Je ieiiisolie Couronl'
Tweede Blad.
Abdijsiroop
ER BOVENOP!
■r-:
Maandag 3 Januari 1927
BINNENLAND
Het Ned.-Be!g. Verdrag in de
Eerste Kamer.
Hoe staan de kansen?
De voorspellingen omtrent de kansen
van het ontwerp-verdrag NederlandBel
gië houden aan, waarvan wel het meest
merkwaardige is, dat zij het verdrag in
de Eerste Kamer geen van alle een kans
geven.
In „Het Haarlem's Dagblad" geeft de
Haagsche correspondent een beschouwing
over de kansen.
Wij ontleenen daaraan het volgende:
Naar het zich nu laat aanzien, wordt in
den Senaat het Iractaat verworpen. Om
dat er thans de dubieuse gevallen bui
tengesloten reeds een meerderheid van
26 Senatoren aan te wijzen is, die tegen
zijn. J
Van de Soc.-dem. fractie zijn er 7 te
genstemmers. van de Ghr. Hist, fractie 6
(de heer van Wassenaar van Catwijck is
voor het verdrag), van den Vrijheidsbond
6 (de volledige fractie), van de Vrijz. dein.
hoogstwaarschijnlijk 2 (prof. van Emb-
den, hoewel voor het tractaat geporteerd,
schijnt nog te weifelen), van de A.-R. 2
(naar ik hoorde de heeren Briët en Cro-
lejs), en van de R.-K. 3 (de heeren Arntz
en Verheijen en een derde, wiens naam ik
tiet vernam).
Eep. opvallend verschijnsel is ook de
steeds sterker wordende verontrusting in
A.-R. kringen. De stem tegen van prof.
Hugo Visschcr alleen was niet een af
spiegeling van het gevoelen van de A.-R.
in haar geheel.
Toch 26 tegenstemmers! Er kan niet
veel af. Waarvoor gevaar bestaat. Want
een der weinige overtuigde R.-K. tegen
standers is Jhr. Verheyen. En deze is
ziek, verscheen reeds lang niet meer in
den Senaat, al heeft hij zich thans voor
genomen, coute que coute, aanwezig te
zijn.
Tot zoover de Haarlemsche.
Deze berichten kloppen vrijwel met onze
inlichtingen, alleen kunnen wij er nog de
volgende aanvulling van geven.
Er zouden 3 anti-revolutionairen zijn
en met den heer Briët en Croles ook den
heer de Veer, Ged. van Zeeland, terwijl
ook de burgemeester van Amsterdam,
den heer De Vlugt, zeer neigt tot tegen
stemmen.
Ook zou, volgens onzen zegsman, wel
aangenomen kunnen worden, dat prof. v.
Embden tegenstemt, al deelt hij niet alle
bezwaren.
Wat de kath. leden betreft is de derde
man den heer v. d. Lande!
Van de sociaal-democraten is de heer
Wibaut voorstander en wordt daarbij ge
steund door mevr. Pothuis Smit en den
heer Hermans en Rugge, terwijl tegen
stander zijn de heeren Polak, Mendels, de
Zeeuw, Lindeijer, Danz, Ossendorp en
Moltmaker.
Op die wijze is er natuurlijk reeds een
groote meerderheid tegen en aangezien
het onderwerp is doodgeprdaat en de argu
menten uitgeput zijn, mag redelijker wijze
verwacht worden, dat het overgroote deel
der leden hun stem reeds hebben vastge
steld.
Ten slotte kunnen we ook nog mededee-
len, dat niemand minder dan het Eer
ste Kamerlid den heer Colijn dezer dagen
aan derden verzekerde, dat aanneming
van het verdrag door de Eerste Kamer
zoo goed als uitgesloten mag worden ge
acht, aldus „De Residentiebode", voor
wier rekening deze kansbecijfering blijve.
R. K. Ned. Boeren- en Tuindersbond.
Bestuursvergadering.
