WEEKREVUE.
Daantje aan hel fuiven.
As Daantje uwes non vcrlel, dat Me
vrouw Slokop niot I-ui!? der Daantje ken.
dan hoof Daantje u ook n:el to vertelle wat
een heibel liet an ze kop heb gekost, voor-
da! ie liet voor mekaar had gebokst, dat
je alleen naar die vrijgeze'lenfuif toegiug.
Siao?s mijn maar niets.
As Daantje dan ook zegt, dat hel er vrij
gezellig was dan zegt io veels te kort. want
Iihi was er een origiiieelc pan. Mc vrouw
vier eerst wel een tikkic fuil, omrede zo
niet mee nioch, maar Daantje dacht bij ze
cigo, jonge, op zoo'n fuif staat ze je in
den weg omrede ze een feguur heit as een
opgepropte wasehzak. Daantje mol ze eige
kenne ontplooie. In 't begin gong liet def
tig en omrede me vrouw me een heclc zood
wijze lessen over de etikelle gratis voor
niks niemendal had meogpgevo begrijp u
dtTek asdat Daantje een reuze feguur
floeg Der ware me artiesten bij, een ban
delaar in besmettelijke ziekten, ten minste
daar studeerde hij voor, oen reiziger in
rukwinden, twee koekfabrikanlo oftewel
handelaren in maagverstoppinge, een
koopman in weiland met (oebehooro, een
aszuurransiemeneer, een paar schattige
jongedames (clc getrouwde natuurlijk niet
meegerekend) en Daantje as sjoernelist.
Zooas u ziet een elict gezelschap. Daantje
voelde ze eige net as een schooljonge, die
onverwaehts een vrije middag heb. Eerst
wier der wat muziek gemaakt, meneer Ka
Ruzie (do schrijver bedoelt hier waar
schijnlijk Caruso. Red.) zong op de gram-
mefoon, der wier thee rond gediend met
gebak, waar de handclarc in maagverstop
pinge voor bedankte, om rede het uil der
lui eige fabriek kwam. Daantje vond dat
vel wat eigenaardig, zoodat ie eerst ook
maar wou bedanke, maar bij nader inzien
nam ie toch maar een taartje, maar hij
liet ze eige toen eerst toch voor de sekuu-
rigbeid verrasseroeren bij die aszuuransic-
raoneer. De reiziger in rukwinden begon
weer op de grannnefoon te spcio. hel wier
nou een jas-boude zeëe ze, en dal kwam
krek zoo uit ook, want ze trokke allemaal
der lui jassie uit en bogonne te danse.
Nou mot je voor te danse net hij Daantje
weze, die hel) oen reuze hand van danse,
daar kon geen enkele (lans-zeur tegen op.
Zelf dio meneer uit Bordoo niet, die 223
uren aan een stuk doorhopsle. Je ken wel,
aan die man ze naam hooren da! het een!
reuze dans-zeur is want hij heel Scharrel
Nikola. (Do schrijver bedoet hier Charles
Nicolas. Red.). Ieder uur most die snijor
drie minuien j-usl hebben. Mot je bij Daan
tje wezc, die had heel vroolijk achterma-
de wijsheid, die ongetrouwd was en haalde
achlgrmekaar een serie bewijze legen het
trouwe au.
"U begrijp as-lat dat insloeg, wc namum
as de gesine ulo b'ikscm allemaal ven neu
tje op den Juub -1 ,1aris. waaruit blijkt as-
dat we allemaal goeie Vaderlanders ware,
omrede ouwe klare de drank is, waar hel
minste mee geknoeid kan worde, zoodat
Daantje maar zeggo v.il asdat hel met do
jenever net is as mol de liefde, je keu der
nooit genoeg van krijge.
Verders hebbo ine toou de hvelc avond
gehopst en Daantje heb met het danse allq
méissies achtcrmo!;aar, stuk voor stuk, af-
gewerkt. lol ze der bijkans bij neerviole en
Daantje hield natuurlijk koppig vol.
