f CHRISTl GEBOORTE <5> a i 't Is nacht en koud, maar op de stille velden f rond Bethlehem daalt zacht een hemelsch licht, j> f waaruit een Engel blijde woorden richt I, tot wie zich eerst om zijne komst ontstelden. J) f I, Hij spreekt van vreugde en volk en van een wicht, f van poov're doeken, die als wiegkleed geldenf Een loflied klinkt.... en de arme herders snelden j) naar waar het Kind, nog armer, nederligt. Zoo wordt het lage tot iets hoogs verkoren De simp'len mogen de eerste boodschap hooren f en 't eerst zich nederwerpen voor Oods Zoon. k Wie 2ich verneêrt, is Gode welbe aag'lijk, f wie zich verheft, o mensch, is diep beklaag'lijk, Slechts de ootmoed baant den toegang tot Zijn troon. I H. A. ULLEMAN, Pr. f Ij R'veen, Kerstmis 26. f i, i> ET IN TERRA PAX HOMINIBUS BONAE VOLUNTATIS. Kerstvertelling door Gh. E. M. J. Half vijf. Plechtig vangen do klokken aan, in feestelijke galmen het geboorte feest van Gods Mensch geworden Zoon in te luiden en den geloovigen te verkondi gen, dat straks in het Hoogheilig Offer de geboorte van dpn Godmenseh op bijzon der feestelijke wijzo zal worden herdacht. Statig, galmen do vreugdevolle tonen door do nacbtelijko stilte en treffen liet geloovig hart met een zeldzame mengeling van vreugde en aandoening Het met smaak gemeubeld vertrek der dochter van notaris Duchambrel is in uit nachtelijk uur helder verlicht. Reeds ge heel gekleed in een eenvoudig, doch niet temin elegant cosluum van donkerrood fluweel, zit Lotty sedert eenigo minnten in gedachten verzonken in haar gelief koosd vouwstoeltje, het blondgelokte hoofdje mijmerend voorovergebogen en. ondersteund door een der lelieblanke han den. Nauw echter heeft de eerste klank der Kerstnachtklok haar oor getroffen, of een schok doortrilt heur slank f guurtje, het hoofd zinkt dieper voorover en beide handen bedekken de diepblauwe oogen, waaruit thans een vloed van tranen welt, die de smart vertolken, welke dit jeugdig hart verteert in deze blijde stonde. Ach, waarom doet het plechtig nachte lijk klokgelui haar geloovig hart niet van re ne vreugde kloppen? Die klokken lui den immers het vreugdefeest der H. Kerk in en stemmen al hare kinderen tot blijd schap en vrode-. Manhaftig tracht zij dc droeve herinne ringen, welke deze H. Nacht bij haar op wekken, te bekampen. Helaas! do ervaring van een tweetal jaren reeds heeft haar geleerd, dat beur pogen, ijdel is; do won de van hear rein en schuldeloos hart is reeds bij den eersten klokketoon openge reten. In do schrilste vormen vertoont zich weder evenals in vorigo jaren het monster van heur noodlot en meedcogen- loos drijven al do smartelijke herinnerin gen, aan dezen plechtigen feestdag verbon den, haar geest voorbij. 't Is haar, als hoort zij, overstemmend het feestelijk klokgelui, een heldere jon gensstem, die in klank en uitdrukking het orgaan van Bcthlehems Hemelgeesten nabij komend, do woorden herhaalt, wel ke eens de aarde met blijdschap vervul den. Het is de stem van Paul Chateau, die, nog een knaap, zoo aangrijpend schoon in den heiligen Kerstnacht den prachtigen solo van Perosi's feestmis ver tolkte: „Et in terra pax homanihus bona© Voluntatis." Het is haai-, als ziet zij zich een vijf tiental jaren later aan do zijde van dien- zelfden Paul, toen haar verloofde, ter kerke gaan in dit nachtelijk uur. 0! tra nen van geluk en aandoening, op dien -morgen geschreid hij den klank der engel achtige jongensstem, welke zoo opvallend met de zijne overeenkwam; is het niet als bevochtigden zij thans opnieuw heur wangen? Maar *fc.n komt plotseling de herinne ring aan dien