De „R. K. Boerenstand" vermeldt het
volgend verslag van de vergadering van
het bestuur van den R. K. Nedcrland-
schen Boeren- en Tuindersbond, gehou
den te Utrecht, op 20 December 1926:
Ontwikkelingsdagen. Be
sloten. word de -propaganda voor deelne
ming aan de Ontwikkelingsdagen met
gfooter- kracht voort te zetten. Aan de
andere groote katholieke organisaties zal
de mcdodeeling worden gezonden, dat de
leden dezer organisatie dosgewen^cht de
Ontwikkelingsdagen kunnen bijwonen.
Medewerking aan „Het P a-
tronaa t". Door het comité tot be
vordering van R. K. Palronaatsbelangen
in Nederland, uitgenoodigd om in het bij
zonder wat dc jeugd ten plattelande be
treft mod© te werken aan het maand
schrift „Het Patronaat" besloot het be
stuur aan deze uitnoodiging gevolg te
geven.
Raad van Overleg. Besloten
werd zich te vercenigcn met een ontwerp-
circulaire van den Raad van Overleg in
zake het rapport van het R. K. Werklie
denverbond over do R. K. Werkgevers in
hetZuiden.
Registratierecht en veilin
gen. Besloten werd om, zoo mogelijk
te zamen met de andere centraio land
bouworganisaties, actie te voeren tegen
de opvatting dat de coöperatieve veilin
gen van boter enz. ten aanz en van de
verplichting van betaling van registratie
recht onder de Registratiewet 1917 val
len.
Internationale verzameling van films
cn lantaarnplaatjes op land- en tuinbouw
gebied. Besloten werd medewerking te
verkenen aan het bijeenbrengen door de
direct© van den landbouw van een ver
zameling oorspronkelijke, in Nederland
gemaakte films en lantaarnplaatjes op
het gebied van land- en tuinbouw ten be
hoeve van het Internationaal Landbouw-
Itistituut te Rome
Lagere' Landbouwscholen
Definitief werd thans het advies vastge
steld betreffende de plaatsen, waar de
vier R. K. Lagere Landbouwscholen be-
hooren te worden gevestigd.
Personeele Belasting. Een
ontwerp-adres aan de regeering inzake
wensckelijkheid tot wijziging van de wet
op de Personeele belasting werd goedge
keurd en vastgesteld.
Landbouwhuishoudonderwijs
In overleg met de beide andere cen
trale landbouworganisaties besloot het
bestuur een onderzoek in te stellen naar
de bezwaren, die gevoeld worden ten aan
zien van de admin'slratie bij het land
bouwhuishoudonderwijs.
KEBKMEUWS
DE H. ALOYSIUS-FEESTEN TE ROME
L
Overbrenging der Aloysius-relikwie.
Men schrijft uit Rome d.d. 29 Decem
ber aan de „Msbd.":
De H. Vader heeft gisteren in audiëntie
ontvangen de pelgrims van Mantua, die
de groote relikwie van den H. Aloyysius
van Mantua, naar Rome begeleid hebben.
Do pelgrims boden den H. Vader een gou
den herinneringsmedaille aan. Deze stelt
aan de eene zijde St. Aloysius voor, ge
kleed als page aan het hof van Mantua en
Castiglione, aan de andere zijde de re-
likwiekast met schedel van den hertog.
De medaille werd aangeboden door don
hulpbisschop van Mantua, mgr. Peruzzo,
die den H. Vader begeleidde bij het rond
gaan door de zaal om de pelgrims tot den
handkus toe te laten.
De H. Vader, de pelgrims begroetende,
richtte zich eerst tot de Oblaten van het
college der maagden, gesticht door de
drie nichten van St. Aloysius, dochters
van Rodolfus Gonzaga, ten wiens gunste
Aloysius afstand deed van zijn rechten op
het vaderlijk erfdeel. Dit college heeft
van zijn oprichting af steeds dames van
hoogen Btand opgenomen, die teruggetrok
ken wilden leven, geheel aan God gewijd.
