dactie zoo to wijzigen. Met do formeele 1
kwestio is spr bet oens, maar dan moe
ten we er een naar huis sturen. Daarom
■wil spr. er voor dit jaar 4 laten.
De Voorz.: Do requestrantcn wisten
m i. alles; spr. hooft geen bezwaar tegen
hetgeen de heer Loerakker wenscht. De
besluiten werden altoos met alg. st. ge
nomen.
De heer Fijma betreurt het toch, dat
een adres, ingekomen 8 Nov., eerst 10
December wordt behandeld. Er zijn reeds
werkloozen to werk gesteld, hetgeen spr.
toejuicht.
De Voorz.: Ik zou geen bezwaar hebben
tegen een permanente commissie. Er is
echter geen geld in kas. Officieel zouden
we dus pas mogen beginnen met 1 Jan.
Doch B. en W. werken reeds in de ge-
wenschtc lijn. Helaas zijn er thans reeds
151 werkloozen en om de 3 dagen wor
den 60 te werk gesteld.
De heer Loerakker: Do toezegging is
mij genoeg, doch is er voor, dit jaar 4
leden te benoemen. Benoemd worden de
zittende leden* de heeren Fijma, van
Houten, van de Loo en Selborst, die de
benoeming aannemen. De Voorz. felici
teert hen en zegt, dat B on W. de hee
ren spoedig bij elkaar zullen roepen.
Bij de rondvraag deelt de Voorz. na
mens B en W. het volgende mede: We
staan aan den vooravond van de oplos
sing van een gewichtig vraagstuk: de
communicat e HaarlemLeiden. Spr.
wcnscht mede te deelen, wat B. en W. in
dezen hebben gedaan. De Dir. der N. Z.
H T. deelde hun college mede, dat, in
dien de concessie aan de autobus werd
verlengd, de tram op 1 Febr. of 1 Jan.
zou worden stopgezet. Na de mededeeüng
der cijfers van de verliezen, was dit
voornemen alleszins begrijpelijk. Kreeg
de bus geen concessie, dan wil de Dir. de
lijn electrif cetren. Na ernstige bespre
king werd ons do vraag gesteld: Wat zijn
B en W van gedachte in het belang der
gemeente of een electrische tram of de
autobus. Ons College achtte het wen-
schelijk, in dezen ook het gevoelen te
kennen van de dag. besturen van Lisse
en Sassenheim. We hebben hier over de
kwestie met die heeren vergaderd en de
keus was niet moeilijk, als we ons ver
stand laten spreken. Alle 3 gemeenten
waren het eens: de Tram. Maar geen
willekeurige regeling van vertrek en ta
rief. Er zal na 3 a 4 maanden moeten
begonnen worden. De Directie verzekerde,
dat het net met een jaar klaar is. Mede
werd verzekerd een dienst van 20 minu
ten in beide richtingen .Na deze bespre
king werd een request, uitgaande van de
3 gemeenten gezonden aan Ged. Staten
van Z. H. en afschrift aan die van N.-H.
Do secretaris leest het desbetreffende
6 tuk voor.
Na bespreking van nog enkelo andere
zaken, ging de raad in gesloten zitting.
Te 6 uur wordt do openbare vergade
ring heropend.
De Voorz. deélt mede, dat inzake punt
11 B. en W. hun voorstel terugnemen en
stellen zij thans voor, aan Goed Wonen
aan te bieden een terrein, gelegen aan de
Haven, achter J van den Akker en van
voldoende grootte, om er 6 a 10 arbeiders
woningen te bouwen tegennader overeen
te komen prijs. Dit voorstel wordt aan
genomen met alg. st.
Verder stelt de Voorz. namens B. en
W. voor, indien Goed Wonen voor eigen
rekening bouwt, dat de gemeente zich
borg stelt voor het benoodigde bedrag.
Ook hiertoe wordt met alg. st. besloten.
Dan komt aan de orde punt 21: Door
trekking Nieuwe Haven.
De Voorz .zegt, dat wo daartoe grond
noodig hebben van den heer G. J. Kleijn
tusschen do te maken nieuwe Haven en
de Prins Hendrikstraat. Do prijs van
dien grond is gedeeltelijk 2, gedeelte
lijk 2.50 per vierk. M. Spr. stelt den
Raad voor, dien grond te koopen.
