zij toch nimmer de plaats kan vervangen
van oen tehuis en kinderen.
Ên nu moeten wij op weg naai* de Con
certzaal sprak zij. Zeg aan de zuster, dat
wij heengaan. Ik wil eerst nog even op
houden bij do kerk van St. Brigitla. Weet
gij. Cecilia, dal ik gisteren mijn kaars op
brandde voor u en de H. Maagd hooft mijn
pebed verhoord.
En ik brandde er oen voor uwe inten
tie. bekende haar dochtertje. Wij moeten
■A17.0 bedevaart van dank maken naar onze
l ieve Vrouw der Grof. „Ctr."
ANECDOTEN.
Practisch.
Schildor: Teekent u ook, juffrouw?
Jonge Damo: Ja.
Schilder: Bloemen of misschien land
schappen?
Jonge Dame: Neen, alleen mijn nieuw
ondergoed.
Goed overlegd.
Een dokter krijgt 's avonds een briefje
van een collegakom nog een beetje naar
de sociëteit, we hebben nog een derden
man noodig om te kaarten.
Lieve Marie, zegt hij tot zijn vrouw.
Ik word plotseling geroepen.
Is liet dan zoo ernstig?
Och, een moeilijk geval. Er zijn al
twee doctoren, die op me wachten.
Moedertaal.
Onderwijzer: Wat beteekent het woord
moedertaal?
Bertha: Dat pa niets tc zeggen heeft.
In het vak.
Wijnhandelaar: Wat een teleurstelling.
Daar heb ik nu altijd gehoopt, dat mijn
jongen mij in de zaak zou opvolgen en nu
wil hij absoluut zeeman worden. Waar hij
toch dien trek naar het water vandaan
hebben mag?
Vriend: Wel, van zijn vader natuurlijk.
Een poets gebakken.
Een student kwam zijno ouders onver
wacht een bezoek brengen. Zij zaten juist
aan tafel en zouden het avondeten gebrui
ken, toen hij binnenkwam.
„Dat treft goed," zei de vader, „wo heb
ben juist vanavond een paar gebraden pa
trijzen op tafel. Jammer dat er nu geen
drie zijn, dan konden we er elk een op
peuzelen."
„Wel", zei de student, „ik zal u eens
een proefje geven van mijne geleerdheid:
ik zal u bewijzen dat deze twee patrijzen
er eigenlijk drie zijn."
„Dat zou ik wel eens willen hooren",
zei do vader.
„Let dan eens op vader! sprak de ge
leerde. „Deze patrijs is één en die patrijs
is twee. Twee en een is drie. Begrepen?"
„Begrepen!" zei de vader. „Maar le' nu
ook eens op, mijn zoon! De eerst patriis
geef ik aan uw moeder, de tweede neem
ik zelf en de derdo moogt gij hebben, om
dat gij zoo razend geleerd zijt geworden."
Niet vriendelijk.
Hindert u dan uw zwaarlijvigheid
niet?
Niet bijzonder. De eenige onaange
naamheid, die eraan verbonden is, is dat
haast elke domme kerel mij daarnaar
vraagt.
Verklaarbaar.
Wie is jouw lievelingsschrijver?
Mijn oom.
lie te doen. Oude menschen kunnen niet
zoo gemakkelijk meer uit de voeten.
Maar dek nu gauw de tafel, het eten is
zoo klaar en ik wed, dat het van middag
best smaken zal. Do klok heeft al zes gesla
pen en vader zal zoo hier zijn.
Daar belt ie al? Ga gauw open- doen
Toos. dan zal ik de lafel wel dekken, dan
kunnen we zoo beginnen.
Eer vader boven is en zijn jas en hoed
en stok op de vaste plaats heeft cebrachf.
heeff Toos al a'les verteld en komt hij
lachende in de kamer bij het hooren, van
'f groote gewichtige nieuws dat Toos hem
daar in é*n ad om te vertellen wist.
Ik wist niet, dat ik al zoo'n groote
dochter had, zo"f vader met een knipoogje
te"on moeder; dat knoönt al kennis aan en
eaat op visite en eaaf Zaterdag weer be
zoeken afleken bij oude dames, nou, nou!
wie doef je waf!
