schmk
pon
Hoe Mère Aqnès, de
kleine theresia,
Onder rlczen titel schrijft.de nicl-Katho-
ieko letterkundige Henri Borel het vol-
i jende artikel in „Opgang":
Ik ga hier iets van de gelukkigste
oogenblikken van mijn leven vertellen, die
ik ooit heb doorleefd. Met gelukkig bedoel
ik hier: ganschelijk boven het aardschc
verheven zijn, in een zuivere wereld van
lebheid en vrede. En dit oogenblik is mij
geschonken door een vrouw juister:
een religieuze, want van dit begrip is al
les uitgesloten wat do lagere waarden
van het vrouw-zijn zou kunnen raken
cie ik niet gezien heb, zelfs het tipje van
baar gewaa-d niet.
Do strenge geest der Carmelieten-orde
wil het immers, zoo is de non, die Carme
lites gaat worden, eenmaal het doortdeur-
tio van het Carmel binnen getreden, zoo is
do wereld met haar schepselen voor goed
van haar afgesloten, en geen andev men-
sriielülc gelaat dan dat van haar kloos-
terzustcron zal ooit meer in het hare zien
zoo is mij medegedeeld. Men kan alléén
tot haar spreken van achter een trali-
wérk, waar bovendien een zwarte
iluiter voor hangt, die liet gezicht belet
Het was in Lisieux, de bedevaartnlaats
in Noi-mandië, die de laatste jaren, wat
bet bezoek aangaat, een tweede Lourdes
aan het worden is, want in do kapel van
het Carmel aldaar ligt het gebeente begra
ven van die wonderbare maagd, die nede
rige kleine bloem, die zuiverste, allerrein
ste, bescheidenste, eenvoudigste Heilige,
dio „de kleine Theresia van het Kindje Je
zus" wordt genoemd, ondanks haar gees-
teliiko grootheid. Tmmers, wio niet klein
en nietig in de wereld is geworden en niet
alles van zich af heeft gedaan wat het
aardsche, menscheliike Tk aankleeft, nooit
kan hij groot in het Hemelscho worden.
Quittez tout, vous trouverez tontlas ik
laatst in een Limburgseh Franciscanessen-
klooster onder het beeld van St. Franeis-
cns. Ja, altijd heb ik haar hooren noemen
de „kleine Theresia", la petite Thérèse,
omdat zij zieh zelve haar geheele ongeloo-
felijk pure, miraculeus nederige leven è.1
maar kleiner en kleiner heeft gehouden,
zoo onzichtbaar, onbestaanbaar, allernie
tigst klein cn onbelangrijk, dat zij op 't
laatste ni"ts m^r was, mets dan een stuk
je Liefde in vrome nederigheid, zoo abso
luut los van de wereld en haar iidele waau-
gencuchten, dat zij oo 24-jaricen leoftüd
de „mauvaisc Hotellerie", zooals zij de
aardo noemde, onts ~g en onder folteren
de lichaamspijnen met den jubelenden
stervenskreet „Je vous aime!" naar het
FeH van haar geliefden Jezus overgleed.
Wilt go alles van dit uitverkoren, geze
gende maagdenleven weten, opdat ge, zoo
ge er in deze booze tijden wellicht aan
zijt gaan twijfelen, nog wilt blijven geloó-
ven aan vrouweliike reinheid en aneelieke
puurheid, zoo hebt ge maar het als een
lelie uit het paradiis geurende boek to le
zen, dat zij *van haar eieen loven geschre
ven heeft, e" dat heet „Histoiro d'une
Ame, écritc par clle-même". M-m behoeft
heusch gr»n Katholiek te zün nn dit bock
met den nederigsten eerbied, waartoe e -
in deze ontaarde tijden verbijsterde ziel.
nog in staat is te lezen, en zich gelukkig te
voelen, dat de goede God nu cn dan aan
de menschen door één van Zün daaronder
bijzonder uitverkorenen laat zien, tot wel
ke allerschoonste, door geen enkelen on-
zuivoren adem bezoedelde siderische hoog
ten een menschenleven kan stiigen, hoog
ten, zoo ver van de booze wereld en zoo
dioht bij den Hemel, dat de zang der en
gelen er reeds wordt gehoord en Gods
eigen onbegrijpelijke zaligheid er wordt
voorgevoeld.
