INGEZONDEN MEDEDEELING Groote brand op Sint Lucia. Carlries, tie hoofdstad van het eiland Sint Lucia in Britseh "West-Indië, met een bevolking van 6000 zielen, is grootendeels door brand vernield. Onder andere zijn de regecringsgebouwen in vlammen opge- gapersoonlijke ongelukken hebben niet plaats gehad. Groote brand in Roemenië. Te Alba Julia is het aartsbisschoppe lijk Paleis door een geweldgen brand in de asch gelegd. Eenige beambten, o.w. twee Roemeensche popen zijn om het le ven gekomen, terwijl verscheidene perso nen gewond werden. Groote postzegeldiefstal. In een Parijsch hotel zijn van een Duit- schen beeldhouwer, Kreuser geheeten, die bet internationaal philatelistisch congres kwam bijwonen, uit een album met een collectie van 1400 poszegels zeventien stuks van de waardevolste exemplaren ontvreemd. Twee er van, Mauritius-zegels worden elk op een waarde van 36.000 Het rustieke huwelijk van Pola Negri en haar Prins. Vroeger trouwden koningen met her dersmeisjes. In onze dagen trouwen prin sen met „sterren". En zoo is dan Zater dag Pola Negri te Seraincourt bij Parijs in den echt getreden met prins Gerge Mdi- vani. Zou dat stille dorpje Seraincourt wel ooit gedacht hebben, eens zulk een „evenement" te zullen aanschouwen? Vijf tig huizen telt het, rondom een begroeiden klokketoren. Maar 'de grooten dezer aarde hebben nu eenmaal hun grillen Voor de deur van het gemeentehuis ston den do dorpsjongens en -meisjes op een kluitje. De „groote trouwzaal" (och arm!) is op de eerste verdieping. Een dorpszaaltje met groen kleed op de tafel, een gietijzeren kachel en een gipsen borstbeeld, voorstel lend „de Fransche republiek". Om 4.80 ko men, op schellen van den achter de tafel gezeten burgervader, monsieur Mercier, Pola zij heet hier Apollonia Zomska en haar bruidegom binnen, en een oogen- blik daarna klinkt op de bekende sacra- menteele vragen een tweewoudig „ouil", bezegeld met een vluchtigen kus. Er wordt dan geteekend in de registers, door par tijen, ouders en getuigen. En toen kwamen, nadat men weer naar buiten was gegaan en voor den auto stond, de persfotografen en mitrailleerden: Le Prinrp et la Princesse Mdivani! Nederiandsch Oost-indië Gratieverzoek afgewezen. In de zaak tegen Hadji Abdoelman. Aneta seint uit Batavia: De Gouverneur- Generaal wees het verzoek om gratie van den wegens moord door den Landraad te Fort-van-der-Capellen op 10 November jl. ter dood veroordeelden Hadji Abdoelman af. BINNENLAND Moeilijkheden in de schoenindustrie. Men verdringt elkander op de Binnenlandse he markt. Wegens liquidatie van de Stoomschoen- fabriek „Hollandia" te Waalwijk werd, zooals kortelings gemeld, aan ongeveer 200 arbeiders hun dienstverband opge zegd. Dit ontslag heeft in do kringen van hen, die in de Langstraatsche schoenfa brieken hun bestaan vinden ongerustheid verwekt. Zelfs wordt hier en daar vrees geuit, dat, indien in den huidigen slechten toestand niet spoedig verbetering zou in treden, massaontslag onvermijdelijk zou zijn. Wat deze sombere voorspellingen waar is? Volgens den heer M. A. J. v. Liempt, secretaris der Kamer van Koophandel voor de Langstraat, met wien de verslag gever van de „Tel.'' een onderhoud had, alleen dit, dat alle verwachtingen ten spijt de schoenindustrie op 't oogenblik in on gunstiger conditie verkeert dan het vörige jaar om dezen tijd. Dat echter massaontslag zou dreigen, wenschte de heer Van Liempt zeer beslist tegen te spreken. Zoo heel gauw is men geneigd een of andere gebeurtenis van be- teekenis, wat de liquidatie van „Hollan dia'' inderdaad is, een algemeen karakter toe te kennen. De feiten liggen hier eenig- zins anders. Wij hebben