vveede Biad. Dinsdag 29 Maart 1927 terdamsclie Bankvcreeniging per 31 De cember 1925 en 1926 zijn het kapitaal en de Btatutaire reserve van deze instelling geheel intact., terwijl de regelmatige win sten het reeds mogelijk maken, om, na rui me afschrijving op gebouwen etc. en ver sterking ('er balanspositie door interne re serveering van een bedrag ad f 2.000.000, over 1926 een dividend van 4 pet» uit te kceron, zo-dat de toestand der bank we der volkomen gezond kan worden ge noemd. behoudens onvoorziene omstandig heden kan dus worden aangenomen, dab in do toekomst de afloasing der amortisa- tiebewijzen regelmatig kan plaats hebben. Het wetsontwerp strekt, om aan de met de Nederlandscho Bank getroffen regeling een wettelijke grondslag te geven. Daartoo is op bovengenoemde bcgrooting een me- moricpost uitgetrokken. GRONDVERSCHUIVING IN Z.-LIMBURG. Versterking der spoorbaan Maastricht— Sittard noodzakelijk. ilNftENLAND. de steun aan de „otterd. bankvereen. in 1924. tnecdiend ia een wetsontwerp tot wijzi- van hoofdstuk VIIB der Staatsbc- »ting voor (Overeenkomst Botter- njsche Bankvcreeniging). jjen herinnert zich dat den 28 Juni 1924 directie van do Nederlandscho Bank a de regcering mededeelde, dat ernstige Rijkheden bij do jttordamsche Ba-nk- ueniging geducht werden; do toenma- rogccring achtte hot met de Nederl. gewenscht, een voor het aanzien a hot Nederlandscho f:*iancïe vezen ge- iHijke crisis zoo mogelijk af te wenden px aan do Rotterdamsche Bankvoreeni- a stenn te verleenen. ffjt den vorm van dien steun betreft, Nederl. Bank verleende aan de Botter- écho Bankvereen. tjidelijk een buiten- toon crcdiet van ten hoogste f 50.000.000 >findo aan de opvragingen door credi- én het hoofd te kunnen bieden. Daar- vormde de Nederlandsche Bank een ^icaat tot steun van den koers der adeclen, opdat niet een te scherpe da- g daarvan het effect der krediotverlee- -f foude te niet doen. Door dit syndicaat werden aandeelen U do Rotterdamsche Bankvereeniging Ingekocht tot een nominaal bedrag van 17.023.200, waarvoor werd betaald 11712.127, waarvan met medewerking ,a do Nederl. Bank f 13.129.951.80. Do fieri. Bank was tot een en ander bo- j], mits do regoering cene garantie aan- jrdde voor onverhoopt door haar te lij- a verlies ten gevolge van deze steun- tening in het algemeen .belang. Het is noodig gebleken, bij de Rotter- lasehe Bankvereeniging voor diverse rijnen en risico's f 42.000.000 af te schrij- t of tc reserveeren. Van dit bedrag kon 7 millioen worden ontleend aan het ve- irefonds, dat daarna nog f20 millioen cot bleef. De restcerende f25 millioen j afgeschreven van het aandcelcnkapi- jl door omzetting van aandeelen in lortisatiebewijzen, welke uit de winst losbaar zijn nadat, een dividend van 5 |L aan de aandeelhouders is uitgekeord. Foor deze omzetting zijn gebezigd f 15 Jlioen van de door het, syndicaat aango- thte aa.ideelen, terwijl daarnevens nog millioen aandeelen in nmortisatiebc- jien zijn omgezet, waarvoor door de der!. Bank voorschotten zijn verstrekt [en onderpand van die amortisatiebc- ten. De garantie van de regeering. la verband met een en a -Ier verleen de regeering, onder voorbehoud van de rikeuring door de wetgevende macht, a de Nederl. Bank eene drieledige ga- itie, t.w.: lo. tot een bedrag van 1000.000 voor verliezen uit hoofde van lijdelijke krcdictverleening aan do Rot- diunscho Bankvereen. ter handhaving a hare liquiditeit; 2o. tot een bedrag o f 13.129.951.80 f 10.000.000 1129.951.80 voor verliezen, verband mdende met hare medewerking bij het irloopen van aandeelen der- Rotterdam se Bankvereen. en het verstrekken van «schot tegen onderpand van amortisa- krijzon; 3o. voor derving van rente in irbaud met de transactie onder 2o. Een en ander werd geregeld in eono cp Juni 1925 gesloten overeenkomst met (Nederlandscho Bank. Ofschoon