Tweede Blad.
HET BOSCHMEISJE
Woensdag I September 1926
BINNENLAND
SLEUR.
Een artikel over Missie-actie in zijn
„Van Week tot Week'' in „Do Tijd" be
sluit de oud-journalist prof. Gourts van
Roermond met de volgende lezenswaardi
ge, raak-juist-e opwekking over de nood
zakelijkheid, om ons nu cn dan los to wer
ken uit een sleur, welke ons leven dreigt
ten onder te trekken.
„Iemand, die altijd alleen staat, voelt
zijn kracht niet en blijft allicht op het
zelfde niveau staan, hij moet nu en dan
eens een por en een duw krijgen; hij moet
misschien uit zijn isolement van eigenzin
nigheid. van bekrompen opvattingen, mo
gelijk van lauwheid of gedruktheid verlost
v. orden. Nu en dan moeten er eens een
Sursum Corda of een 'Alleluja opgaan, die
ten Hemel stijgen en ten Hemel trekken,
ilet dagelijksch leven, zelfs dat van heilige
zielen, ijverend voor heilige belangen, kan
o zoo prozaisch zijn en zelfs die ijverig-
sten onder die ijverigen kunnen komen in
een gemoedstoestand en geestesgesteldheid
dat ze het verhevene van hun werk en hun
- uitverkiezing niet meer aanvoelen.
Allen en alles wat den levensweg be
wandelt wordt op den duur met aardsch
stof bedekt. Wij zitten midden in het stof,
eten het stof, worden besmeurd met stof
en benauwd door de vlagen van altijd
door opdwarrelende stofwolken. Oorspron
kelijk uit stof geschapen, dreigen wij ten
slotte van binnen en van buiten stof to
worden.
Daarom moeten wij eens een frissche
bries van hoogere en hemolsche bezieling
om en door ons laten heenwaaien, die dat
stof doet wegstuiven en rondom ons een
reine, verkwikkende atmosfeer schept. Er
moet nu en dan in ons een verfrisschende
vernieuwing, innerlijk en uiterlijk, plaats
hebben: het stof moet van en uit onze
oogen; van en uit onze ooren, van onze
handen, van onze kleeren, van onze hoof
den en van onze voeten. Van stoffelijke
aardwormen moeten wij, in wezen en in
gestalte, in hart. en in gemoed, naar aard
en zin hemelingen worden."
DE NIEUWE MINISTER VAN STAAT.
Onder de hooge onderscheidingen, wel
ke ter gelegenheid van Koninginne-ver-
jaardag de officieele erkenning van be
haalde verdiensten brachten, zal wel het
meest de aandacht trekken de benoeming
van mr. Th. Heemskerk tot Minister van
Staat. Ongetwijfeld ook eene, die de sym
pathieën van vrienden en tegenstanders
véreenigen zal op den persoon van dezen
bekwamen staatsman met een zoo rijk po
litiek leven.
Sedert mr. Heemskerk, geboren uit libe
ralen huize, de orthodoxe richting koos,
welke hem in de anti-revolutionnaire partij
zijn politieke vlucht deed nemen, heeft hij
niet opgehouden met groote bewegelijk
heid en vlotte welsprekendheid het christe
lijk beginsel in het openbare leven, in het
Parlement en de wetgeving te verdedigen.
Met name als Minister, hetzij hij als zoo
danig in het door hem gevormde Kabinet
of in de kabinetten-Ruys optrad, werkte
liij met de Katholieken samen tot een
christelijk bestuur des lands. En als lei
der der anti-revolutionnaire fractie heeft
hij steeds een helder inzicht getoond in de
eischen dezer samenwerking. Gelijk hij in
den zoogennamden nacht van Staal zijn
eoalitiegenooten getrouw bleef, heeft hij
voor het behoud van het samengaan der
christelijke partijen onverdroten gearbeid
mede tijdens de jongste, allermoeilijkste
crisis en in dagen, toen een nog niet uit
geput anti-papisme de coalitie zuur had
gemaakt.