Ik heb eenige dagen op de plaatsen rond
gedwaald, waar dit uitverkoren, driewerf
gezegende Meisje, deze nederierc, beschei
den, zich èl maar kleiner en kleiner ma
kende „kleine Theresia" heeft geVefd. Ik
heb het bedje o, hoe klein vond ik het!
gezien, waar zij in geslapen heeft; ik
heb het speelgoed gezien, waar zij ajs kind
mede gespeeld heeft, ik heb in het huis
rond geloopen Les Buissonncts heet het
waar zij gewoond heeft; ik heb in den
tuin van het Stadspark van Lisieux stil
gestaan, waar zij, met haar vader wan
delend, een Teeken aan Gods Hemel heeft
gezien; ik heb eerbiedig voor de gebene
dijde plek gestaan in do Kapel, waar haar
gebcento begraven is, en waarboven men
haar beeld heeft gelegd, precies in dezelf
de, zich gans.ch aan Jezus over gevende
houding, waarin zij met do jubelende woor
den „Je vous aime!" voor goed van deze
booze wereld weg in Zijn armen toevlucht
zocht. En, het ontroerendste van alles: ik
ben hetzelfde poortje door gegaan, ik, on
waardige, dat zij, amper vijftien jaren oud,
doorging (met bijzondere permissie van
den Paus, want zij was er veel te jong
voor) om het harde, van bittere verster
ving en grove ontberingen genadeloos
zware geestelijke leven van Carmelites
te aanvaarden, dat de ganscho wereld met
haar menschen en him ijdelen waan voor
goed van haar afsloot. Eenmaal dit kleine
poortje door, zou ze het Carmel nooit,
nooit ofte nimmer meer verlaten dan om
begraven te worden en het was een zwak,
tenger, frêle maagdeke van amper vijftien
jaar
Zij wiys een opvallend liefelijk, aanmin
nig wezentje; haar vader was oen welge
steld man, die haar alles had kunnen ge
ven van weeldo en aardschc genoegens,
wat een gewoon meisjeshart begeerlijk
too schijnt, maar het heilige, mystieke
vuur uit andere regionen dan do aardsche
had een zalig-verterende straal in haar
ziel laten vallen, en wie eenmaal door die
zeeto foltering verschroeid is geweest, al
is het maar één oogenblik, is een vreem
deling op aarde geworden, vol heimwee
naar de wondere contreeën, waar dit hei
lige vuur wordt ontstoken.
Deze „kleine Theresia", die op zeer jeug
digen leeftijd haar moeder verloor, had
zich als nieuwe moedertje haar oudere
Zuster Pauline verkoren die haar verzorg-
zuster van de heilige
tof mij sprak
do en koesterde tot zij zelve de heilige
roeping hoorde en onder den kloosternaam
Soeur Agnès het wereld-sluitende poortjo
van het Carmel binnen trad. (Nog drie
van haar oudere zusters werden later
Carmelites, geen enkele bleef in de we
reld). Later werd dezo Soeur Agnès Priorin
Mère Prieuro van het Carmcliles-
scnklooster, waar „de kleine Theresia" op
15-jarigen leeftijd intrad, en het is aan de
ze, haar geestelijke en lichamelijke zus
ter, Mère Agnès, dat de kleine Heilige
haar innigsto gedachten tocvertrouwdo en
de belijdenis van haar leven, „Histoiro
d'une Ame" heeft opgedragen. „C'est
voub, ma Mère chérie, a vous qui êtes deux
fois ma Mère", schreef zij, „que je vais
confier l'histoiro dc mon Ame." Weinig ver
moedde zij toen zij dat schreef, zij, de ne
derige, bescheidene, tot Niets versterven
de, dat zij zoo spoedig na haar heengaan
van de aarde (in 1897) eerst Zalig, cn in
192G reeds Heilig verklaard zou zijn...
