INGEZONDEN MEDEDEELING
fant gisterennacht te l uur heeft een te
Deventer studeerend jongmensch, zekere
Bijdendijk, het hout met benzine begoten
en in brand gestoken, zoodat de mijt vrij
val geheel is vernield. Bijdendijk was met
een kano er heen gegaan en werd, toen hij
terugkeerde aan den rivieroever, door do
politie gepakt.
iuitenl. Berichten
ONGELUKKEN.
DE OVERSTROOMING IN DE V. S.
Eerst over een week zal men den geheelen
toestand kunnen overzien.
Geen vrees voor nieuw verlies
aan me n s c b c 11 levens.
Minister Hoover heeft in zijn rapport
aan president Coolidge aangaande do
overstroomingen van den Mississippi me
degedeeld, dat het hoogste deel der over-
etrooming nog zeven dagen van zijn uit
laai in de golf van Mexico is verwijderd.
Nog meer doorbraken van dijken zijn niet
uitgesloten,zoodat men eerst over een
week den geheelen toestand kan overzien
De arbeid der gezondheidsdiensten
moet volgens Hoover nog 46 weken, na
dat do overstrooming baar hoogste punt
bereikt heeft, voortgezet worden. Als de
bevolking weer is teruggekeerd, zal men
haar moeten voorzien van gereedschap
pen, vee, voedsel, etc., terwijl eenigen tijd
toezicht zal moeten worden gehouden bij
den wederopbouw.
Het reddingswerk is thans zoo goed
georganiseerd, dat verder verlies van
menschenlevens niet behoeft te worden
gevreesd.
Er bestaat nog gevaar voor een door
braak op het deltapunt tegenover Vicks-
burg, evenals op een punt 5 mijl ten zui
den van Vidalia tegenover Natchez.
Gisteravond werd gemeld, dat modderig
water door den dijk sijpelt, hetgeen als
een voorbode van een doorbraak wordt
beschouwd.
Twee nieuwe dijkbreuken.
Nader wordt uit New-York geseind. Er
zullen nog twaalf watervliegtuigen uit
Florida naar do overstroomde gebieden
worden gezouden. Twee nieuwe dijkbreu
ken hebben plaats gehad tusschen Nat
chez en Baton Rouge, waardoor de on
middellijke komst van een escadrille wa
tervliegtuigen voor hulpverleening aan de
vluchtelingen noodzakelijk wordt. Er zijn
reeds vijftien watervliegtuigen te Baton
Rouge.
Uitbreiding der overstrooming.
Uit Toronto meldt de „Times": De over-
etrooming van de Assinboine-rivier heeft
de tijdelijke dijken te Brandon en Mani
toba weggespoeld en 400 huizen zijn door
het water omgeven. Een groot aantal in
gezetenen heeft de waarschuwing der
regeering opgevolgd en verlaat de hui
zen. Het water is in 24 uur 40 c.M. geste
gen. Er worden nu nooddijken aangelegd
om de voornaamste straten der stad te
beschermen, terwijl maatregelen worden
genomen om hulp te kunnen bieden aan
degenen, die door de overstrooming van
hun land van hun middelen van bestaan
zijn beroofd.
Ook Noor d-L o u i s i a n a
overstroomd.
Do overstrooming van de Mississippi
heeft zich thans ook uitgebreid tot het
dichtbevolkte Noord-Louisina. De bewo
ners veria ten do boerderijen en trekken
naar hooger geiegen gedeelten van het
land.
Aardbeving te Johannesburg.
Uit Johannesburg wordt gemeld: In de
geheele stad werd een aardbeving waar
genomen, die een halve minuut aanhield.
Tegelijkertijd had een aardstorting plaats
in het dorp Deep, waardoor twee inlan
ders werden gedood en vijf gewond.
Het banderollen-proces.
Een der beklaagden
verdwenen.
