WOENSDAG 2 MAART 1927
18e Jaargang.
No. 5505
$e Cekióelic (Bou/tomt
ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling
)r LeideD 19 cent per week I 2.50 per kwartaal
onze Agenten 20 cent per week 12.60 per kwartaal,
rsnco per post 1 2.95 per kwartaal.
[ei Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver-
fljgbaar tegen betaling van 50 ct. per kwartaal, bij voor-
itbetaling. Afzonderlijke nummers 5 ct.. met Geïllustreerd
ndagsblad 9 ct
Dit blad verschijnt eiken dag uitgezonderd Zon- en Feestdagen
I.
Bureaux: RAPENBURG No. 10 - LEIDEN
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935 REDACTIE 15
GIRONUMMER 103003 POSTBUS No. II
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone advertentlën 30 cenl per regel
Voor Ingezonden Medcdeelingen wordt het
dubbele van het tarief berekend. s
Kleine adverlentlön. van ten hoogste 80 woorden, waarin
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en ver
huur, koop en verkoop 10.50.
nummer bestaat uit TWEE BLADER.
De Vastenmandementen.
III.
Het dragen van de kruisen.
2. D. H. de Bisschop van Breda, Mgr.
p Hopman, houdt zijn diocesanen voor,
jé kruisen in onderwerping aan Gods
Heiligen Wil te dragen.
gunnen wij, dierbare geloovigen, ons
trüis niet' ontvluchten, laten wij dan van
jen nood een deugd maken en liet dragen
mei geduld en onderwerping aan Gods H.
Wil, zonder ontevredenheid en zonder kla
gen zeggen wij met onzen lijdenden Za-
igmaker tot den hemlschen Vader: Niet
nija wil, maar Uw wil geschiede. Denken
pe dikwerf aan de troostende woorden van
fhomas van Kempen (2, 12): In het kruis
b heil, in het kruis het leven, in het kruis
«scheming tegen de vijanden, in het kruis
irervloed van hemelschen troost, in het
ruis zielskracht, in het kruis geestes-
neugde, in het kruis het toppunt der
déugd, in het kruis de volmaking der hei
igheid.
Dragen wij het kruis onwillig, dan ma-
;en wij ons een last en bezwaren wij
ma zelve te meer en moeten wij het toch
ragen. Werpen wij één kruis van ons af,
rij zullen ongetwijfeld een ander en wel-
icht een zwaarder vinden".
„Vooral onder den aanstaanden vasten-
ijd, waarin ons het bitter lijden van den
jaÜgmaker zal worden voor oogen gesteld
oor vastenmeditaties en door het verrich-
van den kruisweg, zullen wij ons be
ieren om de overgezonden kruisen ter na-
olging van Jesus in gelatenheid te dra-
enl 't Is waar, soms zijn er zware kruisen
torsen! Hoevelen ondervinden tegenslag
hun zaken! Hoe menig jeugdige per-
oon ligt aan het bed van smarten gelduis
erd, soms jaren lang! Uit hoevele huis
manen is de levensvreugde gebannen
egens oneenigheid! Hier zit eene moeder
iet haar kinderen te treuren over het
Hartelijk verlies van een vader,- die de
«twinner was van een talrijk gezin;
tar gaat een man gedrukt over het af-
erven zijner vrouw, die de troost was van
m familiekring. Hier kwijnen vader en
Ier weg om een teergeliefd kind, hun
i, hun kroon, hun vreugd?, dat in
lugdigen leeftijd aan hun liefde is ont-
ïkt; daar gaat een huisgezin ten gronde
egens aanhoudende huiselijke welerw.iar
u. Menig huisgezin stort beken van
auen en is ten prooi aan diepe armoede
regens dronkenschap of geldverspilling
m den vader. Hoe dikwerf treft gij ouders
an, wien het zieleleed op het aanschijn
bat to lezen wegens het onwaardig ge-
rag van een ontaarden zoon! En waar zijn
iet te vinden medelijdenswaardige zielen
door gewetensangsten, bekoringen on
oosteloosheden worden gekweld.
