REBUS. I20IOOO WEEKREVUE. VERKOUDEN. Soms dool mijn vrouw net of wij nog 'twee tortelduifjes zijn, levend in do his torisch zalige wittebroodsweken en dan behandelt ze mij als een pasgeboren zui geling die onmachtig is te handelen naar de noodzaak van het oogenblik. Als een rechtgeaard Nederlander, d o in dezen tijd van liet jaar bij lijd en wijle zwaar verkouden behoort te zijn, kwam k van de week hoestend, proestend, nie zend, kuchend en snuitend thuis. Het grootste aantal der voorradige zakdoeken had reeds via mijn neu3 zijn weg van de linnenkast naar de vuile-gOed-wasch ge vonden, toen mijn liefhebbende cga, over wien een «temming vaardig werd, als ik in den aanhef hiervan beschreef, mij zeer beminnelijk vroeg: „Ik geloof, dat je verkouden bent, hè echat," Nu naderde ik zoo ongeveer al do cri sis, die zich bij ccn verkoudheid gewoon lijk na negen dagen openbaart, maar op zulk een vriendelijk gestelde vraag paste 6lecbts een aanminnig antwoord, zoodat ik zoo vriendelijk mogelijk zei: „Zoo, lieveling, heb je dat ook al gemerkt?" „Ja, je hoest zoo en je zakdoeken heb je allemaal gtbruild, ik heb geen enkele echoonc meer voor je, maar ik zal wel een laken sluk scheuren, dan heb je meteen wat grootero zakdoeken, die kleine is toch niets gedaan als je verkouden lienl." „Geef me dan meteen dal heelo laken snaar", bromde ik. Zij deed of zij het niet hoorde en zei alleraanminnigst: „Blijf vanavond nu maar eens gezellig thuis, schatüe, dan zal ik eens wat voor je klaarmaken, en dan hen je in ccn omme zientje je verkoudheid kwijt." Nou, ilc bèn thuis gebleven, maar Da niel verzekert u plechtig, dat liet hem zijn bcclc leven niet meer zal gebeuren al hoest hij zijn hoofd van zijn romp af. Eerst moest ik thee drinken, zoo slap als gekleurd water en zoo heet, dat ik mijn keel verbrandde, maar op de verzekering van mijn ega, dat „niks zoo goed" was, ■werkte ik het gelaten naar binnen. Toen do thee op was kwam er alxlij- siroop, ik keek haar eens aan, maar haar vrouwclijko loederheid vermurwde mij en de abdijsiroop volgde den weg van hel theewater „Niks zoo goed als abdijsiroop" zei ze. Vervolgons kreeg ik nog te slikken koest- pillen, hoest poeiers, aspirine, camillcn- ithee, anijsmelk, een slap wijngrocjo en nog een scr'o dranken waarvan ik dc na men vergelen bon. Toen mooist ik naar bed. Op de slaap kamer stond de petroleumkachel en in het bed Jagen drie gloeiend liecte kruiken „Zou je cr nog niet een borstrok bij aantrekken lieveling en weet jo wat je doen moet als je er nou beslist heelemaal af wil, dan leg je op je borst een stuk grauw papier met vet besmeerd en daar over een flanellen lap en dan leg ik er op bed nog wel een wollen cn watten de ken bij." „Asjeblieft", zei ik, „ik mocht eens be vriezen." „En ais je je dan bobt uitge kleed, dan knoop je je sokken, zoo warm [van je voet om jo hals." „Hè?? Frisscbe morgen!" Toen ik eindelijk in bed lag en dacht, idat do kuur nu ten einde was, zei ze plotseling: „Nou heb ik mo warempel het allerbeste middel nog vergeten, Daniel Ik heb nog een fleschjo met bruin goed cn dat moet je met een theelepeltje in je neus gieten, niks zoo goed!" „Giet het maar in je eigen neus" zei ik len denkend aan alles wat ik dien avoud al geslikt had dacht ik aan do woorden van Vader Vondel: „Ik nok, ik berst, ik kan niet meer." Verbitterd over hetgeen hij boorde, durf de hij niet zijn ouders vergiffenis te vra gen, voor het leed hun voor een onwaardi ge aangedaan. Hij vertrok dan ook vol schuldbesef naar B. terug, en leefde nog eenzamer dan te voren. Twee maanden nadien werd hij tot com pagnon van zijn vroegeren patroon aange nomen. Toor het veelvuldig vertoeven in den familiekring van zijn patroon voelde i'ij zi!n liefde voor diens doch te- vermeer deren. Daar niets hem in den weg stond, ook r.iet de belofte van trouw aan zijn vroegere U-minde, verzocht hij zijn compagnon een ernstig onderhoud. Hierin legde hij hem alles bloot en verzocht 1 em dc hand zijner dochter. Gaarne werd hem die geschonken want reeds lang had zijn compagnon de gedachte gehad, om deze twee aan elkaar te verbinden. Het meisje naar hare gevoe lens gevraagd paf gaarne haar hart en I-and aan den stilleu maar knappen com pagnon baars vaders. Maar vader en doch ter stelden dp voorwaarde dat hij naar D moest gaan om de vergiffenis ziiner ouders tg vragen. Dit zal ik, sprak Paul, maaT laat ons nog een maand wachten dan is net Kerstmis, en dan gaan wij beiden, want on Kerstmisavond ben ik gevlucht en op d;en avond zal ik wederkeeron om op den deg van vrode, den vrede weer te ontvan gen Men kan begrijpen wat oen gelukkig Kerstfeest er thans volgde. Zoo droevig als vier jaar geleden, zoo gelukkig was het nu. On d°n eerston Kerstdag zav men de dok- iprfTamilie aan do communiebank om aan God dank te brengen voor den gelukkigen terugkeer van hem waarnaar zij zoo vurig veriajimi hadden. Dc terugkeer van Paul lir.d mevrouw 10 jaar ion^r gemaakt en mijnheer weder opo-oruimder gemaakt. Zoo was na lang wachten het geluk weergekeerd en op den avond van den eersten Kers'dag was in B geen gelukVi- ppr huisgezin dan dat van den dokter. Toen om 10 uur dps avonds do laaide slag d°r mrenklok peval?en was, krielden allen neer om nogmaals gezamenlijk 'n dankge bed (e richten tot Hem die dezen dag on aarde was gekomen om VTcdo en vriend schap to bro'igcn. ,-Hsgz een k^rstmacht OP ZEE. 't Was in den avond van 24 December 1890 aan boord van dm Franschen paket- stoomer „Bragance". Het diner der pas sagiers in de kajuit lsto klasse was zoo goed als afgoloopen. Door de wijd ge opende patrijspoorten kwam ccn geurige frisscbe lucht naar binnen en streek over dc met 't dessert nog zwaar beladen ta fels; de warmte was geweken voor de lich te bries, die met tropische geuren bezwan gerd van do reeds nabijzijndc kust woei. Do eerste sterren Donkerden reeds aan den dicpblauwcn hemel. Volgens de berekening van den com mandant kon men ieder oogenblik de vu ren van de Braziliaansche kust in het ge zicht krijgen en nog voordat de nacht geheel was vcrloopen het anker uitwer pen op de recde van Rio de Janeiro. Naar huiten gedreven door de gezellige doch voor haar pijnlijke vroolijkhcid ba rer reisgenootcji was eene nog jonge vrouw in diepen rouw gekleed, naar bet dek gevlucht cn had daar in een der ach- tersto hoekjes onder de verschansing plaats geuomen in een rieten luierstoel. Boven haar hoofd flikkerdo en flonker de het onvergetelijke Znider firmament. Geen wolkje was er id het luchtruim te hespeuren. Een witte lichtendo schuimstrcep ach ter 't schip duiddo do baan