hier te doen met eep geheel op zichzelf staand geval, al mag niet worden ontkend, dat de weinige geanimeerdheid in de schoenindustrie het liquidatie-besluit wel zal hebben bevor derden verhaast. Vermoedelijk zullen uil de geliquideerde N.V. „Hollandia" één of twee nieuwe ondernemingen worden ge boren. Tegenover de hier genoemde liquidatie en eenige slapte in sommige fabrieken staat flinke bedrijvigheid in andere fa brieken, ook in die welke nog kortelings haar zaken belangrijk hebben uitgebreid. Zijn er, naai; uw. inzien, bepaalde factoren aanwezig die geleid hebben tot den minder gunstigen toestand? De heer Van Liempt meende hierop ontkennend te moeten antwoorden. Het beste bewijs daarvoor, zeide hij, leveren de invoercijfers, die de laatste twee jaren geen noemenswaardige wijziging hebben ondergaan. De invoer van lederen schoenen be droeg nl. over 1926 936.478 paar met een waarde van 3.808.000 tegen resp 908.276 paar en 3.651.000 in 192.5 De uitvoer bedroeg voor ledren schoenen in 1926 309.131 paar met een waarde van 1.676.000 tegen 271.699 paar tegen een waarde van 1.559.000 in het jaar daar voor. Aangezien ook de algemeene economi sche toestand van ons land ten opzichte van het vorige jaar geen ongunstiger beeld vertoont is de heer Van Liempt dan ook van oordeel, dat de depressie in de schoen industrie een tijdelijk karakter zal dragen. Toch moet men, aldus de heer v. Liempt, ook hierbij weer voorzichtig zijn met het maken van conclusies. Er zijn nl. andere omstandigheden, die hun stempel druk ken op de huidige toestanden in deze in dustrie. Een daarvau is b.v. de belemmering van den uitvoer. Wij worden als 't ware ingesloten in een kring van tollen. Nu pas weer is aange kondigd een tariefsverhooging voor Dene marken, naar welk land de export den laatsten tijd zich zoo gunstig begon le ont wikkelen. Zoo gaat het telkens. Wanneer nieuw afzetgebied wordt veroverd, dreigt steeds dat afzichtelijke monster: invoertarief. Nu om een voorbeeld te noemen, de Fransche franc kans zou gaan geven voor export naar dat land, wordt een tariefsverhoo ging aangekondigd. Het gevolg hiervan is, dat de Brabantsche schoenen, die in 't buitenland steeds een goeden afzet von den, ten gevolge van de invoertarieven in den regel veel te duur worden. 1926 kon da nook niet meer halen het exportcijfer van 1924. Een ander, niet te onderschatten euvel is, dat de schoenindustrie, evenals zoo vele andere takken van nijverheid, be zwaard is met te hooge productiekosten. De oorzaak hiervan is, naar de secre taris meende, slechts te zoeken in den be perkten werktijd. In dit verband verwees hij ons naar de in Januari uitgesproken nieuwjaarsrede, waarin de voorzitter der Langstraatsche Kamer van Koophandel o.m. dit memoreerde, dat de beperking van den arbeidstijd zeer belemmerend werkt voor een bedrijf, waar arbeidsloon een belangrijke factor vormt in de kost prijsberekening. Deze beperking word te ernstiger, nu hij den toenemenden invloed der mode de sei zoenwisselingen der productie zoozeer gaan beinvloeden, dat de schoenindustrie meer en meer het karakter van een sei- zoenbedrijf gaat aannemen. Op onze vraag, op welke wijze hij zich een oplossing voorstelde, antwoordde de heer Van Liempt, dat in den winter en in 't voorjaar een langere en in den zo mer en het najaar kortere arbeidstijden zeer ten goede van het bedrijf zouden komen. Deze wenschen zullen vermoedelijk niet in vervulling gaan, gezien ljet Le kende feU, dat bij ministerieel besluit de regeling voor overwerkvergunningen is ingetrokken. Daar, zooals reeds opgemerkt, de schoen-export vrijwel onmogelijk wordt gemaakt, zien de fabrikanten zich