Ook in breede katholieke kringen is dan
ook voldoening gewekt door deze verhef
fing van een zoo hooggewaardeerden bond
genoot tot een der bijzondere vertrouwens
mannen. die de Kroon naast haar officieele
adviseurs pleegt te raadplegen in de al-
FEUSLLETOM.
Vrij bewerkt naar het Engelsch doo-
P. G. Hoeks.
(Nadruk verboden).
8)
IV.
Het kleine station van Hopeville was
met groen en vlaggen versierd on aan den
ingang stond een eerepoort., waarop in
groote letters het woord „Wolkom" prijk
te. Dit alles wees er op, dat er iets be
langrijks op til was; dat men de aan
komst verwachtte van een hooggeplaatst
of bemind persoon. Dit laatste was het
geval, Robert Willowby, die met den eerst
volgenden trein zou aankomen, om de
gast te zijn van zijn oom, graaf Hopeville,
was in het plaatsje door de bevolking zeer
gezien.
De graaf zelf bevond zich op het.per
ron met den stationchef en de voornaam
ste ingezetenen. Meer achteraf bevonden
zich de bedienden, die zich straks als hon
gerige wolven zouden werpen op de baga
ge van den teruggekeerden reiziger om ze
.zoo spoedig mogelijk naar het kasteel te
vervoeren.
..De trein is op komst, mylord," waagde
'de stationchef te zeggen, terwijl hij eenigo
passen naderbij trad. „Nog een paar mi
nuien."
Daar kwam de trein binnen. Geknars
yon remmen, botsen van buffels. 8t.il stond
ÏSfgè wichtigs te en moeilijkste beslissin
gen van Staat en tot welke sedert het
overlijden van Jhr. Mr. A. P. O. van Kar-
nebeek slechts drie Nederlanders behoo-
ren, te weten de oud-premier mr. P. W. A'.
Cort van der Linden, de oud-Gouverneur-
Generaal A. W. F. Idenb :rg en Mgr. Mr.
Dr. W. H. Nolens. »Tijd".
Volle treinert.
Do maatregelen der
Spoorwegdirectie.
„Op dagen van overdruk verkeer zoo
als thans des Zaterdags moet vertra
ging bestreden worden, o.a. door niet te
Bpoedig over te gaan tot vertraging ge
vende treinversterking en door in geen ge-
.val tot overbelasting van treinen te beslui
ten. Op deze dagen moet niet tot onvoor
ziene treinversterking worden overgegaan,
indien daardoor belangrijke vertraging zou
ontstaan; desnoods zal een aantal ïeizl-
gers met staanplaatsen genoegen moeten
nemen, terwijl zoo noodig kan worden
overwogen eenigo reizigers tot een volgen
den trein achter te houden."
Aldus een dienstorder aan de stations
chefs van de Nederlandsche Spoorwegen,
die wij dezer dagen hebben gepubliceerd.
Naar aanleiding van dezen dienstorder
heeft de heer ir. H. E. Verschoof, hoofd
ingenieur, chef van de Beweging der Ne-
derlandsche Spoorwegen, met wien de „N.
B. Ct." er over gesproken heeft, uitdrukke
lijk verzekerd, dat het allerminst de bo-
doeling van de Spoorwegen is, lichtvaardig
met de belangen van het reizend publiek
om te gaan. De Nedcrlandsche Spoorwe
gen zijn verplicht-iederen reiziger, die op
lijd aan een trein is, behoorlijk te vervoe
ren en zullen zich daaraan ook niet ont
trekken. Hun. streven is niet de treinen
zooveel mogelijk vol te stoppen, onver
schillig of een aan tal passagiers geen zit
plaats heeft en allerminst is het de bedoe
ling passagiers achter te houden om het
aanhaken van een reserve-wagen uit te
sparen. Maar de heer Verschoor erkende,
dat de redactie van de order niet gelukkig
is en door het publiek verkeerd begrepen
kan worden. De order was dan ook eigen
lijk niet voor het publiek maar voor den
den internen dienst bestemd. Deze heeft
de bedoeling ervan wèl gevat.