Te Berlijn is Maandag het geding be
gonnen tegen de 14 daders van en mede
plichtigen aan de inbraak in het to Dah-
lem gelegen magazijn van 't ministerie v.
financiën, waarin de banderolles van si
garetten en sigaren zijn opgeslagen. Deze
Inbraak is op 5 Dec. 1926 gepleegd er zijn
voor 400,000 mark aan banderolles gestol-
len. Een groot deel was reeds verdwenen
toen de politie in het begin van dit jaar
de verdachten arresteerde. Waarschijnlijk
zijn er heel wat in handen geraakt van do 1
bende, die zich later heeft schuldig ge
maakt aan de banderollen-vervalsching
op groote schaal, welke onlangs is ontdekt.
De voornaamste beklaagden in dit pro
ces zijn de slotemakcr Fritz Marschal, de
veehandelaar Otto Müller, de mechaniciëu
Karl Spag en de kellner Richard Enders.
Laatstgenoemde staat terecht wegens he
ling. Hij heeft voor den verkoop van den
buit gezorgd en daarvoor 18,000 mark ge
kregen.
Marschall en Müller bekennen; Spang
verklaarde van niets te weten en Enders
beweerde, dat hij niet heeft vermoed met
gestolen goed te doen le hebben.
Gisterochtend, bij de voorzetting van 't
proces, werd de eenigszins sensationeelo
mededeeling gedaan, dat Spang in den
afgeloopen nacht spoorloos uit het huis v.
bewaring verdwenen was. Hij is blijkbaar
ontsnapt.
De verdediger van S. trachtte de ver
dwijning van zijn cliënt te verontschuldi
gen en vroeg scheiding van diens zaak
van de overige, doch de rechtbank wees
dit verzoek af en zette de behandeling in
afwezigheid van Spang voort.
Vrijheidsberooving.
De heer Friedrich Gunter, eigenaar
van een gTOote Berlijnsche melkerij werd
Zaterdagavond per brief ontboden door
den direcetur van het particuliere ge
sticht voor zenuwlijders, die naar hij be
weerde met Gunter wilde onderhandelen
over de levering van melk aan zijn ge
sticht. Toen de heer Gunter ter plaatse
verscheen werd hij door twee verplegers
ontvangen; deze kleedden hem uit en in
terneerden hem, ondanks zijn protest, in
een slaapzaal, waarin zich drie krankzin
nigen bevonden. Den volgenden dag werd
de heer Gunter onderzocht door den lei
denden geneesheer van het gesticht; toen
die constateerde, dat hij geheel normaal
was liet mon hem weer gaan. Toen de heer
Gunter naar zijn woning terugkeerde bleek
dat tijdens zijn afwezigheid het geheele
huis was leeggeplunderd. Terwijl Gunter
namelijk werd vastgehouden in het sana
torium verschenen in zijn woning zijn
van hem gescheiden levende vrouw met
haar zoon die alles ontvreemdden wat van
hun gading was. Uit het onderzoek is ge
bleken, dat de vrouw van Gunter zich Za
terdagochtend bij den directeur van het
gesticht had vervoegd en beweerde dat de
geestestoestand van haar man veel te wen-
schen overliet. Om nu den man, zonder
achterdocht op te wekken, naar het ge
sticht te lokken werd een gefingeerde brief
geschreven betreffende de levering van
melk.
De heer Gunter heeft bij de poitie een
klacht ingediend tegen de in deze zaak
betrokken personen.
Een vorstelijke gift.
Baron Edmond Rothschild heeft een
gift verstrekt van 30 millioen francs voor
de oprichting van een biologisch insti
tuut, dat zich in het bijzonder zal bezig
houden met de bestudeering van de che-
misch-physikalische functies van het
menischelijk lichaam en in het bijzonder
van de functies van de klieren.
Vermindering in het rooken van sigaren.
Op het congres van tabakshandelaren
Maandag te Londen gehouden deelde de
voorzitter mee, dat het rooken van siga
ren de laatste vijf en twintig jaar in En
geland een voortdurende vermindering
vertoont.
