MODE-SNUFJES,
De berichten uit het mode-centrum:
Parijs, wijzen er op, dat de mode-van-
dit-seizoen, in het teeken van groen
staat. Deze kleur, zoo geheel in over
eenstemming met de herleefde natuur,
wordt vanzelfsprekend veel gedragen.
Veel aardige namiddag-toiletjes wor
den gegarneerd met blaadjes in de tint
.van Das-ontloken gebladerte. Groen
wordt veel bij zwart gedragen, hetzij
als garneering of als hoofdkleur van
een toilet.
Zeer stompe parasols en parapluies1
worden er gezien. Deze zijn meest in
overeenstemming gekozen met de cein
tuur, het handlaschje en de schoenen.
Een met zorg samengesteld ensemble
heeft altijd veel succes. Een vrouw
mag nóg zoo weinig aan kleedgeld
kunnen uitgeven, als hetgeen ze draagt
in harmonie is met elkaar, zal ze er
charmant uitzien.
Het stompe model parasol heeft dik
wijls een handvat, dat een zelfde mono
gram toont als de tasch. Het handvat
wordt op een zeer vernuftige en mys-
terieuse manier geopend en verbergt
een snoezig poederdoosje en dergelijke.
Een soepel riempje van suède wordt
met een marcassite sluiting dicht ge
houden, ook weer in overeenstemming
piet het monogram.
Hced, schoenen, handtaschje en
handschoenen vormen niet zelden één
geheel. Bij een donkerblauw serge en
semble, zag ik in een der nieuwe col-
ieclies een hoedje van zacht beige
Suède, met opgezette stukken van ge
tand leer, met zilver opgewerkt. Hand
schoenen en handtaschje waren met
dezelfde versiering van den hoed ver-
Takt. Ook de schoentjes toonden een
uitgesproken eenheid door de garnee
ring van opgezette lederen punten in
het genre van de genoemde kleeding
stukken. Op het gebied van schoenen
is de industrie nog lang niet uitge
sproken.
Er wordt veel nieuws gezien, ont-
cc sfraaf. be hijzonder bewerkte mo
dellen zijn echter voor den avond.
IRIS.
BORDUUR-MOTIEF.
Er zijn van die kleedingstukken, die
bepaald een broderie noodig hebben,
om te kunnen voldoen. Meestal zijn ze
met een eenvoudig borduumrotiefje
tot iets bijzonders en speciaals op te
voeren. Een blouse, een kinderjurkje,
een schortje, een baby-muts en nog
veel meer andere kleedingstukken
danken hun aantrekkelijkheid en
charme aan een eenvoudig borduur
werkje, in een ledig uurtje er op aan
gebracht. Ons patroontje laat U een
makkelijk uitvoerbaar voorbeeld
zien. Voor de bloem-zelf en het bloem-,
hart wordt de gewone platte steek
aangewend. Wat op de teekening
donker is, is de effen kleur van de
stof, waarop geborduurd wordt. De
blaadjes worden eveneens in den plat
ten steek uitgevoerd. De omranding
geschiedt met den steelsteek. Een
mooie kleuren-combinatie is paars
voor de bloem, goud-geel voor het
bloemhart en een zacht kleur groen
voor de blaadjes. We laten echter de
kleuren-kwestie gaarne aan onze le
zeressen over.
OM ZELF LAMPEKAPPEN
TE MAKEN.
Hel is niet zoo heel moeilijk, en dit
charmante model kan zonder voel gelde
lijke offers van U te vragen, Uw huis
helpen versieren.
De montage berust op het idee van ora-
lijsing en do technische détails, die hier
onder volgen zullen U helpen om deze
moderne en decoratieve lampekap te ma
ken.
Ie. Men neemt stukken glas van ge
lijke grootte zeer zuiver haaks gesneden.
Op papier teekent men nu het motief,
dat men vervolgens (het gla sop hot pa
pier leggend) met behulp van vernis op
het glas kan schilderen.
2e. op de kanten van het glas lijmt
men een koordje in do levendigste kleur
der schildering.
3e. Het glas omplakken met papier en
do vertikale kanten naar elkaar plakken.
4e. Op dezelfde manier de horizontale
kanten beplakken.
t^e. Blijft er niets ar.ders te doen dan
de koorden te bevestigen aan het ge
raamte, waaraan het geheel wordt opge
hangen en dat verschillende vormen kan
aannemen, behalve ovaal of rond.
