Tweede Blad.
kerknieuws
F;
Donderdag 23 Sept. 1926
r.-K. Kinderkoloniehuls te Eersel.
De opening.
Dinsdagmiddag is te Eerstel door Z. D.
H Mgr. A. F. Diepen, Bisschop van 's-Her
torenbosch het nieuwe R.-K. Kinderkolo
niehuis van de Eerw. Zusters van de
Schijndel ingezegend. Het gebouw is in
rooden baksteen opgetrokken. Architect is
de heer Kooken uit Eindhoven.
Het grootste kwantum kinderen wordt
door het Ned. R.-K. Huisvestingscomité
uitgezonden en verder door het Wijt-Gele
Kruis, het Groene Kruis, de A. R. K. A., de
r.-K Wcrkliedenveroeniging, de St-Vin-
cenüusvereeniging enz.
Ka de inzegening van het gebouw, waar-
hij Z. D. H. Mgr. Diepen werd geassisteerd
door Mgr. G. G. Prinsen, den zeereerw.
lieer P. C. Verstappen, deken en pastoor
tc Reusel, de rector van het Liefdegesticht,
den zeereerw. heet L. Weyers en den zeer
eerw. heer Joosten pastoor te Eersel, hield
Mgr. een ontroerende toespraak.
Ik heb dan zoo juist, aldus Mgr., mogen
voltrekken de plechtige inzegening van 't
R.-K. Herstellings-Koloniehuis, toegewijd
aan den H. Engelbewaarder. Vanmorgen
ben ik begonnen met het H. Sacrificie der
Mis op te dragen, om Gods zegen af te
smeeken over het mooie werk, dat hier zal
worden begonnen, over dit huis en zijn be
woners. Krachtens mijn macht voltrok ik
de zegening van het nieuwe gebouw.
Het past hier eerst een woord van op
rechten dank te spreken tot de eerw. over
ste, die. getroffen door den ndod, die onder
de katholieke kinderen werd geleden, be
sloten had mede te werken tot leniging
daarvan en bij de overweging, hoe zij
tot genezing naar ziel en lichaam van de
arme katholieke jeugd het best zou kun
nen medewerken, te rade is gegaan bij de
meest deskundigen. Thans is er dit huis,
dat aan alle eischcn der moderne hygiëne
beantwoordt. Het was niet om een gelde
lijk belang, dat deze congregatie de moei
lijke taak op zich nam, maar, gedenkende
het woord van Christus: „Wie een van zul
ke kleinen in Mijnen naam opneemt, neemt
Mij op". Wetende, hoe er geleden wordt in
de kinderwereld en hoe groot de nood is
der jeugdige zielen en lichamen, zagen de
Zusters thans de gelegenheid geopend God
te verheerlijken door het werk voor de
jeugd.
De zusters zullen werken aan het on
sterfelijk geluk van de kinderen door den
grondslag van een godvruchtig, rechtvaar
dig en zedelijk leven in te prenten. Alles
in dit huis zal er op ingericht zijn, om hen
aan zedelijke vorming alles te schenken.
Bij dit werk heeft men niet verwacht,
dal alle kinderen gezond zouden zijn naar
de ziel. Wij weten maar al te goed, dat,
vooral in de grooto plaatsen, de jeugdige
ziel niet meer zoo rein opgroeit als wij zou
den wenschen. Maar hier is de rector die
het woord van waarheid zal geven en daar
in zijn levenstaak zal zoeken.
En nu nog een enkel woord tot u, kin
deren. Gisteren hebt gij mij met blijdschap
ontvangen. Heden is het de dag van vertrek
voor zeer velen uwer. Ik verheug me over
net goed, dat u hier naar ziel en lichaam
ten deel viel. Er is in dit katholiek milieu
een sfeer van geluk Voedt uw gedachten
met de herinneringen aan dit huis. En
wanneer gij terug moogt komen, laat dit
dan zijn met denzelfden geest van nu, als
een even groot vriqpdje of vriendinnetje
van 0. L. Heer, even ijverig en braaf. Leer
door versterving deugdzaam voor O. L.