vreesdijken Kerstechtend al het zoele dezer herinneringen met een nameloozo bitterheid overgieten. Het is haar, aks wacht zij hem weder gelijk op dien morgen. Wederom bekruipt haar hetzelfde angstig voorgevoel van dien nacht en dan eindelijk ontmoet zij hem weder, wanneer zij met haar ouders naai de Nachtmis gaat en hij in stede van zijn verloofde ingetogen te vergezel]eD, joe lend en schreeuwend, in beschonken toe stand, van een nachtelijk drinkgelag huis waarts keert Een bescheiden kloppen op do deur, die bijna gelijktijdig wordt geopend, roept haar plotseling uit deze smartelijke her- inneringsdroomen tot do werkelijkheid te rug. Mevrouw Duchambrel treedt het ver trek barer dochter binnen en kust heur kind hartelijk goeden morgen. Het liefde volle moederhart der edelo vrouw gevoelt maar al te zeer, welke smartelijke herin neringen deze feestdag in de ziel van heur geliefde dochter pleegt op te wékken. Met innig modelijden blikt zij in die spre kende oogen, waaruit reeds in dit vroege morgenuur een zoo diepo droefheid straalt. Dan sluit zij hoofdschuddend mot moederlijke teederheid hour kind in de armen en zegt: „Kom, lieve Lotty, laat dat eens ter wereld kwam om vrede en troost aan het menschdom te brengen, zal niet ongevoelig blijven voor een vurig go- bed. Hij zal de rust en den vrede in uw jeugdig, beproefd hart doen wederkeeren" Een ge oogenblik ken later schrijden de heer en mevrouw Duchambrel met hun eenige dochter liOtty zwijgend voort dooi de met sneeuw bedekte staten. Een nij dige oostenwind jaagt do fijne sneeuw vinnig voort en striemt meedoogcnloos Je aangezichten der kerkga )gers, die, diep in hun warme wmterkleeren gehuld, den tred verhaasten, tcneindo zoodra mogelijk aan de woede van den sneeuwjacht te ontkomen. In weinige minuten heeft, het drietal het kerkgebouw bereikt, hetwelk zich, met zijn helder verlichte ramen ma- jestueus tegen hot nachtelijk duister af- teekent. Geruimen tijd voor den aanvang der plechtige Kerstnachtmis knielt liet godvruchtig ouderenpaar voor do kerst kribbe, om, in vur.go smeeklieden met hun doel)ter vereemigd, het lieve Jezus- kind den vredo te vragen voor Lolly's ge folterd hart. In een deftig pension op geringen af stand van het kerkgebouw zijn op dit oogenblik do kostbaar gemeubelde ver trokken helder verlicht. Met groote schre den loopt de bewoner dezer weelderige kamers zijn studeervertrek op en neer. Hij heeft geen oog voor de prachtige meu bels en fraaie schilderstukken, nocli voor het kostbare tapijt en do artistieke deco ration, die zijn cabinet versieren, doch strak en eristig staren zijn anders zoo beweeglijke oogen naar den grond, ter wijl de pijnlijkste gedachten met onweer staanbaar geweld aanhoudend zijn geest bestormen. Indien do vrienden van Paul Ghaxteau, want hij is het, dien we op zijn kamer hebben Jtespied, op dit oogenbLk van een hunner veelvuldige nachtelijke feesten le- rugkcerend, het pons.on van hun collega waren voorbijgegaan, zouden zij haastig zijn binnengetreden, om te onderzoeken, welk ernstig voorval hun vriend had ge noopt op een zóó ongelegen uur zijn le gerstede lo verlaten. Nimmer hadden zij kunnen vermoeden, dat de Kerstnacht- klokken hem hadden gewekt en dat het de klank dier klokken was geweest, die het, voor elke aandoening schijnbaar ongevoe lig hart van hun vroolijken makker zoo diep had getroffen Benauwendo droomen hadden den nachtrust van den jeugdigen student ver gald. Vroeger dan gewoonlijk had Paul zich op den vooravond van dit heerlijke feest ter 1-usto begeven, doch nauw had hij zich op hot molligo donè