genood zaakt, hun gezamenlijke productie op de binnenlandsche markt te brengen. Het ge volg hiervan ligt voor de hand. Men ver dringt elkander meer en meer. Is zulks op zichzelf reeds abnormaal, erger is nog, dat vele fabrikanten aan hun afnemers zoodanige leveringsfaciliteiten hebben ver- 49 ct. De beketide Fabrikaten der „Tricoline" Fabrieken. „Trivata" meest moderne dessins „Tremola" 100 c.M. br. noj/ i| in fijne parallelkleuren /2 „Truola" ion „t in streepen en ruiten I „Tricoline" in schitterende inr x sorteering "L VRIJ ENTREE VRIJ ENTREE 2652 leen-J, dat een eerlijke en gezonde con currentie daardoor zoo goed als onmoge lijk wordt. Bovendien hebben we hier, ik zou haast zeggen, een chronisch teveel aan winkels, die de bestaansmogelijkheid van vele on dernemers in gevaar brengen. Ik stel de zaken werkelijk niet te som ber, zeide de heer Van Liempt, als ik ver klaar, dat de winkeliers elkander failliet concurreeren. Ik zei het u al: het schoenbedrijf is de laatste jaren zeer sterk aan de mode on derhevig geworden. Wil een winkelier nu „bij" blijven, welnu dan is hij genoodzaakt zijn schoenenvoorraad bij elke seizoens wisseling met de nieuwste modellen te completeeren. Niet zelden komt 't voor, dat zoon „detaillist" met een belangrijk deel van z'n mode-artikel blijft zitten Ten einde zoolang mogelijk tegen 't groot winkelbedrijf te kunnen concurreeren wordt maar al te vaak de toevlucht geno men tot het verkoopen voor een bedrag, dat den koslenden prijs nauwelijks te bo ven gaat. Het zal wel niemand bevreem den dat de winkelier, die met een zeer ge ringe must noodgedwongen genoegen neemt, behalve zichzelf ook den fabrikant dupeert. Wat do secretaris der Kamer v. Koop handel ten slotte in het belang van de schoenindutrie wenschelijk acht is, dat ook al in verband met het gewijzigd ka rakter van het bedrijf een mildere re geling van de arbeidstijden tot stand komt voorts minder overheidsbemoeiing en last not least: wegneming van uitvoerbelem- oringen, de sta-in-den-weg voor de naar expansie strevende schoenindustrie. Middensfandsraad en valuta-concurrentie. Verschenen is het verslag der werk zaamheden van den Middenstandsraad ever 1926. In het afgeloopen jaar heeft de Minis ter van Arbeid, Handel en Nijverheid met den raad een correspondentie gevoerd over de moeilijkheden, ontstaan door do valuta- concurrentie en den raad verzocht zoo mo gelijk inlichtingen te verstrekken, die den minister in staat konden stellen een inzicht te krijgen omtrent den abnormalen invoer uit België en Frankrijk en de daaruit voortvloeiende nadeelige gevolgen, oen en ander voor zoover aangaat de specifieke middenstandsbedrijven in de grensstreken. Zoo werden meer brieven van eenige K. v. K. en van gemeentebesturen in het Zuiden des lands ontvangen, waarin aangedrongen werd op het nemen van maatregelen ter bestrijding der valuta-concurrentie. Het gevolg was, dat de Middenstandsraad een Commissie van Onderzoek instelde, welke commissie eind 1926 echter nog niet ge reed was met haar rapport. Voorts wordt in het jaarverslag gewag gemaakt van de bemoeiingen van den Raad in zake den arbeidstijd voor slagers winkels. Beschouwingen worden gegeven over middenstandsvoorlichting, enz. Gen. A. A. J. Quanjer. t Te 's-Gravenhage is overleden luitenant- generaal b. d A. A. J. Quanjer, oud-in specteur van den Geneeskundigen Dienst der landmacht, in den ouderdom van 75 jaar. LUCHTVAART DE VERMISTE OCEAANVLIEGERS. Zijn Nungesser en Coli in de wildernis gedaald? De berichten uit New Foundland, die wijzen op de mogelijkheid, dat Nungesser en Coli daar ergens in de wildernis zijn neergekomen, worden iets