van een en ander door do re- Kring recda cenigo voorloopigo mede- füngen zijn gedaan, werd toch de uib- illtelijlc voorbehouden goedkeuring van Wetgevende Macht voorloopig nog niet raagd, omdat in de periode, waarin het tóokte vertrouwen bezig was zich te Hellen, alles vermeden moest worden, it de Rotterdamsche Bankvereeniging Pi'aw in opspraak zoude kunnen bren- h minder zag de toenmalige regeering «toe aanleiding, wijl in do aandcelhou- Brergadering van 20 Mei 1925 bleek, il de loop van zaken bij de Rotterdam- is Bankvereen. zich weder op alleszins 'TCdigendo wijze begon te ontwikkelen, #dst voortdurend de kans kleiner begon 'orden, dat van de garantie gebruik owkt zou behoeven to worden. Thans kan het wetsontwerp worden ingediend. op 't oogenblik ook blijkens het We jaarverslag van de Rotterdamsche ""ereeniging zich de toestand der- hersteld heeft, dat het hoofdmotief het vooralsnog niet-vragen der goed- is weggevallen, is tot indiening bedoeld wetsontwerp overgegaan, kaiddob is het speciale krediet, tot Mhaving van de liquiditeit ter beschik- gesteld, op 31 December 1925 komen fallen. Ook van de garantie voor de "«erving, bedoeld onder 3o. bovongc- beeft de Nederl. Bank afgezien, nog slechts gehandhaafd is de ga- bedoeld onder 2o. Wet risico beperkt tot ruim 2 millioen. uit dien hoofde te loopen risico is ccn bedrag van f 23.129.951.80 wdt gedekt door verpanding aan do y:...®ank (gedeeltelijk rechtstreeks, *1 f 1 oen syndJcaat) van nomi- *®t0.0oo aandeelen Rotterdamsche j frccniging en van 23.425 amortisa- adtoi26? /d'e met 1000 uitgeloot '•Utf iQ artt'. 11 cn 31 van Qdiilr uv-dior vennootschap. blijkt uit de balansen der Bot- In den nacht van Zaterdag op Zondag heeft nabij Elsloo oen ernstige grondver schuiving plaats gehad. Een gedeelte van het winterbed van de Maas is over een lengte van ruim 80 Meter en over een breedte van circa 20 Meter naar het zo- merbed geschoven en in de riv.er terecht gekomen. Deze verschuiving heeft zich Zondag gedurende den nacht van Zondag en Maandag voortgezet, doch is nu tot stilstand gekomen. Er bestaat grooto kans, dat het tracé van het Juliana-kanaal door dit gelukkig vrij zeldzame feit gewijzigd zal moeten worden, terwijl voorts ook de spoorbaan MaastrichtSittard zeervermoedelijk voor een gedeelte ten spoedigste verstrekt zal dienen to worden. Tot goed begrip van de geheele zaak diene het volgende: Zooals men weet loopt tuschcn Geulem en Elsloo een heuvelrug, langs het zo- merbed van do Maas, welke te Elsloo een hoogte bereikt van ciroa 30 Meter plus N. A. P. Deze heuvelrug ligt loodrecht op het zomerbed van de Maas. Tusschen het zomerbed en dezen heuvelrug bevindt zich het winterbed over een lengte van onge veer 20 Meter. Zooals wij heden konden constateeren en zooals het ons door des kundigen werd verklaard, heeft nu plot seling dit zomerbed door het steeds door- siepelen van het water, zich in de rich ting van het winterbed verplaatst Eigen aardig is, zooals men heden kon opmer ken, dat de boomen circa 30 in getal het struikgewas en all9 plantengroei meegeschoven zijn, zoodat deze zich thans in de Maas bevinden. De heuvelrug zelf is intact gebleven, alleen de rand is meegeschoven, zoodal zich thans heeft voorgedaan bij een ge deelte van den rug, dat ongeveer 2 Meter lager is gelegen dan een ander deel, dat iets verderop ligt, omdat de gemeente Elsloo daar ter plaatse den rug heeft doen afgraven tot verkrijging van grint. l>e scheepvaart ondervindt door een en ander groote moeilijkheden. Door den in lichtingendienst voor de scheepvaart te waarschuwen en roode vlaggen te plaat sen, heeft men ongevallen weten te voor komen. Naar aanleiding van het ontwerp Ju- lianakanaal en de uitvoering daarvan in do onmiddellijke nabijheid van de plaats van het ongeval hadden wij nog een on derhoud met den heer ir. Klink, die