Bij stemming wordt tot koopen van het
geheel besloten met 93 st. Tegen de
heeren Klaver, Selhorst en Van de Loo.
Thans komt ter tafel het 3do voorstel.
De Voorz. zegt, dat nog benoodigd zijn
gronden, toebehoorend aan den beer De
Vreugd Jr. e.a. Deze worden de gemeente
voor 3500 aangeboden, ondeT conditie,
dat de gemeente den ouden heer Vlotman
tot dien overlijden wekelijks 6.50 uit
keert. Wat do grond betreft, daar weth.
de Vreug geparenteerd is aan een der
verkoopers is oen commissie benoemd,
bestaande uit do heeren Klaver, Fijma en
spr. welke tot aankoop besloot. Wat de
uitkeering aan den heer V. betreft, zoo
lang we een cn ander niet noodig heb
ben, trekken we 9.25 per week, dus be
halen nog eenig voordeel.
Dit voorstel wordt aangenomen met
alg. stemmen. Buiten ptemming hield
zich om do boven aangehaalde reden,
weth. do Vreugd.
Hierna sluiting.
DE KWAK EL.
„Eendracht maakt Macht". Verle
den week bad in Café J. Leen-
uit Roelofarensveen to neindo tot 'n ver
ders een bijeenkomst plaats van eenige
tuinders van de Kwakel met het Dage-
lijksch Bestuur der R.-K. Coöp. Veiling-
vereeniging „Eendracht maakt Macht"
uit Roelofarcndsvcen ten einde to een ver
gelijk te komen om de tuinvruchten van
hier aldaar ter veiling te brengen.
De voorwaarden van veilen en het alhier
ophalen van de vruchten werden bespro
ken. Deze voorwaarden waren voor de aan
wezigen alleszins aannemelijk, zoodat 23
aanwezigen zich staande de vergadering
bij R.'veen aansloten.
N00RDWIJK.
Gevestigd: M. Hoogeveen van Lei
den. J. C. Seijsener, van Noordwijker-
nout. L. v. d. Werken en fam. van Den
Haag.
Vertrokken: Ch. Heescher naar
Leiden. J. P. Llndhorst naar Noordwij-
kerhout. 0. E. Frank naar Schoten.
CE RIJNSTREEK.
KOUDEKERK.
R.-K. Kiesvereeniging. De R.-K kies-
vereeniging hield de algeloopen week in
ret café van den heer Lieverse alhier
haar eerste wintervergadering. Door den
voorzitter werd de vergadering op de ge
bruikelijke wijze geopend, waarna hij ver
zocht de voorlezing van de notulen van
den secretaris, welke zonder op- of aan
merkingen werden goedgekeurd.
Daarna kwam in behandeling ingeko
men stukken w o. aanbevelingen van locale
kiesvereenigingen betreffende candidaten
Prov. Staten, welke voor kennisgeving
werden aangenomen.
Hierna bracht de heer Lieverse als af
gevaardigde onder dankzegging do uitvoe
rige verslagen uit van de gehouden verga
deringen der Kamer- en Staten-Centrale.
Dqor den heer Lieverse we-d vervolgens
in een korte rede behandeld „Wat is do
R.-K. Staatspartij".
De heer Zuidwijk bracht den heer Lie
verse dank namens de leden voor zijn dui
delijk en leerzaam betoog.
In behandeling kwam do candidaat-
stelling Prov. Staten. Candidaat werden
gesteld de heeren de Ruiter, Kortekaas en
Balvers. Tot voorzitter en leden van het
stembureau werden resp. gekozen de hee
ren Straver, de Hollander en de Rooij.
Bij de rondvraag deelde de heer Liever
se mede, dat met de uitgifte der reglemen
ten nog niet kan worden aangevangen in
verband met de mogelijk aan te brengen
wijzigingen, doch, zoodra deze officieel
zijn vastgesteld, zal, in combinatie met
andere locale .kiesvereenigingen. tot druk
ken daarvan worden overgegaan.
