KALENDER N.B. Als niet anders wordt aangegeven, heeft in deze week iedere H. Mis Glor.a en Credo en de gewone Prefatie. ZONDAG Febr. Vijfde Zondag na Driekoningen. Mis: Adorate. 2e gebed v. d. H. Tilus, Bisschop en Marte laar; 3o v. d. Dorothea, Maagd en Mar telares; 4e voor den Paus (wegens den ver jaardag zijner Pauskeuze). Prefatie v. d. AJIerh. Drie enheid. Kleur: Groen. Tarwe en onkruid groeit er in het Rijk van Christus, d. w. z. in do Kerk van Christus zijn goede en slechte menseben. (Evangelie). De goeden moeten de slech ten verdragen en hebben in ben een gele genheid do naastenliefde te Jieoefenen. (Epistel). Dikwijle trachten de slechten het deugdzame leven der goeden te ver stikken, gelijk het onkru d de tarwe. Daar om vragen wij vandaag Gods bescherming tegen het slechte voorbeeld (Gebed en St.l- gebed). God, Dio Koning is der volken. (Graduale; Alleluja-vers) en almachtig (Offertorium!) kon ons helpen. En in ons loeft een krachtige hoop, dat Hij ons door do gevaren heen brengen zal tot ons eeuwig heil. Do heilige Geheimen, door ons in liet H. Misoffer gev.erd, zijn ons een waarborg (Poslccmmunio). MAANDAG 7 Febr. Mis v. d. Ro- Mualdue, Abt; Os Justi. Geen Credo. Kleur: W i t. In 956 werd Romualdus to Ravenna ge boren uit ouders, moer de beginselen der wereld dan die van Christus genegen. In weekheid werd dan ook Romualdus op gevoed, do lust naar do vermaken der wereld was in hem steeds sterker ge maakt. De wrange vrucht was dan ook: Romualdus lic-t z ch door jsijüo hartstoch ten geheel meesleepen. Toch werkte do ge nade in hc-m. Zijn hart joelde het ijdole van hetgeen hij zoo h aids toch tel ijk najoeg en hij wilde de wereld verlaten, docli miste den moed. Een tweegevecht- waarin zijn vader den tegenstander doodde deed Romualdus veertig dagen zich afzonderen in een klooster om voor dien misdaad te boeten. Toen was hij „er door heen". Die dagen van kloosterleven maak to hem ge heel los van de wereld en hij verzocht voor goed in het klooster te worden op genomen. Ten slotte werd zijn verzoek ingowill gd. Zijn ijver brachten hem er al spoedig toe den Regel, welko door som migen lnksch werd nageleefd te hervor men, wat hem na veel tegenstand ook ge lukte. Romualdus stierf na een arbeid zaam leven, vol van moeilijk hod en op 71- jarigen leeftijd. DINSDAG 8 Febr. Mis v. d. H. Jo annes do Matbn, Belijder: Os Justi. Geen Credo. Kleur: Wit. Met den H. Felix van Valois stichtte de H. Joannes do Orde van Triiiitari rs d.i. v. d. Allerh. Drieëenhcid, met "spe ciaal doel: do gevangen slaven to bevrij den. WOEHSOAG 9 Febr. Mis v d. II. C y r i 11 u s van Alexandria, Bis- DER WEEK. ecbop, Belijder cu KarkJèera-irJLn medio 2o gebed v. d. H. Apollonia. Kleur: W i L Do H. Cyrillus is de grootste tegenstan der geweest van den ketter Nostoriuf, d o de wezenlijke Godheid van Christus loochende. In boerlijke go-schriften heeft Cyrillus Christus' Godheid en daarmee samenhangend ook Maria's goddelijk Moederschap verdedigd. DONDERDAG 10 Febr. Mis v. d. H. Scholastica, Maagd: Pilosisti. Geen Credo. Kleur: \V i t. Do H. Scholastica was het hoofd van een klooster, waar de regel gevolgd werd van haren heil gen broeder Beucdicius. Om diens raad in te winnen bezocht zij hem jaarlijks. Eens gebeurde het, dat Benedictus na het gewone