uitgestrekt, of zekero herinneringen uit zijn veelbe wogen leven hadden zich aan zijn geest opgedrongen en het was hem niet moge lijk geweest, dezo te verdrijven. Toen ein delijk do slaap zijn vruchteloos pogen te hulp kwam, losten zich deze herinnerin gen op in droombeelden, dio hem in schrillo vormen hot afkeurenswaardige van zijn losbandig leven der laatste drie jaren onder het oog brachten. Teruggevoerd naar do heerlijke jaren zijner jeugd, had hij het gelukkigste tijd perk zijns levens opnieuw doorleefd, in dezelfde vloeide, in dezelfde onschuld en- vreugd als die jaren in wcrkeiijl:beid wa ren voorbijgegaan. Doch dan plotseling was het blijde gelaat zijner goede, ouders, hetwelk hij hijkans nimmer met een wolk je o vertogen had gez.en, van uitdrukking veranderd. Een verwijtende hik had do plaats ingenomen van den vriendoüjken glimlach en als donderslagen hadden hem hun woorden van scherpe afkeuring in do ooren geklonken. „Is dat het loon voor al do zorgen aan uw opvoeding besteed? Is dat de dank, dien go uw ouders verschuldigd zijt voor al den arbeid, al do liefde en toewijding, waarincdo zij hebben getracht dc clcugd lnj u aan (o kwecken en u af to houden van het pad der boosheid? Ach, indien zij hadden kunnen vermoeden, dat gij hel reusachtig vermogen, hetwelk zij u nalie ten, zoudt misbruiken, om van allerlei ongeoorloofde vermaken (o genieten en daarbij uwen heiligs ten plicht te verza ken, zij hadden stellig hun bezittingen aan liefdadige instellingen geschonken en u genoopt van een kleino rente to leven!"' Dan v.-as het hem, als zag hij zijn, uo- laas, to vroeg gestorven moeder voor zich, zij d'o beiii altijd liefderijk o verma- ons ter kerko gaan. Hot arme Jezuskiiid, ningen tot zijn plicht wi,st te brengen O, boo smeekond had hour stem geklonken, toen zij hem bad, toch weder troost cn rust te gaan zoeken in den godsdienst, dien hij sedert drie jaren geheel had ver laten. Eindelijk was hem weder die liefelijke gestalte van Lotty verschenen cn had hij met haar opnieuw den korten, maar ge lukkigen verlovingstijd doorleefd. Doch ten slotte was hem weder dien vreeselij- ken Kerstnacht voor den geest gekomen, d en noodlottigen nacht, welke aan al dat geluk con eindo had gemaakt. O, hoo was hij sindsdien al verder en vertier afge dwaald, hoe was die óéne misslag het be gin geweest van ol dc uitspattingen, waaraan hij zich sedert had overgegeven! Het plechtig nachtelijk klokkengebeier heeft Paul uit zijn oniustigen slaap ge wekt en de'stelligo overtuiging, dat ai zijn pogen om weer in te slapen zouden falen, heeft hem doen besluiten op te staan en zich te kleeden. In zenuwachtige overspanning, gaat hij thans zijn studeer vertrek op en neer, nu eens vruchteloos pogend, de sombere gedachten, welke hem uit zijn droombeelden zijn bijgebleven te verbannen, dan weder zich geheel daar aan overgevend. Opeens, daar beginnen dc klokken op nieuw te luideD, den geloovigen verkon digend, dat binnen enkele in nuten de plechtige Kerstnachtmis zal aanvangen. Hoo plechtig en statig klinkt dat in do nachtelijke stilte! Maar wat is dat? Is het niet, alsof met óe machtige klokkotoon het geluid eener heldero kinderstem zijn oor treft? Heeft hij d e zacht vloeiende mejodio, die gewijde woorden meer ge hoord? Hij beeft, hij siddert bij do her kenning van dien fraaicn solo! O, on schuldig kind, dat, alvorens in Gods Huis aller harten te roeren door de wcergaloo- zo reinheid van uw ongekunsteld gezang, thans uw vaardig kecltjen beproeft, o, wist gij eens, wolk een macht go uitwer king de~o klanken op het hart van dezen jongen