uitvoeriger. Gis teren hebben drie personen beweerd dat zij het vliegtuig Maandagmorgen vroeg ge zien hebben, terwijl het in Noord-Westelij ke richting vloog. Een van deze drie men- schen, een oude inwoonster van Harbour Grace (New Foundland), meende eerst, dat zij twee vogels had gezien, doch nu gelooft zij, dat het een vliegmachine is geweest. Twee boeren, die dicht bij genoemde plaats wonen, verklaren, dat zij het geluid van den motor hebben kunnen hooren 15 mi nuten. nadat zij het vliegtuig in den mist uit het oog hadden verloren. Er wordt een onderzoek ingesteld naar do gegrondheid van berichten uit Whit- bourne, 60 mijl van St. Johns, dat daar Maandagmorgen een vliegmachine gehoord zou zijn, waarop even later een ontploffing zou zijn gevolgd. Van m'n Boekentafel BOEKEN. „De Vriend van den H. Anto- nius", gebedenboek door P. Si mon, Bennebroek. Vierde druk. Firma P. J. Simons v. d. Broek, Rotterdam. Dat dit boekje de vierde druk heeft, loont wel aan, dat het er is ingegaan. En dat pleit voor degenen, die het koopenl Goedo waar behoeft geen krans. Het kerkboek is goedkoop. Do druk is heel goed; verder heeft de uitgeefster aan de afwerking vrij goede zorg be steed. God is liefde. Novene ter eere van den Heiligen Geest door den H. Kerkleeraar Alfonsus Maria de Liguari. Uitgegeven door Martin Stoics G.s.s.R. J. J. Ramen en Zonen, Roermond. De schrijver is alleszins waarborg, dat ihcr iets geboden wordt van hcleekenende waarde voor het godsdienstig leven. Paus Leo XIII klaagde er in een rond zendbrief van 7 Mei 1899 over, dat de allerheilzaamste godsvrucht jegens den derden Persoon der allerheiligste Drievul digheid door vele Christenen zoo jam merlijk vrwaarloosd wordt. De gebeden, die de schrijver aanbiedt, zijn genomen naar overwegingen, welke Sint Alfonsus in 1767 uitgaf als novene ter voorbereiding op het Pinksterfeest. Moge het hoekje z'n weg vinden. De uitgeefster heeft het uiterst keurig ver zorgd. UIT DE LANDBOUWWERELD Ccntrcle-onderzcek nog niet overbodig. Ach neen! Als wij het Verslag der Proef stations over 19251926 doorbladeren, worden wij opnieuw daarvan overtuigd. Laat ik enkele grepen voor U mogen doen! Van een 100-tal aangeboden monsters am moniak super was het gehalte lager dan de garantie, en bij een 30-tal werd de geoor loofde speling overschreden; hij 91 mon sters kalibemestingszout 40 pel. ging het geh&lte onder de garantie met overschrij ding der spelen, en bij 116 monsters Tho- masmeel was dit het geval. Meerdere monsters kalkmergel waren van onvol doend gehalte èn van onvoldoende fijnheid. Van de aangeboden lijnkoek en -meel- monsters bleken 95procent zuiver; dit was gunstiger dan in 1924'25, toen was dit maar 82/4 pet. Van 43 monsters sesam- koek en -meel waren er 6 onvoldoende zui ver; 14 monsters soyakoek en -meel had den een te hoog vochtgehalte en een 12-tal bevatten te veel minerale bestanddeelen. Behalve de Controle-dienst is er aan de Proefstations nog oen Opsporingsdienst verhonden. Controleurs gaan er op uit, den boer op, en nemen gaarne monsters mee van partijen en partijtjes, waarvan onder zoek niet noodig is geacht. Dat deze dienst verkeerde practijken aan het licht moest brengen, is duidelijk. Zoo moest in het vo rige jaar door het Station voor Zaadcon trole in 33 gevallen proces-verbaal worden opgemaakt ivegens levering van zeer min derwaardige ou waardelooze partijen zaai zaad. Niet minder dan 161 waarschuwin gen werden verzonden voor den verkoop van slechte kwaliteiten zaaizaad, waaron der een 20-tal voor leveringen van zaad waarvan de gezondheidstoestand onvol doende was. Een belangrijk deel dezer waarschuwingen waren gericht lol zaad