De Amerikanen rooken een sigaar op
14 sigaretten, de Franschen een op 40,
doch de Engelschen een op 400. Ih Ame
rika is in de laatste tien jaar het ver
bruik van sigaren verminderd van 8 mil
liard op 700 millioen.
Bij het diner, dat na het congres werd
gehouden, werd den eere-voorzitter, lord
Birkenhead een sigaar aangeboden van
een halven meter.
Toen ging hij naar het ziekenhuis.
Uit Elizabeth (New-Jersey) wordt ge
meld: Om een weddenschap van twee dui
zend dollar te winnen heeft George Hughes
uit Elizabeth honderdzeven uur zonder te
stoppen in een auto rondgetold. Toen ging
hij naar het ziekenhuis.
FINANCIËN EH 0EC0N0MIE.
DE INTERNATIONALE ECONOMISCHE
CONFERENTIE VAN 1927.
Naar handelsvrede.
Vandaag wordt 'n internationale econo
mische conferentie, bijeengeroepen door
II UW KINDERWAGENS
I Deze wagen in zes kleuren voorradig
#27.50
den volkenhond, to Genève geopend. De
heer Loucheur heeft namens Frankrijk aan
de assemblée van 1925 voorgesteld deze
conferentie te houden. Het plan werd aan
genomen en de voorbereidingscommissie,
belast met de samenstelling van het pro
gramma, heeft haar taak volbracht.
Dit besluit beantwoordt aan de inter
nationale economische belangstelling,
doch bovendien aan een politieke ge
dachte. Het voornaamste doel van den
volkenhond is den vrede onder de volken
te organiseeren, en, aangezien in de moes
te gevallen oorlogen ontstaan door econo-
mischen wedijver, was men van meening,
dat naast de regeling van arbitrage, vei
ligheid en beperking der bewapening,
eveneens het economische wereldleven in
harmonische banen geleid moet worden.
Dit is van het meest dringende belang,
want do chaotische toestand, waarin de
wereld sinds den oorlog geraakt is, kan
nieuwe conflicten in het leven roepen.
Het voorbereidingscomité, samengesteld
in 1925, bestond uit mannen met een per
soonlijke ervaring op industrieel, com
mercieel eh landbouwkundig gebied; deels
zijn zij zeer deskundig in economische
vraagstukken, deels vertegenwoordigen
zij het standpunt der arbeidersklasse en
der verbruikers. Do comité-leden moesten
niet als regeerings-afgevaardigden, doch
als experts to werk gaan. Hun taak be
stond in het afbakenen van internationale
»- rcLictionisme.
Na den oorlog maken we een ware ont
ketening van het protectionisme mee. De
Vereenigde Staten, die door hun gesloten
markten zelf in al hun waren voorzien,
laten we buiten beschouwing; in Europa
evenwel, zooals in de landen van Cen
traal Europa, die economisch van hun
buren afhankelijk zijn, is het gemiddelde
tarief gestegen tot een heffingsrecht, dat
vóór den oorlog zou zijn doorgegaan voor
een economische oorlogsbelasting. Zelfs
gaat het tarief geheven op wijn vaak tot
het drievoud der waarde. Handelsverdra
gen staan hier machteloos tegenover.
Sommige staten hebben een vast tarief,
dat door speciale overeenkomsten ver
laagd kan worden, doch het grondtarief
gaat soms tot het vijfvoud of het tienvoud
der waarde. Zoo kan een handelsverdrag
geen werkelijke concessies in zich sluiten.
Het drakonische tariefstelsel wordt dik
wijls onmiddellijk in werking gesteld, en
wel, voordat men tijd heeft gehad het
door conventies te verzachten. Tengevolge
van een dergelijke handelwijze wordt soms
het handelsverkeer óf sterk beperkt, óf
voor eenigen tijd geheel opgeheven. Ande
re staten hebben een dubbel maximum en
minimum tarief en trachten door plooi
baarheid him tarief-vrijheid to behouden.
