Je ieiiisolie Couronl' Tweede Blad. Abdijsiroop ER BOVENOP! ■r-: Maandag 3 Januari 1927 BINNENLAND Het Ned.-Be!g. Verdrag in de Eerste Kamer. Hoe staan de kansen? De voorspellingen omtrent de kansen van het ontwerp-verdrag NederlandBel gië houden aan, waarvan wel het meest merkwaardige is, dat zij het verdrag in de Eerste Kamer geen van alle een kans geven. In „Het Haarlem's Dagblad" geeft de Haagsche correspondent een beschouwing over de kansen. Wij ontleenen daaraan het volgende: Naar het zich nu laat aanzien, wordt in den Senaat het Iractaat verworpen. Om dat er thans de dubieuse gevallen bui tengesloten reeds een meerderheid van 26 Senatoren aan te wijzen is, die tegen zijn. J Van de Soc.-dem. fractie zijn er 7 te genstemmers. van de Ghr. Hist, fractie 6 (de heer van Wassenaar van Catwijck is voor het verdrag), van den Vrijheidsbond 6 (de volledige fractie), van de Vrijz. dein. hoogstwaarschijnlijk 2 (prof. van Emb- den, hoewel voor het tractaat geporteerd, schijnt nog te weifelen), van de A.-R. 2 (naar ik hoorde de heeren Briët en Cro- lejs), en van de R.-K. 3 (de heeren Arntz en Verheijen en een derde, wiens naam ik tiet vernam). Eep. opvallend verschijnsel is ook de steeds sterker wordende verontrusting in A.-R. kringen. De stem tegen van prof. Hugo Visschcr alleen was niet een af spiegeling van het gevoelen van de A.-R. in haar geheel. Toch 26 tegenstemmers! Er kan niet veel af. Waarvoor gevaar bestaat. Want een der weinige overtuigde R.-K. tegen standers is Jhr. Verheyen. En deze is ziek, verscheen reeds lang niet meer in den Senaat, al heeft hij zich thans voor genomen, coute que coute, aanwezig te zijn. Tot zoover de Haarlemsche. Deze berichten kloppen vrijwel met onze inlichtingen, alleen kunnen wij er nog de volgende aanvulling van geven. Er zouden 3 anti-revolutionairen zijn en met den heer Briët en Croles ook den heer de Veer, Ged. van Zeeland, terwijl ook de burgemeester van Amsterdam, den heer De Vlugt, zeer neigt tot tegen stemmen. Ook zou, volgens onzen zegsman, wel aangenomen kunnen worden, dat prof. v. Embden tegenstemt, al deelt hij niet alle bezwaren. Wat de kath. leden betreft is de derde man den heer v. d. Lande! Van de sociaal-democraten is de heer Wibaut voorstander en wordt daarbij ge steund door mevr. Pothuis Smit en den heer Hermans en Rugge, terwijl tegen stander zijn de heeren Polak, Mendels, de Zeeuw, Lindeijer, Danz, Ossendorp en Moltmaker. Op die wijze is er natuurlijk reeds een groote meerderheid tegen en aangezien het onderwerp is doodgeprdaat en de argu menten uitgeput zijn, mag redelijker wijze verwacht worden, dat het overgroote deel der leden hun stem reeds hebben vastge steld. Ten slotte kunnen we ook nog mededee- len, dat niemand minder dan het Eer ste Kamerlid den heer Colijn dezer dagen aan derden verzekerde, dat aanneming van het verdrag door de Eerste Kamer zoo goed als uitgesloten mag worden ge acht, aldus „De Residentiebode", voor wier rekening deze kansbecijfering blijve. R. K. Ned. Boeren- en Tuindersbond. Bestuursvergadering. De „R. K. Boerenstand" vermeldt het volgend verslag van de vergadering van het bestuur van den R. K. Nedcrland- schen Boeren- en Tuindersbond, gehou den te Utrecht, op 20 December 1926: Ontwikkelingsdagen. Be sloten. word de -propaganda voor deelne ming aan de Ontwikkelingsdagen met gfooter- kracht voort te zetten. Aan de andere groote katholieke organisaties zal de mcdodeeling worden gezonden, dat de leden dezer organisatie dosgewen^cht de Ontwikkelingsdagen kunnen bijwonen. Medewerking aan „Het P a- tronaa