met de uitvoering van de werken is belast. „Gelukkig is", zoo zeide ons deze ex pert, „dat de verschuiving uu heeft plaats gehad en niet wanneer het kanaal vol tooid zou zijn. Want dan zou de kans zeer groot zijn geweest dat het kanaal in verbinding zou zijn gesteld met de rivier. Wat wij thans moeten doen. Allereerst het resultaat afwachten van het geolo gisch onderzoek, dat, naar verwacht kan worden, spoedig zal worden ingesteld." Bekend is do anecdote omtrent oud- minister Regout, die, als hij per trein van Maastricht naar Sittard moest reizen, zich steeds per rijtuig naar Beek liet brengen, om eerst van daar den trein te nemen. Het gevaarlijke gedeelto was hij dan gepasseerd. Want in de 90er jaren heeft zich hier een dergelijke verschui ving voorgedaan. Juist toen een trein was gepasseerd verschoof een gedeelto van de spoorbaan. De spoorlijn bevindt zich op ongeveer een K.M. afstand van de plaats der jong- sto verschuiving. Toch is ook hier een onderzoek van de bodemgesteldheid noo dig, ten einde na te gaan welke onderla gen de omgeving van do lijn heeft en in hoeverre verbeteringen gewenscht of noodzakelijk zijn. bestudeerd en gadegeslagen: het schaap dat graast; dat met zijn natuurgenoten samen gedrongen is in den donkeren stal; of de kudde op de wijde vlakten van de Drent- scho hei, waaruit de onbewuste oerdrang van het gemeenschapsgevoel spreekt; scha pen die hun koppen steken over het wrak- ko houtwork van een hek, enz. Vooral rains- en schaapskoppen ziet men veel en merkwaardig is, hoe al do koppen op de verschillende doeken in hun eigen sfeer zijn gezet. Nooit herhaalt de schilder zich bij de schijnbaro eentonigheid van het on derwerp. Het is telkens anders, wat in wezen hierop neerkomt, dat do schilder zijn eigen persoonlijkheid steeds in een ander licht weet te plaatsen. Er is roman tiek, er is poëzie in al deze doeken; soms overheerscht het grauw-grijs, gelig door licht: soms meer het broeiend-bruin. En dan ziet men in dio sfeer hoe ieder van die dieren zijn of haar eigen onbewuste in dividualiteit heeft. Mij als boerenjongen, die misschen hon derden malen de schapen naar het hok dreef, om ze te melken, trof steeds hoe die beesten dan hun kop genoeglijk op de lat van het hekwerk konden leggen en dan vergenoegd voor zich uit konden staren met een innerlijke goedaardigheid en be rusting. Mij trof, hoe Van der Nat dit heeft uitgebeeld Mij trof het is een contra dictio in adjecto de domme, onbewuste wijsgeerigheid, die Van der Nat uit zoo'n kop weet te doen spreken. En na al die koppen denk ik aan no. 19, welker be schouwing herinneringen aan niemand minder dan Breitner wekt. Het bruin- broeierige van een stal hij avond, slechts matig verlicht door een stallantaarn. En kele dieren vangen direct wat glansen op, de andere doezelen weg in schaduw. Alles bruin, maar welk een nuqpces in dat bruin en welk een dichterlijke verinniging. En dan een ander stuk, een stal, waarin door een luik het brandend-gele licht bin nen valt er zich concentreert op een paar beesten en andere hult in droomerigen goudschijn. Het is alles zoo gaaf en zoo geheel af, wat Van der Nat schildert. In de eerste plaats komt dit door zijn beheerschte tech niek. Van der Nat kan teekenen met gave, vaste lijn; zijn vormgeving is overtuigend. Kijk maar naar zoo'n paar lammeren met hun onbeholpen pooten. En in de tweede plaats is hij colorist, die met echte Hol- landsche schildersoogen do muziek van licht en kleuren en tonen en glansen aan voelt. 