WEEKREVUE. Een koningin op reis. gel is loch ongelijk verdeeld in do we- dal zal iedereen met Daantjo eens «eten zijn. Bijvoorbeeld: de koningin van loanenië is op reis. As Daantjo vroeger reis gong tegewoordig is dal natuur- y\ anders dan was der niemand die uu hem keek, behalve natuurlijk ze jouw die hem sekuur in do galen hield, flou gaat die koningin op reis eu nou jol uwes cs zien hoeveel drukte of der voor ktsr gemaakt wordt, alleenig omdat ze :ou toevallig koningin is cn dat is niet KM baar schuld, want zij kan het loch ick niet helpen, dal ze al prinses was, ie nog met luiers werkte net as Jtontje toen die nog in de wieg lag. Ze hoefde toen alleen maar to trouwe koningin te worde en waar andere uenscbe dikwijls gesjochie worden as zo uouwe gaan, kwam zij der juist glad bo- ien op. En nou is ze op reis, of u het ge- JoöTen wilt of niet, met 283 tweehon- jird drie cn tachtig koffers. Jfou zou Daantje wel is wille weten wat bar allemaal in zit, zelfs roo cga kan ejI geen mogelijkheid do inhoud rade, en b begrijp as een vrouw dat niet weet, dan «Kt Daantje het natuurlijk heclemaal lid. IsDaanljc op reis gaal, dan pakt ic een Undkoffertjo en daar doet ic in ze pie- jama, eon verschooning, een kam en drie ichoono zakdoeken en duurt de reis wat linger dan mag het aantal reisingrediënlcn lich misschien vermenigvuldigen, een kof- Ier heb Daantje toch alleen maar noodig g ie gaat verhuizen en dal gebeurt nogal km. Alleen as ie vrouw meegaat komt er ten koffer te voorschijn, maar dal is meer Toor de vorm dan omdat het noodig is, wodal Daantje maar zegge wil, dat die 283 koninklijke koffers niks anders is dan flauwe kul. As een koningin op reis gaat, mol ze vooral in deze rcvelusinaire tijd oen beetje rcklame make voor der zaa- kie, want der zijn de laatste jara al zoo- teel Loningen en keizers op slal gezet, dat degene die cr nog zijn een beetje rcklame wel kennc gebruiken. Vooral in Amerika Leb zo het dan ook prachtig voor mekaar gebokst» ze heb der eigo late inlervjocwen, fotograveeren en filmen. Zo heb bande vol fold gekregen voor der handleekening, al lerlei minderwaardige producte zijn ineens in prijs gestege, toen zij haar naam daar- wn verleende, waar zo natuurlijk een aardige grijpstuivcr aan verdiende, overal ii ze plechtig onlvange en kreeg ze na- tnurlijk voor niks te eten. Ze had een eigen trein wat Daantje allocn maar had toen ie acht jaar was, en geschenken tol auto's vliegmachines toe werden haar bij bos- l.s thuis gestuurd- Hel eenigslc geschenk iat zo weigerde was een „Fordje", dat *as beneden der stand, zoodat zo nou bij Bicneer Ford absoluut uit de gratie is. £n dat allemaal alleen, omdat zij nou loc- jillig koningin is cn mo vrouw niet. Ten slotlc hebben de krant van allerlei beroemde mannen bun oordeel over haar gevraagd en dal heeft natuurlijk allemaal kng on breed in de krant gestaan. Maar Jo eenigsle, met wien Daantje hel eens is, Jat is de groole uitvinder Edison, die ton hem gevraagd werd wat hij over do koningin van Roemenië dacht, zee: ,,Tk Jeuk er niet over", lelijk had ic DE VERJAARDAG. Aan het einde der Rue de Rivoli, waar deze haar deftig karakter ecnigszins gaat verliezen, omdat zij in een winkelstraat overgaat, stond destijds 't was