aan, waar langs do snelle schroefwonteling bet voortstuwde en vooruit op dc brug tee- kende zich scherp omlijnd de silhouet af van den wachthebbenden officier, die daar met zijn kijker gewapend op cn neer stapte. De jonge vrouw zat in diep gepeins verzonken. In den geest liet zij haar nog zoo kort, doch reeds zoo (ïrocvig leven aan zich voorbijgaan. Hare ziel verwijlde bij de nagedachtenis van haar kind, een zoon, dien zij had verloren, bij de nage dachtenis van baren echtgenoot, die haar eveneens door den dood was ontrukt. Hoe zou 't daar gaan in dat verre Bra zilië, waar hare tegenwoordigheid werd vercischt voor do regeling cener nalaten schap cn waar zij niemand, niemand kende? Wat zou zij later doen, wanneer zij weder in Frankrijk terug was met haar rijkdom? Hel vaderland is het land, waar men zijne liefde heeft cn alles wat zij LIED VAN DEZEN TIJD. HET LEIDSCHE HOUT. Tweemaal twintig duizend gulden Zijn er in een fonds gestort, Opdat lolden in de toekomst' Eind'Iijk eens wat schooner wordt. En zoo gauw cr geld genoeg is, Kan men aan het planten gaan. Over houder I jaren zullen Waar 't nu kaal is, boomon .slaan. Ons bedo vera h tv r k le ink r o os l Zal dan dar Hen in bet gras, Waar voorheen niets dan een kale Vlakte zonder lommer was. En zij zullen fier getuigen, 'Als zij wand'len in ons woud: ,,'t Was toch eens oen goed ideetje Die Stichting „Het Leidsehe Hout." Pas verloofdo jongelieden Zitten daar dan op een bank, En zij brengen, minnekoozend, Aan ons diepgevoelden dank. En zij zuchten dan zoet vrijend Onder een heel lange zoen: „Zeg, begTijp jij, hoe men 't vroeger Zonder Hout heeft kunnen doen?" Dienstmaagden cn kinder joffers Houden daar haar remdez-vous. En ook de soldaten gaan er locl'ren dag beslist naar toe. Minnekoozcn, spelen, dart'len. Spel van groot en spel van klein, Over 'n eeuw dan zal het „Hout" het Paradijs van Leiden zijn. Stichters, koopt nu voor de centen, Die er in de kas al zijn, Vast do gronden en do zaden, Ook al zijn die rog maar klein. Stichters, slicht nu vast do hoornen, Strooit de zaden stuk voor stuk, Dan zijt gij do groole stichters Van bet Hout en van geluk. TROUBADOUR. liefhad, was nu immers verdwenen voor goed. verdwenen voor altoos.... Het feestgedruisch uit het salon steeg tot haar op; luid en vroo'ijk gelach, ver warde stemmen, het klinken van glazen, 't paffen van kurken, die met een luiden knal uit den hals der champagnefles- schen vlogen, de tonen der piano, waar op eerst liederen door zangstemmen bege leid, later danswijzen werden getokkeld; dit alles dooreen vervluchtigde in de kalme avondstille bovendeks. In het salon hadden de passagiers uit gemaakt, dat 't nu in Frankrijk zoo wat 12 uur kon zijn, en ze hadden eenparig be sloten het Kerstfeest met elkander in vroolijJ'heid te gedenken, den nationa'en „revoillon" te vieren op het uur waarop hunne vrienden en bloedverwanten in het vaderland dat ook deden. De gedachte dat hun overtocht bijna was volbracht, verhoogde nog hunne opgewekte stem ming en de luchtige losheid van den toon. Zij zouden nu immers misschien voor al tijd afscheid van elkander nemen, die menschen die het toeval op éénzelfden bo dem had bijeengebn cht en die gedurende weinig weken met elkander aan boord hadden geleefd op intiemen voet. De ban