WEEKREVUE. Daantje aan hel fuiven. As Daantje uwes non vcrlel, dat Me vrouw Slokop niot I-ui!? der Daantje ken. dan hoof Daantje u ook n:el to vertelle wat een heibel liet an ze kop heb gekost, voor- da! ie liet voor mekaar had gebokst, dat je alleen naar die vrijgeze'lenfuif toegiug. Siao?s mijn maar niets. As Daantje dan ook zegt, dat hel er vrij gezellig was dan zegt io veels te kort. want Iihi was er een origiiieelc pan. Mc vrouw vier eerst wel een tikkic fuil, omrede zo niet mee nioch, maar Daantje dacht bij ze cigo, jonge, op zoo'n fuif staat ze je in den weg omrede ze een feguur heit as een opgepropte wasehzak. Daantje mol ze eige kenne ontplooie. In 't begin gong liet def tig en omrede me vrouw me een heclc zood wijze lessen over de etikelle gratis voor niks niemendal had meogpgevo begrijp u dtTek asdat Daantje een reuze feguur floeg Der ware me artiesten bij, een ban delaar in besmettelijke ziekten, ten minste daar studeerde hij voor, oen reiziger in rukwinden, twee koekfabrikanlo oftewel handelaren in maagverstoppinge, een koopman in weiland met (oebehooro, een aszuurransiemeneer, een paar schattige jongedames (clc getrouwde natuurlijk niet meegerekend) en Daantje as sjoernelist. Zooas u ziet een elict gezelschap. Daantje voelde ze eige net as een schooljonge, die onverwaehts een vrije middag heb. Eerst wier der wat muziek gemaakt, meneer Ka Ruzie (do schrijver bedoelt hier waar schijnlijk Caruso. Red.) zong op de gram- mefoon, der wier thee rond gediend met gebak, waar de handclarc in maagverstop pinge voor bedankte, om rede het uil der lui eige fabriek kwam. Daantje vond dat vel wat eigenaardig, zoodat ie eerst ook maar wou bedanke, maar bij nader inzien nam ie toch maar een taartje, maar hij liet ze eige toen eerst toch voor de sekuu- rigbeid verrasseroeren bij die aszuuransic- raoneer. De reiziger in rukwinden begon weer op de grannnefoon te spcio. hel wier nou een jas-boude zeëe ze, en dal kwam krek zoo uit ook, want ze trokke allemaal der lui jassie uit en bogonne te danse. Nou mot je voor te danse net hij Daantje weze, die hel) oen reuze hand van danse, daar kon geen enkele (lans-zeur tegen op. Zelf dio meneer uit Bordoo niet, die 223 uren aan een stuk doorhopsle. Je ken wel, aan die man ze naam hooren da! het een! reuze dans-zeur is want hij heel Scharrel Nikola. (Do schrijver bedoet hier Charles Nicolas. Red.). Ieder uur most die snijor drie minuien j-usl hebben. Mot je bij Daan tje wezc, die had heel vroolijk achterma- de wijsheid, die ongetrouwd was en haalde achlgrmekaar een serie bewijze legen het trouwe au. "U begrijp as-lat dat insloeg, wc namum as de gesine ulo b'ikscm allemaal ven neu tje op den Juub -1 ,1aris. waaruit blijkt as- dat we allemaal goeie Vaderlanders ware, omrede ouwe klare de drank is, waar hel minste mee geknoeid kan worde, zoodat Daantje maar zeggo v.il asdat hel met do jenever net is as mol de liefde, je keu der nooit genoeg van krijge. Verders hebbo ine toou de hvelc avond gehopst en Daantje heb met het danse allq méissies achtcrmo!;aar, stuk voor stuk, af- gewerkt. lol ze der bijkans bij neerviole en Daantje hield natuurlijk koppig vol. Der was nog zoo'n. heel lief dingsig- heidje van zoo om en de bij de duizend Weke, met ecu paar bolle wangc cn een hapsnoel cn die heb het net zoolang vol gehouden as Daantje. As waardig slot van de avond heb Daan tje toen nog een