in de dagen van het derde Keizerrijk een buis van drie verdiepingen. De beneden verdieping werd ingeuömcn door een drietal winkels; een kruidenierszaak, een fruithandel en een speelgoedwinkel. Op de eerste étage woonde een stokdoove oude lieer met con huishoudster, <!ic nog doover was dun hij. Anderen hadden hel op die verdieping waarschijnlijk niet uit gehouden, want op de tweede étage woon den wij studenten, die soms op een der kamers bijeenkwamen en dan in onze luidruchtigheid wel cons vergaten, dat er nog anderen dan wij in het huis verhie ven. Er woonde namelijk boven nog ecu buisgezin op een soort afgeschoten vlie ring, dio door een afzonderlijken opgang te bereiken was. Dit gezin bstond in een ex-doccnt in do letteren, die er mager en poover uitzag, eeu ziekelijko vrouw, voortdurend bedlegerig, en een zesjarig dochtertje, een aardig kind. De winter had in dat jaar vroegtijdig zijn intrede gedaan. Een donkere sneeuw lucht hing boven Parijs cn de sneeuw- bleef in de stad liggen, wat zelden voor komt. De daken waren wil van de sneeuw en ijskegels hingen aan do kozij nen der vensters. Het was zoo koud, dat Jiel annexe publiek gelegenheid werd ge- gegeven zich in verwarmde lokalen wat te ontdooien en deze lokalen waren on danks den vunzigen reuk van natte kloo ien, die er vaak hing, steeds hing, steeds gevuld. Ik was jarig cn dal wilden wc vroolijk met ons tienen vieren. Maar het moest op niet te dure wijze geschieden. Een onzer hadden we als diplomatieke vertegen woordiger bij do fruitvrouw benoemd, die bij ons }>exoemd was om de wijze, waarop zij een smakelijk diner wist te bereiden. Zij zou ons voor vier franc per persoon doen smullen en verder zorgen voor champagne en dessert, en alles wal we nog meer noodig luidden. Tc acht uur zou het diner beginnen, dat aangerecht zon worden op do groot ste kamer, die van Jean Nérier, student in do medicijnen uit Claviguy, die later helaas met het schip is vergaan, waarop hij een reis als scheepsdokter medemaakle 't Was een jongen met een excellent hart! Reeds te zeven- uur kwamen oenigen onzen, op zijn kamer hijecn, om mode te helpen aan do voorbereidende werkzaam- •heden. Het vertrek stond vol rook, toen wc binnentraden cn we zagen Jean lol onze verbazing op een stoel staan, met een kachelpijp in tlo hand. Sstü fluisterde hij toon wij'hem ophel dering wilde vragen. Sri! Luister!. Eu met do hand wees hij naar den .schoor steen. Wc begrepen hem; er was wal af to luisteren. En wij gingen onbekommerd ever. onze onbeschaamde handeling, als ecbto luistervinken ouder den schoorsteen slaan. Duidelijk konden wo het gesprek hoo ien wat gevoerd werd door een fijn kin derstemmetje en do diepe, ietwat trillende stom van een volwassene. Do schoorsteen bracht het geluid als ccn spreekbuis over. Bij do heeren studenten is hei feest vader. Een is ar jarig. Nel als ik. Heb ben allo menschcn feest, vader, als zo jarig zijn. Wo hebben geen feest, lieve .Agues Als je groot bent, dan houden wij op zoo'n verjaardag ook een diner. Maar Marietjo van den kruidenier was vorige week jarig cn daar was wel feest. En zij kreeg ccn pop en koekjes. Er ontstond een oogeiiblik stille, waar na de mannenstem hernam; Wel mogelijk, maar Marielje is mis- sebio