EEN PAAR MODE-DETAILS,
DIE VAN VEEL BELANG
ZIJN.
De ceintuurs, welke sinds eenige
seizoens weer sterk populair zijn, spe-j
ciaal voor sporlkleeding, worden de
zen zomer in bijzondere soorten leer
gedragen, waaronder „veau mort né"
het meest ,.en vogue" is. Deze ceing
tuurs zijn uiterst dun en licht. Ook
die van slangenhuid zijn „up-to-date"j
hoewel de élite zich meer aangetrok
ken gevoelt tot de eerstgenoemde;
daar de slangenhuidriemen zoo dik-j
wi;ls geïmiteerd worden, waardoor
algemeenheid te zeer in de hand ge
werkt wordt.
in het algemeen zijn het fijne, soe
pele leersoorten, zooals zwijnenleer;
kalfsleder, suède en hagedis.
Wat de handschoenen betreft, daar
onder is het type met bewerkte man-,
cbet nog altijd het meest populair. De
bewerking dezer manchetten wordt
belangrijk gewijzigd., door de neiging,J
'die er valt waar te nemen naar het
meer klassieke in de ontwerpen, waar-j
raast de bewerking var. kleur mooier^
en voornamer is. De slipons en de;
fantasie-typen zijn het meest gewild
onder de genres bestemd voor den mid-
het zomerseizoen de overhand, terwijl
dag De lichte soorten behouden in
de donkere tinten in chevreau-uitvoe-j
meer voor den avond bestemd schijf
nen. Champagne-kleur met een man-j
ckelgarneering van champagne en
blauw is op-to-date. Grijs en beige(
suède, alsmede bruin en taupe met
manchetgarneering van goud-inleg^
werk. of emaille motieven behoorenj
tot de fijnere soorten handschoenen.
Als een apart model onder de nou-,
veaute's moet worden genoemd de
handschoen met ingezette motievenj
van kar.t, waarvan de lijnen geheeli
den loop van de manchet volgen. Ier-,
sche kant wordt voor dit doel hetj
meest gebruikt.
IRIS.
HET MODERNE SCHOENTJE.
De leersoorten, welke gebruikt wor
den voor het vervaardigen van dames
schoeisel zijn tegenwoordig uiterst
fijn en kostbaar. Over het algemeen
worden zeer dunne en soepele leer
soorten gebruikt, die zich het best
leenen tot vorming van zeer elegante
schoentjes. Zooals: Slagenleer, hage-j
dissenleer, zwijnenleer, kalfs- en gla
cé ieer in vele zachte tinten.
De schoen van Suède is niet meer
pcpulair, al worden enkele soorten
hier en daar nog wel gelanceerd. Voor
den zomer zal beige en grijs linnen
veel gezien worden. Wit is momenteel
niet „bon ton". De gespen der linnen
schoenen zijn veelal vervangen door
een eenvoudig knoopje in de kleur van
de schoen.
Wij geven U deze week 3 model-
Ie Ijes van moderne schoentjes, be
stemd voo het zomerseizoen.
Het bovenste model is van zwart
lakleder met een randversiering van
,wit glaceleder, waarvan ook het dub
bele riempje is gemaakt. De onderste
is geheel van lakleder met een op
staand en een over de voet heen loo
pend riempje.
De middelste schoen is van cham-
pagnekleurig linnen, afgezet met een
biesje van zwart leder.
De hakken zijn vrijwel gelijk van
model. Schoen 3 heeft een hooger type-
hak dan de beide andere schoentjes.
BRUIDSTOILETJE
No. 914.
Voor het jeugdige zomerbruidje ge-
zen we hier een voorbeeld van een
gedistingeerd en tevens allerliefst
bruidsjaponnetje.
Als stof neme men witte crêpe satin.
De eenige garneering is het fijne bor
duursel aan den hals, dat in witte
zijde is uitgevoerd. Het rokje is glad
en nauw, doch heeft aan weerzijden
twee ruim aangezette volants van de
zelfde stof. De ceintuur om de taille
.J I u_i t:;fl*,
de hals V-vormig geknipt. De mouw-
smalle manchet met strik omsluit de
tjes zijn glad aangezet en nauw. Een
polsen.
RECEPTEN.
Vleeschpudding.