Haar Zuster en Moeder, Mère Agnès, is
nog altijd de Mère Prieure van het Car
mel, cn staat in een reuk van heiligheid in
Lisieux. Men fluistert, dat ook zii een Hei
lige is, en evenals haar zuster Thérèse nog
wel eens heilig zal worden verklaard. Wie
weet dit, behalve" God
Dagelijks stroomen de laatste jaren
duizenden pelgrims uit alle landen, ook
van ver over zee, naar Lisieux, meest „klei
ne luyden", nederige, arme mensehen (cn
hebben juist diè niet het meèst de kleine
Thérèse noqtlig!), en toen ik er was,inde
eerste helft van Augustus 1.1., verdrongen
zij zich om do heilige plaatsen. Do Cnrme-
litessen hebben overal bekendmakingen
doen aanplakken, waarin zij do pelgrims
waarschuwen, dat dezo zich, in dringende
gevallen, schriftelijk tot hgar kunnen wen
den, maar dat zij niet persoonlijk te snre-
lcen zijn, daar zij anders ge 1 tijd heb
ben voor hun leven van meditatie en devo
tie en gebed. Ook gevallen van genezing
door den „Bozen-Regen" van de kleine
Heilige moeten schriftelijk worden aange
geven.
Het leek dus een hopeloos geval de
Mère Prieure Soeur Agnès ooit te kunnen
spreken, maar ik was naar Lisieux ge
gaan met den vasten wil haar iets te zeg
gen en te vragen (wèt het was kan ik hier
niet vermelden, het is zuiver persoonlijk),
en ik gaf den moed niet op, toen ik deze
ontmoedigende mededeeling las. Ook de
.verzekering van allerlei menschen, onder
wie geestelijken, dat een poging om te
worden ontvangen wel geen succes zou
hebben, kon mü niet uit het veld slaan,
en ik schreef haar, in 't Fransch, een brief,
waarin ik haar, zoo eenvoudig als een hart
in deze tijden nog zijn kan, aan heb ge
roepen oni mij to willen .ontvangen. Ik
bracht mijn brief aan de poort van het
Carmel, en de Zuster, die mij open deed
(deze dienst doende Zusters zijn niet de
Carmelitesser», die voor goed van do we
reld zijn afgesloten) raadde mij den vol
genden morgen tussehen 9 en 11 te komen
hooren of er misschien antwoord was.
Er zijn dingen in het leven, waarvan
men vooruit weet, dat ze gebeuren zullen.
Ik wist, toen ik den brief afgaf, dat Mère
Agnès mij ontvangen zou. Het was zéér
onwaarschijnlijk, dèt zij het doen zou, ik
was het ook (ik bedoel: in aanmerking ge
nomen lièAr leven en het mijne) niet waar
dig, alles was er tegen, en tochik wist
den geheelen verderen dag, dat zij mij
ontvangen zou.
Toen ik den volgenden morgen tegen
half elf weder aanklopte en de oude Zus
ter, die open deed, mij zeide: „Komt U
binnen, dc Mère Prieure wacht IJ", was
ik niet eens verwonderd, al wist ik wel,
dat het een zéér exceptioneele gunst was.
En toen ben ik ik wil het wel beken
nen: diep ontroerd hetzelfde armoedi
ge, eenvoudige groene poortjo door ge
gaan,, dat zich ééns achter de kleine The
resia sloot, om haar voor goed te bewa
ren en te beveiligen voor de verzoekingen
en verschrikkingen van het aardsche le
ven
Ik heb véél al te veel geschreven
'in mijn leven, maar nooit heb ik zoo de
armoede van woorden beseft als thans, nu
ik met den penhouder in do hand aan mijn
schrijftafel zit om te zeggen wat toch niet
in onze oude, afgesleten woorden uit te
drukken is. Alles wat ik nu ga neerschrij
ven, zal gebrekkig en benaderend zijn. O,
arme letterkunde, o voozo litteratuur,
waar het op de hemelscho dingen aan
komt
Toen ik het poortdeurtje' door ging,
waardoor ééns de kleine Theresia gegaan
was om de wereld van zich af to sluiten,
bad ik, onwaardige, kunnen bidden, dat
ook ik nooit weer terug zou behoeven te
gaan naar den bedriegelijken aardschen
waan vol schoone, maar ach hoe ledige,
onwerkelijko verschijningen, vol niet te
noemen verschrikkingen, die het verschrik
kelijkste zijn wanneer men ze niet eens
meer vreest. Het was, of ik, onder het
deurtje door gaande iets van de lieve,
heilige Presentio voelde, die overal in Li
sieux schijn aanwezig te zijn, en ik heb
zonder woorden iets tegen Haar gezegd,
alsof zij, wie weet, toen vlak bij mij stond.
