Leidsel Couronl" weed© Blad. 1st Geheim van Florise. ISl dfl rda| norn^ G B n .023 eer p 807. 73L verge. dea et on- de is i R*. wnreu rd go. op. cut. die ook Icctri- vonin- Baad <A.ll) et ee- ukken uiein- •ndere Burg, .ho en '.zocht .clltr.il oemd <1 be- i niet orden a. Wan- bij ge-l e ver- aanJc stelt De- n tea 0U1 udeU Donderdag 23 Dec. 1926 UIT OE PERS DE REGEERINGS-GARANTiE AAN DE A. C. B. Het verloop, dat het debat hierover in Tweede Kamer gehad heeft, noemt D e edcrlandsche Hanze „onbevre- end". Het orgaan van den R K. Middenstand rijft dan onder dezen titel: Verleden week is de ongelijkwaardige ïandeling van althans éón der Hanze- banken in vergelijk tot de A. G. B. in de Tweede Kamer ampel aan de orde ge- 'OSt. Wij aarzelen niet, het resultaat der dis cussies vlak-af onbevredigend te noemen. Natuurlijk wenscben wij daarmee aller- nst te kort te doen aan respect voor de objectieve redevoeringen, welke de heeren Van Wijnbergen en van Dijk in eerste in- Etantie hebben uitgesproken. Integendeel! Het door hen gevoerde betoog zal de ddenstand ongetwijfeld onderschrijven, blijft er plaats voor de meening, dat eisch voor wat o.i. nog immer moet worden gezien als een onbedingd recht ion der bezwaar met nog meer kracht ge- gte'd had moren worden Maar al het overige bevredigt dan ook oluut niet. Vooreerst was dat niet het geval hij de oogen der andere sprpkers, die niet be- iducht genoeg konden zijn voor liet schok ken van eenig vertrouwen, terwijl hij de iscussies van 1923 daarentegen niets on beproefds is platen om zoo plomp en zoo bruut mogelijk de vertrouwenspositie, [welke de laatste Hanzpbank veel meer be hoefde dan de gesteunde A. G. B niet al leen niet te ontzien, maar we nemen aan: onbedoeld eenvoudig onhoudbaar maken. Waar bleef om in dit kort bestek hts één in am te noemen wair bleef de heer Staalman, die bij het pietluttig noodwetje van 1923 ezeltrapnen naar de iïanzebanken uitdeelde en glorieerde als" triomfator van de zoo volmaakt beheerde hvper-vcilige A G. B Onbevredigend voor ons gevoel in hoogc ito is hef betoog van den Minister, die onpartijdigheid van den Regeerings- [adviseur bij uitnemendheid, de Nederland- iJcho Rink, voldingend dacht aan te too- ren door te zwaaien met een briefje van circulatiebank gedateerd op 15 Juli 1925 en waarin bericht wordt, dat do Nc- derlandsche Bank in December 1924 on- dcrrzekere voorwaarden de mogcliikhcid Tan sfcnnverlepning wilde onderzoeken Do Minister was natuurlijk volkomen (e lertrouw, maar voor ingewijden is het zulke situatie toch moeilijk kalm te blüv Wat zijn dat nu voor grannen? moest bij 3e lezing van deze klaarblijkelijk veel in- dri'k makende mededeeling wel ieder gaan denken, die epnigerraate van de feiten op d« hoogte was. Die feiten zijn o.a. de navolgende: Daf in Juli 1925 de minnelijke liquida tie reeds maanden lang oen feit was en handhaving van de „toezegging" van De cember 1925 dus een bijkans ironisch phi ar beduidde Dat in December 1924 de crisis ander half jaar lang aan den gang was en reeds :evepr drie kwart van den boedel had weggevreten, en dat toen, gelijk in ons adres werd vermeld, die „mogelijkheid tan steun" werd toegezegd onder voor waarden. welke toen niet alleen van cen- lijdiehpid, maar zelfs van gebrek aan errst blijk gaven. Ea dat vóAt December 1924 anderhalf aar lang herhaaldelijk de steun van de ioderlandsche Bank gevraagd en telkens jeweigerd is, waarvan de noodige gege- fpns te onzer beschikking staan. Wij zullen ons voor ditmaal tot deze one voor houdend deze meening in de