STIJLVOLLE NAMIDDAG ROBE No. 893. Bij deze zeer aparte robe, kun nen wij opmerken dat ze zeer flatteus is en het cachet heeft van iets geheel origi neels Voor het voorjaar ziet inen nu spe ciaal de eenvoudige modellen dragen, wel ke door hun sober charme aller bewonde ring moet afdwingen. Als stof is een zeer fijne rips in Napels blauw voor. dit ontwerp bijzonder ge schikt. Zooals do teekening aangeeft val len de voorbanen gedeeltelijk over elkaar, bovenaan versierd, met een galalilh knoop. Hel rokgedeelte valt van voren in klokken cn heeft daar een ongelijk verloop. Van ach.teren valt de rug glad, doch is bij de taille eenigszins bloesend. Zooa's is aangegeven, overschrijdt de taillelijn, aan de voorzijde, de normaio plaats geheel. Ze neemt den weg schuin omlaag, waar ze in de overslag uitvloeit. Het mouwtje is ter polshoogte iels ver wijt door een split en laat een crepe de chine voering zien in bijkomende tint. ELEGANTE HOED No. 894. Indien de japonnen iets meer aan omvang zullen winnen, zullen de hoe den ook grooter worden en daarom lan- ceeren vele modehuizen den middelmatig grooten hoed. Tegelijk met de afgeslagen randen, ziet men vele modellen, welke een golvenden rand hebben, hetgeen steeds eens flatteusc dracht is. Bil model maakt dan ook veel opgang, speciaal voor de warmere dagen, die naar ieders verwach ting niet lang op zich zullen laten wach ten. Als stroosoorten verwerkt men pioot, cisol en manillastroo, veelal in combina ties met taffetas, vilt en andere stoffen. Bijgaand model is van pioolstroo in een zachte kleur groen met een linlgarnec- ring Tan taffetas in donkerdei' tint. Hel lint is zóó om den bol gelegd, dat het bet hooge effect aan den bol geeft. CHIQUE VILTHOEDJE No. 895 Het modelletje onzer teekening is van geel vilt, dat in kleine plooien ge schikt wordt. Het vilt is zeer licht en soepel, het gewicht miniem, daar het spe ciaal voor den zomer bestemd is. Dil hoedje met den hoogeren bol, welke nauw om het hoofd sluit, heeft een smal, afge slagen randje van grasgrain lint in de zelfde kleur Deze combinatie dient in het japonnetje herhaa'd te worden. Men kan ook hier weer opmerken, dat een eerste vereischte voor een modern hoedje is, dat de bol hoog dient te zijn en in plooien moet vallen. Groote bouquetten violetten en caout chouc dahlia's zijn zeer „en vogue". Een dame van goeden smaakt zorgt er natuur lijk voor dat de bloemengarneering van den hoed en die, welke haar mantel versietrt een beslist uitgesproken geheel vormen. LISEUSE Een liseuse is een wollen, of zijden jak je, dat in bed gedragen wordt als men nog wal wil lezen, of wel 's morgens in de slaapkamer zoolang men daar nog al lerlei te doen heeft. Het hier afgebeelde model laat zien, dat het vrij gemakkelijk te maken is: rose of licht lila zijde zijn de meest gekozen kleuren. De geplooide volant en de ruches zijn met kleine ge'e borduurmotiefjes versierd. Volant en ru ches kunnen ook van gele kant genomen worden. DE WILDE TUIN. Natuurlijkheid is aan de orde van den dag en in veel van onze mooiste tuinen ziet men den grond voor zoo genaamde wilden tuin ingericht. Men heeft leeren begrijpen, dat er iets heel moois en romantisch gelegen is in het sprookjesland van sleutelbloemen, anemonen, viooltjes, madeliefjes en al lerlei soorten klokjes. Natuurlijk behoeft men niet zijn ge- heele tuin er voor af te staan, maar kan men een gedeelte daarvoor vrij houden. Er zijn vele soorten zaad, welke uit de hand gezaaid kunnen worden. Waar de grond licht en zuiver is kan men een menigte roode Iinum kweeken, ci- troenkruid, monnikskappen, kattestaar- ten, papavers, schurftkruid, passie bloemen en klokjes. Zonder het prach- vingerhoedskruid en een menigte bont kleurige violen zou geen enkele wilde tuin volmaakt zijn. Men zaaie het zaad luchtig, cn gelijkmatig en niet te diep in den grond. Wanneer het langen tijd droog weer is begiet men den grond 's avonds. Babymantel en muts. No. 900. Onder de geliefdste bezigheden van een moeder, behoort het maken van kinderkleerties. Niemand dan zij mag dit werkje doen, daar zij met ieder steekje, dat ze naait, een lieve ge dachte zend naar het kleine menschje, dat bezit zal nemen van die kleertjes. Voor