Zoowel bij het eeuwfeest van St. Aloy
sius' dood, als bij het huidige eeuwfeest
herbergde het college hooge kerkelijke
autoriteiten, die voor do feesten naar
Mantua kwamen, zoo o.a. ook Kardinaal
Sarto, later Paus Pius X.
De Paus sprak de pelgrims toe en heet
te hen welkom, wijl ze niet alleen zijn kin
deren zijn, maar goede kinderen, en tot
hem kwamen wegens eene bijzondere ge
legenheid hem bijzonder aangenaam. Zij
toch brachten hem een geschenk,, bijzon
der dierbaar, n.l. dat zij hem in tegen
woordigheid braehten van de kostbare re
likwie van het hoofd van den- dierbaren,
schonnen, groolen Aoysius van Gonzaga.
Dezen wenseh, lang door den H. Vader ge
koesterd, hadden zij verwezenlijkt en Z. H.
verheugde zich met hen, wijl Rome waar
dig de relikwie tijdelijk in ontvangst ge
nomen had .Tijdelijk, zeide Z. H., maar
Hij wilde dit erbij voegen, ter geruststel
ling van degenen, die twijfelden aan het
terugkomen der relikwie.
Rome heeft haar feestelijk ontvangen.
De relikwie heeft Rome's straten in triomf
temidden van het jubileerende volk door
kruist cn Rome heeft zich tijdelijk door
Mantua met een nieuwen heiligen schat
verrijkt gevoeld. Dit is niet gering, wijl
Rome op het gebied van relikwieën door
heel de wereld benijd wordt en deze goede
pelgrims konden daarop trotsch gaan. Zij
konden daarom ook begrijpen, hoe gaarne
de H. Vader hup zijn zegen gaf aan do
aanwezigen en aan allen, voor wie de pel
grims dien zegen verlangden.
Zeer speciaal schonk Z. H. zijn zegen
aan den eerbiedwaardigen bisschop, vader
en herder van deze pelgrims, aan het dio
cees en do geloovigen van Mantua.
Bij de audiëntie was ook tegenwoordig
de burgemeester van Castiglione, voorzit
ter van het comité der bedevaart, alsook
twee knapen, die hetzelfde page-pakje
droegen, dat St. Aloysius eens gedragen
heeft.
Pauselijke audiëntie aan de Katho
lieke jongelingen.
Men seint, uit Rome d.d. 30 December
aan de „Msbd.":
Heden, ter gelegenheid van de Alnvsius-
feesten ontving de H. Vader om half een
ongeveer 5000 jongelingen, uit zestien ver
schillende naties, in audiëntie. De jonge
lingen waren opgesteld in verschillende
zalen van bet Va-ticaa-n, de Nederlanders
in de Sala ducale.
De PauB doórliep de verschillende zalen
en stelde allen in de gelegenheid zijn ring
te kussen. Hij was begeleid door den ge-
neraal-overste der Jesuieten en door de
kleine hofhouding. Bij de Polen waa kar
dinaal Kako.rski aanwezig, bij de Span
jaarden kardinaal Vidal, bij de Duitschers
mgr. Hamnels, wijbisschop van Keulen, en
mgr. David, bij de Hollanders mgr. Eras.
Na zijn rondgang door de zalen ging de
H. Vader naar de Salla delle Benedizioni
waar alle pelgrims werden binnengelaten.
De H. Vader bezag vervolgens de bij den
troon neergelegde adressen van toewijding
aan den H. Aloysius in 27 talen, door jon
gelingen uit even zoovele landen ondertee
kend en nam daarna op zijn troon plaats.
De leden zijner hofhouding, on de aanwe
zige kardinalen, bisschoppen en prelaten
stelden zich naast den troon op.