De dienstorder ziet zeer bepaaldelijk op
uitzonderingsgevallen. Het is op het oogen-
blik een verbazend drukke tijd. Iedereen
reist. Vooral op Zaterdag is er een enorm
vervoer en dit komt uit den aard der zaak
op eenige hoofdstations samen. Door de
tariefsverlaging reizen er naar men mag
aannemen 15 pCt. meer menschen dan in
Juli en Augustus van verleden jaar.
Nu kan het voorkomen, dat. op een sta
tion een aantal reizigers niet in een ge-
reedstaanden trein kan of (omdat er geen
zitplaatsen zijn) wil. Heeft men reserve
materiaal bij de hand, dan is in zoo'n ge
val versterking van den trein de aangewe
zen weg, tenzij de trein overbelast zou
worden, d. w. z. meer dan GO assen zou
gaan tellen. Tn dat geval, het. staat in de
dienstorder, moet uitbreiding van den
trein, onder alle omstandigheden vermeden
worden, een veiligheidsvoorschrift. Het an
dere geval, waarop de dienstorder doelt, is
dat men den trein alleen kan versterken
mei zeer ingewikkelde rangeermanoeuvres.
Men stölle zich den toestand op een sta
tion als Utrecht voor op een uur dat alle
porronsporen bezet zijn. Men moet op zoo'n
oogenblik wagons gaan aanhaken, dan
krijgt men allerlei complicaties, die zeer
tijdroovend zijn niet alleen voor den trein
in kwestie, maar vaak ook voor andere
treinen, die niet kunnen aankomen of ver
trekken. Groot oponthoud in de heelo
dienstregeling kan hiervan het gevolg zijn.
Gelukkig zijn de meeste stationschefs
practisehe menschen en weten zij in zulke
gevallen meestal wel raad te schaffen. Er
zijn echter ook ambtenaren, die meer „bu
reaucratisch" aangelegd zijn. Tot deze is
de dienstorder eigenlijk gericht. Een sta
tionschef moet niet twintig minuten een
trein ophouden om er wagons aan te ha
ken als er binnen dien tijd een oxtra-volg-
trein of een in de dienstregeling voorko
mende gewone trein rijdt. In zoo'n geval
moet- hij het aandurven roizigerB achter te
houden. De menschen, die in den trein zit
ten, hebben daar belang bij, en degenen,
die niet mee kunnen, worden er niet min
der van. Anders toch moeten zij ook wach
ten eer de (versterkte) trein-vertrekt. Het
is even lang als het breed is.
hij. Uit een wagon eerste-klasse steeg een
flinke, stevige jongeman met gebruinde
gelaatskleeur. Hij had nauwelijks zijn^
voet op het perron, of een stormachtig
hoera-geroep brak los onder de dorpelin
gen, die daar verzameld stonden. Robert
Willowby keek een beetje vreemd op. Wat
beteekende dat alles? Was dat voor hem?
En waarom?
Daar trad zijn oom op hem toe. „Wel
kom, Robert, beste jongen, welkom in het
vaderland I" En bij die woorden schudde
hij hem krachtig de hand.
„En hoe gaat het u, oom? Ha, ik be
hoef het eigenlijk niet te vragen. U ziet
er nog gezond en krachtig uit. Maar, waar
om al die drukte? Komt de koning op be
zoek?"
„De Koning niet, maar mijn neef Ro
bert is terug," sprak een zachte, inne
mende stem.
Robert keerde zich plotseling om en
zag het prettige, opgewekte gelaat van
nicht Sylvia voor zich.