komende dagen nader te adstrueeren. Dat na dit alles de voorloopige negatieve conclusies van het Kamerdebat dezerzijds volstrekt onbevredigend worden geacht moge intusschen hiermede nadrukkelijk zijn vastgesteld. Op deze wijze mag voor het gevoel van eer en voor het gevoel van recht geen defi nitief afscheid yan deze onverkwikkelijke aangelegenheid genomen worden!" BimimLUHD De K. S. A. De positie van het Centraal Bureau. Hoewel omtrent de beteekenis en draag wijdte van het besluit door den Centrale Raad der K. S. A., op 22 Juni j.l. geno men ten aanzien van de liquidatie der K. S. A. reeds vroeger een bericht gopu- bliceerd werd, blijkt ons herhaaldelijk dat er nog bij velen twijfel bestaat omtrent don toestand van de K. S. A., gelijk die, tengevolge van genoemd besluit geworden is en in do toekomst zijn zal. Derhalve achten wij het nuttig en noo- dig om, ter voorkoming van misverstand, nogmaals nauwkeurig uileen te zotten, welke de beteeken s en de gevolgen zijn van dat opheffingsbesluit: Algemeen bekend is het natuurlijk, dat de K. S. A. in Nederland is gevormd door: 1. Plaatselijke Comitó's vorr dc Katho lieke en Sociale Aolie. 2. Diocesane Gomilé's voor do Katho lieke Katholeke SociMe Actie. 3. Een Centrale Raad voor de Katho lieke Sociale Actie met Centraal Bestuur. 4. Een Centraal Bureau voor de Ka-1 tholieke Sociale Actie. Het Centraal Bureau stond onder lei ding van een directeur, die benoemd en ontslagen werd door den Centralen Raad en zelf lid was van d en Centralen Raad. Tot taak had dit bureau onder meer: het ondersteunen van de Actie van den Centralen Raad en. der Diocesane on Plaatselijke Comité's. Het Centraal Bureau was zelfstandig binnen de grenzen van de Algemeene statuten der K. S. A. en van de door het Centraal Bestuur goed te keuren begroo ting en rekening en verantwoording. De geldmiddelen tot instandhouding van het Centraal Bureau moesten, be halve uit donait.es en eigen inkomsten (zooais vergeding op advies, winst op uitgaven, enz.) voornamelijk gevonden worden uit de contributies, te betalon door de nationale organisaties, die geza menlijk den Centralen Raad der K. S. A. vormden. Door het op 22 Juni van dit jaar door den Centralen Raad genomen besluit is nu de volgende toestand ontstaan: Do hierboven Sub. 3 genoemde G e n- tralo Raad met Centraal Be stuur hebben opgehouden to bestaan. Het bestaan en het bestaansrecht van de Diocesane fin Plaatselijke Comitó's is door dit besluit geenszins aangetast. Geheel onafhankelijk dus van dat be sluit kunnen de Diocesane en Plaatselijke Comité's blijven voortbestaan en kunnen zelfs nieuwe plaatselijke Comité's worden opgericht in gemeenten of parochiën, waar zulk een Comi'é tot heden nog niet gevormd werd. Terwijl dus de Nationalo K. S. A is opgeheven, bleef de Diocesane en Plaatselijke K. S. A. intact. Doch hoe is het nu gestold met het Centraal Bureau? Na de ontbinding van den Centralen Raad, moest natuurlijk het Centraal Bu reau ophouden le zijn een instell ng van dien Centralen Raad: kan de directeur van het Bureau niet meer door den Cen- tTalen Raad benoemd worden en daarvan deel u:tmaken; werd elke financieele band van de nationale organisaties ten opzichte van het Centraal Bureau opgeheven. De liquidatie van het Centraal Bureau, waartoe eveneens op den 22sten Juni j.l. besloten werd, zal dan ook aan het bestaan van het Bureau in zijn vroegere gedaante en beteekenis, dit is als instelling van de gezamenlijke nationale organisaties, een einde maken. Doch het Centraal Bureau blijft niettemin voortbestaan