INGEZONDEN MEDEDEELING
Groote brand op Sint Lucia.
Carlries, tie hoofdstad van het eiland
Sint Lucia in Britseh "West-Indië, met een
bevolking van 6000 zielen, is grootendeels
door brand vernield. Onder andere zijn de
regecringsgebouwen in vlammen opge-
gapersoonlijke ongelukken hebben niet
plaats gehad.
Groote brand in Roemenië.
Te Alba Julia is het aartsbisschoppe
lijk Paleis door een geweldgen brand in
de asch gelegd. Eenige beambten, o.w.
twee Roemeensche popen zijn om het le
ven gekomen, terwijl verscheidene perso
nen gewond werden.
Groote postzegeldiefstal.
In een Parijsch hotel zijn van een Duit-
schen beeldhouwer, Kreuser geheeten, die
bet internationaal philatelistisch congres
kwam bijwonen, uit een album met een
collectie van 1400 poszegels zeventien
stuks van de waardevolste exemplaren
ontvreemd. Twee er van, Mauritius-zegels
worden elk op een waarde van 36.000
Het rustieke huwelijk van Pola Negri en
haar Prins.
Vroeger trouwden koningen met her
dersmeisjes. In onze dagen trouwen prin
sen met „sterren". En zoo is dan Zater
dag Pola Negri te Seraincourt bij Parijs
in den echt getreden met prins Gerge Mdi-
vani. Zou dat stille dorpje Seraincourt
wel ooit gedacht hebben, eens zulk een
„evenement" te zullen aanschouwen? Vijf
tig huizen telt het, rondom een begroeiden
klokketoren. Maar 'de grooten dezer aarde
hebben nu eenmaal hun grillen
Voor de deur van het gemeentehuis ston
den do dorpsjongens en -meisjes op een
kluitje.
De „groote trouwzaal" (och arm!) is
op de eerste verdieping. Een dorpszaaltje
met groen kleed op de tafel, een gietijzeren
kachel en een gipsen borstbeeld, voorstel
lend „de Fransche republiek". Om 4.80 ko
men, op schellen van den achter de tafel
gezeten burgervader, monsieur Mercier,
Pola zij heet hier Apollonia Zomska
en haar bruidegom binnen, en een oogen-
blik daarna klinkt op de bekende sacra-
menteele vragen een tweewoudig „ouil",
bezegeld met een vluchtigen kus. Er wordt
dan geteekend in de registers, door par
tijen, ouders en getuigen.
En toen kwamen, nadat men weer naar
buiten was gegaan en voor den auto stond,
de persfotografen en mitrailleerden: Le
Prinrp et la Princesse Mdivani!
Nederiandsch Oost-indië
Gratieverzoek afgewezen.
In de zaak tegen Hadji
Abdoelman.
Aneta seint uit Batavia: De Gouverneur-
Generaal wees het verzoek om gratie van
den wegens moord door den Landraad te
Fort-van-der-Capellen op 10 November jl.
ter dood veroordeelden Hadji Abdoelman
af.
BINNENLAND
Moeilijkheden in de schoenindustrie.
Men verdringt elkander op de
Binnenlandse he markt.
Wegens liquidatie van de Stoomschoen-
fabriek „Hollandia" te Waalwijk werd,
zooals kortelings gemeld, aan ongeveer
200 arbeiders hun dienstverband opge
zegd. Dit ontslag heeft in do kringen van
hen, die in de Langstraatsche schoenfa
brieken hun bestaan vinden ongerustheid
verwekt. Zelfs wordt hier en daar vrees
geuit, dat, indien in den huidigen slechten
toestand niet spoedig verbetering zou in
treden, massaontslag onvermijdelijk zou
zijn.