Vergeten we in die uren van zware be
roering niet, beminde diocesanen, dat
hristus voor ons heeft geleden, ons een
torbeeld nalatende, opdat wij Zijn voet
lappen zouden drukken. Wij zullen Hem
algen, edelmoedig en opofferend ons kruis
ragen, gesterkt door de kracht, die Hij
os zal mededeelen, als wij tot Hem onze
tevlucJit nemen. Jesus zelf noodigt ons
it tot Hem te kome: „Komt tot Mij allen,
ie vermoeid en beladen zijt en Ik zal u
erkwikken, gij zult rust voor uwe zielea
inden" (Matth. n, 28). En God zal niet
•elaten, dat gij boven uwe krachten bo-
roefd wordt".
Ten slotte wijdt Z. D. H. ook enkele
'oorden aan de verkiezingen en
rijst er o.a. op, dat de Katholieken zich
aarbij onderling liefdevol hebben te ge-
ragen. m
Dierbare diocesanen, onzen vastenbrief
togen wij niet eindigen, zonder nog een
'olgemeend vaderlijk woord tot U allen
richten, betreffende de verkiezingen, die
banden zijn Niets meer dan verkie
zen is in staat de gemoederen op te
keepen en medeburgers tegen elkander
a bet harnas te jagen. Wij, die over u
fcZld zijn en over u allen rekenschap
uilen moeten geven bij God, wij rekenen
ll?t tot onzen duren herderlijken plicht, u
Bgen dat gevaar te waarschuwen. In het
gemeen belang tot behoud van de eenheid
n a vrede en tot ieders geluk en tevre-
enueid in het bizonder, smeeken wij u
et den meesten aandrang, dat gij allen
•Mrachtig zult samenwerken voor de ka-
oüeke zaak, dat gij de Katholioke
rgamsatie zoo krachtig mogelijk
I sleunen, dat ieder zich zal beijveren
o onderlinge liefde niet te schenden en
i zorgvuldig zal onthouden den goeden
jun vau anderen te bekladden. Wij ver-
„rtn jast' ^at naar d0 stem van uw
herder zult luisteren, zooals gij met
"izenswaardige bereidwilligheid in het
wlWen gedaan hebt".
De waarde van hei Geloof.
l' P' TL de Bisschop van Roermond,
nhi-ï f j ^"nen» behandelde in zijn Vas-
(5 .^waarde van het Geloof,
minne i~dzijden van het Evangelie prij-
ted r, f0toof aan, als de bron van alle
alle heil, van alle zaligheid.
Het geloof alleen is natuurlijk niet vol
doende; het moet gepaard gaan met de
goede werken, anders is het, zooals de
apostel zegt, een dood geloof.
De werken echter vloeien ook voort uit
de bron des geloofs. Er staat immers ge
schreven: „de rechtvaardige leeft uit het.
geloof".
„Wie gelooft en gedoopt is, zal zalig
worden"; „wie in den Zoon gelooft, heeft
het eeuwig leven;" „alwie leeft en in Mij
gelooft, zal niet sterven in eeuwigheid". In
zulke bewoordingen stelt Jezus de eeuwi-,
ge zaligheid in het" verschiet voor de ge-
loovige ziel.
Allen, die bewijs geven van een groot
geloof, kunnen rekenen op Gods hulp in de
nooden van dit leven. De H. Schrift staat
vol van gunsten, die Jezus schonk aan
hen, die met groot geloof tot Hem kwamen
En telkens klinkt uit Jezus' mond: „U
geschiede overeenkomstig uw geloof".