jaarlijkse» e. onderhoud wilde heengaan. Scholastic:', bad hem te blijven, maar, getrouw aan zijn kloosterregel, weigerde Benedictus. Scholastica bad toon tot God en op haar gebed begon het opeens to onweoren en to regenen, zoodat het Benedictus onmogelijk, was heen to gaan. Toen liet dag was keerde do heiiigo naar zijn klooster te rug. Drie dagön later st erf Scholastica, wier selioono ziel do H. Benedictus in do gedaante cencr duif ten hemel zag gaan. VRIJDAG J1 Febr. Feestdag der v e v s c h ij n i n g der H. Maagd na u Bernad c11o to Lourdea. Mis: V i d i. Prefatie v. d. Allerh. Maagd (invullen: Eu U om do Onbevlekte On:- vangonis). Kleur: W i t. Vandaag herdenkt de H. Kerk de ver schijn ng van do Onbevlekte Ontvangon:s aan Bernadette. Achttien malen is Mafia aan hel nederige herderinnetje vcrscne- nen; den eersten keer op 11 Febr. 18Ö8, voor het laatst op 1(5 Juli 1858. Ep sinds dien is Lourdcs een der beroemdste bede vaartsplaatsen geworden der geheole we reld. Soms meer dan een inillicen bede vaartgangers komen knielen en bidden, aan den voet van do gezegende grot Bui zende wondoren zijn daar gebeurd, op versch llcndo wijzen cn op verschillend' plaatsen n.l. vóór do grot, in de baden, in de hospitalen, maar vooral tijdens do lï. Sacramentsprocessie, wanneer de urm zieken één voor één worden gezegenl met onzen verborgen God iu Zijn H. Sacra ment. ZATERDAG 12 Febr. Mis v. d Zes den Zondag na Driekoningen: Adorate. 2e gebed v. d. zeven II. H. Stich ters der Orde van de Diensknechten vau Maria; 3e 'voor den Paus. Prefatie der Allerh. Dricor.he d. Kleur: Groen. In de kerken der E.E. P.P. Franciscanen. Alles als iu bovenstaande kalender, be halve: MAANDAG. Mis v. d. Z. Z. Rizze r i u s v a n M u c i a, E g i di u s M a r i u van den II. Jozef e u A n t-o n i »i s van S tr one one, Belijders: Confitean- tur. 2e gebed v. d. II. Romualdus. Amsterdam. Al.B. M. KOK, Pr WEEKREVUE. r SUGGESTIE. Nou kunt U zeggen, wat U wilt, maar Éuff-cstie is toch maar een mooi ding, dat ondervinden we dagelijks Ja, allemaal, TJ net zoo goed als ik, ("Wij jiet, Red. L. Crt., U ook, Daniël), want 't heelo. leven is toch zeker niets anders dan iuctcstie. Nu moet U goed onderscheid maken tus- ichen suggestie en auto-suggestie, welk Tcrscln'l hierin besta-,t, dat men zich 2clf je's k3n suggereeren ofwel je eigen hela., tafelen ófwel dat men door een ander ffordt gesuggereerd, dus dat een onder je voor den gek houdt. Ik zal het U met een paar voorbeelden du'delijk maken. U zit bijv. 's avonds to «pringcn om uw krant, dio wat laat bij U gordt bezorgd omdat de looper last had van ziin eksteroogen. Eindelijk komt er een krant, beslaande oil lien, twaalf of nog .moer pagina's. Nu wordl U gesuggereerd, dat er een massa nieuws is en als U de krant eens goed inziet, dan 6laat U blad na blad met groot hwaai om en gooit zo dikwijls onte vreden op zij brommend: „Der staat niks jo" Kijk de advertentie-pagina eens door. Wat is dat anders dan suggestie, niets dan Buggestie Twaalf firma's tegelijk bieden U de s'erkste -sokken, de fijnste oude klare, en de snelste auto aan Etalage-poppen In de meest onmogelijke houdingen toonon' U de laatste mode, absoluut do laatste 1 of schoon er ieder half uur weer een nieuwe aelsle mode bij komt. gaat de stad