t". Door het comité tot be vordering van R. K. Palronaatsbelangen in Nederland, uitgenoodigd om in het bij zonder wat dc jeugd ten plattelande be treft mod© te werken aan het maand schrift „Het Patronaat" besloot het be stuur aan deze uitnoodiging gevolg te geven. Raad van Overleg. Besloten werd zich te vercenigcn met een ontwerp- circulaire van den Raad van Overleg in zake het rapport van het R. K. Werklie denverbond over do R. K. Werkgevers in hetZuiden. Registratierecht en veilin gen. Besloten werd om, zoo mogelijk te zamen met de andere centraio land bouworganisaties, actie te voeren tegen de opvatting dat de coöperatieve veilin gen van boter enz. ten aanz en van de verplichting van betaling van registratie recht onder de Registratiewet 1917 val len. Internationale verzameling van films cn lantaarnplaatjes op land- en tuinbouw gebied. Besloten werd medewerking te verkenen aan het bijeenbrengen door de direct© van den landbouw van een ver zameling oorspronkelijke, in Nederland gemaakte films en lantaarnplaatjes op het gebied van land- en tuinbouw ten be hoeve van het Internationaal Landbouw- Itistituut te Rome Lagere' Landbouwscholen Definitief werd thans het advies vastge steld betreffende de plaatsen, waar de vier R. K. Lagere Landbouwscholen be- hooren te worden gevestigd. Personeele Belasting. Een ontwerp-adres aan de regeering inzake wensckelijkheid tot wijziging van de wet op de Personeele belasting werd goedge keurd en vastgesteld. Landbouwhuishoudonderwijs In overleg met de beide andere cen trale landbouworganisaties besloot het bestuur een onderzoek in te stellen naar de bezwaren, die gevoeld worden ten aan zien van de admin'slratie bij het land bouwhuishoudonderwijs. KEBKMEUWS DE H. ALOYSIUS-FEESTEN TE ROME L Overbrenging der Aloysius-relikwie. Men schrijft uit Rome d.d. 29 Decem ber aan de „Msbd.": De H. Vader heeft gisteren in audiëntie ontvangen de pelgrims van Mantua, die de groote relikwie van den H. Aloyysius van Mantua, naar Rome begeleid hebben. Do pelgrims boden den H. Vader een gou den herinneringsmedaille aan. Deze stelt aan de eene zijde St. Aloysius voor, ge kleed als page aan het hof van Mantua en Castiglione, aan de andere zijde de re- likwiekast met schedel van den hertog. De medaille werd aangeboden door don hulpbisschop van Mantua, mgr. Peruzzo, die den H. Vader begeleidde bij het rond gaan door de zaal om de pelgrims tot den handkus toe te laten. De H. Vader, de pelgrims begroetende, richtte zich eerst tot de Oblaten van het college der maagden, gesticht door de drie nichten van St. Aloysius, dochters van Rodolfus Gonzaga, ten wiens gunste Aloysius afstand deed van zijn rechten op het vaderlijk erfdeel. Dit college heeft van zijn oprichting af steeds dames van hoogen Btand opgenomen, die teruggetrok ken wilden leven, geheel aan God gewijd. Zoowel bij het eeuwfeest van St. Aloy sius' dood, als bij het huidige eeuwfeest herbergde het college hooge kerkelijke autoriteiten, die voor do feesten naar Mantua kwamen, zoo o.a. ook Kardinaal Sarto, later Paus Pius X. De Paus sprak de pelgrims toe en heet te hen welkom, wijl ze niet alleen zijn kin deren zijn, maar goede kinderen, en tot hem kwamen wegens eene bijzondere ge legenheid hem bijzonder aangenaam. Zij toch brachten hem een geschenk,, bijzon der dierbaar, n.l. dat zij hem in tegen woordigheid braehten van de kostbare re likwie van het hoofd van den- dierbaren, schonnen, groolen Aoysius van Gonzaga. Dezen wenseh, lang door den H. Vader ge koesterd, hadden zij verwezenlijkt en Z. H. verheugde zich met