zoeter dan gij. Neen, dat is niet waar. Marietjo krijgt op school altijd straf van de zus- Ier, omdat zij zit te babbelen en haar werk nooit af heeft cn met inkt op de boeken morst. Zoo'? Nu gisteren dacht ik nog, dat ik je misschien wal geven kon. Gisteren -ging ik uit cn ken ik laat thuis gegkomen. Eu toen moesten we zonder eten naar bed. Weer ontstond er stilte. Ik keek Emilc Dakbert aan; hij veegde een traan uil liet oog. Dio verduivelde rook, mofnpcldo hij. Zeg dut wel, zei Pierre Beaujon, toekomstig jurist, wien eveneens do lia nen in do oogen stonden. Op nieuw werd do stem van- het meisje gehoord. Moeten we nu weer zonder eten naar bed, vader? Neen, ik heb een brood voor ons LIED VAN DEZEN TIJD. DE JUBILARIS. Ik ben gehuldigd overal 'o woord en in geschrift, Omdat ik nooit iemand bestal Of eens heb opgelicht. vierde toen mijn zilv'rcn feest, •v'cn wenschle mij geluk: •k bent altijd eon man geweest, ben kerel uit één stuk. Het stond te lezen in de krant Mijn zilv'rcn jubilee, Ik kreeg een groote bloemenmand Men deelde mij toen mee, Bat mij doez' hulde was bereid Oni wat ik had gedaan, want zei men mij ion allen tijd nas 'L recht door zee gegaan. Ik was ren voorbeeld, nooit gezien, Voor 't jongero geslacht. Al kreeg ik nooit wat ik verdien En *u werd waard geacht. En mijn patroon sprak zeer ontroerd Van trouwheid en talent, Zijn keel werd hem haast dichlg< snoerd Ik was zco'n bravo vent. ►k Werd al maar gefeliciteerd Door heel het personeel, Van wat ik deed was niets verkeerd Ik wcrklo lang en veel. Zoo werd ik heel den dag geplaagd, Want ik was goed cn braaf Tot i!c mij zelf heb afgevraagd Ben 'k soms cm witte raaf. leed kei, En toch voor alles wi l ik i Kreeg ik geen hoogcr loon. Als 'k opslag vroeg, daar 'k aruio Dan tierde mijn patroon. 'k Wist zelf heuscli niet, dal ik altijd Het goede had betracht. Ik J>en het streelt mijn ijdellieid Toch beter dan ik dacht. TROUBADOUR drieën dat zoo groot is, dat wc er wil twccuioal ïuee kunnen ilocu. Bij de zusters lubben de kinderen likkers op hun brood: ik hd> dr.l wet eens geproefd.... heerlijk. Foei, Agues, vraag je hoterliamiiten aan die kinderen? vroeg de voder óp bc- S'raf (enden loon. Neen pa, maar ik krijg z: van do zuslev-oversle. Op schooldagen heb ik noc.it zoo'n hon ger, alleen op Woensdag- en Zaterdag avond en op Zondag. Arm kind, mompelde de vader, op een toon, die ons 'n rilling door dc leden joeg. Andere kind oren zien verlangend uil naar die vrije middagen en den Zou- dag, waarop zij naar hartelust kunnen fcjMilen, en uitgaan met bun ouders, ter wijl gij.... En dan zijn cr munschen, die klagen doch kunnen arbeiden en den hunnen het noodige geven.... Kom kiud haal me eens ecu karaf met water.... beneden aan de pomp. Wc begrepen, dut li ij zijn tranen voor zijn kind wilde verbergen. Jeau Nérier trad van zijn stoel af. Kom, wc zijn met ons tienen, zei liij. Rijk zijn we niet, maar we kunnen elk wel tien francs missen. Allen tasttton in hun zak: goud, zilver en koper werd in Nérier's hoed geworpen; honderd francs was spoedig bijeen. Hij zette den hoed op, na dien geledigd 1o hebben, en trok zijn jas aan. Daarna holdo bij dc trappen af; niemand vroeg waarheen hij ging. Binnen enkele minuten was hij