Heer te wandelen. Neemt de deugden mee,
die u hier voorgehouden zijn, zoodat gij
door uw gedrag £e eer en roem van dit
huis zult vestigen en uw ouders een ijverig
braaf, gehoorzaam kind mogen'terug ont
vangen.
Dat hier wone een geest van geloof, de
geest van God den Vader, den Zoon en
den H. Geest, dat Liefde worde aange
kweekt en van hier uitgedragen in de ka
tholieke huisgezinnen Laten we besluiten
met den wensch dat alle zegen U zal ten
deel vallen, lot heil van de R.-K. Jeugd,
tot bevordering van het jeugdwerk, tot heil
van het vaderland.
Een der kinderen bracht daarop in een
versje dank aan Z.D.H., den rector de
Eerw. Zusters en de medestichters- van het
huis. Daarop voerden achtereenvolgens
het woord rector Weyers, dr. R. Eykel,
hoofdinspecteur der Volksgezondheid,
waarna Z. D. H. Mgr. Diepen het slot
woord sprak. Daarin uitte Mgr. den
wensch, dat ook do kapel van het Liefde
gesticht spoedig de zoo noodigo uitbrei
ding zou mogen ondergaan.
Om 2 uur had een gemeenschappelijk
diner plaats.
Onder de aanwezigen merkten we o. m.
op Dr. Eijkel, hoofdinspecteur voor de
Volksgezondheid, uit Nijmegen, mgr. Prin
sen, voorzitter van het Ned. R. K. Huis
vestingscomité, do heeren van Machlen-
bergh, directeur van het Bureau, J. van
Hellenberg Hubar, sccretaris-penningm.
Noyons en notaris Lobach leden van het
hoofdbestuur: voor den kring Den Bosch
was aanwezig mevrouw Ummelsvan
Meerwvk, kring Utrecht mejuffrouw W. v.
Soest; kring Nijmegen mevr. Dietvors;
kring Den Haag mej. Baretta; kring Leiden
mej. v. Decne; kring Dordrecht de heer v.
Oost; kring Valkenswaard mej. Gegrath.
Verder merkten wij op de heeren Hoe-
bens uit Eindhoven als secretaris van het
hoofdbestuur der federatie van het Wit-
Gele Kruis; den heer H. v. d. Heijde, voor
het Liefdewerk uitzending van kinderen
ondcrafd. der Vincentiusvereeniging te
Eindhoven; dr. Spoorenberg, Eindhoven
waarnemendgeneesheer van het huis; ar
chitect Kooken, uit Eindhoven; den heer
G. Jansen, opzichter van den bouw; de
heer De Wit, aannemer, Schijndel; mej.
van Riel, Tilburg, inspectrice T. B. G. afd.
Noord-Brabant; de heer N. Wijers en me
vrouw uit Vlijmen; kapelaan Gommers uit
Eersel en pater v. d. Leomputte uit Spar-
rendaal.
Vragen van Kamerleden.
Het reizen op Zondag door
middel van verlaagd tariei
acht de minister ongowenscht.
Op de vragen van den heer Kersten
betreffende het inleggen van extra treinen
op Zondag 18 en 25 Augustus j.l. in ver
band met de kermis to Luik en de in ver
band daarmede door de Nederlandsche
Spoorwegen geplaatste advertenties, ant
woordde de minister van Waterstaat:
Bij onderzoek is den minister gebleken,
dat door de Nederlandsche Spoorwegen
gezamenlijk met de Belgische jaarlijks bij
gelegenheid van de kermis te Luik extra-
treinen worden ingelegd tusschen Maas
tricht en Luik, teneinde in het belang van
publiek en personeel het zeer drukke ver
keer meester te kunnen blijven, dat der
gelijke treinen ook hebben geloopen op de
in de vragen genoemde Zondagen en dat
die niet in de dienstregeling voorkomende
treinen per advertentie zijn bekend ge
maakt, zonder welk© advertentie de in
legging geen zin zou hebben gehad.