Wat deze sombere voorspellingen waar
is? Volgens den heer M. A. J. v. Liempt,
secretaris der Kamer van Koophandel
voor de Langstraat, met wien de verslag
gever van de „Tel.'' een onderhoud had,
alleen dit, dat alle verwachtingen ten spijt
de schoenindustrie op 't oogenblik in on
gunstiger conditie verkeert dan het vörige
jaar om dezen tijd.
Dat echter massaontslag zou dreigen,
wenschte de heer Van Liempt zeer beslist
tegen te spreken. Zoo heel gauw is men
geneigd een of andere gebeurtenis van be-
teekenis, wat de liquidatie van „Hollan
dia'' inderdaad is, een algemeen karakter
toe te kennen. De feiten liggen hier eenig-
zins anders. Wij hebben hier te doen met
eep geheel op zichzelf staand geval, al
mag niet worden ontkend, dat de weinige
geanimeerdheid in de schoenindustrie het
liquidatie-besluit wel zal hebben bevor
derden verhaast. Vermoedelijk zullen uil
de geliquideerde N.V. „Hollandia" één of
twee nieuwe ondernemingen worden ge
boren.
Tegenover de hier genoemde liquidatie
en eenige slapte in sommige fabrieken
staat flinke bedrijvigheid in andere fa
brieken, ook in die welke nog kortelings
haar zaken belangrijk hebben uitgebreid.
Zijn er, naai; uw. inzien, bepaalde
factoren aanwezig die geleid hebben tot
den minder gunstigen toestand?
De heer Van Liempt meende hierop
ontkennend te moeten antwoorden. Het
beste bewijs daarvoor, zeide hij, leveren
de invoercijfers, die de laatste twee jaren
geen noemenswaardige wijziging hebben
ondergaan.
De invoer van lederen schoenen be
droeg nl. over 1926 936.478 paar met een
waarde van 3.808.000 tegen resp
908.276 paar en 3.651.000 in 192.5 De
uitvoer bedroeg voor ledren schoenen in
1926 309.131 paar met een waarde van
1.676.000 tegen 271.699 paar tegen een
waarde van 1.559.000 in het jaar daar
voor.
Aangezien ook de algemeene economi
sche toestand van ons land ten opzichte
van het vorige jaar geen ongunstiger beeld
vertoont is de heer Van Liempt dan ook
van oordeel, dat de depressie in de schoen
industrie een tijdelijk karakter zal dragen.
Toch moet men, aldus de heer v. Liempt,
ook hierbij weer voorzichtig zijn met het
maken van conclusies. Er zijn nl. andere
omstandigheden, die hun stempel druk
ken op de huidige toestanden in deze in
dustrie.
Een daarvau is b.v. de belemmering
van den uitvoer.
Wij worden als 't ware ingesloten in een
kring van tollen. Nu pas weer is aange
kondigd een tariefsverhooging voor Dene
marken, naar welk land de export den
laatsten tijd zich zoo gunstig begon le ont
wikkelen.
Zoo gaat het telkens. Wanneer nieuw
afzetgebied wordt veroverd, dreigt steeds
dat afzichtelijke monster: invoertarief. Nu
om een voorbeeld te noemen, de Fransche
franc kans zou gaan geven voor export
naar dat land, wordt een tariefsverhoo
ging aangekondigd. Het gevolg hiervan is,
dat de Brabantsche schoenen, die in 't
buitenland steeds een goeden afzet von
den, ten gevolge van de invoertarieven in
den regel veel te duur worden. 1926 kon
da nook niet meer halen het exportcijfer
van 1924.
Een ander, niet te onderschatten euvel
is, dat de schoenindustrie, evenals zoo
vele andere takken van nijverheid, be
zwaard is met te hooge productiekosten.
De oorzaak hiervan is, naar de secre
taris meende, slechts te zoeken in den be
perkten werktijd. In dit verband verwees
hij ons naar de in Januari uitgesproken
nieuwjaarsrede, waarin de voorzitter der
Langstraatsche Kamer van Koophandel
o.m. dit memoreerde, dat de beperking
van den arbeidstijd zeer belemmerend
werkt voor een bedrijf, waar arbeidsloon
een belangrijke factor vormt in de kost
prijsberekening.