Der was nog zoo'n. heel lief dingsig-
heidje van zoo om en de bij de duizend
Weke, met ecu paar bolle wangc cn een
hapsnoel cn die heb het net zoolang vol
gehouden as Daantje.
As waardig slot van de avond heb Daan
tje toen nog een lieftallige jongedame naar
huis gebracht wal Daantje niks geen be
roerd karwei vond. Daantje heil er thuis
netjes afgeleverd cu toen ie afscheid van
dor nam kreeg Daantje onverwachts van
dje joffer een mok op ze wang, dat je het
zes straten verder kon boor. n klappen,
dat was zooveel as de belooning voor lang
durige trouwe dienst, zooas ze dat norme.
Daantje hoopt nou maar, dat de juubel-
laris, as ie nog eens jarig Is, weer niel*ge
trouwd is, want trouwe is houe cn je bent
gauw verkoue, Daantje ken der van mec-
prate. Reken maar.
mor in de kwaliteit as in de kwantiteit,^
nel u en Daantje is dan ook pas nog naar
Pa-reis geweest- voor ze nieuwste dans-
scbepping ,,13Iek bottom" noemen ze die,
maar eigenlijk heet ie de modder dans cn
nou kwam Daantje alweer m«d ze nieuw
ste kreaazic: de scharrelton-bokswed-
slrijd. Dal was grandioos. In de zevende
rondo sloeg Daantje ze partner de han
delaar in besmettelijke ziekten mot een
hupperkut op ze linkerwenkbrauw knok
hout Toen danste de reiniger in rukwin
de dg scharrelton op ze handen, wal zeer
de bijval verwierf van het publiek, zooas
ze in de krantc schrijve, 't was alleen jam
mer. dat ie het alleen doen roos, Daantje
hoeft u natuurlijk niet uit te logge waarom.
Toen me effies gonge ruste om uit te
.blaze, hield Daantje een spies. „Juubel-
laris zee ik, u begrijp, asdat, nu uwes
uw dertigste verjaardag viert en nog onge
bouwd is, asdat Daantje ze eigo verplicht
gevoelt om een spies af to stoke tegen het
trouwe. Ik zag an ze ooge asdat Daantje
daarmee derok de gevoelige snaar in ze
hoezem had angetroffe. Ik spieste zoo ies
Wn Paljas Atone, de Griekschc godin van
LIEFDE IN HET BESJES
HUIS.
liet gesticht „Do Lindenheuveï" is een
toevlucht voor oude lieden, die er hun
levensavond rustig slijten des zomers on
der liet lommer van de eeuwenoude lin
den in den groolen tuin, die bet gesticht
geheel insluit, des winters in de gezellige
zalen van het grooto huis.
Er waren tweërlei verpleegden jn hel
gesticht: deels werden de oudjes er dooi
de naburige gemeente in geplaatst en zij
sliepen in gemeenschappelijke zalen,
mannen en vrouwen afzonderlijk, en deels
betaalden zij een kleinen pensionsprijs,
waarvoor zij een eigen kamer hadden,
maar de gezelschapszalen cn 's zomers de
tuin werden door allen gezamenlijk ge
bruikt.
Tot do laatste categorie van verpleeg
den behoorde Mathilda Huisman, gebo
ren Schepers. Zij was 70 .jaar cn 45
jaren geleden .getrouwd. Toen bezat zij
een vrij groot vermogen, maar haar man
had het grootste gedeelte er van in zijn
4aar doorgeliopst Maar Daantje zoekt hek- zaken cucrloren. xoodat hij haar bij zijn
dood net genoeg naliet, om van ue rente
haar pension te betalen en nog J 600 over
to houden, die zij grootendeels besteedde
om het leven der gemeentelijke verpleeg
den wat te veraangenamen, zoodat Ma
thilda Huisman bij al haar tóedever-
pleegden zeer gezien Was.