Hé, vadert ie! nu bent u flauw! Het Is
beuftch waar wat ik gezegd heb En dat
ni>d« mne^erfie bad zoo n schik, omdat wii
bP;a„n pnnr rind on donk-en aan baar over
leden ..Annv" en daarom werden wij ook
verroobt. Anders was dat niet gebeurd, boor
papa!
Wie zeri bet tegendeel kind? Ik ge
loof je wel Ik wilde je alleen maar een
bontje plagen. Maar nu gaan we aan tafel
Fii'c eens, moeder beeft alles reeds op
tafel en wacht ons We zullen de tafel eer
aan doen, wat .in Toos.
Tk ook paatie! TV heb honger als een
raardie. en als moeder niet genoeg ge
kookt beeft, eten we baar de ooren van t
hoofd, niet waar pa?
Dat zullen we Toos en dan heeft moe
der "oon ooren meer en dan hooren wij des
te beter.
Dat zit nog? Als we de oor°n opgege
ten hebben, kunnen we er toch niet meer
hooren.
Dat is waar ook, daar dacht ik niet
aan.
Dom paatje!
Toos is voor een wijle stil. Zij heeft het
te druk met eten, en het smaakt haar zoo
lekker, dat ze oor noch oog heeft voor de
cHcoV) gen oo ten
Moeder ziet- vol vreugde dat huiselijke
tooneeltje aan en het doet haar goed. dat
vader en kind zoo lekker smullen, wat
door haar handen is klaaT gemaakt en va
der ziet met een lach om den mond en met
stralend oog ziin dochtertje af en toe aan
en voelt zich gelukkig te midden der zij
nen en kan zich zoo echt indenken in het
geluk van ziin kind. bii het vooruitzich den
volgenden Zaterdag het alleen wonende
YTonwtie te gaan bezoeken, wat zeker een
gewichtig iets voor haar mocht heeten
(Wordt vervolgd).
VRAGENBUS.
Een mijner oudere Neven stuurt me een
vraag, die ik aan al mijn Neefjes en Nicht
jes doorgeef. Jullie moet zelf eens probee-
ren om dp uitdrukking te vinden en ze dan
te vergelijken met het antwoord, dat ik a.s.
Zaterdag geven zal. (Als dan tenminste
plaats is).
Die vraag was: Hoe zeggen de men
schen, als een der onderstaande personen
dood gaat?
Van
een
barbier:
Van
een
zeeman:
Va n
een
visseher:
Van
een
metselaar:
Van
een
spinner:
Van
een
soldaat:
Van
een
hovenier:
Van
een
banneling:
Van
een
sul:
Van
een
kellner:
Van
een
douanier:
Van
een
edelman:
Van
een
jager:
Van
een wereldkampioen:
Van
een
vuilnisman:
Van
een
vleeschhouwer:
Van
een
timmerman:
Van
een
levenslange gevangene:
Van
een
torenwachter:
Van
een
twiststoker:
Van
een
lastig mensch:
Van
een
rooker:
Van
een
tooneelspeler:
Ik zal even helpen. Van een barbier zegt
men: hij is om zeep.
Oom W i m.
DE AVONTUREN VAN MIES EN MAX
dcor Oom Wim.
Avontuur XXXI.
EeD week later!
Mies en Max gaan varen.
Daar ligt een plank in do sloot.
Heerlijk Max, nu gaan we varen.
Mies springt er op; steekt van wal; het
plankje drijft tot aan -den anderen kant;
Mies wipt er weer af; ziet met guitige oog
jes naar Max, die stom van verbazing dat
Hó, ik wist niet, dat die auteur was.
Wat schrijft hij dan?
Postwissels.
Lief.
Zij: Dus morgen komt advocaat B. bij
ons eten? Dan zal ik zelf koken.
HijGroot gelijk, vrouw. De kerel ver-
dient ook niet beter!
De professor.
Mevrouw: Zeg man, onze dienstbode
heeft me daar midden op straat liet be
wustzijn verloren.