Deze beperking word te ernstiger, nu hij
den toenemenden invloed der mode de sei
zoenwisselingen der productie zoozeer
gaan beinvloeden, dat de schoenindustrie
meer en meer het karakter van een sei-
zoenbedrijf gaat aannemen.
Op onze vraag, op welke wijze hij zich
een oplossing voorstelde, antwoordde de
heer Van Liempt, dat in den winter en in
't voorjaar een langere en in den zo
mer en het najaar kortere arbeidstijden
zeer ten goede van het bedrijf zouden
komen. Deze wenschen zullen vermoedelijk
niet in vervulling gaan, gezien ljet Le
kende feU, dat bij ministerieel besluit de
regeling voor overwerkvergunningen is
ingetrokken.
Daar, zooals reeds opgemerkt, de
schoen-export vrijwel onmogelijk wordt
gemaakt, zien de fabrikanten zich genood
zaakt, hun gezamenlijke productie op de
binnenlandsche markt te brengen. Het ge
volg hiervan ligt voor de hand. Men ver
dringt elkander meer en meer. Is zulks
op zichzelf reeds abnormaal, erger is nog,
dat vele fabrikanten aan hun afnemers
zoodanige leveringsfaciliteiten hebben ver-
49 ct.
De beketide Fabrikaten der
„Tricoline" Fabrieken.
„Trivata"
meest moderne dessins
„Tremola" 100 c.M. br. noj/ i|
in fijne parallelkleuren /2
„Truola" ion „t
in streepen en ruiten I
„Tricoline" in schitterende inr x
sorteering "L
VRIJ ENTREE VRIJ ENTREE
2652
leen-J, dat een eerlijke en gezonde con
currentie daardoor zoo goed als onmoge
lijk wordt.
Bovendien hebben we hier, ik zou haast
zeggen, een chronisch teveel aan winkels,
die de bestaansmogelijkheid van vele on
dernemers in gevaar brengen.
Ik stel de zaken werkelijk niet te som
ber, zeide de heer Van Liempt, als ik ver
klaar, dat de winkeliers elkander failliet
concurreeren.
Ik zei het u al: het schoenbedrijf is de
laatste jaren zeer sterk aan de mode on
derhevig geworden. Wil een winkelier nu
„bij" blijven, welnu dan is hij genoodzaakt
zijn schoenenvoorraad bij elke seizoens
wisseling met de nieuwste modellen te
completeeren. Niet zelden komt 't voor,
dat zoon „detaillist" met een belangrijk
deel van z'n mode-artikel blijft zitten
Ten einde zoolang mogelijk tegen 't groot
winkelbedrijf te kunnen concurreeren
wordt maar al te vaak de toevlucht geno
men tot het verkoopen voor een bedrag,
dat den koslenden prijs nauwelijks te bo
ven gaat. Het zal wel niemand bevreem
den dat de winkelier, die met een zeer ge
ringe must noodgedwongen genoegen
neemt, behalve zichzelf ook den fabrikant
dupeert.
Wat do secretaris der Kamer v. Koop
handel ten slotte in het belang van de
schoenindutrie wenschelijk acht is, dat
ook al in verband met het gewijzigd ka
rakter van het bedrijf een mildere re
geling van de arbeidstijden tot stand komt
voorts minder overheidsbemoeiing en last
not least: wegneming van uitvoerbelem-
oringen, de sta-in-den-weg voor de naar
expansie strevende schoenindustrie.
Middensfandsraad en valuta-concurrentie.
Verschenen is het verslag der werk
zaamheden van den Middenstandsraad
ever 1926.