Daarna een eenvoudig stecnen trapje op,
en nog een, en ik werd door het oude
Zusterko naar een ledige kamer geleid,
waar alleen een Kruisbeejd hing, en waar
'ik een „grille", een traliewerk zag, waar
achter het ganBcli zwart donker was. Na
tuurlijk trachtte ik, wercldling, gebonden
aan zintuigelijko waarneming, daarachter
iets te zien, maar het bleef duister voor
mijn oogen, tot er opééns een groot Licht
ging over mijn ziel, een wondor Licht,
door geen oog waarneembaar, toen een
zoete, reino Stem mij daarachter toe
sprak
O arme, arme woorden, hoe zouden jul
lie ooit kunnen weergeven het angelickn.
siderische geluid van deze onwezenlijl-
aardsche, maar wezenlijk Hemelscho
stem...! Het was een religieuze van over
de zestig jaren mensclielijken leeftijd, die
hier tot mij sprak, maar de Stem klonk
als die van een héél jong maagdeke Gods,
dat nooit door éénigo aardsche boosheid
of zelfs aardsche gedachte is bezoedeld. Ik
had verwacht do stem van een oudo vrouw
te hooren, maar het was die van een ziel,
boven leeftijd en allen tijd uit. Het was of
dezo Stem uit verre, hemelsche streken
kwam, waarvan ik do kostbare oogen' lik
ken, dat. zij bleef klinken, éven do Zalig
heid mocht voorgevoelen, en in die zeld
zame minuten vaagdo zij allen twijfel weg
over iets in mijn leven, dat mij jaren lang
gefolterd en gemarteld had. Ik kan het
hier niet vertellen, ik mag alleen zeggen,
dat hot de voor mij onbegrijpelijk wree-
de, onrechtvaardige, Gods barmhartigheid
aantastende dood was van een mij zéér
dierbaar wezen, waarin op een ondoor
grondelijke manier do kleine Theresia
de zuster van haar, die thans tot mij sprak
was betrokken geweest. Al die jaren
had ik gedacht: ik moét er ééns Mèro
Agnès, do zuster «van Ia petite Thérèse do
l'Enfant Jésus, over vragen. Wellicht kan
zij mij uitkomst geven, of verklaring, of in
zicht, cn nu, éindelijk, hoorde ik dc Stem,
die van hèèr was.
Door do „grille" en den sluier er achter
heb ik niet alle woorden, die zij sprak,
duidelijk verstaan, maar nu hoop ik, dat
mijn arme stcmelingcn duidelijk kunnen
zijn als ik zeg: dit was ook niet eens noo-
dig. Het was dc Stem zelve, de wonder
bare trilling er van, do Aankondiging, die
zij mij, enkel door haar geluid, deecl uit
een betere, schoonerc, hoogerc, ja, ik ge
loof Hemelsche wereld, clie het antwoord
gaf op mijn bange vragen, en over al mijn
martelenden twijfel vrede en rust deed
gaan. Er zijn dingen in het leven, die bo
ven do zwakko macht van woorden uit
gaan, en gansch andere taal behoeven, om
tot klaarheid te komen. Do Stem, dio tot
mij zich verwaardigde te spreken, in woor
den, dio ik niet eens allen verstond, en
die er trouwens toch maar weinig op aan
kwamen, bracht een Hemelsche taal over,
in een geluid van onuitsprekelijke puur
heid, dat ik Muziek zou noemen, als ook
dit woord niet zoo vcrsleteu was en niet
zoo poovertjes weergaf wat hier misschien
wel de Taal der Engelen was. Ik voel mij
voortdurend onder het schrijven worstelend
met de ontoereikende menschelijko woor
den om die Taal der Engelen éénigszins
te benaderen, maar wie deze nooit gehoord
hebben, zullen 't toch nooit begrijpen kun-
Ik heb voor dezo Stem mijn hart uitge
stort en de angstigo vragen van mijn twij
fel uitgezegd, maar do siderischo taal,
waarmede zij mij antwoordde, met. heel
gewone woorden, die door den klank,
waarmede zij werden uitgesproken, tot.
een hoogere bcteekeniB werden opgeheven,
bevatte antwoorden, zoo ongeloof el ijk
eenvoudig en toch gruwzaam gestreng,
dat zij èn een milde Troost bevatte èn
een onontkoombaar Gericht.
