Derde Blad. Vrijdag 3 September 1926 STAPSWIEUWS HET BOSCHMEISJE UIT DE PERS MINISTER LAMBOOY OP DEN GOEDEN WEG. In Dl- Amsterdammer (de Vrij zinnige Groene) schrijft goneraal-majoor ]).d. Van Drunen een artikel over „Le- gerhervorming tot het Zwitsersche stel sel". waaruit blijkt, dat deskundigen, die belangloos schrijven kunnen, den Minis ter in z'n hervormingsplannen steunen. De schrijver zegt o.a.: „Het mag van algemeene bekendheid worden geacht, dat de toestand onzer fi nanciën ons dwingt tot legerhervorming en wanneer men de berichten uit de dagbla den, die niet weersproken ziju, mag ver trouwen, zou de Minister van Oorlog be ginnen met zijne plannen aan liet oordeel van do Staten-Generaal te onderwerpen, alvorens hieraan uitvoering te geven. Do vredes-organisatie wordt niet bij de wet geregeld, zoodat de goedkeuring der Sta ten-Generaal hieroor niet strikt vereischl wordt, althans wanneer de begrooting niet wordt overschreden. Aannemende, dat men de oorlogsorganisatie dezelfde laat, is in de vredesorganisatie aanzienlijke bezuiniging op personeel mogelijk, zonder aan de waarde voor het oorlogsleger iets af te doen. Bij het uitbreken van den grooten oor log bezat Nederland een zuiver kaderlcger (de organisatie-Colijn)de staven van re gimenten, bataljons en compagniën be stonden reeds in vredestijd, terwijl 't of ficiers- en onderofficierkader werd aam- gevuld met verlofsofficieren en dienst plichtig kader. Alleen van de landweer- bataljons waren slechts de slaven aan wezig. De kortere diensttijd en het kleinere 'contingent,~zijn o.a. aanleiding geweest voor een eenvoudiger vredes-organisatie, zooals die thans bestaat. Ook de oorlogs organisatie is gewijzigd". ..Zoo zijn wij aan langzamerhand geko men tot 't zoo herhaaldelijk gevraagdo Zwitsersche stelsel, dat, mits geheel door gevoerd, ook zeker aanbeveling» verdient, omdat dit met een minimum onkosten een goed rendement geeft. Men heeft nimmer duidelijk aangege ven, dat, men tot dit stelsel overging, ver moedelijk om de afvloeiing nog niet moei lijker te maken en om nog een zoo groot aantal beroepsmenschen voor encadree- ring bij oorlogsformaties te kunnen be houden. Middelerwijl zijn wij weer eenige jaren verder en is de geschiktheid van het aan tal verlofsofficieren, om een bataljon _of regiment aan te voeren, aanmerkelijk ver beterd. Ik acht ook thans het oogenblik geko men om een legerslelsel in te voeren, zoo als in Zwitserland reeds jaren bestaat". De schrijver geeft dan een overzicht van dit stelsel, waaruit vooral naar voren komt het kleine getal beroepsofficieren, dat er noodig is. Hij besluit: „Welke zijn nu de plannen van dezen Minister van Oorlog? Hij hoeft zich hier over nog niet uitgelaten, op die wijze do critiek voorloopig vermijdende. Niettemin geloof ik, dat ook zijne plan nen gcTan in de richting van het Zwitser sche stelsel: de maatregelen door hem reeds genomen, wijzen naar mijn mee ning hierop, waarvoor ik de volgende gronden kan aanvoeren: le. Ook dit jaar werden op de Kon. Mil'. Acad, geen cadetten toegelaten voor oplei-' ding tot officier bij het leger bier le lan de. Dit wijst op een overcompleet, dat hoe eerder hoe liever verdwijnen moet. 2e. bestaat voor alle wapens, voor offi cieren en onderofficieren van alle rangen weer gelegenheid op wachtgeld te worden gesteld. Ik geloof niet, dat de resultaten van de Min. Beschikking groot zullen zijn en wel omdat de beroeps-militair behoorlijk ge salarieerd wordt; op een voor eenige we ken gehouden algemeene vergadering van Ons Belang" bleek dat zelfs de onderoffi cieren tevreden zijn. Wanneer ik goed ben ingelicht, bepaalt het aanvragen van wachtgeld zich tot en kelen. Wénschclijk ware het geweest, wanneer de Minister reeds dadelijk geko men was uiet den stok achter de deur,door hel aantal te noemen van lieu, die bij ieder wapen op wachtgeld moeten; dit zou voor verscheidenen wellicht aanleiding zijn om de eer aan zich te houden, uit vrees an ders verplicht tc worden tot afvloeiing. 