lieftallige jongedame naar huis gebracht wal Daantje niks geen be roerd karwei vond. Daantje heil er thuis netjes afgeleverd cu toen ie afscheid van dor nam kreeg Daantje onverwachts van dje joffer een mok op ze wang, dat je het zes straten verder kon boor. n klappen, dat was zooveel as de belooning voor lang durige trouwe dienst, zooas ze dat norme. Daantje hoopt nou maar, dat de juubel- laris, as ie nog eens jarig Is, weer niel*ge trouwd is, want trouwe is houe cn je bent gauw verkoue, Daantje ken der van mec- prate. Reken maar. mor in de kwaliteit as in de kwantiteit,^ nel u en Daantje is dan ook pas nog naar Pa-reis geweest- voor ze nieuwste dans- scbepping ,,13Iek bottom" noemen ze die, maar eigenlijk heet ie de modder dans cn nou kwam Daantje alweer m«d ze nieuw ste kreaazic: de scharrelton-bokswed- slrijd. Dal was grandioos. In de zevende rondo sloeg Daantje ze partner de han delaar in besmettelijke ziekten mot een hupperkut op ze linkerwenkbrauw knok hout Toen danste de reiniger in rukwin de dg scharrelton op ze handen, wal zeer de bijval verwierf van het publiek, zooas ze in de krantc schrijve, 't was alleen jam mer. dat ie het alleen doen roos, Daantje hoeft u natuurlijk niet uit te logge waarom. Toen me effies gonge ruste om uit te .blaze, hield Daantje een spies. „Juubel- laris zee ik, u begrijp, asdat, nu uwes uw dertigste verjaardag viert en nog onge bouwd is, asdat Daantje ze eigo verplicht gevoelt om een spies af to stoke tegen het trouwe. Ik zag an ze ooge asdat Daantje daarmee derok de gevoelige snaar in ze hoezem had angetroffe. Ik spieste zoo ies Wn Paljas Atone, de Griekschc godin van LIEFDE IN HET BESJES HUIS. liet gesticht „Do Lindenheuveï" is een toevlucht voor oude lieden, die er hun levensavond rustig slijten des zomers on der liet lommer van de eeuwenoude lin den in den groolen tuin, die bet gesticht geheel insluit, des winters in de gezellige zalen van het grooto huis. Er waren tweërlei verpleegden jn hel gesticht: deels werden de oudjes er dooi de naburige gemeente in geplaatst en zij sliepen in gemeenschappelijke zalen, mannen en vrouwen afzonderlijk, en deels betaalden zij een kleinen pensionsprijs, waarvoor zij een eigen kamer hadden, maar de gezelschapszalen cn 's zomers de tuin werden door allen gezamenlijk ge bruikt. Tot do laatste categorie van verpleeg den behoorde Mathilda Huisman, gebo ren Schepers. Zij was 70 .jaar cn 45 jaren geleden .getrouwd. Toen bezat zij een vrij groot vermogen, maar haar man had het grootste gedeelte er van in zijn 4aar doorgeliopst Maar Daantje zoekt hek- zaken cucrloren. xoodat hij haar bij zijn dood net genoeg naliet, om van ue rente haar pension te betalen en nog J 600 over to houden, die zij grootendeels besteedde om het leven der gemeentelijke verpleeg den wat te veraangenamen, zoodat Ma thilda Huisman bij al haar tóedever- pleegden zeer gezien Was. Op een morgen in April werd cr in het gesticht ecu opzienbarend nieuwtje vernomen:: cr zou een nieuwe verpleegde komen. Willem Prins, een bekende dronk aard in dc naburige stad. Hij was 72 jaar, had tot dusverre zijn kost nog kun nen verdienen, maar nu een ongeluk ge kregen waardoor hem een been was af gezet moeten worden. Daarom had de ge meente hem in het gesticht laten opne men, wat nogal verontwaardiging onder de oudjes verwekte. Hij wordt voorgetrokken boven vader Covers, die 83 is en al twee jaar op