In het afgeloopen jaar heeft de Minis
ter van Arbeid, Handel en Nijverheid met
den raad een correspondentie gevoerd over
de moeilijkheden, ontstaan door do valuta-
concurrentie en den raad verzocht zoo mo
gelijk inlichtingen te verstrekken, die den
minister in staat konden stellen een inzicht
te krijgen omtrent den abnormalen invoer
uit België en Frankrijk en de daaruit
voortvloeiende nadeelige gevolgen, oen en
ander voor zoover aangaat de specifieke
middenstandsbedrijven in de grensstreken.
Zoo werden meer brieven van eenige K. v.
K. en van gemeentebesturen in het Zuiden
des lands ontvangen, waarin aangedrongen
werd op het nemen van maatregelen ter
bestrijding der valuta-concurrentie. Het
gevolg was, dat de Middenstandsraad een
Commissie van Onderzoek instelde, welke
commissie eind 1926 echter nog niet ge
reed was met haar rapport.
Voorts wordt in het jaarverslag gewag
gemaakt van de bemoeiingen van den
Raad in zake den arbeidstijd voor slagers
winkels. Beschouwingen worden gegeven
over middenstandsvoorlichting, enz.
Gen. A. A. J. Quanjer. t
Te 's-Gravenhage is overleden luitenant-
generaal b. d A. A. J. Quanjer, oud-in
specteur van den Geneeskundigen Dienst
der landmacht, in den ouderdom van 75
jaar.
LUCHTVAART
DE VERMISTE OCEAANVLIEGERS.
Zijn Nungesser en Coli in de wildernis
gedaald?
De berichten uit New Foundland, die
wijzen op de mogelijkheid, dat Nungesser
en Coli daar ergens in de wildernis zijn
neergekomen, worden iets uitvoeriger. Gis
teren hebben drie personen beweerd dat
zij het vliegtuig Maandagmorgen vroeg ge
zien hebben, terwijl het in Noord-Westelij
ke richting vloog. Een van deze drie men-
schen, een oude inwoonster van Harbour
Grace (New Foundland), meende eerst, dat
zij twee vogels had gezien, doch nu gelooft
zij, dat het een vliegmachine is geweest.
Twee boeren, die dicht bij genoemde plaats
wonen, verklaren, dat zij het geluid van
den motor hebben kunnen hooren 15 mi
nuten. nadat zij het vliegtuig in den mist
uit het oog hadden verloren.
Er wordt een onderzoek ingesteld naar
do gegrondheid van berichten uit Whit-
bourne, 60 mijl van St. Johns, dat daar
Maandagmorgen een vliegmachine gehoord
zou zijn, waarop even later een ontploffing
zou zijn gevolgd.
Van m'n Boekentafel
BOEKEN.
„De Vriend van den H. Anto-
nius", gebedenboek door P. Si
mon, Bennebroek. Vierde druk.
Firma P. J. Simons v. d. Broek,
Rotterdam.
Dat dit boekje de vierde druk heeft,
loont wel aan, dat het er is ingegaan. En
dat pleit voor degenen, die het koopenl
Goedo waar behoeft geen krans.
Het kerkboek is goedkoop. Do druk is
heel goed; verder heeft de uitgeefster
aan de afwerking vrij goede zorg be
steed.
God is liefde. Novene ter eere
van den Heiligen Geest door den
H. Kerkleeraar Alfonsus Maria
de Liguari. Uitgegeven door
Martin Stoics G.s.s.R. J. J.
Ramen en Zonen, Roermond.
De schrijver is alleszins waarborg, dat
ihcr iets geboden wordt van hcleekenende
waarde voor het godsdienstig leven.
Paus Leo XIII klaagde er in een rond
zendbrief van 7 Mei 1899 over, dat de
allerheilzaamste godsvrucht jegens den
derden Persoon der allerheiligste Drievul
digheid door vele Christenen zoo jam
merlijk vrwaarloosd wordt.
De gebeden, die de schrijver aanbiedt,
zijn genomen naar overwegingen, welke
Sint Alfonsus in 1767 uitgaf als novene
ter voorbereiding op het Pinksterfeest.