Niet genoeg kunnen wij den goeden God
danken, dat Hij ons dit heilig geloof heeft
ingestort; maar zoowel de dank voor die
weldaad, als ons eigen belang vorderen,
dat wij het geloof steeds levendig in ons
houden, steeds meer en meer ontwikkelen
en versterken.
Vooral in onze dagen hebben wij een
sterk geloof noodig, dat bestand is tegen
de in kracht en aantal toenemende geva
ren, die het bedreigen. Steeds driester tre
den de vijanden van Christus op, om ons
met woord en geschrift te overtuigen, dat
wij niet in het geloof ons geluk vinden,
maar in de volle vrijheid van denken, in
de onbeperkte vrijheid van handelen, in
het vrije genot van wat de wereld ons
aanbiedt.
-Wie naar die verleidende stem luistert,
laat zich voeren op een weg, waar de
duisternis der dwaling het oog blind
maakt voor de waarheid; waar de kracht
niet te vinden is, die de driften beteugelt,
waar nergens een troost wordt - geboden
aam liet lijdend mensciiènhart in de weder
waardigheden des levens.
Niets ter wereld geeft ons dat licht,
schenkt ons die kracht, biedt ons dien
troost, dan het geloof in God en in Hem,
Dien Hij gezonden heeft: Jezus Christus.
Het geloof is een licht voor den men-
schelijken geest. Dat licht ontsluiert den
mensch de Goddelijke geheimen, die het ge
schapen verstand niet kan achterhalen,
zooals het geheim der H. Drievuldigheid,
■Geholpen door dit licht zal de mensch ook
gemakkelijker de natuurlijke waarheden
van den godsdienst leeren kennen".
Na verder te hebben uitgeweid over de
groote Godsgave van het Geloof, besluit de
Bisschop:
„Beveiliging van uw geloof; maar ook
vermeerdering en versterking ervan is
noodig.
En dit geven u de oefeningen van gods
vrucht en wel bijzonder 'n ijverig en voort
durend gebed en een godvruchtig, veelvul
dig naderen tot de H.H. Sacramenten. In
1925 hebben wij een gebed „voor het be
houd des geloofs" voorgeschreven, dat op
Zon- en feestdagen onder het Lof moet
gebeden worden. Wat Wij toen bij deze
bepaling gevoegd hebben, willen Wij hier
herhalen: „Wij verzoeken iederen geloo-
vige voor het behoud des geloofs in ons
dierbaar Limburg dit gebed dagelijks te
verrichten: dikwijls een H. Mis te hooren
en veelvuldig de H. Communie te ontvan
gen. Bijzonder vragen Wij dit van de kin
deren".
BUITENLAND
Duitschland
Uit het bezette gebied.
Geen militaire oefeningen
op den R ij n.
De intergeallieerde commissie voor het
Rijnland heeft medegedeeld, dat volgens
een voorloopige beschikking van het op
perbevel van het Fransche leger, in 1927
het bezettingsleger de in vorige jaren ge
bruikelijke oefeningen in het slaan van
bruggen over den Rijn achterwege zal la
ten.
Naar Duitsch-Poolsche toenadering.
Berlijn ziet van een gewichtig en
e i s c h af.
Vorige week zijn nieuwe besprekingen
geopend tot bijlegging van liet Duitsch-
Poolsche conflict.
Inmiddels heeft Duitschland zijn eisch
laten vallen, om de kwestie der uitwij
zingen bij afzonderlijke onderhandelingen,
dus los van de besprekingen over het slui
ten van een Duitsch-Poolsch handelsver
drag, te regelen. Te Warschau heeft men
namelijk den Duitschen gezant er op ge
wezen, dat een speciale regeling der uit
wijzingsproblemen wegens de bestaande
verhoudingen ten aanzien van andere sta
ten met name zal hierbij wel aan de
verhouding van Polen tot Sovjet Rusland
zijn gedacht een precedent zou schep
pen, dat voor Polen niet aanvaardbaar is
Echter heeft Polen zich bereid verklaard,
zekere kwesties, die op de onderhandelin
gen over een Duitsch-Poolsch handelsver
drag betrekking hebben, volgens bepaalde
richtsnoeren te regelen, die neerkomen op
voor Duitschland gunstige wijzigingen.