den, welke men in die weken bad gelegd, wortelden niet in het verleden en waren slechts een verstrooiing geweest voor het heden, zonder in 't minst bindend te zijn voor de toekomst. Er was nu niets meer te vreczen; ze konden ongestraft de fami liariteit wat uitbreiden. Nauwelijks was er een woord van dansen gesproken, of een drom van paren zwierde reeds walsend door het ruime salon. Zelfs de oudere dames konden aan deze uitbundige vreugdo geen weerstand bieden en schaarden zich eveneens in de dansende rijen. Er werd veel en hiid gesproken, uitbun dig en hartelijk gelachen, en in de laatste uren,van de reis in het gc:;icht van do Braziliaansche kust vergat em ieder ziju zorgen en bekommernissen en ook zijne verwachtingen. Men wond zich op de hij do gedachte, dat men eerlang den voet op vasten bodem zou zetten, en de weerga'm sloeg bij vlagen op naar het donkere rus tige dek, waar de dame in 't zwart nog steeds onbeweeglijk zat te mijmeren. Vóór op de boot tegen de anders ge leund, zaten een oude zeerob en een knaap, een lichtmatroosje te praten en hun pijpje te rooken. De oude zeerob met zijn door wind en zon getaand gelaat, de knaap met ziju frisch en blozend gezichtje, wa ren landgenooten en spraken over hun land, hu a Breta^ne waar zij beidén het levensliicht hadden aanschouwd en waar zij beiden na volbrachten arbeid hoopten te rusten. Ook zij dachten beiden aan het plech tige feest, dat in die oogenblikken in een dorpje op de kust van het oude Aimoriea werd gevierd; aan den Kerstnacht En in hunne herinnering doemden de met sneeuw/ bedekte nederige daken op, de met diepe, hardhevroren karre,sporen door ploegde wegen, het met ijs bevloerde vij vertje en zij spraken over het onderscheid tusschcn het ruwe klimaat van Bretagne en dc lauwzoete atmosfeer der tropen. De zeebonk herdacht den Kerstnacht van zijn twintigste levensjaar, toen 't hem vergund was, tusschen twee reizen naar Indië in zijn geboortedorp te overwinte ren. In dit jaar had hij kennis gemaakt met het meisje dat later zijne vrouw was geworden, en die nu te midden van de jongsten barer kinderen zijn huise'djken haard bewaakte. "Wat zouden zo daar thuis wel doen? dacht hij, en zijn hart vloog over dc zee met de gedachten vol liefde aan zijne dierbaren. De knaap ook doorleefdo zijne nog zoo jonge herinneringen; zijn sraart, toen hij als wees op zee moest gaan, als een vogel door den storm uit het nest geworpen,, voordat nog zijne vleuge's krachtig genoeg zijn om hem op te houden. Niets dan do grafsteen, waar zijn heide ouders sluimerden, bestond er voor hem, om cr aan te denben, in 't gehucht, waai hij geboren was. Zijn eerste groote zee reis liep op haar eirdo en hij zag da4 einde niet met vreugde, maar met droef heid naderen, omdat een der damespassa giers zoo vriendelijk en lief legen hem was geweest dezelfde die daar nu zei eenzaam en peinzend zat op het achter dek cn die zoo dikwijls met hem had ge praat over zijn eenzaam vriendenloos be staan. Had zij dienzeifden morgen nog niet hare fijne witte li md over zijn blonden krulleho] doen glijden en waren er toen niet plotseling tranen in hare oogen ge schoten, hij die noederli'kc liefde, die zij eens had gekend, doch die zij nu nimmer meer zou kennen? In zijn eenvoud had hij niet gevoeld, dat die moeder