„Ha, Sylvia! Daar ben ik blij om, dat
je me zelf komt afhalen."
Een teedere handdruk bezegelde (leze
woorden.
„O, Rob, ik was zoo verlangend je te
zien, na alle wederwaardigheden, die je
ondervonden hebt. Die twee Indiaansche
vrouwen schijnen je goed verzorgd te heb
ben. Je ziet er tenminste best uit. Je ver
telt me zeker wel eens gauw alles van dat
meisje uit hot bosch. Het was, naar me
voorkomt een eohte Diana, een echte ja
geres en naar je schrijven te oordeelen,
heeft ze nog al indruk op je gemaakt."
Dit laatste werd op jaloerschen toon ge
zegd en dat hinderde Robert vreeselijk.
Natuurlijk fe Eet niet de bedoeling, <ïat'
men reizigers achterhoudt wanneer het
verschil tusschen twee troinen groot is.
Maar dat is op ^de hoofdstations in de
maanden Juli en Augustus waarvoor de
order feitelijk bedoeld is in den regel
niet het geval. Op de groote lijnen loopen
er dan geregeld volgtreinen. Set is tot na
toe niet gebleken, dat er tengevolge van
de order, die nu ongeveer drio weken oud
is, één passagier achter is moeten blijven.
Wol is het gebeurd, dat men reizigers niet
heeft kunnen meenemen met een trein, die
vooraf moest gaan aan dien waarmee zij
hadden willen reizen, maar door belang
rijke vertraging op het vertrekuur van den
laatstgenoemden vertrok. In zoo'n. geval
kan men niet nog meer vertraging gaan
veroorzaken, on is het, volgens het inzicht
van don heer Verschoor, alleszins redelijk
de betrokkenen naar den trein te verwij
zen, waarmee zij oorspronkelijk hadden
willen reizen. Maar dit is, zooals men wel
inziet, een heel andere kwestie. Do be
wuste dienstorder is, volgens de meening
van den genoemden-ambtenaar, niet tegen
het bolang, omda.t hij uitgevaardigd is tot
handhaving^ van den gorogelden dienst,
waarbij allo reizigers gebRat zijn.
Ook de minister van Waterstaat heeft
over het nieuwe voorschrift inlichtingen
ingewonnen. Hem wordt in donzelfden
geest als bovenstaand geantwoord.
De marsch van het 13e Reg. Infanterie.
Uit Maastricht wordt aan do „Tel." go-
mlod, dat Maandagmorgen de luitenant-
generaal De Quay weder te Maastricht
vertoefde, thans in gezelschap van den of
ficier van gezondheid, Dr. Burger, een spe
cialiteit in voelgebroken, ter verder on
derzoek naar het voorgevallene op den
marseh naar Brunssum. Verschillendo per
sonen, die aan den marsch hadden deelge
nomen, worden gehoord. Op een enkelé
na. zijn thans alle militairen, die ten ge
volge van den marsch verwond raakten en
in hun garnizoen to Maastricht terugge
keerd. Zij staan echter nog steeds op het
ziekenrapport en doen nog geen dienst.
Uit het hospitaal Calvariënberg is een der
sergeant» genezen ontslagen, een ander
sergeant is naar het militair hospitaal te
Breda overgebracht, terwijl een derde nog
steeds in verpleging is.
Gemenjde IB«prieliien
ONGELUKKEN.
Oyerredcn en gedood.
Bij werkzaamheden aan de twe^ie ScK?-
veningsche Binnenhaven is de 4l-jarize
werkman P. J. V. uit de Kerklaan 1e
Scheveningen onder oen kar met zand go-
komen. Hij werd zeer ernstig in de borst
verwond, en is na aankomst in het zieken
huis overleden. Hij laat een vrouw met
acht kinderen na.
Te Maren (N.-Br.) is de 17-jarige J. v
H bij het laden van een kar strooisel on
der het wiel van den wagen gekomen en
op slag gedood.