De motieven kunnen ook geschilderd
wonlen op zijde, gespannen op een ge-
raamo van koperdraad, of geborduurd
op gaas of zijde.
WAT DE VROUW MOET BEZITTEN
EN WAT ZIJ MISSEN MOET.
,,Er bestaan drie dingen", heelt de
dichter Ruyard Kipling vóar eenigen
tijd gezegd, „die de vrouw aan den
eenen kant moet bezitten en aan den
anderen kant missen moet. Zij moet op
de slak lijken. Die verlaat zelden haar
huis. Maar ze mag niet evenals de slak
al haar hebben en'houden naar buiten
meedragen!
Ze moet op de echo lijken. Die
spreekt eerst als ze gevraagd wordt,
maar ze mag niét zooals deze. het laat
ste woord willen hebben!
Zij moet op een torenklok lijken. Die
is nauwkeurig en betrouwbaar, maar ze
mag deze goede eigenschappen niet
voor de lieele stad ten toon spreiden,
zooals de klok dit doet!"
ACTUEEL VILTHOEDJE VOOR
DEN ZOMER.
Deze hoedjes met hoogen, gedra-
pcerden bol en gegolfden rand zijn
zeer „en vogue". Ze worden verwerkt
in hel zachte kleuren en in de zeer
gestingeerde beige- en grijze tinten.
De vilstsoort is een zeer lichte, zoo
dat ze aan het doel, „zomerhoedjes"
volkomen beantwoorden.
Soms zijn de bollen ajour, hetgeen
tevens dient om aardige leeren band
jes doorheen te halen. Ook wel heeft
de hoed geen lintgarneering, doch is
.daarvoor in d plaats een versiering van
veelkleurige reepjes vilt gesteld. Onze
.teekening geeft een model van licht
grijs zomervilt met een smal bandje
veau mort né in bijkomende tinten.
ELEGANT JAPONNETJE. 'M
No. 908.
Zie bier een alleraardigst, modern
toiletje voor een jong meisje. Het mo
del, is door zijn uitvoering en het ge-
ibruik van elegant materiaal tot een
zeer mooi effect opgevoerd.
Een lichte, dunne zomerstof in fleu
rig dessin wordt voor de japon-zelf
aangewend, voor de onder-robe en de
mouwen is een witte crepe de chine
of maracain zeer aan te bevelen. Wie
- een eenvoudige uitvoering wil, kan
een zeer smaakvol geheel verkrijgen
met gebloesemde mousseline en witte
voil.
Het moderne, bloesende effect vind
men hier weergegeven. De ceintuur
van dezelfde stof, wordt_ van voren
doorgehaald en door 2 knoopjes ge
sloten.
De boven-robe heeft een kraagje
van de effen stof, de onder-robe heeft
een klein spilt, met een lintstrikj. De
ruime ondermouw is op een smal'
lintje gezet, van hetzelfde materiaal
als aan den hals gebruikt is.
KEUKENGEHEIMEN.
Vischresten.
Twee flinke theekoppen koude
visch, 1 ons broodkruimels, i ons mar
garine of boter)), 1 ei, een scheut
melk, (1 theelepel ansjovisvet).
Smelt de boter of margarine in een
klein pannetje, breek de visch in
kleine stukjes, dce haar in de pan en'
daarna de rest der ingrediënten be
halve'het ei. Laat goed warm worden!
en ongeveer 10 minuten sudderen.
Even voor het afnemen van het vuur
voegt men het geklopte ei bij.
Koud lamsvleesch.
is verrukkelijk als men Let mengt, met
sneedjes versche tomaten onder toe
voeging van ui-snippers naar smaak.
Koude groenten. (Ie recept).
Op een half pond gekookte koude
groenten als bijv.: penen, bloemkool,
uien, aardappelen, selderij voegt men
drie kopjes melk of bouillon, 2 hard
gekookte eieren, 3 tafellepels geraspte
kaas, wat gehakte of gedroogde peter
selie. Meng alles goed door elkaar en
doe het in een ingevette pan be
strooid met beschuitkruimels en laat
daarna bakken in den oven.
IN DEN TRAM
door TH. van Tichelen.
't Zag er blauw, binnen in den tram, van
den rook uit de pijpen. En !t ging er fel.
De menschen snaterden en kakelden zoo
hevig tegen elkaar op, dal ze de boomtak
ken met hun bruine en gele bladeren te
gen de ruiten niet hoorden kletsen. Twee
en twee, op de bankskens, knikten zij van
ja, schudden van neen, sloegen hunnen
arm over de rugleuning, riepen naar 'nen
anderen, of verzetten in den middengang
hun groote korven met blauw en wit ge
ruite doeken over, ze wisten zelf niet
vaarom.