Op een morgen in April werd cr in
het gesticht ecu opzienbarend nieuwtje
vernomen:: cr zou een nieuwe verpleegde
komen. Willem Prins, een bekende dronk
aard in dc naburige stad. Hij was 72
jaar, had tot dusverre zijn kost nog kun
nen verdienen, maar nu een ongeluk ge
kregen waardoor hem een been was af
gezet moeten worden. Daarom had de ge
meente hem in het gesticht laten opne
men, wat nogal verontwaardiging onder
de oudjes verwekte.
Hij wordt voorgetrokken boven
vader Covers, die 83 is en al twee jaar
op een plaats wachl, zeidc één dor oudo
vrouwtjes, terwijl zij bij elkaar zaten op
do bank onder lindeboomen. Hij heeft
toch geld genoeg verdiend jn zijn leven
en als hij wat minder gedronken had,
LIED VAN DEZEN TIJD.
O, DIE VROUWEN.
Ik spreek mijn vrouw zwijgt
De vrouw, als mcnsch, is als de man
Heizelfde meesterstukje van
Do schepping, eerst oen reuzepan
Een chaos, zoo men 't noemen kan,
Daaruit werd zij geschapen.
Of eigenlijk kwam, zooals 't hoort,
De vrouw uit maunenribben voort.
Haar ik vertel U op mijn woord,
Do rust des mans is nu gestoord,
Ik had haar laten slapen.
Niets is zoo grillig als een vrouw,
Want als jo met haar bruiloft hou',
Dan denk je, 't is in orde nou,
Haar spoedig zit je in de kou.
Je weet nooit wat ze willen.
Want zo begint dan al heel gauw
Des morgeus vroeg voor dag en dam
Te zeggen, wat ze hebben wou
En krijgt ze 't niet, dan. valt zo flam,
zitten vol met grillen.
Mijn vrouw draagt 's worgens, '1 is
echt waar,
Een klecdingstuk boel wijd en raar,
Genaamd kimono of peignoir,
Nooit draagt ze eens een boezelaar,
Want werken is niet netjes.
Des middags een dinerjapon,
Iets anders als 't maar even kon
Weer bij het ondergaan der zon
't Is voor den man een lijdonsbron,
Want hij betaalt dio pretjes.
Als 'k met mijn vrouw eens uit wil gaan,
Dan doel z'een avondrobe aan
En gaat ze voor den spiegel staan
En zij verkeert dan in den waan,
Dat ze verscbrikkTijk knap is.
Heeft zij hem twee keer aan gehad,
Dan is ze die japon weer zal.
Do derde keer vertikt zij 't glcd;
Zij wil een nieuw', al weet zij, dat
Mijn weeksalaris krap is.
Totdat ik bij mij zelf oens vond
En 'k doe do mannen biervan kond
Dat 'k bij mijn vrouw niet achterstond.
Nu loop ik daaglijks zesmaal rond
Met 'n ander pak en dassie.
'k Draag ook iels raars als ik opsta.
Om een uur hen 'k gekleed commo c-a,
Des avonds loop ik in gala
En 's middags als ik borr'Ien ga,
Draag 'k een jeneverjassie.
zon hü op zijn ouden cl >.g wol voer zich- 1
zelf hebben kunnen zorgen.
Dat kan wel zijn, sprak een ander
oudje met beverige stem, maar tocb i>
Willim Prins een heel knappe man.
Héhche, lachten de anderen, zou je
nog verliefd' op liem zijn, moedor Vcnk?
Daarvoor heb ik mijn tijd allang go-
bad, antwoordde moeder Vonk, ik ben nu
82, maar ik ken or wel. die indertijd een
goed oogje op Willem Prins hadden.
Als jo daar mij mee bedoelt, moeder
Vonk, z i Mathilda Huisman, dan schaam
ik mij daar niet voor. Het zal nu wel 50
jaar goh don zijn, dat ik heel veel hield
van Willem Prins. Toen dronk hij nog
niet en als mijn vader destijds had toe
gestemd zou hij misschien nooit aan
don drank geraakt zijn.