Neemt eens dézo woorden (het gesprek
had in het Fransch plaats), die go alle
dagen hooren kunt: „La Volontó de
de Dicu". Ge zijt er zoo vertrouwd mede,
dat ze bijna, gemeenzaam-lijken. Maar zoo
ze tot U gezegd waren, zooals tegen mij
op dien nooit weer te vergeten morgen,
door do Stem, die er de geweldige betcc-
kenis in deed trillen, waar alle menschelij-
ken twijfel en opstandig morren door weg
gevaagd wordt, zooals het duister door een
straal hemelsei» Licht, ge zoudt beseffen
welk een siderischo macht er in latent
ligt. En meen nu vooral niet, dat Mère
Agnès op pathetischen toon sprak, met
veel accent en extase, want haar expressie
was die van don eenvoud zelve, maar de
een voud van do hemelsche taal is gewel
diger dan het heftigsto pathos van do
aardsche. Het was een zéér eenvoudige,
liefelijk-mclodieuzo stem, dio tot mij sprak,
maar juist door dat liefelük-mclodieuze,
waarmede zulke grootmachtige woorden
als „La Volonté dc Dieu" („de wil
van God") en anderen worden uit
gesproken, werd mijn ziel tot in
haar diepste schuilhoeken vermurwd
Toen ik licen gaan wildeeigenlijk om
dat ik het moeilijk langer dragen kon,
dezo Al te groote ontroering vroeg do
zoete, gestrenge Stem mij, of ik wel een
reliek van de kleine Theresia had, en toen
ik antwoordde enkel er een te hebben
zooals er overal in Lisieux verkrijgbaar
waren, zeide zij mii, dat zij mij een „spe
ciale", een zéér bijzondere, zou geven
(hoewel zij wist, ik had haar dit uitdruk
kelijk vnoraf geragd, dat ik niet Katholiek
ben). Haar handen mochten het mij niet
overreiken, maar zii verzocht mij een lade
open te trekken, die ik onder de „grille"
opmerkte, en daarin had zij voor mij ge
legd een klein, rooci lederen album, met
van binnen aan ééno zijde een portret van
de kleine Theresia en aan de andeve een
„Parcelle d'un vêtement de Ste. Thérèse
de l'Enfant Jésus", blijkbaar oen stukje
van een nonnengewaad door de Heilige
zelve gedragen, grof bruin goed, met een
paar draden wit. er doorheen. Van buiten
op het boeHc slaan dc bekende woorden
van dc geliefde Heilige: „Je vcux passer
mon Ciel a faire du bien sur la Tcrrc..."
Later, ergens m Lisieux, snrak ik een
''ame, die èn do kleine Theresia èn
Mère Agnès (toen nog Pauliiic) goed ge
kend had tijdens haar jeugd, en mij ver
telde, dat de stem van de eenc zuster pre
cies eender van klank was als die van do
andere. En toen voelde ik opeens de ge
dachte in mij klaar worden, dio slechts '"e
uitdrukking was van een nog niet tot be
wustheid gekomen gevoel, dat ik onder het
ganschc gesprek met Mère Agnès door had
gehad: zou hot mogelijk kunnen»ziin en
is voor Heiligen niet véél mogelijk wat
voor gewone stervelingen ondenkbaar
lijkt? dat, toen dé stem van Mèro Ag
nès tot mij sprak, de kleine Tl ercsia zel
ve, die immers haar Hemel doorbrengt
met goed te doen op aarde, -mij een Bood
schap heeft gezonden...?
UIT DE LANDBOUWWERELD
Waardevolle waarnemingen.