man hebben! Een overstelpende aandoening grijpt Paul Charteau aan, het bloed jaagt hem met meedoogcnloozo kracht naar het hoofd, dat dreigt to bersten onder den overweldigenden druk der folterende ge dachten. Hij zinkt, der wanhoop nabij, op een der fauteuils neder en omvat met bei do hajiden zijn gloeiende slapen.... De genade Guds treft zijn schuldig hart, allo gevoel van bitterheid verdwijnt daar uit en lost zacli op, in ceil di.po smart, wejkc zich in een vloed van tranen open baart. Nu smelt de ijskorst» aio geduren de drie jaren het goede zaad, do< zijn bravo ouders zoo overvloedig in zijn hart gestrooid, JicefL omsloten. Een onweer staanbaar verlangen, naar hetgeen voor heen zijn zoetste vreugde uitmaakte, ont waakt 111 hem; hij grijpt winLrjas en hoed en haast zich dc dcifr uit. lxccds ru schen hem hij don ingang van het kerkgebouw do zacht vloeiende lonen van het orgel tegen. Hij l^cdt binnen en knielt in een der zijbeuken neder..cn Daar verschijnen do in feestdos geklec- do priesters, voorafgegaan door do koor knapen en plechtig klinken de tonen van het ernsligo koraal langs de gewelven: „De Heer heeft tot mij gezegd, Gij zijt mijn Zoon.".... Do grijze priester begint 1: :l hoogheilig offer, terwijl het koraal eind gt cn het orgel do majestueus feestelijke lonen in zet van Perosi's feestmis!.... Do priester heft met van ontroering bevende stem, aangegrepen door den machtigen indruk van het plechtig oogen blik. het „Gloria in cxcclsis Deo" aan, waarop met bijna boYenaardsche bezie ling een onschuldige knaap op hemelzoete melodio die vreugdevolle woorden her haalt, welke eens uit den mond- van ontel bare hemelgeesten over Bcthlehems vel den klonken: „Et in terra pax hoininihus, bonao voluntatis." Een onderdrukt snikken treft het oor van Paul Charteau, die lot dan too steeds diep voorovergebogen het gelaat met bei de handen bedekt hield cn djet hem liet hoofd opheffen. Dan ontwaart hij daar op geringen afstond den notaris Ducham brel, cLo een medelijdenden blik werpt op zijn lieve dochter aan zijn zijde. Nauwe lijks waagt Paul bet den blik van den eerbied'waardigen grijsaard te volgen, maar tocli even nog aanschouwt hij dat slanko figuurtje door pijnlijke snikken bewogen, ziot hij dat blceke gezichtje, hetwelk thans een onbeschrijflijke uit drukking van smart vertoont. Ach, nog luider spreekt thariS in hem de stem van zijn geweten. Nog dieper zinkt zijm gebogen gestalte ineen, want nu eerst ontwaart hij, dat hij behalve jegens God cn tegenover zicli zelf, ook nog een zwaro schuld heeft tc vereffenen jegens haar, die hem, wegens zijn schan delijk gedrag in hel openhaar, den rug moest lockceren, doch wier schuldeloos hart door deze wreedo ontgoocheling op ongeneeslijke wijzo gewond werd. H t waarachtige leedwezen brengt hem tot een vurig, deemoedig gebed en als hij eindelijk, geruimen lijd na het eindigen der plechtige Nachtmis het kerkgebouw verlaat, is dc vredo in zijn geschokt ge moed wedergekeerd. „Vrede, vrede", klonk het in zijn bin nenste, terwijl Paul zich langs do met sneeuw bedekte stralen naar het huis van den notaris spoedde, „Vrede, aan do menschcn van goeden wil.".... „Ls mijnheer thuis?" vroeg hij aan dc oudo dienstbode, die opendeed en die hem aanstonds herkende. „Ik geloof het wel, mijnheer", ant woordde zij, terwijl zij hem wantrouwend aanzag, „kom u even iu do spreekkamer, dan zal ik mijnheer «waarschuwen." In het veleend oogenblik (rad hij mot uitgestoken rechterhand op den Linnen- tredenden notaris toe, zeggende: „Mijn heer ik vraag u vergeving voor al het Iccd dat ik u en uw g-.