die toegewijde moedertjes hebben we deze keer een plaatje van een allerliefst garnituurtje. Als stof neme men toile de soie, batist of per- cal in een pastelkleur. Het mutje is ruim aan den opge slagen rand gezet. De garneering van dezen rand bestaat uit festonneerwerk in punten en eveneens met de hand geborduurde motieven in open draden- werk. Bloempjes, sterren en blaadjes zijn de- bord uurmotie ven. Ook het manteltje zal in bet maken geen moei lijkheden opleveren. Het model is ruim en valt vloeiend onder de pele rine uit. Het festonneerwerk komt ook voor aan de omgeslagen kapjes der mouwtjes. Het geheel is allerliefst, daar vooral de broderie dit garni tuurtje zoo volkomen completeert. RECEPT. Gevulde bananen. Voor 8 bananen neemt men tot vul ling: 4 fijngekapte schijven ananas, het vleesch van 8 bananen en sap van 2 citroenen. Voor garneering: ananas- schijfjes of keroen, groene druiven en 21 d.L. dikke room. Bereiding: nadat de bananen met water gewasschen zijn, worden ze doormidden gespleten. Het 'Vleesch wordt eruit genomen, (liefst met een zilveren lepel. Dit wordt vervolgens gemengd met fijngekapte ananas en citroensap, en met deze massa worden de bananen gevuld, die daarna gegar neerd worden met stukjes ananas, ker sen, druiven en slagrounv De bana nen worden na deze bereiding zoo spoe dig mogelijk opgediend, daar ze bij lan ger staan gemakkelijk donkerder van kleur worden. NUTTIGE WENKEN. Geschilderde vloeren worden schoon en heel glad, indien ze krachtig ge wreven worden (met een wollen doek) met boenwas en terpentijn. Men doet er goed aan brosse nagels, die gemakkelijk breken, met glycerine in te smeren. Appels, die door te droog liggen, ver schrompelde schillen gekregen hebben, worden, om dit te herstellen, in voch tig zand gelegd, totdat ze volkomen glad geworden zijn. Oude couranten kunnen gebruikt wurden voor vloerbedekking onder ta pijten, men legt ze in dikke lagen, zoo fcoJijk mogelijk verdeeld. om vlekken te verwijderen enz. moet men de z.g. „gereinigde benzine" gebruiken. Deze vervliegt zoo spoedig, dat ze nauwe lijks kringen maken kan op de stof, zooals gewone benzine altijd min of meer doet. De gereinigde benzino is iets duurder dan de gewone, maar ze geeft ook veel beter resultaten. mogen niet voor een zonnig venster slaan, maar liefst op een plaats waar geen zon doordringt, in elk geval niet direct, aange zien anders de plant gaat kwijnen cn dc bladeren geel worden. Afrikaander, die in Kabvlië het vuur on der de oogen had gezien. Maar de oude werd bataljonscomman dant en men zond ons een kapitein van jaar, een Corsicaan, Gentile genaamd, zoo even van de militaire school gekomen, 't "Was een koude, eerzuchtige jongen, mot veel verdienste, naar men zei, maar zeer streng op den dienst en hard voor de menschen. En die u acht dagen poli tiekamer toevoegde voor een roestplek op het geweer of een knoop te weinig aan de slobkous; en daar hij nog niet in Al giers had gediend, liet hij in het geheel geen vergrijpen of inbreuk op het regle ment toe Terstond nam kapitein Gentile „den Dorstige" onderhanden en wederkeerig. Dat kon niet uitblijven. Den eersten den besten keer dat do sergeant niet op het appèl was, acht dagen aan het blok; de eerste maal, dat hij zich bedronk, veer tien dagen Toen de kapitein een kleine bruine man, stijf als varkenshaar, met snorrebaarden als een woedende kater hem de straf naar het hoofd slingerde en er droogweg bijvoegde: „ik weet wio gij zijt en ik zal je wel tam krijgen, mijn waarde!" antwoordde do „Dorstige" niet en ging met sleependen tred naar de po litiekamer; maar de kapitein zou zich wellicht een weinig gekalmeerd hebben, haddc hij den toorn gezien, die in het gelaat van den sergeant vonkte, zoodra Lij zijn hoofd had afgewend en de blik sem der gramschap, die in zijn blauwe oogen flikkerde De keizer verklaarde den Oostenrijkers den oorlog en men scheepte ons in voor Italië klaar er is hier geen sprake van een veldtocht, ik blijf bij het fed.... Daags voor het gevecht bij Melegnano, awar ik mijn arm heb achtergelaten, weet je kampeerde ons bataljon te midden van een klein dorp en alvorens de mannen te laten inrukken, hield de kapitein een korte