Tweede Blad. kerknieuws F; Donderdag 23 Sept. 1926 r.-K. Kinderkoloniehuls te Eersel. De opening. Dinsdagmiddag is te Eerstel door Z. D. H Mgr. A. F. Diepen, Bisschop van 's-Her torenbosch het nieuwe R.-K. Kinderkolo niehuis van de Eerw. Zusters van de Schijndel ingezegend. Het gebouw is in rooden baksteen opgetrokken. Architect is de heer Kooken uit Eindhoven. Het grootste kwantum kinderen wordt door het Ned. R.-K. Huisvestingscomité uitgezonden en verder door het Wijt-Gele Kruis, het Groene Kruis, de A. R. K. A., de r.-K Wcrkliedenveroeniging, de St-Vin- cenüusvereeniging enz. Ka de inzegening van het gebouw, waar- hij Z. D. H. Mgr. Diepen werd geassisteerd door Mgr. G. G. Prinsen, den zeereerw. lieer P. C. Verstappen, deken en pastoor tc Reusel, de rector van het Liefdegesticht, den zeereerw. heet L. Weyers en den zeer eerw. heer Joosten pastoor te Eersel, hield Mgr. een ontroerende toespraak. Ik heb dan zoo juist, aldus Mgr., mogen voltrekken de plechtige inzegening van 't R.-K. Herstellings-Koloniehuis, toegewijd aan den H. Engelbewaarder. Vanmorgen ben ik begonnen met het H. Sacrificie der Mis op te dragen, om Gods zegen af te smeeken over het mooie werk, dat hier zal worden begonnen, over dit huis en zijn be woners. Krachtens mijn macht voltrok ik de zegening van het nieuwe gebouw. Het past hier eerst een woord van op rechten dank te spreken tot de eerw. over ste, die. getroffen door den ndod, die onder de katholieke kinderen werd geleden, be sloten had mede te werken tot leniging daarvan en bij de overweging, hoe zij tot genezing naar ziel en lichaam van de arme katholieke jeugd het best zou kun nen medewerken, te rade is gegaan bij de meest deskundigen. Thans is er dit huis, dat aan alle eischcn der moderne hygiëne beantwoordt. Het was niet om een gelde lijk belang, dat deze congregatie de moei lijke taak op zich nam, maar, gedenkende het woord van Christus: „Wie een van zul ke kleinen in Mijnen naam opneemt, neemt Mij op". Wetende, hoe er geleden wordt in de kinderwereld en hoe groot de nood is der jeugdige zielen en lichamen, zagen de Zusters thans de gelegenheid geopend God te verheerlijken door het werk voor de jeugd. De zusters zullen werken aan het on sterfelijk geluk van de kinderen door den grondslag van een godvruchtig, rechtvaar dig en zedelijk leven in te prenten. Alles in dit huis zal er op ingericht zijn, om hen aan zedelijke vorming alles te schenken. Bij dit werk heeft men niet verwacht, dal alle kinderen gezond zouden zijn naar de ziel. Wij weten maar al te goed, dat, vooral in de grooto plaatsen, de jeugdige ziel niet meer zoo rein opgroeit als wij zou den wenschen. Maar hier is de rector die het woord van waarheid zal geven en daar in zijn levenstaak zal zoeken. En nu nog een enkel woord tot u, kin deren. Gisteren hebt gij mij met blijdschap ontvangen. Heden is het de dag van vertrek voor zeer velen uwer. Ik verheug me over net goed, dat u hier naar ziel en lichaam ten deel viel. Er is in dit katholiek milieu een sfeer van geluk Voedt uw gedachten met de herinneringen aan dit huis. En wanneer gij terug moogt komen, laat dit dan zijn met denzelfden geest van nu, als een even groot vriqpdje of vriendinnetje van 0. L. Heer, even ijverig en braaf. Leer door versterving deugdzaam voor O. L. Heer te wandelen. Neemt de deugden mee, die u hier voorgehouden zijn, zoodat gij door uw gedrag £e eer en roem van dit huis zult vestigen en uw ouders een ijverig braaf, gehoorzaam kind mogen'terug ont vangen. Dat hier wone een geest van geloof, de geest van God den Vader, den Zoon en den H. Geest, dat Liefde worde aange kweekt en van hier uitgedragen in de ka tholieke huisgezinnen Laten we besluiten met den wensch dat alle zegen U zal ten deel vallen, lot heil van de R.