De eerste taak is dus om overal billijke en
gematigde tarieven te verkrijgen. Het is
aan do regeeringen hieraan te voldoen.
Productie-organisatie.
De internationale organisatie der pro
ductie betreft meer in het hijzonder de
particuliere groepen. Het staatkartel is
hiervan een goed voorbeeld. De kartelpo-
litiek is een veelbesproken onderwerp, en
men ziet hierin zoowel een politiek als
een sociaal gevaar. Een politiek gevaar,
omdat elk land er naar streeft op te wer
ken tot een autonome markt en beducht
is voor afhankelijkheid van buitenland-
schc industrie. Een sociaal gevaar, omdat
men vreest, dat de in een kartel verhon
den producenten onderling te hooge prij
zen aan de verbruikers opleggen. Toch
moet er gekozen worden tusschen con
currentie- en entente-politiek, die alleen
tot vrede kan leiden; tusschen het systeem
waarin de industrie werkt voor een be
perkte markt tegen hooge algemeene kos
ten of de Amerikaansche methode, die
aan de industrie een ruim afzetgebied
laat, zoodat het seriewerk kan worden
toegepast en tengevolge daarvan de in
koopsprijs verlaagd en de loonen ver
hoogd kunnen worden. De industrie-kar-
teUiseering kan gunstig werken op voor
waarde, dat zij onder toezicht staat; dit
toezicht nu zal het onderwerp van een
der besprekingen der conferentie moeten
worden.
GELDKWESTIES.
ni.
Geldmachines.
Den vorigen keer zijn wij in vluchtig
contact geweest met een circulatiebank, u
weet wel zoo'n bank, die almaar papier
tjes van 25, 100 en 1000 uitgeeft.
Jammer dat het contact zoo uiterst
vluchtig geweest is, anders was er allicht
kans geweest, dat deze machtige bank, bij
wie do biljetjes zoo maar op den rug schij
nen to groeien, eens genadig een slordig
handjevol van die vodjes had uitgedeeld.
Wie in het veen zit, kijkt immers niet op
een turfje en wie zoo dik in de papieren
zit, kan er best een paar missen. Als de
Ned. Bank biljetten te kort komt, laat zij
eenvoudig de bankbiljettenpers even
draaien en de bankjes van duizend komen
eruit, net als bij ons de kranten, wanneer
de rotatiepers aan 't draaien is. 't Is toch
maar heerlijk; je moest zoo'n machientje
bij jo thuis hebben. Als dan de huisbaas
op visite komt of de deurwaarder met een
dwangbevelletje en je hebt geen roode cent
in je portemonnaie, dan trek je geen huil-
gezicht, dan vloek je niet noch heraam je
zelfmoord-plannen, maar je daalt eenvou
dig af in den kelder of jo stijgt naar den
zolder of waar dat geldmachientje staat,
je doet een paar slagen aan den slinger
en je duwt den verbluften meneer een dui-
■ïend-guldenbiljet onder z'n neus.
„Meneer, hebt u daarvan terug?"
Zouden wij dien geldpers niet eens een
paar dagen van de Ned. Bank kunnen
leenen? Waarschijnlijk is de bank daar
voor niet to vinden, maar als ze het doen
zou, zou zij er toch een waarschuwing aan
toe voegen: „Wees voorzichtig met dat
ding. Want je kunt er maar niet op los
draaien". Dat kan niet eens zoo'n machtig
instituut als de Ned. Bank. Als die maar
zooveel papier geld kon uitgeven als zo
wilde, dan had ze het allang gedaan.
Teveel deugt niet.
Wat zouden wij een volk van geldmag
naten zijn, als de Bank haar pers maar
liet doordraaien en met volle handen haar
briefjes onder het volk uitdeelde. Wij zou
den erger zijn dan de Amerikanen.
Waarom zou de Bank niet zoo royaal
kunnen zijn?