eens in om eenige nood- takelijke inkoopen te doen en U zie' 'n de étalage ecu schat van een japonnetje of een paar dotten van schoentjes of een beeldje van een hoedje en bij voorbaat ver- heird. daar de vreugde om die te bezitten reeds bij voorbaat door uw boezem kuiert, ;aa( U den winkel binnen met do vasle he keling om die schoentjes, flat japonnetje oi dat hoedje en geen ander to koopen Maar de winkeljuffrouw laat U iets an ders zien wat zij graag kwijt wil en praat net zoolang, totdat zo II suggereert da.t dit toch beeldig is, een snoeperig pa troontje en U gelooft het en koopt het. Neem als U wilt de heelo mode zelf, van daag loopt u met schoenen, zóó puntig, dat U moet zwenken en lavecron _om zon der ongelukken den hoe?: van de straat om tp komen, en morgen zijn uw schoenpun-- ten v/eer zoo vierkant als een kubus en uw smaak wordt door de heerschende mode gesuggereerd, want loopt U vandaag met ichoenen, die gisteren nog modern waren, dan zegt men van U, dat U schoenen draagt, waarmee Adam het paradijs is Jilgejaagd of iets dergelijks. Hoe dikwijls Mevrouw suggereert U zich migraine, omdat IJ een onpleizirige bezig heid zou moeten doen en hoe vaak ook Buggereer» U zich een bloeiende welstand, terwijl ge aan migraine lijdt, oodat eon gezellige bezigheid U niet zal ontgaan. En in beide gevallen gevoelt gij IJ dik wijls. zooals gij denkt U te moeten gevoelen. Allemaal suggestie dus. Het is nu winter. Waaraan merkt ge dat? Niqt aan de ■oude, want het is niet kouder, dan het in September of April zou kunnen 2ijn. Niet Mn sneeuw of ijs, want die hebben we nog 'iet noemenswaardig gehad. Toch is het Kinier. Hoe weet ge dat? Wel ge suggereert U winter, door win- frsch te doen. Ge loopt in een bontjas, stookt de kachel tóodgloeicnd en neemt twee borrels in plaats van een, tegen de kou. Eees de krant maar eens goed na, dan ziet go herhaaldelijk verslagen van feestavonden van Jjsclubs, die in plaats van op het ijs, nu in een goed verwarmde zaal bun winterlust botvieren en in het notulenboek van zulke vereenigingen wordt met veel ophef gewag gemaakt i£in den gezelligen winter in 1927 ofschoon er rog geen vollen dag ijs geweest is. Dat doet de suggestie. Wc kunnen niet leven zonder suggestie on met suggestie is het leven zoo gelukkig, daar men zioh zelf nog een vroolijkc stem ming kan suggereeren als het humeur zoo veel graden onder nul 's. Ja,* suggestie is een goed ding. voed; het kan ons derhalve nauwelijks verwonderen, dat hij, een echte bijbelken- nor als hij was, zelf de tekst voor den „Messias?' uit don Bijbel, do Profetiön, de Psalmen en het Nieuwe Testament sa menstelde. Hij had c-r toen natuurlijk nog geen flauw vermoeden van, welke triomphen hij door dit werk v eren zou, dat vooral in het Kerkelijk leven van Engeland een zoo beteekenisvolle plaats zou gaan krij gen. Ook moet men den ondernemings geest van Handel bewonderen, die of schoon de vijftig reeds gepasseerd, zich op een geheel ander genre muziek gaat toeleggen als de opera, en zich daarin la er ook nog een meester toont. Door do voorspraak van Lord Pem broke werd „Saul" vaak uitgevoerd en spoedig populair Handel was juist tijdens do repel'tie met zijn orkest bezig, teen Lord Pembro ke binnentrad „En, Sir, zoo ijverig?' Handel wenkte hem plaats to nemen. „II