds slechts aan een beperkt gebied ge-
honden en de productie aan een bepaalde
beperking onderworpen is en dat dien
overeenkomstig ook slechts voor een be
paald aantal arbeiders werkgelegenheid
bestaat, draagt het congres aan het be
stuur der Internationale Federatie op, een
nauwkeurig onderzoek in to stellen naar
do in dit opzicht in de verschillende lan
den bestaando verhoudingen en voorzoover
mogelijk de maatregelen te treffen, om het
leerlingental tot het noodzakelijk minimum
te beperken, om zoodoende de bestaans
mogelijkheid der in het bakkersbedrijf
werkzamo arbeidskrachten (e verzekeren.
Met congres ging een begroetingsavond
gepaard, georganiseerd door do afdeeling
Essen der Duitsche organisatie. Deze be
groet ingsavond had een zeer geanimeerd
verloop.
R. K. BOND VOOR GROOTE GEZINNEN
Jaarvergadering.
(Van onzen specialen verslaggever).
Eerste dag.
In Hotel Riche te Tilburg had de jaar-
lijksche Algemeene Vergadering van bo-
vengenoomden Bond plaats, die Zaterdag
te half vier door den Bondsvoorzitter, den
heer van Meegeren, werd geopend met
een toespraak, die een hartelijk welkom
inhield en hulde bracht aan Tilburg, dat
op zoo schitterende wijze deze vergade
ring had voorbereid. Welkom werd toe
geroepen aan den Wethouder van Til
burg namens het Dag. Bestuur en het
Eerste Kamerlid de Jong en de afgevaar
digden van Duitschland en België. Spr.
prijst den ijver, overal ontwikkeld, waar
door reeds meer dan 50 afdeelingen zijn
toegetreden. Spr. wekte op zoo voort te
gaan, opdat alom de Bond afdeelingen
verkrijgt. Bijna tienduizend leden zijn hij
den Bond aangesloten. De Voorzitter me
moreert do vele voordeëlen, vooral op het
gebiod van belastingen verkregen, dank
zij de voorlichting van het Hoofdhesluurs
lid F. v. d. Ven, Inspecteur van do belas
tingen te Heerlen. Tal van vraagstukken
liggen nog braak en de Bond zal moeten
blijven werken voor het groote ideaal. Dat
de statuten van de Maltli. Bond niet wor
den goedgekeurd is voor ons een aange
name gedachte en vrucht van veel arbeid,
aldus spr. De Bond is geen standsorgani-
salie doch een instituut tot bescherming
voor de gezinnen uit alle standen. Spr.
wijst op het nut van oudersavonden en
wekt op stelling to nemen tegen alles wat
de groote gezinnen kan belagen.
De Voorzitter protesteert tegen de ver
dachtmakingen door Amsterdam tegen
over het Hoofdbestuur. Do corresponden
tie zal worden opengelegd en de verga
dering kan dan oordeelen. Met een
schoon gedicht op het groote gezin eindigt
spr. zijn enthousiaste openingsrede.
Alsnu volgen de rnededeelingen. De
Secretaris leest het jaarverslag waaruit
blijkt, dal do Bond in bloeienden toe
stand verkeert en dat in officieole kringen
de belangstelling voor alles wat de Bond
voorstaat steeds groeit. Do samenwerking
met het R. K. Werkliedenverbond is tot
stand gekomen. De Bond is vertegenwoor
digd in tal van landelijke bonden en do
samenwerking met het buitenland is van
zeer vriendschappelijken aard. Tal van
verzoeken aan autoriteiten werden ver
zonden en de werklust in de afdeelingen
is zeer groot. Het in alle opzichten uit
voerig en knap gesteld jaarverslag werd
met warm applaus begroet.
De Voorzitter geeft een overzicht van
de kwestie Amsterdam, dat vervat is in
een schrijvon, waarin het Hoofdbestuur
geoefend op het orgaan. Amsterdam gaat
de afdeelingen bewerken en tracht een
motie tegen hot Hoofdbest. te doen aanne
men. Do Voorzitter noemt de houding van
Amsterdam ergerlijk.
Amsterdam komt in debat en verdedigt
liaar standpunt, waaruit blijkt, dat wel
wat te veel het stoffelijke op den voor
grond treedt.
Verschillende afgevaardigden laken het
geen Amsterdam heeft gedaan en cischen
dat zij liet geinsinueerde zal bewijzen.
Amsterdam zegt dat men voortaan met
hel Hoofdbestuur in der minne wil sa
menwerken, doch zich critiek voorbe
houdt. Een motie ingediend van vertrou
wen in het Hoofdbestuur wordt door Lei
den en anderen bestreden, vooral om den
toon van de motie. Een moer zachtere
motie werd aangenomen.