Ja, maar hij had geen geld en
daarom wou je vader er niets van weten.
Hij gaf je aan Huisman, dien hij als een
degelijk zakenman beschouwde. Dat was
con vergissing, maar ik weet nog niet. of
je 'l met Willem Prins beter getroffen
zoudt hebben.
Denzelfdon middag werd Willem Prins
in het gesticht gebracht. Hij was nog
niet geheel genezen, men bracht hom in
een brancard en hij werd terstond op zijn
bed in de mannenzaal gelegd, waar de
dokter van het gesticht hem onderzocht.
Komaan vriend, zoide hij, nu bob
jo rust voor je ouden dag en wij zullen
jo wel genezen ook, maar dan mag je
niets meer drinken.
Niets meer drinken? herhaalde Wil
lem PrinMaar dokter, dan ga ik dood!
Ik ben nel als een plant, wanneer dio
niet op haar tijd begoten wordt, dan ver
droogt zo.
Jawel, hernam de dokter, maar dc
planten zijn Verstandiger dan jij, zij drin
ken niet meer dan zij verdragen kunnen.
Zoo verstandig v.il voortaan ook wel
zijn, dokter, maar niets meer drinken,
dat zou mijn dood zijn.
Een week lang lag Willem te bed en
hij verveelde zich dood el ijk. Teen werd
hij op zijn verzoek in een rolstoel naar
buiten onder linden gebracht, wuar
de andere verpleegden hem zeer koel ont
vingen. Alleen Mathilda had eonigo
vriendelijke woorden voor hem cn dc an-
deron lieten hen alleen.
Nu ben je ook hier gekomen, zöiilp
zij, onder al die oudjes. Je ziot er nog
heel goed uit, ondanks jo ongeluk.
Mathilda, zei hij met vreugde in zijn
stem. Je zieL dat ik je nog berken, al
heb ik je in geen 40 jaren gezien. Dat
komt, omdat jo nqg dezelfde mooie oogen
hebt. die mij toen zoo hel hoofd op hol
brachten.
Mathilda bloosde en van haar zichtbare
ontroering maakte Willem gebruik, om
haar zijn nood lo klagen: in een week had
hij geen enkel gl.aasjo gehad,
Ja, pme Willem, zei Malhilda, de
drank hóeft jo ongelukkig gemaakt, en
dat .spijl mij erg. want vroeger heb jo
je toch altijd- goed gedragen.
Zeker, Mathilda, maar toen had ik
ook nog geen verdik; dp den dag, dat
je Vtfdci"mij; Toén "ÏÏCTfbnf rtel jóu toe
stemming om jo hand vroeg, de deur
uitjoeg, heb ik voor het eerst gedronken.
Ik voelde mij- zoo ongelukkig, dat ik wil
de vergeten, en zoo ben ik aan don drank
geraakt.
ïk lid) ook verdriet gehad, Willem,
want ik hield veel van je en met Huis
man hen ik niet gelukkig geweest.
Och, zuchtte Willem, hier zal ik
hel niet lang meer maken, zij willen mij
nier laten opdrogen.
Des avonds bracht Mathilda, die w.
uit geweest, in het geheim oen flosch
drank mee en daar gaf zij tersluiks Wil
lem een glaasje van.
Voortaan kreeg hij iederon dag zijn
glaasje van haar cn daar kunpto hij zoo
van op, dal hij 14 dagen later weer gp!
heel hersteld was. Hij had een kunstbeen
gekregen en liep nu op eén stok dom- den
tuin. Don gelieelen dag was hij bij Ma
thilda.
Op zekeren dag, tweo maanden luier,
toen zij weer niet elkaar wandelden, zei
hij:
Zooveel is zeker, Mathilda, dat ik
weer volkomen gezond hen, sinds ik jou
hel) teruggevonden.
En jo glaasje dan?