hen, wijl Rome waar dig de relikwie tijdelijk in ontvangst ge nomen had .Tijdelijk, zeide Z. H., maar Hij wilde dit erbij voegen, ter geruststel ling van degenen, die twijfelden aan het terugkomen der relikwie. Rome heeft haar feestelijk ontvangen. De relikwie heeft Rome's straten in triomf temidden van het jubileerende volk door kruist cn Rome heeft zich tijdelijk door Mantua met een nieuwen heiligen schat verrijkt gevoeld. Dit is niet gering, wijl Rome op het gebied van relikwieën door heel de wereld benijd wordt en deze goede pelgrims konden daarop trotsch gaan. Zij konden daarom ook begrijpen, hoe gaarne de H. Vader hup zijn zegen gaf aan do aanwezigen en aan allen, voor wie de pel grims dien zegen verlangden. Zeer speciaal schonk Z. H. zijn zegen aan den eerbiedwaardigen bisschop, vader en herder van deze pelgrims, aan het dio cees en do geloovigen van Mantua. Bij de audiëntie was ook tegenwoordig de burgemeester van Castiglione, voorzit ter van het comité der bedevaart, alsook twee knapen, die hetzelfde page-pakje droegen, dat St. Aloysius eens gedragen heeft. Pauselijke audiëntie aan de Katho lieke jongelingen. Men seint, uit Rome d.d. 30 December aan de „Msbd.": Heden, ter gelegenheid van de Alnvsius- feesten ontving de H. Vader om half een ongeveer 5000 jongelingen, uit zestien ver schillende naties, in audiëntie. De jonge lingen waren opgesteld in verschillende zalen van bet Va-ticaa-n, de Nederlanders in de Sala ducale. De PauB doórliep de verschillende zalen en stelde allen in de gelegenheid zijn ring te kussen. Hij was begeleid door den ge- neraal-overste der Jesuieten en door de kleine hofhouding. Bij de Polen waa kar dinaal Kako.rski aanwezig, bij de Span jaarden kardinaal Vidal, bij de Duitschers mgr. Hamnels, wijbisschop van Keulen, en mgr. David, bij de Hollanders mgr. Eras. Na zijn rondgang door de zalen ging de H. Vader naar de Salla delle Benedizioni waar alle pelgrims werden binnengelaten. De H. Vader bezag vervolgens de bij den troon neergelegde adressen van toewijding aan den H. Aloysius in 27 talen, door jon gelingen uit even zoovele landen ondertee kend en nam daarna op zijn troon plaats. De leden zijner hofhouding, on de aanwe zige kardinalen, bisschoppen en prelaten stelden zich naast den troon op. D© Paus hiold dan in het latijn een toe spraak waarin hij de aanwezige jongelin gen, die hem zoo dierbaar waren, welkom heette, daarbij de woorden aanhalend die Izaak sprak tot zijn zoon Jacob: „Zie de geur van mijn zoon is als de geur van een vollen akker, dien de Heer gezegend heeft." Op de eerste plaats riep de H. Va der het welkom toe aan de Mexicanen, de bloem der martelaren, dan aan de Polen, de broeders van Sint Sanislaus, vervolgens aan die het verst gekomen waren on voorts aan allen, die de moeilijkheden van de reis trotseerden ter eere van den H. Aolyysius; welkom omdat zij door Aloysius waren ge roepen. Uit zijn volle vaderhart wensebte de Paus hun alle goeds, en één zaak voor al: de zuiverheid, naar het voorbeeld van Aloysius. In de zuiverheid zijn alle andere goed gaven opgesloten. De zuiverheid is een genade, welke verkregen wordt door gebed. Bidt dus en waakt. De zuiverheid moet bewaakt worden, inwendig en uit wendig. Ook de nederigheid is voor het be oefenen der zuiverheid noodzakelijk en ook daarvan gaf Aloysius het voorbeeld. De Paus zegende daarop allen en al him wenschen, him werk, hun dierbaren, hun tegenwoordige en toekomstige onderne mingen. Do audiëntie duurde tot half vier. Plechtigheden m de St. Ignatiuskerk Men schrijft uit Rome d.d. 