-K. Jeugd, tot bevordering van het jeugdwerk, tot heil van het vaderland. Een der kinderen bracht daarop in een versje dank aan Z.D.H., den rector de Eerw. Zusters en de medestichters- van het huis. Daarop voerden achtereenvolgens het woord rector Weyers, dr. R. Eykel, hoofdinspecteur der Volksgezondheid, waarna Z. D. H. Mgr. Diepen het slot woord sprak. Daarin uitte Mgr. den wensch, dat ook do kapel van het Liefde gesticht spoedig de zoo noodigo uitbrei ding zou mogen ondergaan. Om 2 uur had een gemeenschappelijk diner plaats. Onder de aanwezigen merkten we o. m. op Dr. Eijkel, hoofdinspecteur voor de Volksgezondheid, uit Nijmegen, mgr. Prin sen, voorzitter van het Ned. R. K. Huis vestingscomité, do heeren van Machlen- bergh, directeur van het Bureau, J. van Hellenberg Hubar, sccretaris-penningm. Noyons en notaris Lobach leden van het hoofdbestuur: voor den kring Den Bosch was aanwezig mevrouw Ummelsvan Meerwvk, kring Utrecht mejuffrouw W. v. Soest; kring Nijmegen mevr. Dietvors; kring Den Haag mej. Baretta; kring Leiden mej. v. Decne; kring Dordrecht de heer v. Oost; kring Valkenswaard mej. Gegrath. Verder merkten wij op de heeren Hoe- bens uit Eindhoven als secretaris van het hoofdbestuur der federatie van het Wit- Gele Kruis; den heer H. v. d. Heijde, voor het Liefdewerk uitzending van kinderen ondcrafd. der Vincentiusvereeniging te Eindhoven; dr. Spoorenberg, Eindhoven waarnemendgeneesheer van het huis; ar chitect Kooken, uit Eindhoven; den heer G. Jansen, opzichter van den bouw; de heer De Wit, aannemer, Schijndel; mej. van Riel, Tilburg, inspectrice T. B. G. afd. Noord-Brabant; de heer N. Wijers en me vrouw uit Vlijmen; kapelaan Gommers uit Eersel en pater v. d. Leomputte uit Spar- rendaal. Vragen van Kamerleden. Het reizen op Zondag door middel van verlaagd tariei acht de minister ongowenscht. Op de vragen van den heer Kersten betreffende het inleggen van extra treinen op Zondag 18 en 25 Augustus j.l. in ver band met de kermis to Luik en de in ver band daarmede door de Nederlandsche Spoorwegen geplaatste advertenties, ant woordde de minister van Waterstaat: Bij onderzoek is den minister gebleken, dat door de Nederlandsche Spoorwegen gezamenlijk met de Belgische jaarlijks bij gelegenheid van de kermis te Luik extra- treinen worden ingelegd tusschen Maas tricht en Luik, teneinde in het belang van publiek en personeel het zeer drukke ver keer meester te kunnen blijven, dat der gelijke treinen ook hebben geloopen op de in de vragen genoemde Zondagen en dat die niet in de dienstregeling voorkomende treinen per advertentie zijn bekend ge maakt, zonder welk© advertentie de in legging geen zin zou hebben gehad. Bij deze treinen is geen tariefsverlaging toegepast en was het eenige doel het ver voer te kunnen beheerschen. Hoewel hij persoonlijk de vermeerdering van arbeid op Zondag betreurt, kan hij hierin van de zijde van de spoorwegdi rectie geen aanmoediging tot ontheiliging van den Zondag zien en is hij van mee ning, dat door geen maatregelen te nemen groote verwarring zou kunnen ontstaan, wal zeker de Zondagsrust en de Zondags heiliging niet zou bevorderen. De minister is van oordeel, dat toestan den, als in deze vragen worden gewraakt, langs anderen weg dan op de verlangde wijze moeten worden bestreden en hij zou het daarom niet goed achten, den ge- vraagden invloed der