aan wie alles, wat haar lief was, was ontnomen, in hem haar eigen zoon geliefkoosd had. De boot vervolgde intusschcn met snelle vaart den tocht. Plotseling weer klonk do stem van den uitkijker, die 'n kust vuur signaleerde. Om dit zooveel spoediger te zien, vliegt het matroosje de verschansing op met al de onbedacht zaamheid, zijn leeftijd eigen. In 't half donker tast hij mis, zijn voet glijdt uit, te vergeefs tracht hij zich vast te grijpen aan een touw, aan oen ketting, hij valt langs do hooge gladde flank der boot en ver dwijnt onder 't titan van een wanhoops kreet. Man overhoord, schreeuwt uil allo macht do oude zeerob. Man overboord, schreeuwt hij uit allo macht vol zenuwachtigen angst. Met vrees en beven wordt die roep op het geheclo schip vernomen. Allen gevoelen c.en wielslag des doods in do lucht allen stormen aan dek, pas sagiers, matrozen, bedienden. Honderdeu oogon peilen de duistere diepte, alsof zij den rampzalige ko iden ontdekken, die in dit oogenblik wellicht reeds niet meer tot (lo levenden behoorde. De commandant ijlt ook naar hoven; had reeds hevel gege ven de machine te sloppen cn do boot uit to zeilen. Met oen snelheid die alleen in do bekendheid met het dreigende levens gevaar cn in don geest van solidariteit KALENDER DER WEEK. N.B. In deze week iederen dag Gloria, behalve Dinsdrg en Credo en de Prefatio en Oommunicantes van Kerstmis. ZONDAG 2G Dec. Feestdag v. d. II. Stephanus, eerste Martelaar. Mis: Sederunt. 2c gebod v. h. Kerstoctaaf (gebed uit dc dagmis van gis teren). Kleur: Rood. Stcphanus was de eerste d' zeven door de apostelen aangestelde diakenen, die tot taak hadden dagelijks levensmiddelen uit te deelen aan de armen cn wc luwen en onderstand te verleenen uit de algemeen© kas. Evenwel was hun, behalve deze meer stoffelijke taak ook en voornamelijk opge dragen het hoogere en meer verhevene ambt van de prediking van bet H. Evan gelie onder het oppertoezicht der Aposte len. Het Epistel vermeldt duidelijk, dat do geleerden met Stephanus redetwistten, doch hem niet konden weerstaan. Kr-ora zochten zij naar eenmiddcl om over Ste phanus toch te zegevieren. Mannen wer den omgekocht, die lasterlijk van Stepha nus moesten getuigen, dat hij togen den grooten Profeet Mozes en den tempel had gelasterd. Dit gebeurde en als gevolg werd Stephanus voor den rechtbank ge bracht. Op de vraag van den hoogepries- ter: „Ts dit zool" hield Stophanus een lange, schitterendo redevoering, waari- liij in 't kort dc geschiedenis der Joden ver telt en met grooten eerbied over Mozes cn over den tcmrel, aldus ziidelings weer leggend de lasterlijke beschuldiging togen hom ingebracht. Wat daarvan voor Sto phanus het gevolg was worde verder ver haald in het Epistel. MAANDAG 27 Dcc. Feestdag v. d. H. Joannes, Apostel en Evangelist. Mi sIn medio. 