-zin door mijn wangedrag heb veroorzaakt. Ik bid u, reik mij op dit vredefeest dc hand der verzoening en sia mij toe, ook Lolly cn mevrouw vergeving (o vragen." En (lo hem toegestoken hand met warm te drukkend, antwoordt de «goede, oude man: „Van ganscher harte Paul, van harte jongen. Ja, ik wist wel dat het Kerstkindje u zou terugvoeren op het goe de pad en daarmede tot haar, wio het le ven zonder u een ondraaglijke last was geworden, doch dio liever dit kruis wilde dragen, dan zich misschien eens te moe ten schamen over het gedrag van dom man, aan wien zij zich voor eeuwig zou verbinden Een gelukkiger Kerstavond dan die, welke men toen ten huize van notaris Duchambrel doorbracht, zal men zich moeilijk kunnen voorstellen. Het was als een droom van vrede en zaligheid, do her- eeniging dier heide jeugdigo harten na eenige jaren van wreedo scheiding.... Als nadien, in den Hc'Iigcn Kerstnacht, de feestzang van Bcthlehems Hemelgees ten door bet zangkoor werd herhaald, dan werden steeds weder dc oogen van Dr. Paul Charteau eu diens Iievo vrouw tje vochtig; dan dachten zij met innige dankbaarheid terug aan het bezielend ge zang dier engelachtige jongensstem, welks trcffenden invloed hun hereeniging had bewerkt; een herecn'ging, die enkele maanden na den bewust en Kerstdag to. een gelukkig eclitverhoud had geleid. WEERGEVONDEN. Kerstvertelling door P. G. Hoeks. „Hó! Wat ben ib toch verschrikkelijk koud Als 'ji jammerkreet rntsnaptcn dezo woorden aan do lippen van 'n jonge vrouw, <lie, gehuld in 'n dikken mantel, met koortsachtige haast zat lo schrijven aan een tafel bedekt met boeken on pa pieren. De inspanning, dio haar dio arbeid kostte, bad oen paar roodo plekken gc- teekcud op baar wangen, ingevallen door een langdurige ongesteldheid, dio haar, als schrijfster, verhinderd had, in maan den iets tc verdienen. Een paar weken te rug had zo van de redactie van 'n tijd schrift, waaraan zc medewerkster was, bet verzoek gekregen ccno 'n „mooie" kerstnovello tó schrijven. En nu was zc daarmee bezig: bet eerste werk na haar ziekte. Wel kostte heb haar veel moeite, want wel tien maal was zc cr mco bccron- nen zonder dat het lukken wilde. Maar gisteren vlotic het en nu vandaag, juist twee dagen voor Kerstmie, hoopte zc cr mee klaar to komen. En als zo,het dan vanmiddag naar do redactie kon bren gen. zou ze vragen, ef men heb ever zou willen doorlezen, dan kon ze misschien een voorschot op bet honorarium ontva«een, want dat had zc l ard noodjg. Haar brandstof was op. Ze moest nu al kou lijden en als zo geen geld kreeg, zou ze met dc Kerstdagen vast honger moeten lijdon ook. Dio ziek'.c had ook zoo veel geld gekost!... Ze legde do pen even neer en blies in haar verkleumde handen om zo wat te verwarmen. „Wat is 'b toch ongelukkig arm tc we zen", zuchtte zc, „vooral als gc 't vroe ger beter gehad hebt... Maar komaan, niet getreurd. Laat ik moed houden. Onzo lieve Heer slaat wel, maar Hii zalft ook. Hij zal wel uitkomst geven. Het kindje Jezus zal wel helpen." Ze begon opnieuw te schriivcn. Een goed half uur later was zo klaar. Ze las het ma nuscript nog eens door, verbeterde hier cn daar een woord of con minder juiste uitdrukking, vcrklc :ddo zich en begaf zich dan op weg naar het radactie-bureau. Greta van Groningen onder dezen schuilnaam schreef zc stond geheel al leen op dc wereld. Als kind had zc een uitstekende opvoeding genoten, waartoe haar vader, als Iceraar aan ecu gymna sium, liet zijne bijgedragen had. Haar oudere broer was in deu bockhandel go- gaan, eerst in Amsterdam cn later iii Ber lijn, waar hij ccn