regeering aan te wenden. Op de vragen van den heer Duymaer van Twist betreffende het loopen van een extra-trein tegen verlaagd tarief op Zon dag 18 April 1926 van Amsterdam en van !s-Gravenhage naar Tiel, antwoordde genoemde minister: De directie der spoorwegen is gewoon, in het zomerseizoen het reizen te bevor deren, door het inleggen van treinen met verlaagd tarief. Dit geschied op dagen en van en naar plaatsen, die aan de directie voor dit doel geschikt voorkomen, zoowel in de week als des Zondags, en in beide gevallen wordt een gelijke verlaging van hel tarief toegepast. Do minister heeft met do beantwoording der vragen willen wachlen totdat het re sultaat van het zomerseizoen 1926 bekend zou kunnen zijn, van welk uitstel hij te vens gebruik heeft kunnen maken om zijn eigen standpunt ten opzichte van dit vraagstuk te bepalen. Inmiddels heeft hij er door besprekingen met de directie naar gestreefd, dat het inleggen van goedkoope treinen op Zondagen niet werd uitge breid. Over de jaren 19221926 zijn er inge legd het volgendo aantal goedkoope trei nen: 1922 23 treinen, waarvan op Zondag 1923: 31 treinen, waarvan op Zondag 0; 1924: 64 treinen, waarvan op Zondag 19; 1925: 113 treinen, waarvan op Zon dag 44; 1926: 96 treinen, waarvan op Zondag 34. Het loopende jaar is gerekend tot un mot Zondag 15 Aug. 1926. Zeer waar schijnlijk zal dus hot jaar 1926 een onge veer gelijk beeld als 1925 vertoonen en is liet aantal niet vermeerderd. Blijkt het straks, dat dit wol het goval is, dan zal dit nader worden medegedeeld. De directie der spoorwegen heeft mede door goedkoope treinen, zoowel in de week als op Zondag, do financieele uit komsten van het bedrijf willen bevorderen cn volgens haar inlichtingen is zij daar in ook geslaagd. Tegenover den door des ministers ambts voorganger en door hem zelf geoefenden aandrang om het reizen per trein tegen verlaagd tarief op Zondag tegen te gaan, heeft do directie der spoorwegen op de onbillijkheid gewezen, dat haar bedrijf in zijn bewegingsvrijheid aldus werd beperkt, torwijl het overige openbaar vervoer (autobussen, booten, enz.) op Zondag geen enkele verhindering ondervond en ondervindt, in verband waarmede voorts ook naar haar meening een eventueel verbod van goedkoope treinen op Zondag geen bevordering van Zondagsrust, maar alleen een verplaatsing van Zondagsar- boid met zich zou brengen. Naar 'e ministers meening kan aan deze beschouwingen waarde niet worden ont zegd, al kan de redeneering van de ver plaatsing van arbeid niet geheel opgaan voor vervoer over grooten afstand als in do vragen bedoeld. Een wettelijke regeling nu van het openbaar vervoer op Zondag in de richting van algemeen© beperking ligt niet op den weg van den minister. Waar hij desniettemin met den steller der vragen de bevordering van het reizen op Zondag door middel van verlaagd ta rief om een neutrale uitdrukking te gebruiken ongewenscht acht alleen reeds met het oog op het meerdere per soneel, dat daarvoor in dienst moet wor den gesteld en wegens de verstoring van de Zondagsrust in daarop prijsslollonde stroken, wil hij er door overleg gaarne naar blijven streven dit gebruik zooveel mogelijk to beperken. De Indische begrooting. Fen batig saldo. Do indiening der begrooting voor Ned. Indie over 1927 is spoedig to wachten. De bcgrooting moet een batig saldo opleve ren; ook over 1926 wordt de toestand als zeer gunstig beschouwd. Koningin Emma in het Schwarzwald. Koningin Emma ia Maandagavond met gevolg te Freudenstadt aagekomen, waar H.M. eenigen tijd denkt te vertoeven. Zij nam haar intrek in het „Kurhaus Wald- lust". Tegelijkertijd is in Freudenstadt voor een kort verblijf do gewezen Groot hertog van Hessen met zijn gezin gearri veerd. Uitvaart pastoor C. A. J. ten Hagen. Gistermorgen beeft in de O. L. Vrouw van Lourdeskerk te Rotterdam de plechtige uitvaart en begrafenis plaats gehad vac wijlen pastoor C. A. J. ten Hagen, die Zon dagmorgen in het St.