D© Paus hiold dan in het latijn een toe
spraak waarin hij de aanwezige jongelin
gen, die hem zoo dierbaar waren, welkom
heette, daarbij de woorden aanhalend die
Izaak sprak tot zijn zoon Jacob: „Zie de
geur van mijn zoon is als de geur van een
vollen akker, dien de Heer gezegend
heeft." Op de eerste plaats riep de H. Va
der het welkom toe aan de Mexicanen, de
bloem der martelaren, dan aan de Polen,
de broeders van Sint Sanislaus, vervolgens
aan die het verst gekomen waren on voorts
aan allen, die de moeilijkheden van de reis
trotseerden ter eere van den H. Aolyysius;
welkom omdat zij door Aloysius waren ge
roepen. Uit zijn volle vaderhart wensebte
de Paus hun alle goeds, en één zaak voor
al: de zuiverheid, naar het voorbeeld van
Aloysius. In de zuiverheid zijn alle andere
goed gaven opgesloten. De zuiverheid is
een genade, welke verkregen wordt door
gebed. Bidt dus en waakt. De zuiverheid
moet bewaakt worden, inwendig en uit
wendig. Ook de nederigheid is voor het be
oefenen der zuiverheid noodzakelijk en
ook daarvan gaf Aloysius het voorbeeld.
De Paus zegende daarop allen en al him
wenschen, him werk, hun dierbaren, hun
tegenwoordige en toekomstige onderne
mingen.
Do audiëntie duurde tot half vier.
Plechtigheden m de St. Ignatiuskerk
Men schrijft uit Rome d.d. 29 dezer aan
de „Msbd.":
Gisterenmiddag en avond hadden ver
schillende plechtigheden plaats in St. Ig
natius bij het altaar van den heiligen Aloy
sius, waar, boven de tombe, waarin het
lichaam van den heiligen rust, de schedel, i
uh. Jhiantua overgebracht, is uitgesteld. De
enorme kerk was heel don namiddag en
vooral bij de avondplechtigheid, waarbij
dc beroemde Dominicaner-redenaar preek
te. overvol.
Dozen morgen om 10 uur had de inter
nationale huldiging door de jongelingen
plaats, waaraan men den vorm eener aca
demische zitting gegevon had. Het Ro-
mwnscho polifonekoor, onder directie van
mgr. Casimiri, wissgldo do aanspraken mot
schitterende uitgevoerde zangen af, toe
passelijk op de groot© deugden van den
heilige.
Aanwezig waren de kardinalen Vannu-
telli, van R ssum, Scappinelli, Kakowski
(Warschau), Billot, Ehrlo, Galli, Capotosti
en vervolgens patriarchen, aartsbisschop
pen, bisschoppen, leden van het corps di
plomatique bij het vatikaan, prelaten, or
des-generaals enz.
De eerste toespraak werd gehouden
door Cavaliere Parisi, secretaris der in
ternationale jeugd-organisatie, die de jon
gelingen uit alle naties welkom heette.
Daarna spraken, terwijl beurtelings
mooio gezangen van het koor van mgr. Ca-
timiri ten gchoore werden gebracht, jonge
lingen van de verschillende aanwezige na
tionaliteiten.
Do Nederlandsche studenten waren nog
niet in Rome aangekomen, maar een Vla
ming Mari van Stratum sprak mede na
mens de Nederlanders.
Namens 19 nationaliteiten werd door de
jongelingen van dit nationaliteiten het
woord gevoerd.
Toen de vertegenwoordiger van Mexico
optrad, brak een geestdriftig applaus los.
JTij besloot zijn toespraak in het Ita-
liaansch met een gebod te vragen tot St.
Aloysius en de H. Maagd voor zijn onge
lukkig land.
Een Jesuieten-pater las van den preek
stoel af het „Credo" voor, dat door de
aanwezigen werd nagezegd.
Nog voerde het woord de geestelijke ad
viseur van het internationaal comité dor
jengd-organi8aties mgr. Pini.