Dcodeüjk mijn-ongeluk.
Gisterenmorgen is de 51-jarige ongehuw
de arbeider G. Kuypers, wonende te Nieu-
wenhageu, in de mijn Oranje-Nassau II
to Schaesberg, onder vallend gesteente ge
raakt. Geestelijke cn geneeskundige hulp
werden spoedig verleend. Kort daarop ls
de man overleden.
Verdronken.
Uit de rivier de Gouwe hij Gouda is gis
termorgen het lijk opgehaald van het 5-ja-
rig zoontje van den spoorwegwachter H
dat sinds Maandag werd vermist.
Het tijdelijk bij zijno grootouders te
Grootschermer (N.-H.) verblijvende 154-
jarige kind van den heer M. te Schermcr-
horn is gisteren spelende te water go-
raakt en verdronken.
Te Maastricht is gisternamiddag de
18-jarige jongen Palmans bij het baden
in de Maas verdronken; een uur daarna
is het lijk opgehaald.
Hel ongeluk op de Loosdrechtsche
plassen.
Men is er volgens de „Tel." thans in ge
slaagd de beide jongelieden, die Maandag
door hgt omslaan van een bootje op de
Loosdrechtsche plassen zijn verdronken* te
identificeeren. De slachtoffers zijn Gerard
Hij achtte het evenwel op dit oogenblik
het best er maar niet op in te gaan.
„Komt kinderen," riep de oude graaf op
hen toetredend, „komt, de rijtuigen wach
ten ons. We zullen zien, dat we thuis
komen, dan lean je op je gemak elkaar
allerlei vertrouwelijke mededeelingen
doen."
Onder de juichkreten van de bevolking
namen ze plaats in de rijtuigen en reden
in snellen draf weg.
„Een knap paar, die twee!" hoorde
men sommige dorpelingen tegen elkaar
zeggen.
„Een knap paar. Wanneer zou het brui
loft zijn?"
Bij het kasteel gekomen zag Robert
daar ook een paar eerepoorten te zijner
eer opgericht en toen ook de bedienden
naar buiten kwamen om hem te begroe
ten, voelde hij zich geroerd door zoo'n
hartelijke ontvangst.
„En wie zie ik daar?" riep hij uitstap
pend, „mijn beste vriend John Moore met
zijn twee zusters? Kerel, hoe ben jij zoo
gauw hier gekomen? Dat vind ik verdui
veld aardig van je."
„Toen ik thuis kwam, vond ik een tele
gram van je oom, waarin hij mij en mijn
zusters uitnoodigde eon dag of wat zijn
gaston te zijn en je begrijpt, dat we die
uitnoodiging heel graag aannamen. Toen
we op de boot afa.cheid van je namen,
dacht ik niet je zoo spoedig weer te zien."
„Nou, ik vind het aArdig en je kon best
hier zijn, voordat ik kwam. Oom wiet, dat
ik nog een paar dagen onderweg zou blij
ven En da-ar zijn je zusters ook! Dames,
het is me een genoegen je hier te zien."
Dat genoegen was voor hem niet onver-
Kolb uit Haarlem on Ciska Poorters uit
Amsterdam.
Noodlottig schot
Torwijl do jager P. G. te Posterhout mol
eenigo huurlieden stond te pralen, ging
onverhoeds zijn geweer af. Do landbouwer
P. Kuipers word door het schot ernstig
verwond. De getroffene is naar hel Loufsa-
huis te Roermond overgebracht Zijn toe
stand is bedenkelijk
Te laat ontploft.
Bij eeu vuurwerk op hel feestterrein 'te
Dieren is een tourbillon, die in de lucht
i:iet was gesprongen, tusschen het publiek
terecht gekomen en daar met een geweldi
gen knal ontploft Juffrouw Timmer uit
Helmond werd door een stuk brandend
vuurwerk getroffen en kreeg ernstige
brandwonden aan de boenen, mej. -Bosch
uit Ellecom kroeg een hrandwondo aan de
borst. Dr. Versteeg uit Dieren verleende
spoedig hulp.