Bij deze treinen is geen tariefsverlaging
toegepast en was het eenige doel het ver
voer te kunnen beheerschen.
Hoewel hij persoonlijk de vermeerdering
van arbeid op Zondag betreurt, kan hij
hierin van de zijde van de spoorwegdi
rectie geen aanmoediging tot ontheiliging
van den Zondag zien en is hij van mee
ning, dat door geen maatregelen te nemen
groote verwarring zou kunnen ontstaan,
wal zeker de Zondagsrust en de Zondags
heiliging niet zou bevorderen.
De minister is van oordeel, dat toestan
den, als in deze vragen worden gewraakt,
langs anderen weg dan op de verlangde
wijze moeten worden bestreden en hij zou
het daarom niet goed achten, den ge-
vraagden invloed der regeering aan te
wenden.
Op de vragen van den heer Duymaer
van Twist betreffende het loopen van een
extra-trein tegen verlaagd tarief op Zon
dag 18 April 1926 van Amsterdam en
van !s-Gravenhage naar Tiel, antwoordde
genoemde minister:
De directie der spoorwegen is gewoon,
in het zomerseizoen het reizen te bevor
deren, door het inleggen van treinen met
verlaagd tarief. Dit geschied op dagen en
van en naar plaatsen, die aan de directie
voor dit doel geschikt voorkomen, zoowel
in de week als des Zondags, en in beide
gevallen wordt een gelijke verlaging van
hel tarief toegepast.
Do minister heeft met do beantwoording
der vragen willen wachlen totdat het re
sultaat van het zomerseizoen 1926 bekend
zou kunnen zijn, van welk uitstel hij te
vens gebruik heeft kunnen maken om
zijn eigen standpunt ten opzichte van dit
vraagstuk te bepalen. Inmiddels heeft hij
er door besprekingen met de directie naar
gestreefd, dat het inleggen van goedkoope
treinen op Zondagen niet werd uitge
breid.
Over de jaren 19221926 zijn er inge
legd het volgendo aantal goedkoope trei
nen: 1922 23 treinen, waarvan op Zondag
1923: 31 treinen, waarvan op Zondag
0; 1924: 64 treinen, waarvan op Zondag
19; 1925: 113 treinen, waarvan op Zon
dag 44; 1926: 96 treinen, waarvan op
Zondag 34.
Het loopende jaar is gerekend tot un
mot Zondag 15 Aug. 1926. Zeer waar
schijnlijk zal dus hot jaar 1926 een onge
veer gelijk beeld als 1925 vertoonen en is
liet aantal niet vermeerderd. Blijkt het
straks, dat dit wol het goval is, dan zal
dit nader worden medegedeeld.
De directie der spoorwegen heeft mede
door goedkoope treinen, zoowel in de
week als op Zondag, do financieele uit
komsten van het bedrijf willen bevorderen
cn volgens haar inlichtingen is zij daar
in ook geslaagd.
Tegenover den door des ministers ambts
voorganger en door hem zelf geoefenden
aandrang om het reizen per trein tegen
verlaagd tarief op Zondag tegen te gaan,
heeft do directie der spoorwegen op de
onbillijkheid gewezen, dat haar bedrijf in
zijn bewegingsvrijheid aldus werd beperkt,
torwijl het overige openbaar vervoer
(autobussen, booten, enz.) op Zondag
geen enkele verhindering ondervond en
ondervindt, in verband waarmede voorts
ook naar haar meening een eventueel
verbod van goedkoope treinen op Zondag
geen bevordering van Zondagsrust, maar
alleen een verplaatsing van Zondagsar-
boid met zich zou brengen.
