"weede Blad.
GRODTE WELDOENSTER
HET SPOORWEGONGELUK BIJ DE VINK.
De directie der Spoorwegen en het rapport der comrnissie-Kraus.
foensdag 26 Januari 1927
Bifl®Slüi.~A8aD
STATENVERKIEZINGEN.
L ,,r1r,p van R. K. Kiesvercenigingen in
P" Zuid-Holland.
TWpr dagen vergaderde het dagelijkseh
der Federatie van R. K. Kiesver-
Lidngen in Zuid-Holland (prof. dr.
oh S'eger, voorzitter; G. Bulten, pen-
n meester; G. P. Bon, Weimarstraat
0 Den Haag, secretaris), met de voor-
Iers der R- K- Kiosvereenigingcn in de
lid-Itollandsche Kieskringen ter be-
rekieg der verbinding der candidaten-
5ien voor de aanslaande Slalenverkie-
jeen. Kr werd een voorloopig advies
it"eslcld, dat, alvorens het zal worden
ngelegd aan de vergadering van het
ituur der Federatie (de voorzitters en
et> afgevaardigden van elk der Kies-
ingvercenigingen), nog een onderwerp
n "bespreking zal uitmaken op een bij-
akomst van het dagelijkseh bestuur met
katholieke Gedeputeerden der provin-
en hot bestuur der Katholieke Staten-
Wat de verkiezüigsactio betreft kau
>rilen medegedeeld, dat door do Fcde-
(ie bijeenkomsten van de besturen der
latselijke en parochiale Kiesvereenigin-
1 zullen worden belegd:
e Den Haag op Zaterdag 12 Febr.,
relur de heer G. Bulten;
te Rotterdam op Zaterdag 19 Febr.,
reker de heer G. P. Bon;
Ie Gouda op Zaterdag 2G Febr., spre-
r de hoer G. Bulten;
to Leiden op Zaterdag 5 Maart, spre-
r prof- dr. A. Steger.
Bestuursleden die verhinderd zijn, kun-
n zich door een lid hunner Kiosvereeni-
ig doen vertegenwoordigen.
Do Kringbes turen zullen voorts worden
ngospoord lot do moest krachtige pro-
ganda, mot name tot het beleggen van
treek vergaderingen" in de belangrijke
centra van do respectieve Kringen en
het opwekken dor plaatselijke en pa-
ihiale Kiesvereenigiugen om propagan-
rergaderingen te houden.
Eon lijst van sprekers zal aan de be
ren worden gezonden,
togen het tijdstip der stemming zal in
Zuid-Hollandsche plaatsen, waar een
K Kiesvereeniging bestaat, een door
Federatie beschikbaar gesteld sLrooi-
jet worden verspreid.
KERKNIEUWS
(k martelaren van den Bokseropstand.
De Rouieinsche correspondent van „De
1" seint d.d. 24 Januari:
l H do Paus heeft heden het decreet
do Congregatie der Riten goedgekeurd
ardoor de zaak der zaligverklaring
rdt ingediend van de martelaren, die
1900 bij den Bokseropstand in China
i getale van twee duizend achthonderd
en vijftig het leven lieten.
Naar de Missie.
Jinnenkort zal naar de Missie van het
Land vertrekken Br. Bonaventura
h, O.F.M. uit Amsterdam. Br. Bona-
»tura was van 1920 tot 1926 admini-
üeur van het Missietijdschrift „St.
tonius'' der Paters Minderbroeders en
trom bij zelatricen en zelateurs van. dit
andschrift geen onbekende.
„Tijd.'
Pastoor A. J. S. Dillmann. t
faaudagnacht is plotseling te Wehl
rieden de weleerw. heer A. J. S. Dill-
m, pastoor der St. Marlinuskerk al-
ir De pastoor had Zondag do Hoog-
flog opgedragen en een predikatie
ouden.
De directie der Nederlandsche Spoorwe
gen schrijft:
Wij meenen nu het verslag van heb on
derzoek in zake de ontsporing nabij de
Vink op 9 Sept. j.l. door de commissie-
Kraus is verschenen, over twee zaken, met
die ontsporing verband houdende, het pu
bliek onzerzijds te moeten inlichten, n.l.:
lc. over de veiligheid op de Nederland-
sche spoorwegen;
2e. over de door ons aangenomen hou
ding tegenover den hoofdbouwkundige
Leith.