Gevaarlijke liefhebberij.
Een paar visschersjongens uit Lommer
sireden om de eer wie mot het plat van de
mot een lap omwonden rechterhand oen
spijker bel verst in een stuk hout kon
slaan. Bij den 17-jarigen Ph. drong de
spijker, door de lap, in de hand. Er om
stond bloedvergiftiging en, ondanks ge
neeskundigen bijstand, is de jongen Za
terdag in het ziekenhuis to Snoek aan
Moedvergifliging overleden.
Hand verpletterd.
Onzen landgenoot dr. ir. J. van Dorp,
die als werktuigkundige bij de Soc. An.
Italo-Olandese „Enka" to Palestro bij Mi
laan werkzaam is, overkwam dezer dagen
baar het „Hbld." verneemt, eon ernstig
ongeval. Ir. van Dorp raakt n.l. met zijn
linkerhand bekneld tusschen den zuiger
en den cylinderbodem van een compressor,
waardoor dit lichaamsdeel vrijwel geheel
verpletterd werd. Pink cn ringvinger moes
ten denzelfden dag nog worden geampu
teerd, terwijl later ook nog de andere vin
gers behoudens de duim weggenomen
werden.
Ir van Dorp wordt in het ziekenhuis te
Vercelli behandeld.
Aan de gevolgen overleden.
De heer J. B., van de Koningin Einnia-
kade iu Den Haag, die Maandagavond,
toen hij op de Laan van Mecrdervoort vóór
de brug van de Suezknde op een rijdenden
tramwagen van lijn 14 wilde springen,
met het hoofd tegen een lantaarnpaal
stiet en kwam te vallen, is in het zieken
huis aan den Zuidwal aan do bekomen
verwondingen overleden.
De onbewaakte overweg.
Gisteravond werd op den onbewaaklcn
overweg, tusschen Venray en Maashees,
de auto van den koekfabrikant Van der
Heuvel te Boxmeer, door een goederen
trein aangereden cn geheel vernield. Do
drie inzittenden bekwamen geen letsel.
Branden.
Te Houten ontstond brand in de wo
ning van den opperman A. in de Knoest
aan de Schalkwijksche Wetering. Om
halfdrie verzocht men om hulp van do
brandspuit en om drie uur word het eer
ste water gegeven. Te redden viel er ech
ter niets meer, de geheele woning brandde
uit De brand was waarschijnlijk ont
staan door het vlamvatten van een spar
van den ouderwetsqhen schoorsteen. En
kele meubelstukken had men nog naar bui
ten kunnen halen. Verzekering dekt' do
schade.
Te Soest ontstond brand in het per
ceel 44 bewoond door Cornelis Kuiper en
gezin bestaande uit man, vrouw en 7 kin
deren, waarvan de oudste 17 jaar. Kui
per was aan 't dorschen in het achterhuis.
Terwijl de familie juist oen kopje koffie
dronk in do woonkamer hoorde de vrouw
wat gesis achter en dacht dat haar roode
kool, die op liet fornuis achter stond lo
koken, aanbrandde. Zij liep naar achteren
en zag dat het stroo op do deel in brand
stond, Aan hlusschen was niet meer~ te
dénken, to meer omdat het stroo boven ook
reeds vlam gevat had. Do brandweer die
spoedig ter plaat? wa.j kca met de spuit
niets uitrichten omdat er in 'de omgeving
geen water was. Met zand beeft men nog
gewerkt. Aücs is Yrijwël verbrand. Gered
méngd, want de godaehte kwain lui hem
op, dat die twee aan Sylvia* al reeds al
les verteld zouden hebben van M -.mmy en
F.slella en hij had dat liever zelf gedaan.