basso marcato, heeren'', do bas treedt in dit gedeelte sterk op den voor grond. De bazuinen fortissimo; het tre molo der pauken iets levendiger", zoo sprak hij dc orkestleden toe. Hij liet dc menschen dan, na hetzelfde meerdere malen te hebben herhaald, ver trekken en wendde zich lachend tot den Lord. „Ik groet Mylord met alle hoogach- t-'ng. Is u weder teruggekeerd van de reis?" „Sedert gisteren. Ik kon des avonds in •Gigantic-Hull de 27o opvoering van „Saul' bijwonen. Mijn bewondering voor dit werk!'Maar nu ben ik eigenlijk gekomen, ora iets naders to vernemen over uw jong ste schepping „De Messias'', waarvan ik eigenlijk door mijn invitatie, mij te ver gezellen bij oen bezoek aan do gevangenis, do aanleiding ben geweest." „Mylord, uwe .oelangstelliug is zeer vor eerend voor mijl" •- Hierop werd het gezicht van don mees ter, waarop toch steeds zooveel ^els-uit drukking. lag, als met zonlitfit overgoten, zijn oogen werden vuriger en zijn zachlo stem klonk nog sympathieker dan anders, terwijl bij vervolgde: ,„Ik geloof, Mylord, dat do composit'o vlugger van stapel loopt, dan ik aanvan kelijk had durven verwachten. Het we?k zal uit drie deelen bestaan: Het verlan gen naar den Verlosser en de Belijdenis "an het Verlossingswerk. Het eerste deel js reeds klaar; het tweede nadert zijn voltooiing. Ik hen 't alleen nog niet eens over het „Halleluja5', waarmede ik dit deel besluiten wilde." „Uw Gen us zal u ook bier niet in den steek laten! Wilt u me een eindje ver gezellen?" „Zeer gaarne, Mylord." Beiden gingen huiswaarts, druk in ge sprek over de kunst, tof bun wegen zich scheidden. Na weinig tijds had Handel zijn solied gebouwd en comfortabel ingericht huis bereikt. „Goeden morgen, Roboitsgroetto onze meester den volgenden morgen den ijver;-, gen copiist iu zijn werkkamer. Deze zag even op en bemerkte als het ware een zon neschijn op bet hooge voorhoofd des meesters, dio tengevolge van zijn hard werken gedurende de laatste dagen eenigs zins overspannen was. „Goeden morgen Sir," antwoordde de copiist en schreef weer. door. „Rolioits, ik heb 'tl gaf Handel ver heugd te kennen „Wat eigenlijk, Sir?" „Het groote „Halleluja5' voor het slot van het tweede deel van ,-Do Messias". „Olil" Roboits was' tamelijk kort van geheu gen. Plotseling zot Handel zich aan 't schrij- TROUBADOUR. ven an schreef de noten zóó vlug neer, dat hem het zweet van bet voorhoofd liep, en de man, die andera zeer cp uiterlijke vor men gesteld was, schoof zijn groote allon- gepruik achteloos voor- en achterover, om ze daarna naast zich op de schrijftafel te leggen. Eindelijk was het klaar. „Sir, wenscht u nu uw chocolade?" riep David, de oude huisknecht, door de even- geopende deur. „Ja, David, maar vlug, want ik merk, dat ik nog nuchter ben". De oude man bracht bet ontbijt, dat Handel, terwijl hij de partituur nazag, met smaak verorberde. Vaak neuirdo hij een of ander gedeelte cn veranderde hier en daar wal met een enkele pennenstreek. Nu was alles af en de meester vleide zich gemakkelijk in een leunstoel neer. „Wilt ge gelooven, Roboits, dat ik dc compos tie vannacht gedroomd heb?" Roboits keek hem aan. „S r, ik begrijp nauwelijks, hoe u zulke muJek zonder een enkel instrument neer schrijven kunt, laat staan hoe het moge lijk is, dat u ze