Do Penningmeester brengt nu vorslag
uit. De ontvangsten waren 2991.14, do
uitgaven bedroegen 3139.22 terwijl er
1048.08 nadoelig saldo is.
Het verslag omtrent het orgaan was
zeer bevredigend en over het algemeen
was men tevreden met den inhoud. Ver
slag van het fonds de dag van het Kind,
steun Aan voor priester sludeerendo kin
deren van de leden. De fondsen stegen tot
het bedrag van 2214.25.
Hierna ging men aan den gemeen-
srhappclijkcn maaltijd en de avond werd
UIT DE RADIO-WERELD.
Programma's voor Dinsdag 26 Juli.
Hilversum 1050 M.
12.00 Politieberichten.
12.352.00 Lunchmuziek door het trio
van het restaurant „De Rozenboom to
Bussum, o. 1. v. Willem Lohoff.
6.008.00 Vooravondconcert door hot
A.N.R.O.-orkest. Lilly Koekkoek, sopraan.
7.45 Politieberichten.
10.30 Persberichten.
8.10 Kath. R. O. Concert en lezing met
medewerking van „Eindhovensch Vocaal
Kwartet'', bestaando uit de hecren H.
Notermans (le tenor), A. Zimmerman (2o
tenor), E. Maas (lo bas) en F. Glaes (2o
bas). Soliste mejuffrouw Toska v. d.
Burg (alt-zaugeres to Amsterdam). Spre
ker: Do Weleerw. hoor Dom. Constantinus
Brosschaert Ü.S.R. 1. a) Geloof (Alice
Nahon), J. P. J. Wierts. b) Avo Maris
Stella, Ph. Tkielen. (Eindhovensch Vo
caal Kwartet). 2. a) Lasciar d'aganti per
non penar, Fr. Casparini. b) Sen core
l'agnellatta, D. Sarri (mej. Toska v. d.
Burg). 3. Spreker: Dom Constantinus
Brosschaert O.S.B. Onderwerp: llereeni-
ging der Kerken. 4. a) Matrosengrab, H.
Sonnet, b) Wiegenlied, Joh. Brahms
(Eindhovensch Vovaal Kwartot). 5. a) Go-
heimnis, J. Brahnis. h) Immer leiser
wird mein Schlummcr, J. Brahms (moj.
Toska v. d. Burg). 6. a) Ave Maria, Hein-
rich Bröll. b) Moispe, C. S. Adama v.
Schcltema. (Eindhovensch Vocaal Kwar
tel). 7. M'ba preso alia sua ragna, P. D.
Paradies (mej. Toska v. d. Burg). 8. a)
I.andknechtslandchen, Orlando di Lasso,
h) Indisches Wiegenlied, Herm. Wesseler,
(Eindhovensch Vocaal Kwartet). 0. Qucl-
la Fiamma che m'accendg, B. Marcello.
(Mej. Toska v. d. Burg). 10. a) Der lelzto
Gruss, Alfr. Drogert. b) Kerstliedje (oud-
Hollandsch)^ B. Diamant, c) Die Mühle
im Thale, Émil Kraomer. (Eindhovensch
Vocaal Kwartet).
D a v e n t r y 1G00 M.
'12.202.20 G. Windeatt's band en so
listen.
3.20 Davontry-kwartet en solisten.
4.35 Orkestconcort.
5.20 Lezing: Recollections of Constan
tinople.
5.35 Kindoruurtje.
0.20 Daventry-kwartet.
6.50 Tijdsein, weerbericht, nieuws.
7.05 Daventrykwartet.
7.20 Lezing: Water divining.
7.35 Liederen van Rich. Strauss.
7.50 Her-uitzending van andere Engel-
sche stations.
8.35 Plantage-liedjes.
9.20 Weerbericht, nieuws.
9.40 Lozing: Music and the ordinary
lis toner.
10.00 E. Colombo's orkest.
11.0512.20 Dansmuziek.
„R a d i o Paris" 1750 M.
10.5011.20 Concert.
12.502.10 Orkestconcert.
§.86-4tfSï,rcBfie&t.
Lange n berg 469 M., M ii n s l c r
242 M. en Dortmund 283 M.
I.302.50 Orkestconcert.
5.506.50 Orkestconcort.
8.5010.50 Concert. Mannenkwartet.
De vroegere militaire kapel.
II.00 Sluiten.
Königswustorhausen 1250 M. en
B e r 1 ij u 484 o n 566 M.
12.208.05 Lezingen en lessen.
8.50 Uitzending van de muziekfeesten
in Grefeld, Frankfurt en Raden-Baden.
Hamburg 395 M.
