TEA-GOWN. No. 845. Elegant model van groen ve lours chiffon met marterbontgurn coring langs don onderkant en mouwen. Zooals ie zien, heeft do japon een groot ov slaand voorpand, welks uiterste punt is weggenomen en vervangen door een groo- ie godet, die voor de helft levens op liet ondervallend pand is gezet. De aanzet op hol voorpand is gemaskeerd door een gouden strookje, waarvan ook do garnee- rende sluitstrik. De mouwen hebben in bet ondergedeel te een apart Ingezette punt, welks top weer gegarneerd is met geplisseerd «oudlint. JAPON. No. 847. Eenvoudig model van parel grijs velvet met frontbaan van crepc-cice- kleurig gebloemd op grijze fond. En kele centimeters terzijde dezer baan een vasto plooi waarin van onderen den voor bant van de gedrapeerde overrokvormigo ifctrook wordt opgenomen. Dezo strook loopt niet over den rug door. Van voren tweo siergespen in do taille. Do halsopening met bet splitje in de mid den, met een dubbel boordsel der effen jstof af to maken en met een dubbele knoop te sluiten. Van onderen, aan do buitenzijde der mouwen, een ingezet etrookjo crepo cicelé, waarvan tevens de manchetten. MIDDAGJAPON. No. 848. Men neme als stof zwarte ferepe satin met roze, glanzend satijn voor yhet front en voor do manchetten. De i lbo de losvallende gedeelten van do voor banden van 't lijfj'j worden als een ge- Iplooido revers verwerkt onder toevoeging ivan oen kraagstrookjo langs den boven kant. De linker roknaad rapporteert met .bet overslaande voorpand van *t lijfje, en i»eemt een tot draperie verwerkte strook in zich op. Op do kruising met den taille- naad een groote rozet van dezelfde stof. Het roze front heeft over het midden een KloJpplooi De manchetten (voeren met gaas!) zijn aan de onderzijdo van den arm 'open. ONZE SCHOENEN. Nu het winter begint 16 worden komt Velerlei nieuw schoeisel to voorschijn. Meestal modellen die zich van de zomer* sche onderscheiden door wat meer een voud en neiging voor zwart lak. De open vormen van vroeger vaak niet meer dan een zool en hakken met enkele band jos zijn geheel verdwenen en zien we er voor in de plaats do schoen die heel wat minder van de voet Iaat zien en op zij zoo wel als bij de teenen tamelijk hoog opklimt zonder ook maar oenig ajour werk te laten zien. Ter vervanging van het ajour past men echter heel veelvuldig een versiering met een ander goed afstekende leersoort to.e. (med. A, Bon D.). Het leer van den krokodil, hagedis en slanc is hiervoor hel meest in trek. Ook wel ziet men peau de suède ingezet of gewoon beige leer in zwarte of bruine schoenen. De hakken zijn dikwijls zeer hoog, zooals verschillende on zer modellen laten zien. hoewel naast deze do meer sportieve wandelschoen blijft be staan. De gespen zoo aanwezig zijn van met emaille geincrustcerd metaal of, van etrasz-, van git, met 1eer overtrokken, als aan enkele aparte modellen, bezet met een camée. Over de wat eigenaardige schoe nen met bootranden, welke men zoo nu en daD ziet dragen zullen we liet een volgende keer hebben. Wij kunnen echter niet eindi gen zonder de laarzen te memoreeren; zij worden op koude en natte dagen wel ge- z'en, vrijwel in dezelfdo kleuren en vor men als verleden winter, doch het is dui delijk waar te nemen, dat althans da „vo gue" voor dit artikel op het oogenblik als voorbij kan worden beschouwd KINDERSCHOENTJE. Een model van een aardig mocassin ba- bysehoentje. Men ziet deze op bet oogen blik in allerlei vroolijke en frisscbe kleu ren en beschouwt ze als de aangewezen huisschoen" voor baby zoodra hij begint te kruipen en te loopen. Dikwijls hebben ze een warme voering of zelfs een smal randje bont. EEN ELEGANTE SJAAL. De sjaal, in welken vorm zij dan ook ge zien wordt en voor