onder leiding van de tegenwoordige be stuurders en eventueel bijgestaan door eene in het leven te roepen Commissie van Bijstand, doch overigens geheel zelf standig, d.i. financieel zoowel als in an der opzicht onafhankelijk van de organi saties! De taak van het Bureau zal in de toe komst zijn: Evenals voorheen de actie van de Dio cesane en Plaatselijke Comité's desge- wenscht steunen: Bijeenbrengen en houden van eene so ciale uitleenbibliotheek met knipselcolec- tie, statuien verzameling, enz.: Het verstrekken van adviezen en voor lichting op sociaal gebied: Het bevorderen van volksontwikkeling door bet uitgeven van tijdschriften (Ka thol :ek Nederland, Voor Studie en Prak tijk) en andere uitgaven, het verhuren en cxploileeren van goede films, licht beelden, enz. De geldmiddelen, benoodigd om het Bureau aldus in stand te houden en in staat to stellen zijn nuttigen arbeid voort te zetten, zullen moeten verkregen worden uit: 1 De opbrengst van „Katholiek Neder land" en „Voor Studie en Praktijk" (thans uitgegeven door den heer A. Roe- bert, boekhandelaar, den Haag, doch on der redactie van het Centraal Bureau). W e dus deze tijdschriften leest, houdt daardoor mede ons Centraal Bureau in stand. Het spreekt vanzelf, dat, nu het Cen traal Bureau nog meer dan voorheen op deze bron van inkomsten is aangewezen, het behoud van al de ahonné's meer nog dan vroeger ene ter harte gaat en wij een dringend beroep doen op allen, die tot heden hun belangstelling in onzen arbeid toonden, om daarin te volharden en, zoo mogelijk, ook anderen daarmede te infec- teeren 2. Verstrekte het Centraal .Bureau tot hod en aan iederen Nederlander gratis advies, in den vervolge zal het genood zaakt zijn voor de adviezen eene beschei den vergoeding in rekening te brengen: Evenwel zal b?t Bureau aan alle ahon né's op „Katholiek Nederland" en „Voor Studie en Praktijk", alsmede aan degenen die voor 1.of meer per jaar dona teur zijn van bet Bureau gratis adviezen blijven verstrekken. 3. Eindelijk is daar de filmafdeeling van het Centraal Bureau, die zal moeten aanvullen, wat er aan ontvangsten nog ontbroken zal om in de behoeften te voorz en. Wij vertrouwen, dat de velen, die de werkzaamheid van het Centraal Bureau hebben keren kennen en waardeeren, hunne volle medewerking zullen blijven verkenen om het voortbestaan en oen nieuwen opbloei van de^e nuttige instel ling door hun medewerking en steun mo gelijk maken en te bevorderen. De nieuwe films der.}C. S. A. De filmafdeeling van het Centraal Bu reau der K. S. A. gaat met kracht haar werk voortzetten.i Na veel moeite ;a het haar wederom mogen gelukken de verlooningsrechten te verkrijgen van cenige nieuwe filmwerken, die zich ongetwijfeld wederom in een. groote belangstelling van Katholiek Ne derland zullen mogen verheugen. Het zijn de film „Graziella" naar een nouvelle van den dich ter-staatsman Lamartine; „De Groote Weldoenster" naar den met goud bekroonden roman van Pierre L'Ermite (de Holanldsche vertaling ver schijnt bij het Nederlandsch Boekhuis te Tilburg); „Het Mirakel van Lourdes" en het „Stervende LaDd" naar den roman van René Bazin. Binnen enkele weken zullen do eerste vertooningen van deze films plaats hebben. UIT DE OMGEVING LEIMUIDEN. GEMEENTERAAD. Over subsidies. Geen stembu reau in de Bilderdammerbuurt. Tegenwoordig de heeren J. van Dam, J. A. Bernard. P. Rietdijk, J. do Rijk, H. J. Visser en W. Koot. Voorzitter do heer J. A. Bakhuizen, Bur gemeester der gemeente. Do vergadering wordt geopend met ge bed. De notulen der vorige vergadering worden