terug, met do woorden „in orde." En op onze vragende blikken, zeidc hij verder; Wel, heel eenvoudig! Ik ben naar do fruitvrouw gegaan cn heb daar voor het geld een biljet van honderd francs gewisseld later zullen we nog wel eens tcL'on vat er te veel of te kort was cn kon het dochtertje van dien stumper nog juist ontmoeten bij de pomp op de plaats, waar zij IrLsch water voor haar vader haalde. Het spijt me, dal wo met dien armen kerel zoo vaak een loopjo genomen hebben. Stil, ik hoor dc kloino boven komen. We spitsten allen weer do ooren. Vader, zie eens, er was een mijnheel' bij do pomp, dio beeft mij dit prentje tot geschenk gegeven, omdat ik jarig ben. Een bankbiljet van honderd francs! riep do vader op verbaasden toon. Maar dat is onbegrijpelijk. Iviud, hoe kom je daaraan? Gekregen pa! Ik stond op de plaats bij de pouip on toen kwam daar een mijn heer en dio zei mij; Daar, Jessie, dat is voor u. Hot Kindje Jezus zendt dit u. Kent u liet Kindjo Jezus, vroeg ik. Ja, ja, ik ken Hef, zeide hij. Zoo ging het. Van wien kan dal komen, mompel de do vader. Maar vroolijk zeidc hij wal luider: Jessie, z?t vanavond je schoen tjes onder den schoorsteen. We hoorden niet meer wal er verder gesproken werd, want de fruitvrouw kwam up ik? kamer om het diner tc bren gen. Foéi, luie jongens, riep tij Al den lijd weer verknoeid! Niets is er klaar! En wal een rook! Stil moed-r Vauderct, we zuüen u helpen. Wel, riep Beaujon, die het eerst het woo id nam, ons diner is niet zoo luister rijk als wij ons hadden voorgesteld. Het eten is er wel, maar geen champagne, geen illuminatie, geen punchbowl. Docli dat is niets; ons geld is nog beier besteed. Nooit hadden wo vroolijk er feestmaal. To elf uur werd er bescheiden aan onze deur geklopt; lot onze verwondering was hot de docent iu de letteren, die bin nentrad. Ik vraag u duizendmaal vergiffenis, heeren Ik weel dat u feestviert, maai' mijn vrouw is ziek. Ik heb vanavond den dokter laten komen en hij is van oor deel, dat rustig slapen haar good zal doen. Op dit oogcnblik kwam een klein kopje door do deur. Pas ar, pij zal u herkennen, zei ik lot Jean. Hij hield zich buiten den lichtkring on zeide: Wees gerust mijnheer, over tien mi nuten zal alles bier in huis stil zijn. O, vader, dat is dio mijnheer, die mij dat mooie papiertje gegeven heeft. Ik hoor het aan zijn stem. De trots von den man bezweek bij die woorden van zijn dochtertje. Dikke tra nen rolden over zijn wangen en geroerd sprak hij: Ach, heeren, lmo zal ik u dan ken voor zooveel goedheid. Wij wilden natuurlijk zijn dank niet aanvaarden Hij werd gedwongen oven to gaan zitten om ccn glas mijn te ge bruiken En de bandon en het schortjo van het kind werden gevuld met wal er van het dessert was overgebleven. Wo beloofden den docent lessen Ie In-zorgen en vonden dio ook werkelijk voor hem. Wat was er van hein geworden? Wat is er van de studenten geworden, die. met hem rond de tafel zaten? Dc weet het niet; het lot heeft hen naai* allo zijden verstrooid, we hebben elkaar langzamer hand vergeten. Maar één zaak is geble ven: de herinnering aan een goede daad oi> mijn verjaardag. „Hsgz." KALENDER DER WEEK. BIJ HET LIJKJE VAN EEN KIND. 