RECHTZAKEN
VOOR DEN KRIJGSRAAD.
MILITAIRE ONLUSTEN.
Relletjes te Ede.
De behandeling van den znak betreffen
de het militair oproer te Ede door den
Krijgsraad te 's-Hertogenbosoh, die om
tien uur u aanvangen, moest tot elf uur
worden uitgesteld wegens een aan mr. De
Jong uit Amsterdam overkomen autoon
geval.
De Krijgsraad is samengesteld uit mr.
L. Vermc den, plaats, president, kapitein
H. C. van der Bijl, ritmeester jhr. Van
den Bosch, le luit. J. van Keulen en Pape;
auditeur-militair is mr. Aghina secretaris
le luit. C. Jansen.
De belangstelling is groot.
Na voorlezing van de dagvaarding werd
bet eerst gehoord verd. H. Koring. Deze
is om half tien naar de kazerne gegaan
en begaf zich met verschillende militai
ren naar kamer 47. Opgewonden militai
ren vertelden hem, dat twee soldaten in
arrest waren gesteld. Kapitein Koene
maande de militairen aan naar bed te
gaan, waarop verd. heeft gezegd, dat te
zullen doen als eerst gezegd werd waarom
de militairen in arrest waren gesteld.
Kapitein Jansen beval bekl. eveneens
naar bed te gaan en verd. heeft hem zijn
vraag herhaald. Do kapitein gaf hem een
paar minuten tijd en toen is verd. naar
kamer 48 gegaan. Een troep soldaten ging
naar de wacht en riep: „Wo neme ge
weren mee". Verd. is toen naar kamer 47
teruggekeerd. Hij ontmoette kapitein Jan
sen, die hem gelastte naar bed te gaan.
Vele soldaten kwamen joelend de gang in
en bekl. joelde mede. Ook zongen zij de
„internationale". Hij werd opgedrongen
in de richting der officieren. Toen viel
het eerst schot en vluchtten de militairen.
Verd. ging weer naar kamer 48, waar
hij werd gearresteerd.
Verd. G. Feddema zeide ontevreden te
zijn geweest, waarom weet hij niet. Het
was hem eerst niet bekend, dat twee mi
litairen in arrest waren gesteld. Kapitein
Koene beval den soldaten naar bed te
gaan. Het was een vreeselijk oproer en
verd. vroeg fatsoenlijk of de kapitein hem
gerust wilde stellen. Het is onwaar, dat
hij gezegd heeft pas naar bed te willen
gaan, al9 hij wist waarom de twee mili
tairen gearresteerd waren.
Toen kapitein Jansen het bevel van naar
bed te gaan herhaalde, heeft hij daaraan
niet voldaan. Verd. stond voor kap. Koe
ne. Er was vreeselijk gedrang, maar hij
stond niet in de voorste rijen. Plotseling
boorde hij een schot en vluchtten de mili
tairen.
Verd. J. Overeem hoorde het lawaai,
teen hij zich op kamer 55 aan het ontklee-
den was. Kameraden kwamen vertellen
wat er aan de hand wa9. Hij is toen mee
gegaan en za-g een troep joelende cn
schreeuwende soldaten, wien door kapt.
Koene bevolen werd zich stil te houden.
Verd. heeft daarop aan kapt. Jansen ge
vraagd de cellen te mogen inspecteeren
en deed dit zeer luid, omdat hij zich an
ders niet verstaanbaar kon maken. Het
was niet zijn bedoeling te dreigen.
Op advies van luit. v. d. Borden ging
hij weer naar zijn kamer en boorde teen
een schot vallen.
Verd. A. do Vries zegt op een vraag van
kap. Jansen gezegd te hebben, dat de jon
gens razend waren geworden over de ar
restatie der tweo militairen. De kapitein
antwoordde, dat ze niet in arrest waren
gesteld, maar gehoord werden in verhand
met een diefstal. Verd. heeft toen gezegd:
laten we naar bed gaan, het beteekent
niets. Het rumoer bleef echter aanhou
den; er word gejoeld en geschreeuwd en
verd. deed er toen aan mee. Hij stelde aan
kap. Koene dezelfde vraag over do ar
restatie en ontving hetzelfde antwoord.