welk doel dan ook be stemd blijft haar," door onweerstaanbare» verlokkelijkheid veroverde plaats, inne men. De sjaal van beden, de elegante, luxe sjaal is een uil'ng van goeden smaak voor menige vrouw en bef is opmerkelijk, hoe zo meer en meer gewild raakt en populair wordt. Zooals het met alles gaat, wat de mode favoriseert, gaat het eveneens met de sjaal, thans ia zij de lievelinge der moder ne, eleganfo wereld en de vrouw dio haar weet te dragen, stijgt in gratie en bevallig heid! Do sjaal is bet voorworp waarop do vrouw baar persoonlijke voorliefde kan uiten, baar zin voor kleur en teekening kan aantoonen. En, de sjaal bestemd om gedra gen te worden bij de avondkleeding ver vult een heel bijzondere rol, waaraan de (mode)-ontwerpor zijn beste krachten ge geven heeft. Hoe verrukkelijk mooi zijn vele èn van kleur èn van dessin èn van stof! En, dan die van Spaansch karakter, in zwarte grondkleur, bestrooid met groote, grillige, geborduurde bloemen in prachtige kleuren! Hoe mooi en weelderig doet aan deze sjaals de lange zijden franje! Ook die !r lichte fond-kleuren, in harmoniecrende of contrasteerende kleuren geborduurd, verdienen waardeering en bewondering Het bewerken met zijde is zeer in zwang, echter is het allernieuwste de bloem- of vruchtenmofieven in chenille uit te voeren, heigeeneen zeer aparte en zeer gedistin geerde bewerking is, die vooraj voor fijne en kostbare sjaals wordt toegepast. Orante en rossig-rood ziin de meest voorkomende kleuren, ook lichtgrijs, zandkleur en lila worden gezien, welken laatsten dan veelal weer met een of meer tinten van oranje zijn geborduurd. Franjo komt veel voor. Do modellen der avondeiaals aijn soms zeer broed, zoodat ze den zoom van den rok raken. Crèno de chi ne en voile do soie, alsmede chiffon wor den 't meest gelanceerd door de grqote ma gazijnen en zijn wel de meest gewilde soor ten. Bij toiletten van twee kleuren, die zeer en vogue aijn, draagt men een sjaal, die gevoerd is, zoodat de bovenzijde de r-ene e» de voering do andere kleur van bet toilet vertoont. PATRONEN NAAR MAAT 1.00 per stuk. Kindermaten tot 12 jaar 0.75, Papieren patronen op maat gemaakt, kunnen onder toezending van het bedrag (vergeet niet het nummer van het model op te geven) besteld worden aan Paper Pattern Service, Parkstraat 79, Den Haag De maten op te geven volgens onder' staande teekening. KEUKENGEHEIMEN. „CUP CAKE". 5 kopjes bloem, 8 kopjes witte suiker, 1 kopje boter, 4 eieren, kopje goede kar nemelk en een beetje duhb. koolz. soda, 1 nootmuskaat, geraspt. Bakken in een middebnatigon oven. CREME CAKE. Een kipje room, 1 kopje suiker, 2 kop jes bloem, 2 eieren, 1 theelepeltje duhb. koolz. soda, citroen naar smaak. Bakken, in een middelmatigen oven. AMERIK. VRIJHEIDS-CAKE, 1 kopje boter, 2 kopjes suiker, 1 kopje melk, pond bloem, 8 eieren, zout en eenige specerijen, drie theelepeltjes gist. Vermeng dit alles en bak het in een mid delmatige oven. GEMBERKOEKJES. 4 kopje boter, i kopje suiker, 1 kopje suikerstroop, 3 kopje gember, 1 theelepel tje dubb. koolz. soda. Stijf vermengen en «nel in den oven bakken. SUIKER GEMBERKOEK. 4 pond bloem, 3$ ons suiker, pond boter, 5 eieren. Vermeng dit en rol het daarna zeer dun uit op een bakplaat. Maak de plaat niet vet. Wanneer 't klaar is, schuift men de koek er af met een mes. Bakken in een zeer warmen oven. PUREE VAN AARDAPPELEN. Wasch en schil 5 middelmatige aard appelen Voeg er een half theelepeltje zout hij, bedek ze met kokend water en kook totdat de aardappelen gaar zijn. Giet bet water van de aardappelen af en maak er puree van. Voeg er twee dessert lepels room of het bovenste van do melk, en een stukje boter bij, zout naai* smaak. Stamp het met een lepel totdat bet