gelezen, goedgekeurd en onder dankzegging aan den secretaris, gelec- kend. Dc voorz. deelt mede, dat bericht is in gekomen van het Raadslid den heer H. Heenk, dat hij wegens ongesteldheid de vorgadcring niet lean bijwonen. De voorz. deelt mode, dat een adres is ingekomen gericht aan den Raad dezer gemeente, ingediend door Th. Roos, daar in verzoekende om in zijne inrichting dansmuziek to mogen maken bij gelegen heid van een wekelijkseho dansclub. De voorz. deelt me1' dat dit adres aan oen verkeerd Collcgo is gericht en niet bij den Raad, niet bij Burgemeester en Wethou ders, maar tot den Burgemeester gericht móet- worden. Spreker zou den Raad wil len voorstellen, dit adres voor kennis geving aan to nemen en zal door hem vor der vorzoe1-s'v-ift worden bchnndold. Zonder hoofdelijke stemming besluit de Raad hiertoe. De voorz. deelt mede, dat opnieuw het adres van de Gewestelijke Landstorm commissie stelling ter tafel komt, waarin voor het dienstjaar 1927 een subsidie wordt verzocht van f40. In de vorige Raadsvergadering dit adres eosteld in handen van Burgemeester en Wethouders om pre end vies. Dit adres is in dit College bespro konen van alle kanten bekeken en overwogen. De jaarlijksche kas is ontoe reikend om de noodzakeliike uitgaven te bestrijden. Hoewel het grootste gedeelte van de bevolking het nut van dit instituut niet inziet is bet toch zeker waar, dat dit instituut ten alle tijde klaar staat om bin- nenlandsfche onlusten te bestrijden en steeds paraat is. Burgemeester en Wet houders stellen voor gunstig op dit ver zoek te beschikken. De beer Koot vraagt hoeveel leden deze afdeeling telt. De voorz. zegt ongeveer zestig. Aangezien geen der leden bezwaar maakt tegen de gevraagde subsidie meent de voorz. te kunnen aannemen, dat gevraagde subsidie met algemeente stemmen is toegestaan.. Do voorz. wil als voorz. van de plaatse lijke afdeeling alhier er den Raad harte lijk dank zeggen voor het verleende sub sidie. Aan de orde komt het adres van P. J. Wiifje om in verband met de aanstaande verkiezingen in 19r7 een stemL ireau in do Rilderdnmmerbuurt te vestigen en wel in de locajiteit van Roos. De voorz. merkt op dat. een dergelijk verzoek in 1925 ook tot don Raad is gericht en hier de kwes tie ia de aanhouder wint. Maar Burge meester en Wethouders hebben nog de zelfde motieven om het verzoek af te wijzen, zooals in 1925 is gedaan. Boven dien is de localiteit, waarin het stem bureau dan eventueel gevestigd zou moe ten worden, door Roos gehuurd en wan- p-nr 'ta eie-enipr de huur opzegt, en weder om voor woonhuisje gaat inrichten dan hooft do gemeente al die kosten voor niets frcrlmn, en'dan zou do gemeente 'een nieuw stemlokaal moeten bouwen. Het College is van oordeel geen uitgaven te doen voor d"< do wet er toe d win et. Komt het aan tal kiezers boven 1^00 dan moet toch een twcMo stemlokaal gevestigd worden. Ook do kiezers kunnen best naar Leimuiden komen temeer daar gebrekkigen en oude van dagen steeds gereden worden en men meestal zulke gelegenheden als een uit stapje beschouwd. De beer Koot vraagt hoeveel de kosten zullen bed ra een. De voorz; zegt dat de kosten niet dadelijk te ramen ziin. Do heer Koot merkt op dat een massa kiezers bij vestiging van een stembureau biermede gebaat zullen zijn en wil toch een voorstel hierover doen. Het. voorstel wordt echter alleen onder- sleund door den heer Rietdiik, zoodat het. niet in stemming kan worden gebracht. De voorz. zegt dat het verzoek thans is af gewezen met 4 tegen 2 stemmen. Tn behandeling komt een adres van de