37, kleine stukjes met doode vogeltjes. No. 24, de doode lijfjes op den rug, terwijl de fijno snaveltjes omhoog punten en daarte gen aan een vogeltje dat zit. Maar hoe overtuigend is in dat zittend lijfje het mys terie van het dood-zijn uitgedrukt. No. 33, ontroerend mooi, zoo fijn van kleur en stemming, met de grootste liefde gepen seeld, In den uitersten hoek van de zaal hangt een klein doek, dat mij hizonder trof cn sterk deed deuken aan Verster: een don kere vaas met blauwe en paarse bloemen. Er is in deze studie iets dat de realiteit doet vervluchtigen tot een droom. Geen bloemen geschilderd om hun zinnelijk schoon, maar om er een romantisch-dich- lerlijk sentiment aan te uiten. Wonder iu- nig! Eveneens aan Verstor deden denken een paar stillevens: een met een drietal urnen en een met sprot: het laatste heel klaar en met een verrassende helderheid van stof uitdrukking Afzonderlijk vermeld dient ook nog te worden no. 28: Pcueraar. 't Is avqjjd. De volle maan hangt laag cn groot aan den hemel en werpt zijn reflexen over de Zijl of een der andere toegangen tot de Kaag- plassen. Grauw-grijs is het water, maar vol schaduwen en donkere glansen. Wasig teekent zich bet kreupelhout af en daar tegen de bruino peurschuit met het roode kolenvuurtje, even verder de roode gloeiing van een bakenlichtje. Geheimzin nig is de weerkaatsing van het schuitje in den waterspiegel. Het geheel in zijn droo- merigo rust een romantiek beeld van onze avondlijke Hollandschc plassen. Het is alles werk van een bezonken mensch, die niet do minste neiging ver toont om modern te doen en daarom in zijn uitingen zoo waar, zoo eerlijk is. En naast de bezonkenheid een warme spon taniteit, een levende zucht naar werkelijk heid, een werkelijkheidszin die zich verin nigt tot een romantische visie. Zijn zucht naar romantiek heeft Van der Nat waarschijnlijk ook gedreven tot een verblijf in Spanje, dat immers reeds in de dagen der Romantiek de dichters trok. „O Spanje, Spanje, schoon romantisch land", zong Beets in zijn jeugd in „De Maskerade". Uit Spanje heeft Van der Nat een aan tal schilderijen meegebracht, waarin bij het half-Romaansche, half-Oostersche van „Land und Leute" tracht weer te geven. Strakker cn klaarder is hier do lucht, bon ter, hartstochtelijker de kleurenweelde. Toch sprak dit alles ons Hollandsch ge moed niet zoo diep aan als het andere werk, wat geenszins een fout van den schilder behoeft te zijn. Iets van den droom vonden we terug in het gezicht van Toledo, terwijl op den voorgrond een donkere stoet van ezels zich beweegt. In ieder geval toout Van der Nat zich in dit werk een bewogen colorist; b.v. in no. 45: Eendenjacht bij Valencia; 46: Baskisch boerenhuis; 47: Poort te Avila; 48: Winkelstraat te Mi randa. En eindelijk sloegen wc nog een blik in een portefeuille met schetsen, meestal met schapen-physionomieön. Raak zijn deze dingon neergezet en in do figuren welk een actie soms in slcrke, overtuigende lijnen. Do tentoonstelling duurt nog lot 15 April Moge ze door velen worden bezocht, voor al uit Leiden, opdat men tooue, dat deze „profeet in zijn vaderland" wel wordt ge oord en naar waarde geschat. X. J. SVIERSTRA. KERKNIEUW w.. „EEN LICHT TOT OPENBARING AAN DE HEIOENEN". Het ia ruim 1900 jaar geleden, dat de grijze Simeon in den tempel van Jeruza lem deze woorden sprak van den Kleinen Jezus op 2 Februari. Met profetischen blik zag hij dat het Goddelijk Kind een licht zou zijn. hetwelk de duisternis van het heidendom zou verlichten. Sinds dien dag zijn honderden dienaars van Jezus, deelgenoofbn in. Zijn Priesterschap, uitge trokken om het licht, Zijn Licht, te ont steken in het heidenland. Om hun zen ding blijvend te maken en to brengen tot vollen wasdom, is hun voornaamste streven de opleiding van een inlandsche geestelijkheid; te winnen zonen van het tropenland en hen te brengen tot de trap pen van het Altaar des Heeren. Voor dit doel werd in Juli j 1. geopend het Semi narie van St Johannes Apostel te Nel- loro (Eng. Indië). Het staat op een his torische plek. die eens getuige was van de Hindoe-godsdienst en afgoderij en heilige baden, bij een klein tempeltje, dat er nog staat en niet