't Kruipend rupsje, moe gekropen, Afgetobd in de enge rel, JJr ik zijn kluisje fladd'rend open, Klapwiekte uit zijn dorre schel. Zie, daar wiegt hel, zie, daar xucaft lie Aardschol damp en druk ontvlucht; Hooger vliegt hef, hooger leeft het. Zat gespeeld in lager lucht. Moeder, droog de natte wangen. Tuur niet op dc doode pop, Blijf niet nan hel webjo hangen, 't Vlindertje is niet te vangen, 'e Itemcis eng'leii vinam 't op 11 TOLLENS X.13. Als niet anders wordt aungeuever. f .tderen dag Gloria cn do gewone Prefa tie. Geen Credo. ZONDAG, 21 Nov. Zes cn twin li !- j lo en laatste Zondag na Pi n k- s teren. Mis: I) i c i t Do minus, 2e gebed en laatste Evangelic van O. 1- Vrouw Presentatie. (Maria's Opdracht in don tempel) Credo. Prefalio v. d. Allerh. Drieeenheid. Kleur: Groen. Het einde van hei kerkolijk jaar doet ons denken aan het eindo van al het aard- sehe: aan het eindo vau de wereld, wier ondergang, gepaard gaande met ontzet tende verschrikking cd verwarring, het H. Evangelie oni beschrijft; aan het einde cok van onze eigen ballingschap op deze aarde (Introilus). Bezorgd voor onzo zi- ligheid vraagt onze Moeder de H. Kerk aan God onzen wil op te wekken tot een leven Gode waardig, steunend op dc ken nis va» Zijn 11. Wil (do geboden), vrucht dragend in goede werken (gebed en Epis tel): onzo barton te onthechten ann li t nardscho (dot voorbijgaal), eu, genezen van iedere zielewcnde (Poricommurtic), <2 trekken tot Rem, (die blijft in eeuwigheid: fstilgebed). Want dan zuüen wij met ver trouwen liet oordeel tegemoet kunnen zien (Evangelie) en deel hebben aan de erfe nis der heiligen (Kpiatel). Vragen wij mrt öc H. Kerk de zaligheid voor ons zeivar en voor alle mctischcn met onwrikbaar ge loof en vertrouwen en zij zul ons gewor den (Communie). MAANDAG. 22 Nov. Mis v. d. H Ca ec ilia, Maagd en Martelares: Lo- cjuebar. Kleur: Rood. Door hare standvastigheid in hel bewa ren barer aan God toegewijde zuiverheid, bracht de legen haar zin gehuwde Caoci- lia haren echtgenoot Valerinnus lat h'T ware geloof en eveneens Tiburlius. huren zwager. Na den marteldood van Valeria- mis cn Tiburlius werd ook Caccilia ge marteld cn overleed aan een bekomen halswcnde. Misschien wel naar aanleiding van de Anliphoon: „Onder begeleiding van orgelspel .tong Caeeili i voor den Heer" wordt zij vereerd als do Patrones voor zang cn muziek. DINSDAG, 23 Nov. Mis v d. If. -Cla- mens I. Paus; Martelaar: Dici? Dominus, 2e gebed v. d. H. Pilicilas, Martelares. Kleur: Rood De heilige Clemens was o« n der mede werkers van den H. Apostel Paulus (zie Epistel van den 23en Zondag na Pinkste ren). Onder de vervolging van keizer Tra janus werd Clemens verb innen met veie Christenen en veroordeeld in steengroeven te werken. De twee volgende wonderbar? feiten worden van Clemens verblijf in do groeven vernield. Bij IieerAchend waterge- 1 rek bad de Heilige 10| God. Daarop zag Clemens het Lam Gods slaan /op concn berg en toen men daar ging graven, ont sprong een stroom van water, zoodat allen hunnen dorst konden lesschen. Ten zeerste over dit wonder vertoornd, wierpen de heidenen Clemens in z.e.% na eerst hem aan een anker vastgebonden ie hebben, i Vandaar dat de Heilige Clemens wordt afgebeeld in pauselijk of ook wel bisschoppelijk gewaad mei een anker om zijn hals of in zijn hand). Op hel gebed der Christenen echter week de zee terug en word er zichtbaar een verwoesten tem nel, waar het lichaam van den Heiligen Cle mens rustte. WOENSDAG. 