fijn is. Zot bet voorzichtig in een warme schaal, -leg een kluit boter in een kuiltje in het midden van de oppervlakte cn voeg er een beetje peper hij. Dien het dadelijk op, of houdt het warm tot etenstijd. BIETENSALADE. Snij 3 gekookte bieten in blokjes, maak oen klein heuveltje op eon sla-blad, doe er een beetje slaolie over en garneer het met een paar schijfjes uien of do witte ringen van hard gekookte eieren. Ala eieren gebruikt worden, doe het geel door <?en zeef cn sprenkel de stukjes over de sla. EEN ZONDERLINGE GESCHIEDENIS. Do heer Dibbs was een kalme oude man, met stille manier en vasto gewoon ten. Een kleine kring van goede vrienden, ziedaar zijn eenige behoefte: hij bemoei de zich al zeer weinig met, de rest van het menscb dom, zoo zelfs dat hij jaren lang naast dezelfde farnilio kon wonen, zonder maar een barer leden op het. gezicht to kenaien. Onder de vasto gewoonten van den heer Dibbs behoorde een jaarlijksch uit stapje. Hij maakte dit evenwel niet, zoo als alle andere menscheD, in den zomer, maar in het begin van do lente. Het vorig jaar, in liet begin van Maart, maakte bij de gewone toebereidselen voor zijn janrlijkselio reis. Op den avond vóór zijn vertrek was een goede vriend van hem, mijnheer Goudsmid, bij hem aan huis in de Harderstraat lcomen dineeren. Toen zo op het punt waren afscheid van elkaar te nemen, haalde Goudsmid een klein pakje te voorschijn, zeggende: Ik bracht dit mee, in de meening dat ge Luzern op rois wel zult aandoen. Jo zoudt mij zeer veel plezier doeD, het pakje daar aan mijn broer to overhandi gen. Het bevat een diamant van zoo'n groote waafde, zoodat ik bem niet gaar ne aan iemand anders dan jou j zou toe vertrouwen. Je zult er geen moeite mee hebben, daar het zeer klein is, en boven dien, niemand weet, dat jo bet bij jo draagt-, Ik zal het zeer gaarne voor je doen, zei Dibbs opgeruimd onder die con dities zou ik zelfs zonder bezwaar do Koh-i-noor als reisgezel medencmen. De twee mannen stonden tijdens dit ge sprek voor een raam dat toevallig was opengeschoven. Terwijl hij do étui in ziju zak slak, wendden Dibb's oogen zicli juist naar de .straat. Op dat oogenblik viel liet licht van de lantaarn aan do deur op het gelaat van een man, die voorbijging, of daar gestaan had? een vreemd, donker uiterlijk, met rechte, zwarte snor. De man verwijderde zich; Dibbs deed haastig een paar passen achteruit. Geen van jo bedienden weet toch, dat je me deze boodschap meegeeft? vroeg hij aan Goudsmid. Neen, mijn waarde, 't is een zaak tusschen jou en mij. Alleen mijn oudste bediende weet, dat deze diamant bestaat. Wat is dat voor een man? Zooals jij en ik, de eerlijkheid zelve. Maar waar denk je aan? Heeft hij een zwarte snor? Grijs of wit zelfs. Maar zeg mij toch wat wil je; heb je iemand gezien? Er stond een man onder het licht van de lantaarn, toen jo mij het pakje overreikte. Oogenschijnlijk keek hij naar ons en heeft zeker verstaan wat wij zei den. Dan moet hij nog in de straat zijn zei Goudsmid, het raam verder opschui vende en zijn hoofd er uit stekende, wat Dibbs insgelijks deed. Het was een prach tige avond. Er was niemand to zien, do straat was geheel verlaten. - Zeker de een of andere huurman, die in huis is gegaan, zei Goudsmid, ter wijl hij het raam sloot. In ieder geval zal niemand het gehoord en ik denk ook wol niet gezien hebben. De heer Dibbs vertrok den volgenden morgen naar Luzera over Brussel en langs den Rijn, terwijl hij eenige dagen te Ostende zou vertoeven. Hij nam plants in den sneltrein naar Brussel in een gemakkelijk ingerichte coupé, en voelde zich zoozeer op zijn ge mak als aan oudere beenen edgen is. Er was bijna een uur verstreken vóór Dibbs zijn courant ter zijde legde en eens