Professor: Een slordig persoontje is dat
toch! En heeft ze tenminste aangifte ge
daan aan het politiebureau? Plaats ook
een advertentie dat de eerlijke vinder
goed beloond zal worden!
Gemoedelijk.
Gast (in een dorpshotel): Zeg vriend,
dat is toch al te gek; daar zit 'n kat in
het bed.
Herbergier: O meneer, dat is niet-j, er
zit zeker een muis onder de dekens.
Dubbelzinnig.
Moeder geeft aan het kindermeisje de
kunststuk gadeslaat. Daarna herhaalt zich
datzelfde kunstje nog tweemaal.
Nou is het aan jouw beur,t Max!
Ik ben to zwaar Mies, ik zink!
Neen, je bent niet te zwaar en je
zinkt niet, maar je bent bang.
Wat bang, ik ben niet bang, nooit
bang en voor niemand bang! Vooruit dan
maar!
En daar wipt Max op de plank en....
vaart oen paar meter verder en toen begint
hij te schommelen; kan het evenwicht niet
bewaren; het plankje kantelt en
plons! daar liet Max in de vieze, vuile
sloof. Hij krabbelt aan den overkant eruit:
schudt zich bet water af en legt zich in de
zon te drogen.
Je bent een goed stuurman, Max!
maar ie eet beter.
Fn jii bent een leeliike placer. Mies!
Beide rollen van pleizier over elkaar en
gaan verder!
Het Kers'feest van kleine Rietje
door Theodora.
n
En T.ena, hoe was zij ten onzichte van
dien rijken jongenman? O denk niet, dat
zij was zooals haar Videi*. neen zij zocht
bef geluk niet in den rijkdom, zij was een
lief zacht meifüe en zij was reeds in stilte
al ruim een half jaar verloofd met" eon
knecht van haar vader, een doodgoeden en
vlijt iceïu maar armen jon een. Lena had
rnopder al repdu Tang 'n het vertrouwen ce-
nomen On beiden hadden reeds menige
zucht "eslaakt en meniee nacht slaneloos
Voortbracht wanf hoe zou vader dat op
ren» en, vooral nu de zaken zen .«t/vuVpn.
Hp»*de vrouwen waren banc, ia doodsbang,
boe meer bet Kerstfeest naderde, want dat
het dan tof ren onfknoomng zou komen.
herrrpT)Pn hQ»den: maar epen van beiden
had een flauw vermoeden van de-ontzet
tende gebeurtenissen dip zich dan zouden
nfsnplen. T.ena. dppd zooveel moceliik haar
best oui den rüken jongman te ontwiiken,
'ïnnerliik had'zij pen groote afkeer van hem.
nepn zu mocht dien verwaanden en trot-
schen ion<*pii niet. Fn Lena bad vurig om
uitkom^ en büstand.
't Was den Inatst®n dag voor Kerstmis
Dp mooie "roo'e kamer had een groote
schoonmaakbeurt neb ad en glom als een
snjprrplin epn boek Vfln de k»zner stond
cTp V^'hho en bet stallekp van Bethlehem:
in ceu nnderpn iiopv e°n t>rachH"Pn groo-
ton Ke^s'honmversierd me' euvelen: cou-
den zilveren annplmi en ontelbare Tcaars-
ips en ondpr den boom la "en de mooie
Vprstfepst"aven, ia bef wondere feest van
den alonden mooien kerstnacht word ook
r,r de hoordorii van Trurma°n scheen fyp"
vierd. Hpf wau aloof dip gphonne Fn"o!en-
rupf 7Ün rte«tdeli»k vTpdotiprl van: F°rp
7Ü Ood. hen nadov tot pU-endoT h»aobt W
w»s het in Lena's it^d. in Wirn's inn-
"ensiarPn cn ook in Bierios Tvrils'e Vi'nder-
i°TPn: maar hop zon het dit jaar afloorten?