Voorts wijst men er te Warschau op,
dat do politiek der uitwijzingen geenszins
uitsluitend tegen Duitschland is gericht,
maar dat door de desbetreffende bepalin
gen in den laatsten tijd ook een groot aan
tal Tjsechoslowaken en Engelschen, en
zelfs Franschen, in Poolsch Opper-Silezië
zijn getroffen.
Alhoewel de bestaande moeilijkheden
nog volstrekt niet uit den weg zijn ge
ruimd. hoopt men in Duitsche officieele
kringen toch, dat het op de aangeduide
•wijze mogelijk zal zijn, met Polen tot over
eenstemming in de kwestie van het ves-
tingsrecht te komen.
Volgens berichten uit Kattowitz is in
middels liet bevel tot uitzetting van den di-
receur der „Graflich Henkei Donnersmark
sche General-Verwaltuug", Schulz.door de
Poolsche autoriteiten ingetrokken, terwijl
tevens het beslag, dat tegelijk met de uit
vaardiging van het uitzettingsbevel op het
vermogen der „General-Verwaltung" werd
gelegd, is opgeheven.
Frankrijk.
De schuldenkwestie.
Een voorloopig accoord met de
Ver. Staten.
Poincaré heeft in deD Franschen mi
nisterraad medegedeeld, dat een voorloo
pige Fransch-Amorikaansche overeen
komst in zake de schu'den is bereikt vol
gens welke de Fransche regeering aan de
V. S. op 15 Juni a.s. tien millioen dol
lar zal betalen op rekening van de huidige
schuld van Frankrijk aan de V.S., waarbij
tevens is overeengekomen, dat dit bedrag
in mindering zal komen der annuiteiten,
voorzien in het accoord tot consolidatie
der schulden, dat door het Amerikaan-
sche Congres en het Fransche parlement
geratificeerd zal worden. Frankrijk zal
voortgaan betalingen te doen op rekening
van de schuld voor do overgenomen oor-
logsvoorraden.
In do voorloopige overeenkomst is be
paald, dat de regeling in niets vooruit
loopt op de ratificatie van bet accoord tot
consolidatie der schulden, dat op 29 April
1926 werd afgesloten.
Frankrijks veiligheidsmaatregelen.
Verklaringen van den min.
van oorlog.
Painlevé, de minister van oorlog, heeft.
in een onderhoud met een redacteur van
den „Petit Parisien" gesproken over de
militaire organisatie, die Frankrijk voor
zijn veilig} eid tot stand zal brengen.
Hij begon met de verklaring, dat hij het
geheel eens is, met de buitenlandsche po
litiek van Briand en hoopte, dat er eens
een tijd zal komen, waarin een oorlog tus-
schen twee naties in Europa even mogelijk
zal zijn als een oorlog tusschen twee sta
ten der Vereenigde Staten van Amerika.
Frankrijk heeft geen anderen wensch
dan de toenadering tusschen de verschil
lende naties te bevorderen en het denk
beeld van den vrede te dienen, wat echter
niet wegneemt, dat het ook moet denken
aan de organisatie van zijn eigen veilig
heid.
Volgens de organisatie, zooals die voor
de toekomst is gedacht, zullen de kolonia
le troepen geheel op zich zelf staande, van
het overige leger afgescheiden corpsen vor
men. Do troepen, die voor de verdediging
van het rijk in Europa zijn bestemd, moe
ten, teneinde hun kracht geheel te kun
nen ontplooien, op de medewerking van
de geheele natie steunen. Daarvoor is noo
dig, dat 'tie open grenzen van Frankrijk
door oen stelsel van groote. vestingwerken
worden beschermd. De tegenwoordige ves
tinggordel ligt te vel naear achter, terwijl
de vestingen in Lotharingen met haar
front niet naar het Oosten zijn gelegen.