een plaats wachl, zeidc één dor oudo vrouwtjes, terwijl zij bij elkaar zaten op do bank onder lindeboomen. Hij heeft toch geld genoeg verdiend jn zijn leven en als hij wat minder gedronken had, LIED VAN DEZEN TIJD. O, DIE VROUWEN. Ik spreek mijn vrouw zwijgt De vrouw, als mcnsch, is als de man Heizelfde meesterstukje van Do schepping, eerst oen reuzepan Een chaos, zoo men 't noemen kan, Daaruit werd zij geschapen. Of eigenlijk kwam, zooals 't hoort, De vrouw uit maunenribben voort. Haar ik vertel U op mijn woord, Do rust des mans is nu gestoord, Ik had haar laten slapen. Niets is zoo grillig als een vrouw, Want als jo met haar bruiloft hou', Dan denk je, 't is in orde nou, Haar spoedig zit je in de kou. Je weet nooit wat ze willen. Want zo begint dan al heel gauw Des morgeus vroeg voor dag en dam Te zeggen, wat ze hebben wou En krijgt ze 't niet, dan. valt zo flam, zitten vol met grillen. Mijn vrouw draagt 's worgens, '1 is echt waar, Een klecdingstuk boel wijd en raar, Genaamd kimono of peignoir, Nooit draagt ze eens een boezelaar, Want werken is niet netjes. Des middags een dinerjapon, Iets anders als 't maar even kon Weer bij het ondergaan der zon 't Is voor den man een lijdonsbron, Want hij betaalt dio pretjes. Als 'k met mijn vrouw eens uit wil gaan, Dan doel z'een avondrobe aan En gaat ze voor den spiegel staan En zij verkeert dan in den waan, Dat ze verscbrikkTijk knap is. Heeft zij hem twee keer aan gehad, Dan is ze die japon weer zal. Do derde keer vertikt zij 't glcd; Zij wil een nieuw', al weet zij, dat Mijn weeksalaris krap is. Totdat ik bij mij zelf oens vond En 'k doe do mannen biervan kond Dat 'k bij mijn vrouw niet achterstond. Nu loop ik daaglijks zesmaal rond Met 'n ander pak en dassie. 'k Draag ook iels raars als ik opsta. Om een uur hen 'k gekleed commo c-a, Des avonds loop ik in gala En 's middags als ik borr'Ien ga, Draag 'k een jeneverjassie. zon hü op zijn ouden cl >.g wol voer zich- 1 zelf hebben kunnen zorgen. Dat kan wel zijn, sprak een ander oudje met beverige stem, maar tocb i> Willim Prins een heel knappe man. Héhche, lachten de anderen, zou je nog verliefd' op liem zijn, moedor Vcnk? Daarvoor heb ik mijn tijd allang go- bad, antwoordde moeder Vonk, ik ben nu 82, maar ik ken or wel. die indertijd een goed oogje op Willem Prins hadden. Als jo daar mij mee bedoelt, moeder Vonk, z i Mathilda Huisman, dan schaam ik mij daar niet voor. Het zal nu wel 50 jaar goh don zijn, dat ik heel veel hield van Willem Prins. Toen dronk hij nog niet en als mijn vader destijds had toe gestemd zou hij misschien nooit aan don drank geraakt zijn. Ja, maar hij had geen geld en daarom wou je vader er niets van weten. Hij gaf je aan Huisman, dien hij als een degelijk zakenman beschouwde. Dat was con vergissing, maar ik weet nog niet. of je 'l met Willem Prins beter getroffen zoudt hebben. Denzelfdon middag werd Willem Prins in het gesticht gebracht. Hij was nog niet geheel genezen, men bracht hom in een brancard en hij werd terstond op zijn bed in de mannenzaal gelegd, waar de dokter van het gesticht hem onderzocht. Komaan vriend, zoide hij, nu bob jo rust voor je ouden dag en wij zullen jo wel genezen ook, maar dan mag je niets meer drinken. Niets meer drinken? herhaalde Wil lem PrinMaar dokter, dan ga ik dood! Ik ben nel als een plant, wanneer dio niet op haar tijd begoten wordt, dan ver droogt zo. Jawel, hernam