Ze zou ons in korten tijd radicaal op de
flesch hel* en! In plaats van een volk van
louter geldmagnaten zouden wij een volk
van louter armoedzaaiers worden. Tewei-
nig geld hebben is lastig, maar als een
volk teveel geld heeft, is dat ook lastig; cn
als het teveel papiergeld heeft wordt het
zelfs critiek. Herinnert u zich maar eens,
hoe eenige jaren geleden de Duitschers
rondliepen niet met duizenden, qiet met
millioenen, niet met milliard^, maar met
billioenen en trillioen»» marken in hun
zakken. En to oh waren wij Hollanders met
één briefje van 'f 10 rijker dan de Duit
schers, wier zakken uitpuilden van de
bankbiljetten. Daar draaide toenmaals de
hiljettenpers dag en nacht. Het was de be
kende inflatie-tijd. Rusland, Oostenrijk,
België, Frankrijk en nog meer landen heb
ben dezen tijd meegemaakt. Ze hadden
teveel geld, d.w.z. teveel papiergeld. En
het vertrouwen, dat men dat papier tegen
goudgeld zuu kunnen inwisselen was niet
alleen in sommige landen verdwenen, maar
had zelfs plaats gemaakt voor de toene
mende zekerheid, dat men ze nooit meer
zou kimnen inwisselen. Toen daalde de
waarde natuurlijk tot op de waarde aan
papier, d.i. vrijwel niets. Het gaat met dit
geld als met allo andere goederen; hoe
meer men van iets heeft, des te lager
wordt het geschat.
Dat de waarde van het papiergeld sterk
kan dalen, weten wij allen. Dat hebben de
meesten van ons die nog met „goed-
kpope" marken en kronen zitten aan
den lijve ondervonden. Maar ook het me-
taalgeld is aan dezelfde wetten van vraag
en aanbod onderworpen. Hoe meer geld
iemand heeft, des te gemakkelijker geeft
hij het uit (afgezien van de abnormale be
geerlijkheid van vrekken). Wanneer een
arme drommel van het cone einde van de
stad moet loopen naar het andere einde en
hij zou graag met de tram gaan, dan be
denkt hij zich nog wel eens, want trammen
kost oen dubbeltje. Terwijl een millionair
gemakkelijker een taxi betaalt voor het
zelfde stukje afstand.
vraagstukken, waarvoor evenlueele prak- 1
tischo oplossingen mogelijk zouden zijn.
Terstond werd een aantal problemen ter
zijde gesteld, die te sterk politiek ge
kleurd waren, zooals het Dawes-plan, de
onderlinge schulden der geallieerden, de
emigratie-vraagstukken, de economische
gevolgen van verschoven grenzen, en ko-
lonialo mandaten.
Het programma.
Een tamelijk groot aantal bleef op het
programma:
1. Problemen op het gebied van de 1/
landbouwkunde, 2/ muntwezen en finan
ciën, 31 bevolking, 4/ industrie, 5/ handel
en markten. Een eerste enquête over deze
punten, die vijf maanden duurde, stelde
de verhouding der onderlinge belangrijk
heid vast en in November 1926 bepaalde
het comité eindelijk zijn keus op een be
perkt programma: 1/ vraagstukken be
treffende algemeene handelspolitiek en de
regeling van het wereldruilverkeer; 2/ in
ternationale organisatie der industriële
productie; 3/ landbouwkundige vraag
stukken. Het kwam het comité nutteloos
voor het muntwezen en de financiün, on
danks hun zeer groote belangrijkheid, te
behandelen, daar dit onderwerp reeds in
1920 op de financieele conferentie te
Brussel en in 1922 op de conferentie te
Genua besproken was. Bovendien gaat
het financieele wereld-saneeringsproces in
goede richting. Eveneens wordt het be-
volkings-vraagstuk ter zijde gelaten, om
geen gevaar to loopen in het moeras van
politieke discussies te geraken.
De'keer D. Serruys, directeur der han
dels-verdragen aan het Fransche minis
terie van handel, merkt terecht op in een
artikel van de „Reforme Economique",
dat de voorwaarden van het economische
herstel van Europa min of meer afhan
gen van twee factoren: de internationale
regeling van den handel en de internatio
nale organisatie der productie.