afgebroken mag wor den, om geen Hindoe te verbitteren. De Hindoe, de arme heiden van Indië, waar van er bijna 200 millioen te bekeeren overblijven, ze hebben dezen tempel verla ten, om een mijl verder een grooteren tempel te bouwen, bij de rivier. Het is een mooie tempel, een hoogo toren van 25 me ter, de hoogste van de wijde omgeving, van onder lot boven vol met beelden van goden en do heilige koe. Meerdere ma len wekt de muziek van eentonige fluit en trommel me op uit den slaap; dan is een god in aantocht, een zwaar bee'd go dragen op de naakte ruggen. Want de go den gaan wel eens op pic-nic. Niet lang geleden stroomde alles wat Hindoe heet het Seminarie voorbij eenzelfdo kant uit; in hun beste kleodij van de meest schelle k'euron. Een heele drukte; ik wist niet wat 't was De philosophie smaakte dien morgen niet; dus ging ik kijken. Drom men volks; het roode zand. dat in geen acht maanden regen gekend had, vloog de lucht in. en op mijn arme witte toog Wat een verheven maar onbereikbaar ideaal is de Hollandscho zindelijkheid! Al'es stond in stomme bewondering te kij ken. hoe een paar godenbeelden op een versierd vlot langzaam heen en weer wer den bewogen; de goden hadden theevisite Ik had genoeg gezien en keerde terug om de plechtigheid niet langer te storen met mijn heiligschennende blikken. Dit is inaar een staaltje van afgoderij; iets on- schu'digs en grappigs. Doch die gods dienst behelst dingen, waarvoor alleen een onredelijk wezen zich niet zou scha men; en dat alles ter eere van god. dien of dien, die het schoono voorbeeld gaf. Waren er moer priesters, do Hindoe godsdienst zou niet meer zijn wat ze is op heden. Vandaar het belang van inland sche seminaries. A's elk begin, is 't een klein begin, 10 studenten, één voor theo logie cn negen voor philosophie Maar oen begin vol hoon; zijn die jongens een maal Priester, dan zullen de grenspalen der Kerk In het Hindoeland verschoven worden Zooa's in Holland ontvangen ze het kerkelijk gewaad, dp toog, bij 't begin der hoogere studies Voor hen beteekent dat nog meer en met nog grooter vuur wordt naar dien dag verlangd Op 2 Fe bruari had deze plechtigheid plaats, voor bereid met een retraite, een onvergete lijke dag. Evenals do Kleine Jezus in den tempel op 2 Februari offerden zij zich op aan God. En gij, stadeenooten, b:dt dat ook zij mogen zijn, zooals Hij was, „een licht tot openbaring aan de hedenon". Father B. VLASVELD. St.-John's Seminary Nellore (Eng.-Indië) iluis eiThofT wat elke maand te doen geeft. 1e helft April. April: grasmaand! In deze maand be schouwt de veehouder zijn weiden met meer belangste'ling dan te voren, want de staltijd loopt zachtjes aan ten einde, bij velen raakt het wintervoer op, en daarom hoopt hij, dat April gras in de wei zal brengen. Maar dan heeft hij zeker ge zorgd voor een flinke, doelmatige bemes ting. Heeft hij kunstmest uitgestrooid kali- en phosphorzuurmest, dan mag hij nu don stikstofmost vooral niet ver geten; nu niet, en straks, in don loop van den zomer, nogmaals niet. De proeven der laatste jaren, in Duitschland en cldors ge nomen, hebben doen zien, dat het een dwaling ia geweest om het wei- en hooi land zoo schriel, of in 't geheel niot, met stikstofmost te bedoelen. Een flinke gift van 300 K.G. chilisalpotor of meer, in ver schillende giften aangewend, of naar ver houding een gelijke hoeveelheid zw. am moniak, ureum, of stal- en kunstmest te zamen, maakte zich goed betaald. En daarom wekken we onzo lezers op de stik stofbemesting niet to vcrwaarloozen, voor al nu de concurrentie een zoodanige be mesting minder duur hoeft gemaakt. Een goede verzorging van onze graslanden is een der middelen om de productiviteit on zer gronden op rendabele wijze te vorhoo- gen. Intu6schen gaat do stalvoodering in do volgende weken nog door. Tal van vee houders voederen