O! als' ik maar bij jou mag blijven,
dan wil ik desnoods niets anders dan
water drinken.
Is je oude liefde Toor mij dan
ruggekeerd, Willem?
Teruggekeerd? Neen. Zij is nooit
weg gowocst on ik heb nooit een andere
vrouw bemind, Mathilda. Ik houd
evenveel van je, als toen we 25 jaar wa
ren.
Den volgenden dag vroeg Malhilda
aan de directrice van het geslicht:
Mevrouw, zou het geoorloofd zijn,
dat 2 verpleegden in het gesticht trouw
den?
De directrice keek haar verwonderd
aan.
Goede Mathilda, antwoordde zij,
staat geen enkel artikel in do statuien
waarbij dit verboden is. Ik denk, dat <L
oprichters van het geslicht daar niet aan
gedacht hebben.
Dau wil ik trouwen mei Willem Pi.
Ik zal voor hom het pension betalen en
hij kan op mijn kamer wonen, dan komt
zijn bed vrij voor vader Covers
Veertien dagen later -werd er in liet
gesticht „De Lindenheuvel" fen bruiloft
gevierd en den volgenden dag werd va
der Govere opgenomen. „Ctr."'
KALENDER DER WEEK.
Dit is practise!) onmogelijk, maar
dient hier beschouwt te worden als oen
dichterlijke vrijheid (Red L. Crt.)»
TROFBADOÜR.
BRIEVEN-BLIJSPEL.
Jullie nt natuurlijk allemaal den
brievenbesteller met de groole zware ke
ren lasch, die vol brieven en kaarten zit
Maar weet jullie ook. da| die brieven c
kaarten elkaar van allerlei vertelling'
doen. Geen menscli verstaal hen, want als
de posIbode do lasch opendoet, houden zij
zich alle dadelijk stil. Toch is cr iemand
geweest maar dat was dan ook eer.
Zondagskind die een gesprek heeft mo
gen afluisteren. Üoor wat ie vertelde.
NB. Als niet anders wordt aangege-
n heeft in deze week iedere II. Mis Glo
ria, geen Credo en de gewone Prefatie.
ZONDAG 14 Nov. Vijf en twintig
ste Zondag na Pinksteren. Mis:
D i c i t Dominus. (Gebeden, Epistel cu
Evangelie, uit de Mis v. d. Oen Zondag na
Driekoningen). 2e gebed v. h. Octaaf van
den H. Wi'librordus; 3o v. d. H. Josa-
pliat, Bisschop cn Martelaar. Credo. Pre
fatie v. d. Allerh. Drieëcuheid. Kleur:
Gruo n.
MAANDAG 15 Nov Mis v. d. n. Gcr-
t r u (1 i s, Maagd: Dilexisti. Kleur: W i t.
DINSDAG. 16 Nov Mis v. d. II Le
bui nu s, Belijder: Os justi. (Zie in het
Eigen der Heiligen v. h. Bisdom Haarlem)
Kleur: W i t.
WOENSDAG 17 Nov. M i s v. d. H G r o
Rorius Thaumattirgus (d. i. Won
derdoener). Bisschop en Belijder: Sta
tuit. 2o Gebed A. Ciinetfs (ter ccro v. d.
Heiligen) 3e naar keuze v. d. priester.
Kleur: W i t.
DONDERDAG 18 Nov Feestdag
der wijding van de Basilieken
v. d. H.H. Petrus en Paul us. Apos
telen Mis: Terr i bi lis Credo. Kleur:
W i t.
VRIJDAG. 10 Nov. Mis v d. H. Eli
sabeth, weduwe: Cognovi. 2e gebed v.
d. H. Ponliunus, Bisschop en Martelaar.
Kleur: W i t.
ZATERDAG. 2U Nov. Mis v. d. H. Fo
lix van Valois, Belijder: Justus. 2o
gebed voor den Paus. Kleur: W i t.