Moge het hoekje z'n weg vinden. De
uitgeefster heeft het uiterst keurig ver
zorgd.
UIT DE LANDBOUWWERELD
Ccntrcle-onderzcek nog niet overbodig.
Ach neen! Als wij het Verslag der Proef
stations over 19251926 doorbladeren,
worden wij opnieuw daarvan overtuigd.
Laat ik enkele grepen voor U mogen doen!
Van een 100-tal aangeboden monsters am
moniak super was het gehalte lager dan de
garantie, en bij een 30-tal werd de geoor
loofde speling overschreden; hij 91 mon
sters kalibemestingszout 40 pel. ging het
geh<e onder de garantie met overschrij
ding der spelen, en bij 116 monsters Tho-
masmeel was dit het geval. Meerdere
monsters kalkmergel waren van onvol
doend gehalte èn van onvoldoende fijnheid.
Van de aangeboden lijnkoek en -meel-
monsters bleken 95procent zuiver; dit
was gunstiger dan in 1924'25, toen was
dit maar 82/4 pet. Van 43 monsters sesam-
koek en -meel waren er 6 onvoldoende zui
ver; 14 monsters soyakoek en -meel had
den een te hoog vochtgehalte en een 12-tal
bevatten te veel minerale bestanddeelen.
Behalve de Controle-dienst is er aan de
Proefstations nog oen Opsporingsdienst
verhonden. Controleurs gaan er op uit, den
boer op, en nemen gaarne monsters mee
van partijen en partijtjes, waarvan onder
zoek niet noodig is geacht. Dat deze dienst
verkeerde practijken aan het licht moest
brengen, is duidelijk. Zoo moest in het vo
rige jaar door het Station voor Zaadcon
trole in 33 gevallen proces-verbaal worden
opgemaakt ivegens levering van zeer min
derwaardige ou waardelooze partijen zaai
zaad. Niet minder dan 161 waarschuwin
gen werden verzonden voor den verkoop
van slechte kwaliteiten zaaizaad, waaron
der een 20-tal voor leveringen van zaad
waarvan de gezondheidstoestand onvol
doende was. Een belangrijk deel dezer
waarschuwingen waren gericht lol zaad
handelaren. die tot dusver nog niet door
de controleurs waren bezocht. Slechts en
kelen der vroeger reeds gewaarschuwdcn
zeilen hun knoeibedrijf van het vorige jaar
voort; de controle op deze firma's zal nog
worden verscherpt en daardoor het knoeien
onmogelijk worden gemaakt. Met betrek
king tot het veevoeder werd door het des
betreffende Proefstation eegen 10 perso
nen 15 processen-verbaal opgemaakt. Meer
dan 400 monsters werden door de contro
leurs meegebracht: Verschillende onzuiver
heden werden bij onderzoek gevonden, als:
lijnmeel bevatte zeer veel opveegsel, erw-
lenmeel bestond uit een mengsel van ge
malen erwten, gemalen graan en maismeel.
Z.g. vischmeel was diermeel enz. Do opspo
ringsdienst van Maastricht constateerde
o m.: dat een monster kamcrplantenmcst
bestond uit lurfstrooisel, klaarblijkelijk be
vochtigd met een oplossing van Chilisalpc-
ter; dat van 2 monsters kalkmergel niet
één aan de garantie voldeed: dat een mon
ster „Groeikracht", betaald met 4.per
2.5 Kilo, bestond uit een mengsel van ka-
toenzaadmeel en beendermeel; dat van 26
monsters Thomasmeel 6 niet voldeden aan
de garantie, enz. enz. Van de gerechtelijke
vervolgingen noemen we: 2 maal 100.
boete of 100 dagen hechtenis en puhlicafio
van het vonnis, en 2 maal f 15 hoolo
Korte wenken en mqt'?