Na het diner en do koffie ging men
naar het terras, waar men gezellig met el
kaar keuvelde. Men sprak over Amerika,
over Canada, over de Niagara, over do
jacht in hot Rotsgebergte cn over het on
geluk dat Robert overkomen was, toen
Sylvia, naar aanleiding daarvan eens
klaps zei: „En nu. Rob, vort el eens wat
van jo Diana. Jo hebt zo nog nie' aan me
beschreven. Droeg ze m vcaaiiiH aan haar
voeten cn was zo op z'n Tndiannsrh gc-
jkleedf"
Men lachte om dio vraag en toch vond
men ze niet gepast. En lag iets stekeligs
in.
..O," antwoordde Robert, „ze was zeker
niet gekleed nanr de laatatc Parijsche
mode. Trouwens ik heb op haar kleeding
niet veel gelet. Ik was veel to blij men
schen te zien, toen ik daar zoo hulpeloos
lag."
„Natuurlijk, dat geloof ik graag. Maar
ze gebruikte toch haar handen bij het
eten, zooals Sophie Moore me gezegd heeft
en aan boord wilde zo niet bobben,dat een
ander jo bediende dan zij. En toen de hof
meester kwam om u een glas limonade te
brengen, werd ze boos en gooide het glos
stuk, is het niet? En toen wou ze de
schade zelf liet alen. 7was zeker' goed bij
knB. Het schijnt me nog al een ruwe dame
geweest te zijn. Je was zeker erg blij, dat
je ze kwijt was en zo in een klooster ge
plaatst kon krijgen."
Roberts oogen schoten vanken. maar hij
wns te veel man, om zich aan die jaloer-
UIT DE RADIO-WERELD. 1
Programma's voor Donderdag 2 Septcmbci
Hilversum 1050 M.
12.PoÜtfeber.
3.30—3.40 Uurtje voor wees- en zieken
huizen, door mevr. Ant v. Dijk.
5.7.30 Vooravondconcert door het
H.D.O.-orkesl Annie Zwiedinck, piano.
7.Poiitieber
7.45 en 10.Persbor.
8.10 Christel. Omroep.
D a v e n t r y, 1600 M
11.201.20 Het radiokwarlet en solis
ten (sopraan, bariton, piano).
1.202.20 Gramofoon muziek
4.20 Scènes van „Granford en „Au Es
capade in India", causerie.
4.40 Trocadero-theemuziek.
5.35 Kinderuurtje.
6.20 Dansmuziek.
6.55 J.andbouwberichten.
7.20 Tijdsein Big Beu, weerber., nieuws.
Lezing: On getting and rehearsing a part.
7.45 Oude Engelsche muziek door 11.
Boberston, piano.
8.Lezing: Microscopes.
8.20 Biackpool-programma Do Wylia
Tate super Pierrots. L. Burns, sopraan H.
Bryan, komiek. H. Vave, tenor. J. Pullin,
komiek.
8.50 Jan Hurst's orkest.
9.20 Vroolijke muziek cn zang
9.50 Weerber., nieuws.
10.20 Engelsche volksliederen met piano
begeleiding. T. I'Anson, sopraan. 8, Logan,
bariton.
10.5012.20 Dansmuziek v h. Suvoy-
hotel.
R a d i o-P a r i s. 1750 M
12.50 Concert Lucieu Paris, piuno,
viool( cello).
5.05 Concert.
8.50 Concert.
KSnigswusterhauaen, 1300 M.
8.50 Vocaalconcert. Gemengd koor II.
Freudberg, piano. B. Goysel, orgel.
10.5012.20 Dansmuziek.
Brussel, 48G M. Antwerpc il 2G5 M.
5.20 Kindermatinee tol 6.20!
8.20 Orkestconcert.
9.20—10.20 Dansmuziek.
MSns t er, 410 M.
1.35—2.50 Orkestconcert. Kéler Béla-
Siede.