T'on hen" vofmtvnel bekroon Tena al den
ophppTpn dag. Vader was zoo veranderd de
laatsfo vrpkpn pn bot ionoo m"'1"'» plaaVfo
meni" ban"e znehf bii b°' versiPTpn van
d'en moeien kerstboom Het hence oo"Pii-
MIJj. naderde mof rasscho schrp<ïon. .Ta zip
door komt bü al aan dien rüken man om
rffioioel om baar hand te vra"on; bii
sohünt zeker van rim zaak te zün. En
nipt wpiniV verwondord en ook zelfs be1®e-
diod was bii. toen T.ena voor de eer he-
dnnktp riiu vrouw te worden. Maar dat was
opn looiiil-p sfreen door de rekening van
bopr Harmson. Gewold!" was zün vuistslag
waarmee bij on tafel sloe» en naar de re
den vroeg van baar weigering en toen
verfeldp Lena blpek en bevend aan Vader
van baar liefde voor den armen, maar
dood perl iikpn knpcht O, VTpeselnk was bet
toen om aan te zien, boe zün aderen on zün
voorhoofd zwellen en zün mond vertrok
om de vreeselüksfe woorden uit te snreken
van vervloeking en.... hoe de kneelit on
staanden voet werd ontslagen en Rie de
deur uit moest,
(Wordt vervolgd).
De verschietende Ster
door Emile Duijm.
L
Ergens aan den Scheldedijk ligt in de
eenzaamheid een huisje, waarin eans een
zeer oppassend en vlijtig paar woonde.
Voor een klein salaris moest hij het kust
licht onderhouden. In den zomer en bij
mooi weer was dit wel te doen, maar ook
bij het gebulder van den storm, en als de
Schelde met zijn woeste golven den dijk
beukte, alsof hij het mooie polderland met
zijn prachtige hoeven en boerderijen wilde
bemachtigen, dan ook en juist dan, moest
de kustlichtwachter zijn plicht vervullen,
want menig scheepsbestuurder, hetzij de
kapitein van een der grootste stoomsche
pen, hetzij een schipper van een gewoon
zeilschip, moest zijn steven wenden en
flesch voor kleine broer on zegt: Ah 't
kind klaar is, schroef je don kop eraf en
zet 'm dan onder de kraan.
Slim.
Reiziger: Zeg eens vriend, waar gaat
deze weg heen?
Boertje: Wel nergens, dien .houden wc
hier, anders kunnen we niet in de stad ko-
men.
Waartoe een baard?
Niet waar Greta, zoo'n volle baard
staat me goed?
Dat vind ik ook, Leopold; men ziet
nu veel minder van je gezicht.
Al te gek.
Dorpsherbergier: Dat vervelende stads
volk! Eerst hebben zo mij mijn hoofd gek
gezeurd om een klachtenboek, en, nu het
er is, schrijft geen mensch er ooit wat in!
Kan niet waar zijn.
Rechter: U wordt beschuldigd uw echt-
genoote met den huissleutel geslagen to
hebben.
Beklaagde: Dat is absoluut onmogelijk,
ik heb nog nooit een huissleutel gehad.
zijn schip sturen, afgaande op dat licht.
Zoo men weet is de Schelde verraderlijk
er vol gevaren. Zij kan daar zoo lieflijk lig
gen te kabbelen, alsof 't. "n beekje was. Ik
ben haar eens overgevaren en toen waren
de golven niet grooter dan op het Kager-
meer, maar als er storm opstond, dan is
zij woest! Maar zooals bij ieder ding, had
ook dit zijn licht- en schaduwzijden. De
kustlichtwachter vervulde zijn plicht altijd
even nauwkeurig.
Hij was een man van diep geloof en hij
vervulde zijn taak steeds met opgeruimd
heid, ondanks de zware zorgen en kom
mernissen, die van jaar tot jaar grooter
werden, doordat de huiselijke kring steeds
toenam Het salaris van den kustwachteer
was dan ook lang niet toereikend, om al
die voedsel- en kleedingvragende kinderen
van het noodige te voorzien, zoodat ook
oo een andere manier geld moest ver*
diend worden. Het was dan ook voor dat
paar een zwoe"en, man»* door vlijt ei? zui
nigheid, onderlinge liefde en hulp, sloegen
zi; zich bewonderenswaardig door het le
ven.