De veiligheid.
Wat de veiligheid op de Nederlandsche
spoorwegen aangaat, stellen wij er prijs
op bet volgende mede te deeleti:
Wij stellen voorop, dat, al mogen wij
misschien niet geheel dezelfdo meoning zijn
toegedaan als do commissic-Kraus betref
fende bot verloop van de ontsporing op
zich zelve, wij uit de beide door drie on
zer hoofdambtenaren aan ons uitgebrachte
rapporten, het eerste betreffende do eigen
lijke oorzaak van het opgeval, hot tweede
betreffende de werkwijze, gevolgd bij do
ballast-verniouwing op den spoorweg Am
sterdamRotterdam, ten aanzien van de
hoofdzaak tot dezelfde slotsom gekomen
zijn, n.l. dat de toestand van den
weg de oorzaak der ontspo
ring is geweest en dat op het ge-
dcelto Schiedamde Vink voor do
ballaslvcrnicuwing een werkplan iB
ontworpen en uitgevoerd, dat veroor
deeld moet worden.
Wij behoeven wel niet te zeggen, hoe
wij dat, allereerst, om de slachtoffers, die
het ongeval heeft geëischt, ernstig be
treuren.
Maar nu in het verslag-Kraus aan do
veiligheid op onze spoorwegen in het al
gemeen een enkel woord wordt gewijd, is
het jammer, dat daarin niet duidelijker is
uiteengezet, dat het werk, dat verricht
moest worden tussolicn Rotterdam en Am
sterdam, betrof een uitzonderingsgeval.
Want zonder dat, vreozen wij, dat onze
reizigers, die een groot deel van het jaar
dagelijks op onze lijnen het opbrengen
van nieuwe ballast kunne waarnemen, in
de vorqndorstelling zouden kunnen zijn
gebracht of zouden blijven, dat dat werk
steeds heeft, plaats gevonden op een eerst
thans pnjuist gebleken wijze on zij der
halve doorloopond hobbcn blootgestaan
aan helzelfdo gevaar, als bestaan heeft
tusschen Schiedam én do Vink. Waro dat
het geval geweest, dan zou niet té verkla
ren zijn, vraarom niet reeds vroeger en
herhaaldelijk ongevallen, als bij do Vink,
z*ouden zijn voorgekomen en zou de voor
Nederland zoo bij uitstek gunstige sta
tistiek van gedcodo en gewonde reizigers
en beambten er wel anders uitzien. Maar
het werk, dat thans is moeten word on ge
daan, do algeheele ballast-vernieuwing
over een baanvak van pl.m. 80 K.M. leng
te, was van aard en omvang een werk, als,
voor zoover ons bekend is, nog nimmer
vroeger op onzen spoorweg is moeten wor
den verricht en geheel afwijkend van het
gowono onderhoudswerk, dat nooit tot
cenige moeilijkheid heeft aanleiding ge
geven.
Op het gedeelte Amsterdamde Vink is
een werkwijze gevolgd, die geen enkel be
zwaar heeft opgeleverd; van het gedcelto
Schiedamdo Vink kan dit helaas niet
worden gezegd.
Onnoodig te zeggen, dat tegen
herhaling zal worden gewaakt.
Maar, naar onze overtuiging, cvon on
noodig, om uit dit eene geval, wanneer
het ontdaan is van zucht naar sensatio-
neelo berichten, en ontdaan is van een
weinig verheffende vakverconigingspoli-
tiek, ingegeven door de ijdele hoop op
aansluiting van méér personeel en op meer
inmenging der vakvereeniging dan wij
voor het bedrijf noodig achten, de conclu
sie te trekken, dat. er aanleiding is tot on
gerustheid voor do veiligheid op do Ne
derlandsche Spoorwegen.
Zou men ons nu de vraag stollen: „Maar
kunt gij nu zekerheid geven, dat geen on
gevallen meer zullen voorkomen dan is
ons antwoord: Neen, dat kunnen wij niet.
In een spoorwegbedrijf, ook al is het. per
soneel, als in het onze, in hot algemeen
van hoog tot laag voor zijn taak ten volle
berekend, en al wordt zoowel de weg als
het rollend materieel zoo goed mogelijk
FEUILLETON!.