in het rijtuig rondkeek. Hij dacht na over hetgeen hij gelezen had en in 't minst niet aan zijne medereizigers, toen plotse ling zijn oog viel op een ma,u tegenover heim, die hem vreemd aanzag. Nauwelijks bemerkte deze, dat zijn blik werd opge merkt, of hij keek voor zich, evenwel niet zonder de attentie van Dibbs le trekken. Was die man een vreemdeling, zooals hij veronderstelde? Had hij datzelfde ge laat niet eer gezien? En wanneer? Het was een vreemd gelaat ,met rechte, zwarte snor. Plotseling ging Dibbs een licht op. Do man tegenover hem was dezelfde, die in het licht van de lantaarn gestaan had voor het venster in do Harderstraat. Er was geen twijfel meer aan, hij kon zich niet vergissen in het gelaat en de snor. Dibbs kon niet nalaten te voelen naar de étui met den diamant, dien hij in zijn zak had. Daar dezo nog op zijn plaats was, keek Dibbs op en ontmoette zijn blik dien van den vreemdeling, die met eeno bijzondere uitdrukking op hem gericht was. Dibbs overlegde bij zicb zelf of het niet beter zou zijn, zijn gewoon hotel „Belle- vue" te ruilen voor een dat minder he kend was. Tot dit. laatste besluitende, verloor hij zijn medereiziger onder de menigte op het perron uit bet oog. "t Is moeilijk van oude gewoonten af te stappen, en D'bbs gevoelde zich in het nieuwe hotel volstrekt niet op zijn gemak, om do eenvoudige reden dat het zijn oud „Bellevue" niet was. Hij was hoos op zieh .zelf en dacht: Wat hen ik toch dwaas geweest, dat ik mij iets het gelegen liggen aan dien medereiziger met de zwarte snor. 't Was natuurlijk louter toeval, dat hij óók in den trein was, en heeft waarschijnlijk vol strekt niet aan mij gedacht; ik zal in ft vervolg verstandiger zijn. Toen Dibbs de kamer wilde verlaten passeerde hij hij do deur een heer, die eenzaam aan een tafeltje zat te eten. Het deed hem niet prettig aan, toen hij in hem ziin medereiziger, het voorwerp zijner ge dachte, herkende. Den volgenden morgen met den eersten trein vertrok Dibbs van Brussel naar Keulen. Hij had eene wijziging in zijn programma gebracht, daar hij anders al tijd gewoon was eenige dagen in de mooie stad to vertoeven. Bij het vertrok van den trein stelde hij een nauwkeurig onderzoek in, maat was geen spoor van den man mcj zwarte snor te ontdekken; bij zijn komst to Keulen evenmin. Een rustige nacht in een hekend doorgebracht, maakte dat Dibbs we© weinig op dreef kwam.- Ouderge^ zette hij zijn rois langs den Rijn per boot. Eén uaebt bracht hij door Mainz, den volgenden in de „Drie ieelen" to Bazel, zijn laatste pleisterpï vóór Luzern. Op het terras van liet hotel zat s avonds van het heerlijke gezicht oni Rijn to genieten. Er was niets, dat l hinderde. Plotseling bemerkte hij, dj] nog iemand op het terras was, en j kijkende zag Dibbs het gelaat en del stalto van den man met de zwarte J De schrik was hevig. Weg waren 1 goede voornemens om zich niet an getij maken. Er was geen twijfel meer, of man achtervolgde ham. Wie bij ook i& zijn, het geheim van den diamant i hem bekend; het een of ander toeval hem er mee in kennis gesteld. Hij wilde hetzelfde doen als in Brcj en zoo vroeg mogelijk ongemerkt verb ken, daar hij bovendien zoo spoedig gelijk den d;amant in veiligheid i zien. Hij werd veel kalmer, toen op uur van het vertrek vau den trein man" niet aan bet station verschj Dibbs bleef tot op het laatste oog®] op het perron en stapto toen met i zucht van verlichting in do coupé, i trein zou juist vertrekken, toen 't por plotseling geopend werd en er 'n s adem snakkende man verscheen, dio handtasch en een parapluie droeg, volgd door een niet minder adcmloj heer Het portier werd gesloten, do Ij motief floot voor het laatst en de b vertrok van Bazel. In den ecnen hoek