droomt" „Dat is niet zoo bijzonder, liisler maar eens. Ik droomde, dat ik oud, blind ge worden was en een stem, 't scheen mij de stem van den Alcrhoogste liep mij toe: „Gij moet eterven, uw tijd is omt" En ik voelde, hoe ik dit aardsche lichaam af legde, als een kleed, dat men uitstrekt bij bet ter ruste gaan. Ik voelde mij liebt en alsof ik vleuge len had en ik kon weer het beele zonlicht zien. Een engel met blanke vleugelen cn ge huld in een wit gewaad, voerde mijaun zijn hand door het luchtruim, duizenden gioene werelden voorbij, van welker be staan ik nooit gehoord had, tot aan den zetel van het Hoogste Lich' Daar zag ik oen stralende wolk, gelijk do zon, als zij opgaat en door de nevelen breken wil. Toen kwam ik niet Dijn geleider in den eersten hemel. Daar zalen grijsaards en mannen en tusschen hen engelen met har pen en allen zongen hier hun „Halleluia", wij stegen hoog?r op Daar oitvingen ons de jongelingen met cm jubelend: „Geloofd zij de Heer" „Is het bier?'' vroeg ik. Djch mijn ge leider wees mij zwij'gend naar omhoog. Wij stegen booger en booger door on afzienbare ruimten en hier Klonk ons liet koor der vrouwen tegemoet: Halleluja, loofi den Heer, want hij regeert met Ge rechtigheid Maar wij hadden het stralende licht nog niet here kt en vonden daarna het koor der maagden en kinderen, die eveneens liefelijk hun Halleluja aanhieven Dan knielden wij voor een goude: roon maar Hij, Die daarop zetelde, was in een wolk gehuld; wij zagen slechts zijn voet bank, do aarde, en de zoom vaD zijn man tel, die blauw was als de hemel ep schit terde als met duizenden sterren be.aaid. „Maar, Sir, dat is .'n werkelijkheid, zou ik haast zeggen, do wederopstanding,'5 viel de copiist hem in de rede. „Ja, dat is zoo! Toen ik met Dengene, Wiens naam onuitsprekelijk is en d e in de wolk verborgen was, spreken wilde, klonk opeens het viervoudig koor en hooger en booger eteeg do loon. Ziet u, dat heb ik hier in do partituur vastgelegd, van loon lot toon, stijgend en aanzwellend. En juist, zooals het door de eindelooze ru mten galmde, zoo heb ik het hier neergeschre ven" „ICn sprak Jlij uit de wolk niet met u, Sir?5' „Zeker! EeD zalvende stem uit do wolk zeide mij :„E.ffeta, wees ziende". En of schoon ik tevoren meende, dat ik zag, gingen eerst op dat oogenblik mij de oogen open en ik zag nog duizenden cn duizenden engelen meer, met harpen en cymbalen, die allen in het Halleluja me dezongen, met welks slotaccoord ik ont waakte Hier is 'net werk, dat u dus iu de hoofd- partituur kunt schrijven, Roboits'. Handel stond op en ging ontroer! naar buiten.. De copiist staarde hem hoofd schuddend na. De „Messias'' was gereed gekomen. Het werk werd onder luide bijvalsbetuigingen van het talrijke publiek de eerste maal uitgevoerd ten bate der gevangenen, ge heel overeenkomstig de bepalingen, welke de componist destijds had gemaakt. Na dien volgde de eene u'tvoering de andere De Koningin hoorde van dit geweldige succes en liet Handel door Lord Pem broke verzoeken ook in Londen een uit voering te geven. Bezwaren waren hier aan niet verbonden, zoodat in Osborn-Hall spoed g het juichende „Halleluja" weer klonk Op bijzonderen wensch van Z. M. Koning George moest dit koor tot drie maal too. herhaald worden. Het oratorium maakte 'n waren zege tocht