Een der verhoorde militairen .kwam in
middels terug en verd. heeft toen opnieuw
geadviseerd naar bed te gaan. Het gejoel
duurde echter voort.
Verd. W. Kobus legde ongeveer gelijk
luidende verklaringen af. Een kapitein en
militaire politie, dio op kamer GO kwam,
gelastten hem naar bed to gaan, waaraan
hij wat schoorvoetend voldeed. Toen werd
bevel gegeven hem to arresteeren. Hij
beeft zich daarbij ccnigo seconden aan
zijn bed vastgehouden uit schrik en hij
bedoelde niets kwaads, toen hij riep: Jon
gens vooruit nou, laat me niet meenemen.
Do mededeelingen van ver. Th. Schecn-
hart bevatten verder geen nieuws.
Verd. W. Wederhoven had geen gevolg
gegeven aan do verschillende somma1'
om naar bed te gaan. Hij wilde eerst de
cellen inspecteeren. Hij kon van de tien
minuten, die .rvoor gegeven waren om
naar bed te gaan, geen gebruik maken,
daar een officier op de kamer iets kwam
vragen.
Getuige kapitein Koene deelde mede,
dat hij Kobus ha<i vermaand naar bed te
gaan. Op kamer 47 zag hij Scheenhart te
midden van een aantal militairen. Er was
een opgewonden stemming. Ook Koring en
Feddema waren daar. Hij vroeg naar d
reden der opwinding en K. en F. ant
woordden, dat men niet naar bed wilde
voor de in arrest gestelde militairen wa
ren vrijgelaten. Spr. heeft over dien eisch
niet onderhandeld doch gelast, dat de mi
litairen naar bed zouden gaan. K. en F.
voerden het woord en telkens, als het rus
tig scheen te zullen worden, begonnen zij
opnieuw. Getuige hr 1 den toestand niet
ernstig geacht. Kapitein Jansen, aldus ge
tuige, had eveneens bevolen naar bed te
gaan, met name aan K. en F., die hij als
de woordvoerders beschouwde. Hij had
hun daarvoor tien minuten tijd gegeven.
Het bleef rumoerig en onder het roepen
van „Hoera" kwam een groote drom mili
tairen uit kamer 47 de gang op. Ook K.
en F. waren er weer bij en herhaalden hun
bekenden eisch.
Aan het bevel om naar bed te gaan werd
niet voldaan. Kobus eischte de arrestan
tenlokalen te mogen inspecteeren, waarop
hem uitdrukkeliik notrmanls gelast werd
naar b^d te gaan, wat hij niet. deed. De
anderen bleven intusschen ioelen, roepen
en schreeuwen. Buiten eokomen hoorde
getniee roepen „eruit". Hii heeft toen be
vel gegeven tot schieten. Volgens get. b
voM ook De Vries zich in de voorste rijen.
Mr. De Jong vrc- of de bonding van
K. aanvnkeliik den indruk maakte, onbe
hoorlijk te zijn.
Kapitein Koene verklaarde, dat zij zoo
danig was, dat hij er niet op in wilde
gaan.
Mr. De Jong merkte op, dat dit mis
schien krijgstnchteliik zoo bekeken kan
worden, maar als het in den gewonen or-
gang was?
Kapitein Koeno antwoordde, dat de ver
houding van meerdere en mindere iets
apparts is.
Op de vraag van mr. De Jong, of getui
ge een eisch gehoord heeft, antwoordt do
voorzitter, dat kanitein Koene spreekt van
een dreigenden eisch.
Verd. Feddema verzekert zün vraag fat
soenlijk gesteld te hebben. Hij stond in de
houding en sloeg aan.
Getuige kapitein Jansen deelde mede,
dat hem, toen hij op kamer 47 kwam,
bleek, dat het' rumoer 'veroorzaakt was,
omdat er militairen in arrest zouden zijn
gesteld. Getuige is moeilijk verstaanbaar.
Hij deelde roede, dat #e militairen eischen
stelden en niet naar bed wilden. K. en F.
waren herhaaldelijk in de voorste rijen.