de dokter, maar dc planten zijn Verstandiger dan jij, zij drin ken niet meer dan zij verdragen kunnen. Zoo verstandig v.il voortaan ook wel zijn, dokter, maar niets meer drinken, dat zou mijn dood zijn. Een week lang lag Willem te bed en hij verveelde zich dood el ijk. Teen werd hij op zijn verzoek in een rolstoel naar buiten onder linden gebracht, wuar de andere verpleegden hem zeer koel ont vingen. Alleen Mathilda had eonigo vriendelijke woorden voor hem cn dc an- deron lieten hen alleen. Nu ben je ook hier gekomen, zöiilp zij, onder al die oudjes. Je ziot er nog heel goed uit, ondanks jo ongeluk. Mathilda, zei hij met vreugde in zijn stem. Je zieL dat ik je nog berken, al heb ik je in geen 40 jaren gezien. Dat komt, omdat jo nqg dezelfde mooie oogen hebt. die mij toen zoo hel hoofd op hol brachten. Mathilda bloosde en van haar zichtbare ontroering maakte Willem gebruik, om haar zijn nood lo klagen: in een week had hij geen enkel gl.aasjo gehad, Ja, pme Willem, zei Malhilda, de drank hóeft jo ongelukkig gemaakt, en dat .spijl mij erg. want vroeger heb jo je toch altijd- goed gedragen. Zeker, Mathilda, maar toen had ik ook nog geen verdik; dp den dag, dat je Vtfdci"mij; Toén "ÏÏCTfbnf rtel jóu toe stemming om jo hand vroeg, de deur uitjoeg, heb ik voor het eerst gedronken. Ik voelde mij- zoo ongelukkig, dat ik wil de vergeten, en zoo ben ik aan don drank geraakt. ïk lid) ook verdriet gehad, Willem, want ik hield veel van je en met Huis man hen ik niet gelukkig geweest. Och, zuchtte Willem, hier zal ik hel niet lang meer maken, zij willen mij nier laten opdrogen. Des avonds bracht Mathilda, die w. uit geweest, in het geheim oen flosch drank mee en daar gaf zij tersluiks Wil lem een glaasje van. Voortaan kreeg hij iederon dag zijn glaasje van haar cn daar kunpto hij zoo van op, dal hij 14 dagen later weer gp! heel hersteld was. Hij had een kunstbeen gekregen en liep nu op eén stok dom- den tuin. Don gelieelen dag was hij bij Ma thilda. Op zekeren dag, tweo maanden luier, toen zij weer niet elkaar wandelden, zei hij: Zooveel is zeker, Mathilda, dat ik weer volkomen gezond hen, sinds ik jou hel) teruggevonden. En jo glaasje dan? O! als' ik maar bij jou mag blijven, dan wil ik desnoods niets anders dan water drinken. Is je oude liefde Toor mij dan ruggekeerd, Willem? Teruggekeerd? Neen. Zij is nooit weg gowocst on ik heb nooit een andere vrouw bemind, Mathilda. Ik houd evenveel van je, als toen we 25 jaar wa ren. Den volgenden dag vroeg Malhilda aan de directrice van het geslicht: Mevrouw, zou het geoorloofd zijn, dat 2 verpleegden in het gesticht trouw den? De directrice keek haar verwonderd aan. Goede Mathilda, antwoordde zij, staat geen enkel artikel in do statuien waarbij dit verboden is. Ik denk, dat <L oprichters van het geslicht daar niet aan gedacht hebben. Dau wil ik trouwen mei Willem Pi. Ik zal voor hom het pension betalen en hij kan op mijn kamer wonen, dan komt zijn bed vrij voor vader Covers Veertien dagen later -werd er in liet gesticht „De Lindenheuvel" fen bruiloft gevierd en den volgenden dag werd va der Govere opgenomen. „Ctr."' KALENDER DER WEEK. Dit is practise!) onmogelijk, maar dient hier beschouwt te worden als oen dichterlijke vrijheid (Red L. Crt.)» TROFBADOÜR. BRIEVEN-BLIJSPEL. Jullie nt natuurlijk allemaal den brievenbesteller met de groole zware ke ren lasch, die vol brieven en kaarten zit