door geheel de beschaafde wereld en beleefde in Engeland alleen in enkele jaren tijds eenige uitvoeringen. Handel componeerde nog 18 andere oratoria; géén hiervan echter overtrof in diepere beteekenis „De Messias", het lievelingswerk van Engeland, 't Is zeer njerkwaardig, dat de droom van Handel in vervulling is gegaan. Acht jaar vóór zijn dood werd hij blind en vanaf dien tijd dicteerde hij zijn werken aan zijn copiist. De groote meester lag op zijp sterfbed en de el te van Londen verdrong zich in de hal van zijn huis om nieuws omtrent zijn toestand. Toen David over hem heenhoog en vroeg: „Hoe gaat het, Sir?" antwoordde hij: „ik heb geslapen, David, cn in mijn droom het Halleluja u't „De Messias" ge hoord! Heden roept de Heer mij'tot zich! Kom, mijn Messias, kom spoedig!'' Den avond van dien dag verkondigden do klokken den dood van den grooten man die Engeland onder de voomaamsto dra gers van zijn roem rekent. Hot was den Men April 4759. Handei's stoffelijk overblijfsel vond in de "Westminster-Abdij waar Albion's groote zonen rusten een eereplaais. (Hsgz.) (Uit 't Duitsch door 1'. G.) DE EERSTE VERREKIJKER. In liet begin der 17c eeuw had reeds een brillenmaker ontdekt, dat verwijderde voorwerpen door do brillen, dio in zijn winkel hingen, zich omgekeerd en teven- vergroot vertoonden. Hij maakte, hiervan echter geen gobfuik. Een zekero Zacha- rias Jansen, brillenslijper to Middelburg, richtte een verzoekschrift tot de regeering inzake een verrekijker, dieii hij ven twee brillenglazen gemaakt Jiad» De regeering bestelde hem con drietal togen den prijs van negenhonderd gulden, achter op voor waarde, dat men cr met beide oogen tege lijk door zou kunnen zien. Sedert dien tijd werden enkele kijkers door dé aanzienlij ken gebruikt totdat Galilei er medo be kend werd. Na dozen werden zij nog veel verbeterd door Cliristiaan Huygens, van Alkmaar, en wel in het jaar 1656. Eerst in 1758 werden ro weder verbeteringen aan gebracht door den En gelachman Dolland. MAR! A-HYMNEN. Do edele protcsthnt Hengstenberg las eenige lofzangen ter ccre van Maria uit den ouden tijd en riep dan uit: „Deze oude gezangen zijn bewijzen, die on3 doen blozen van schaamte. Zij getuigen van dc vreugd en het naievo vertrouwen waar mede dc Christen Kerk, in overeenstem ming met het Evangelie, eertijds dc Ma- na-feesten vierde. Zo sporen ons aan, do nalatigheid tohorstellen, die reeds zoo lang als ecu misdaad op ons drukt, namelijk dc eerc des Heeren niet langer to scheiden van dio zijner Moeder, welko do Engel „vol van genade" groette, cn die door allo geslachten moot, zalig geprezen worden. Welaan, willen wij niet onder dezo geslachten gerangschikt worden'I Of meenen wij, ons ver to moeten houden van hen, dio Maria valig prijzen'!" REBUS. Do oplossing van de rebus en de na men der prijswinners vindt de lezer op de tweede pagina van het tweede blad. ANECDOTEN. Een tevreden meester. Is de meester over je tevreden, "VVim? Nou, óf ie, moeder! Weet u wat-ie giste ren zei tegen me? Jongen, ze:-d-ie, als ze allemaal zoo waren als jij, dan kon ik dc school wol sluitén! Nuchter. Marie, wat hebben v?o noodig voor het eten vandaag?" „Een nieuw servies, mevrouw, ik ben daar net over do mat gestruikeld." Ook sporl. Een eclito sportsman geelt z-jn stroohoed vijftig