Tweede Blad. HET BOSCHMEISJE Woensdag I September 1926 BINNENLAND SLEUR. Een artikel over Missie-actie in zijn „Van Week tot Week'' in „Do Tijd" be sluit de oud-journalist prof. Gourts van Roermond met de volgende lezenswaardi ge, raak-juist-e opwekking over de nood zakelijkheid, om ons nu cn dan los to wer ken uit een sleur, welke ons leven dreigt ten onder te trekken. „Iemand, die altijd alleen staat, voelt zijn kracht niet en blijft allicht op het zelfde niveau staan, hij moet nu en dan eens een por en een duw krijgen; hij moet misschien uit zijn isolement van eigenzin nigheid. van bekrompen opvattingen, mo gelijk van lauwheid of gedruktheid verlost v. orden. Nu en dan moeten er eens een Sursum Corda of een 'Alleluja opgaan, die ten Hemel stijgen en ten Hemel trekken, ilet dagelijksch leven, zelfs dat van heilige zielen, ijverend voor heilige belangen, kan o zoo prozaisch zijn en zelfs die ijverig- sten onder die ijverigen kunnen komen in een gemoedstoestand en geestesgesteldheid dat ze het verhevene van hun werk en hun - uitverkiezing niet meer aanvoelen. Allen en alles wat den levensweg be wandelt wordt op den duur met aardsch stof bedekt. Wij zitten midden in het stof, eten het stof, worden besmeurd met stof en benauwd door de vlagen van altijd door opdwarrelende stofwolken. Oorspron kelijk uit stof geschapen, dreigen wij ten slotte van binnen en van buiten stof to worden. Daarom moeten wij eens een frissche bries van hoogere en hemolsche bezieling om en door ons laten heenwaaien, die dat stof doet wegstuiven en rondom ons een reine, verkwikkende atmosfeer schept. Er moet nu en dan in ons een verfrisschende vernieuwing, innerlijk en uiterlijk, plaats hebben: het stof moet van en uit onze oogen; van en uit onze ooren, van onze handen, van onze kleeren, van onze hoof den en van onze voeten. Van stoffelijke aardwormen moeten wij, in wezen en in gestalte, in hart. en in gemoed, naar aard en zin hemelingen worden." DE NIEUWE MINISTER VAN STAAT. Onder de hooge onderscheidingen, wel ke ter gelegenheid van Koninginne-ver- jaardag de officieele erkenning van be haalde verdiensten brachten, zal wel het meest de aandacht trekken de benoeming van mr. Th. Heemskerk tot Minister van Staat. Ongetwijfeld ook eene, die de sym pathieën van vrienden en tegenstanders véreenigen zal op den persoon van dezen bekwamen staatsman met een zoo rijk po litiek leven. Sedert mr. Heemskerk, geboren uit libe ralen huize, de orthodoxe richting koos, welke hem in de anti-revolutionnaire partij zijn politieke vlucht deed nemen, heeft hij niet opgehouden met groote bewegelijk heid en vlotte welsprekendheid het christe lijk beginsel in het openbare leven, in het Parlement en de wetgeving te verdedigen. Met name als Minister, hetzij hij als zoo danig in het door hem gevormde Kabinet of in de kabinetten-Ruys optrad, werkte liij met de Katholieken samen tot een christelijk bestuur des lands. En als lei der der anti-revolutionnaire fractie heeft hij steeds een helder inzicht getoond in de eischen dezer samenwerking. Gelijk hij in den zoogennamden nacht van Staal zijn eoalitiegenooten getrouw bleef, heeft hij voor het behoud van het samengaan der christelijke partijen onverdroten gearbeid mede tijdens de jongste, allermoeilijkste crisis en in dagen, toen een nog niet uit geput anti-papisme de coalitie zuur had gemaakt. Ook in breede katholieke kringen is dan ook voldoening gewekt door deze verhef fing van een zoo hooggewaardeerden bond genoot tot een der bijzondere vertrouwens mannen. die de Kroon naast haar officieele adviseurs pleegt te raadplegen in de al- FEUSLLETOM. Vrij bewerkt naar het Engelsch doo- P. G. Hoeks. (Nadruk verboden). 