Pauw alleen lag in zijn hoeksken, met
zijn elleboog op 't vensterken en zijn hand
tegen zijn kaak; keek met één oog naar
buiten en luisterde met één oor naar bet
gekwetter.
't Spel was in gang geschoten na den
vorigen halt. waar een Priester afgestapt
en ze aan 't praten geraakt waren over
Pastoors en kerken.
„De onze doet goed zijn best," had er
c-ene gezegd", en zou al zijn parochianen
nee willen nomen naar den hemel. Maar
hij gaat toch wat ver. Hij vraagt to veel
van ons. Dat kunnen wij allemaal niet
doen!"
Dat meenden een paar anderen ook.
„Gelijk nu!Al twee Zondagen is hij
op den preekstoel aan 't trommelen tegen
de maand van den Rozenkrans. Verleden
Zondag hoeft hij er over gesproken in de
Boerengilde, en 's Zondags te voren in de
Congregatie. En gisterenmorgen kwamen
ons klein mannen uit den Catechismus af,
met hetzelfde bescheid: dat alle dagen van
October uit elk huis iemand naar de Mis
moet komen en liet Rozenhoedje in do kerk
meelezenDat is goed, ja, voor men
schen die op hun middelen leven. Maar
voor ons die ons handen vol genoeg heb
ben?Neen, dat kan Onze Lieve Heer
van ons niet verlangen!.
Van de meesten kreeg zij geen gelijk
't Ging er van ja en van neen, van wit en
van zwart; heel de wagen was in roering
geschoten, iedereen moest zijnen zeg heb
ben.
De vrouw schoof haren korf dieper onder
de bank en draaide haar eigen om: „En
gij, Pauw, gij komt er niet tusschen? Heb
ik geen gelijk?"
Pauw kwam recht uit zijn hoeksken:
„Luister eens, menschlief, is onze Pas
toor geen man die ons leven kent zóó goed
als wij zelf? Zal hij in den vollen Zomer
en in don oogst van ons vragen, dat wij
alle dagen naar de Mis komen? Neen, dat
doet hij niet, want hij weet wel dat het niet
kan!.. Maar in dees seizoen? Ik zeg dat
het nu kan bij een heelen hoop menschen.
„Maar Pauw, kunt ge aan een moeder,
die met een nest kindoren zit, nu toch vra
gen dat zij in de week naar de kerk
gaat?"
..Neen! dat vraagt ook niemand. Maar
ge kunt van haar wél vragen dat ze haar
kinderen stuurt. Iemand uit elk huis, heeft
Mijnheer Pastoor gezegdNatuurlijk
menschen die hoegenaamd niet kunnen
moeten dat niet doen. Maar daar zijn er
tO.ch jreel die zouden kunnen als ze maar
tober en in den Winter...."
De kaartjesgever kwam binnen, en het
het deurken wat openslaan om zijn boe
nen niet te breken over de korven en pak
ken. De tram floot zoo ijselijk, dat ge geen
woord meer kondt hooron, en enkel koppen
zaagt knikken en monden open en toe
gaan.
„En wil ik u nog eens wat zeggen?" zei
Pauw als het fluiten ophield en de tram
weer zoemde. „De Pastoor zal 't er door
halen. Te naaste jaar, als 't God belieft,
zullen wij het zoodanig gewoon zijn uit
ieder huis iemand naar de Mis te sturen,
dat wij er alcens niet meer over zullen
spreken.
„Heeft hij hetzelfde niet hekomen met
het lezen van het Rozenhoedje, na het
avondeten? Hoeveel huizen zouden er bij
ens nog zijn. waar dat niet gedaan wordt
in October en dan heel den Winter door?
Misschien geen één!.... En do vrouwen
zijn er fel mee in hunnen schik, want on
der liet Rozenhoedje draaien ze de lamp
wat lager. Dat is weeral item zóóveel lid'
uitgespaard!"
Al do vrouwlie schoten vooruit en sta
ken hun vingeren naar Pauw op: „De
vrouwlie niet treiteren, Pauw, of wc vlie
gen in uw haar!"