3e. Pogingen zijn in het werk gesteld om een aantal jonge officieren naar hel belastingwezen te doen overgaan. Ook deze maatregel, hoe goed ook be doeld heeft weinig effect gehad, omdat men steeds hoopt, dat het met He af vloeiing nog zoo'n vaart niet zal Ioopen. 4e Niet weersproken is het bericht, dat het aantal compagnieën per regiment tot de helft zal worden teruggebracht. 5e. Men is dezen zomer meer dan vroe ger bezig met het opleiden van reserve aanvoerders in den hoofd-officiersrang en tot dien rang. Voor dezen zomer stonden op hel pro- grammar: a. 2 centrale cursussen voör opleiding van resrve-kapiteins lot bataljons-com mandant, en wel in Arnhem en Bergen-opr Zoom: b. een centrale cursus voor opleiding van reserve-officieren tol Regiments commandant in Don Haag. De cursussen geven ons de aanvoerders voor het le raobiliseeren leger. 1 Door een en ander heeft de Minister de eerste schrede gezet op hel pad der ver sobering; alleen ontbreekt tol lieden de forschc aankondiging, dat er een gro ii overcompleet is en dat dit weg moet Kr. dit is noodzakelijk; men moet in liet leger weten, waar men aan toe is en men ver- gele niet, dat het voorbereidende werk voor een afvloeiing geruimen tijd eisclit, zoodat de bezuiniging toch reeds lang op zich doet wachten. Moge de Minister in het belang van een zuinig beheer, zien ronduit uitspreken voor het Zwitsersche stelsel". GEMEENTERAAD. Over een badhir? beoosten Heerenstraat en bezuiden Zoeterw. Singel. In de Raadsvergadering van 14 Juni j werden om praeadvies in handen van B. en W. gesteld: lo. een adres van do bouwvereeniging „Tumsiadwijk" in zake rio oprichting van een badhuis nabij de Heerenstraal; 2o. een nader schrijven van die ver- eeniging, ton geleide van een lijst, bonden- de adhacsiebetuiging aan dat verzoek van een aantal personen; 3o. een schrijven van bet bestuur van de Federatie van te Leiden gevestigde Bouwvereenigingen van dezelfde strekking lis dat vermeld sub 2p. B. en W. deelen nu de Baad naar aan leiding hiérvan mede: Te Uwer inlichting deelen wij Uwe ver gadering met betrekking tot deze aangele genheid het volgende mede: „In Uwe zitting van 2 Augustus 1920 werd besloten: lo aan te vragen en te aanvaarden uit 's Rijks kas een grond- voorschot van 485.000 en een bouwvoor- schot van 1.264.000 voor den bouw door de verecniging „Tuinstadwijk" van één badhuis en 209 woningen; 2o. na onvangsl uit 's Rijks kus van lief onder lo. vernielde voorschot dit voorschot voor genoemd doel aan de vei eeniging te verstrekken. Toen het bouwplan bij liet Departement van Arbeid werd ingezonden, rozen be denkingen tegen het ontwerp van liet badhuis. Daarenboven werd door de ver- eeniging nog nader de mogelijkheid over wogen, om voor de verwarming in plaats van vaste brandstof, gas te bezigen, waar omtrent echter niet zoo dadelijk een be slissing kon worden genomen.'Om nu te voorkomen, dat liet woningplan door. een en ander vertraging zou ondervinden, werd, op voorstel van het vereenigingsbe- stuur zelf, het badhuisplan daarvan los gemaakt, teneinde dit opnieuw onder oogen te zien. De rijks-autoriteiten konden zich met dozen gang van zaken vereeni gen en zoo werden een grondvoorschot en een bouwvoorschot van resp. f 481.000 en 1.485.848.1) toegekend uitsluitend voor den woningbouw en derhalve