Maar de kleinen groeiden voorspoedig
op zoodat na eenige jaren de zorgen der
ouders langzaam maar ges'adig werden
verlicht. Evenals nu kwam ook de zon on
en ging onder: de eene dag volgde den
anderen en jaar on jaar verstreek De k'n-
deren werden grooter en 't kwam eindeliik
zoover, dat er één het nestle verbot om
elders een ander te betrekken Fn /oo
vr.Tgde de epn den ander on. totdat einde
lijk de oudies zoo ver waren, dat ze als
voorhepn geheel alleen waren. Maar f®en
was ook de tüd van rusten aan "ebroken.
Ze hadden een heel aardig sr>aa»*diiitie op
zij geleed en daarhii kreeg de kus'waoh-
ter een pensioenfie. Het was wel bard, om
lel eenzaam gele"en. doeh dierbaar "e-
wovdejj buisie, waarin zij bii vpel verdriet
en kommer ook veel vreu"de en ki-p^r
liefde, gevonden hadden, te moeten veria-
ten. Maar afwn. het moest Maar nu de
oplossing, waarheen? A Hp kinderpn warep
goed getrouwd pn allen wilden ze wol dg
goede oudies hebben, maar zii wilden be
ver met bun bpidles hbiven. en zon we|l
dus besloten, een buisie te betrekken :n
het nabij gelegen dorn on dicht bii de
kerk Fn zoo gpscbiedde het. dat op 7nl-o.
ren dag epn verhniswa"en voor de- dmir
van den kustwachter stilhield, dio al b»n
hebben en houden oplaadde en nvprhrooty
naar de nieuwe woning P-mrin th-okVoq
een naar jaren rustig en kalm door"e-
bracht. Doch on 't laats' konden do end-'m?
zich niet "oed meer redden en huln ws
coo dig. Fen gedionsfi"o 70'» voor geld ''a
noodige hulp verieepep Dit ging een»"<ui
tü'd goed, maar d° oudies. aan hun ir»boui
levende gewoon, bevipl bet nmt al fe best.
Fr moest raad verschaft wordpn en s""«-
dig werd dip gevonden. On befroVVo«ik
korten afstand bevond zich een klooster
waarin te"Pn betab'n". oudo menschen wed
den opgenomen en b'efderiik verzorgd. Do
opname kon geschieden naar keuze, of wol
per maand, of ner iaar. of wel tegen stor
ting van zeker kanitaal dat men v«nr
geheel ziin leven werd opgenomen Dot
laatste werd gekozen en zoo werd wper
van won in" verwisseld Omrin"d door op
offerende liefdevolle Zusters, do ka nel on
der hetzelfde dak, lepfd°n zii overseinv-tg,
totdat na een paar jaren de scheiding
kwam. Zoo immers hepft God beschikt, dat
eenmaal de tijd aanbreekt, om te scheien,
tot men elkaar weer terugvindt in den
schooncn hemel, waar iedere scheiding is
uitgesloten.
(Slot volgt).
Nieuwjaar.
Telkens als der jaren schat
Met één vermeerderd wordt,
IJlen wij op 't wereldpad
Ten end, ons eeuwig „Ort".
Beschouw de nevelwolken
Terug, ver in 't verschiet.
Zij zullen U vertolken,
Hoeveel verdriet zij biedt.
Beschouw die neveljaren
Die komen nog misschien;
Zullen ze U vreugde baren.
Of smart misschien U biên?
Balansen moeten sluiten
Op ieder jarenend;
Kunt gij. Uw vreugde uiten
Of is 't U miskend?
Uw ziel, is zij gelouterd
In smart en droefenis?
Of is zij slechts verouderd
Zoo 't lichaam ouder is?
Wij zoeken en wij streven
Op aard een hemelsch lot,
Dat eeuwig ons doet leven,
Ons leven doet bij God.
Jacqufs.
VOOR
CORREEPONDENTIE.
Lieve Neefjes en Nichtjes,
Zooals ik zei verleden Zaterdag, zou ik
vandaag reeds wat van den raadselwed
strijd vertellen. De lijsten zijn nu afgeslo
ten: niemand wordt meer toegelaten. Voor
a.s." Zaterdag ben ik heelemaal klaar. Dan
heb ik alle verhaaltjes en versjes gelezen
en do briefjes apart gelegd, die een ant
woord waard zijn:
Waf zal ik van den wedstrijd zeggen?