-Franciscus-Gasthuis aldatir is overleden. In de Vroegmissen naderden talrijke pa rochianen ter H. Tafel tot intentie van don over.eden pastoer. Tt 10 uur vingen de Laratu aan, waar bij als agens fungeerde pastoor H. J. G. van Baaren van Kelbcl met assislontio van pastoor J. H. F. Root van 's-Graven- hago en Rector J. G. Kcrkvliot van Rot terdam. Geiemonianus was kapelaan H. v. Hussen van Naaldwijk, junggewijd priester uit de parochie van O. L. Vr van Lourdes. Tijdons de Lauden vulde zich het kerk gebouw geleidelijk en toen te half elf do plechtige Requiemmis begon, was de kerk overvol en was het geheele presbyterium bezet met Rotterdamsche geestelijken, ou der wie zoo goed als alle pastoors der stad. Van buiten Rotterdam merkten wij o.m. op den Hoogeerw. hoor Prof. J. D. J. Aen- genent en den Hoogeerw. heer H. A Th. van Dam, Deken van 's-Gravenhage, bei den klasgenooten van den overlodtne, en den Zeereerw. hoer L. J. Willenborg van Bloemendaal. Do Deken van Rotterdam, do Hoogeerw. heer J. W. van Heeswijk, droeg de Re quiemmis op met dezelfde assistentie als bij de Lauden. Het zangkoor der kerk onder leiding van den heor J. Starkenburg voerde op voor treffelijke wijze de Requiemmis van Perosi uit en verhoogde hiermedo do stemming van deze plechtigo oogenblikken. Voor het presbyterium stond het lijk Yan den overle den pastoor opgebaard. Na afloop van het H. Misoffer besteeg de Weleerw. heer M. G. A. Kouwenhovcn, kapelaan der parochie, den kansel tot het uitspreken van de lijkrede. Tot tekst van zijn korte, maar treffende toespraak, had do eerw. redenaar geko zen de woorden van Lucas 12, 39. „Boati servi, quos invenerit Dominus vigilantes", gelukkig de dienaren, welke de Heer wa kende zal vinden", zoo juist passend bij het plotseling verscheiden van pastoor Ten Hagen. Nog pas twee weken geleden stond pas toor Ten Hagen op deze kansel. Niemand dacht er aan, dat het zijn laatste maal zou zijn. Niemand maakte zich ongerust, het zou maar een kleino operatie zijn en juist vandaag, Woensdag, zou hij weer in ons midden zijn, hersteld en wel. Maar op de zen dag zijn wij helaas reeds verzameld om zijn doodsbaar. Do dood heeft plotseling zijn onverbiddelijken slag goslagen en een priester plotseling weggerukt uit ons mid den, een herder van zijn volk. Wat zullen wij nu tot u zeggen, zoo vervolgde spr., wat zal ik u vertellen van zijn leven onder u en voor u. Pastoor Ten Hagen heeft nooit gedweept met zelfver heerlijking en daarom zal ik dezen won- schen van den doode eerbiedigen. Maar hier dood voor u liggend, spreekt hij nog tot u, treffender wellicht, dan hij ooit vermocht. Hij roopt u allen toe: „Vigi- lale", waakt, „Quia nescitis neque diem neque horam", omdat gij dag noch uur kent. Hij dacht nog aan mooie plannen voor zijn kerk, aan verfraaiing van Lour- desgrot en Theresiakapel. En plotseling kwam do dood die mooie plannen en alles wat er leefde aan idealen en toekomstplan nen weghalen. Do dood kwam plotseling, maar onvoor bereid vond hij den pastoor niet. Want hij was een man. die steeds leefde in de ge dachte aan de eeuwigheid, al zijn daden stelde hij steeds tot in het minutieuze, om dat hij steeds rekening