Boman door Pierre l'E r m i t e.
|u> nu, heel klein!"... zegt Jacques.
LZekor, heel klein, maar waarin veel
repiegelt, omdat
omdat?
lenoeg, ik begrijp mijzelf
*oar dat is misschien niet. heelemaal
i 06S", bemerkt Jeanne lachend„ten
'te voor ons niet
^och wel, want de lucht behoeft maar
etje te «veranderen, maar licht of
grijs of zwart te worden, dan ben
ok aanstonds een andere; ik sta- dik-
5 verba,nsd, dat er zoo'n nauwe band
n Laat. tusschen de natuur en mij.
de wind waait door het bosch en
e blaren op mijn haren strooit, denk
Jd Drns, dat ik ook een boom ben, of dat
(1. Joomen een soort ziel hebben, die tot
Djijne hun geheime taal spreekt. Dat
j Rweas, is 't niet Jacques? Zeg nu
duidelijk wat ge daarvan denkt."
elk geval is dat... overdreven!
Tde rest praat er eens over met mijn-
f Hans."
wa-t go straks zei is waar: 'f
?n.ls of ik aan de Voorzienigheid
Daar zijn dagen dat ik God over-
en nergens vindDan is alles don-
't toeval overgelaten, vorward,
„Ik 11 Hecht vooruit sta ik dan te
ro 8^rek bei mijn handen uit in den
»eQ nacht nn u-nnKf „n,
liet
B&cht en wachtwacht eiken
ongeluk als een gast!.., O, dat
vreeselijke gordijn, dat voor de toekomst
hangt! dat eeuwige stil-zwijgcn-van O. L.
Heerdat maar voort- en voortgaan
van all es dat heelemaal niet letten op
alle gebeurtenissen van het anno nien-
schenhart
Waarom toch Jacques, houdt God zich
zoo verborgen1
„Ik zie Hem overalik zie Hem al
tijd
„Altijd I
„Altijd!..." zegt Jacques kalm cn een
voudig... „God?... Die is vlak bij...
rondom ons... ik voel het, ik weet het!
Zeker, evenals tot Maria Magdalena, kan
hij zeggen op sommige tijden: Raak me
niet aan! Maar juist dat verbod dwingt
ons niet moedeloos te gaan liggen, maar
naar Hom te snellen, 't kan zijn, in den
nacht... met de handen vooruit... maar
om toch te gaanniet alleen om be
mind te worden, maar ook om zelf te be
minnen
En dat is juist het mooie op do wereld!
Vajo den hemel uit gezien, moet dat zoe
ken van een schepsel naar God een der
vreugden uitmaken van de zaligen. Wat
mij betreft: alles brengt me tot Hem: de
zoele koelheid van den morgen, en de die
pe ernst van den avond.
Toen gij nog laagt te slapen voor enkele
uren, bewonderde ik al Zijn teedero Goed
heid: ik ging te paard door 't veld en zag
hoe God een winterkleed gaf aan alle
schepselen, aan de sterkste cn dc zwakste,
aan de hoogst- zoowel aan de laagst-leven-
de, aan do vogeltjes en aan, de knoppen.
Zelf schrecft go in dien brief uit Italië:
„God is goed! treffend cn oplettend
goed!.,, wij, wij zijn de slechten! wij, die
verzorgd, blijft een riseo'over. Voorkomen
dat ooit cn wielband springt, als bij Zoo-
termeer geschiedde, of een trein ontspoort,
als gevolg van een fout begaan door per
sonen, zooals te Haarlem eti loeiden gebeur-*
de wij kunnen het niet. Maar zekerheid
geven, dat door ons niets wordt verzuimd
om het bedoelde risico tot een minimum
terug te brengen, dat kunnen wij wel en
doen wij hierbij ten overvloede nog eens
nadrukkelijk.
Het geval Leith.
Wat het geval Leith aangaat, is met
groote vrijmoedigheid in tal van dagblad
artikelen onze houding tegenover dien
ambtenaar veroordeeld en daarbij, op voor
ons onbekende gronden, aangenomen, dat
zij hot gevolg was van de verklaringen,
dooi* Leith afgelegd voor de commissie-
Kratts.