29 dezer aan de „Msbd.": Gisterenmiddag en avond hadden ver schillende plechtigheden plaats in St. Ig natius bij het altaar van den heiligen Aloy sius, waar, boven de tombe, waarin het lichaam van den heiligen rust, de schedel, i uh. Jhiantua overgebracht, is uitgesteld. De enorme kerk was heel don namiddag en vooral bij de avondplechtigheid, waarbij dc beroemde Dominicaner-redenaar preek te. overvol. Dozen morgen om 10 uur had de inter nationale huldiging door de jongelingen plaats, waaraan men den vorm eener aca demische zitting gegevon had. Het Ro- mwnscho polifonekoor, onder directie van mgr. Casimiri, wissgldo do aanspraken mot schitterende uitgevoerde zangen af, toe passelijk op de groot© deugden van den heilige. Aanwezig waren de kardinalen Vannu- telli, van R ssum, Scappinelli, Kakowski (Warschau), Billot, Ehrlo, Galli, Capotosti en vervolgens patriarchen, aartsbisschop pen, bisschoppen, leden van het corps di plomatique bij het vatikaan, prelaten, or des-generaals enz. De eerste toespraak werd gehouden door Cavaliere Parisi, secretaris der in ternationale jeugd-organisatie, die de jon gelingen uit alle naties welkom heette. Daarna spraken, terwijl beurtelings mooio gezangen van het koor van mgr. Ca- timiri ten gchoore werden gebracht, jonge lingen van de verschillende aanwezige na tionaliteiten. Do Nederlandsche studenten waren nog niet in Rome aangekomen, maar een Vla ming Mari van Stratum sprak mede na mens de Nederlanders. Namens 19 nationaliteiten werd door de jongelingen van dit nationaliteiten het woord gevoerd. Toen de vertegenwoordiger van Mexico optrad, brak een geestdriftig applaus los. JTij besloot zijn toespraak in het Ita- liaansch met een gebod te vragen tot St. Aloysius en de H. Maagd voor zijn onge lukkig land. Een Jesuieten-pater las van den preek stoel af het „Credo" voor, dat door de aanwezigen werd nagezegd. Nog voerde het woord de geestelijke ad viseur van het internationaal comité dor jengd-organi8aties mgr. Pini. INOEZOHDEN NEPEDEEUWG^ Nacht-hoest die afschuwelijke kwelling verdwijnt snel en zeker met Plechtigheden in de St. Pieter. Men seint uit Rome d.d. 31 December aan de „Msbd.": Hendenmorgen werd een pauselijke pon tificale H. Mis opgedragen, welke door alle in Rome aanwezige kardinalen, waar onder de kardinalen Kakowski uit War schau en Vidal y Barraquer uit Parrago- na, alsmede door patriarchen, aartsbis schappen, bisschoppen, orde-generalen en abten en talrijke prelaten uit alle landen werd bijgewoond. De Paus, omgeven door zijn hofstoet, werd, gezeten op de sedia gestatoria, de St. Pieter binnen god ragen, en vereerde het eerst de relikwie van St. Aloysius, dio op het pauselijk altaar was uitge steld. Het geestdriftig gejubel der aanwezigon klonk nog luider dan andorB, dank zij do tegenwoordigheid van de vele jongelieden uit alle landen, waaronder ook twee jon gelieden uit Java. Van den pauselijkcn marsch kon men door al dat gejuich nau welijks iets hooren. De Paus werd bij het opdragen der H. Mis geassisteerd door de kardinalen- diakens Laurenti, Smcero, Galli en Bialeti Het Epistel en hot Evangelie werden in het Latijn en in het Grieksch gezongen. De Paus communiceerde, zooals bij een pontificale Mis gebruikelijk is, op don grooten troon bij do catedra. Na de H. Mis hief de Paus het „Te Deum" aan, eerstens omdat het de eerste verjaardag was van het feest van Chis- tus' Koningschap tweedons tot sluiting van het jubeljaar en ten derde wegens het eeuwfeest van St.. Aloysius. UIT DE RAüJ -YJl Q. Programma's voor Dinsdag 4 Januari. Hilversum, 1050 M. 12.Politicbcr. 