niet voor de stichting \.in een badhuis. In Maart 1923 diende de verceniging een gewijzigd plan voor het badhuis in. Aangezien echter inmiddels de Regee ring een meer gorcscrvccrdo houding te genover het verleenen van woningwetvoor schotten had aangenomen, richtte ons College allereerst tot den Minister van Ar beid de vraag, of nog op rijks-voorschot voor liet badhuis kon worden gerekend. Het antwoord van den Minister luidde ont kennend. Deze schreef, dat aan een aan vraag om voorschot voor het badhuis niet zou kunnen worden voldaan, vermits- steun krachtens de Woningwet onder do gegeven omstandigheden als regel niet an ders meer werd verleend dan voor wo ningbouw, dat daarvoor, bet beperkte be drag der middelen zoo mogelijk uitslui tend moest worden aangewend en einde lijk, dat voor afwijking van Hen re geen termen aanwezig waren. Hiermee had liet raadsbi sluit van 2 Augustus 1920, voor zooveel het badhuis betreft, volkomen zijn effect verloren. Dit raadsbesluit luidde immers zóó, dat aan de verceniging voor het bouwen van een badhuis een voorschot zou worden verstrekt, als de gemeente op haar beurt dit voorschot uit 's Rijks kas ontving n daar nu de gemeente bedoeld voorschot niet van het Rijk ontving, was er vanzelf niet een voorschot, dat aan de vérerni- ging kon worden verleend. Ret was als t ware een beslui! i t ren cntb'r i v wainlo. doo' Hat Hie vcor.va ir l 1 verkrijgen van rijks-voorschot, niet weid vervuld, kon het raadsheluit niet in wer king komen. Hoewel dus in 'li -dochl raad -! i! van 2 Augustus 1920, voor zooveel In t badhuis betrof, was vervallen ui hij inwil liging van het verzoek aan „Tuinstadwijk" de gelden uit do gemeentekas bij een nieuw, afzonderlijk raadsbesluit zouden moeten worden ver'eeiul, zoo vrrl.'aar !e ot College zich niettemin bereid een plan in overweging te nemen. Deze toezegging werd mitsdien gedaan liet zij te allen overvloedo nog opgemerkt geheel los van liet bewuste gedeelte van liet raads besluit van 2 Augustus 1920. Met het oog op de financiën de gemeente, meenden wij inlusschen, nu de gemeente toch al zelf voor liet bouwkapitaal moest zorgen, den eisch te moeten stellen, dat het door haar bij te passen jaarlijksch tekort niet al te groot zou zijn. Aan dezen eisch voldeed het ingediende plan evenwel niet. Ook een in April 1924 ingezonden plan hield met dezen eisch iet voldoende rekening. In September 1925 kwam de verceni ging andermaal met een gewijzigd plan, doch ook toen kon ons College geen vrij heid vinden zijne medewerking tc ver leenen, aangezien onze bezwaren, wat de uit de gemeentekas le verleenen jaarlijk- sclie bijdrage betrof, niet waren opgehe ven. Daarbij kwam, dat bij ons College, even als bij de GomiiiK van Fabricage, in middels de vraag was gerezen, of niet op richting van een badhuis in deze omge ving van gemeentewege moest worden overwogen. De i. bcoo*:> n de lïecrco- straaf en bezuiden den Zoctêrwoud hen Singel zal tocli na verloop van tijd be bouwd zijn mei woningen, niet alleen van „Tuinstadwijk", doch ook van de bouw vereeniging „Ons Doel" en van particu liere bouwondernemers. Een in deze buurt le stichten badhuis zal dan ook geenszins uitsluitend of zelfs in hoofdzaak door le den van „Tuinstadwijk" gebruikt worden, maar ook door de bewoners van de in de omgeving staande huizen, ja, waarschijn lijk dienst gaan doen als badinrichting voor een uitgestrekt Zuidelijk stadsgedeel te. Wij schreven daarom aan liet bestuur der verceniging. dat tegen liet ingediende plan In zwaren bestonden en dat naar de mogelijkheid van oprichtig van gemeente wege van een hadhuis een onderzoek zou worden ingesteld Bovendien bleek ons