Bloedluis kent iedere fruitkweeker wel,
helaas. Zij^komt in wollige kolonies voor
aan takken en staramen, en ook wol, meer
verborgen, boven aan den wortel en achter
de schors. Maar nu heeft men haar het
vorige jaar, aan het Instituut voor Plan-
tenbescherming te Landsberg aan do
Wartho zelfs binnen in de vruchten ont
dekt. Aangetaste appels (Witte Calville)
hadden bruin vleesch, uitgaande van liet
klokhuis, gekregen; de bloedbddom was
ingezonken en in de holte bevond zich een
formecle bloedluiskolonie. Nog iets an
ders valt van do wollige bloedluis te vor
meiden. Een hoomkwepker te La Rivièro
Saint-Sauveur (Calvados) bestrijdt haar
met Alphelinus Mali, een woekerdier,
welks aanwezigheid de bloedluis doet ver
dwijnen. Appelböomen, waarop Alphelinus
Mali werd neergezet, werden spoedig ge
zuiverd en gezond. De woekerdioron ver
spreiden zich op honderden motors af
stand. Verschillende eigenaars uit den om
trek vroegen nu om koloniën (e mogen
ontvangen voor hun boomgaarden, daar ze
verbaasd stonden over den uitslag.
Bordauxsch pap is een oud beproefd
sproeimiddel tegen schurftziekte hij peren,
dat nooit eenige blad- of vruchtenbeschadi-
ging hooft gegeven
Wee! rjl?
Weet gij: dat in 1926 te Londen voor één
en oen kwart millioen vogelkoppen zijn
verhandeld, en een nog grooter aantal vel
len van groote en kleine dieren, om lot
bont te worden bewerkt? Dat. hieronder een
enorm aantal zijn afkomstig van voor land
en tuinbouw nuttige dieren? Dat de schade,
hierdoor berokkend,, hoewel natuurlijk niet
onder cijfers to brengen, enorm groot moet
zijn? Weet gij: dat ook do ontginning oor
zaak is, dat de vogelwereld gestadig ge
dund wordt, omdat daardoor de gelegen-
beden om rustig en veilig te broeden,
steeds minder worden? Weet gij: dat oolr
door den machinalen arbeid vele nesten
worden verstoord en vernield, waardoor nut
tige weidevogels als kieviten minder dan
vroeger worden gevonden? Weet gij: dat
bescherming van vogels en van verschil-
ltnde voor land- i n tuinbouw nuttige die
ren om brfvenvermelde redenen noodiger is
dan ooit, en alleréerst ligt op den weg van
land- en tuinbouwer? Dat hot daarom go-
heel een zaak is van welbegrepen eigenbe
lang, dat land- en tvinbouwer optrpdon. :r«
woord en daad, als vogel- en dierenbescher
mers? Dat zij geen gelegenheid moeten la
ten voorbijgaan, in de praclijk van hun
bedrijf en in de samenleving, om hun na-
jj tuurlijke helpers ra den strijd tegen allerlei
schadelijk gedierte te beschermen, hij to
staan, waar hun bestaan of hun broed
plaatsen, hun holen en nrsfen. worden be
dreigd? B
Dr. P. J. M.CUYPERS
1827
16 Mei
1927
Pierre Cuypers, do grijze kerkebou-
wer
Niet anders hebben wij hem gekend,
dan als een grijsaard en alleen ouderen
van dagen kunnen zich den jongen Cuy
pers herinneren met zijn artisten-haardos
onder de slappe vilten hoed.
Maar in onze herinnering rijst hij op
als de oude kunstenaar met den aarts
vaderlijken baard en het hooge verstan
dige voorhoofd. Zijn gelaatstrekken ver
rieden de Limburgsche gemoedelijkheid,
maar achter het gouden lorgnetje schit
teren twee strijdlustige oogen.