Naar 'e ministers meening kan aan deze
beschouwingen waarde niet worden ont
zegd, al kan de redeneering van de ver
plaatsing van arbeid niet geheel opgaan
voor vervoer over grooten afstand als in
do vragen bedoeld. Een wettelijke regeling
nu van het openbaar vervoer op Zondag
in de richting van algemeen© beperking
ligt niet op den weg van den minister.
Waar hij desniettemin met den steller
der vragen de bevordering van het reizen
op Zondag door middel van verlaagd ta
rief om een neutrale uitdrukking te
gebruiken ongewenscht acht alleen
reeds met het oog op het meerdere per
soneel, dat daarvoor in dienst moet wor
den gesteld en wegens de verstoring van
de Zondagsrust in daarop prijsslollonde
stroken, wil hij er door overleg gaarne
naar blijven streven dit gebruik zooveel
mogelijk to beperken.
De Indische begrooting.
Fen batig saldo.
Do indiening der begrooting voor Ned.
Indie over 1927 is spoedig to wachten. De
bcgrooting moet een batig saldo opleve
ren; ook over 1926 wordt de toestand als
zeer gunstig beschouwd.
Koningin Emma in het Schwarzwald.
Koningin Emma ia Maandagavond met
gevolg te Freudenstadt aagekomen, waar
H.M. eenigen tijd denkt te vertoeven. Zij
nam haar intrek in het „Kurhaus Wald-
lust". Tegelijkertijd is in Freudenstadt
voor een kort verblijf do gewezen Groot
hertog van Hessen met zijn gezin gearri
veerd.
Uitvaart pastoor C. A. J. ten Hagen.
Gistermorgen beeft in de O. L. Vrouw
van Lourdeskerk te Rotterdam de plechtige
uitvaart en begrafenis plaats gehad vac
wijlen pastoor C. A. J. ten Hagen, die Zon
dagmorgen in het St.-Franciscus-Gasthuis
aldatir is overleden.
In de Vroegmissen naderden talrijke pa
rochianen ter H. Tafel tot intentie van don
over.eden pastoer.
Tt 10 uur vingen de Laratu aan, waar
bij als agens fungeerde pastoor H. J. G.
van Baaren van Kelbcl met assislontio
van pastoor J. H. F. Root van 's-Graven-
hago en Rector J. G. Kcrkvliot van Rot
terdam. Geiemonianus was kapelaan H. v.
Hussen van Naaldwijk, junggewijd priester
uit de parochie van O. L. Vr van Lourdes.
Tijdons de Lauden vulde zich het kerk
gebouw geleidelijk en toen te half elf do
plechtige Requiemmis begon, was de kerk
overvol en was het geheele presbyterium
bezet met Rotterdamsche geestelijken, ou
der wie zoo goed als alle pastoors der stad.
Van buiten Rotterdam merkten wij o.m.
op den Hoogeerw. hoor Prof. J. D. J. Aen-
genent en den Hoogeerw. heer H. A Th.
van Dam, Deken van 's-Gravenhage, bei
den klasgenooten van den overlodtne, en
den Zeereerw. hoer L. J. Willenborg van
Bloemendaal.
Do Deken van Rotterdam, do Hoogeerw.
heer J. W. van Heeswijk, droeg de Re
quiemmis op met dezelfde assistentie als bij
de Lauden.
Het zangkoor der kerk onder leiding van
den heor J. Starkenburg voerde op voor
treffelijke wijze de Requiemmis van Perosi
uit en verhoogde hiermedo do stemming
van deze plechtigo oogenblikken. Voor het
presbyterium stond het lijk Yan den overle
den pastoor opgebaard.
Na afloop van het H. Misoffer besteeg
de Weleerw. heer M. G. A. Kouwenhovcn,
kapelaan der parochie, den kansel tot het
uitspreken van de lijkrede.
Tot tekst van zijn korte, maar treffende
toespraak, had do eerw. redenaar geko
zen de woorden van Lucas 12, 39. „Boati
servi, quos invenerit Dominus vigilantes",
gelukkig de dienaren, welke de Heer wa
kende zal vinden", zoo juist passend bij
het plotseling verscheiden van pastoor
Ten Hagen.