Vóór ons ligt het Verslag der Landbouw
proefvelden onder beheer van den Rijks-
landbouwconsulent voor Noord-Gelder
land te Zutphen, in 1925. 't Is zeer de
moeite waard het to lezen, vooral de me-
dedeelingen over de bemergelings- en ont-
ginningszieke proefvelden. Opnieuw blijkt
de zeer groote economische beteekenis van
't kalkvraagstuk. De opbrengst-verliezen,
welke door te kalkarme omstandigheden
en fouten in de keuze der meststoffen
worden geleden, vertegenwoordigen spoe
dig een aanzienlijke waarde.
Het aardappclgewas reageert op bo-
demtocstanden veel minder dan velo an
dere gewassen, getuige de gemakkelijk
heid, waarmee men onder allo omstandig
heden aardappelen verbouwt. Toch ko
men do verschillen, dio ook op het veld
waarneembaar waren bij alcalische en
zure bemesting, uit de opbrengsten ecnigs-
zins te voorschijn. Wij laten de cijfers
bier maar achterwege.
Voorts werden nog do volgende ver
schijnselen o.m. waargenomen. Globaal
werd de indruk verkregen, dat de be
kende gewone aardappelziekte (Phytoph-
tora) zich meer vertoonde, naarmate de
grond kalkarmer was. In die volgorde
6tierven de perccelen ook af. Naar den
vorm der bemesting (stal- en kunstmest,
zure of alcalische meststoffen) kon geen
verschil in de aantasting worden waarge
nomen.
Er werden bij het rooien mooie waar
nemingen gedaan omtrent de aantasting
door schurft Op allo perceelen van 20
tot 27 waren do kno'len volkomen glad;
op die van 2 tot 12 trad_zeer veel
schurft op, terwijl de overgang werd ge
vormd op de perceelen van 11 tot
15. Wij komen hier dus ook weer, als
vroeger, tot een schurftgrens van onge
veer 12.
Op een proefveld te Rheden werd op
nieuw bevostigd, dat stalmest meer krin-
periqheid geeft dan uitsluitend kunstmest.
Verdere conclusies liet dezo proef niet toe.
Men vond de volgende percentages krin-
gerige knol'en:
Kringeriglieid erg matig weinig niet
Stalmest 23 25 32 20
Kunstmest 0 20 38 36
Te Putten (Veluwe) demonstreerde do
proefnemer P. v. d. Weitgraven goedge
keurde Eigenheimer en Roode Star naast
ouderen nabouw. Het resultaat stemde
overeen met dat van zeer talrijke proeven;
als de opbrengst der Eigenheimers, to
velde goedgekeurd op 100 pet. wordt ge
steld, gaf de eerste nabouw van die soort
00 pet., de oudere nabouw s'echts 79 pet.;
Roode Star, to veldo goedgekeurd 100 pet,
oudore nabouw 86 pet. Het koopen van fq
velde goedgekeurde pootgoed is, vooral
van do Eigenheimers, zonder twijfel dc
goedkoopst en moest voordéelige weg ter
verkrijging van de hoogste opberngsten.
Zaaizaadenting bij Vlinderbloemigen.
Er zijn in Gelderland ook pdoeven geno
men met het enlen van zaaizaad van lu
pinen en seradelfa met kno'Ietjes-bacteriën
De proeven werden genomen zoowel op
bouwland, waarop in minstens 8 ja.r geen
vlinderbloemigen werden verhoud, als op
nieuw ontgonnen grond, dtie voor het
eerst in cultuur was. Het zaad werd daar
toe. nadat het iets vochtig gemaakt was,
geruimen tiid omgeschept met gesterili-
seerden grond, waarin dc bacterie was ge
kweekt. Beurteling werd een strook onge-
ent en geënt zaak gezaaid op perceelen
van Vj Are en meer, terwijl do proeven
in 3-voud werden genomen.
Bij 2 proeven op ouden eschgrond en
2 andere op pas ontgonnen hei- en bosch-
gronden te Almen en Harskamp zag men
geen resultaat; er was tussehen de per
ceelen met geënt en ongeënt zaad geen
verschil, alle planten waren rijk met knol
letjes aan do worte's voorzien. De bacte
riën waren dus reeds overal aanwezig, 't
zij door t gebruik van slalmest of door
andere oorzaken, b.v. door infectie van
nit naburige perceelen.