In de kerken der E.E. P.P. Franciscanen:
Als hoven, behalve:
DINSDAG. M i s v. d. n Agues v a n
A s s i s i Maagd.
WOENSDAG Mis v. d. Z.Z. Sa lom» a
en Johanna van Signa, Ma 1-n
2e gebed v. d. H. Gregovius; 3o naar nee
v. d. priester. Kleur: Wit.
VRIJDAG. Eigen Mis v. d II. 11: ;!i
2o gebed v. d. II. Pontinmis ulleen ia -lil-
lo H.H. Missen. Credo.
Amstordurn.
A LR M. KOIv.
Pi
Onder do vele brieven was cr één, d o
Irotsch op do andere neerzag, want zijn
reisgeld, do postzegel, was heel bont ge
kleurd en zeldzaam. l)c andere brieven ke
ken den trotschen vreemdeling steeds
cchuchler en van torzijde aan, zij durfden
hem echter niet aanspreken. Zachtjes
fluisterden zii mei elkaar.
Wie is hij toch? vroeg een briefkaart.
Wij zouden liet ook graag willen we
ten, antwoordde een klein couvcrljc, waar
in alleen maar oen visitekaartje stak, z»-
ker een golukwenscli.
Nu kwam cr nog een derde hij: dio was
ook trot,sch, want hij kwam uit Hamburg
en had con mooi, hemelsblauw gewaad
aan. Hij zei:
Ik zal hein wel eens aanspreken, lel
maar eens goed op.
Regelrecht eing hij op den trotschon
vreemdeling af cn vroeg hem, waar hij
vandaan kwam. Deze nam den kleinen,
hemelsblauwe van top tot toen op en zei
toen, verwaand om zich heen kijkend:
Tk hen een Zuid-Amerikaan, lieve
vrienden!
Zoo! riepen allen vol eerbied. Is u
een Zuid-Amerikaan?
„Jo" durfden zij nog niet goed zeggen,
maar hij beviel hun toch reeds ycpI beter,
want hij had hen „lieve vrienden" ge
roemd en dm was heel vriendelijk van
hem.
Do kleine hernel-bhuwo nestelde zich
dadelijk in de huurt van den Amerikaan
c-n vroeg nieuwsgierig:
Ts u dan niet zoczieV geweest? D»
schrik sloeg mij om hot hart, toen ik al
dal water in Hamburg zag.
Nu koek de Amerikaan don hemelsblau
we echter minachtend van ter zijde aan.
Zeeziek? Neon. hoven zooiets voel ik
.pii verheven, hoewel verscheiden va» mijn
collega's er hoe! naar aan too waren
Zoo was er o.a. ren uit New-York, dm lo t
nl boel erg te kwaad had. IIij genoot hbe-
lomi.ll "Pief van de mooie zeerei Tk "zon
wel eens willen weten wat cr van hem ge
worden is
Met mij gaat hol h-cl eoHriep plo!-
scling er-n slem cn werke'ij!;, het wis de
New-Yorker.
.Tullie kunt j'e hun vrom/ile voorstellen,
(oen deze (wee reisgenoolcn elkaar ïflot
fioling herkenden.
TT is dus weer hcelerimr.l hersteld,
kunt u weer Hen en drinken? vroeg dc
Zuid-Amerikaan.
Ja, ik hen weer heelemaa! in orde
.Bovendien kan ik u nog niededeplcn, dal
ik in RotfCrtbim mei een briefkaart ge
trouwd ben, die in Vlanrdineen geboren
Tk zal u mijn vrouw voorstellen.
Hij haalde een briefkaart, die juist in
Iriik gesprek was met den hemelsblauw»
?n nam haitr bij de b ind Daarop zei hij
luid, onda't alleen het zonder, li noren:
Mijn lieve vrienden, hierbij hel) ik
Lol genoegen u mijn vrouw voor te stel
len.
De briefkaart boog vriendelijk lachend
naar alle kanten, zoover haar stijve lede
maten dil tenminste to.-lieten.