Wij wcnschen nadrukkelijk te verklaren,
dat hetgeen door Leith is medegedeeld
aan do commissic-Kraus niet den minsten
invloed op onze gedragslijn heeft gehad
en ook niet kou hebben, omdat die ge
dragslijn reeds was bepaald nog voor de
verhooren in die crmuiissie op 10 Novem
ber j.l. waren aangevangen.
Het ernstig verzuim, .door Leith ge
pleegd, is voor ons komen vast te slaan,
nadat wij haddenkennis genomen van de
beide reeds vroeger genoemde rapporten,
aan ons door drie onzer hoofdambtenaren
voor 10 November jJ. uitgebracht. Uit
die rapporten en do daarbij behoorende
verklaringen van Leith volgt afdoende, dat
hij heeft nagelaten, alles te doen, wat in
zijn vermogen was, om bet door hem aan
wezig geachte gevaar op den spoorweg ai
te wenden.
Er is méér red on tot het richten van een
verwijt tot hem, die verklaart het inzicht
te hebcbn gehad, dat er gevaar bestond
èn onvoldoende maatregelen nam, om dat
gevaar op te heffen, dan tot hen, wier ge
brek aan inzicht het gevaar deed voort
bestaan.
Tot datgene wat Leith verzuimd heeft
behoort o.a., dat hij, trots de z. i. licht
vaardige wijze van werken, die gevolgd
werd, in don tijd van 12 Augustus tot 1
September, toen hij zijn onmiddcllijken
chef verving, niet op het baanvak tus
schen Schiedam en de Vink is aanwezig
geweest en dat liij, geen of ^nvold *nde
gehoor vindende bij zijn meerderen, toen
hij het gevaar meldde, zich niet heeft ge
richt tot ons.
Do weg tot. ons was Leith overbekend.
Herhaaldelijk heeft hij zich, zonder
daarvan nadeel te ondervinden, in den
loop der jaren rechtstreeks met voorbij
gaan van zijn chefs tot ons gewend als
het zijn eigen belangen betrof; hoeveel te
minder behoefde er vrèes te bestaan, dat
het hem zou worden kwalijk genomen, als
hij ons zou zijn komen waarschuwen voor
een bestaand gevaar op den spoorweg!
Wio zal in het nalaten daarvan plichtver
zuim ontkennen? Vermoedeliik zelfs Leith
niet, want dat de aan hem door ons op 8
November j.l. séhrif! elük gegeven onte
vredenheidsbetuiging alleszins verdiend
v-"s. vd Joor hom wel met bestreden wor
den, indien hij zich herinnert, hoe hij in
een onderhoud met ons; op 14 October j.l.,
waarbij hem mondeling zijn "gedrag werd
verweten, met tranen in de oogen ons heeft
verklaard, zich mede schuldig te voelen
aan den dood van de slachtoffers.
Indien die vorklaring oprecht is ge-
wees*, moet Tiii zioh toch uitermate zacht
gestraft achten, zelfs indien hij, zij het
ten onrechte, zijn overplaatsing van Rot
terdam naar Utrecht als straf beschouwt..
Die beschouwing zou echter onjuist zijn.
'Uit hot gebeurde was een verhouding
van Leith tot zijn chef en tot zijn onder
geschikten geboren; die het blijven voor
hem te Rotterdam onmogelijk maakte.
Toen is gezocht naar een andere stand
plaats voor Lcit.h. Die te vindon was niet
gemakkelijk. Leith is een bekwaam en
ijverig ambtenaar, maar uiterst mcciliik
in den omgang. In den loop der jaren heb
ben meermalen moeiten met ondergeschik
ten geleid tot zijn verplaatsing. Geen der
ingenieurs van den weg was verlangend
naarLeith's komst op zijn sectie en wij
hebben toon besloten hem in geheel de
zelfde omstandigheden, wat titel, rang en
salaris betreft als waarin hij te Rotter
dam werkte, te plaatsen in do Bovenbouw
werkplaats to Utrecht en licm te belasten
met werkzaamhoden van niet minderen
aard en die lot nu too worden verricht
door een dor daar geplaatste ingenieurs.
Sindsdien heeft Leith, geheel op eigen
initiatief, zich laten keuren en is hij afge
keurd. Of tegenzin om naar Utrecht te
gaan een verlangen naar afgekeurd te
worden heeft doen ontstaan, kunnen wij
niet beoordeclen.