„Nu ja, denkt maar dat ik het niet ge
zegd heb. Maar 'k zal de naaste week eens
komen zien! En als ik dan Pastoor was,
zou ik aanstaanden Zoujlag nog zeggen,
dat de menschen overdag, onder hun werk,
ook al een tientje kunnen lezen. Waarom
niet? Als ge over het hof gaat of uit 't
veld komt, ge houdt uwen paternoster on
der uwen voorschoot en de manlie in hun
nen broekzak. Dat is gemakkelijk om te
doen.Of anders leest ge een tientje op
uw tien vingeren: die zijn toch oog gewijd
door "t Doopsel. Dat zou ik zeggen als ik
Pastoor was.."
„Heb maar geen nood. Pauw, 't zal den
naasten Zondag nog wél kennen".En
gelijk zou Mijnheer Pastoor hebben."
EERSTE SCHOOL-GANG
door HENRI T' SAS.
Jaapie werd te lastig, te on-gezeglijk in
huis: dan maar naar de Zusters! 't Was be
sloten nu, en daarom nam Juffrouw Vonk
hem op 'n middag tegen half twee aan 'n
handje en kuierde met hem en Paulientje, die
.1 op de groote school ging naar 't Sint Jo
zef-gesticht, dat aan den anderen kant van
de stad lag. Jaapie had weliswaar 'n paar
malen de dreiging van „naar-school-tc-moe-
ten" heel vaag gehoord en gevoeld, maar die
lichte indruk was telkens weer heel vlug uit
z'n hersentjes weggevaagd. Verbieden, tikken-
geven, ranselen hadden niet geholpen. Met 't
linkerhandje gedrukt tegen dat lichaamsdeel
dat men gewoonlijk om te kastijden benut
ie, onmiddellijk na de straf-executie
de keuken en draaide? met z'n rechter
handje de drie brandende pitten van 't pc-
trolie-stel in de hoogte. Straffen scheen niet
den minsten indruk meer op Jaap 'te n>aki
daarom ir.oest-ic in vredesnaam m.iar 0
der vreemde oogen. Jaap stapt» de stad «Jr,
met zijn wollen muts diep over z'n oogen.
handschoentjes, na 'n kwarler lang tobbf
keurig aan de korte handjes. Hij liet i,
leuren, aan de beide armpjes, oradat.
links en rechts in de winkels, zooveel moe
omdat er twee honden voor 'n au
liepen die bijna overreden werden, J,
frouw Vonk had 't raadzaam geacht, Jaap
eerst te doen kennismaken, met de scho,
de zusters, de kinderen en de klas. Als-ie d
drukke, vroolijke gedoe van die kinderen v,
zijn leeftijd op de speelplaats zag, zou-ie
misschien meteen willen blijven.
Als-ie maar niet te keer gaat, moe roer
te Paulientje op, die nu al zenuwachtig we
wat er morgen met Jaapie ging gebe
ren. Ze kon dood-benauwd worden als
broertje uit kwaadheid boven z'n adt
schreeuwde. Dan bleef z'n mond met dik
ie lippen wijd-openstaan, z'n tong lag d
bibberend achter z'n ondertandjes en z'n he
le hoofd zag paars-gezwollen. Ze had groc
menschen wel es hooren zeggen, dat klei
kinderen, die boven hun adem schreeuw,
wel eens konden stikken.
't Kan meevallen, antwoordde juffrot
Vonk met 'n blik op Jaapie, die te neuri
liep, onbewust van de komende vrijheic
berooving.
Nou gaat-ie naar school, hè, ventje
naar de zoete zusterkes! paaide ze. En Jj
pic antwoordde gedachteloos: „Ja, naar
zoete zusterkes", maar z'n gedachten werd
totaal in beslag genomen door 'n glaze
wasscher, die op dat oogenblik met
emmer vol water z'n ladder opklauterd
Zal-ie dan 'n mooi handje geven en a
huilen?
Béér.... Béér, riep Jaap, die z'nre*
terhandje losrukte en naar 'n reclaraepl;
Ja, Béér vleide z'n moeder, die kri
Jaapie, als-ie niet huilt op school,
't Was 'n lange weg naar de school v
't Sint Jozefgesticht, er liep geen tram ht
en Paulientje die bang was, dat ze te laat
de groote school zou komen door 't lang]
me geslenter met d'r broertje, holde voor*
Nou ik ga hoor, daag!