Ik ben voldaan en tevreden. Het getal
deelnemers on deelneemsters neemt ge
staag toe, wat voor mij een bewijs is, dat
ons Hoekje algemeen gelezen wordt En
dal to weten, is voor ons een spoorslag te
meer. om op dezen weg voort te gaan Ik
ben dan ook heel dankbaar voor die belang
stelling en sympathie:
Ik kreeg verschillende mooie stukjes en
verhaaltjes De versjes blijven zoowat in
een bepaald en henerkt kringetje. Het zijn
biina alfiid dezelfden, die zich aan een
versie wagen en toonen van dichterlijken
aanleg te zijn.
Waarom niet eens geprobeerd? Jullie
weet dat ik gauw tevreden hen en dan.
ben ik er ook nog om hier en daar een
woordje recht te zeften en.... om bet in
den preciesen vorm te gieten. Jullie moet
nooit denken: hof lukt toch niet of.. ze
zullen me uitlachen. Weet wel, dat de
grootste lachers hef minste maken en dat
bet veel gemakkelijker is het werk af te
keuren, dan het zelf te maken. Afkeuren
kan iedereen, niet waar? Denkt daar in
de toekomst aan, als go den moed opgeeft
en het niet vlotten wil. Aldoende leert
men.
Maar n« heb ik nog niet gezegd, hoeveel
mededingers we hebben. Nu dan, we heb
ben liefhebbers voor dezen wedstrijd
gehad. Een paar vallen er van iederen
groen u't en de rest loot mee. Wie zullen
de gelukkigen ziin?
Over 't algemeen is goed werkeeleverd
Ook waf C betreft gaat het crescendo. Alle
stukjes zei ik reeds, dio een plaats waard
zijn, komen er in. De brieven worden be
antwoord en daar begin ik direct mee, zoo
dra de uitslag van den wedstrijd achter
den rug is
Wat hebben veel kinderen gesold met dat
eenvoudig sommetje en wel no. V van
Groeg B Zoo gaat het als men er meer
achter zoekt, dan het is. Hierop kom ik a.s.
Zaterdag nog terug.
Kijken jullie nu ook eens naar de ..Vra-
genhus". Daar staat een vraagje in. die nu
niet maar zoo. één, twee, drie beantwoord
is Zoekt hel antwoord en vergelijkt het
met het mijne, dat ik de volgende week go-
ven zal.
Dig lieve Neefjes en Nichtjes lol Za-
terdag! Jullie lief li.
Oom Wim
OUD VROUWTJE,
door Oom Wim.
V
Oud vrouwtje" geniet! Zij voelt zich jon
ger en had wel een sprongetje willen doen,
als ze gekund had. Die kleintjes lijken ook
«ooveel op haar Anny! Hoe benijdt zij de
twee moeders, die nog niet hoeven te
KINDEREN.
treuren over haar lievelingen! Maar weg
die sombere gedachten. Wat God doet,
is welgedaan!....
Flink stapt het drietal aan.
De kindermeisjes zien het oudje na en
vinden ze maar wat kras voor haar leef
tijd en de twee vriendinnetjes zijn ver
rukt over het oude moedertje, dat er nog
zoo flink voortstant en nog zoo vol belang
stelling is voor alles wat do kleintje inte
resseert.
Het is alsof vandaag voor oud vrouwtje
het zonnetje lekkerder schijnt en rle vogel
tjes boven de'r hoofd helderder en vroolij-
ker fluiten en zin"en en kweelen. Het is,
alsof haar (red zelfs veerkrachtiger is, nu
zq daar heengaat tusschen do twee
„bloempjes in knop", die het leven voor
zich zien, als één "root golvend veld van
kleurige, fleurige bloemen
Het is zelfs, alsof het oude, trouwe hart
sneller slaat en hef bloed met meer kracht
door de verkalkte aderen s'oot
Zoo gaan de drie lachende en giechelen
de voort en voor ze het weten staan ze
voor 't welonderhouden tuintje en even
nette huisje, waarin oud vrouwtje woont
er haar laatste daeen slijt
En nu kindertjes dank ik jullie recht
hartelijk voor je vriendelijkheid waarmee
je mü nud-vror»wHp har' tP"omoèt "etredon.