meter vóór, alvorens hem achterna te rennen Geven en nc -en. Zij: Het huwelijk is een kwestie van, geven en nemen Jlij: Lat is het. Ik geef jc wat ik mis sen kan en do rest nóórn je! DaTs waar. We), Jantje, cn wat denk je nl zoo te zijn tegert den tijd dat jé meerderjarig wordt? - Een en twintig jaar, oom! Liefde en oeid Vereerder van schatrijke jonge weduwe: Ik ruin u méér dan ik u >'u woorden au. uitdrukken! z Onbewogen weduwe: Druk het dan in cijfers uil! Anders gezegd. A.: „Waar ia mijn gulden gebleven, dien ik daar op tafel ~elcgd heb?" B.: „Denk je, dat ik hem heb?" A.: „Neen, dat nu iroct niet. Maar il. ben cr van overtuigd, dat, als jij daar niet gezeten had, hij er nog wel zou - gen." Gevat. Een exuminalor wilde cctt leerling, die cr niet erg alim uitrag, bij ec- examen erin laten loopen cn vroeg, toen do aard rijkskunde aan dc beurt kwam: „Hor breed is wel de Seine bij Lon 'en?" Do jonger antwporddo zon Ier eenige aarzeling: „Even broed ala dé'Theems'bij Parijs." Een onmogelijkheid. Kleine Jantje vraagt des nachts, ala hij wakker wordt, altijd om een. 'botorhTn. De kinderjuffrouw tracht hom dit af Us leeren, door er op to wiizcn, dn? zij 's nachts toch ook geen boterhammen eet. „Dat zou toch niet kunnen," zegt Jant:u, „want uw tanden liggen in een glü3 wa ter." Advertentie. Een trkoono, v.elorppv< jon- dan«-\ met eenig vermogen, tevens bckwitme huishoudster, zoekt langs dozen meer cn. meer gebmikelijken weg. voor haar ou !c, gebrekkigo moeder, con notion schoon zoon.' Brieven, enz. Zoo gaat het. Hij: Wie is toen dio blonde meneer daar in smoking? Zij: Dat ia m;n nicht Loehy. En die donkere, met -i n monocle? Dat is in n jongste zuster Mary. Dan veronderstel ik, dat dio derde jonge, man je oudste zuster Nee, da's m'n grooiuiocdcr! In de laatste plaats. Hij: „X IcatBto gedachte, voor ik da- pen ga, is steeds aan jou!"- Zij: „Natuurlijk, ik kom bij jou altijd in do laatste plaats." Niet willen begrijpen. „U kunt hier niet stilstaan mot di. auto, meneer!" „Zoo, kan ik niet? Non, ma:-»- io be dien wagen niet, agent." LIED VAN DEZEN TIJD. WEG MET DE KROTWONINGEN. Zij klaagt: jjnufrouw hehbie 't al fernome, •ft mot uit me buis fandaan. Want so gaan me woning sloope, Zu ik kom op straat te staan. Gisl'ren sijn se komme kijke, fttèn is 't oneehik gebeurd; Ld me ouwe fijne huiesie ft toen soo maar afgekeurd. JJ'ds, ik heb een achterkamer een reuse fijn alcoof. Gaarin staan een tafel, stoelc, Seve bedde en een stoof, 'k Heb gewoond, me beele lefc, ftiar in frijheïd en geluk; Lb nou is 't ineens niet goed meer ze slaan i»e buissie stuk. Naai' aanleiding van oen voor dracht van B. en W. van Am sterdam tot het opruimen van kelder- cn krotwoningen. De buurvrouw antwoordt: Nou buufrouw, 't zal je gebeure, Ook mijn huissie mot eraan Gist'rc sijn se wese kcure, 'i Sal er nou niet lang meer staan. Mins, dan krijge we een woning, Reusedeftig, sjiek en net: Maar als we geen huur belale, Worre wc op straat gezet. Nou motte we gaan verhuissc. Nou dat is heel .gauw gebeurd! "Wil je niet dan word je bjj je Haren uit je huis gesleurd. In dio groote kale kamers Kijk je op je armoe neer; Buufrouw, dat vindt ik het ergste, 'k Ben dan niet jo buurfrouw meer.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1927 | | pagina 15