Met een volk in het groot gaat het pre
cies zoo. Hoe meer geld er in omloop is,
des te lager wordt het geschat. En het on
middellijk gevolg is, dat de prijzen van
alle goederen gaan oploopen. Dat wil dan
niet zeggen, dat de goederen duurder zijn
geworden, maar dat het geld goedkooper
is geworden. Wat practisck evenwel op
hetzelfde neerkomt.
De rijke Amerikaan.
Een mooi voorbeeld om dat te illustree-
ren hebben wij in den Amerikaan. Wan
neer je aan een Amerikaan vraagt, hoeveel
hij verdient en je rekent dat om in guldens,
dan kom je tot de slotsom, dat hij een rij
ke kerel is. Wanneer een Amerikaan
1000 dollars verdient, denk je: dat is 2500
gulden. Maar Amerika is nu eenmaal rijk
en de waarde van het geld is voor don
Amerikaan minder dan voor ons, zoodat
een salaris van 1000 dollars ongeveer ge
lijk staat met een salaris 1000 hier. En
dat is niet veel. De geheele levensstandaard
is zooveel hooger. Net als bij ons de le
vensstandaard hooger is geworden verge
leken bij den toestand vóór den oorlog. Er
is veel meer geld gekomen, maar de prij
zen zijn ook omhoog geloopen. Vroeger
meende men, dat een volk rijk en machtig
zou zijn, als het maar veel geld had. Daar
toe werd een heel systeem uitgedacht van
uitvoer- en invoermaatregelen, dat er op
bedacht was om zooveel mogelijk geld in
Niet alles ineens.
Als de conferentie er in slaagt een sa
menhangend stelsel te vormen betreffende
deze twee essenlieele punten, en als zij
voor den dag kan komen met praktische
aanbevelingen, zullen de andere industrie
en landbouwvraagstukken gemakkelijk
kunnen worden opgelost en van verstrek
kend gevolg zijn. De economische wereld
organisatie zal evenwel niet het werk
van één dag zijn. Men moet dus niet'
spreken van de internationale economi--
sche conferentie, maar van de eerste con
ferentie op dit gebied. Andere zullen
volgen en slechts langzamerhand zal men.
van een werkelijk succes kunnen spre
ken. De eerste voorwaarde voor oen gun
stig resultaat is, dat er onder de verte
genwoordigers der verschillende staten
een ernstige bereidwilligheid heerscht,
om tot een compromis te geraken. Dc con
ferentie zal menschen van verschillendo
afkomst en cultuur met elkaar in contact
brengen en hun er langzamerhand aan
gewennen internationaal te denken: dit
zal misschien wel de belangrijkste dienst
zijn, die deze samenkomst aan de mensch-
heid zal bewijzen. Aan Frankrijk komt
de xïer hiertoe het initiatief genomen te
hebben.
BINNENLAND.
Maatschappij „De Katholieke Illustratie-**
In de Zaterdag gehouden algemeene
vergadering van aandeelhouders werd
met algemeene stemmen de Balans en de
Winst- en Verliesrekening goedgekurd
en het dividend bepaald op 6 (v. j. 52).
Als Commissaris werd herkozen de
heer Mr. P. J. M. Aalberse, die aan de
beurt van aftreding was.
De Directeur maakte van deze gelegen
heid gebruik de aandacht der algemeene
vergadering er op te vestigen, dat de
Maatschappij haar 50-jarig bestaan
mocht herdenken.
De Coöp. Levensverzekeringmaatschappij
„Concordia."
Zaterdag had in het St. Josephgebouw
te Utrecht de negentiende Jaarvergade
ring plaats van bovengenoemde Levens-
venzekerings-jnaatschappij instelling
van het R. K. Werkliedenverbond
De Balans, Winst- en Verliesrekening
werd met algemeene stemmen goedgekeurd
Uit het rapport van den accountant ver
melden wij het volgende:
De vereischte kasgelden, fondsen en
hypotheekbewijzen bevonden wij aanwe
zig.