Wanneer er resten van gekookt of
gebraden vleesch zijn, die men anders
dan b.v. ragout zou willen bereiden,
kan het ter afwisseling gebruikt wor
den voor vleeschpudding, die op de
volgende manier klaargemaakt met pi
kante saus, een smakelijk middagge
recht is. 65 gram boter of margarine
wordt gesmolten met 125 gram bloem
en uitgedund door nauwelijks 21 dl.
kokende melk. Dit mengsel wordt nu
goed door elkaar geroerd, totdat het
deeg de pan en de lepel loslaat, en dan
in een kom gegoten om koud te wor
den. Daarna worden er 3 a 4 eieren,
één tegelijk, doorgeroerd, alsmede een
weinig zout en muskaat. Het koude
vleesch (c.a. 250 gram) wordt fijnge
malen of in stukjes gehakt met een ui
en daarna met het deeg vermengd. Een
vuurvaste schotel wordt met boter of
margarine ingesmeerd en met beschuit
kruimels bestrooid, waarna het deeg in
de schotel wordt gegoten, die c.a.
uur in een warme oven blijft staan.
Deze hoeveelheid is voldoende voor 3
a 4 personen.
Pikante saus bij vleeschpudding.
Een kleine ui, in dunne schijfjes ge
sneden, wordt in een stukje boter ge
smoord, waarna een groote eetlepel
meel doorgeroerd wordt en 11 dl. jus,
bouillon of dergelijke, plus een paar
lepels bessensap. Wil men de saus
dunner maken, kan meer jus of bouil
lon bijgevoegd worden. Een weinig
azijn, peper, suiker en zout wordt'hier-
aan toegevoegd. De saus, die tame
lijk dik moet zijn, kan door soja ge
kleurd worden, en tot slot voegt men
er nog een stuk boter bij.
Bouillivleesch met zure saus.
Buuilli is een groot stuk vleesch, waar
van men bouillon kan trekken, terwijl het
vleesch veel lekkerder blijft, dan wanneer
inen het in stukjes snijdt. De bouillon kan
in dit geval dienst doen voor groente
soep van Zondag. Het vleesch geeft men
met een saus, op de gewono manier ge
maakt van boter en bloein met bouillon
en afgemaakt met iets azijn en nootmus
kaat. Op 500 gr. vleesch (gaar) I Liter
bouillon. 40 gr. boter en de noodige hoe
veelheid bloeui.
Compote voor rabarber.
750 gram rabarbcrstelen, i liter kokend
water, 300 gram suiker.
Bereiding: De rabarberstelen afschillen
en in stukken van ongeveer 3 c.M. snijden
nadat de stelen even met een vochtig
doekje zijn afgeveegd. Het water met de
suiker onder voortdurend roeren aan de
kook brengen. Zoodra het kookt eenige
stukjes rabarber (ongeveer 5 tegelijk) in
het mengsel gaar laten worden zonder-
dat ze stuk koken. Zijn do stukjes gaar,
ze dan voorzichtig met een schuimspaan
uit de pan nemen en in een kristallen
schaaltje leggen. Op deze wijze voortgaan
tot alle stukjes rabarber gaar zijn. Het
overgebleven vocht zonder deksel vlug in
laten koken tot het stroopcrig is gewor
den en dan over de stukjes rabarber
beengieten. Men kan probeeren of het
vocht de vereischte dikte heeft door 'n
druppel er van op een koud bord te gie
ten, ais deze niet meer uitvloeit is ze
goed.
Geroerde eieren.
De eieren, wit en geel, worden met melk
of room geklutst en op een zacht vuur
gezet mét een klont boter, alsmede een
weinig zout en peper naar smaak en dan
voortdurend geroerd (mot een bouten le
pel) totdat ze dik woiden.
Men kan er ook stukjes ham doorheen
roeren en ook stukjes truffel.
Gestoofde baars.
1 K.G. baars; 10 gram zout; 125 gram
boter; 25 gram bloem; 2l/j d.L. witte wijn;
3 sjalotjes; witte peper; 1 eetlepel gehak
te peterselie; 1 eetlepel kappertjes; 2 eet
lepels melk; 1 eidooier; 1 eetlepel aard
appelmeel.