toespraak en hij had gelijk, de kaptein. Hij bracht ons te binnen, dat wij in een bevriend land wa ren, dat het onze eer gold, ons goed te gedragen en dat hij, die den inwoners de m.nste schade zou berokkenen, op een voorbeeldige wijze zou worden gestraft. Toen hij sprak, haalde de „Dorstige" die op zijn spuit geleund, een weinig wankelde hij had sedert den morgen de helft van het marketenstertonnetje ge ledigd de schouders op, maar de ka pitein bemerkte het gelukkig niet. Midden in den nacht schrok ik plotse ling wakker. Ik spring op van den stroo- zak, waarop ik sliep op een boerenbin- nenplaats cn ik zie, bij het licht der maan een groep kameraden, die den dronken „Dorstige" in bedwang heilden. Ik loop eveneens toe, om een handje te helpen, maar kapitein Gentile komt voor mij aan De vurige Corsicaan trappelt van woede, pakt den „Dorstige bij den kraag en snauwt hem toe: „Onverbeterlijk als altijd zoo iets kan men verwachten van jou slag. Wees er van overtuigd, mannetje, dat het je laatste maal is geweest en het je epaulet ten kost en nu voor goed. Morgen leveren wij slag, je kunt niet beter doen, dan je te laten neerschieten!" Driftig verwijderde hij zich en do „Dor stige" werd te midden van zijn wapen broeders naar het bivak teruggevoerd. Weer zag ik het sombere vonken in het blauwe, harde feewenoog; weer den sma- lenden trek om den broeden mond. I 's Morgens vroeg wekte ons bet alarm signaal en, haastig opgesprongen, ruk ten wij uit, den vijand tegemoet. Ver be hoefden we niet te gaan: een dichte kruitdamp woei ons tegen en vóór ik er erg in had, lagen wij midden in het vuur. Do „Dorstige" sloot naast mij het ge lid en vocht met de woede der wanhoop; fluitend vlogen de kogels over onze hoof den, de paarden der huzaren trappelden en snoven, het kanon bulderde en of schoon de dag reeds lang moest zijn aan gebroken, flikkerden de geweervonken in nachtelijke duisternis. Op eenigen afstand voor ons, terwijl wij op onze knie lagen, stond de kleine Corsieaan, met langen sabel aan den schouder, met ijzige kalmte en den be rekenenden moed der wilskracht, beve lend en aanvurend. Plotseling zag ik den „Dorstige" van plaats veranderen :weer vonkte de drift m het Starre oog, weer smaalde de bree- de mnd: een oogenblik hij legt aan trekt en kapitein Genlile stort dood ter aarde neder. „Jij of ik", bromde hij, „maar jij het eerst!" Ik beefde tot in merg en been. Niemand behalve ik had het feit gezien, niemand was getuige geweest van de snoode wraak van den „Dorstige'.. Mijn arm was verlamd van schrik, toen ïk het volgende oogenblik den „Dorstige" hetzelfde lot wilde doen ondergaan, wat hij Gentille had berokkend Maar een kort bevel van den comman dant overstemde dat alles. Voort ging het in stormpas, met gevelde bajonet. Nog zag ik, hoe de „Dorstige" voort ijlde als een wild dier, hoe hij do gelede ren van den vijand doorbrak, hoe hij wederkeerdo uit den dichten kruitdamp, een gescheurd vaandel zwaaiend en door den commandant en de manschappen met een luid hoera- werd begroet. Toen zag ik nietsmeer: een kogel maaide mijn linkerarm weg en de pijn benam mij alle bewustzijn. To enik weder tot mij zelve kwam, lag ik op een veldbed in een boerenschuur, de als hospitaal dienst deed, te midden van anderen gewond en doorschoten zoo als ik terwijl in de verte het kanongebul der zich mengde met do zegekreten der overwinning der keizerlijken. Den „Dorstige" zag ik niet weer, maar ik hoorde, hoe zijn heldenmoed het regï- mentsvaandel der Oostenrijkers had ver overd en hoe een bevordeiii g en een cerekruis uit de handen van den gene raal dezo daad hadden beloond. Van den moord op Gentile hoorde ik niet; ik was de eenige die het misdrijf had gezien. Zou ik het bekend maken? Het zou don 1 „Dorstige" bet hoofd hebben gekost! Hij was een dronken man ma dapper soldaat! Wat te d Corsicaan was toch dood! Ik zi na den oorlog, vervolgde v; treurig, op het armpje wijzend arm dezen vorm had aangeni ik het zoo goed als vergeten, ren later, ik woonde reeds nelle kwartier, viel mij een i handen van de „Siècle", waa volgende las: „Gisteravond uad er op Boi Militaires een verwoede vechtp Zekere invalide, bijgenaamd c ge", oud-sergeant bij de zouav