2e gebed v. h. Octaaf. Kleur: Wit. Dc II. Kerk viert in de vreugde van het Kerstfeest ook het Leest v. d. H. Apostel Joannes, den meest bcm,,nJ(,n leerling de- Heeren. Na zijne uitverkiezing zien wij hem steeds in do innigste pemeens^haD met Christus: bij het laatst e Avondmaal, onder liet kruis: en de liefde dreef hem cok hot eerst van de Anostelen naar het graf van den verrezen VertAss<»v. Joannes stond aan het hoofd van de Kerk in KL Azië, werd onder keizer TVGanus ge vangen genomen cn in een ketel met zie- de"dc olie gewornen, waar hij echter on gedeerd uittrad. Als ballmg op het eiland Patmos schreef hii ziin ..Reek der baring", het laatste der Boeken v. d. IT. Schrift. Van ziin ha-nd bezitten "wij ook het Evangelie v. d. H. Jon^ncs cn drie brieven. In zeer boogeu ouderdom over leed de II. Joannes te Ephese in KI. Azië. DINSDAG 98 Deo. Fecstdaa v. d. H. H. Onnoozelo Kinderen. Mis: Ex o r e. 2o gebed v. li. Octaaf. Na bet Gra duale vervalt het ""Lila-vers en w;ordt do Tractus gebeden. Kleur: Paars. Gegroet, gij Martelaarsblocmcn.' Op den drempel des levens heeft do vervolger van Christus u het levenslicht wcggcroofd, aan 't stormgeweld geb'dc. dat dc rozen knopjes knakt. (Kerk. Get.). WOENSDAG "9 Dc. Mis v. d. H. Thomas van Kantelberg, Bisschop en Martelaars Gaude°mus. 2e gebed v. h. Octaaf. Kleur11 o o d. Thomas Beeko1, Iwnselier van koning Hendrik II van Eoo-fdgTf1, tot Aartsbis schop van Kantelberg verheven, was tot bittcro teleurstelling des konmgs, die in zijn hartslochteliikc heerschzucht de rech ten der Kerk aanrandde, een onvers^rok ken verdediger van de rechten der Kerk. Hendrik liet Thomas als een Dvinee-Kge en verrader ter rlood ve-o^Heelcn. Tho mas wist te vluchten en werd door Paus Alexander ITI in het eolL'k retold. Ton laatst© veinsde koning Hénd^rk genade ten opzicht© van Thomas, riet) hein terug on plaatst© hem weer op den *-rn<r«Lorroelij- ken zetel Niet lang daarna evenwol liet de koning hem door gehuurde moordt naae-s in do bathed^clo >o-V vermoord 29 Dcc. mo. DONDERDAG *0 Dec. Mis v. <1. Zo- dapoiulerlipt Octaaf vmiKci s1- mis: Bum medium, gebed v b. n taaf. Kleur: Wit. VRIJDAG 31 Dee. Mi? v. d. H. Sil vester. Paus: pe^«rdötes. 2e gébed v. li. Octaaf. Kleur: Wit. De H. Silvester heshurrde do Kerk in oen tijd dat het. haar gegeven was uit do KataooDiben to treden en naar buiten to ontrlooicn. Aan dien groei-naar-buiten gaf Silvester leid'-- heilzame wet ten en benabneen. Ook s^eed bij togen den vnand, die -n van bmnen kwam, de ketterij. Op d» eerste nWmopne Kerkver gadering van Nice.a veroordeelde. Paus Sil vester de ketterii van A rins (loochenaar van Christus' Godhe'I). ZATERDAG 1 Jnnnari. Feest van Christus' B e s n ij d e n i s. Octaafdag vn Kors+mig. Dag vr devotie. Mis: Puer. Kleur: Wit. Worden wij bij ons H. Doonscl Gods kinderen cn aan Hem toegewijd, hii do Joden geschied do ne> va.n ieder mannel nk kind aan God door dc gods dienstige pleehtir"cid dor Ne*!"" 1— Zoo ook onze g^^ilRT-n. 7-B~Trr°'ker, die vol pens gewoonte den Jes"3 ontving. Jesus beteekentVerlosser. Toen -werd volbracht het bevel van don Koerei nan Joseph: „G" zult Zjjn K-"ni ksus mc- men; Hii fooh zal ziin volk verlossen. In de Kerken d'- F.E. P.P. Francisca nen: Alles als in bovo-^H"a-pdo behalve: pnivnrrRriAG. Mar garita Colonna en Mat this, van Nazzarci, maagden: 3e v. li. Octaaf. Amsterdam. ATB. "M". KOK, j^r. der zee'ui onderling hare verklaring vond, dobberde de sloep op de gulven en verwijderde zich ijlings van boord zoeken de op hot onmetelijke watervlak in het eindelooze duister het stipje, dat 't hoofd moest zijn van den drenkeling. De angst aan boord was groot, dc hoop hegon reeds te vervliegen. Wie is 't? vroeg de commandant. Yvon, antwoordde de oude zeerob, Ach, die