De schubben worden afgeschrapt, do
viscli schoongemaakt, gewasschen en af
gedroogd, de vinnen er afgeknipt en de
visch gezouten. De boter wordt in een
braadpan gesmolten, hierin legt men de
visch en laat deze er 10 minuten zonder
deksel in bakken, bestuif de visch dan
met blem en laat ze met witte wijn, sjalot
jes, peper, voorzichtig op een zacht vuur
gaar Btoveh, zonder ze te beschadigen.
Doe ze voorzichtig op 'n schotel, schenk er
de saus overheen, die men zeeft cn dan
kookt men met de overige kruiden cn kap
pertjes cn waardoor men tenslotte het
«BCTrrxrrrgmi-uaroappcnntjeiroert, DtnUv
met een eidooier. Een deel van de saus
doet men in een sauskom en presenteert
Uien er bij.
Rundertcng met rijst.
De tong moet goed gaar koken (onge
veer 4 uur) het vel wordt er af getrok
ken en de tong op een schotel gelegd in
de lengte doorgesneden. Men bedekt de
tong met een saus waarvoor men neemt:
theekopje gekruide azijn; 1 theekop
je roode wijn; 3 eetlepels suiker; J4 ge
raspte nootmuscaat; 2 eetlepels bloem;
een weinig peper en zout naar smaak;
eenige rozijnen en krenten; 2JJ d.L. nat
van de tong.
De saus moet goed koken en wordt over
de tong gegoten en uur in den oven
gezet.
Men presenteert hierbij rust die men
stoomt in de stoompan of in een zeef op
een pan met kokend water.
Zwitsersche vla.
Bereid een vanillevla voor vijf personen,
neem liter slagroom, 75 gr. bitterkoek
jes en }<d.L. rum. Heem een diepen ron
den schotel, en beleg ze met bitterkoekjes.
Bedruip ze met de rum en giet re de vla
over. Klop de slagroom stijf, doe cr wat
suiker door en doe ze op de koude vla.
NUTTIGE WENKEN.
Bibemen goed houden.
Snijbloemen moeten dagelijks frisch
water hebben; aanbeveling verdient, om
iedcren dag den stengel schuin af te knip-
.pen. 's Zomers moet men de bloemen
niet in de zon zetten en e nachts in den
kolder of in een andere koele ruimte
plaatsen, 's Winters moot men zorgen,
dat de bloemen ook 's nachts vorstvrij
staan.
Wagensmeer-vlekken.
Om wagensmeer-vlekken uit kleding
stukken te verwijderen, wrijve men dc
vlek niet een wollen lapje, gedrenkt in
benzine of naphta, voorzichtig in. Ver
volgens bedekt men de vlek met oen papje
van koolzuur-magnesia met water ver
mengd. Als de vlek droog is, borstel men
de magnesia er gemakkelijk af.
Wollen tafelkleeden.
Om vuil geworden wollen tafelkleeden
als nieuw te maken, dompelt men ze ver
scheidene malen in koud water met azijn,
en spoelt ze daarna in gewoon schoon
water na. De uilwerking is verrassend.
DE ARMSTE.
Frans was de armste boer in de ge
meente. Hij bezat een stulpje, met een
spanen dak, door ouderdom, regen en wind
groen geworden De ruiten van dit buisje
staarden iemand in alle mogelijke kleuren
aan; weliswaar waren het vage, vuile kien
den. want de ruitjes werden het geheels
jaar niet gewasschen, juist als de kinde
ren, die in het stulpje overal zaten en
rondsprongen, zooals de kippen in de ren.
Bij liet buisje behoorden 'n paar akkers
aardappelgrond en nog 'n paar vademen
hooi- en strooiland, zooals bet spreek
woord zegt: „Te veel om te sterven en te
weinig om te leven"'. Frans bad ook eeuige
geiten; de koe en bovendien bet varken
waren gisteren door den deurwaarder voor
schuld wegghaald. En dat nog wel in een
lijd, waar een echt varken belooft iets te
zullen worden.