23.Knipcurus. 4.300.Vooravondconcert door hot H.D.O.yorkest. Jonkvrouw Minny dc Jon-» ge, sopraan. 66.30. Pianoconcert door Frans Wio«- maan, 6.306.45. Landbouwkwartiertje, ver zorgd door het Kon. Ned. Lanilbouw-co inité. De heer Groesen, over: De beteekenia van den landbouw voor de samenleving. 6 457.15 en 7.157.45. Vervolgles en conversatieles Engelsch. 7.45. Pob'tieber. 10.Persber. 8.1010.30. R.-K. Omroep. Venloechf orkestver. De Philharmonic „Venlo". Kerk koor van St. Nicolaas. Mevr. Bussel, piano De heeren J. Kesseler, clarinet. M. Koen- dors, xylophoon. C. Verbcrkt, trombone. F. Wetjens, piston. W. Geycrs, orgel. Ecro avond voor den heer Theo Jordans. la Flo- rentiner Grand Marcia Italiana, Fucik, b. Larghetto quintet, Mozart (clarinet en strijkkwartet), c. Andante Cantabile, u. h. strijkkwartet op. 11. Tschaikowsky (orkest- ver.). 2 Fantasie impromptu op. 66 (Gis ki. t.), Chop in (piano). 3a. Hymn us de Spiritu Sancto, b. Tantum Ergo, Diepen* brock (kerkkoor), 4. Le Domino Noir, Auberl (Philharmonic). 5. Tell fantasie, Kruger (xylophoon). 6. Kriegsmarsch, Gebet, Schlachthymne, u. d. opera Rienzi. Wagner (trombone en Philharmonie). 7. Moll symphonio Uuvollendet, Schubert (Orkestver.). 8. As-dur Ballade, Chopin (piano). 9a. Anima Christi op. 18 no. 3. Vranken, b. Ave Maria, Witt (kerkkoor), lo. Ungarische Weisen, Kruger (xylo phon. II Rigoletto „Concert Polka", Wit- temann (piston). 12. Finale: Stead Fast and True, Teike (Philharmonie). 10.30. Dansmuziek door het radiodans orkest o. 1. v. Hans Mossel. Oavonfry, 1600 M. 11.20. (Joucert door het Davontry-kwar- tet en solisten (sopraan, banjo, fluit). 1-202.20. Concert door 't T. H. Squirt Celeste octet. 3.20. Concert (sopraan, I viool, piano). 4.20. Orkestconcert. 5.20 Causerie: On a tin whistle. 5.35. Kinderuurtje. 6.20. Godichtenvoorlczing: Songs of a broken airman. 6.30. Dansmuziek. 6.50 Weerber., nieuws. 7.05. Dansmuziek. 7.20. Lezing: Going steerage. 7.35. De 48 preludes en fugues van Bach 7.45. Lezing A night in a Lapp Hut. 8.05. Variété (syncopatie, humoristen, karaktor-comodienne). 9.05. Rondo's van Mozart, door Hilda Dederich, piano. 9.20. Weerber., nieuws. 9.35. Causerie. 9.50. Franscho kamermuziek, L. Blou- zet, hobo. Y. Ereizenom, Bleuzet, piano. D. Stevens, sopraan. G. Graxton, pianobe geleiding. 10.5012.20. Dansmuziek dn de Ho- wardsband. „Radio Paris", 1750 M 10.50—11.20. Nieuws on muziek. 12.502.10. Concert. Orkest I.oealelli en Hr. Telly, zang. 5.055.55 Trio-concert (piano, viool, cello). 9.0510.30. Fragmenten van de opera „Thaïs", van Massenet. Königswusterhausen 1300 M. en Berlijn 484 en 566 M. 2.507.50. Leringen en lessen. 7.50. Bonte avond. Dietrich kwartet. P. Permond, sopraan, K. Platen, declamatie. Langenberg 408.4 M. 10.2011.50. Orkestconcert. 3.505.20. Orkestconoert. Poplulalre muziek Hamburg, 394.7 M. 11.501.20. Orkestconcert. 1-252.05. Orkestconcert. 3.354.20. Fabels en satyre'a. Kamer-» orkest. 5.206.10. Vroolijk concert. 6.4511.15. „Rigoletto". Brussel 608.5 M. en Antwerpen 5.206.20. Dansmuziek. 