Een uitstekend resultaat werd echter
verkregen op een juist ontgonnen per
ceel dennenbosch met hei van den heer
H. W. Roetcrdink te Gorssel. Dit per
ceel lag vrij afgelegen tussehen weilanden
en bosschen, terwijl bij de andere proef
velden ook ouder bouwland in do omge
ving lag. Dc ongeënle lupinebanen bleven
kort van slroo en bleek van kleur, terwijl
de knolletjes ontbraken, of sporadisch
voorkwamen. De geënte daarentegen tee
kenden zich over het geheele veld af als
een frisch groen en veel langer gewqs, rijk
bezet met knoMetjes. De serradella leed
aanmerkelijk door do droogte, maar in
Juli en Augustus traden bij dit gewas de
zelfde verschillen op. De enting heeft dus
hier inderdaad zeer gunstig gewerkt; zon
der enting was het een mnsgewas.
De totaal indruk der proeven was deze:
dat in een uitzonderingsgeval het enten
van het zaad inderdaad resultaat kan ge
ven. Daarvoor schijnt het echter noodig te
zijn, dat het betreffende perceel zeer ge
ïsoleerd ligt tussehen nog woeste gronden.
"Zoodra eenigszins oudere cultuurgronden
in de omgeving liggen, schijnen de infec
tiekansen zoo groote te zijn, dat een zaai
zaad-enting geen resultaat meer geeft.
Meerder proeven zullen evenwel genomen
worden, om deze voorloopige conclusie te
bevestigen.
Korte wenken cn medcdeelinucn.
Proeven met cocasmeel gaven, in ver
gelijking met lijnkoek plus rogge, een
hooger velgehallo der melk. Of men dit
als regel mag aannemen, is nog niet uil -
gemaakt. Een hoog eiwitgehalte heeft
liet niet. Men mag do voederwaarde van
1 K.G. c-kock on c-nicel niet gelijk stellen,
wat het eiwit betreft, met 1 K.G. van an
dere voedersoorten. Daarom voedere men
ze liefst bij een hoofdvoer. dat nog al veel
eiwit bevat. Bewaar de koeken op een
droge plaats, anders worden ze ranzig.
Koop katoenzaadmeel steeds onder con
trole! Niet slechts om te weten, hoeveel
eiwit en vet ge krijgt, maar vooral ook
om te weten of het frisch en gezond is,
en niet te veel dopresten eu haren bevat
Het Veevoederbureau van het Ulrechtsch
Landhouwgenoolschap kreeg bij veevoeder
proeven vooral bij varkens goede resulta
ten van vleeschmeel en vjschmeel. Zij zijn
uitstekend tegen z.g. stijfheid. Van visch-
mcel vrage men 't „ontvctie", dat geen ua-
deeligen invloed heeft op de kwa'itsil van
vleesch en spek. Vischmeel bevat wel 60
pet. eiwit, men mag er dus niet veel van
geven. Met weinig beginnen, om de die
ren er aan te gewennen; later b.v. 3 maal
daags een handvol.
Er zijn nog:
Er zijn nog boeren, clie hun stalmest
aan hoopjes op het land laten staan, in
plaats van zo direct uit te strooien: er zijn
nog boeren, die hetzelfde doen met kalk,
welke dagen, weken, maanden laag soms
aan het weer is blootgestold, zoodat ze
haar fijnheid geheel verliest; er zijn nog
boeren, die afkeorig zijn van kaustmost
omdat die „zakjosmesl" zoo zeggen zo
toch nooit zooveel voedsel kan bevatten
als een kar stalmest; er zijn ook nog heel
wat boeren, die wel kunstmest gébruiken,
maar niet weten, wat ze daarin aan het
gewas toedienen; er zijn nog boeren, die
bij het koopen van kunstmest enkel vra
gen naar den prijs, zonder liet gehalte der
meststof in aanmerking te nemen; er zijn
ook nog boeren, die al tcvreo zijn als hun
een zak kunstmest geleverd wordt, welke
het vereischte gewicht heeft, en rioh niet
overtuigen, van welke partij die most af
komstig is, en wat het Proefstation daar
van zegt; er zijn nog heel wat hoeron, die
door te goed vertrouwen zich keol wat
schado berokkenen, direct en, door een
geringen oogst, indirect nog meer
B—r.