Alles te zamen genomen betreuren wij
voor Leith don gang van zaken, maar wij
zijn ons van cenige onbillijkheid tegen
over hem niet bewust en daarom gegriefd
door schrijvers van dagbladartikelen, dio
zonder do zaak te kennen, meenen ons te
mogen beschuldigen van Jdoinizieligo
w raaknemingen.
Naar aanleiding van de mededoelineen
der directie heeft de correspondent van
de „Tel." te Rotterdam zich tot den beer
S. J. A. Leith gewend, met het verzoek, mo
de te deelen, wat hij nu denkt te doen.
De heer Leith zeide het volgende:
„Het ligt in mijn voornemen een ant
woord te richten tot w ectie en commis
sarissen der Nederlandsche Spoorwegen,
met het verzoek deze verantwoording op
dezelfdo wijze bekend te maken als hun
publicatie in vorschillendo bladen. Ik kan
zelf niet tot verdere mededoelingen over
gaan, want hot Reglement-Dienstvoor-
waarden verbiedt, mij zaken, den dienst
betreffende, te publiceoren.
U moet niet - ergeten, dat ik nog steeds
als spoorwegambtenaar onderworpen ben
aan het R. D. V.
Op mijn aanvraag om pensioen is mij
geantwoord, dat mij een jaar ziekteverlof
is verleend.
Dat jaar loopt tot 22 November 1927,
zoodat ik eerst, met ingang van dien da
tum gepensioneerd zal worden. Tot zoolang
ben ik in dienst. Toen ik een vorige maal
u eenigo mededeelingen deed over mijn
verantwoording voor de commissie-Kraus
ontving ik een berisping van do directie,
waarin mijn aandacht er op werd geves
tigd, dat ik door de publicatie in strijd
met een artikel van het R. D. V. heb ge
handeld. Tk loop dus gevaar weer een be
risping te krijgen. Wie tweemaal een be
risping krijgt, kan zonder recht op pen
sioen uit den dienst ontslagen worden.
Met het oog alzoo op het desbetreffende
artikel in het. R. D. V. kan ik mijn ant
woord op het door do directie der Ned.
Spoorwegen gepubliceerde niet in het
openbaar geven. Daarom zal ik aan de di
rectie verzoeten tot publicatie van mijn
verweer over te gaan."
STADSNIEUWS
Montage ijzeren bovenbouw Janvossenbrug.
De montage van de hoofdsamenstellende
deelen der z.g. Janvossenbrug over de Oude
Vest is aangevangen.
In den loop van den morgen kwamen
gisteren hiertoe een tweetal convooien elk
bestaande uit een sleepboot met drijvenden
bok voor de brug aan. Dit zijn dezelfde
bokken, die destijds gebruikt zijn bij de
montage van den bovenbouw der Ververs-
brug aan de Oude neerengracht.
De nieuwe Janvossenbrug, welke dienen
zal ter vervanging van de oude draaibrug
van dien naam, is een ophaalbrug met
electrische bewegirigsinrichtlng en werd
vervaardigd door de N V. Hollandsche
Constructiewerkplaatsen alhier, die ook
voor het monteeren heeft te zorgen.
De nieuwe brug heeft een doorvaartwijd-
te van 8 25 M terwijl de breedte van het
rijdek 5 Meter is met aan weerszijden eon
trottoir van 1 meter breed.
De totale breedte der brug tusschen de
leuningen bedraagt dus 7 meter.
De vrije hoogte der brug is ruim 6 meter
Het constructiewerk der goheele brug
heeft een gewicht van totaal circa 60.000
Kg., waarbij circa 16.000 Kg. aan ballast-
materiaal is inbegrepen.
Alleen het gewicht van het val der brug.
inclusief de houten oplegging, bedraagt
circa 22.000 Kg.
De brug wordt eleclrisch bewogen. Het
machinale gedeelte is in de z.g. hamcistij-
len ingebouwd, zoodat het val door middel
van twee heugelstangen wordt opgetrokken
en neergelaten. Het lierwerk wordt aange
dreven door een 12 P.K.-motor.
De brug kan geopend worden tot een
hoek van 85 gr., terwijl de benoodbrde ti'd
UIT DE RADIO WERELD.
Programma's voor Donderdag 27 Jan,
H i I versum, 1050 M.