arme jongen, fluisterden of dachten de passagiers. De dame in den rouw zeide niets; zij stond daar sprake loos, bevend, waggelend, de eene band karmpachtig knijpend om de leuning van haar stoel.... Een ongedacht en toeder meodoogen met het lot van den knaap, die nu misschien reeds st?rvende was, be kroop haar gemoed en overweldigde haar geheel. Doch de slodp komt naar boord terug. Die spoedige (erugkomst doet de hoop herleven; de poging tot redding is met goeden uitslag bekroond; anders keerden ze immers niet zoo snel terug. Gered. "We hebben hem, k^nk de stem van een der roeiers, toen zo dicht genoeg bij de boot wnreu om het gcruisch der ba ren en 't zachte plonzen van de lang- zaamwentelendc schroef te overschreeu wen. Een zucht van verlichting-, een bijna ge fluisterd Goddank, ging op onder dc me nigte bijna onmiddellijk gvevo!gd door een luid hoera. Nog eenige krachtige riem- s^gen en de sloep ligt weer langs boord en is weldra opgeheschen. De knaap leeft nog, maar hij is bewusteloos, zijn bleek gelaat is als hel beeld des doods, wiens vale vleugel bom blijkbaar heeft beroerd. Een forsehe matroos draagt hem in de ar men aan dek en legt hem behoedzaam neder op een rustbank. De kleine blonde krullcbol hangt krachteloos achterover; de linkerarm valt slap neer. Als door een plotselinge ingeving be zield is de dame in den rouw togeijld en heeft zij den bezwijmden knaap in ha re armen genomen, op haar schoot neer gelegd en terwijl de scheepsdokter de noodige midden ter opwekking gaat ha len, tracht zij mot haar fijne h'nnke hand zijn gelaat te verwarmen en zij buigt zich tot hem voorover zoover, dit Lare lippen zijn voorhoofd aanraken Dij dio aanra king opende, de knaap di oogen eyen en met nauw hoorbare stern fluisterde hij als instinctmatig het woord: Moeder Diep in 't hart getroffen richi do jonge vromv plotseling 't hoofd op. En in haar binnenste werd plotseling een heeFijk be sluit gevat, bij dc gedachte dat de woeste golven dezen ongelukki.gen knaap aan het loven hadden lnnrr,Pr,weB haar ge schonken voor het Kerstfeest Met vriendelijken drang deed aij de om standers «Heengaan, nederknielond bij den armen scheepsjongen, kustfp zij hem en drukte hem aan haren boezem En zij die zwijgend van dit roerend tooneel getuigen waren, wisten toen, dat van dit ooeenb'ik af do knaap geen wees meer zou ziin. UN. D. Crt." ■T IS KERSTNACHT. 't Is Kerstdag! Neen 't, 't cn kraakt geen snee, 't en rijmt, 'b cn vriest, 't en ijzelt; fcech lijden dc arme menschen wee cn wordt hun hart verbrijzeld! Ze willen werken, maar 'fc cn valt geen werk, geen loon, geen eten: wiens hert, van ijs of ijzer, zal 't nu 't Kerstdag is, vergeten? Geeft milde, geeft, die hebt en houdt Van God zoo milde gaven; 't wordt anders al, uw geld cn goud, naast u in 't graf gegraven. Geeft milde, gij die kersten zijt, En Kerstdag komt te vieren; geeft milde, alzoo men in vroeger tijd gaf milde aan menschen en dieren; en Hij die mensche en dier bemint die u, o mensch, verheven, vcrgod'lijkt heeft, Hij zal 't. zijn Kind o nicnscheens r-cdei'geven. GEZELLE. Oplossingen van de Ilcbus worden verwacht voor Woensdag 29 December 12 uur v.m. Onder dc goede oplossers wordt ccn Bloemvaas verloot.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1926 | | pagina 10