24 Ncv. Mis v. d 1! Joannes v. h Kruis, Belijder: Or Justi, 2e gebed v d. 1! Chry Mar telaar Kleur: Wit De II. Joannes, om zjjoe gr,.ote Mc voor hel Kruis, bijgenaamd van Irt kruis beoefenaar van do volmaakte zelfverloochening, ii met do JI. Th arcs i i de groole hervormer geweest van do Orde der ongeschoeide Carmelieten in dc 16da WtlW DONDERDAG, 25 Nov. M 1 v. d. H Ca t h n r i n a, maagd en Martelares: Lo- kuebar. Kleur: Rood Van de II. Citharina is weinig niet ze kerheid hekend. Men verhaalt vau haar, daj zij zich geheel wijdde aan de studie, waarom zij dnn ook als patrones van di wetenschap vereerd wordt. Tijdons cc-, vervolging wist zij door hare wijze en wel sprekende redevoeringen do vervolger* tot andere gedachten, xo'fs toj bekoering te brongen. Gevolg was voor Cntharlna d: l.aat van keizer Maximinus, dio ban* i dr gevangenis liet werpen. Nn don dood der keizerin vroeg Maximinus Galharinu (cn huwelijk. Op hare weigering volgde keizers lieve], dat zij levend zou wordco gebonden tusscben vier met lange spijkers bezette raderen, zich bewegende in vor- fchillcnde richtingen; aldus moest zij worden vermorzeld. Doeh door vuur uit den hemel werden de raderen verteerd Daarop is Cuthuriua gegcaatld eu ont hoofd. Zooals het gebed van do li Mis vermeld, zouden Engelen later haar lichaam naar den berg Sinai godrago i Lebbon. VRIJDAG. 26 Nov. Mis v d. H. Sil vester, Abt: Os Jufili, 2e gebed v. d. H. Petrus van Aloxandrië, Martelaar. Kleur: m i t. De rechtsgeleerde, Silvoter, sloml eci's bij het geopende graf van een bloedver want. Het misvormde lijk ziende, soldo hij: Ik ben. wat hij geweWi is en wnt hij n.» j-\ zul ik eenmaal zijn Kort daarop Ijs hij de woorden van Christus: Wie na Mij ko men wil. verloochen* zich zelvon, neme zijn kruis op cn volgc Mü Silvester trok zich terug in de eenzaamheid on slichtte d Congregatie der SHvestrijncn. wier eerste Abt hij geweest is. Rijm nogonlig jarou cud stierf hij In 12117. ZATERDAG. 27 Nov. Mis v d 1! I- b r i c u 8. Bisschop en Belijder: Sfteerdo- lev. 2e gebed A. Cunclis (ter e* ro v. d. Hei ligen): 3e naar keuze v. d. priester; 4o voo doo Paus. Kleur: W i t Albrieus volgde zijn heiligen ne- f Grc- "orius op den !>'.*-rhonpolijken zetel van Utrecht N'n een achtjarig bestuur over- hod hLi in 734 en werd begraven hij zij i 11 neef in de Alólij vnn Susteron, wau» »og zijn "«dieop sch<*d<'l en ren ;,cdeo|i> zijner kleederco bewmrd wordt IN DT KERKEN PER F.. E. P. P. FRANCISCANEN: Van Zondan to« en met Dondordao .tü's uls boven, maar lederen dag bovendien Zondag als derde cn de ander» dueu at' £el gelied van bol Octaaf vnn de II Klish* belli. Vrijdag Mis v. It Octaaf v d. U. E 1 i s a he Mi. 2e i-al»ed v. d H "tnar- dna A Porto Mn»rillo: 3e v }f. Svlvei- ter 4e v d. TT. 1'etru* van Alexandria Zaterdag. M i tt v. d 7. M ernarD- rot vnn Fosse en H u m i 1 i V ;t 'i Tl i s i n i Belijder?' 2o gebed «b'n Paus. AsDBlerdam. ALBERT KOK V DE ROZEN. Ik-heb ze zien bloeien Bij T uchtendontgloeien, Nu luuigtm de bladen en ?