De vrouw van Frans bad bet niet te
best. Zij kon weliswaar veel zitten, maar
niet in een rijtuig met twee paarden er
voor en ook niet in een leuningstoel niet
springveeren-kussens, maar in den weef
stoel, totdat zij 's avonds krom en lam
was, want zij bad ook nog een heelen
troep kinderen te verzorgen. Frans zcide
weliswaar telkenmale lachend, toen de
eerste kinderen aankwamen: „Men behoeft
slechts een lepel meer op de tafel te leg
gen." Doch toon bet getal „zeven" vol was
verging hem dc lust totjachen; door bet
geschreeuw der kinderen zou men 't'trou
wens toch niet gehoord hebben. Het ko
ken in dit buis was spoedig afgeloopen.
Zulks kon het oudste meisje, dat reeds
twaalf jaar telde, bezorgen, 's Morgens
aardappelen in uniform (ongeschild). Des
middags koffie met melk en aardappelen
in hemdsmouwen (half-gescb'ild). "Want bij
het middagmaal werden de aardappelen
zóó beet gekookt, tot zij zweel ten, dus trok
ken zo hunne bruine kielen liever uit.
Schemeravond werden er weer aardappe
len opgedischt, want die zijn het brood
der armen, en daarbij de overgeschoten
koffio van 's middags, die inmiddels op de
platte kachelpijp warm-gehouden is. Tot
avondeten wederom koffie met melk en
aardappelen. De aardappelen waren al
toos zoo zeepachtig, dat men cr mede zijn
handen spierwit zou hebben kunnen was-
sclicn, a's men bij Frans de weelde zóó
ver hadde gedreven. En do koffie was
zóó dun, dat men de grauwe armoede in
levenden lijve er doorheen kon zien. Des
Zondags werd er tot middageten een
eierkoek opgedischt, als de kippen de
eieren niet verscholen, want in bare boos
aardigheid plachten zij de eieren steeds te
leggen op een plaats, waar niemand ze
zocht. Eenige malen des Zondags in hun
goeden tijd, bad de arme vrouw van Frans
zelfs een stuk varkensvlcesch op haar
bord gezien. Doch, zooals gezegd, was
zulks lang geleden, in den grijzen voortijd
hunner liefde, toen ze nog met hun tweeën
waren en toen in do struiken om hun
huisje zeven kippen cn niet zeven kinde
ren ronddrentelden. "Weliswaar bezat zij
in de buurt nog een oude nicht, die oen
aardig vermogen het bare mocht noemen,
maar nimmer een duit kon missen, want
zij door den duivel van gierig
heid en stond met Gods beschikkingen,
met den bolerhandelaar en met den ont
vanger der belastingen voortdurend op
voet van oorlog. Gierigheid is een dier on
deugden, welke zich gelijk een mol in
'smenschen gemoed graaft, en alle muizen
der aarde brengen die er niet meer uit,
want zij krijgt daar jongen en vermenig
vuldigt zich in het oneindige.
Frans daarentegen was allesbehalve gie
rig J bij was, alhoewel het allernoodzake
lijkst zou zijn geweest, zelfs niet zuinig en
huishoudelijk, maar een lichtzinnige
„kwant" prima soort. Wel werkte hij in
dagloon, nu hier, dan daar, en verstond
zijn werk zoo goed als de beste. Ook bracht
hij in den eersten tijd zijn loon nog groo-
tendeels thuis. Maar weldra begon bij een
glaasje te pakken, haalde de jenever al
spoedig bij 't maatje en vervolgens hij den
li Ier en bracht gewoonlijk niet veel .meer
thuis dan de knoppen aan z'n vest. Hoe
meer behoefte er was aan geld voor 't
huishouden, des te lichtzinniger werd
Frans. „Het haat niemendal, ik breng het
met zuinig zijn en sparen toch niet tot een
glas portwijn." En zoo droeg hij zijn zuur
verdiende centen liever naar een uitgesla
pen kroeghaas, die legen hem mooi weer
speelde en hem terdege uitbuitte. Wat
Frans met, mathematische zekerheid thuis
bracht was weliswaar geen geld, maar een
roes en een do'le kop. Wat had die arme
vrouw te lijdon! Iu 't hijzijn der kinderen
speelde liij tegen haar op niet slechts met
driftige woorden, maar ook met slagen. De
kinderen hoorden als avondgebed uit den
mond van hunnen vader meestal de litanie
dos duivels, een afgrijselijk vloekregister,
dat zij ten laatste beter kenden dan de
tafel van vermenigvuldiging. Dan had
Frans weer haarpijn en lag hij den gehce
len dag in 't bed, gelijk een klokhen in
haar nest. En de afgetobde vrouw moest
dan nog „den broodwinner van het gezin"
sidderend en jammerend voeden en oppas
sen, totdat hij weer in staat was een stuk
in z'n kraag te drinken, want in dat op
zicht was liij een vat zonder bodem.