beste betrekking gevon den had. Ziin chef waardcordo zijn arbeid. Hij steeg bij dezen iu achting cn geuoot zooveel vertrouwen, at hij door hem naar New York werd gezonden met opdracht om aldaar ccn gewichtige zaak mot ccn uitgeversfirma in orde to brengen. Vol gens ccn courantenbericht zou hij aldaar bij een spoorwegen reluk cm het leven ge komen zijn. Dc familie had cr nimmer een officieele kennisgeving van ontvangen, maar evenmin ooit meer iets oangaando hem vernomen, zoodat Greta, in dc moo ning verkeerde, dat hij al lung dood was. Kort daarop waren haar ouders ook ge storven. Zij hadden haar weinig of ri 's nagelaten, zoouafc zc zich genoodzaakt zag in haar eigen onderhoud tc voorzien. Nu had '/.o vroeger al eens een paar arti kelen geschreven, dio gaarne waven opge nomen cn zo besloot haar geluk als scbriif- sfcer le beproeven cn was daarin aardig geslaagd., Maar juist, toen zo dacht zich ceu onbezorgd bestaan veroverd te heb ben', werd zc maanden lang am het ziek bed gekluisterd. Daardoor miste zo niet alleen haar bron van inkomsten, maar wat erger was, zo teerde al haar spaar- penninger in cn verviel in de diepste ar moede. Toen zo weer op de been kwam, was zc armer dan dc vrouw van den ko lensjouwer, die ccn verdieping lager woon de dan zij. Grcta stond iu de kamer vr.u den hoofd redacteur. „Zoo, waarde juffmiw, is u daar? En 1 :.e caat l;et cr mco? Is u klaargekomen? Dat doet mo genoegen. Aardig, dat u het zelf brengt. Mag ik hc.t maar van u hcbL' i zult cr wel ven hooren." Zoo ratelde dc rian zenuwachtig aan en- stuk door. „Zoudt u het van avond nog even len doorzien, alstublieft? Dan kwam ik morgen ochtend graag even hooren", zei Civta bedcc „Dat zal niet kunnen, juffrouw. Mi:: schicn weet u 't cn misschien ook niot, dat do zaak mot nieuwjaar in andoro handen overgaat» Een rijko Amerikaan hczo overgenomen cn dezo heeft ons bericht, dab hij morgen kennis met. ons kant ma- keu en nu begrijpt'u wel, dat wc olies lot in de fijnste puntjes in orde willen hebben en dat ik 't van avond cn morgoMéhtend erg volhandig licb." Dio woorden zeiden haar duidelijk, dat ze wel heen kon gaan. En zc zon toch zoo graag 's anderendaags reeds het honora rium ontvangen hebbon! Als zo «bit niet kroeg, dnn was hot met de KovsVlagcn honger- en kou lijden. ,,'t Is maar kort", waagde ze ckij* oven op to merker. „Het zal toch heusch niet gnn». U zult er toch nog geen brood voor behoeven to koopen, denk ik." Nauwelijks had hij .dio woord©* geuit, of hij had cr spijt van, want een donker rood overtoog het blceke gelaat van de jonge vrouw en zenuwachtig trokken haar mondhoeken. Een truan, dio zo mei nlie macht had willen tcrugnersen, ontrolde haar oog cn bleef uangen op hanr wang als een schitterende parel. Dat stemde don man welwillend cn hij vocldo or> erna diep medelijden met Grcta, van wie hij wist, dat zo op dit oogenblik zulk een swaren striin nm het bestaan te voeren hod. „Juffrouw", zei hij, „ik zal prober.ron tiid to vinden cn kom dan morgenochtend tussclicn negen en lien even ntm. Eoudb u zoo goed willen wezen? Dan kmrt o da- deli-k het honorarium ontvangen." „God Joone het u", stamelde ze. „f! weet niet, welk ccn grooten dienst n »no be wijst." liet was daags voor Kerstmis. Op het redactio-bureau was al-es pirkfini In orde. Do nieuwe chef kon verwacht Worden cn om hem naar helioorcn to ontvangen had do hoofdredacteur con toesnrank in heb Engelsch uit not hoofd geleerd. Dat zou een goeden indruk maken, als dio Ameri kaan in z'n eigen taal verwelkomd werd. Je wist ncoit, waar liet. goed voor was. Hii keek op do klok. I>ie wees oen paar minuten vjor half elf cn om half elf zou hii komen. Daar hield 'n auto stil en even daarna trad ccn net heer van om en b?