nog to weinig oordeel kundig cn daardoor schadelijk; zij deden verstandig zich daarbij eens te laten voor lichten door hun Rijkslandbouwconculent, die ambtshalve gratis zijn bijstand ver- neent. Bijvoorbeeld; velen hunner hebben een bizondcre voorliefde voor kook- vorm: lijnkoek, grondnotenkoek e.a. Be grijpelijk: 't is een gemakkelijke wijze van voederen. Maar 't voordceliget is het niet, want cr zijn in den handel verschillende bijproducten der olieelagorijen, als meel; schilfers cn brokken, di in vocderwaarde maar weinig voor d' ocken onderdoen en toch vrij wat goedkooper zijn. En dan mogen sommigen ook wel eens overwegen, of men ai de producten, wclko men zelf heeft verbouwd, in oigen bedrijf wel tot- de hoogste waarde kan brengon. Of hoe wellicht niot voordeeligor is, een doel van zijn havm en rogg-o te vorkoopen on daar voor in de plM's te nemen kracht voerar tikelen, die coöperatief aangekocht tegen billijken prijs zijn to bekomen, 't Liefst moet men zich ook voor don af zet dier producten met andoren voreeni- eng, due coöperatief vorkoopen hetgeen nog voel te weinig wordt gedaan. Door organisatie ook in dezen zin kan de winst in het boorenbedrijf ongetwijfeld nog be duidend worden verhoogd. In den hof: Hebt go uw vruchtboo- mon goed vorzorgd! Do behandeling er van is veelal nog stiefmooderlijk. Men bo- mer.t. ze luk-raak, zonder oordeel, of al leen met stalmest. Mineraal voedsel is hoog noodig: kali, kalk of mergel, phos- phorzuur. Leg of strooi den racst. niet vlak om den stam, daar bereikt hij de wortel- haren niet, maar in ccn kring ondor de uiteinden der takken. Houd vooral den grond los, opdat de lucht kan toetreden. Boomen, die staan in oen vasten bodera, ondor oen dichte greszodo of op een vast- gosloton grintpad of dergelijke, kunnen niet rijkelijk vruchten dragen en worden vroeg oud en versleten. Hoo slaat hot met uw b e s s o n, zijn ze gesnoeid, zoodat de struiken geen dicht o takkenmassa vor men, m~ar lucht en licht or door kunnen spelen 1 „Dat snoeien zou 'k graag zelf wil len doen, maar ik weet niet hoe," zei een kennis van me. Nu is het snoeien van een bessenstruik heusch geen heksentoer, maar wil men op eenvoudige wi:?^ zelf zijn bessen behandelen, dan geven we don raad: kweek eens pyramiden van tros- en kruisbessen! De vorming is niet. zoö moei lijk. Plaats bij de jonge planten dadelijk een stok, waaraan ge een twijg bindt, die zooveel mogelijk staat in 'W verlengde van 't stommetje. Snoei do onderste tak jes flink terug en ga gedurende den zo- mor door voortdurend nijpen do stcko ont wikkeling er van tegen. Dit komt natuur lijk de aangebonden tak ten goede, cn verder gaat de vorming gemakkelij' Or die wijze kan men zelfs boompjes van een paar Meter hoogte bereiken, die, beladen mot bessen, een fraai en heerlijk gezicht opleveren. Houdt u van asperges en zouclt u die zelf willen kweokenl Donk er dan om, dat half April de grond gereed moet zijn tot planting. Hot bed moet zeer diep omgewerkt zijn, wel van 70 tot 10C c.M. (1 Meter), naar gelang dc boden vast. Echter mag de ondergrond niet uaa; boven worden gebracht; do aardlagen blij ven dus op hun plaats. Tegelijk met de bewerking geschiedt do bemesting, liefst ract verteerde stalmest. Wie reeds in 't bezit van asperge-bedden is cn al ecu of meerdere jaren heeft geoogst, brengo nu op de bedden een aardlaag van pl.m. 10 centimetor, waartoe de grond uit het pad wordt genomen. Na een wcok volgt een tweede laag van gelij'xe dikte. Eisch is hierbij, dat de aarde fijn verdeeld wordt, de kluiten dus goed stuk worden geslagen. Do kanton der bodden worden netjes schuin afgatoken. Tegen de dorde week in April, als het weer gunstig is, komen de voorloopcre voor den dag. Het zaaien of leggen van bieten zaad (kroten) knn nu ook al goschioden, ata men cr vroeg van wil profiteeren. Eerst den