4.35 Ouvertures van Adam. Orkest.
6.20 Vroolijk concert.
8.20 „Johannisfoucr", tooneclspel in 4
aden van H. Sudermann.
Tot 11.10 Dansmuziek.
Brussel 509 M.
5.20G.20 Dansmuziek.
8.2010.35 Galaconcert.
FEUILLETON.
92)
Romen door Compton Mackenzie.
Vertaald door Ellen Russe.
Dit was een vroolijk begin voor 'n on
derhoud, dacht John, vooral in zijn tegen
woordige stemming. Hij probeerde er be
langstellend uit te zien, half verwonderd,
waardig en vooral eerbiedig; maar daar
hij geen tooneelspeler was, slaagde hij er
Diet in al deze geestesuitdrukkingen ineens
«it (e beelden; het gelukte hem alleen z'n
handschoenen te laten vallen.
,,Tk haat 't" riep de actrice uit, „o! ik
haat 't."
„Nu, als U 't liever wilt uitstellen," be
gon John.
„Nee, nee. Het moet nu gezegd worden,
t Is alleen maar dit!" Ze zweeg en keek
den schrijver doordringender aan dan een
slang 'n konijn aankijkt-, of een vrouw in
omnibus, die probeert vast te stellen
ai de vrouw tegenover haar al of niet haar
oogharen verft. „Kan ik Jeanno d'Arc op-
Z| voeren?"
„Ik geloof dat die vraag door ons con
tract beantwoord is," zei John, die aan
toonoelsterren gewend was en wanneer ze
op die manier begonnen, altijd onmiddel-
hjk vol Zakelijkheid verder sprak.
„Ja, maar mijn ongeschreven contract
toet het publiek?" vroeg zij.
„Daar weet ik niets vanaf," zei do
'drijver. „Bovendien zie ik niet in, hoe
ongeschreven contract invloed kan
hebben op ons geschreven contract."
„John Touchwood, ik zal oprecht tegen
U zijn, akelig oprecht. Ik kan onmogelijk
een stuk van U met- een heldin als Jeanne
d'Arc opvoeren, tenzij U onmiddellijk
maatregelen neemt om alles in orde te
brengen."
„Als U wilt, dat ik het tooneel schrap
over.
„O, ik spreek niet over tooneelen, John
Touchwood. Ik spreek over dio vreeselijke
verhalen, die iedereen over U rondfluis-
tert. Mij zelf kan 't niet schelen, wat U
doet. M'n goeie hemel, ik ben toch een mo
derne vrouw met ruime opvattingen; maar
mijn publiek eischt iets speciaals in 't Par
thenon. Heb nieuws, dat ik do Maagd van
Orleans ga spelen, heeft het publiek ge
weldig ontroerd; ik was geheel bereid U
het succes van uw lieele loopbaan te ver
zekeren, maardie praatjes! Dat meis
je U weet toch, wat do menschen zeggen?
U moet 't gehoord hebben. Hoe kan ik dan
uw naam op het programma zetten, als
den schrijver van Jeanne d'Arc? Hoe kan
ik dat doen, John Touchwood?"
Had John den vorigen avond het ge
sprek in zijn socicteit niet afgeluisterd,
dan had hij verondersteld, dat miss Bond
krankzinnig was geworden.
„Mag ik U precies vragen, wat U over
mij en mijn privé leven gehoord hebt?"
vroeg hij zoo kalm als hij maar kon.
„Spaar me als 't U blieft en laat me die
praatjes niet herhalen. Ik verzeker U eer
lijk, dat ik ze niet geloof. Maar als man
van de wereld weet U heel goed, van hoe
weinig belang 't is, of een praatje al of
niet waar is. Was U een schrijver van rea^
j listische tooneelstukken, die praatjes, hoe
erg ook, zouden cr niets toe doen. Als uw
volgend stuk in het Court Theater wordt
opgevoerd, zouden die praatjes zelfs het
succes bevorderenmaar in bet Porlhe-
non
„U spreekt onzin, miss Bond," viel John
haar boos in de rede. „U verkeert meer in
een toestand cm Ophelia te spelen, dan
Jeanne d'Arc. Bovendien zult U Joanne
d'Arc nu niet spelen. Al eenige weken spijt
't me, dat U het zou spelen, en ik ben blij
thans de gelegenheid te hebben dit te ver
hinderen. Ik weet niet naar wat voor ge
klets U geluisterd hebt, dat kan me ook
geen lor schelen. Uw dunk over uw eigen
deugd mag volkomen gerechtvaardigd zijn,
maar uw oordeel over die van andere men
schen is plat cnmaar, laat ik U aan
bevelen om een stuk van m'n zwager op
te voeren, van den eerwaarden Laurence
Armitage. Zelfs uw niet te verzadigen eer
zucht kan bevredigd worden door de rol
van de Maagd Maria, dio een van do
hoofdfiguren is. Goeden morgen, miss
Bond. Ik zal uitvoeriger met U onderhan
delen door middel van mijn zaakgelas
tigde."