12.00 Politieber.
3.304.30 Uurtje voor wees- en zieken
huizen.
5.00645 Concert aoor het H. D. O.-*
orkest. M. Couperus, sopraan.
6.457.45 Beginselen van het burger
lijk recht en van het handelsrecht.
7.45 Politieberichten.
8.10 Aansluiting van het Concertge
bouw te Amsterdam. Concert door bot
Concertgebouw-orkest onder leiding van
Willem Mengelberg. Beethoven-avond. 1.
Leonore-ouverture 2. 2. Symphonie no. 6,
Pastorale. Pauze. 3. Symphonie no. 6.
Daarna persberichten. Vervolgens dans
muziek door het Radio-dans-orkest onder
leiding van Hans Mossel.
Davontry, 1600 M.
11.20 Concert. Kensington salon-orkest
en solisten (contra alt, bariton, piano).
12.05 Vocaal concert (sopraan).
12.25 Concert (vervolg).
1.202.20 Gramofoonmuaiok.
2.50 Lezing: Before and after the war
A hundred years ago.
3.204.05 Evensong van do Westmin
ster Abbey.
4.20 Concert. Prof. Welti's string
players.
5.20 Causerie.
5.35 Kinderuurtje,
6.20 Landbouwboricht.
6.40 Concert. DaventrykwarteL
6.50 Tijdsein, weerbericht, nieuws.
7.05 Concert Daventrykwartet.
7.20 Lezing: Wastage in the kitchen.
7.35 Pianomuziek. Bach's 48 prelude»
en fugues
7.45 Lezing: The making of man-Evo-
lutian.
8.05 Concert. De Gresham Singers.
8.20 Debat tusschen Viscountess Rhoud-
da en Mr. G. K. Chesterton, over: Th»
menace of the leisured woman.
9.20 Weerbericht, nieuws.
9.35 Vocaal concert J. Elwos, sopraan
en D. Smith, bariton.
9.50 „The soldiers talo", Stravinsky.
10.50—12.20 Dansmuziek SavoyhoteL
„Radio Paris", 1750 M
10.5011.20 Nieuwsberichten en mu
ziek.
12 502.10 Concert. Orkest Locatolli
en Mile Delamare, zang.
5.055.55 Klassieke matinee.
9.0510.50 Lezing over muziek van de
17e eeuw. „De 17e eeuw", oratorium van
Carissimi tot Bach. Fragmenten uit het
Weihnaclits oratorium van Bach.
Langenborg 468.8 M
3.505.15 Liederen en declamatie.
5.15—5.20, 5.20—5.40, 5.40—6.00, 6.00
—6 20, 6.40—7 20 Lezingen.
7.359.35 Robert Koppelavond. Or
kestmuziek.
Künigswuslorhausen 1300 M.
en Berlijn 484 en 566 M
I.507.50 Lczingon en lossen.
8.20 Concert door den Kosleck'schen
blazer-bond.
9.5011.50 Dansmuziek.
Hamburg 394.7 M.
II.501.20 Orkestconcort.
1.252 10 Kamermuziek-
4.205.15 Orgelooncert.
5.206.10 Orkestconcort.
6.45—11.15 „Tosca'', opera in 3 acten
van Puccini.
Brussel 5Ö9 en Antwerpen 280 AL
5.206 20 Kindermatineo.
8.5010.50 Galaconoert Orkest en de
clamatie.
voor het openen on sluiten niet meer dan
25 seconden bedraagt.
Evenals bij do Singel* en Verversbrug,
die door dezelfde vennootschap werden ge
leverd, zal ook deze brug door één man
kunnen worden bediend.
Pulchri Studio.
Zondagavond was hot voor de R. K.
Gom. Zangverccniging „Pulchri Studio"
een avond die met gulden letters in dp :\n-
niet kunnen leven zonder ons zelf te bij-
ton ,to verscheuren, ja te dooden."
„Zeg eens", onderbrak Jennne-, een kal
me ziel, die een afkeer hoeft van al die
hooge bespiegelingen over zoo'n lastige en
zware vragen: „als we nu eens gewoon
aan doden en de albums doorkeken?"...
„Best", roept Jacques uit, „ge zijt de
wijsheid in persoon, mijn lieve Jeanne."
En ze begonnen weer de albums te door
bladeren en herinneringen op te halen.