Cuypers was hartstochtelijk tot op
hoogen leeftijd en hij moest het zijn in
zijn tijd zooals wij in den onzen. Als een
leeuw heeft hij zijn schoonheidsidealen
verdedigd, zich fel verweerd tegen hate
lijke aanvallen, daarbij dapper ter zijde
gestaan door zijn zwager Alberdingk
Thijm en den referendaris van Kunsten
en Wetenschappen Victor de Stuers.
th u C<*e! tr*° Yan v00raanslaande Ka"
tholiekcn is nauw verbonden met de her
bloei yan ons geloof in Nederland, die
zich uitte in het opsteken van ranke to-
renspitseii alom door den lande. Was
aan Thijms vurig woord en aan de
otuers' binnen- en buitenlandschen in
vloed veel te danken voor de herleving
Jjer bouwkunst, aan Cuypers was de
z*jn volgens zijn
Honderden kerken
plannen gebouwd, in den Haag en Am
sterdam, Delft, Breda, in andere steden
en in dorpen en twee kerken in Brussel.
Hij bouwde kloosters en pastorietïn en
bekroonde zijn levenstaak op heerlijke
wijze met den bouw van het Rijksmuseum
en het Centraal Station te Amsterdam.
Belangrijk waren ook zijn restauratie
werken aan gebouwen uit het grijs ver
leden; hij genoot daarin een Europeesche
vermaardheid. Zijn leermeester, de
Franschman Viollet-le-Duc, die zijn reu
zen-werk in Nederland aanschouwde,
zeide dat een man als Cuypers een le
gioen waard was. Door den aartsbisschop
van Mainz, den hekenden mgr. von Kelte
ier, werd hij belast met de restauratie
van den eerwaardigen dom. Hij werd be
noemd tot. „Doinbaumeister" en dat was
juist een kolfje naar zijn hand.
Cuypers had zich geheel verdiept in
de Middeleeuwen, en, hij leefde erin. Al
heeft met het grijzen van Cuypers haren
ook het neo-gothisch ideaal zijn glans
verloren wij mogen niet vergeten, dat
het stijlvolle werk der jongeren grooten
deels rust op de fundamenten door hem
gelegd. In een tijd van slapte en Jan
SalieTgeest op liet gebied van bouwkunst
(de beruchte „Waterstaatsslijl") heeft hij
weer bezieling gegeven, en, al waren zijn
beginselen niet oorspronkelijk, zij werden
met verfijnden smaak ea zonder slaaf-
sche navolging toegepast.
Hij was een pionier, evenals de
jongeren van thans. De architecten met
baanbrekende ide'bn kregen vroeger al
evenmin het vertrouwen van vele pas
toors als tegenwoordig, maar Cuypers
had het grooto voorrecht in zijn vader
stad Roermond „een bezielend monument
en een beschermend prelaat bijeen te
vinden''. Hij restaureerde op 23-jarigen
leeftijd de beroemde Münsterkerk on se
dert dien regende het opdrachten voor
kerkenbouw in Brabant en Limburg.
Daarna vestigde hij zich te Amsterdam,
waar hij o.a. stichtte de Vondelkerk, door
de Bazel een „harmonieuze compleetheid"
genoemd, en do St. "Willihrord hui ten de
Veste, na zijn dood pieus met den koe
pelbouw bekroond.
Tussclien de jaren 1885 en 1887 kwam
het Rijksmuseum tot stand. Een storm
van verontwaardiging is daarover opge
stoken. Het bouwwerk werd gecrilisccrd
en drukhesproken en vond geon genade
in de oogen der „kunstkenners'', die
daarbij echter door een anli-papistisch
gekleurde bril keken. Berlage noemde
het in onzen lijd een van de weinige
bouwwerken uit de 19e eeuw, die klas
sieke, d.w.z. blijvende waarde bezitten.
Maar toen was het veel te „Roomsch",
een seminariebocw en wat al niet meer.