John stapte den schouwburg uit- en liep
buiten op het trottoir tegen miss Ida Mcr-
rilt aan.
„U bent ten minste een verstandige
vrouw," stotterde hij, zeer tob haar ver
wondering. „Kom in Godsnaam met mij
mee lunchen, dan kunnen wo alles bespre
ken,"
In z'n opluchting haar te ontmoeten, had
John miss Merritt vriendschappelijk oen
arm gegeven cn hij loodste haar over het
Strand naar binnen bij Romano, zonder er
aan te denken een minder bekend tooneel-
restaurant te kiezen. In z'n bezorgdheid
hij alles, en pas toen hij zag hoe verschil
lende menschen, aan de kleine tafeltjes
gezeten, elkander aanstootten en met het
hoofd knikten, besefte hij, dat hij miss
Merritt nog steeds bij den arm had. Hij
liet haar arm los, als ware het een vurig
stuk steenkool en viel neer bij een tafeltje,
waarop „Gereserveerd" stond. De ober
snelde naar hem toe, om hem op z'n ver
gissing to wijzen en John, dio zich nu
vreeselijk verlegen gevoelde, verbeeldde
zich dat het kleine voorval hot hoelo res
taurant is beroering had gebracht. Tegen
den avond zou het praatje ongetwijfeld
door de heolo stad verspreid zijn, dat aan
hem on zijn metgezellin bediening
geweigerd was in elk Londensch restau
rant."
„Hoort U nu eens," zei John, toen zo
eindelijk gezeten waren aan een tafeltje,
akelig dicht bij de „grill", waarvan het
sissen en spatten dc symboliek schoen der
vijandige houding van de maatschappij.
„Zegt U mij wat voor praatjes U over mij
gehoord hebt? U bent journaliste. U
schrijft praatjes van den dag. Vertel me in
hemelsnaam het ergste."
„O, ik heb niets gehoord, dat gedrukt
kan worden," verzekerde miss Merritt hem
lachende.
John nam z'n hoofd tusschcn zijn han
den cn steunde; do kellncr dacht, dat hij
z'n haar in do hora d'ocuvrcs ging doopon
en verplaatste haastig do schotels.
„Nee, in vollen ernst, ik verzoek U mij
mee tc deelcn, of U mijn naam op de een
of andere onaangename wijze aan dien
van miss Hamilton hebt hooren koppelen."
„Nee, 't eenige, dat ik over Doris ge
hoord heb, is, dat uw broer Hugh haar
om zijn slechten naam tc herstellen, vergat
voortdurend lastig valt met hofmakerij."
„Wat?" schreeuwde John.
,,'k Kom dadolijk, mijnheer," riop do
kellner en sprong als oen aap om de tafel
heen.
John wonktc hem om heen te gaan cn
verzocht miss Merritt om een nadoro uit
legging.
„Waarom heeft zij zich niet tegen mij
beklaagd?" vroeg hij, toen hij haar ver
haal gehoord had.
„Zij dacht waarschijnlijk, dat ze wel op
zichzelf kon passen. Bovendien ging hij
immers naar Britsoh Guyana."
„Dat was ook zoo," antwoorddo John.
„Ten minsto hij zou naar de een of andere
tropische kolonie zijn gegaan. Ik heb cr
zooveel hooren noemen, dat ik zelf begin
te vergeten, welke 't eigenlijk was. Dus
daarom is hij niet gegaan. Maar gaan zal
hij. Al moest ik hem laten ontvoeren en
al mijn Bpaarduiten besteden, om een par
ticulier jacht to huren voor dat doel, gaan
zat hij. Als hij verschroeit als een verbran
de sausijs, op 't oogenblik dat hij voet aan
wal zet, nou dan moet hij daar maar ver
schroeien. Do schurk! Wanneer valt hij
haar lastig? Waar?"
„Wind U toch niet zoo op! Doris is best
in staat, om voor zichzelf te zorgen. Trou
wens, ik geloof dat zo hem in verschillen
de opzichten wel lijden mag."
„Nee," riep John.
„Thee, mijnheer?" vroeg do goJicnstigc
kellncr, dio weer plotseling tusschon John
en miss Merritt opdook.
John baldo zijn vuist tegen hom cn loun-
do ernstig over do tafel heen, mob een
alleboog in de boter. (Wordt vervolgd^»