College uit een la- tor ontvangen schrijven van do „Leid olie Zwemclub" en do Leidsche Zwemvcreenir ging „De Zijl", dat van do zijde dier ver- eenigingen pogingen werden aangewend, om te komen tot de stichting van *n ovi r- dekte zwem- en kujpbadinrichting, Dio inrichting zou wellicht tevens kunnen voorzien «n een mogelijk tekort aan bad gelegenheid in deze gemeente en een af zonderlijk badhuis derhalve overbodig ma ken. Ons College vond hierin aanleiding to doen nagaan, of de oplossing niet in deze richting moest worden gezocht, m. a. w. of liet niet gewcnscht was het oor spronkelijk budluiisplan breeder op te zet ten en dat te beschouwen in verband met de plannen in zake de ovcrdeklo zwem- en kuipbadinrichting Gelijk g. V'jd, dit alles is img in onder zoek on hot is ons niet mogelijk daarom trent op dit oog» nblik iels definitiefs me de te deelen. Met name mag in de ver melding van het bovenstaande niet gezien worden een vooruitlooprn op de vraag, of de voornemens van genoemde zwem verenigingen financieel zijn tc verwezen lijken. Wü moeten ons dus ons oordeel met betrekking tot de vraag, of de gemeen te inderdaad deze plannen kan steunen, volkomen voorbehouden. Wel kan thans reeds gezegd worden, dat, mocht nu tot de stichting vuil een hadhuis of een dergelij ke inrichting door of met medewerking van de gemeente komen, er in de gegeven om standigheden o.i. geen aardeding is de ex ploitatie aan „Tuinstadwijk" op te dra gen. Vermits het nog wel ccnigru lijd zal du ren, alvorens liet onderzoek van deze aan gelegenheid geheel zal zijn beëindigd en ons College eventueel hij Uwen Raad plan nen te dezer zake kan indienen, hebben wij genu end het bovenstaande nu reeds te I uit kennis te moeten brengen, ten einde Uwe vergadering nl vast op de hoogte te brenpon met den loop van zaken betref fende het badliuisplan \nn „Tuinstad wijk". De in den aanhef genounde adressen kunnen zoo noodig in Uwe Vergadering ter sprake worden gebracht, wanneer U van den uitslag van ons onderzoek modod ding wordt gedaan." 1) Aanvankelijk 1211000. -. welk bedrag, tengevolge van de overschrijding bij de aanbesteding, word verhoogd tot 1.485.848. Commissie Markt en Havendienst Bij de behandeling van de begrooting voor liet jaar 1926 diende do lieer Groe- nevold oen motie in, er toe strekkende, dat B. en W. zoodanige maatregelen zou den nemen, dat de taak van do Commissie voor liet Marktwezen tot den havendienst werd uitgebreid, üeze motie werd door de Raad in de zitting van 9 December '25 met 18 tegen 10 stemmen aangenoiu i B. en W. doen nu daartoe een voorstel aan den Rand met een desbetreffende ver andering. ■■mi i KERKNIEUWS 50 IAAR BLINDEN-ONDERWI IS. ("Vervul' Voor zijn maandschrift „de Godsdienst vriend'' heeft hij weer naar eigen inzich ten 'een zeer practisehe Braillo-drukkerij geconstrueerd, waarip zijn blin Jcn-tnaand- schrifl nu wordt gedrukt, «lat. aan alle 11. K. blinden in den lande zooveel mogelijk gratis wordt rondgestuurd. Pin zijn Braille-bibb er nchtig omslachtig werk, ï^Wir waarop hij mi als een verzameling van ruim 4000 ''le den met begrijpelijke voldoening neerziet-, OT lierrf ÓmtïoSgziet? Vroeger jaren had liii voor dit moei zame werk slechts een vi'flnl vrome zielen, die lipin bii dit werk behulpzaam waren, thans beeft bij door zijn bezielend en geest driftig woord in stad en land een leger van 1100 werkende loden welen samen to brengen, «lie een gedeelte van bun vrijen tijrl edelmoedig bestedon aan liet prikken van Braille- boeken, voor welk omslachtig werk frater Adrianus zelf een leerzame én practisehe handleiding heeft, geschreven. De/e Brajlle-Biblolhoek staat, nu ten dienste