afdeeling- Nieuwveen—Zevenhoven en Omstreken van de Zuid-Hollandsche vor- eeniging „Het Groene Kruis", om een sub sidie van f 10 te mogen ontvangen uit de gemeentekas voor do afdeeling Zuigelin gen. De voorz. deelt mede, dat B. en W. een afwijzend praeadvies aart den Raad moeten voorstellen. Wij weten niéts af van den financieelen toestand van die afdeeling en kunnen dus hierover lastig oordeelen. Hoewel natuurlijk die afdcriinjjen niet 7.00 UIT DE RAC O-WERELO Programma's veer Vrijdag 24 ..ta.r. H i 1 v c r s u 111 1030 M. 12.00 Polilicber. 5.006.43 '«meert «'oor hc' lL!\ or kest. Soliste: Annie Liet hart: so] .-.an. 6.457.43 Ve:""'s!cs cn con versa:'.-Ir* Fransch. 7.45 Politiebor. 10.00 Per8bcr. 3.10 Het luidon van do» korstklokk; i liet Kon. Palcis op de Dam te Aui.. r- dam (onder voorheb, van nog to verl. toe stem. door H. M. do Koningin). Ter gelo- genheid van don Kerstnacht zal de heer J. Vinc-nt dc klokken van het Kon. Pa leis bespelen. Programma van Kerstliede ren. Inleiding: Daar is uit s' werelds duistre wolkci. 1. Lof zij den Hoor. 2. Van uit den neir.cl daaldo ik neer. 3. Zege- koor (G. F. Handel). 4. Kerstzang m). öa. Lofzang van Maria. b. In Bet' !-ms stal. e. Kribbo c kruis. Ca. Adesto fidcles. b. Do herderkens lagen bij nachte. 7. Koratlied (J. Vincent). 8a. In der Schep ping morgenstond, b. Er is een roos ont sprongen. 9. U zij Wellecome. 10. O Kerst nacht schooror dan de dagen. 11a. 't Was nacht in Bothlems drevu. b. O hoe ''eer lijk. 12. Laat ons gaan bezoeken. 13. Er ruischt langs do wolken. 14. Eere zij God. 15. Stille nacht. 16. BoveD de sterron. 17. Noch juicht ons too die zaal'gen '"iclit. 9.00. V.A.R.A.-uifczending. Toespraak, waarna, gramofnrnmuziek (Kerstliederen). Daventry, 1G00 M. 11.20 Concert door het Daventry-kwartet en solisten contra alt, bariton, pianc). 12.50 Orgelconiert van de St. Botolphs- kerk. I.20—2.20 Lunchmuziek v. h. Holborn restaurant. 3.20 Balladen-oncert (contra alt, tonor, piano). 4.20 Een kinder-partij in de Walpole Ci nema. D. Smith: bariton on orkest. Do kinderen zingen medo. 5.20 Causerie. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Concert v. h. Prince of Wales Play house. 7.20 Weerbor., nieuws. Causerie: A sea sonable chat. 7.50 Kerst-partij. „Mrs. Bugging geeft een kerstpnrtij, door Mabel Const"nuros. 8.55 Lezing: My adventure in Nor'olK 9.20 Kerstzang van de Whitecl.apel- kerk. 9.50 Causerie. 10.05 Partita in E. Bach. W. Primiose: viooL 10.20 Tijdsein, weerber., nieuws. 10.35 Vijf liederen door O. Scult. M. Carew: mezzo sopraan. 10.50 The grand good night. 10.55 Dansmuziek. 12.202.20 's nachts. Dansmuziek. „R a d i o-P a r i s", 1750 M. 10.5011.20 Persber. en muziek. 12.502.10 Concert 'oor het orkest Gayina. 5.055.55 Korst vertellingen cn -liederen, met begel. van piano en viool. 9.052.20 „Do Messias" Handel. Solisten en koor van de C. Franckver. Orkest Ra dio-Paris. Daarna znng en dansmuziek. Königswuste au sen, 1300 M. 10.2012.10 Gramofoonmuziek. II.20 Klokkengelui van de Paroehinl- kerk. 3 "06.20 Orkestconcert. 6.509.20 Kerstconcert. A. Br.un cn Li. selotte Kramer: declamatie. B. G .-scl: orgel. Koor. BI aas-orkest. Brussel 508.5 M. cn Antwerpen 265.5 M. 7.50 De Radio-Courant. 8.2010.50 „La route d'Emeraude", ope ra van Hautior. Hamburg, 394.7 M. 1.25—2.10 Kamermuziek. 5.206.20 Kerstconcert. Kamerorkest, en zang. 6.20 „Am Heiligabs-id". 7.2011.15 „Weibnacht der Einsamen". Orkest. Dan dansmuziek. Miinste;, 241.9 M. 12.502.05 Kerstconcert. Orkest on zang. 3.054.20 „Es ist oin Reis ontsp-ungen", gedichten met muzik. ill. 4.205.20 Mnx-Re^er uitzending. 