Odile toekende heel aardig, vooral had
ze veel aanleg voor het in den smaak zijn-
do schetsmatige. Hoe dikwijls had haar
leermeester, een man der streng-klassieke
richting zich niet inwendig boos genmakt,
om do vlakken, die ze op het papier wierp;
niets dan schaduw en licht, geen enkele
lijn.
Mei enkele krabbels potlood of cenige
-penseelvegen legde ze een indruk vast met
een verbazende juistheid en treffende
kleuropvatting.
Voor elk van haar vrienden had Odile
een of ander aandenken meegebracht; ze
liet zo nu wel zien, maar gaf ze nog niet;
zelf zou zij ze komen brengen: een prach
tig stuk ruwe agaat voor Jacques en voor
Jeanne een waterverf schilderstukje voor
stellend een bnlkon in Venetië vol stralen
de zon, dat zich weerspiegelde in 't water.
Zo bleven bezig met al die mooie her
inneringen heel den middag, tot de zon
verdween achter de boomen van Bois-
Roux.
„Tic denk, dat v.o van Jaag niet voel van
Val zullen zien", zei Jeanne.
„Dan morgen, martr ook niet langer
wachten", antwoordde Odile. „Tk verlang
er heel erg naar om al de grootte van ons
ongeluk en dc veranderingen in de omge
ving te aanschouwen."
„Maar... is 't morgen geen Zondag?"
„Des te beter, we kunnen dan veel be
ter toekijken; is 't goed na do Vespers, om
half driet..."
En toen Jacques opstond om te gaan
in spannen, kwam tante Borthc tusschen
beiden:
„U blijft hier toch eten!
„Maar
„Niets te maren 1
En zoo wolkom was dat aanbod bij
Jacques, dat Jeanne niet kan laten hem
plagerig toe te voegen:
„Zog, als ge nu voor 'b eten nog een
toertje gaat doen, zorg dan, dat ge weer
niet te laat komtzooals van mor
gen
IX.
Het nieuwe Val d'Api.
Prachtig weer was 't dien Zondag.
Ziooals afgesproken was, stonden Jacques
en zijn zuster op Odile te wachten bij 't
uitgaan van de Vespers.
Om gauwer in Val te zijn en te kunnen
genieten van zoo'n mooien herfstmiddag,
nam Jacques den ouden weg, die wel wat
slechter was, maar niet zoo lastig. Op den
terugweg zou liij aan 't jonge meisje de
leerlooierijen laten zien, die met een
koortsachtige haast te Frilleux en to Bré-
solettes worden gebouwd.
'b Was een mooi uitstapje midden door
'b veld. Blinkend lagen de weiden en ak
kers in do late Octoborzon.
Hier en daar wandelden landlieden op
zijn Zondagsch, Le handen op den rug, pijp
in den mond en kwamen kijken naar 't
land waar zo een heolo week gewerkt had
den.
„'t Lijken wel zeelui, die zoodra ze aan
land zijn, weer naar 't water terug ver
langen", zei Jacques. „Een goed teeken
voor hen en voor onsIk hoop, dat het
zoo lang mag blijvenI..."
Voorbij Bois-Roux en Blanc-Buisson,
werd het een heel andere omgeving. Bré-
solette.8 en Frilleux leken al in drukte cn
uiterlijk op kleine fabriekssteden: all»
ambachtslui: fe.ond werkers, metselaars,
timmerlui, smoden, waren druk aan 't
werk in hun werkplatson.
„Maar, 't is toch Zondag?" zei Odile.
„Zondag!... Zijt go nog zoo onnoozel
arme Odile? Go moest eens weten, wat M.
Nathan en zijn vrienden bij 't spoor uit
uwen Zondag maken!
„Ik zal mij toch slecht aan zooiets kun
nen wennen."
„Maar dat mag ook niet, er aan won
nen, Odile! Altijd als ge een werkman
'a Zondags bezig ziet, moet i - goed hart
van verontwaardiging kloppen in uw borst.
Ik voor mij wordt minder getroffen bij 't
zien van een arme, oen zieke of een ge
wonde, dan van een gezond mensch. die
zoo weinig noodzakelijke vrijheid meer
heeft, dat hij zich moet buigen over oen
werk, dat God cn de natuur verbieden 1"
(Wordt vervolgd.)