Nog pas twee weken geleden stond pas
toor Ten Hagen op deze kansel. Niemand
dacht er aan, dat het zijn laatste maal zou
zijn. Niemand maakte zich ongerust, het
zou maar een kleino operatie zijn en juist
vandaag, Woensdag, zou hij weer in ons
midden zijn, hersteld en wel. Maar op de
zen dag zijn wij helaas reeds verzameld om
zijn doodsbaar. Do dood heeft plotseling
zijn onverbiddelijken slag goslagen en een
priester plotseling weggerukt uit ons mid
den, een herder van zijn volk.
Wat zullen wij nu tot u zeggen, zoo
vervolgde spr., wat zal ik u vertellen van
zijn leven onder u en voor u. Pastoor Ten
Hagen heeft nooit gedweept met zelfver
heerlijking en daarom zal ik dezen won-
schen van den doode eerbiedigen.
Maar hier dood voor u liggend, spreekt
hij nog tot u, treffender wellicht, dan hij
ooit vermocht. Hij roopt u allen toe: „Vigi-
lale", waakt, „Quia nescitis neque diem
neque horam", omdat gij dag noch uur
kent. Hij dacht nog aan mooie plannen
voor zijn kerk, aan verfraaiing van Lour-
desgrot en Theresiakapel. En plotseling
kwam do dood die mooie plannen en alles
wat er leefde aan idealen en toekomstplan
nen weghalen.
Do dood kwam plotseling, maar onvoor
bereid vond hij den pastoor niet. Want hij
was een man. die steeds leefde in de ge
dachte aan de eeuwigheid, al zijn daden
stelde hij steeds tot in het minutieuze, om
dat hij steeds rekening hield met de mo
gelijkheid van hetgeen nu, helaas, is ge
schied.
Laten wij bij deze doodsbaar dezo laat
ste les van onzen pastoor tor harte ne
men; deze zijn laatste preek laten wij zo
nimmer vergeten. En dan, laten we uit
dankbaarheid voor hem, die drie jaar on
der u werkte als con ware herder, die het
verloren zocht, al was het ook heel dik
wijls ver verdwaald, hier blijven komen
om to bidden voor zijne zielerust. Do slag
was zwaar voor u, omdat uwe liefde groot
was. Benijdt hem den hemel niet, al valt
het scheiden ook zwaar na drie jaren ze
genrijken priesterlijken arbeid onder uw
midden.
Als straks zijn lichaam zal rusten op hot
stille kerkhof, wachtend de opstanding
op den jongsten dag, als de rouw uit uw
kerk is verdwenen, dan, blijft dan veel bid
den voor hem, dio zooveel voor u deed.
„Requiem aeternam, „Den eeuwigen vrede,
geef hem dien, o Heer".
Na dezo rede werd door den Hoogeerw.
Deken do absoute verricht. En terwijl do
laatste klanken van het „Libera" wegstier
ven, werd de kist uit het kerkgebouw go
dragen. Buiten wachtte een grooto me
nigte.
Te ongeveer half twaalf verliet do stoet
de parochiekerk.
Een achttal volgkoetsen en vijf auto's
UIT DE RADIO-WERELD.
Programma's voor Vrijdag 24 September.
IT i I v e r s u m 1 0 5 0 M
12.00 Politieber.
7.00 Politieber.
7.15—7.45 Exposé taallessen, door FicJ
Fry.
7.45 en 10.00 Peraber.
8.10 Opera-avon-1. Ilct II.D.O-orkeat ra
mevr. Greta Santhagon Mundcrs, sopraan
Cris do Vos, tenor. In do pauze causerie
over den H.D.O., door den heor W. Vogt.
Na afloop dansmuziek door hel Indian
dance-orchesfro, o.l.v. Hans Mossel.
Davcnlry 1C00 M
11.201.20 Het radiokwartet en solis
ten (cello, mezzo, sopraan, bariton).