Zoo! riepen dc anderen. Wel gefeli
citeerd!
Juist toen zij dit geroepen hadden. de° l
le postbode een greep in dn tasch en haal
de erd<- briefkaart uit te voorschijn
Da» was een schrik! De beide echtelieden
hadden nog miar ne» den lijd om elkaar
een kus te eevr-n klap! en de taseh
Was weer dicht.
De New-Yorker bleef treurend achter.
Hoe kort heeft ons geluk Rlechtfi ge
duurd! Zuchtte hij. Wii arme brieven -n
briefkivarlen zijn er toch maar ongelukkig
can toe. plotseling worden we gescheiden
Neem de zaak niet zno somber on:
z'io we of jullie elkoni nog niet een te
rug ziet! troostte men hem.
Op dit oogenblik deed de po tbodo we»'
?en greep in de lasch en haalde er een
Hein couvert me» een uiinoodUrin* u'".
rfopte er echter weer iel^ ande»s in. Jullie
zult zeker wel verhaizd zijn. maar hm
was de briefkanrl Nee, maar dnt was m»
een vreuvdo! De heide gelukkig» ochtge-
noolert vielen elkaar om den hals en de
anderen begonnen van blijdschap te ritse
len zooaLs een incïisch. dio vroolijk is,
zingt.
Tueii 1KI rumoer ren beetje bedaard wn -
vertelde dc briefkaart, da hei ndro6 ver
keerd v.". rami- sing r.oti zij toch ni t
meer kunnen blijven. Daarom nam zij
maar dadelijk l le< der afzehefd
•aar man en dal was maar goed ook
want dc postbode haalde haar er alwc
uit.
Nu voegde de eenzame N> w-Yorker
bij den Zuid-Amerikaan, v. int zij kw.-.mc
uit hetzelfde werelddeel, alleen had
laatste veel grootcr reis gemaakt.
Vertel mij eens wat van de streek,
waar gij vandaan kom', zei de New-Yor
ker.
Dai is bc&!. antwoordde de undo-.
Ik kom uit het uit r Ic Zuid» n en had de
reis naar Europa best ovcg water kunnen
maken; ik had verscheidene zaken in New-
York af le doen en daarom reisde ik rei
het goheclo land door. Wat heb i'< veel
breede. mooie rivieren gezi- n en
rrm iiligo. proolë Mcdm! Ja, li».
schitterend werelddeel, Amerika!
Het gezslschap luisterde aandach*
zulke interessante reisgenooten ontmoette
n:en niet altijd. Eon briefkaart rei:
Nu. mooier dan mijn land zal he; cr
toch wol niet zijn. Ik kom uit 11niJrvr
is hot heerlijk warm!
Zij rild» even.
Warmer dan hij mij thuis is hot
er toch zeker niet! meende do Zuid-Atn -
rikaan. Rij ons ijM de meQ8choQ celfs dr
iemaal verbrand.
Hcelemnul verbrand? riep h";
schap ontzet ȟt.
Nu ja. legde één hunner uit. wc«M i -
lui dan niel, dat de negen heeleinaal u t
zijn?
O foei, wal leelijkl Waarom was.
f.chen zij zich daar dan nïo» behoorlijk met
spons en zeep? vroeg do briefknari nil
Iialië, die nog nooit in haar leven over ne
gers gehoord had.
De Zuid-Amerikaan werd nh n
viel uil:
Domkop! Dau zouden ze lii: a
nnsscben! Dat gaat er niet nf!
Dc hi'icfknc»-, dr.iaidc zich bel ••M i c
fine kon dc Zuid-Amerikaan uit l?ei n»
▼eiliezen, dat hij een damo vóór ziel b
Dat ,,domkof)" vergaf zij hem piot
Maar waarom was da briefkéarj
•oo weinig ontwikkeld? Zij had z»ker
'.•hooi niel oneolet, toen do niren.-r v i
Io negers vertelde.