8) IV. Het kleine station van Hopeville was met groen en vlaggen versierd on aan den ingang stond een eerepoort., waarop in groote letters het woord „Wolkom" prijk te. Dit alles wees er op, dat er iets be langrijks op til was; dat men de aan komst verwachtte van een hooggeplaatst of bemind persoon. Dit laatste was het geval, Robert Willowby, die met den eerst volgenden trein zou aankomen, om de gast te zijn van zijn oom, graaf Hopeville, was in het plaatsje door de bevolking zeer gezien. De graaf zelf bevond zich op het.per ron met den stationchef en de voornaam ste ingezetenen. Meer achteraf bevonden zich de bedienden, die zich straks als hon gerige wolven zouden werpen op de baga ge van den teruggekeerden reiziger om ze .zoo spoedig mogelijk naar het kasteel te vervoeren. ..De trein is op komst, mylord," waagde 'de stationchef te zeggen, terwijl hij eenigo passen naderbij trad. „Nog een paar mi nuien." Daar kwam de trein binnen. Geknars yon remmen, botsen van buffels. 8t.il stond ÏSfgè wichtigs te en moeilijkste beslissin gen van Staat en tot welke sedert het overlijden van Jhr. Mr. A. P. O. van Kar- nebeek slechts drie Nederlanders behoo- ren, te weten de oud-premier mr. P. W. A'. Cort van der Linden, de oud-Gouverneur- Generaal A. W. F. Idenb :rg en Mgr. Mr. Dr. W. H. Nolens. »Tijd". Volle treinert. Do maatregelen der Spoorwegdirectie. „Op dagen van overdruk verkeer zoo als thans des Zaterdags moet vertra ging bestreden worden, o.a. door niet te Bpoedig over te gaan tot vertraging ge vende treinversterking en door in geen ge- .val tot overbelasting van treinen te beslui ten. Op deze dagen moet niet tot onvoor ziene treinversterking worden overgegaan, indien daardoor belangrijke vertraging zou ontstaan; desnoods zal een aantal ïeizl- gers met staanplaatsen genoegen moeten nemen, terwijl zoo noodig kan worden overwogen eenigo reizigers tot een volgen den trein achter te houden." Aldus een dienstorder aan de stations chefs van de Nederlandsche Spoorwegen, die wij dezer dagen hebben gepubliceerd. Naar aanleiding van dezen dienstorder heeft de heer ir. H. E. Verschoof, hoofd ingenieur, chef van de Beweging der Ne- derlandsche Spoorwegen, met wien de „N. B. Ct." er over gesproken heeft, uitdrukke lijk verzekerd, dat het allerminst de bo- doeling van de Spoorwegen is, lichtvaardig met de belangen van het reizend publiek om te gaan. De Nedcrlandsche Spoorwe gen zijn verplicht-iederen reiziger, die op lijd aan een trein is, behoorlijk te vervoe ren en zullen zich daaraan ook niet ont trekken. Hun. streven is niet de treinen zooveel mogelijk vol te stoppen, onver schillig of een aan tal passagiers geen zit plaats heeft en allerminst is het de bedoe ling passagiers achter te houden om het aanhaken van een reserve-wagen uit te sparen. Maar de heer Verschoor erkende, dat de redactie van de order niet gelukkig is en door het publiek verkeerd begrepen kan worden. De order was dan ook eigen lijk niet voor het publiek maar voor den den internen dienst bestemd. Deze heeft de bedoeling ervan wèl gevat. De dienstorder ziet zeer bepaaldelijk op uitzonderingsgevallen. Het is op het oogen- blik een verbazend drukke tijd. Iedereen reist. Vooral op Zaterdag is er een enorm vervoer en dit komt uit den aard der zaak op eenige hoofdstations samen. Door de tariefsverlaging reizen er naar men mag aannemen 15 pCt. meer menschen dan in Juli en Augustus van verleden jaar. Nu kan het voorkomen, dat. op een sta tion een aantal reizigers niet in een ge- reedstaanden trein kan of (omdat er geen