Hij heeft hun afzondorb'lk bevolen naar
bed te gaan, maar zij weigerden. Ook De
Vries zag get. in de voorste riien. Op ka
mer 53 bewoog Fohus zich hinderlijk 'y
de voorste riien. Hij was zeer luidruchtig
en getuige acht hem een der grootste bel
hamels.
Overeem vroeg brutaal cn indisciülinair
aan getuige om do cellen te mogen in
specteeren. Het was geen kalm verzoek,
hij schreeuwde bijna en nam een brutale
houding aan. Daar Kobus aanvankelijk
niet voldeed aan het bevel, om naar bed
to gaan, beval get. hem te arresteeren. Hij
verzette zich en riep dc anderen ter hulp.
Get. heeft decenen, die hulp zouden ver-
leenen, bcdreied.
Sergeant Blankwater, als getuige ge
hoord, deed eenige onverstaanbare mede-
deelineen. Op een vraag van kapitein Van
der Bijl, antwoordde getuitre, dat dc
eischen steeds op een behoorlijko manier
gesteld werden.
De Auditeur merkt op, dat het stellen
van een eiseh aan cn meerdere in strijd
is met de krijgstucht.
Een vraag van verd. F., of hij zijn vraag
aan den kapitein fatsoeuüik heeft eesteld,
werd door getuige Blankwater bevesti
gend beantwoord.
Verd. vindt het zonderling, dat de ka
piteins het onbehoorlijk en de sergeant
het. fatsoenlijk vond.
Reserve le luitenant v. d. Borden, als
getuige gehoord, verklaarde eveneens dat
H. K. en W. herhaaldelijk den hekenden
ciscli stelden, O. zag getuige later in de
voorste rijen. Het gelukte get. do eerste
maal de manucn naar hun kamers to doen
gaan. Getuige heeft W. daarna nog hoo-
ren zeggen, terwijl hij de vuist ophief:
„Eerst do jongens vrij."
De sergeant der politictroepen Duinker
ken verklaarde den mannen, gelast te
hebben naar bed te gaan. Hij hoorde toen
zeggen: „Laten wij ook met scherp la
den." H. IC. zeide: „Als jo op de kamer
'komt, zet ik mijn bajonet op het geweer
en steek jullie eraan," later spoorde hij de
anderen ook daartoe aan. Op een desbe
treffende vraag van mr. v. Zinnicq Berg-
mann zegt getuige K. goed herkend le
hebben. Vergissing is uitgesloten.
Verdachte H. K. betwijfelt echter sterk,
pi de sergeant zich niet vergist.
Sergeant Nolthcnius verklaarde, dat \V.
een zeer dreigendo houding aannam te
gen kapitein Jansen en zeer luidruchtig
was.
Verd. W. ontkent echter gedreigd te
hebben. Hij was ook niet in dc voorste
rijen.
Een door mr. De Jong gedagvaarde ge
tuige a décharge Libasoj uit Amsterdam
verklaarde, dat do stemming onder de
herhalingsoefeningen goed was. Er was
geen geest van verzet. De aanleiding tot
liet voorgevallene is een kleinigheid gc-
weest.Eenigen hebben zich dadelijk ge
roerd. Er was algemeen nieuwsgierigheid
en daarom was getuige er heengegaan.
Ook K. v. d. Meer te Amsterdam ver
klaarde niets van een oproerigen geest
onder de troepen gemerkt to hebben. Ook
verzekerde hij, dat dc geest bij deze her
halingsoefeningen beter was dan authrs.
Hem is niets gebleken van eenigo voor
bereiding igan het verzet.
Getuige D. Snel te Huizen ontkent ook,
dat er voor het relletje een oproerige geest
heerschte. Van een plan, om verzet te ple
gen, was hem niets gebleken. Men was al
leen uit nieuwsgierigheid gaan kijken.
Getuige Graefkens verklaarde, daA het
rumoer niet in de voorste rijen werd ge
merkt, maar uit de achterste rijen kwam.
Van een oproerigen geest van H. K. is
hem niets gebleken. Hij is een sympathie
ke jongen.
Getuige J. Nielen had evenmin iets van
een oproerigen geest gemerkt. Volgens
dezen getuige en get. Snel, is O. een goe
de jongen.