I.201.20 Lunclimuziek van hotel Mctro-
pole.
3.40 Lezing: Klcmcnlnry French.
4.05 Concert.
5.35 Kindcruurtjo.
0.20 Muziek v. h. Princo of Wales Plny-
house.
0.50 Jazzband-nnuiek.
7.05 Concert door West field's orkest.
7.20 Tijdsein Big Ben. weerbcr.. nieuws.
Lezing: Seen on the screen.
7.45 Muziek.
8.00 Muziek.
8.20 F.astbnurne-uvond. Do historie van
Eastbourne door den borgemeestcr. Hot
Rlodolijko orkest.
0.10 Folgnto King's Pier Revelks of
1020. Muziek en zang.
0.50 Lezing: Tho guardian Angel.
10.05 Vierde Engelscho suite in F, door
J. Annsoll.
10.20 Tijdsein, weerber., niouws.
10.35" Eastbourno-nvond (vervolg). Het
Grand hotel Enstbourno-orkest. en K.
Winter sopraan.
II.3512.20 'Dansmuziek.
„R a d i o-P a r i s". 1750 M.
12.50 Concert Lucien Paris.
5.50 Muziek door <lo Araf premier jazz
band.
8.50 Concert. Orkest en M. Landeau, de
clamatie en gedichten.
Königswnsterhausen. 1300 M.
8.20 „Macht der Einsternis", drama in 4
aeten van Leo Tolstoi.
10.5012.50 t)ansmuziek.
Brussel 487 M. en Antwerpen 205 M.
8.20 Gramofoonmuzick.
8.35 Orkestconcert.
9.30 Galaconcert, gewijd aan de maand
September.
10.20 Niemvsbor.
M ii n s t e r, 410 .M.
1.352.50 Orlcostconcert.
4.35—5.20 Lozing.
5.200.20 Sprookjes vertellen.
G.20.—6.50 Gramofoonmuzick.
0.50—7.20, 7.20—7.50, 8.20—0.00 Lozingen.
9.00 Marcell-Salzer, humorist cn orkest.
Daarna gramofoonmuzick.
waarin familieleden van den overledene,
do Zeereerw. lieer Deken en verschillende
andero geestelijken, henevens leden van
het Kerk- en Armbestuur on liet Collec
tanten-college gezeten waren, volgdch den
lijkwagen.
Door de politieautoriteiten was op uit
stekende wijze voor do verkeersregeling
zorg gedragen, zoodat zich zelfs op de
drukste punten geen vorkecrsbelonimorin-
gen voordeden en alles een waardig ver
loop had.
Nadat de stoel Ie ruim half een het kerk
hof van Crooswijk had bereikl, waar leden
van do vereeniging „Jong Roornsch Le
ven" de baar afwachtten, werd dn kist
naar de kapel gedragen, waarbij leden van
Kerk- en Armbestuur als slippen dragers
fungeerden.
De absoute werd verricht door Deken J.
W. van Heeswijk, geassisteerd door Pas
toor I. J. M. Meijer en Prof. J. D. J. Acn-
gonent. Onderwijl zong het koor de Orego-
riaansclic gezangen.
Vervolgens werd de haar onder liet zin
gen van liet „De profundis" grafwaarts go
dragen, waar do laatste kerkelijke me
ningen werden verricht.
Behalve de reeds genoemde tlilies
van Kerk- en ArmbeMuur, koorleden en
rol'octanlen waren verschillende l lm
FEUILLETON.
Oorspronkelijk Detectieve-Roman
door WILLIAM nOLT.