Niets te dapk-pn! Mogen we Zaferdag-
midda" eens hij TT komen
Zeker ik reken er on, en verwacht
jullie beidjes. Dag kinderties, tof ziens
Dag, Juffrouw, tot Zaterdag!
Moeder daar zijn we!
Met dezen uitroer komen Anny en Toos
de kamer binnen stormen en aan de hoog-
loodp kleur van heide vriendinnen, ziet
iroeder den haari. waarmee ze zich naar
huis eespoed hebben.
Nu reeds? Nu, jullie kunt er overt
Zeker weer geloopen, wie het eerst hier
zou zün!
Neen moeder! wij hebben zoo leuk
gespeeld en daarhii een oud eoodi" menscb-
ie ontmoet, die hier eventjes om den hoek
woont. In dat huisïe met klimon beeToeid
en dat heelemaal wat terug ligt van den
weg met een tuinfle ervoor.
Ja, ik weet dat huisie wel en ik ken
oat oude vrouwtje ook wel maar hoe ko
men jullie daarmee te snreken.
En Annv en Toos vertellen Wat de eene
ver"at. vulde de andere aan en toen heiden
vertelden, dat dat 011de vrouwtje Zoterda"
beide vriend'nnpn verwachtte en dat zii
ook gaan zouden, als moeder het goed
vond, toen kon moeder toch haar lach niet
inhouden ep zei: „dat is nu echt iefs van
jou Toos" en. zich tot Anny keerende, ze»
ze ..iullie hebt je tü-i wel besteed", zou ik
denken en wat mij betreft, kunnen juHie
Zaterdag best even naan buurten Als
dat ondo mensehip alleen woont, beeft ze
vast en zeker behoefte aan een „babhelfie"
en julüe heidies zult haar den slaap wel uit
de oo"en houden.
Nou en of, hé Toos! Wij zullen haar
geen tüd laten tot inslapen enoud
vrouwtje vindt ons beiden heel lief en IT
ook moeder!
Kom, kom kind; ze kont me immers
niet Hoe wil ze dan kunnen spreken van
„lief".
Ho, ho! moedertje; wij spraken over
U en zeiden, wat U ons geleerd had en toen
zei zij, dat wij een lief en vers'andig moe
dertje hadden en dat hebben wij ook. En.,
gaat u ook eens kennis met haar maken?
Dat is niet noodig kind! Gaan julliei
maar gerust: ik heb waf anders te doen,
dan bij dat oude vrouwtje, dat niets om
handen heeft, visites af te legeen. Ik kom
nog tijd te kort. om alles op orde te hebben
en vooral des Zaterdags i.*. veel werk aan
den winkel. En nu Toosje wordt het jouw
tüd ook om mar huis te gaan want zoo
slaat de klok zes en even over zes gaan jul
lie aan tafel.
Dan moet ik me haasten. Dag Me
vrouw! Smakelijk eten!
Dag Anny! Niet drocmen van Zaterdag
hoor!
Dag Toos! Alles aan moeder vertellen
kind en.... niet vergeten te zeggen, dat
we Zaterdag hij oud vron-vtje verzocht zijn
Tk zal niets vergeten. Daag!
Toos stormt de trappen af werpt haas-
lig de deur achter zich dicht en staat in
minder dan geen tiid bii moeder in de keu
ken, en vertelt hortend en stootend, van
het harde loopen, waf ze dien middag ge
daan had en welke nieuwe kennis ze in
't paTk had ontmoet.
Wat zegt u daarva-j moeder?
Wat* moet ik er van zeggen? Ik weef
het niet. Ik hoor wel. dat jullie met het
oude mensch je op goeden voet staat en
voorkomend en lief geweest bent, zooals
t>H hoorde En waarom zouden jullie Za-
urdagmiddag niet eens oven g.an kijken.
Wol ja. dat is nog wel eens aardig. Mis
schien hoeft ze wel boodschappen voor jul-