Jan Holswilder toekende een ontegenzeg
gelijk geestige spotprent op de „inwij
ding van het Bisschoppelijk Palcis, ge
naamd het Rijksmuseum te Amsterdam'',
bij welke plechtigheid van misdienaars
en kerkvaandels het paepscho trio, dat de
bouw had doorgedreven, Cuypers, de
Stuers en Thijm, met bedeesde gezichtjes
op een bid-klcedje liggen neergeknield.
Toen de storm over het uitwendige van
hel museum wat .geluwd was, begonnen
de critici de inwendige verdeeling „af te
breken'' en vooral kwamen zij in opstand
over de slechte plaats aan Rembrandt's
Nachtwacht toebedeeld, terwijl 't juist Cuy
pers bedoeling was dit kunststuk te plaat
sen in de eerezaal, hef centrum van het
geheelo bouwwerk. Het gevolg was, dat
voor de nachtwacht aan het grootsche
geheel een kleine uithouw (de „bult")
werd gemaakt, maar thans, nu het in
zicht in kunstzaken zooveel helderder is
geworden, is „Do Nachtwacht" weer te
ruggebracht in de veel-gesmade, door
Cuypers er voor bestemde eere-zaal.
Hoe dankbaar mogen wij zijn, dat aan
Cuypers de opdracht voor het museum
is gegeven. De hemel beware wat zou
den wij traders gekregen hebben? Een
koepelbouw met allegorische beelden,
met gepleisterde zuilen in antieke vor
men, kortom een museum zooals er na-
tionaal-musea zijn in ieder groote stad
van Europa, zonder eenige oorspronke
lijkheid, zonder eenige bezieliyg. En ver
gelijk daarmede do sierlijke spitse torens
van het Rijksmuseum, die het geheels
nieuwe gedeelte onzer hoofdstad kenmer
ken, de' verfijnde en toch grootsche ver
houdingen. Daar zil rhytme en proportie
in, waarbij gemakkelijk vergeten wordt,
gelijk Cuypers het zelf over 't hoofd zag,
dat de details niet aan den sterken kant
zijn.
Toch, ondanks de strijd die hij voor
zijn kunst idealen had te voeren, werd
hij reeds bij zijn leven gewaardeerd
de Utrechtsche hoogcschool verleende
hem het doctoraat honoris causa en
wie zou er meer hoogachting cn waar-
doering verdienen dan deze man, die een
leven van ruim negentig maar al te korte
jaren heeft gezwoegd voor de herleving
der kerkelijke en profane bouwkunst in
Nederland. Hij bleef onvermoeid tot op
zijn ouden dag. Hij was do negentig jaren
rcods gepasseerd, toen hij nog friscli en
monter op kerkdaken klauterde en hooge
stellingen heklom. En hij ontzag zich
niet, gelijk in Brabant gebeurde, zelf
metselaar le worden, om aan den arbei
ders weer de zuiveregewelfbouw te lee-
ren, welke in dien tijd niet meer beoefend
werd.
Naast zijn zegevierende loopbaan als
kunstenaar, die de romantiek der Mid
deleeuwen in onzen tijd overbracht, was
hij ook werkzaam in sociale aangelegen
heden van 18911897 lid van don
Amsloulamschcn Gemeenteraad, waarbij
hij criliek niet spaarde, daarna van den
Rocrmondschen raad, waar op zijn ini
tiatief de progressie in de gemeentelijke
belasting werd ingevoerd.
Zoo was hij een kunstenaar, die met al
zijn romantische neigingen, met beide
bcencn in het werkelijke leven stond.
Nog slechts eenige jaren geleden is de
vurige grijsaard overleden. Zijn stoffe
lijk overschot werd plechtig in zijn va
derstad lej* aarde besteld. Op ziju doods
bed lag hij uitgestrekt, cn het Dominica
ner habijt was zijn doodskleed; op zijn
eigen aanwijzing was de plooienval ge
schikt volgons do regelen der kunst!
Innerlijk en uiterlijk een groot kunste
naar.