grond flink diep omspitten, anders krijgt ge kromme, ver tak! o wortels. Log het zaad in rijen op on- derlingen afstand van een kwart meter, en niet te dik, anders moet go te veel uit dunnen, 'aar do planten op pl.m. 15 c.M. afstand van elkaar moeten staan. verpotten van kamerplanten. In het voorjaar en dan vooral in do maand April, als zoo ongeveer de groei weer begint en wanneor zoo ongeveer allo voorkomendo kamerplanten uitgebloeid zijn, is het de beste tijd zo eens flink on derhanden te nemen en tegelijk indien noodig te verpotten. Men kan wel aannemen, dat dit verpot ten voor allo planten noodig zal zijn, wijl ze den gehcelen winter in een zeer slechte omgeving gestaan hebben en onder zoor ongunstig omstandigheden. Wo hebben er namelijk reeds eerder op gewezen, dat de beste kamer nog een zeer slechte plaats is voor do meeste planten en wel hoofd zakelijk vanwege do kaehclwarmte, die veel te droog is en ook veel teveel stof geeft. Daarenboven is or in con gewone kamer altijd veel te weinig licht en als er al licht genoe-g is, komt het toch in ieder geval slechte uit één richting, zoodat do planten steedB naar do vensters groeien. Hierbij komt nog, dat do planten den ge hcelen winter door gegoten zijn mef wa ter, dat niot aan de eischen aan goed wa ter to stellen kan voldoen, vooral niot in do steden, waar men het mot leidingwater doen moet en ten slotte kunnen wo alles samenvatten met te zoggen, dat een pot nu eenmaal een zeer onnatuurlijko stand plaats is voor ieder soort planten. Veelal wordt onder verpotten echter verstaan het geven van nieuwe grond niet allcon, maar tevens het geven van een grootero pot. Men voelt wel, dat men niet altijd een nieuwe pot geven kan, want in do eerste plaats zouden de potten ton slotte veel te groot worden om nog plaats in de ka mer te kunnen vinden, maar vooral moet gewaarschuwd worden tegen de algemeen hccrschendo meening, dat een groote pot voor de planten goed zou zijn, niets is minder waar. Over het algemeen kan men zeggen, dat de plant het beate groeien zal in een zoo klein mogelijke pot, indien dio pot tenminste voldoendo voedingsstoffen bevat. Hierop komt Leb dus aan, to zorgen, dat do plant jaarlijks vcrscho narde krijgt, met voldoende voedende stoffon. Is do pot absoluut met wortels volgogrocid dan is meestal f k heb geren van pen grotere pot on vermijd J ijk. Soms is het dan echter ook nog mogelijk, b.v. door het wegncmon van wat wortels of het verwijderen van afge storven wortels ruimte in do oude pot to maken en dus het vergrootcn ervan uit te stellen. In een grooto pot zullen dc planten onvermijdelijk gaan kwijnen cn wel, door- Letteren en IC^anst TENTOONSTELLING. W. h. van der Nat. Ik weet niet, of vele mijner lezers het kunstzaaltjo „Dc Rietvink" kennen. Men bereikt het met de Wasspnaarsche tram, halte Stoeplaan, terwijl het ook vanaf „De Kievit" in 5 minuten te bereiken is. Het zaaltje, waarvan dc acoustiek heel goed is, zoodat het ook gebruikt wordt voor lezin gen en kamer-muziekuitvoeringen, is voor exposities bizondor geschikt. Eet is op getrokken naar het idee van den eigenaar den heer Van Es; het heeft alleen boven licht dat zich zoodanig verspreidt, dat in de expositie-ruimte nergens hinderlijko schaduwen of glimmingen vallen. Daar door hangt alles op zijn voordeeligst. Wij hebben er ons con paar uren gewijd aan de bezichtiging der tentoonstelling van den Leidschcn schilder Van der Nat cn zijn in strijd met de volgorde der nummers begonnen met het achterste gedeelte der zaal. Daar hebben wo ons in de allereerste plaats bepaald tot de schilderijen, waar van het schaap onderwerp der composi tie i3. Er is wellicht geen schilder in heel Holland yan vroegeron en lateren tijd, dio met zoo roerende liefde het schaap heeft

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1927 | | pagina 9