van alle B.K. blinden in den lande die hierin een groote bron van troost en vernoozing voor hun donkere eenzaamheid voelen. De groote moeilijkheid voor het voortdurend verzenden van die boeken bestond in «le hooge frankeerkosten. Ken enkel boekdoel in gewone druk wordt in Braille- schrift vaak vüf zware folianten, die niet als gewoon drukwerk kunnen ver stuurd worden. Frater Adrianus beeft ech ter niet gerust voor hij voor dit menseh- licveml werk van don betrokken minister de concessie verkreeg dat hem voor de verzending «lezer boeken thans één cent [er 500 gram wordt berekend. Op deze ma nier zijn nu bet vorig jaar niet minder dan 11177 banden uitgeleend zoowel aan Katholieke als aan niet-Katholieke blin den binnen ons lan«l. UI r DE RADIO-WERELD. Programma's voor Zaterdag 4 September. Hilversum 1050 M. 12.Politieberichten. 5.30*—7.45 Vooravondconcert door het H. D. O.-orkest. A. Grernmé, boldeulenor. 7.Politieberichten 7.45 en 10.Persberichten. 8.10 V.A.R.A.-avond. Da v v n t r y. Kil*M 11.Openingsconcert' van de N. A R. M. A T (radiotcnloon.stelliiie 10.50—12.50 Concert. Orkest en solis ten (sopraan, bariton, viool). 4.20 Concert. De baud van II. M I Air Force. A Moxon, Sopraan. S Rub-rl- son, bas. 6.20 Causerie 6 35 Kiudcniurlje. 7.20 Tijdsein Big Beu. we.i nieuws. 7.45 Oude Lm ihclie iniiy.ii k .1 tl. Robertson, piano 8Concert. 8.20 „The awful revue" Zan* e.i i.i i- zick. 9.2(1 V.tit'i. die feature. 9 50 Weerbericht, nieuw., 10.20 Ouderwetsche dan-uiti t i t 10.50—12.20 Dansmuziek \.m li >a- voylioU I. Rad i o-l'acis, 175> M 12 50 Concert Lucicn P.iri* viool, cello1 5.05 Concert 8.50 GnUu ...etI. tl: jm I alt solisten Kot.;, r:. li' M 8.20 „Das Glockchen des Er m ten", kont. opera in 3 acten 10,50—12.20 Dansmuziek. Bii >set; JS'i V. i i tverpe n, M. 5.20 Concert tot 0.20. 8.20 10.20 Conr-rt. Mniv Vi. ml, sopraan M ti n s t e r. 410 M. 1.35— 2.50 Qrkostconcert. 4.054.2(f Kindcrverlellingen. 4.20—4.50 Sprookjes. 4 506.05 „Künig Nnserich", klucht in (i tafereelen. 6.35—7.00, 7.00 7.30, 7.30—8.00 Le zingen 8.20—9.20 Concert door het solokwar- let Bielefolder Liedertafcl, van 1831 9.20—10.20 Twee eenactors. „Der Pra aiden!" en „Dor Mord in der Kolilmesser- gasse". 10 40—11 50 Dan-irn/., Maar wij gcloovcn, dat frater lrhnus niet dezen laat sten arbeid bozig is zijn eigen graf te graven, want de uiteraard geweldige stapel folianten stapelen zich boven zijn hoofd op, en do zolders van liet wrakke gebouwtje welke deze over matige lasten te dragen hebben, krak on •me Tig. Trouwen» het becle Renricu «sticht waarin con 100 monschon to zamen wonen, moet tot afbraak verwezen worden. Fa moet een nieuw gesticht verrijzen en de energieke frater directeur Aurelius heeft zich voorgesteld, dat do bejaarde fratei Adrianus dit nog beleven moet. F.n de blinden-verpleegden willen hem daathij helpen. Zij willen naar onze grooto sleden trekken oni daar concerten to geve- Met een zal dan op deze uitvocringsavonder» blindenonderwijs gedemonstreerd worden, zooals frater Adrianus hiérvan te Grave den grondslag heeft gelegd. Do blinden en «le muziek. Want nok da' de blinden een groote vertroosting en een blijde ontspanning vindon in «lo muziek is ook voor een groot deel het werk van frater Adrianus. Want hij heeft door do partituren in notcnbraille-sclirifl. ovci to brengen, de blinden in ld zich in «le muziek te bekwamen. De blinden to Grave vormoii-1 «en uitmuntend harmonie en symphonic-corps en 't is een trots van «lo fraters om «lat ook aan de bezoekers te demonst roeren. Tastend en elkaar geleidend komen «lo blinden hot kleine zaaltje binnen, dat te gelijk hun conversatiezaaltje, eet knnicr ca muzickaula is. De frater deelt de v - lal lende instrumenten onder hen uit. M> -iek* FEUILLETON. Vrij bewerkt naar het Engelsch door P. G. H o c k s. (Nadruk verboden). 