10)
.,Ja, en mijnheer Frans ook. Hij liep han
denwringend in de gang, maar juffrouw
e zei, dat mijnheer Roger opgehaald
«orden moest. Ik hoorde wel. dat mijnheer
J-mns zeide, dat hij zelf zou gaan, maar
dJ 3" ff rouw wilde dat niet. „Hij kan het
«Heen doen", zei ze. „En toen schreef ze
''riefje, dat ik gebracht heb",
.i JonScn knikte. Hij vond er blijkbaar
ehngen in, dat zijn boodschap een belang
en 't f°Weesfc was* voelde heelemaal
hon-d^e^ec^ve kem zeer handig uit-
•Ja. dat is dan maar gelukkig, dat jij
zoo gauw gevonden hebt. Werk je bij
"e van Beekums?"
,,T' - -
hef
..Ik? Weineen, ik woon on den Eiken-
-Gp den Eikenhof? Waar is dat?"
,i. °T':,ngeu keek even vreemd, dat iemand
k'konhof niet kende.
*e| V. "'k <lacHt dat U het dorp
j cn. heelemaal niet. ik bon hier voor
j *rst, dus don Eikenhof ken i"k niet.
'n mooie boerderij?"
,V;'ir^ei'ij Ja eon boerderij is er na-
1- °°k Hij, maar de Eikenhof is een
«stoer'.
iciiP een kasteel, ik wist niet dab
c Gier nog een kasteel hadt ook".
„Nou ja, het is vroeger een kasteel ge
weest, het is nu eigenlijk een hoerenhuis,
maar groot en ouderwetsch. Vroeger is het
veel grooter geweest, dat kun je in den hof
nog zien, daar staan nog stukken van mu
ren".
„Zoo, dat zou ik graag eens willen zien,
dat kan misschien?"
„Je leunt er langs loopen", antwoordde
de jongen.
„Ja natuurlijk, dat zal ik ook zeker
doen. Maar zoo'n oud gebouw is meestal
van binnen vooral merkwaardig, zou ik het
van binnen ook mogen zien?"
„Dat J&al wel niet. Do oude freule, weet
u, houdt daar heel niet van".
„O, woont er een freule op den Eiken
hof?"
„Wat dacht je dan", zei de jongen, alsof
dit toch wel van zelf sprak.
„Ja, ja, natuurlijk. Ik meen m'n vriend
er wel eens over te hebben hooren spre
ken".
„Kent die haar dan?"
„Ja, dat is te zeggen, die is heel goed
bevriend met mijnheer Frans van Bee-
kum en mijnheer Frans zal er met hem
over gepraat *hebben".
„Dat kan, want de bankier kwam nog
wel eens een enkele keer op den Eikenhof,
als mijnheer er was".
„En mijnheer is er nti ook", vroeg de
detective luk-raak.
„Ja", zei de jongen, „hij heeft ;c naar
do van Beekum's gestuurd".
Zo waren van den straatweg gekomen,
langs een achterweg het halve dorp onige-
loopcn. Do detective nam nu van don
spraakzamen jongen afscheid en drukte
hem een geldstukje in de Kand-
Hij was vlak achter do woning van no
taris Burton en stond drie minuten later
tegenover Dora.
„Een oogeublilcjo maar", zei hij kort en
zakelijk. „Tk moet een paar inlichtingen
van u hebben. Wie wonen hier op don
Eikenhof en welke betrekkingen bestonden
er tusschen die menschen tot de van Bee
kum's?"
Dora Burton vroeg niet naar het „waar
om" van die vragen. Zij begreep absoluut
niet, wat de Eikenhof of do familie, die
dat goed bewoonde, ook maar in de verte
te maken kon hebben met het drama,
waarmee de detective zich onledig hield.
Maar zii vroeg geen uitleg.
„Do Eikenhof", zeide zij, „wel, dat is
een oud landhuis, hier een klein half uurtje
vandaan, 't Ligt heel mooi, maar 't ziet er
vervallen uit. Het behoort aan de familie
Wiidcveld van Dalen. Er woont altijd,
zoolang ik mij kan herinneren, de oude
freule;'die was al oud, toen ik een klein
meisje was. En dan vertoeft er nu en dan
baron van Wijdoveld van Dalen, dat is
haar neef, de zoon van haar overleden
broer. Maar meestal is hij op reiB".