Dat de noodzakelijke werken tot nu toe
niet zijn uitgevoerd, Is in hoofdzaak een
gevolg van financieele moeilijkheden.
Frankrijk heeft zijn milliarden eerst noo
dig gehad voor het herstel van zijn ver
woeste gebied.
Wat liet plan van den vestinggordel be
treft, is het niet gemakkelijk geweest om
tot overeenstemming te geraken, daar er
verschillende tegenstrijdige opvattingen
waren. Eenigen wenschten een aaneen-
sluitenden gordel van vestingen van Duin
kerken lot Belfort, anderen slechts ver
sterkte plaatsen, waarop de aanvalsbewe-
gingen zouden kunnen steunen.
In de eerste plaats zullen die werken
worden uitgevoerd, waardoor de grens van
1870, de nieuwe grens van Frankrijk, ver
dedigd zal worden. Alle andere werken
hebben slechts een aanvullend karakter.
Met do voornaamste werken zal in Juli
worden begonnen en het werk zal dan on
afgebroken worden voortgezet.
Het is natuurlijk een werk, dat zeer
lang zal duren en de uitvoering zal van
den financieclen toestand van Frankrijk
afhangen. Doch ook de grootste en best
doordachte verdedigingswerken bieden
nog geen afdoende bescherming en daarom
is het de helangrijkte taak, te.werken voor
het behoud van den vrede.
Marokko
Weer levendigheid in het Rif.
De Parijsclie bladen melden uit Rabat,
dat de Spanjaarden in levendigen strijd
gewikkeld zijn met do Ktama-benden,
die in opstand, zijn. Dertig man der troe
pen zijn gedood.
China.
DE CHINEESCHE KWESTIE.
De strijd om Sjanghai.
„De man die de stad zal redden"
„Ik ben hier, dus is Sjanghai veilig'',
aldus Tsjang Tsjoeng Tsjang, de militaire
gouverneur van Shantoeng tot den cor
respondent van de „Daily News" in de
door de Kantonnee zen bedreigde groote
havenstad van China. Tsjang was juist
teruggekomen van een bezoek dat hij in
den loop van den Zondag met Soen.
Tsjooaai Fang, wiens troepen bij Hangkow
zijn verslagen en dien hij in het comman
do over Shanghai had opgevolgd, aan
Soenkiang, 28 mijlen ten Zuid-Westen
van Sjanghai, had gebracht.
Tsjang was volledig in het khaki; hij is
lang en zwaar gebouw;d en deze ex-koelie
met zijn klein zwart snorretje, was de
meest markante persoonlijkheid in de
met gewapende soldaten gevulde kamer,
waar hij den correspondent ontving.
„Ik heb mijzelf voor Sjanghai verant
woordelijk gesteld, en daarom is er thans
geen gevaar meer", verklaarde hij. „Ik
heb 250.000 soldaten voor den strijd klaar
staan en nog 250.000 anderen in reserve.
Met Tsjang ï'so Lin's troepen mee, kun
nen we ten naaste bij een millioen man
schappen tegenover de Kantonneezen in
het veld brengen."
„Hoeveel troepen hebt u naar Soen
kiang gebracht?" vroeg de correspondent
naar aanleiding van de geruchten, ais
zouden slechts 1000 man daar zijn aan
gekomen om Soen's verslagen leger te
steunen.
„Er zullen er spoedig meer dan genoeg
zijn", gaf Tsjang ontwijkend ten ant
woord; en hij voegde er aan toe, dat 4000
Russen gereed stonden. „Soen Tsjooan
Fang cn ik zelf'', vervolgde hij, „zijn van
morgen van Nanking gekomen en door
gereisd naar Soenkiang om de bijzonder
heden te regelen van mijn overname van
de verdediging en de volledige samen
werking van onze troepen te verzekeren.