INOEZOHDEN NEPEDEEUWG^
Nacht-hoest
die afschuwelijke kwelling
verdwijnt snel en zeker met
Plechtigheden in de St. Pieter.
Men seint uit Rome d.d. 31 December
aan de „Msbd.":
Hendenmorgen werd een pauselijke pon
tificale H. Mis opgedragen, welke door
alle in Rome aanwezige kardinalen, waar
onder de kardinalen Kakowski uit War
schau en Vidal y Barraquer uit Parrago-
na, alsmede door patriarchen, aartsbis
schappen, bisschoppen, orde-generalen en
abten en talrijke prelaten uit alle landen
werd bijgewoond.
De Paus, omgeven door zijn hofstoet,
werd, gezeten op de sedia gestatoria, de
St. Pieter binnen god ragen, en vereerde
het eerst de relikwie van St. Aloysius,
dio op het pauselijk altaar was uitge
steld.
Het geestdriftig gejubel der aanwezigon
klonk nog luider dan andorB, dank zij do
tegenwoordigheid van de vele jongelieden
uit alle landen, waaronder ook twee jon
gelieden uit Java. Van den pauselijkcn
marsch kon men door al dat gejuich nau
welijks iets hooren.
De Paus werd bij het opdragen der H.
Mis geassisteerd door de kardinalen-
diakens Laurenti, Smcero, Galli en Bialeti
Het Epistel en hot Evangelie werden in
het Latijn en in het Grieksch gezongen.
De Paus communiceerde, zooals bij een
pontificale Mis gebruikelijk is, op don
grooten troon bij do catedra.
Na de H. Mis hief de Paus het „Te
Deum" aan, eerstens omdat het de eerste
verjaardag was van het feest van Chis-
tus' Koningschap tweedons tot sluiting
van het jubeljaar en ten derde wegens
het eeuwfeest van St.. Aloysius.
UIT DE RAüJ -YJl Q.
Programma's voor Dinsdag 4 Januari.
Hilversum, 1050 M.
12.Politicbcr.
23.Knipcurus.
4.300.Vooravondconcert door hot
H.D.O.yorkest. Jonkvrouw Minny dc Jon-»
ge, sopraan.
66.30. Pianoconcert door Frans Wio«-
maan,
6.306.45. Landbouwkwartiertje, ver
zorgd door het Kon. Ned. Lanilbouw-co
inité. De heer Groesen, over: De beteekenia
van den landbouw voor de samenleving.
6 457.15 en 7.157.45. Vervolgles en
conversatieles Engelsch.
7.45. Pob'tieber.
10.Persber.
8.1010.30. R.-K. Omroep. Venloechf
orkestver. De Philharmonic „Venlo". Kerk
koor van St. Nicolaas. Mevr. Bussel, piano
De heeren J. Kesseler, clarinet. M. Koen-
dors, xylophoon. C. Verbcrkt, trombone.
F. Wetjens, piston. W. Geycrs, orgel. Ecro
avond voor den heer Theo Jordans. la Flo-
rentiner Grand Marcia Italiana, Fucik, b.
Larghetto quintet, Mozart (clarinet en
strijkkwartet), c. Andante Cantabile, u. h.
strijkkwartet op. 11. Tschaikowsky (orkest-
ver.). 2 Fantasie impromptu op. 66 (Gis
ki. t.), Chop in (piano). 3a. Hymn us de
Spiritu Sancto, b. Tantum Ergo, Diepen*
brock (kerkkoor), 4. Le Domino Noir,
Auberl (Philharmonic). 5. Tell fantasie,
Kruger (xylophoon). 6. Kriegsmarsch,
Gebet, Schlachthymne, u. d. opera Rienzi.
Wagner (trombone en Philharmonie). 7.
Moll symphonio Uuvollendet, Schubert
(Orkestver.). 8. As-dur Ballade, Chopin
(piano). 9a. Anima Christi op. 18 no. 3.