handelaren. die tot dusver nog niet door de controleurs waren bezocht. Slechts en kelen der vroeger reeds gewaarschuwdcn zeilen hun knoeibedrijf van het vorige jaar voort; de controle op deze firma's zal nog worden verscherpt en daardoor het knoeien onmogelijk worden gemaakt. Met betrek king tot het veevoeder werd door het des betreffende Proefstation eegen 10 perso nen 15 processen-verbaal opgemaakt. Meer dan 400 monsters werden door de contro leurs meegebracht: Verschillende onzuiver heden werden bij onderzoek gevonden, als: lijnmeel bevatte zeer veel opveegsel, erw- lenmeel bestond uit een mengsel van ge malen erwten, gemalen graan en maismeel. Z.g. vischmeel was diermeel enz. Do opspo ringsdienst van Maastricht constateerde o m.: dat een monster kamcrplantenmcst bestond uit lurfstrooisel, klaarblijkelijk be vochtigd met een oplossing van Chilisalpc- ter; dat van 2 monsters kalkmergel niet één aan de garantie voldeed: dat een mon ster „Groeikracht", betaald met 4.per 2.5 Kilo, bestond uit een mengsel van ka- toenzaadmeel en beendermeel; dat van 26 monsters Thomasmeel 6 niet voldeden aan de garantie, enz. enz. Van de gerechtelijke vervolgingen noemen we: 2 maal 100. boete of 100 dagen hechtenis en puhlicafio van het vonnis, en 2 maal f 15 hoolo Korte wenken en mqt'? Bloedluis kent iedere fruitkweeker wel, helaas. Zij^komt in wollige kolonies voor aan takken en staramen, en ook wol, meer verborgen, boven aan den wortel en achter de schors. Maar nu heeft men haar het vorige jaar, aan het Instituut voor Plan- tenbescherming te Landsberg aan do Wartho zelfs binnen in de vruchten ont dekt. Aangetaste appels (Witte Calville) hadden bruin vleesch, uitgaande van liet klokhuis, gekregen; de bloedbddom was ingezonken en in de holte bevond zich een formecle bloedluiskolonie. Nog iets an ders valt van do wollige bloedluis te vor meiden. Een hoomkwepker te La Rivièro Saint-Sauveur (Calvados) bestrijdt haar met Alphelinus Mali, een woekerdier, welks aanwezigheid de bloedluis doet ver dwijnen. Appelböomen, waarop Alphelinus Mali werd neergezet, werden spoedig ge zuiverd en gezond. De woekerdioron ver spreiden zich op honderden motors af stand. Verschillende eigenaars uit den om trek vroegen nu om koloniën (e mogen ontvangen voor hun boomgaarden, daar ze verbaasd stonden over den uitslag. Bordauxsch pap is een oud beproefd sproeimiddel tegen schurftziekte hij peren, dat nooit eenige blad- of vruchtenbeschadi- ging hooft gegeven Wee! rjl? Weet gij: dat in 1926 te Londen voor één en oen kwart millioen vogelkoppen zijn verhandeld, en een nog grooter aantal vel len van groote en kleine dieren, om lot bont te worden bewerkt? Dat. hieronder een enorm aantal zijn afkomstig van voor land en tuinbouw nuttige dieren? Dat de schade, hierdoor berokkend,, hoewel natuurlijk niet onder cijfers to brengen, enorm groot moet zijn? Weet gij: dat ook do ontginning oor zaak is, dat de vogelwereld gestadig ge dund wordt, omdat daardoor de gelegen- beden om rustig en veilig te broeden, steeds minder worden? Weet gij: dat oolr door den machinalen arbeid vele nesten worden verstoord en vernield, waardoor nut tige weidevogels als kieviten minder dan vroeger worden gevonden? Weet gij: dat bescherming van vogels en van verschil- ltnde voor land- i n tuinbouw nuttige die ren om brfvenvermelde redenen noodiger is dan ooit, en alleréerst ligt op den weg van land- en tuinbouwer? Dat hot daarom go- heel een zaak is van welbegrepen eigenbe lang, dat land- en tvinbouwer optrpdon. :r« woord en daad, als vogel- en dierenbescher mers? Dat zij geen gelegenheid moeten la ten voorbijgaan, in de praclijk van hun bedrijf