Er heerscht tusschen ons niet het miuste
meeningsverscliil We zullen van het be
gin tot het einde samenwerken om. de
Kantonneezen in bedwang te houden.
Mijn troepen zullen naar het front gaan,
terwijl die van Soen achter het front zul
len worden gereorganiseerd."
„Gelooft u, dat de Kantonneezen wer
kelijk plan hebben Sjanghai aan te val
len, of zouden ze blijven waar ze thans
zijn cn er zich versterken?''
Er loopen namelijk toenemende ge
ruchten, dat de Kantonneezen bezig zijn
zich in to graven.
„De Kanlonnoezen zullen niet uit eigen
beweging stand houden.", antwoordde
Tsjang; „zij zijn uit op do wereldrevolutie
en zouden zelfs met den val van Sjan
ghai niet bevredigd, zijn. Maar ik zal zo
tegenhouden.''
„Hebben ze Kasliing (70 mijlen ten
Zuid-Westen van Sjanghai) reeds be
reikt?"
„Ik hoop, dat ze zoo ver mogelijk ko
men, zoodat ik den strijd met hen kan
aanbinden.''
Tsjang weigerde te zeggen, of hij zou
trachten Hangkow te heroveren indien de
Kantonneezen Soenkiang niet aanvielen.
In tusschen gelooft men te Sjanghai, dat
zoowel Noordelijken als Zuidelijken druk
doende zijn tusschen Soenkiang en Ka
sliing loopgraven aan te leggen, waar
heide partijen zullen blijven tot onder
handelaars de zaken geregeld hehben.
„Indien de Kantonneezen de rooden
buiten de deur zetten", vroeg de corres
pondent nog, „zoodat ze een zuiver na
tionalistische groep zijn, zou er dan kans
bestaan op oen compromis tusschen
Noord en Zuid?''
„Dat", zei Tsjang, „is een zaak waar
over Tsjang Tso Lin heeft le beslissen.''
Mot Tsjang's komst te Sjanghai, merkt
de correspondent nog op, is Soen Tsjooan
Fang geheel van het tooneel verdwenen.
Amerika
Toch een vijf-mogendheden-ccnfercntie?
In weerwil van het ongunstige antwoord
van Frankrijk en Italië op Goolidge's voor
stel aangaande een conferentie voor de
ontwapening ter zee, wordt medegedeeld,
dat de president hoopt, dat liet mogelijk
zal zijn een conferentie tusschen de vijf
groote maritieme mogendheden te organi-
seeren.
Amerika's interventie in Nicaragua.
Aanslag op een militair
transport.
Zondag werden schoten gelost op een
iroepenlrein dié een aantal Amerikaan-
fcche mariniers van Leon naar Ghinandega
vervoerde. De wagons werden geraakt,
doch niemand werd gewond. Na dit inci
dent gaf de opperbevelhebber last eiken
aanvaller te achtervolgen, neer te schieten
of gevangen te nemen.
Een troep van 350 Amcrikaansche ma-
HET VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
Er is weer toenadering merkbaar tus
schen Duitschland en Poten.
Frankrijk heeft een voorloopig accoord
getroffen met de V. S. omtrent de beta-
lihg der schulden.
Twee mijnrampen in Engeland. Ongs-
veer 65 mijnwerkers gedood. (BuitenL
Berichten, 2d© blad).
BINNENLAND.
Het ontwapeningsdebat in de Tweede
Kamer. (Staten-Generaal, 2de blad).
De communist en de soc.-democraten. (Bin
nenland, (1ste blad).
Het voorkomen van een groote ramp te
Amsterdam. (Gemengde Berichten, 2de
blad).
LEIDEN.
Geopend is de kliniek voor kinderziekten
in het nieuwe Academisch Ziekenhui».
(lste blad).