10) ..Wat zegt u? Heeft ze een kat doodge schoten!" riep de moeder-overste uit. „En dat heeft men mij niet verteld? Waarom heeft zuster Angela dat voor mij verzwe gen en waarom stond ze het kind toe om in hoornen te klauteren en tc schieten?" „U zult u herinneren, moeder," zei de jonge zuster, een beetje bang, dat ze zus ter Angela een berisping zou doen oploo- pen. ,,u zult u herinneren, dat haar veel vrijheid toegestaan werd, toen ze hier pas kwam, vooral omdat de overgang van het vrije bosch naar het enge klooster voor haar zoo groto was. Er is haar toen ge zegd. dat ze wel eens in een boom van 'den kloostertuin zou mogen klimmen en dat zo wel eens mocht schieten met pijl en boog.^ Nu, op een keer zat er een kat bo- .ven in een boom. Stella nam liaar boog, legde aan en de pijl kwam juist in het oog van het dier. Het tuimelde naar beneden en was dood. Helen Madison huilde ver schrikkelijk over haar katje, maar toen jStella merkte, wat ze gedaan had en dat bet geen wilde kat was, zooals ze eerst had geloofd, huilde ze nog harder dan Helen èn had toen vreeselijk spijt over hetgeen gebeurd was. Ze viel op haar knieën voor 4e 7uater en riep: „Echt, zuster, ik wist het niet, dat het Helen's poesje was, an ders zou ik het niet gedaan hebben. Tk dacht echt, dat het een wilde kat was, die 'hier kwaad zou komen doen." „Arm kind," zei de Eerwaarde moeder. „Wat moet zo daar een verdriet over heb ben gehad. Ze schijnt een zeer gevoel in hartje te hebben. Maar wat ik zeggen wil ik heb hier een brief over haar. Zoudt u zoo goed willen wezen aan zuster Ursula te vragen even"bij me le komen?" Zuster Ursula, het hoofd van do school, kwam op dat verzoek dadelijk bij dc Eerv. Moeder en gaf de beste getuigenissen van Stella's vlijt en gedrag. „Inderdaad, Moeder. Zo huilde nog erger dan Helen en wilde dadelijk gel«l halen om een nieuw katje to koopen. Ik heb u niets van het gebeurde verteld, otndal, al les zoo goed in orde gekomen is en ik er n niet mede lastig wilde vallen. U hebt ge noeg aan uw hoofd. Pater Kennedy, aan wicn ze het ook vertelde, heeft liecl wat moeite gehad haar te troosten cn haar dc gekke gedachte uit het. hoofd te praten, dat, wat ze gedaan had, groote zonde was en dat ze vroeger door het «looden van an dere dieren dikwijls zonde gedaan had. Het gebeurde een dag of wat. voordat ze gedoopt werd en daarom hinderde het haar nog meer. Zo schijnt erg teer van ge weten te zijn." „Dank u voor die mcdedccling, kind. U stelt mij erg gerust. Maar hier heb ik een vreemden brief over haar. Lees dien eens cn vertel me dan openhartig, hoe u over den inhoud denkt. En dan heb ik hier nog wat. Dat moet u ook eens even inzien." Dit laatste was een uitknipsel uit een New ^Torbsch dagblad behelzende het be richt van Robert's engagement met Lady Sylvia. Toen zuster Nrsula den brief, alsnicdo het dagbladuitknipsel gelezen had, wierp zo beide dingen vol verachting op tafel en riep: „Hij is haar niet waardig, zoo is het „Juist. Zoo denk ik er ook over," zei «1e Eerw. Moeder, „maar toch zou ik haar u-el eens willen spreken, om te weten te ko men, line zij over hem denkt, want ze is geen kind meer. «laar dienen we rekening mee te houden. We zullen «le hulp van pa ter Kennedy ook inroepen. Hij is een diep kenner en doorgronder van de menscholij- kc ziel. Stella houdt veel van hem en zal hem daarom op al zijn vragen een open hartig antwoord geven." Een maand, voordat het huwelijk van Lady Sylvia met Robert zou plaats heb ben, werd