en in de samenleving, om hun na- jj tuurlijke helpers ra den strijd tegen allerlei schadelijk gedierte te beschermen, hij to staan, waar hun bestaan of hun broed plaatsen, hun holen en nrsfen. worden be dreigd? B Dr. P. J. M.CUYPERS 1827 16 Mei 1927 Pierre Cuypers, do grijze kerkebou- wer Niet anders hebben wij hem gekend, dan als een grijsaard en alleen ouderen van dagen kunnen zich den jongen Cuy pers herinneren met zijn artisten-haardos onder de slappe vilten hoed. Maar in onze herinnering rijst hij op als de oude kunstenaar met den aarts vaderlijken baard en het hooge verstan dige voorhoofd. Zijn gelaatstrekken ver rieden de Limburgsche gemoedelijkheid, maar achter het gouden lorgnetje schit teren twee strijdlustige oogen. Cuypers was hartstochtelijk tot op hoogen leeftijd en hij moest het zijn in zijn tijd zooals wij in den onzen. Als een leeuw heeft hij zijn schoonheidsidealen verdedigd, zich fel verweerd tegen hate lijke aanvallen, daarbij dapper ter zijde gestaan door zijn zwager Alberdingk Thijm en den referendaris van Kunsten en Wetenschappen Victor de Stuers. th u C<*e! tr*° Yan v00raanslaande Ka" tholiekcn is nauw verbonden met de her bloei yan ons geloof in Nederland, die zich uitte in het opsteken van ranke to- renspitseii alom door den lande. Was aan Thijms vurig woord en aan de otuers' binnen- en buitenlandschen in vloed veel te danken voor de herleving Jjer bouwkunst, aan Cuypers was de z*jn volgens zijn Honderden kerken plannen gebouwd, in den Haag en Am sterdam, Delft, Breda, in andere steden en in dorpen en twee kerken in Brussel. Hij bouwde kloosters en pastorietïn en bekroonde zijn levenstaak op heerlijke wijze met den bouw van het Rijksmuseum en het Centraal Station te Amsterdam. Belangrijk waren ook zijn restauratie werken aan gebouwen uit het grijs ver leden; hij genoot daarin een Europeesche vermaardheid. Zijn leermeester, de Franschman Viollet-le-Duc, die zijn reu zen-werk in Nederland aanschouwde, zeide dat een man als Cuypers een le gioen waard was. Door den aartsbisschop van Mainz, den hekenden mgr. von Kelte ier, werd hij belast met de restauratie van den eerwaardigen dom. Hij werd be noemd tot. „Doinbaumeister" en dat was juist een kolfje naar zijn hand. Cuypers had zich geheel verdiept in de Middeleeuwen, en, hij leefde erin. Al heeft met het grijzen van Cuypers haren ook het neo-gothisch ideaal zijn glans verloren wij mogen niet vergeten, dat het stijlvolle werk der jongeren grooten deels rust op de fundamenten door hem gelegd. In een tijd van slapte en Jan SalieTgeest op liet gebied van bouwkunst (de beruchte „Waterstaatsslijl") heeft hij weer bezieling gegeven, en, al waren zijn beginselen niet oorspronkelijk, zij werden met verfijnden smaak ea zonder slaaf- sche navolging toegepast. Hij was een pionier, evenals de jongeren van thans. De architecten met baanbrekende ide'bn kregen vroeger al evenmin het vertrouwen van vele pas toors als tegenwoordig, maar Cuypers had het grooto voorrecht in zijn vader stad Roermond „een bezielend monument en een beschermend prelaat bijeen te vinden''. Hij restaureerde op 23-jarigen leeftijd de beroemde Münsterkerk on se dert dien regende het opdrachten voor kerkenbouw in Brabant en Limburg. Daarna vestigde hij zich te Amsterdam, waar hij o.a. stichtte de Vondelkerk, door de Bazel een „harmonieuze compleetheid" genoemd, en do St. "Willihrord hui ten de Veste, na zijn dood pieus met den koe pelbouw bekroond. Tussclien de jaren 1885 en 1887 kwam het Rijksmuseum tot stand. Een storm van verontwaardiging is daarover opge stoken. Het bouwwerk werd gecrilisccrd en drukhesproken en vond geon genade in de oogen