Het getuigenverhoor is geëindigd.
Na de pauze kwam de auditeur-militair
mr. Aghina aan het woord. Spr. releveer
de hoe het gebeurde zich heeft toegedra
gen.
In den a.ond van 20 Sept. zijn twee
menschen aan de politietroepen overgege
ven. Direct daarna ontstond op de be
trokken kamer eenig rumoer. Na het weg
halen der soldaten gingen allerlei geruch
ten, o.a. dat er iemand in de cel was, die
gestoken was. Er was niets van waar. Do
twee militairen waren meegenomen om
verhoord te worden. Het kon wegens den
dienst niet op een ander uur. Het afhalen
gebeurde op kamer 49. Eenigen gingen
het op kamer 47 vertellen. Zoo ontstond
een actie om te weten te komen wat cr
aan de hand was. Kapitein Koene kwam
in de kazerne en zijn argwaan werd ge
wekt, doordat H. Koring daar rondliep en
ieder aansnrak. Later kwam ook Scheen
hart er bij. Er heerschte een opgewonden
stemming en aan de vermaning van kant..
Koene om naar bed te gaan werd niet
voldaan. Feddema en H. Koring stelden
eischen aan kapitein ICoene, die er niet
over discuteeren wilde. Toen ontstond een
woordenwisseling. Het rumoer nam steeds
toe. Verschillende meerderen deden po
gingen om de rust te bestellen, doch nie
mand gehoorzaamde, zelfs piet toen een
termiin werd gesteld. Er werd hoera ge
roepen en een groot aantal personen
drong zingend en joelend de gang binnen,
die weldra tjokvol was.
Koring en Feddema weigerden opnieuw
gehoorzaamheid. W. Kobus kwam in de
kazerne en sloot zich direct met groote
animo bij de herrie aan. Hij stelde dezelf
de eischen en stond in de voorste rijen,
evenals Overeem.
De res.-kapitein D. Bruyne maakte een
einde aan de herrie door te laten vuren.
Alle punten der dagvaarding zijn volgens
spr. ruimschoots bewezen. Gezamenlijk is
hier gepleegd het misdriif militair oproer.
De feitelijkheid vereischt door art. 124
ligt in de kreten „er uit". Büna was het
misdrijf muiterij geworden. Alle beklaag
den voor zich zijn schuldig aam het mis
driif „militair oproer".
De hoofdschuldigen zijn Koring en Fed
dema. Getuige Blankwater vond het op
treden behoorlijk, doch do krijgsraad zal
het daarmee wel niet eens zijn. Er kon
hier geen sprake zijn van het stellen van
eischen. Toen do menschen met die eischen
voor den dag kwamen en bevel kregen
naar bed te gaan, kon er van verder on
derhandelen natuurlijk geen sprake meer
zijn. Ook ten opzichte van Overeem is het
ten laste gelegde bewezen. Het optreden
van Scheenhart. is zeer na vevwant aan het
optreden van Koring cn Feddema. W. Ko
bus, die later in de kazerne kwam toen
het oproer al aan den gang was, sloot er
zich direct b aan en verzette zich bij de
militaire politie. Bekl. ziin te beschouwen
als de belhamels. Spr. acht de feiten van
hoogst ernst'igen aard en alleen het loffe
lijk optreden der meerderen heeft erger
kunnen voorkomen.
Er is hier geen sprake geweest van een
comolot de geest onder de troep was
gelukkig goed. Niettemin bliift hetgeen
geschied is een ernstig misdriif. Spr. ver
onderstelt dat de verdedigers clementie
zullen pleiten. Hij meent dat de Krijgs
raad voor een mociJnko beslissing staat,
te meer daar de beklaagden altijd goed
hebben opgepast en kostwinners zijn. Maar
wat zou er gebeurd zijn als door een ge
lukkig toeval geem- einde was gemaakt
aan dit tumult?
Spr. vroeg ten slotte schuldig verklaring
van allen aan militair oproer en voor H.