Bezoek van H.M. de Koningin-Moeder
en H.K.H. Prinses Juliana aan het Mu
seum van Oudheden, (lste blad).
riniers is vertrokken om de spoorweg van
Granada naar Managua te bezetten.
De liberale gezant van Nicaragua in
Mexico heeft het Amerikaansche Roode
Kruis verzocht hulp te bieden aan de vel©
gewonde liberalen in Nicaragua, daar de
Amerikaansche blokkade het importeeren
van voeding8- ©n geneesmiddelen onmoge
lijk maakt.
Schending der onzijdigheid.
Moxicaansche opstandelingen
berecht.
Uit Los Angelos, wordt geseind: De
Mexicaansche oud-minister van oorlog ge
neraal Estrada is tot 24 maanden gevange
nisstraf en een boete van 10000 dollar
veroordeeld wegens schending van de on
zijdigheid dor V. S, Aoor aicb bezig te hou
den met revolution^;iro bedrijvigheid tegen
Mexico. Do leden van zijn staf werden elk
tot meer dan oen jaar gevangenisstraf en
groote boeten veroordeeld, Zeven-en-vijf
tig leden van zijn „leger" werden tot zes
maanden gevangenisstraf veroordeeld.
Toenemende onrust in Mexico.
Uit verschillende doelen van Mexico
wordt een sterkere activiteit der opstande
lingen gemeld, vooral in de staten Guada
lajara en Durango en in de nabijheid van
Tampico. De regeering deelt mede, dat bot
optreden van deze kleine onsamenhangen
de troepjes gemakkelijk te onderdrukken is.
De federale troepen hebben San Fran
cisco del Rincon weder in bezit genomen.
BINNENLAND
Vragen van Kamerleden.
Le eigen zender van den K. R. O.
Door den heer Droogleever Fortuyn zijn
aan den minister van Waterstaat de vol
gende vragen gesteld:
1. Is het bericht juist, dat de minister,
krachtens artikel 3 van de Telegraaf- en
Telefoouwet 1904, machtiging heeft ver
leend aan de Ncderlandsche Christelijke
Radio-Vereeniging en aan den Roomsch-
Katholieken Radiohond voor den aanleg
en het gebruiken van cori bij het station
Hilversum to bouwen nieuwen zender voor
den draadloozen omroep?
2. Indien dit juisf is, is de miuister dan
bereid om mede te deelen, onder welke
voorwaarden deze machtiging is verleend
en in het bijzonder, of daarin is opgenomen
een verplichting, om aan andere radiover-
eenigingen des verlangd medegebruik van
dien zonder te vorleenen?
3. Is, vóórdat deze machtiging werd
verleend, nagegaan, of er ook andere radio-
uilzendvereonigingen een zoodanige mach
tiging wenschten aan te vragen?
4. Is door do verleende machtiging de
golegenheid voor andere, bestaande of op te
richten, radio-uilzendvereenigingen om
een soortgelijko machtiging te verkrijgen
vervallen of wordt zij daardoor belem
merd?
Het Ontwapeningsdebat in de Tweede
Kamer.
De communist aan het woord.
Bij het ontwapeningsdebat in do Twee
de Kamer de belangstellende lezer vindt
daarvan een verslag in .liet 2de blad is
gisteren de communist aan het woord ge
komen. De Kumcroverzichtschrijver van
de „Msbd." schrijft
„De heer Dc Visser kan tevreden zijn,
want ook gistermiddag heeft hij gezege
vierd over zijn vijanden, zooals hij de so
cialisten noemt. Al zijn we overtuigd, dat
de socialistische pers niets dan hoon zal
hebben voor ieder woord, dat ten voor-
deelo van dezen spreker gezegd wordt,
dient toch erkend, dat hij een niet onver
dienstelijke rede heeft gehouden. Do so
ciaal-democraten, die voor de behandeling
van dit ontwerp den mond val haddea