der „kunstkenners'', die daarbij echter door een anli-papistisch gekleurde bril keken. Berlage noemde het in onzen lijd een van de weinige bouwwerken uit de 19e eeuw, die klas sieke, d.w.z. blijvende waarde bezitten. Maar toen was het veel te „Roomsch", een seminariebocw en wat al niet meer. Jan Holswilder toekende een ontegenzeg gelijk geestige spotprent op de „inwij ding van het Bisschoppelijk Palcis, ge naamd het Rijksmuseum te Amsterdam'', bij welke plechtigheid van misdienaars en kerkvaandels het paepscho trio, dat de bouw had doorgedreven, Cuypers, de Stuers en Thijm, met bedeesde gezichtjes op een bid-klcedje liggen neergeknield. Toen de storm over het uitwendige van hel museum wat .geluwd was, begonnen de critici de inwendige verdeeling „af te breken'' en vooral kwamen zij in opstand over de slechte plaats aan Rembrandt's Nachtwacht toebedeeld, terwijl 't juist Cuy pers bedoeling was dit kunststuk te plaat sen in de eerezaal, hef centrum van het geheelo bouwwerk. Het gevolg was, dat voor de nachtwacht aan het grootsche geheel een kleine uithouw (de „bult") werd gemaakt, maar thans, nu het in zicht in kunstzaken zooveel helderder is geworden, is „Do Nachtwacht" weer te ruggebracht in de veel-gesmade, door Cuypers er voor bestemde eere-zaal. Hoe dankbaar mogen wij zijn, dat aan Cuypers de opdracht voor het museum is gegeven. De hemel beware wat zou den wij traders gekregen hebben? Een koepelbouw met allegorische beelden, met gepleisterde zuilen in antieke vor men, kortom een museum zooals er na- tionaal-musea zijn in ieder groote stad van Europa, zonder eenige oorspronke lijkheid, zonder eenige bezieliyg. En ver gelijk daarmede do sierlijke spitse torens van het Rijksmuseum, die het geheels nieuwe gedeelte onzer hoofdstad kenmer ken, de' verfijnde en toch grootsche ver houdingen. Daar zil rhytme en proportie in, waarbij gemakkelijk vergeten wordt, gelijk Cuypers het zelf over 't hoofd zag, dat de details niet aan den sterken kant zijn. Toch, ondanks de strijd die hij voor zijn kunst idealen had te voeren, werd hij reeds bij zijn leven gewaardeerd de Utrechtsche hoogcschool verleende hem het doctoraat honoris causa en wie zou er meer hoogachting cn waar- doering verdienen dan deze man, die een leven van ruim negentig maar al te korte jaren heeft gezwoegd voor de herleving der kerkelijke en profane bouwkunst in Nederland. Hij bleef onvermoeid tot op zijn ouden dag. Hij was do negentig jaren rcods gepasseerd, toen hij nog friscli en monter op kerkdaken klauterde en hooge stellingen heklom. En hij ontzag zich niet, gelijk in Brabant gebeurde, zelf metselaar le worden, om aan den arbei ders weer de zuiveregewelfbouw te lee- ren, welke in dien tijd niet meer beoefend werd. Naast zijn zegevierende loopbaan als kunstenaar, die de romantiek der Mid deleeuwen in onzen tijd overbracht, was hij ook werkzaam in sociale aangelegen heden van 18911897 lid van don Amsloulamschcn Gemeenteraad, waarbij hij criliek niet spaarde, daarna van den Rocrmondschen raad, waar op zijn ini tiatief de progressie in de gemeentelijke belasting werd ingevoerd. Zoo was hij een kunstenaar, die met al zijn romantische neigingen, met beide bcencn in het werkelijke leven stond. Nog slechts eenige jaren geleden is de vurige grijsaard overleden. Zijn stoffe lijk overschot werd plechtig in zijn va derstad lej* aarde besteld. Op ziju doods bed lag hij uitgestrekt, cn het Dominica ner habijt was zijn doodskleed; op zijn eigen aanwijzing was de plooienval ge schikt volgons do regelen der kunst! Innerlijk en uiterlijk een groot kunste naar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1927 | | pagina 5