De afschrijving op vaste goederen
bleek voldoende, de uitbreidingskoslen
van het kantoorgebouw werden geheel
afgeschreven.
Do waardeherekening der fondsen tegen
de officieele noteeringen per 31 December
1926 geeft een ruim surplus hoven do
balans waar de; bovendien werd de reserve
voor beleggingen ten bedrage van
12.000 op de balans per ultimo 1926
overgenomen.
Ons mede refereerende aan hei rap
port Yan den wiskundige met betrekking
tot de Premie-Reserve, verklaren wij ons
overtuigd, dat de financieele toestand van
„Goncordia" beduidend gunstiger is, dan
door de balans per 31 December 1926
werd aangewezen.
Bij de behandeling van liet organisa
torisch verslag wordt aangedrongen op
krachtige medewerking der Volksbonden
en Werkliedenvereenigingen.
In het Aartsbisdom Utrecht beslaan in
110 plaatsen agentschappen, er kunnen
door 35 plaatselijke \VerkIiedenvereeni-
gingen nog agentschappen worden opge
richt. Zoo is het ook in de anuere Bis
dommen. Er zijn pl.m. 550 plaats. Volks
honden en Werkliedenvereenigingen. In
350 plaatsen is Goncordia gevestigd, in
200 kan nog een agentschap worden op
gericht. De voorzitter wekt op hieraan de
volle aandacht te schenken.
De voorwaarden, waarop door de ver
zekerden van de Voorzorgskas kan wor
den gebruik gemaakt, wordt tot de vol
gende jaarvergadering ongewijzigd vast
gesteld.
Hierna werden de statuten-wijzigingen
behandeld. De statuten-wijziging was
noodig, le. omdat de wet op de Goöpera-
tieve Vereenigingen dit noodig maakt; 2e.
om de gewijzigde verhoudingen in de
kath. arbeidersbeweging bij de tot stand-
kom ing van het Ned. Werkliedenverbond,
en 3e. om de mogelijkheid le openen dat
Goncordia de arbeidersbeweging nog
meer van dienst kan zijn. Do verschillen
de wijzigingen werden met algemeene
stemmen aangenomen, waarbij de vast
stelling der aansprakelijkheid, tot het
bedrag van het aandeel, zijnde 5 gulden
en de winsverdeeling, waarvan 10 pet
het land te doen stroomen, en het geld in
het land te houden.
Deze opvatting heeft men laten varen,
omdat men is gaan inzien, dat niet een
overvloed van geld een volk rijker maakt,
doch wel een overvloed van goederen.
Daarom zal een land, dat veel geld bezit
erop uit zijn om dat geld niet in circula
tie te brengen, doch het om to zetten in
productie. Wanneer landen groote leenin
gen sluiten, doen zij dat ook niet in geld,
maar in goederen. Als Engeland bijv. aan
Nederland zooveel millioen leent, dan stuurt
het geen zakken met gouden souvereigns,
maar geeft het aan Nederland permissie
om op crediet zooveel locomotieven bijv. ta
bestellen, hij een Engelsche firma.
Maar wij dwalen af. Wij hadden bet
over teveel geld. In normale lijden zal een
volk niet spoedig te voel geld voor zijn da-
gelijksck gebruik krijgen. Want dan zorgt
de „natuur" zelf voor 't noodigc evenwicht
Komt er n.l. teveel geld bij ons in omloop,
dan daalt het geld in waarde; daardoor
stijgen de prijzen der goederen. Voor de
nabuurstaten wordt het dan voordeelig om
liun waren op onze markt te brengen, want
ze krijgen er hooge prijzen voor. Dat geld
stroomt evenwel uit het land weg, do bui
tenlanders nemen het mee. En dat proces
duurt net zoo lang totdal èn door vermeer
derd aanbod van goederen èn door minder
(dus duurder) geld het evenwicht weer is