5.206.20 „Einsame Wcihnacht", voor de „heimi.tloscn". FEUILLETON. 19) Op het plein gekor in z_g hij de gevan genen onder de lindeboomen saamgehoopt. Verscheidene vrouwen naderden hen om onwt' hun brood en vleesch te geven, hetgeen ïlrkeiL dankbaar en begeerig door de anderen detó Werd gegerepen. Veler kleederen waren Verscheurd en in hun gelaat, zwart van 't buit, vielen hun vermoeide oogen op, waarin men nog de ontsteltenis van den terugtocht kon lezen. Gilbert vreesde dat zijn tegenwoordig heid de edelmoedige vrouwen hinderde en toeende onder haar er twee te herkennen. Hij keerde zich daarom af. 't Was alsof plotseling een droef visioen zijn ziel kwam Vervullen. Hij ging daarop naar het stadhuis. Daar bram een lange rij gewonden aan, ver- toerd 0p brancards. Op de binnenplaats :ccleB ian het. gebouw legen vele slachtoffer op •hoo uitgespreid. Hier werd er een ver- 1 W honden, daar iemand eon arm of keen af- .fezet. Zuchten en hartverscheurende kre- dan tea stegen er op en zij verdreven den ka pitein. Su begaf hij zich naar den stadsmuur, keek van af de wallen over het land 'sar voor eenige uren zoo'n verwoede trijd geleverd was. Soldaten en stadsbewoners, zelfs vrou- 'cn en kinderen waren daar bezig mot het !erzorgen van gewonden en opruimen der "ooclen. Men sleepte de liiken met We- wen over den grond om hen op wagens to laden of op een bepaalde plaats naast elkander te leggen. Sommige hadden het gelaat zoozeer misvormd dat men hen on mogelijk kon herkennen en daarom wer den deze onmiddellijk begraven. Hier en daar bewoog nog een arm, een hoofd en zoodra de vrouwen die uit do stad gekomen waren dit bemerkten, kwa men zij den gewonde te hulp. Gilbert voelde zich somber, ongelukkig te midden dezer verwoesting en rouw. Vroeger in Italië had hij na eiken veldslag een diepen slaap van een uur of tien geno ten, of gefeest met kameraden in herber gen en zelfs in marmeren paleizen. Doch thans was hij het hoofd. Thans moest hij wakend blijven en na do dronkenschap van den triomf, den gruwel van den oorlog aanschouwen. Deze aanblik maakte een diepen indruk op hem en wekte zijn medelijden op. Stil overwegend ging hij te voet de Beuche- ronnerpoort door naar buiten. Op het plein had Gilbert een vrouws persoon bemerkt, die ongerust om de krijgsgevangenen gedoold had. Zij was van den een naar den ander gegaan en had zelfs hen, wier gelaat zij niet kon zien, met een gebiedend gebaar naar zich toege keerd. Daar zij echter niet Bcheen te vin den hetgeen zij zocht, was zij voor den kapitein uit, naar de stadspoort gegaan en vandaar naar het slagveld. Zij scheen zoo radeloos, zoo moe en zoo verslagen dat hij nauwelijks in haar Florise Perdriel durfde te herkennen. En tocli was zij het. Bij het doorgaan van de poort, toen zij langs de soldaten van den wachtpost liep, nam zij opeens zoo'n hautaine houding aan, dat do offi- cier niet meer twijfelde. Gilbert dacht thans met smart aan Yvetto voorheen zoo vroolijlc, zoo hupsch, zoo bekoorlijk! Maar zij bestond niet moer voor hem. Dat alles was voorbij. Voorbij die teederheid en zoctG samenspraken die hem als een hel der zuiver licht steeds verblijd ha den. Voorbii die heerlijke droom, die hoop op een gelukkige toekomst. Kon hij nog wel aan Yvetto denken zonder zich haar schandelijk verraad te herinneren? O rampspoed!... dat'de gebeurtenissen zich zoo voltrokken hadden. De kapitein zete zijn lugubere wande ling voort, hier een ruwe doorgravor be rispend, daar een edelmoedige ziel prij zend en