hield met de mo gelijkheid van hetgeen nu, helaas, is ge schied. Laten wij bij deze doodsbaar dezo laat ste les van onzen pastoor tor harte ne men; deze zijn laatste preek laten wij zo nimmer vergeten. En dan, laten we uit dankbaarheid voor hem, die drie jaar on der u werkte als con ware herder, die het verloren zocht, al was het ook heel dik wijls ver verdwaald, hier blijven komen om to bidden voor zijne zielerust. Do slag was zwaar voor u, omdat uwe liefde groot was. Benijdt hem den hemel niet, al valt het scheiden ook zwaar na drie jaren ze genrijken priesterlijken arbeid onder uw midden. Als straks zijn lichaam zal rusten op hot stille kerkhof, wachtend de opstanding op den jongsten dag, als de rouw uit uw kerk is verdwenen, dan, blijft dan veel bid den voor hem, dio zooveel voor u deed. „Requiem aeternam, „Den eeuwigen vrede, geef hem dien, o Heer". Na dezo rede werd door den Hoogeerw. Deken do absoute verricht. En terwijl do laatste klanken van het „Libera" wegstier ven, werd de kist uit het kerkgebouw go dragen. Buiten wachtte een grooto me nigte. Te ongeveer half twaalf verliet do stoet de parochiekerk. Een achttal volgkoetsen en vijf auto's UIT DE RADIO-WERELD. Programma's voor Vrijdag 24 September. IT i I v e r s u m 1 0 5 0 M 12.00 Politieber. 7.00 Politieber. 7.15—7.45 Exposé taallessen, door FicJ Fry. 7.45 en 10.00 Peraber. 8.10 Opera-avon-1. Ilct II.D.O-orkeat ra mevr. Greta Santhagon Mundcrs, sopraan Cris do Vos, tenor. In do pauze causerie over den H.D.O., door den heor W. Vogt. Na afloop dansmuziek door hel Indian dance-orchesfro, o.l.v. Hans Mossel. Davcnlry 1C00 M 11.201.20 Het radiokwartet en solis ten (cello, mezzo, sopraan, bariton). I.201.20 Lunclimuziek van hotel Mctro- pole. 3.40 Lezing: Klcmcnlnry French. 4.05 Concert. 5.35 Kindcruurtjo. 0.20 Muziek v. h. Princo of Wales Plny- house. 0.50 Jazzband-nnuiek. 7.05 Concert door West field's orkest. 7.20 Tijdsein Big Ben. weerbcr.. nieuws. Lezing: Seen on the screen. 7.45 Muziek. 8.00 Muziek. 8.20 F.astbnurne-uvond. Do historie van Eastbourne door den borgemeestcr. Hot Rlodolijko orkest. 0.10 Folgnto King's Pier Revelks of 1020. Muziek en zang. 0.50 Lezing: Tho guardian Angel. 10.05 Vierde Engelscho suite in F, door J. Annsoll. 10.20 Tijdsein, weerber., niouws. 10.35" Eastbourno-nvond (vervolg). Het Grand hotel Enstbourno-orkest. en K. Winter sopraan. II.3512.20 'Dansmuziek. „R a d i o-P a r i s". 1750 M. 12.50 Concert Lucien Paris. 5.50 Muziek door <lo Araf premier jazz band. 8.50 Concert. Orkest en M. Landeau, de clamatie en gedichten. Königswnsterhausen. 1300 M. 8.20 „Macht der Einsternis", drama in 4 aeten van Leo Tolstoi. 10.5012.50 t)ansmuziek. Brussel 487 M. en Antwerpen 205 M. 8.20 Gramofoonmuzick. 8.35 Orkestconcert. 9.30 Galaconcert, gewijd aan de maand September. 10.20 Niemvsbor. M ii n s t e r, 410 .M. 1.352.50 Orlcostconcert. 4.35—5.20 Lozing. 5.200.20 Sprookjes vertellen. G.20.—6.50 Gramofoonmuzick. 0.50—7.20, 7.20—7.50, 8.20—0.00 Lozingen. 9.00 Marcell-Salzer, humorist cn orkest. Daarna gramofoonmuzick. waarin familieleden van den overledene, do Zeereerw. lieer Deken en verschillende andero geestelijken, henevens leden van het Kerk- en Armbestuur on liet Collec tanten-college gezeten waren, volgdch den lijkwagen. Door de politieautoriteiten was op uit stekende wijze voor do verkeersregeling zorg gedragen, zoodat zich zelfs op de drukste punten geen vorkecrsbelonimorin- gen voordeden en alles een waardig ver loop had. Nadat de stoel Ie ruim half een het kerk hof van Crooswijk had bereikl, waar