uit het Ursulinenklooster te Montreal aan Robert's adres een brief ge zonden van den volgenden inhoud: Hoogwelgeboren Heer, In antwoord op Uw schrijven van den 20sten Oct. 1.1. heb ik dc eer U te be richten, dat ik zoolang gewacht heb IT van antwoord tc dienen, omdat ik eerst volle zekerheid wenschte te hebben, hoe «Stella over de zaken dacht door U in Uw schrijven genoemd. Ik achtte uw mcdedeeling té ernstig om daarop dade lijk tc antwoorden. Nu kan ik TT met volle zekerheid zeg gen, «lat Stella nooit aan een huwelijk met U gedacht heeft. Zelfs nl zou U er op aandringen, dan zou ze. hoezeer haar dat voor U zou spijten, U beslist een weigerend antwoord moeten geven. Ook moet ik l" namens haar meMcn. dat zo zeer dankbaar is voor den geldc- lijken steun, dien U haar aanbiedt, maar dat zo daarvan, hoe good ook door U bedoeld, geen gebruik zal behoeven lo maken. Over tWeo jaren, als haar opvoc-' ding voltooid zal zijn, acht ze zich volko men in staat in haar eigen onderhoud tc Verder is haar uitdrukkelijk verlan gen, dat, mocht U haar in later jaren ooit ontmoeten hetgeen wel niet waarschijnlijk zal zijn nooit niet geen geen enkel woord door U gezinspeeld wordt op den inhoud van den brief, «lien U mij gezonden hebt.. Ten slotto zij vermeld, dal Eslella er ton vollo van overtuigd is, «lat U haar niets schuldig is. Integendeel, door haar hier op het, pensionaat te plaatsen, voelt zij zich Uw schuldenares en leeft zij in het besef, dat U moer voor haar gedaan hebt, «lan haar va«ler ooit van U ver langd zou hebben te doen. Met do meeste hoogachtig. Enz. net- is onmogelijk dc gevoelens te be- beschrijvcn «lie Robert overstelpten bij het lezen van «lien brief, üct waren gevoelens van vernedering, van verlichting, van ver wondering. Wie was nu eigenlijk afgewezen, hij «>f zij? Zij hield geheel «le eer aan zieli. Hij trok aan 't kortste eind. En toch werd hij er merkelijk door verlicht. Zonder een en- kel gewetnsbezwaar mocht hij nu met Syl via trouwen. Maar wat hem verwonderde was het rijpe oordeel van zulk een kin 1 als Stella. Wat een scherp verstand mee' ze liebebn om de zaken zoo juist te ondo-- selieiden en op haar juiste waarde tr schatten. En nl waren liet, in «len brief «Ie woorden van de Wa&rde-Moeder «le g«v dachten erin vervat waren die van Stella... Eor liet jnar ten ein«lo liep, waren Robert en Sylvia getrouwd. De oude graaf mocht niet. lang getuige zijn van hun geluk. Rij viel als slachtoffer van «le influenza en nu werden Robert en Sylvia graaf en "ra- vin van Hopeville. Nog oen jaar later werd h' 1 tertjo geboren en nu wns hun gelul vol maakt, zou men denken. Verre van «V*tr. Zoo nu en dan verschenen donkere welken aan den huwelijkshemel veroorza-1 door Sylvia's grilligheid en lichtzinn'"1 Als Robert afwe/ig was om zijn '«-n als lid ran hel Roogerhois te vervullen, gaf Sylvia feest op feest. Den mccsten 1 i}<! bracht ze door op liet tennisveld of inot paardrijden, ook als haar gemaal thuis was. Daardoor verwaarloosde ze de rn-oe- ding van haar kind, dat, ze geheel nan do zorgon. overliot van kindermeid cn kinder juffrouw. Op het verzoek van Robert, meermalen tot haar gericht, om wat meer op do opvoeding van baar kind te letten, gaf zo ten antwoord, dat ze van opvoeden geen vorstand had on «lat do kin«lerjuf- frouw «lat maar moest doen. Toen trachtte Robert voor bet kind zoo wel vader ais moeder to zijn, maar dit gaf aanleiding tot. voortdurende moeilijkheden mot kinderjuffrouwen cn kindermeiden, «lio niet wenschten op do vingers gekeken to worden en derhalve om oen haverklap haar «Ucn'.i opzeiden. Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1926 | | pagina 7