Daag, daag gilde Jaap haar na, en j
frouw Vonk dacht: hij is in 'n goed humn
't zal vlotter gaan dan we gedacht hebbi
Maar, toen Jaap de hooge poort zag eo
drukke gejoel en geschreeuw der kinder
hoorde, drong-ie zich dichter tegen z'n m:
der, haakte z'n rechterwijsvinger in z'nmtr
hoek en probeerde kleintjes achter haar
te duiken. Z'n moeder trok 'm zacht m
voren: „Kom, Jaapie, kijk die zoete kinè
tjes es lief spelen! Zou Jaapie óók niet,..
Néé, klonk 't beslist, Jaapie niet k
spelen, Jaapie wil naar Paulientje!
Kom, niet zoo'n klein kindje zijnl Ki
es wie daar is! Daar zijn twee zoete zustt
tjes!
Néééél En Jaap gaf 'n ruk aan It
hand, wilde achteruit. Maar .en van de a
ters was achter juffrouw Vonk omgelooj!
hurkte bij 't ventje neer, ter.vijd de anée
gebogen over hem stond in 't ooverdoex
geroezemoes van de aanstormende scha
kinderen, die langs hen heen, de poort b
nendrongen. Kijk, kijk, is dat nou die zd
juugeuT ivnjg m I. -.vA-j,
rechterarm op z'n rug, deinsde achteruit!
voelde 'n storm in z'n hart van schrik, osii
die zwarte kapdoek onverwacht opwaaidti
hem bijna tegen z'n neus sloeg. De Iww
zuster wilde, om de rug van juffrouw Va
heen, hem 'n handje reiken, maar ook
tuimelde Jaapie achteruit, zoodat-ie z'n cfl
wicht verloor en aan een armpje aan dc b
van z'n moeder bengelde.
Hoepsa! zei deze en zette hem recht,l
hem toen op haar arm en nu voelde Ja»
zich boven al die kinderhoofden dooi (i
poort de school indragen. De schrik kco
hem de keel toe, zoodat er geen geluid i
geen tranen kwamen, maar toen kwam tr
ouwe zuster met 'n „verkreukeld" gezicht i
hem toegeslapt en toen gaf Jaapie
schreeuw, keerde 't hoofd om over den sei
der van z'n moeder. Hij wilde geen van
drie zusters aankijken, en 't duurde hselbi
na allerlei lieve naampjes en na velerlei f'
luidjes, die ze maakten, eer-ie z'n hoofd
richtte. Maar hij zag plots iets wils, hij
'n pootje, 'n wieltje.... de ouwe zustere
't verkreukeld gezicht, hield hem 'n v.it-vd
len schaapje onder de neus. Maar hij dub
er niet naar pakken, want ze had zwart
len polsen en d'r vingers waren net bak
die 'in vast zouen pakken en van z'n mor*1
wegtrekken. Moeder nam 't schaapje vu
zuster over en zei: Hier, dat mag Jaapie t*:
ben. 'n Paar dikke tranen drupten op
pluimstaartje van 't schaapje. Moeder -
hem nu neer op den grond en toen bef-'
Jaap haar aan haar hand de klas uit te tri
ken, de speelplaats op: Kom, kom, nou i'
naar huis. De zusters sloegen lachend deb
den ineen, zoodat de kralen van de ro»
krans kletterden. Hij denkt, ik héb 't
nou gauw naar huis!
Dit was Jaapie's kennismaking
school, waarheen-ie morgen-vroeg door P
iient je 't eerst gebracht zou worden met
trommeltje aan 't groene lint oc
rug, 't trommeltje met dunne sneedjes bftf
en peperkoek.
O, hij is zoo zoet geweest, hè Juf»
pochte juffrouw, na de kennismaking W
Tgen gaat-ie mooit bij
lezen in 'n boekje met prentjes en mag->c:'
de kindertje op de speelplaats in de ra*
kring dansen, hè ventje?
Ja, zei Jaapie, zoet knikkend oaW
't borduurschaartje van z'n moeder
vingers had.
Weet je, wat je morgen moet doen.
viseerde meneer Vonk, jij moet hem niet
school brengen, laat Paulientje dat J
t, als-ie jou terug naar huis zie'
•ie mee en dan schreeuwt-ie de b"'
school bij elkaar.
Juffrouw Vonk volgde dien raad slip'
toen ze Jaapie dien morgen zn
doek om den hals draaide en hem
dag kuste, stonden haar de tranen
oogen. 't Zou zoo stil zijn in huis, wi'"
was-ie ondeugend, 't gaf toch ook wel il
ligheid, zoo'n broekeman in huis.
Paulientje, indachtig de les van haai
eel met 'm praten, dan
stappen
iet aan school, en dan is-ie er binnen-
ie 't weet.