Maar weet jullie ook. da| die brieven c kaarten elkaar van allerlei vertelling' doen. Geen menscli verstaal hen, want als de posIbode do lasch opendoet, houden zij zich alle dadelijk stil. Toch is cr iemand geweest maar dat was dan ook eer. Zondagskind die een gesprek heeft mo gen afluisteren. Üoor wat ie vertelde. NB. Als niet anders wordt aangege- n heeft in deze week iedere II. Mis Glo ria, geen Credo en de gewone Prefatie. ZONDAG 14 Nov. Vijf en twintig ste Zondag na Pinksteren. Mis: D i c i t Dominus. (Gebeden, Epistel cu Evangelie, uit de Mis v. d. Oen Zondag na Driekoningen). 2e gebed v. h. Octaaf van den H. Wi'librordus; 3o v. d. H. Josa- pliat, Bisschop cn Martelaar. Credo. Pre fatie v. d. Allerh. Drieëcuheid. Kleur: Gruo n. MAANDAG 15 Nov Mis v. d. n. Gcr- t r u (1 i s, Maagd: Dilexisti. Kleur: W i t. DINSDAG. 16 Nov Mis v. d. II Le bui nu s, Belijder: Os justi. (Zie in het Eigen der Heiligen v. h. Bisdom Haarlem) Kleur: W i t. WOENSDAG 17 Nov. M i s v. d. H G r o Rorius Thaumattirgus (d. i. Won derdoener). Bisschop en Belijder: Sta tuit. 2o Gebed A. Ciinetfs (ter ccro v. d. Heiligen) 3e naar keuze v. d. priester. Kleur: W i t. DONDERDAG 18 Nov Feestdag der wijding van de Basilieken v. d. H.H. Petrus en Paul us. Apos telen Mis: Terr i bi lis Credo. Kleur: W i t. VRIJDAG. 10 Nov. Mis v d. H. Eli sabeth, weduwe: Cognovi. 2e gebed v. d. H. Ponliunus, Bisschop en Martelaar. Kleur: W i t. ZATERDAG. 2U Nov. Mis v. d. H. Fo lix van Valois, Belijder: Justus. 2o gebed voor den Paus. Kleur: W i t. In de kerken der E.E. P.P. Franciscanen: Als hoven, behalve: DINSDAG. M i s v. d. n Agues v a n A s s i s i Maagd. WOENSDAG Mis v. d. Z.Z. Sa lom» a en Johanna van Signa, Ma 1-n 2e gebed v. d. H. Gregovius; 3o naar nee v. d. priester. Kleur: Wit. VRIJDAG. Eigen Mis v. d II. 11: ;!i 2o gebed v. d. II. Pontinmis ulleen ia -lil- lo H.H. Missen. Credo. Amstordurn. A LR M. KOIv. Pi Onder do vele brieven was cr één, d o Irotsch op do andere neerzag, want zijn reisgeld, do postzegel, was heel bont ge kleurd en zeldzaam. l)c andere brieven ke ken den trotschen vreemdeling steeds cchuchler en van torzijde aan, zij durfden hem echter niet aanspreken. Zachtjes fluisterden zii mei elkaar. Wie is hij toch? vroeg een briefkaart. Wij zouden liet ook graag willen we ten, antwoordde een klein couvcrljc, waar in alleen maar oen visitekaartje stak, z»- ker een golukwenscli. Nu kwam cr nog een derde hij: dio was ook trot,sch, want hij kwam uit Hamburg en had con mooi, hemelsblauw gewaad aan. Hij zei: Ik zal hein wel eens aanspreken, lel maar eens goed op. Regelrecht eing hij op den trotschon vreemdeling af cn vroeg hem, waar hij vandaan kwam. Deze nam den kleinen, hemelsblauwe van top tot toen op en zei toen, verwaand om zich heen kijkend: Tk hen een Zuid-Amerikaan, lieve vrienden! Zoo! riepen allen vol eerbied. Is u een Zuid-Amerikaan? „Jo" durfden zij nog niet goed zeggen, maar hij beviel hun toch reeds ycpI beter, want hij had hen „lieve vrienden" ge roemd en dm was heel vriendelijk van hem. Do kleine hernel-bhuwo nestelde zich dadelijk in de huurt van den Amerikaan c-n vroeg nieuwsgierig: Ts u dan niet zoczieV geweest? D» schrik sloeg mij om hot hart, toen ik al dal water in Hamburg zag. Nu koek de Amerikaan don hemelsblau we echter minachtend van ter zijde aan. Zeeziek? Neon. hoven zooiets voel ik .pii verheven, hoewel verscheiden va» mijn collega's er hoe! naar aan too waren Zoo was er o.a. ren uit New-York, dm lo t nl boel erg te kwaad had. IIij genoot hbe- lomi.ll "Pief van de mooie zeerei Tk "zon wel eens willen weten wat cr van hem ge worden is Met mij gaat hol h-cl eoHriep plo!