8.5010.50. Galaconcert. Om 9.50. Onderbroken door lezing. FEUILLETON. S) „Omdat je niet oprecht tegenover mij geweest ben," antwoordde zij nog altijd met afgewen.. gezicht, „omdat je mc niet eens liet vermoeden, hoe het met de zaken stond. Had je mij van te voren gewaar schuwd. dan zou het me niet zoo hard op hefc lijf zijn gevallen!" „Ik deed het met de beste bedoeling, dat weet je wel, Ernestine! Ik hoopte den slag af te wenden." Zij hoorde wel hoe zijn stem beefde, maar toch wilde do hatelijke, kwaadaardi ge bitterheid niet uit haar hart wijken. „Je ziet", ging hij voort, „hoe ik mij allo moeite geef om je nog voor erger te bewaren." „Dat zio ik, Eduard, maar ik kan nu eenmaal^ in deze ellende niet leven het is mij niet mogelijk! Je zal zeggen, dat ik toch thuis ook niet anders gewoon was dan armoe en gebrek. Maar ik ben tot wat anders bestemd; ik voel een onwecrslaan- bare aandrift naar licht en leven, naar weelde en geluk in mij. Ik kan nu eenmaal niet anders, Eduard hel is sterker dan ik zelf. Ik kan mij onmogelijk weer in die narigheid schikken, laat staan daarmee te vreden zijn. Van kindsbeen af heeft altijd de gedachte er bij mij in gezeten, dat ik er bovenop moest komen!" „Er boven op!" riep hij. „Denk je dan dat ook ik daar niet van gedroomd heb. Reken er op dat ik genoeg in de weer ben geweest om er boven op te komen. Meni- gen slapeloozen nacht heb ik, terwijl jij je ontevredenheid in den slaap vergat, daar over liggen nadenken. Ik ben nog jong, versta mijn vak als de boste, heb onder vinding en werklust; ik heb nog goede handelsrelaties; op mijn naam valt niets to zeggen. Ik zou dus niet weten, waarom het mij niet gelukken zou, nog eens een be- trekking te krijgen, die er ons weer boven op brengt. Maar weet je wat mij ver lamt?" „Natuurlijk gebrek aan kapitaal. Je mist nu het geld dat je vroeger lichtvaardig verdaan hebt", zei rij hard. „Neen", hernam hij nu op zijn beurt scherp, „gebrek aan kapitaal kan dikwijls door vlijt, degelijkheid en werkkracht ver good worden. Maar wat mij ontbreekt, dat is jouw steun en toespraak, je vertrouwen en aanmoediging^ kortom jo zelf." „Ik?" stamelde zij, eenigszins uit het veld geslagen. „Ja jij! Als je met goeden moed mij het onvermijdelijke hielp dragen, zou jo mij daardoor nieuwe kracht geven om mij om hoog te werken, en alles kon nog anders worden. Maar je ontevreden gezicht en moedeloos zuchten is mij een 'gestadig verwijt, dat mij telkens aan mijn ongeluk herinnert, mij het. leven tot last maakt en mij allo hoop, alle werkkracht ontneemt. Jij zelf, Ernestine, belet mij er weer bo venop te komen. Nu weet je alles!" JTij hacLzijr! hoed genomen en was heen gegaan. Gelijk zoo menigmaal bleef zij ook nu eenzaam in haar armzalige woning achicr. En- de lentczonneschijn, die haar tegenlachte, scheen met haar te spotten. Zij weende. Te diep hadden Eduards woor den haar getroffen; boe meer zij de waar heid dier woorden gevoelde hoe bitterder het haar te moede werd. Zij trad aan het venster en blikte naar buiten. Boneden zag zij een arbeiders vrouw bezig met waschgoed te drogen te hangen. In de wasebmand, die naast, haar stond, zat een alleraardigste kleine dreu mes te wachten tot zijn moeder kwam om een der houten klampjes aan te nemen, waarmee hij speelde; twee andere kinde ren, een meisje-en een jongen, hadden zich van het overgebleven touw meester ge maakt en daarmee de moeder gevangen genomen. Nu trad een stevig gebouwd werkman, kennelijk do vader, op de groep toe en barstte op het zien van dat verma kelijk schouwspel in hartelijk gelach uit. De vrouw lachte mee, de twee kleine deug nieten lachten en zelfs de kleinste in de waschmand kraaide het uit van pleizier. Voor Ernestine was het genoegen van dat eenvoudige gezin niet om aan te zien; het hinderde haar evenals de zon, die met ongestoorde vroolijkheid in het armoedige vertrekje bleef schijnen; het was alsof al les in haar omgeving het er op gezet had, haar duidelijk te doen gevoelen, hoe groot gelijk haar man had. Als zij met hem en het kind een uurtje