Vranken, b. Ave Maria, Witt (kerkkoor),
lo. Ungarische Weisen, Kruger (xylo
phon. II Rigoletto „Concert Polka", Wit-
temann (piston). 12. Finale: Stead Fast
and True, Teike (Philharmonie).
10.30. Dansmuziek door het radiodans
orkest o. 1. v. Hans Mossel.
Oavonfry, 1600 M.
11.20. (Joucert door het Davontry-kwar-
tet en solisten (sopraan, banjo, fluit).
1-202.20. Concert door 't T. H. Squirt
Celeste octet.
3.20. Concert (sopraan, I viool,
piano).
4.20. Orkestconcert.
5.20 Causerie: On a tin whistle.
5.35. Kinderuurtje.
6.20. Godichtenvoorlczing: Songs of a
broken airman.
6.30. Dansmuziek.
6.50 Weerber., nieuws.
7.05. Dansmuziek.
7.20. Lezing: Going steerage.
7.35. De 48 preludes en fugues van Bach
7.45. Lezing A night in a Lapp Hut.
8.05. Variété (syncopatie, humoristen,
karaktor-comodienne).
9.05. Rondo's van Mozart, door Hilda
Dederich, piano.
9.20. Weerber., nieuws.
9.35. Causerie.
9.50. Franscho kamermuziek, L. Blou-
zet, hobo. Y. Ereizenom, Bleuzet, piano.
D. Stevens, sopraan. G. Graxton, pianobe
geleiding.
10.5012.20. Dansmuziek dn de Ho-
wardsband.
„Radio Paris", 1750 M
10.50—11.20. Nieuws on muziek.
12.502.10. Concert. Orkest I.oealelli en
Hr. Telly, zang.
5.055.55 Trio-concert (piano, viool,
cello).
9.0510.30. Fragmenten van de opera
„Thaïs", van Massenet.
Königswusterhausen 1300 M.
en Berlijn 484 en 566 M.
2.507.50. Leringen en lessen.
7.50. Bonte avond. Dietrich kwartet. P.
Permond, sopraan, K. Platen, declamatie.
Langenberg 408.4 M.
10.2011.50. Orkestconcert.
3.505.20. Orkestconoert. Poplulalre
muziek
Hamburg, 394.7 M.
11.501.20. Orkestconcert.
1-252.05. Orkestconcert.
3.354.20. Fabels en satyre'a. Kamer-»
orkest.
5.206.10. Vroolijk concert.
6.4511.15. „Rigoletto".
Brussel 608.5 M. en Antwerpen
5.206.20. Dansmuziek.
8.5010.50. Galaconcert.
Om 9.50. Onderbroken door lezing.
FEUILLETON.
S)
„Omdat je niet oprecht tegenover mij
geweest ben," antwoordde zij nog altijd
met afgewen.. gezicht, „omdat je mc niet
eens liet vermoeden, hoe het met de zaken
stond. Had je mij van te voren gewaar
schuwd. dan zou het me niet zoo hard op
hefc lijf zijn gevallen!"
„Ik deed het met de beste bedoeling,
dat weet je wel, Ernestine! Ik hoopte den
slag af te wenden."
Zij hoorde wel hoe zijn stem beefde,
maar toch wilde do hatelijke, kwaadaardi
ge bitterheid niet uit haar hart wijken.
„Je ziet", ging hij voort, „hoe ik mij
allo moeite geef om je nog voor erger te
bewaren."
„Dat zio ik, Eduard, maar ik kan nu
eenmaal^ in deze ellende niet leven het
is mij niet mogelijk! Je zal zeggen, dat ik
toch thuis ook niet anders gewoon was
dan armoe en gebrek. Maar ik ben tot wat
anders bestemd; ik voel een onwecrslaan-
bare aandrift naar licht en leven, naar
weelde en geluk in mij. Ik kan nu eenmaal
niet anders, Eduard hel is sterker dan
ik zelf. Ik kan mij onmogelijk weer in die
narigheid schikken, laat staan daarmee te
vreden zijn. Van kindsbeen af heeft altijd
de gedachte er bij mij in gezeten, dat ik
er bovenop moest komen!"