- scling er-n slem cn werke'ij!;, het wis de New-Yorker. .Tullie kunt j'e hun vrom/ile voorstellen, (oen deze (wee reisgenoolcn elkaar ïflot fioling herkenden. TT is dus weer hcelerimr.l hersteld, kunt u weer Hen en drinken? vroeg dc Zuid-Amerikaan. Ja, ik hen weer heelemaa! in orde .Bovendien kan ik u nog niededeplcn, dal ik in RotfCrtbim mei een briefkaart ge trouwd ben, die in Vlanrdineen geboren Tk zal u mijn vrouw voorstellen. Hij haalde een briefkaart, die juist in Iriik gesprek was met den hemelsblauw» ?n nam haitr bij de b ind Daarop zei hij luid, onda't alleen het zonder, li noren: Mijn lieve vrienden, hierbij hel) ik Lol genoegen u mijn vrouw voor te stel len. De briefkaart boog vriendelijk lachend naar alle kanten, zoover haar stijve lede maten dil tenminste to.-lieten. Zoo! riepen dc anderen. Wel gefeli citeerd! Juist toen zij dit geroepen hadden. de° l le postbode een greep in dn tasch en haal de erd<- briefkaart uit te voorschijn Da» was een schrik! De beide echtelieden hadden nog miar ne» den lijd om elkaar een kus te eevr-n klap! en de taseh Was weer dicht. De New-Yorker bleef treurend achter. Hoe kort heeft ons geluk Rlechtfi ge duurd! Zuchtte hij. Wii arme brieven -n briefkivarlen zijn er toch maar ongelukkig can toe. plotseling worden we gescheiden Neem de zaak niet zno somber on: z'io we of jullie elkoni nog niet een te rug ziet! troostte men hem. Op dit oogenblik deed de po tbodo we»' ?en greep in de lasch en haalde er een Hein couvert me» een uiinoodUrin* u'". rfopte er echter weer iel^ ande»s in. Jullie zult zeker wel verhaizd zijn. maar hm was de briefkanrl Nee, maar dnt was m» een vreuvdo! De heide gelukkig» ochtge- noolert vielen elkaar om den hals en de anderen begonnen van blijdschap te ritse len zooaLs een incïisch. dio vroolijk is, zingt. Tueii 1KI rumoer ren beetje bedaard wn - vertelde dc briefkaart, da hei ndro6 ver keerd v.". rami- sing r.oti zij toch ni t meer kunnen blijven. Daarom nam zij maar dadelijk l le< der afzehefd •aar man en dal was maar goed ook want dc postbode haalde haar er alwc uit. Nu voegde de eenzame N> w-Yorker bij den Zuid-Amerikaan, v. int zij kw.-.mc uit hetzelfde werelddeel, alleen had laatste veel grootcr reis gemaakt. Vertel mij eens wat van de streek, waar gij vandaan kom', zei de New-Yor ker. Dai is bc&!. antwoordde de undo-. Ik kom uit het uit r Ic Zuid» n en had de reis naar Europa best ovcg water kunnen maken; ik had verscheidene zaken in New- York af le doen en daarom reisde ik rei het goheclo land door. Wat heb i'< veel breede. mooie rivieren gezi- n en rrm iiligo. proolë Mcdm! Ja, li». schitterend werelddeel, Amerika! Het gezslschap luisterde aandach* zulke interessante reisgenooten ontmoette n:en niet altijd. Eon briefkaart rei: Nu. mooier dan mijn land zal he; cr toch wol niet zijn. Ik kom uit 11niJrvr is hot heerlijk warm! Zij rild» even. Warmer dan hij mij thuis is hot er toch zeker niet! meende do Zuid-Atn - rikaan. Rij ons ijM de meQ8choQ celfs dr iemaal verbrand. Hcelemnul verbrand? riep h"; schap ontzet »üt. Nu ja. legde één hunner uit. wc«M i - lui dan niel, dat de negen heeleinaal u t zijn? O foei, wal leelijkl Waarom was. f.chen zij zich daar dan nïo» behoorlijk met spons en zeep? vroeg do briefknari nil Iialië, die nog nooit in haar leven over ne gers gehoord had. De Zuid-Amerikaan werd nh n viel uil: Domkop! Dau zouden ze lii: a nnsscben! Dat gaat er niet nf! Dc hi'icfknc»-, dr.iaidc zich bel ••M i c fine kon dc Zuid-Amerikaan uit l?ei n» ▼eiliezen, dat hij een damo vóór ziel b Dat ,,domkof)" vergaf zij hem piot Maar waarom was da briefkéarj •oo weinig ontwikkeld? Zij had z»ker '.