Koring en Feddema aan opzettelijke on
gehoorzaamheid tweemaal gepleegd,
Scheenhart opzettelnke ongehoorzaam
heid, Overeem en Wederhoven opzettelijke
ongehoorzaamheid en het bedreigen van
een meerdere met een kwaadW. Koring
opzettelijke ongehoorzaamheid, feitelijk
insubordinatie, mondeling opruien, twee
maal gepleegd en het bedreigen van een
meerdere met eenig kwaad, en veroordee
ling van beklaagden tot: H. Koring cn
Feddema 12 maanden, Scheenhart 10 maan
den, Overeem 8 maanden, Wederhoven 7
maanden, W. Kobus 9 maanden gevange
nisstraf.
De pleidooie:\
Mr. S. de Jong, Amsterdam, verdediger
van H. Koring en Overeem, meent, dat er
niets onbehoorlijks is geschied. Toen op de
eenvoudige vragen geen bevredigend ant
woord was gekomen, is er een zekere
stemming ontstaan. In grooten getale iB
men naar de gangen geloopen uit nieuws
gierigheid. Deze zeven militairen zijn ge
dagvaard, maar zij verkeeren in precies
dezelfde positie als de honderden anderen,
die hebben meegedaan, maar niet zijn ge
dagvaard.
Men moet aantoonen dat er feitelijkhe
den (lichamelijke aantasting der officie
ren) hebben plaats gehad en dat is niet
gebeurd.
De Krijgsraad zal zijn cliënten alleen
kunnen veroordeelen wegens ongehoor
zaamheid. Een eisch van 12 maanden voor
Kering is exorbitant.
Van Overeem is alleen komen vast te
staan, dat hij niet voldaan heeft aan de
aanmaning om naar bed te gaan. De straf
van acht maanden daarvoor acht pleiter
veel te zwaar.
Pleiter vertrouwt dat men verdachten
niet zal doen boeten als zondebokken voor
wat zij niet heb' -n gedaan, omdat het
hier ook gaat om den strijd tusschen het
niet-leger en het leger.
Jhr. mr. Van Nispen tot Sevcnaer, ver
dediger van Feddema, stelde zich op het
standpunt, dat we een goed leger moeten
hebben, waarbij de krijgstucht wordt ge
handhaafd. Volgens pleiter is zijn cliënt
niet de schuldige, achter do zaak schuilt
een verzet van zekere zijde. Het in Den
Haag gehouden congres heeft veel tot het
gebeurde bijgedragen. Do groote pers
beeft ook schuld. Spr. denkt dan aan een
bepaald groot blad dat altijd afbreekt,
zonder een leidend beginsel te hebben.
Verdachte is geen oproerkraaier, daar
om vervalt voor hem het eerste deel der
dagvaarding. Hij vraagt goen dementie,
doch een rechtvaarcii - vonnis jegens een
eenvoudigen jongen, die zich liet raecslee-
pen door zijn gevoelens. Pleiter hoopt dat
de krijgsraad een vonnis zal vellen, dat
wellicht niet verwacht zou worden, doch
dat getuigen zal van moed, en rechtvaar
dig zal zijn.
Mr. P. Loeff pleitte voor zijn cliënt nie
tigverklaring van een deel der dagvaar
ding.
Mr. E. van Zinnicq Bergman meende,
dat van een militair oproer hier geen
sprake wa9, van een feitelijkheid is niets
bewezen. Men weet niet wat bedoeld werd
met „eruit". Het is niet gebleken dat
hiermee de officieren werden bedoeld.
Pleiter gelooft dat de krijgsraad geen iter
beklaagden zal kunnen veroordeelen we
gens militair oproer, maar zeker zijn
cliënt W. Kobus niet, die pas kort voor
het schot in de kazerne was.
Mr. Adelmd^'er, die Wederhoven en
Scheenhart verdedigde, betoogde, dat het
vonnis een bewijs ven goed gedrag vno
de betrokken officieren zal zijn. Pleiter
bestreed verschillende punten der dag
vaaring en vond de geëischte straf voel te
hoog. Wat bekl. is ten laste trelepd ~b-
ben zij niet bedreven en konden zii niet -
bedrijven. PI. vroeg daarom vrijspraak.