>lortcu ij» 'l niol Tol apceltuig der «lormeu Tol aaa van de wonnen Tot .schaamte van dop haar zoo pra lend cn hof. Toen zogen haar knopjes De lavende drop jee Tot parels geronnen van hemelse hen dauw. Nu mitsen zij kleuren En apxeiden geen geuren, Eer dc avond de velden nog wikkelt in 'l grauw. Zoo zsg ik geslachten Zoo schoonheid cn Vrachten Ontluiken cn bloeien, mnur luttel bestaan, Zou fncli en verblijden In jammer cn lijden Voor 'l schemerend Westen des levens vergaan. W. DILDERDIJK. WENKEN VOOR VEILIGHEID EN VOLKSGEZONDHEID. Werp getn vr.tcr in ccn brandend trausformatorliuifje. Dc dopdelijkc stroom zou u langs den waterstraal kunnen tref fen. Bij olie (T benzincbrand, Bluscb niet met water, doch in et zand. Ondeugdelijk gereedschap, zccalH loszit tende JmmcrH, gcsohcurdo hamerstclcn, uit gesleten scbocfideutcbi, veroorzaken ernsti ge ongelukken. Goede verlichting, verv.arniié.g ea lucht- vervcrscliingcn bevordoren den I"'! lol v. erken. Voetganger. Loop niet zonder noodzaak op den rij weg en bovenal, blijf cr niet staan om oen kennis te begroeten of een praatje Ic ma ken. Beschouw dei» rij t;: als het terrein vm het rijdend verkeer, dnn kunt u met icchl hot trottoir els het uwe bcschouv.cn. Typhus, roedvonk, diphtheric. Wanneer in Uw gezin typhus, roodvonk, dan vel diphtheric voorkomt, of indien gij vreest, dat een der Uwen aan besmettings gevaar door een dezer ziekten is blootge steld, vraag dun aan het gemeentebestuur Uwer woonplaats de door het Staatstoe zicht op de Volks» /oudheid kc tcloos uit gegeven „Maatregelen" ter bestrijding de zer ziekten. Kookt do melk. Gebruik geen rauwo melk, tan zij gii j?- ker weet. «lat hot z.g. ..nïodolnielk" is. Door slechts gekookte melk lo nuttigen, kunt Gij ziekten, als b.r. typhus, voorkomen. Denkt daar vooral ook aan bij ui'slap ies en op ic»». Gozondhei.maxi. ANECDOTEN. Ni-t denkenI Ghcf: „Jo hebt het falihonl voTeerd "cd aan!" Bediende: „Ik dacht... Chef: „Jc moet niet denkon, je moei jo gezond verslond gebruiken!" Flegmatiek. Een reizend O EugeLchiuun t:rd 'n dorpskerk binnen, hij kwam ouder jireek; hij ging zitten; hij luisterde: 'n kwartiertje later koek hij op zijn horlng»», en 'n niiiiuut daarna weor. Toen boog hij zich over naar 'n ouden dorjie-ling die naast hem zul, eu vroeg fluisterend mot 'n knikje naar den predi kant: „Hoo lang preekt hij nl?", .,'n Jaar of veertig, mijnheci", ant woordde de grijsnanl. „Precies e -'t ik 't niet „Hm", i d<' Engelachmnn. ,dan /.al ik maar blijven.... Itij zal dan uu wel gauw ophouden." Moderne jeugd. Do elioolmoester komt do kla.' binnen MI wgl: „Eu nu. jongen', ga ik jullie e» n »Ji "O geven. „Weg inct den dictator!" brullen do vrijheid Levende leerlingen. Hij kan t doen! „Zeg, ik ga ine voor 'n paar jar. n uit de zaken terug trekken. ..Mank mij wal wijs! Dat heb ül zon dikwijls gezegd!" „Ja maar nu heeft dc rechter 't gezegd." Interlocals Iclephoon-gcsprekken. Vanaf Zondag U dezer berin ai voor aangeslotenen aan het telefoonnet Lei den op Zondagen evenals op werkdagen onafgebroken (dag en nacht) gelegenheid tot hel voeren van Interlocal© en interna tionale jirekkcn met pl '.i. -n ."»:- eeiM voor doorloopend dag- en nQclrtver keer aangcwezciL

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1926 | | pagina 15