aanmoedigend. Langzamerhand werd hij meester van zijn eigen ziclenood, die zich oploste in gelatenheid en onder werping. Ree-is begon bet slagveld onder het oog van hem, den meester, van aanschijn te veranderen. De dooden waren ver7"mel<1; hun kleederen over de wonden dicht ge knoopt, zoodat de grootste verschrikking verborgen was. De lieden daar waren er slechtB wei nige die onder de gesneuvelden vrien den of familieleden vreesden, Henen de rijen dooden langs. Eenige onderofficieren regelden de werkzaamheden en ontvingen de inlichtingen. Zoodra een lijk herkend was en zijn identiteit vastgesteld, werd er verlof gegeven het te begraven. De naam „Koningshart" was echter niet vernoemd. Do avond kwam en bedekte met haar somberen sluier geheel deze tragedie, den stadsmuur, de rivieren en het woud. Het werd stil daar buiten. De eenzaam heid, de duisternis ook, bracht een groote kalinto in het gemoed van den officier; ziin bitterheid lost" zich op in een diepe melancholie. En boven de dooden, bijna onzichtbaar geworden in den avond, rees voor hem een nieuwe 'ageraad op. Uit do woeling van allerlei gevoelens die hom met zacht geweld doorschokten, steeg eer vredige verwachting, hoewel nog vraag cn verward,... hij droomde eensklaps aan een toekomst minder wreed dan hot heden, een toekomst vol ernstige rust, zonder bloed en verwoesting, maar vol vruchtba ren vrede. De dienstdoende sergeant en Boldatcn die zoo spoedig mogelijk hun akelig werk wilden beëindigen, begonnen ongeduldig te worden om het getalm van een vrouw de laatste. Zij scheen aan geen einde te zullen ko men met het onderzoeken der Ohouunen. Haar smartelijke gestalte ging op en af. Telkens boog zij zich over een lichaam om dan weer plots op te staan en verder te zoeken. Soms keerde zij weder terug, uit vrees zich vergist te hebben en achter zich te laten hem, dien zij reeds zoo lang zocht. Toen zij opnieuw naderbij kwam, aau hot einde van de rij dooden, herkende Gil bert haar... 't was juffrouw Perdriel. Thans voelde hij voor haar geen toorn, noch wraaklust, maar alleen medelijden. Hij zou in een opwelling van sympathie, die hij zich zelf niet verklaren kon, deze ongelukkige vrouw eenige troostwoorden hebben w illen toevoegen. Een zekere trots weerhield hom ech! Hij groette eerbie dig en week terug om haar geheel vrij te laten- Florise deed nog cenige stappen, boog zich plotseling voorover... en toen was het of de verschrikking haar beving. Een gedempte kreet ontsnapte haar hij gende borst, do armen werden hulpeloos als steun zoekend opgeheven en in vertwij feling wrong zij de handen. Dan viel zij op haar knieën naast een lijk... En Gilbert begreep dat zij hem „hom"t gevonden had. Hij gaf zijn soldaten, die de andere doo den wegnamen, een tceken, dat lichaam daar te laten. Zelf wachtte hij, op eenjgon afstand, want bij zou er zich een scherp verwijt van gemaakt hebben, haar smart te storen. Do duisternis werd steeds grooter en in do stad werden do lichten ontstoken. Ein delijk stond Florise op. Gilbert 7.ag haar donkere gestalte en begreep dat zij het was. En hij naderde haar. Zij was bleclc, ontdaan, maar toch lag cr op haar gelaat een gelatenheid cn rust dio liern verwonderde. Wilt u mij veroorloven hem mee te nemen? vroeg zij met een diepe, vreemde stem dio nog slechts een zwakke echo was van vroeger. De kapitein gaf haar daartoe verlof met een eenvoudige hoofdbeweging, zon'lcr een enkel verwijtend woord, zelfs zonder een spijtigen blik. (Slot volgt).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1926 | | pagina 3