vroolijk cn tevreden was gaan wandelen, als hij weer eens een verrrenocgd gezicht had kunnen zetten; als hij had kunnen lachen als die man daar en dankbaar, lief devol gestemd was geweest hoe heerlijk zou dat geweest zijn! Maar, redeneerde ze verder bij zich zel ve, dat zou'toch weer voorbijgegaan zijn. Gesteld dat ze vandaag met Eduard uit wandelen was gegaan en haar sombere stemming overwonnen had, zouden ze toch 's avonds in dezelfde narigheid zijn thuis gekomen, Moe, bestoven en flauw van den honger had ze dan nog gauw bet achter stallige huiswerk moeten afdoen, om tegen morgen oen nieuwen dag van ellende en kwelling te gemoet tc zien. Neen, neen, dat was niet. om uit te houden. En moe, besteven en verdrietig kwam Eduard dien avond thuis. Hij bad dien dag tevergeefs gewerkt. Terwijl hij daar nu zat, hongerig en toch zonder smaak bet karig avondmaal gebruikend, kwam or weer een gevoel van berouw bij haar op. Slechts de regelmatige ademhaling van het kind liet zich in de stille woning hoo ren. Terwijl beidon onwillekeurig naar dat zacht geluid luisterden, was hot als word er een onzichtbare band tusscben hen aan geknoopt en als werd ieder van hun tweeën duidelijk wat de ander dacht. Eduard bad genoeg zelfbeheersching om het stilzwijgen af te breken. „Je had van middag gelijk, Ernestine," zei hij: „Wc konden cn mochten niet uit gaan als een werkman, ccn sjouwer, wion het licht valt. 's Zondags zijn kind te dra gen omdat hij in de week nog wel andere vrachten te sjouwen heeft. Jo ben nog te jong cn ook te fijn gevormd om zoo te tob ben, en het zou je toch niet van harte gaan, als je beproefde jé blij en gewillig in al die ellende te schikken. Van con vrouw is hot niet te verwachten dat zij zich uit eigen kracht tot een zekere hoog- to opwerkt dat kan alleen de man, tor- wijl de vrouw op zijn hoogst enkel in staat is, zich omhoog te laten dragen. Daarom had ik ongelijk en neem graag mijn ver wijt terug. Op mij alleen komt alle schuld neer, ik alleen heb er voor te zorgen dat jij uit die narigheid verlost wordt, en dat zal mij met Gods hulp wel gelukken ook!" Bij rijn eerste woorden had rij een op welling van zachte deelneming gevoeld. Als rij hem nu om den hals viel, hem om vergiffenis vroeg, hem opnieuw haar hart schonk, dan kon alles nog terecht ko men. Toen hij echter in zijn somberen trots voortredeneerde, kwam een andere gedachte bij haar op. Hoe! Zij zou niet in staat zijn, buiten zijn hulp zich tot een zeker hoogte op to werken! Zij zou het al leen aan hem te danken hebben, als zij nit deze armoedige omstandighoden ook ,weer in beteren doen geraakte! En van dien dag af had haar innerlijk leven con andere wending gonomen, of- 8choo zij voor het uiterlijk dozclfdo bleef. Er bovenop te komen was altijd haar droom geweest; welnu, thans nam dit ideaal een geheel anderen vorm aan, het werd een streven tot zelfverloochening cn belanglooze liefde, een toovorachtig schoone, van zonlicht omstraalde bergtop, waarheen zij begeesterd opzag. Voortaan zou zij zich goedig, gewillig, geduldig en blijmoedig in haar lot schikken en nog in deze kommervollo omstandigheden haaj echtgenoot gelukkig maken. Elk uur van den dag stond haar dit als schoon zij voor het uiterlijk dezelfde bleef. Ja zij wilde liem met open armen en een vrooliik gezicht te gemoet ijlen als hij thuis kwam, tevreden zijn, hun beider ar moede mot opgeruimde gelijkmoedigheid dragen en hem rijn lot licht maken door te toonon dab het haar zelf niet te zwaar vioL (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1927 | | pagina 3