•hooi niel oneolet, toen do niren.-r v i Io negers vertelde. Hef go/ckwliri'.) werd sleed-, kh-in-r; •o diode haalde den oenen n-> dcii antler u fe voorfcclifjn. Ook den New-Yorker en -I Tlnlinanzche lirief! iri verdwenen )ii| I- taseh. T)z lam Ie keek den Zuid-Am»: Trnnn Imolomnal niel meer aan. Zij «rkcliik heel b'-"- hem Op hol laai t hlev. n nog near ki< i e TTAmnurger cn do Zuid-AmwlVaan ove» Treurig lagen zii naiC| elkaar: ho» w (och wel heel (<-p/.in|n in de pro-Je |,rie renin h gewofdau.i -- Wie van ons zal de kor" l - zijn.'1 - c i :tnic -i.i l? vroeg de Anuwikaan. Ilii WI nu beelomaal niet tr«,l -.11 nu.-, want hij zn- wel in. dat hii Imh niet nc r was diln nlle anderen, ol hbd liij tl-iri o..k POg zoo'n lange reis nehler den ric Ja. wia zal de laaLMe zi'n? zr-f d» hemeldilamvc en hij tilde lieel voorzichti de l.lep van de foseh een eind'.1 op. oin te zien in welke straal zij waren. Thirkstmnl! riep lift, jim» f c de po-ihodo een hoek omsloeg. Hij wis namelijk egn pntwikkelde luj.-f die kon lezen v,a; er on <le naambordi. - Oer slrnlen stond D» Zuid-Am"viknnn li» wonderde hem in stille, want da» zou-bij Piet kunnen: hij kon alleen ipair Spian h lezen Nummer 31. riep de Huuib.ii-;:. Vaarwel, lieve vriend, nu mouten ook wij seheiden. Tk hen or» mijn be.denuiijiui. Maar, wat Js dat? Jij moet aai. liolzelfd1 (»dre< z'rin Dat Is «prachtig. Hij ritselde van pleiziar D> un h-r schaamde zich wel een beef ie, dal zijn Jcloine collega geleerder was dan bij. mn.« bii was foeh ook Mij en zij i imclsd n elkaar „Klinge-linge-ling!" hoorden zij. D.- (b»;r eing open en dc pr.sfbodt» baalde de bel le brieven te voorschijn en gaf ze nui een klein mcisie. dat Mariofje heette. 0. Moeder, riep hol kind, mi alsjeblieft die mooi gekleurde diu/ Daarmede bedoelde zii de un-tzc Is. Neen, die krij" ik. zei haar broc.-ii- TI ai. en haalde zijn postzegelalbum le ftfbr-chijn. Dat is „iels voer Lleioe u c zoefde lii| er nog aan toe. Marielie iroo He zich mei haar op i .Moeder knipte d» postzegels i II.ui- uit P. Zuid Amerikaan en de klei; H m burger beleefden nog menig gezellig uurlj» in kfcfihr schrijfmap. mr zij «</k no/ arch irczel.scli m uanlro'fe^. pi.i.ir zij 'ui- - vee hun l.'i i,.-- hij elkaar v.ani Zij hadden immer zulke genoeglijk.' oogi'U- blikkon in de brieventiscli van. den nos.- bode doargebvue' i. ..Cir." Het ligt 1" den hard van gTOOfc geoslen in weinig woorden voel zin te leggen. kloino t'.s.en zijn gewoon voel ie spreken en nlels '.o zoggen. La Rochefau iu1d ?j|rccf altijd naar wat Kchcol Is, kunt gij zelf niet iets geheel worden, luit u dan als strevend- lid cr bij aan Schiller. Wie he( leven doorvliegen wil, ziet de golven hoog tegen den bO"T opzwi epen! wie bedaard en bezonnen zijn weg vcr- v'olgf, brengt het bootje veilig In behouden haven. _.j Steller.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1926 | | pagina 15