ï do veer tig het bureau binnen. Het wns do nieuwe eigenaar. Doch hoe verwonderd varen allo aanwezigen, toen hii zHi ir' zuiver Hol la "dech voorstelde als Mr. Wi'sen en ver der geen woord Engelsch beziodo. Do mooie toesnvaak van den hncf^-cdarteur werd daardoor geheel overbed»*. Ei'n uur later zaten Mr. Wilson on do hoofdredacteur nog ciikelo dinrren tc be spoken, teen Wilson's onrr toovsffi* vie! ra het manuscript van Greta van Gronin gen. Hii nam bet. op. „Knap work", zcido rednctenr. ,/t J van een ion ge dnmo hier nit de stad." „Mag ik 't even inzien?" ..Met renoepen." Mr. Wilson begon le lezen en was spre- dig zoo verdient in die letuur, dnt hij idles cm zich boen vevent. W»l !-ii <laor las, wek to in liooen mate z::n IrlWo-stel- li"g. Dio belangstelling werd bevondoring, sloeg over in ve-ljnzing, v/ne( bet, kwam hem voor, dut hii allis. wal hii imv la-:, zelf doo-lcef lmd. „Wie is die schrijf}-ter?" v-eec Mi zirh af, „en hoe kemt, ze nl die hi'v-ndc-bedcii tc wclcn? Ts hot puro r1,ontesitt, of is under dezoKdo omst and'""heden groot ee- brneht als ilc. Do nm>\, die m bejedn "M"',, ïükt in z'n doen ~n l -len nls twee dmvipr- len water op m'n eigen vader en in do vrouw toekent zo m'n n"-e-'«r met nl h- u* too wijding, haar teederheid, hear •oefi'c- rendo liefde, haar godsdienstzin en haar vrome overpavo ran Gods TT. wil... Kil de. boer?... Omgekomen bij 'n «jnoorweg- ramp... O, wat 'n liefde voor db-n broer spreekt cr uit dezo rogels... TToe komt zo eraan?" Om z'n ontroering tc verbergen dood hii, alsof hii let manuscrint onverschillig neergooide. ITij, 'n man van do wereld, mocht toch aan z'n ondprp^s"v'ikto niet la ten binken, wat or in z'n ziel owing. ,.En?" vroeg dc redacteur. „Knap werk... inderdaad. Meer dan knap. 3t Ta een kiinstwork;o in si'n soort. Dio dame heeft 'n toekomst. Hoo boel zc, als ik 't. vragen mng? Th Greta vun Gro ningen haar schuilnaam?" „Dab hebt u corn den. V-m haar eigen napin hc-ct ze. Mavgreeb Wilson. Wu.ar al liceft ze een Engelsehcn naam, ia llol- Inndgcha vnn ouder t ouder. 'f. Ts 'n flinke iongo vrouw, die den l^afrjjten 'i'd heel wat (epeiiROood heeft, rchad, maar •/o heeft zii-li kordaat gehouden, dat moet ik zeggen. Ook is zo nog al vroom, ik zou haast zeereen: fiin...' „Dat doet niets ter zake. Mag ik haar adres eens van- u wclcn?" „Met genoegen." „En hoeveel heeft zo voor die «Opie van u ontvangen?" Do som word genoemd. „Dat vind ik veel te weinig. U zult mo) genoegen doen met haar direct fco ontbie den, als ik vertrokken ben en haar dit als toclapo on het. honorarium tc ovoriiandi- gon." En tegelijkertijd ope ide hij z'n por- tefeuillo en haalilo 'n brnkjo van zestig voor den dag. „Dat is mij het lezen van 't oratcl dub bel cn dwars wuarl geveeat. TV hi»b in geen tijden zoo'n teer doorvoeld Kerst verhaal gelezen." 't Was Kcrstavor.d. Th do kamer van Greta van Groningen, of beter Greta Wilson, was 't gezelliger, dan 't in langen ti'd geweest woa. Zij zelf voelde zich den prins to iijk. Bót gaslicht •brandde hekjer, de kachel snorde vroolijk cn verspreidde een behepclijko warmte. Op 'n tafel in 'n hoek van hot. vertrek stond 'n Ivcr: ribje, pas gekocht, waar voor <!c bewoonster lag neergeknield, dan kend het Goddelijk Kind, dat zoo onver wachts cn onverhoopt uitkomst had gege ven. Er werd aan de kamerdeur geklopt en Uü vrouw vuil beneden Blak haar hoofd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1926 | | pagina 17