„Hoe oud ongeveer?"
„Ik denk zoo om de dertig".
„Kwam hij wel eens bij van Beekum
thuis?"
„Hij zal er wol eens op mijnheer's kan
toor gekomen zijn. En ik'herinner me, dat
mijnheer van Beekum er ook wel eens
heenging. Dat tfas feitelijk iets bizonders,
want de freule hield heel niet van con
versatie. Zij moet een beetje een zonder
linge zijn".
„Dus u weet niets van bijzonder groot©
vriendschap tusschen die freule of dien ba
ron van Wijdeveld en mijnheer van Bee
kum?"
„Neen".
„Of tusschen den baron en Frans van
Beekum?"
„O, neen, Frans kon hem niet uitslaan.
Dat, heb ik hem zelf eens hooren zeggen".
„En uw oom, notaris Burton. Hoe dacht
dio over hem?"
Mijn oom? Die had niets met hem to
maken".
„O, maar hij zal toch wel eens ovor den
baron of de freule gesproken hebben, al is
het maar ter loops?"
„Ja, dat is waar".
„Nu, dan heb ik zoo de idee gekregen,
dat hij over den baron niet bepaald gun
stig dacht".
„Mijn oom vond, geloof ik, dat de baron
zijn leven zoowat verboemelde".
„Maar kwam hij wel eens bij uw oom op
het kantoor?"
„Neen, daar heb ik nooit van gehoord".
„En uw oom niet bij hem?"
„O neen, dat zou ik zeker geweten heb
ben. Maar waarom vraagt U dat alles?"
„Hm"' zei de detective, „vind U dat niet
vreemd, ik bedoel, dat de eigenaar van een
landgoed hier. waaraan nog al grondbezit
verbonden zal zijn, niets te maken zou
hebben met den notaris. Voor verkoop,
verhuur, verpachting, etcetera, moet uw
oom hem toch eigenlijk onmisbaar ge
weest zijn".
„O, dat deed voor hem een notaris in do
naburige stad".
„Zoo, dus ze waren eigenlijk kwade
vrienden?"
„Oom heeft zich daarover nooit uitgela
ten. Maar ik heb op al uw vragen nu ge
antwoord, nu moet u mo toch vertellen,
welke bedoeling u er meo heeft".
„Oh, dal vertel ik u zeker, maar nu
niet, ik heb geen tijd thans". En met con
buiging was hij do kamer al uil.
Een goed half uur lnler bevond hij zich
al bij den Eikenhof Terzijde van den weg,
tusschen een paar h&zelst.ruiken zat hij op
den wal van een droge sloot.
Daar wachtte hij rustig cn niet te ver
geefs, want na een half uur, zag hij zijn
vriend Arthur Roger komen aanwandelen.
Hij kwam van het landffocd cn begaf zich
weer naar het dorp. Toen opeens word
zijn aandacht lovendig gespannen. Want
geen vijftig pas van hem verwijderd, kwam
op dat oogenblik een jonge dame uit liet
kreupelhout te voorschijn. Zij liep bloots
hoofds en was blijkbaar niet gekleed «un
uit te gaan. Z1j liep op Arthur Roger too
cn wenkte hem stil te staan. De delctivo
zag duidelijk dat zijn vriend ontstelde. Hij
zag hoe de onbekende jonge damo snel
achtereen velo woorden sprak, maar hij
kon niet verslaan wat zij zeide. Zijn vriend
hoorde haar nan. Zij scheen hem dringend
iets te verzoeken, maar hij hnnldo do
schouders op en maakte oen ontkennende
boweging, alsof hij haar verzoek niot
kon toeslaan. Roger wees haar op het kas
teel, alsof hij linar beduidde dat zij terug
gaan moest. Toen bleef zij teleurgesteld
staan en de advocaat ging verder even
nog nag- rd door het meisje dal daarop
veer hi- upelhout terugtrad.
(Wordt vervolgd).