leden van do vereeniging „Jong Roornsch Le ven" de baar afwachtten, werd dn kist naar de kapel gedragen, waarbij leden van Kerk- en Armbestuur als slippen dragers fungeerden. De absoute werd verricht door Deken J. W. van Heeswijk, geassisteerd door Pas toor I. J. M. Meijer en Prof. J. D. J. Acn- gonent. Onderwijl zong het koor de Orego- riaansclic gezangen. Vervolgens werd de haar onder liet zin gen van liet „De profundis" grafwaarts go dragen, waar do laatste kerkelijke me ningen werden verricht. Behalve de reeds genoemde tlilies van Kerk- en ArmbeMuur, koorleden en rol'octanlen waren verschillende l lm FEUILLETON. Oorspronkelijk Detectieve-Roman door WILLIAM nOLT. 10) .,Ja, en mijnheer Frans ook. Hij liep han denwringend in de gang, maar juffrouw e zei, dat mijnheer Roger opgehaald «orden moest. Ik hoorde wel. dat mijnheer J-mns zeide, dat hij zelf zou gaan, maar dJ 3" ff rouw wilde dat niet. „Hij kan het «Heen doen", zei ze. „En toen schreef ze ''riefje, dat ik gebracht heb", .i JonScn knikte. Hij vond er blijkbaar ehngen in, dat zijn boodschap een belang en 't f°Weesfc was* voelde heelemaal hon-d^e^ec^ve kem zeer handig uit- •Ja. dat is dan maar gelukkig, dat jij zoo gauw gevonden hebt. Werk je bij "e van Beekums?" ,,T' - - hef ..Ik? Weineen, ik woon on den Eiken- -Gp den Eikenhof? Waar is dat?" ,i. °T':,ngeu keek even vreemd, dat iemand k'konhof niet kende. *e| V. "'k <lacHt dat U het dorp j cn. heelemaal niet. ik bon hier voor j *rst, dus don Eikenhof ken i"k niet. 'n mooie boerderij?" ,V;'ir^ei'ij Ja eon boerderij is er na- 1- °°k Hij, maar de Eikenhof is een «stoer'. iciiP een kasteel, ik wist niet dab c Gier nog een kasteel hadt ook". „Nou ja, het is vroeger een kasteel ge weest, het is nu eigenlijk een hoerenhuis, maar groot en ouderwetsch. Vroeger is het veel grooter geweest, dat kun je in den hof nog zien, daar staan nog stukken van mu ren". „Zoo, dat zou ik graag eens willen zien, dat kan misschien?" „Je leunt er langs loopen", antwoordde de jongen. „Ja natuurlijk, dat zal ik ook zeker doen. Maar zoo'n oud gebouw is meestal van binnen vooral merkwaardig, zou ik het van binnen ook mogen zien?" „Dat J&al wel niet. Do oude freule, weet u, houdt daar heel niet van". „O, woont er een freule op den Eiken hof?" „Wat dacht je dan", zei de jongen, alsof dit toch wel van zelf sprak. „Ja, ja, natuurlijk. Ik meen m'n vriend er wel eens over te hebben hooren spre ken". „Kent die haar dan?" „Ja, dat is te zeggen, die is heel goed bevriend met mijnheer Frans van Bee- kum en mijnheer Frans zal er met hem over gepraat *hebben". „Dat kan, want de bankier kwam nog wel eens een enkele keer op den Eikenhof, als mijnheer er was". „En mijnheer is er nti ook", vroeg de detective luk-raak. „Ja", zei de jongen, „hij heeft ;c naar do van Beekum's gestuurd". Zo waren van den straatweg gekomen, langs een achterweg het halve dorp onige- loopcn. Do detective nam nu van don spraakzamen jongen afscheid en drukte hem een geldstukje in de Kand- Hij was vlak achter do woning van no taris Burton en stond drie minuten later tegenover Dora. „Een oogeublilcjo maar", zei hij kort en zakelijk. „Tk moet een paar inlichtingen van u hebben. Wie wonen hier op don Eikenhof en welke betrekkingen bestonden er tusschen die menschen tot de van Bee kum's?" Dora Burton vroeg niet naar het „waar om" van die vragen. Zij begreep absoluut niet, wat de Eikenhof of do familie, die dat goed bewoonde, ook maar in de verte te maken kon hebben met het drama, waarmee de detective zich onledig hield. Maar zii vroeg geen uitleg. „Do