Namens alle verdedigers vroeg mr. De
Jong invrijheidsstelline van alle bekKeg
den, waarvoor de kriipsraad echter geen
termen aanwezig achtte.
Uitspraak 21 December.
Relletjes te Assen.
De krijgsraad te Den Bosch 1::handelde
nog de zaak tegen een dicnstplichti^sol-
daat, van het 9e reg. inf., beklaagd van
opruiing tot muiterij, feitelijke insub teli-
natie en opzettelijke ongehoorzaamheid,
te Assen gepleegd.
Verd. bekende het tenlastgelegde.
Op de vraag of uj iets had te het
militaire gezag gaf hij een ontkennend
antwoord.
Getuige de majoor Biestraten deelde
mede, dat Verd. klaagde niet naar huis te
kunnen omdat hij in avr-st had gr '«n.
Toen hij met hem stond te praten viel
een schot waarop t. beval de militairen
in do kazerne terug te dringen. Hij heeft
verd. niet. de wuorden: „Toe jongens, zet
toch door, laat jc niet drukken!" enz. hoo-
ren spreken.
Do serg.-majoor instr. J. Ivloinn ver
klaarde dat een res. luitenant met. in
klewang voor de militairen stond. Totn
getuige kwam ging hij heen. Get. heeft
toen de mannen aan het verstand kunnen
brengen, dat ze verkeerd deden. Hij vend
goed, dat een commissie een ondeyh ud
met den majoor Biestraten zou 'ion.
Onder het praten boorde hij verd. de len-
lastegelegde woorden uiten. Verd. begon
over allerlei persoonlijke dingen te praten
en toen get. zei, dat hij wel deed of de
beele beweging voor hem plaats had, ant
woordde hij, dat dit ook zoo was, want hij
was de clown van dc compagnie.
De auditeur-militair wees erop, dat deze
onlusten van heel anderen aard waren e*»
veel ernstiger gevolgen hebben gehad dan
die te Eden. Verdachte was in de cantine
getracteerd, ha-d te veel gedronken, is zin
gende over het terrein getrokken en was
een der opstekers. Hij erkent de air1-
te hebben willen overhalen. Spr. vorderde
schuldverklaring aan opruiing en veroor
deeling tot 12 maanden, met aftrek '-an
voorarrest en met ontslag uit den dienst.
Mr. S. Lion vroeg vrijspraak op juridi
sche gronden.
Uitspraak eveneens 21 Dec.
De erfenis van den oom uit Amerika.
Voor het Gerechtshof te 's Hert gen-
bosch stond in hooger beroep terecht Hen
drik van D. uit Doornspijk die op last van
zijn vader een Amerikaansche cheqv 'er
waarde van f51.635.20 ten name van Fre-
derik van den D. had verzilverd cn zich
daarbij bediend had van een valsche
handteekening.
De rechtbank te Breda had verdachte
van dc aanklacht wegens oplichting vrij
gesproken.
Het O.M. kwam van het vonnis in hoo
ger beroep.
Het betreft hier de erfenis van een oom
van Frederik van den D„ die ziek uit Ame
rika kwam waar hij jaren geleden was
heengetrokken. Hij werd opgenomen teil
huize van zijn ccnigcn broor to Doornspijk
waar hij reeds na eenige maanden over
leed. Zijn geheeld nalateuschap had hij
mondeling aan zijn broer vermaal::, dio
er geen notaris bijhaalde en ook geen
succesiercchten betaalde, doch eenvoudig
zijn zoon naar Breda stuurde oui^ de
cheque tc wisselen. Het geld werd in een
carbidbus in de schuur in den grond ge
stopt. Toen de zaak uitlekte, werd or
huiszoeking gedaan en het geld in beslag
genomen, terwijl do zoon des Ir izcs ver
volgd werd wegens oplichting.
De adv.-Gcn. bij het gerechtshof eisthte
een jaar gevangenisstraf en teruggave van
geheel liet kapitaal aan alle rcchtin'i"igo
erfgenamen. De verdediger betoogde dat
verdachte, in zijn domheid te g"1 :or
trouw had gehandeld en vroeg vrijspraak.
Uitspraak 27 Dec. a.s.