„Er boven op!" riep hij. „Denk je dan
dat ook ik daar niet van gedroomd heb.
Reken er op dat ik genoeg in de weer ben
geweest om er boven op te komen. Meni-
gen slapeloozen nacht heb ik, terwijl jij je
ontevredenheid in den slaap vergat, daar
over liggen nadenken. Ik ben nog jong,
versta mijn vak als de boste, heb onder
vinding en werklust; ik heb nog goede
handelsrelaties; op mijn naam valt niets
to zeggen. Ik zou dus niet weten, waarom
het mij niet gelukken zou, nog eens een be-
trekking te krijgen, die er ons weer boven
op brengt. Maar weet je wat mij ver
lamt?"
„Natuurlijk gebrek aan kapitaal. Je mist
nu het geld dat je vroeger lichtvaardig
verdaan hebt", zei rij hard.
„Neen", hernam hij nu op zijn beurt
scherp, „gebrek aan kapitaal kan dikwijls
door vlijt, degelijkheid en werkkracht ver
good worden. Maar wat mij ontbreekt, dat
is jouw steun en toespraak, je vertrouwen
en aanmoediging^ kortom jo zelf."
„Ik?" stamelde zij, eenigszins uit het
veld geslagen.
„Ja jij! Als je met goeden moed mij het
onvermijdelijke hielp dragen, zou jo mij
daardoor nieuwe kracht geven om mij om
hoog te werken, en alles kon nog anders
worden. Maar je ontevreden gezicht en
moedeloos zuchten is mij een 'gestadig
verwijt, dat mij telkens aan mijn ongeluk
herinnert, mij het. leven tot last maakt en
mij allo hoop, alle werkkracht ontneemt.
Jij zelf, Ernestine, belet mij er weer bo
venop te komen. Nu weet je alles!"
JTij hacLzijr! hoed genomen en was heen
gegaan. Gelijk zoo menigmaal bleef zij
ook nu eenzaam in haar armzalige woning
achicr. En- de lentczonneschijn, die haar
tegenlachte, scheen met haar te spotten.
Zij weende. Te diep hadden Eduards woor
den haar getroffen; boe meer zij de waar
heid dier woorden gevoelde hoe bitterder
het haar te moede werd.
Zij trad aan het venster en blikte naar
buiten. Boneden zag zij een arbeiders
vrouw bezig met waschgoed te drogen te
hangen. In de wasebmand, die naast, haar
stond, zat een alleraardigste kleine dreu
mes te wachten tot zijn moeder kwam om
een der houten klampjes aan te nemen,
waarmee hij speelde; twee andere kinde
ren, een meisje-en een jongen, hadden zich
van het overgebleven touw meester ge
maakt en daarmee de moeder gevangen
genomen. Nu trad een stevig gebouwd
werkman, kennelijk do vader, op de groep
toe en barstte op het zien van dat verma
kelijk schouwspel in hartelijk gelach uit.
De vrouw lachte mee, de twee kleine deug
nieten lachten en zelfs de kleinste in de
waschmand kraaide het uit van pleizier.
Voor Ernestine was het genoegen van
dat eenvoudige gezin niet om aan te zien;
het hinderde haar evenals de zon, die met
ongestoorde vroolijkheid in het armoedige
vertrekje bleef schijnen; het was alsof al
les in haar omgeving het er op gezet had,
haar duidelijk te doen gevoelen, hoe groot
gelijk haar man had.
Als zij met hem en het kind een uurtje
vroolijk cn tevreden was gaan wandelen,
als hij weer eens een verrrenocgd gezicht
had kunnen zetten; als hij had kunnen
lachen als die man daar en dankbaar, lief
devol gestemd was geweest hoe heerlijk
zou dat geweest zijn!
Maar, redeneerde ze verder bij zich zel
ve, dat zou'toch weer voorbijgegaan zijn.