i het rijtuig zit Dibbs, in den anderen zoo ver mogelijk van hem af zat man met de zwarto snor. Hij had i lange reis voor zich en Dibbs had s wapens bij zich. Toen hij den man tegenover hem j zonk do moed hem in do schoenen en' trok zich instinctmatig in zijn hoek te Zijn oogen ontmoetten plotseling dici den anderen man; zijn gelaat werd i een-blos overtogen, waf. met 'den of buurman ook het geval scheen te Dibbs nam haastig zijn „Baedeker" hand en hield zich alsof hij las; do aJ deed juist hetzelfde. De spanning was vrecselijk; het Dibbs bijna onmogelijk stil le blijven ten. Opeens kreeg hij een ingeving, zoJ menschen, die in nood verkcoreD, ml malen hebben Ofschoon hij niet gewajs was, wilde hij zich houden alsof hij wèl was. Dat zou misschien iets u tir ken, ten minste eenige aarzeling of mij lijk uitstel veroorzaken. Een woesteri j door het rijtuig werpend, stak hij do ti m zijn zak en deed alsof hij den bi van een denkheeldgcn revolver overba de. Tot zijn groote vreugde scheen 1 beweging indruk te maken; de rnan gonover hom r.ldo cn schoof nog n\w den hoek. Hoe verder, hoe beter. hoe hem op dien eerbiedigen afstand houden? Juist tóen hij daarover peio-i werden Dibb's gedachten afgeleid het fluiten van do locomotief. Goede mei! Hij had vergoten, dat zij nog door lange tunnel moesten. Onwilleket richtten zijn oogen zich naar de lamp; was geen licht in. Wat nu te doen? Do vreesclijke geda ten doorkruisten zijn hoofd. Al fluiter snelde de trein de tunnel in en werd1 volslagen donker. Alle verhalen van Ui moorden dwarrelden door zijn hoofd, werd door een vreeselijken angst aai grepen; nauwelijks wetende wat hij d; trachtte hij liet portier te openen. Heti even/wel gesloten. Zijn bewegingen ms ten gehoord zijn, want ook aan het i dere eind van de coupó bewoog zich ii Het vreeselijke oogenblik was gekom do moordenaar maakte zich gereed den aanval. In zijn augst liet Dibbs t voorzichtig op den grond glijden en krt onder een bank. Hoelang hij daar gezeten had, half t stijfd en nauwelijks durvende ademka! wist Dibbs niet Plotseling voelde hij i frisschen luchtstroom het portier st( open; er was iets gebeuld I Maar wat? Hoe hij ook luistej.de, hij hoorde dan het ratelen van den trein door tunnel; in de conpé was alles stil. bleef luisteren, totdat do hoop, die koesterde, waarheid bleek te zijn. Hij i alleen in de coupé. Hij was gered. \Yi derlijk gered maar door wien en I dat wist hij niet. Men naderde het einde der tunnel en viel een lichtstraal naar binnen. Behoi zaam en voorzichtig kroop Dibbs i onder de bank. Hij was werkelijk alls De man was verdwenen. Aan het station, dat men spoedig i reikte, stapte Dibbs uit, toen de trein i maar nauwelijks stilhield, en vcrw sse zijn plaats voor eenc in een volle twee klasse coupé. Ken paar uur later was diamant veilig in do handen van broeder van Goudsmid te Luzern. Bij zijra terugkeer verwekte Dil avontuur veel opzien. Ilij werd in zijn cieteit de held van den dag,%en hij t telde zijn ontmoeting aan ieder die maar^ hooren wilde. Ziju vriend 33odl onder anderen gaf een diner ter zij- eere. Dibbs, met zijn gewone .stipllü was de eerste van do gasten, dio kwan Luister eens, Dibbs, zei Bodlein,1 wijl zij hij den haard stonden te prat je krijgt een concurrent; pas maar op. Ken jo Leroy, huurman in do Hard straat? Ik heb bem nooit gezien. Maai' f is er van het geval? Insgelijks een avontuur, ook in Z® seriand in een tunnel, ik meen zelfs dezelfde plaats. Goede hemel! Wat een overeenkoü In zijn geval was Imt een krank' nige, geen dief. Hij werd in hotels en 11 non achtervolgd. Gij moet hem het T haal hooren doen; hij eet hier ook d

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1927 | | pagina 10