beschonken toestand slaags ge; eenige burgers. Na lang gevec weer, hielden dezen laatsten I en de „Dorstige", die reeds feiten op bet geweten heeft, w< kend. Hij zal, daar een geneasl derzoek krenkink der verstand mogens aan het licht heeft naar Charenten worden overs Het was de eerste maal, xla naam dien verschrikkelijken nai om te binnen bracht. Gentile.... had zich gey Gentile was een Corsicaan! V003 HUIS WU DE ROOS VAN JERICH Niet ver van de Jordaan in d« van de Doode Zee ligt een woe waarin eenige ge'eerden in 't dc merkwaardige overblijfselen stad Jericho hebben ontdekt en legd. Er was een tijd, dat de vlakt richo, die wel 17 K.M. breed ie volste recht een oase in de woesl heeten. De bodem besproeit do van verscheidene waterleidingen een aantal bronnen gevoed wen wikkelden een vruchtbaarheid, Palest'na geen tweede oplevoi voortbrengselen van het Oosten hier in weelderigheid en oven bloemengaarden en rozenbedden den met graanvelden af; de grai oranjeboomen vormden bosehagei tninen werd de wijnstok en de balsemstruik met zorg gekweekt pahnenbosch, wat 10 KM. uitga zezat, was oorzaak dat Jercho Palmenstad werd genoemd. Dit c richo der Chamanieeërs, was de die het eerst bij de intocht van li de land, door de Hebreeën werd en verwoest, een lot wat liaar eens onder Vespesianus trof. maa verrees zij schooner uit haar pui totdat zij in de twaalfde eeuw Arabieren zoo totaal vc-rbrand w< men langen tijd de jmste plat meer wist waar zij gestaan had werd dit voormalige paradijs in o steppe veranderd. Er worden tha slechts eenige weinige akkers ra en tarwe verbouwd; op enke e ziet men een eenzame vruchtboom de oude dadelpalmen is niets mr één afstammeling, vr-rbasfprd nend, overgebleven. De balsemstruik, door Pompeii als een kostbare verovering op ziji phalen intocht in Rome medegevo verdwenen Alleen een nietig p!a zoogenaamde „Roos van Jericho" de eenige levende getuigenis van i vlogen roem en welvaart. De Roos van Jericlio, sedert door de pelgrims mede naar hu bracht uit het Oosten, heeft haar land in het zuiden van Palestina, bië en ook wel in Egypte. Zij groe'l land, daar waar de zonnestrali heetst branden en al'e andere verschroeien. Als de lucht door geei je in beweging wordt gebracht i zand stil ligt, ontkiemt haar zaad tje, schiet wortel, zet zich in dsn vast. drijft stengels en bladeren u brengt witte kruisvormige b'oempji zaadhuisjes op de dorre stengels Tegen het najaar ligt de plant liaa dorde zwartbruine stengels tot een vormig kluwen te zamen, wat eeniea eenkomst met de gedaante van een beeft. Als nu de herfststormen bes op te steken en het zand dikwijls op te afstanden doen verstuiven, wordt lichte ineengeba'de plantje er door oi grond gerukt en voortgejaagd. Op die reis laat het haar zaadjes oi dorren grond vallen, waar ook zij op tijd wortels schieten en opgroeien. De eenmaal opgezweepte plast vo brengt haar omzwerving door de' tijn en b'ijft eindelijk als de stom» houden ergens liggen, dikwijls op W ge plaatsen voornamelijk aan de *j van de Jordaan Aldaar ontwaakt Pj der tot een nieuw leven; wortels en tij worden zacht, zwellen op, krijgen J norma'e gedaante weer terug cn bra allengs nieuwe bloemen voort Vffl deze eigenschappen heeft men baar wel de Bloem der Opstanding g® want men beweert zelfs dat men de; in haar eerste perioden meer dan eeuw in die toestand kan bewaren; b men haar dan weer in een vochtige0 ving, dan begint zij weer teekenen leven te geven. Een merkwaardig pto; door de tand des tijds niet schijnt If' den aangetast. WERKZAAMHEDEN IN DEN FRUITTUIN. Wie in het bezit is van vruebtboo* wie de gedragingen ervan weleess «f deerd heeft, weet wel, dat men nog I victorie roepen kan al bloeien ze ff; mooi. Het spreekt vanzelf, dat def* hoornen niet dragen kunnen als eerst bloeien, maar als ze uTtgeHM*" en ook al tijdens den bloei beging talrijke dierlijke parasieten hun Voor het geval de vruchten de ver; -' de aanvallen van de dierlijke met succes doorstaan zijn er nog J1 meest plantaardige parasieten, dio laatste stadium de vruchten nog bederven als ze tenminste zoolang Wj slorwinden of de hagelbuien ge?P83 bleven zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1927 | | pagina 6