Hef go/ckwliri'.) werd sleed-, kh-in-r;
•o diode haalde den oenen n-> dcii antler u
fe voorfcclifjn. Ook den New-Yorker en -I
Tlnlinanzche lirief! iri verdwenen )ii| I-
taseh. T)z lam Ie keek den Zuid-Am»:
Trnnn Imolomnal niel meer aan. Zij
«rkcliik heel b'-"- hem
Op hol laai t hlev. n nog near ki< i e
TTAmnurger cn do Zuid-AmwlVaan ove»
Treurig lagen zii naiC| elkaar: ho» w
(och wel heel (<-p/.in|n in de pro-Je |,rie
renin h gewofdau.i
-- Wie van ons zal de kor" l - zijn.'1 -
c i :tnic -i.i l? vroeg de Anuwikaan.
Ilii WI nu beelomaal niet tr«,l -.11 nu.-,
want hij zn- wel in. dat hii Imh niet nc r
was diln nlle anderen, ol hbd liij tl-iri o..k
POg zoo'n lange reis nehler den ric
Ja. wia zal de laaLMe zi'n? zr-f d»
hemeldilamvc en hij tilde lieel voorzichti
de l.lep van de foseh een eind'.1 op. oin
te zien in welke straal zij waren.
Thirkstmnl! riep lift, jim» f c de
po-ihodo een hoek omsloeg.
Hij wis namelijk egn pntwikkelde luj.-f
die kon lezen v,a; er on <le naambordi. -
Oer slrnlen stond D» Zuid-Am"viknnn li»
wonderde hem in stille, want da» zou-bij
Piet kunnen: hij kon alleen ipair Spian h
lezen
Nummer 31. riep de Huuib.ii-;:.
Vaarwel, lieve vriend, nu mouten ook wij
seheiden. Tk hen or» mijn be.denuiijiui.
Maar, wat Js dat? Jij moet aai. liolzelfd1
(»dre< z'rin Dat Is «prachtig.
Hij ritselde van pleiziar D> un h-r
schaamde zich wel een beef ie, dal zijn
Jcloine collega geleerder was dan bij. mn.«
bii was foeh ook Mij en zij i imclsd n
elkaar
„Klinge-linge-ling!" hoorden zij. D.- (b»;r
eing open en dc pr.sfbodt» baalde de bel le
brieven te voorschijn en gaf ze nui een
klein mcisie. dat Mariofje heette.
0. Moeder, riep hol kind, mi
alsjeblieft die mooi gekleurde diu/
Daarmede bedoelde zii de un-tzc Is.
Neen, die krij" ik. zei haar broc.-ii-
TI ai. en haalde zijn postzegelalbum le
ftfbr-chijn.
Dat is „iels voer Lleioe u c
zoefde lii| er nog aan toe.
Marielie iroo He zich mei haar op i
.Moeder knipte d» postzegels i II.ui-
uit
P. Zuid Amerikaan en de klei; H m
burger beleefden nog menig gezellig uurlj»
in kfcfihr schrijfmap. mr zij «</k no/
arch irczel.scli m uanlro'fe^. pi.i.ir zij 'ui- -
vee hun l.'i i,.-- hij elkaar v.ani Zij
hadden immer zulke genoeglijk.' oogi'U-
blikkon in de brieventiscli van. den nos.-
bode doargebvue' i. ..Cir."
Het ligt 1" den hard van gTOOfc geoslen
in weinig woorden voel zin te leggen.
kloino t'.s.en zijn gewoon voel ie spreken
en nlels '.o zoggen.
La Rochefau iu1d
?j|rccf altijd naar wat Kchcol Is, kunt
gij zelf niet iets geheel worden, luit u
dan als strevend- lid cr bij aan
Schiller.
Wie he( leven doorvliegen wil, ziet de
golven hoog tegen den bO"T opzwi epen!
wie bedaard en bezonnen zijn weg vcr-
v'olgf, brengt het bootje veilig In behouden
haven. _.j Steller.