Zoo verarmde Frans al meer en meer, en
ten leste brak de dag aan, waarop zijn
op een na laatste geit voor schuld ver
kocht werd. Zij bezaten geen kip en geen
ei meer cn waren nauwelijks in staat met
het beetje melk hun kan kofficnat een geel
achtig kleurtje te geven. Do linnenfahri-
kant wilde aan do vrouw geen nieuw
werk opdragen, omdat zij zoo langzaam in
't afleveren cn het weefsel zoo ongelijk af
gewerkt was. En dat was alleszins ge
grond, want waar vandaan zou de afgetob
de vrouw lijd moeten vinden om vluggeren
en beteren arheicl aan den weefstoel te le
veren. Tot nu toe was het, ondanks alles,
nog gegaan; men at in 't huisje van Frans
zoo ha'f zijn bekomst, maar waarvan? Ook
had Frans nog steeds het bed gehad, om
zijn roes uit ie slapen. Doch nu kwam
plotseling ook daaraan een einde.
Op zekeren morgen toen hij weder kat
terig en gelijk alle echte drinkebroers vol
goede voornemens te bed lag, kwam de
briovenbodo. Deze bracht een aankondiging
waarin zwart op wit te lezen stond, dat we
gens de vele achterstallige belastingen de
onroerende goederen van Frans eerstd^,.
zouden verkocht worden. Dal was nu |,f.
einde. Zijn vrouw weende zich
want lot nu toe had zij met haar
kinderen tenminste nog een warra onder,
komen in hol plaggenstulpje. Nu mocïtV
zij er uittrekken. Maar waarheen in 's|,^
mels naam? weeklaagde zij almaar.
„Mijnemvege in 't armhuis!" had Frnr.
dien morgen gebruld, „de gemeentt moet
jelui onderhouden veelvraten!" En na di!
gezegd te hebben, begaf hij zich naar di
kroeg, want, merkwaardig, voor jencv»
had hij steeds geld
Maar 's avonds, toen dc centen op
ren, wierp dc kastelein hem naar Jmit^
in den donkeren nacht. Daar kon hij DS
frissche lucht happen en den nevel uit
zijn verhit hoofd laten verdampen,
poos lag hij op handen en voeten,- knarst-
tantend als een wild beest, voor de den
der herberg. Toon viel het hem in, hoe liet
met hem cn zijn buisouden stond, en
hij nu weldra a's een bedelaar moest heer-
gaan.
Vloekend stond hij op cn zwaaide na
zijn huisje, dat morgen nio tmeer het zij
zou zijn. Vol verheten woede balde hij zi
vuisten. Hoe had zijn vrouw het zóó
kuuuen laten komen? Had zij niet wal iji.
rigor kunnen weven? Hij meende re*;
meer dan eens to hebben bespeurd, di
zij nu cn dan eens heimelijk zelf een
Icegsluple. Dan was het natuurlijk ge®
wonder, dat zij zoo weinig eieren ko:
verkoopen. Hij zou nu die luiheid en dl:
kieskeurige snoepen er wel uitransek
Kortom, zij en alleman waren de schuldi
ge oorzaak, dat hij zijn dagelijkschen
niet meer rustig drinken cn op z'n
mak te bed liggen kon. Ook Onzen Liev®
Heer klaagde hij thans aan. "Waarna
schonk Hij hem zoo vele kinderen, Avaat-
onder ook nog twee stakkerds, die nhi
groeien wilden. Trouwens, Onze Li^
Heer was immers alleen voor de grooif.
lui, was immers zelf de grootste
Zijnentwege mocht het voortaan gaan',
het wilde en kondc; het armbestuur wopi
maar toezien, hij had genoeg voor ziek
zeiven te zorgen.
De maan stond aan den hemel,
verschool zich herhaaldelijk achter dc
ken, als kon zij don walgelijken vent ui?
aanzien, die, almaar in zichzelven mc;-
perend cn pruttelend naar zijn huisje lui-
melde.