Gesteld dat ze vandaag met Eduard uit
wandelen was gegaan en haar sombere
stemming overwonnen had, zouden ze toch
's avonds in dezelfde narigheid zijn thuis
gekomen, Moe, bestoven en flauw van den
honger had ze dan nog gauw bet achter
stallige huiswerk moeten afdoen, om tegen
morgen oen nieuwen dag van ellende en
kwelling te gemoet tc zien. Neen, neen,
dat was niet. om uit te houden.
En moe, besteven en verdrietig kwam
Eduard dien avond thuis. Hij bad dien
dag tevergeefs gewerkt. Terwijl hij daar
nu zat, hongerig en toch zonder smaak bet
karig avondmaal gebruikend, kwam or
weer een gevoel van berouw bij haar op.
Slechts de regelmatige ademhaling van
het kind liet zich in de stille woning hoo
ren. Terwijl beidon onwillekeurig naar dat
zacht geluid luisterden, was hot als word
er een onzichtbare band tusscben hen aan
geknoopt en als werd ieder van hun
tweeën duidelijk wat de ander dacht.
Eduard bad genoeg zelfbeheersching om
het stilzwijgen af te breken.
„Je had van middag gelijk, Ernestine,"
zei hij: „Wc konden cn mochten niet uit
gaan als een werkman, ccn sjouwer, wion
het licht valt. 's Zondags zijn kind te dra
gen omdat hij in de week nog wel andere
vrachten te sjouwen heeft. Jo ben nog te
jong cn ook te fijn gevormd om zoo te tob
ben, en het zou je toch niet van harte
gaan, als je beproefde jé blij en gewillig
in al die ellende te schikken. Van con
vrouw is hot niet te verwachten dat zij
zich uit eigen kracht tot een zekere hoog-
to opwerkt dat kan alleen de man, tor-
wijl de vrouw op zijn hoogst enkel in staat
is, zich omhoog te laten dragen. Daarom
had ik ongelijk en neem graag mijn ver
wijt terug. Op mij alleen komt alle schuld
neer, ik alleen heb er voor te zorgen dat
jij uit die narigheid verlost wordt, en dat
zal mij met Gods hulp wel gelukken ook!"
Bij rijn eerste woorden had rij een op
welling van zachte deelneming gevoeld.
Als rij hem nu om den hals viel, hem om
vergiffenis vroeg, hem opnieuw haar hart
schonk, dan kon alles nog terecht ko
men. Toen hij echter in zijn somberen
trots voortredeneerde, kwam een andere
gedachte bij haar op. Hoe! Zij zou niet in
staat zijn, buiten zijn hulp zich tot een
zeker hoogte op to werken! Zij zou het al
leen aan hem te danken hebben, als zij
nit deze armoedige omstandighoden ook
,weer in beteren doen geraakte!
En van dien dag af had haar innerlijk
leven con andere wending gonomen, of-
8choo zij voor het uiterlijk dozclfdo bleef.
Er bovenop te komen was altijd haar
droom geweest; welnu, thans nam dit
ideaal een geheel anderen vorm aan, het
werd een streven tot zelfverloochening cn
belanglooze liefde, een toovorachtig
schoone, van zonlicht omstraalde bergtop,
waarheen zij begeesterd opzag. Voortaan
zou zij zich goedig, gewillig, geduldig en
blijmoedig in haar lot schikken en nog in
deze kommervollo omstandigheden haaj
echtgenoot gelukkig maken.
Elk uur van den dag stond haar dit als
schoon zij voor het uiterlijk dezelfde bleef.
Ja zij wilde liem met open armen en een
vrooliik gezicht te gemoet ijlen als hij
thuis kwam, tevreden zijn, hun beider ar
moede mot opgeruimde gelijkmoedigheid
dragen en hem rijn lot licht maken door
te toonon dab het haar zelf niet te zwaar
vioL
(Wordt vervolgd).