Eikenhof", zeide zij, „wel, dat is een oud landhuis, hier een klein half uurtje vandaan, 't Ligt heel mooi, maar 't ziet er vervallen uit. Het behoort aan de familie Wiidcveld van Dalen. Er woont altijd, zoolang ik mij kan herinneren, de oude freule;'die was al oud, toen ik een klein meisje was. En dan vertoeft er nu en dan baron van Wijdoveld van Dalen, dat is haar neef, de zoon van haar overleden broer. Maar meestal is hij op reiB". „Hoe oud ongeveer?" „Ik denk zoo om de dertig". „Kwam hij wel eens bij van Beekum thuis?" „Hij zal er wol eens op mijnheer's kan toor gekomen zijn. En ik'herinner me, dat mijnheer van Beekum er ook wel eens heenging. Dat tfas feitelijk iets bizonders, want de freule hield heel niet van con versatie. Zij moet een beetje een zonder linge zijn". „Dus u weet niets van bijzonder groot© vriendschap tusschen die freule of dien ba ron van Wijdeveld en mijnheer van Bee kum?" „Neen". „Of tusschen den baron en Frans van Beekum?" „O, neen, Frans kon hem niet uitslaan. Dat, heb ik hem zelf eens hooren zeggen". „En uw oom, notaris Burton. Hoe dacht dio over hem?" Mijn oom? Die had niets met hem to maken". „O, maar hij zal toch wel eens ovor den baron of de freule gesproken hebben, al is het maar ter loops?" „Ja, dat is waar". „Nu, dan heb ik zoo de idee gekregen, dat hij over den baron niet bepaald gun stig dacht". „Mijn oom vond, geloof ik, dat de baron zijn leven zoowat verboemelde". „Maar kwam hij wel eens bij uw oom op het kantoor?" „Neen, daar heb ik nooit van gehoord". „En uw oom niet bij hem?" „O neen, dat zou ik zeker geweten heb ben. Maar waarom vraagt U dat alles?" „Hm"' zei de detective, „vind U dat niet vreemd, ik bedoel, dat de eigenaar van een landgoed hier. waaraan nog al grondbezit verbonden zal zijn, niets te maken zou hebben met den notaris. Voor verkoop, verhuur, verpachting, etcetera, moet uw oom hem toch eigenlijk onmisbaar ge weest zijn". „O, dat deed voor hem een notaris in do naburige stad". „Zoo, dus ze waren eigenlijk kwade vrienden?" „Oom heeft zich daarover nooit uitgela ten. Maar ik heb op al uw vragen nu ge antwoord, nu moet u mo toch vertellen, welke bedoeling u er meo heeft". „Oh, dal vertel ik u zeker, maar nu niet, ik heb geen tijd thans". En met con buiging was hij do kamer al uil. Een goed half uur lnler bevond hij zich al bij den Eikenhof Terzijde van den weg, tusschen een paar h&zelst.ruiken zat hij op den wal van een droge sloot. Daar wachtte hij rustig cn niet te ver geefs, want na een half uur, zag hij zijn vriend Arthur Roger komen aanwandelen. Hij kwam van het landffocd cn begaf zich weer naar het dorp. Toen opeens word zijn aandacht lovendig gespannen. Want geen vijftig pas van hem verwijderd, kwam op dat oogenblik een jonge dame uit liet kreupelhout te voorschijn. Zij liep bloots hoofds en was blijkbaar niet gekleed «un uit te gaan. Z1j liep op Arthur Roger too cn wenkte hem stil te staan. De delctivo zag duidelijk dat zijn vriend ontstelde. Hij zag hoe de onbekende jonge damo snel achtereen velo woorden sprak, maar hij kon niet verslaan wat zij zeide. Zijn vriend hoorde haar nan. Zij scheen hem dringend iets te verzoeken, maar hij hnnldo do schouders op en maakte oen ontkennende boweging, alsof hij haar verzoek niot kon toeslaan. Roger wees haar op het kas teel, alsof hij linar beduidde dat zij terug gaan moest. Toen bleef zij teleurgesteld staan en de advocaat ging verder even nog nag- rd door het meisje dal daarop veer hi- upelhout terugtrad. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1926 | | pagina 3