Wat is hier aau de hand?! brulde hj
Uit het hutje klonk luid, aanhoudeis
en veelstemmig geween en geschrei.
Vloekend stiet bij met zijn laars
deur der woonkamer open en staroogt-
in het kaarig-verlichte vertrek.
Wat is dat hier voor 'n varkens
boel?! foeterde hij; waarom liggen jelt
nog niet in je nesten, misselijke gedrod-
ten?!
Daar lagen dc kinderen op den vl>:
of kropen over de banken, een zelfs slic.
omdat cr elders geen plaats wa§, mclë
lurk of dot in 't mondje, onder het ver
getouw.
Vader, gaf liet twaalfjarig Annek
schreiend ten antwoord zij zal b!: c
kachel en trachtte een jongetje in slaap
zingen vader, wij hebben een k'a
broertje gekregen, maar moeder is ziA
ligt te bed en wij hebben nog niets to ei
voor van avond. Uit het donkere zijkan»
(je klonk een ziekelijk hoesten en km-
nen.
Heer in den hoogen hemel, wat
Frans te keer! Hij vloekte, stelde zich
gelijk een krankzinnige en scho'd op
vrouw, dat zij juist dien schreemvleels
door den schoorsteen had laten vallen. Ji
hadde de deurwaarder dezen overtoil
jonge maar gehaald in plaats van op k
en goed beslag o leggen!
De vrouw antwoordde niet; liet #-
haar ellendig tc moede. Toen Frans
treurigen toestand overschouwdc, greep
dronkaardswaanzin hem aan; hij v'tffi
zich met heide armen over het lafcb'ade
begon erbarmelijk tc snikken. Xu bega-
non ook de kleinen eerst recht te liuilcas
het was in do kamer een ontzettend f-
jammer, als in het vagevuur.
Eensklaps spreng Frans overeid
maakte met bevende vingers liet !o'Jf
los, waaraan hot gewicht van den ivti-
stoel hing, zoodat dit met luid gestomiü'
op den half vorganen vloer neerpl
liep dan in de donkerte liet bruggetje vot:
het huis af naar buiten.
Ik maak cr een einde aan,
hij, zoo'n ellondig-honde'even als ik !'«-
niemand ter wereld, noch tegenweorfc
noch in de toekomst; geen sterveling
ooit zóó rampzalig geweest. Zooals jl
heeft nooit iemand geleden; ik Jwd
armste kerel op de aarde, de alleravnis::
en meest beklagenswaardige. Maar nu
het genoeg en afgedaan Razend, ine!
hel in zijn gemoed, doolde hij rond )Q <-8
nacht Nog eventjes scheen de raaaa;
regende liet. Al zoude het pek cn
regenen; hij zal het niet lang meer g<w-
len. De eerste de beste boom moest w-
voor altijd van zijn ellende verlossen.
Een tijd lang dwaalde hij in de
doch het was pikdonker en liet
hem toe,- dat hij voortdurend zinneloos
een cirkel liep. Had de duivel imm
reeds aan den leiband? Nu cn dan kvc-
de maan van achter het jagende zwerk
voorschijn en belichtte de weide mei sp<^
achtige schemering, daarna wcru
plots weder donker gelijk in dc kaken1''
hel.
In de kaken der hel. Zijn hart begj|,
op een zonderlinge wijze te steken, as
een oogenblik er aan dacht, wat huJ
plan was. 'Hoe zou hij daarginds on' 1
gen worden? O, niet goed, dat *is
wel. Maar was het dan zijir scliuW»
hij den jammer cn de ellende met n.
kon uithouden? Het verwonderde
zelfs, dat hij het zoo laug had uw®
den, want het was zeker nog nooit
liuord en beleefd, dat cr iemand
staan, die nog armer was dan hij.
alle vrees voor den dood! Hel kon
hem niet slechter gaan dan met zoo
anderen, dwic in hunnen nood 00* j.
meer wisleu, wat te beginnen on
voudig een eind aan maakten, u
wilde den uitweg vinden uit dMj j:.
dige wereld, waarin de eoneu. JF-u
vetoogen op do soep bovendreven
dom, en de anderen in hunne a