"W*' 'Hg
Bj&| ruwe huic
gesprongen
hander
jgflDoos 3O*60-90ct BijApot
JfETEIISCHfiPPEIJJKE BERIOÜTFH
DE FLEMING-REDDINGBOGT.
Een onderhoud met den uitvinder.
In het begin van de maand October heeft
op do reedo van Nieuwcdiop onder toe
zicht van een commissie, waarvan de heer
A. D. Muller, Hoofdinspecteur voor do
Scheepvaart, voorzitter was, oen proef
vaart plaats gehad met een Flcmtng-ved-
dingboot. Do Directie van de Rotlerdam-
sche Lloyd had daartoe con dergelijke boot
de eenige, welke tot dien tijd in ons
land aanwezig was boschikbaar gesteld.
Dezo proef is toon mislukt, althans do
boot voldeed niet aan de verwachtingen.
Op advies van den uitvinder, kapitein I.
R. Fleming te Liverpool, zijn toen aan dezo
boot verschillende verbeteringen aange
bracht en later gehouden proefvaarten be
wezen, dat de hoot inderdaad voldoet aan
de eischen. die do Britscho Board of T ra do
stelt om haar aan boord van de Brilsehe
stoomschepen de plaats voor de motorred
dingboot tc doen innemen
Ook de Stoomvaart Maatschappij Vo-
derland" heeft thans een Fleming-'-' g-
boot aangeschaft De „P O Hoof1" n
dezo Maatschappij, do vorigo wTeek ar
Indië vertrokken, heeft do corsto redding
boot van deze soort, gebouwd op 4o werf
,,'f Fort" te Amsterdam, aan boord
In scheepvaartkringen acht men de Flo-
ming-reddin"boot van grooto beteekenis
voor de veiligheid van passagiers en be
manning van schenen, dio in nood verkoe-
Ten. Een medewerker van het Per.ibnre.au
Vaz Dias te Amsterdam heeft ia verband
hiermede dezer dagen een onderhand ge
had mot den uitvinder, kapitein I R- Fle
ming te Liverpool.
De heer Fleming deelde op dc vraag wel
ke naar zijne meening de oorzaken zijn
van do mislukking van de proefneming op
de reede van Nieuwcdiep mede. dal do
Flemingboot. welke toon gebruikt werd,
niet in bijzonder goeden toestand verkeer
de. Do installatie was minder goed go-
monteerd en do schroef, die aan do boot
bevestigd was, was wellicht nio» do juiste.
Dit neemt niet weg, dat reddingboeien,
voorzien van een Fleming-voortbewogings-
installatie voor handkracht door geheel on
geoefende personen behoorlijk knxwen wor
den voortbewogen, zonnls zelfs met do min
der geschikte boot gebleken is. Dost bii do
koopvaardij bij ramnen slechts o*»oocfon-
do personen beschikbaar zijn, is dit een
groot voordeel.
Bij het verlaten van een schip #f bij
reddingspogingen is het gevaar het grootst'
wanneer de reddingsboot langszij hef
schip ligt.
De boot, die bij do proefneming le Niou-
wediep werd gebruikt, liet niets te wen-
schen over. Dit zou ook kunne» gelden
met betrekking tol de installatie, indien
deze beter gemonteerd ware geweest. De
gegevens, welke (leze en andera proefne
mingen hebben opgeleverd, hebben geen
reden gegeven het bestaande ontwerp fo
wijzigen De schroef was van gietijzer ver
vaardigd en hot is gebleken, dat wet bron-
zon schroeven meer nuttig effect wovdt
verkregen.
Met befrekking tot do montage der in
stallatie merkte de heer Fleming op, dat
do boot in Nederland is gebouwd en dat
ook de installatie in Nederland is gemon
teerd, ongelukkigerwijze zonder dat daar
op door den uitvinder toezicht is uitge
oefend. De constructie iï zeer eenvoudig.
Na de proefneming te Nieuwcdie» kobben
wij de boot nagezien, de installatie op
nieuw doen monteeren cn een nimiwc