4.5.20. Kiuderuurtje.
5.20 Lezing: H. Eulembcrg, Beliudv.
6.20 Werken van Lortzing door orkest.
7.Lezing: Schulo und Kunst.
7.308.Juristen praatje.
8.20 Schaakles.
'8.5010.40 „Der Poëtenmantel", klucht
Daarna muziek uit Café Corso.
ziju twee varkens, twee rijwielen en eeu
naaimachine. Levende havo is niet vor-
brand. Huis ell inboedel was voor 3000
verzekerd
Een schuurtje hij het huis is gepaard
gebleven, ouulat de windrichting, die vrij
Sterk was, gelukkig afzijdig wan.
Vier boerenwoningen afgebrand.
Moandagnamiddag zijn 'lo Vlijmen de
woningen van T. Oremans, M Ooslorwafll,
A van den Heuvel en F. de laak in do
vch gelegd. Alles ging verloren, o ecnlg
vee kwam om.. De huisjes waren ..ivdiU
laag verzekerd.
Voetbaltribunes verbrand.
Vannacht ontstond brand op C lerr.iu
der voelbalvereeniging II. C II. lo •Scho
len. Drie slaantribunes on eenige .stoelen
dio moesten dienen voor het fee t d -r ver*
eeniging Koninginnedag te Sehoten ver
blindden. De brand, die waarschijnlijk aan
kwaadwilligheid lo wijten is, werd duurde
Schotenscb" brandweer mot zin I go-
hluscht.
Een Holelr^t tc Zandvysrt.
In een hotel aan den Bonlevurd (e Zand-
voort meldde zich Mundag als gad oei»
vreemdeling. Hij'Verzocht, thee en schrijf
papier mol het hoofd van liet hotel be
drukt op zijn kamer te brengen. Het was
de laatste rnnal, dat men hem zatoen
men hem hot gevraagde bracht 's Avonds
rcöds bleek bij voor goed verdwenen IT ij
had kans gezien in duf korte tijd bestek
se he uitingen to storen. Hij bed <mg zich
cn aufwo .rdde zoo kalm mogelijk: „U
vergoot, lady Sylvia, dat ze mij het leven
redde en dat, haar eigenlijk al die eerbe
wijzen toekomen, dio men mij geeft. Zon
der haar zou ik nu niet hier geweest zijn."
Na dit gezegd te hebben trad bii op een
ander groepje toe, waar tusschen zijn oom
gezeten was en zette zich bij hem neer.
Sylvia had den steek gevoeld die Robert
baar door die kalme woorden gaF. De tra
nen schoten haar in de oogen, maar dio
droogden spoedig op, toen ka plein For
rester, een man, die een oogje op haar
had, naar haar toekwam cn zei: „Lady
Sylvia, u zult wel zoo vriendelijk zijn mij
ook uit te noodigen, als dio Indiaansche
bruid eenmaal hier komt, niet wnar?"
En Flora Moore, die nog niet «espro
ken had, merkte vol ernst op: „net, zou
me niet verwonderen, als er tusschen die
twee bot een of ander gaande was. Man
nen zijn vreemde schepselen. En ze had
zulk mooie oogen en zulk mooi zwjirt haar
Het was inderdaad een moo: k nd.
Sylvia antwoordde daarop niet, maar
vroeg aan don kapitein, of hij zoo goed
zou willen wezen met haar naar het vuur
werk tc gnan, dat ter ccre van Roberi's
behouden thuiskomst zou afgestoken wor
den aan de achterzijde van het kasteel.
Dienzelfden avond, na afloop van do
feestelijkheden, stond Robert voor het
open raam zijn pijpje te rooken en kwa
men alle gebeurtenissen van dien drukken
dag hem voor den geest. Onwillekeurig
richtten zijn gedachten zich op Stella en
overwoog hij, wat Sylvia dien dflg had
gezegd.
(Wordt vervolgd!