zitplaatsen zijn) wil. Heeft men reserve materiaal bij de hand, dan is in zoo'n ge val versterking van den trein de aangewe zen weg, tenzij de trein overbelast zou worden, d. w. z. meer dan GO assen zou gaan tellen. Tn dat geval, het. staat in de dienstorder, moet uitbreiding van den trein, onder alle omstandigheden vermeden worden, een veiligheidsvoorschrift. Het an dere geval, waarop de dienstorder doelt, is dat men den trein alleen kan versterken mei zeer ingewikkelde rangeermanoeuvres. Men stölle zich den toestand op een sta tion als Utrecht voor op een uur dat alle porronsporen bezet zijn. Men moet op zoo'n oogenblik wagons gaan aanhaken, dan krijgt men allerlei complicaties, die zeer tijdroovend zijn niet alleen voor den trein in kwestie, maar vaak ook voor andere treinen, die niet kunnen aankomen of ver trekken. Groot oponthoud in de heelo dienstregeling kan hiervan het gevolg zijn. Gelukkig zijn de meeste stationschefs practisehe menschen en weten zij in zulke gevallen meestal wel raad te schaffen. Er zijn echter ook ambtenaren, die meer „bu reaucratisch" aangelegd zijn. Tot deze is de dienstorder eigenlijk gericht. Een sta tionschef moet niet twintig minuten een trein ophouden om er wagons aan te ha ken als er binnen dien tijd een oxtra-volg- trein of een in de dienstregeling voorko mende gewone trein rijdt. In zoo'n geval moet- hij het aandurven roizigerB achter te houden. De menschen, die in den trein zit ten, hebben daar belang bij, en degenen, die niet mee kunnen, worden er niet min der van. Anders toch moeten zij ook wach ten eer de (versterkte) trein-vertrekt. Het is even lang als het breed is. hij. Uit een wagon eerste-klasse steeg een flinke, stevige jongeman met gebruinde gelaatskleeur. Hij had nauwelijks zijn^ voet op het perron, of een stormachtig hoera-geroep brak los onder de dorpelin gen, die daar verzameld stonden. Robert Willowby keek een beetje vreemd op. Wat beteekende dat alles? Was dat voor hem? En waarom? Daar trad zijn oom op hem toe. „Wel kom, Robert, beste jongen, welkom in het vaderland I" En bij die woorden schudde hij hem krachtig de hand. „En hoe gaat het u, oom? Ha, ik be hoef het eigenlijk niet te vragen. U ziet er nog gezond en krachtig uit. Maar, waar om al die drukte? Komt de koning op be zoek?" „De Koning niet, maar mijn neef Ro bert is terug," sprak een zachte, inne mende stem. Robert keerde zich plotseling om en zag het prettige, opgewekte gelaat van nicht Sylvia voor zich. „Ha, Sylvia! Daar ben ik blij om, dat je me zelf komt afhalen." Een teedere handdruk bezegelde (leze woorden. „O, Rob, ik was zoo verlangend je te zien, na alle wederwaardigheden, die je ondervonden hebt. Die twee Indiaansche vrouwen schijnen je goed verzorgd te heb ben. Je ziet er tenminste best uit. Je ver telt me zeker wel eens gauw alles van dat meisje uit hot bosch. Het was, naar me voorkomt een eohte Diana, een echte ja geres en naar je schrijven te oordeelen, heeft ze nog al indruk op je gemaakt." Dit laatste werd op jaloerschen toon ge zegd en dat hinderde Robert vreeselijk. Natuurlijk fe Eet niet de bedoeling, <ïat' men reizigers achterhoudt wanneer het verschil tusschen twee troinen groot is. Maar dat is op ^de hoofdstations in de maanden Juli en Augustus waarvoor de order feitelijk bedoeld is in den regel niet het geval. Op de groote lijnen loopen er dan geregeld volgtreinen. Set is tot na toe niet gebleken, dat er tengevolge van de order, die nu ongeveer drio weken oud is, één passagier achter is moeten blijven. Wol is het gebeurd, dat men reizigers niet heeft kunnen meenemen met een trein, die vooraf moest gaan aan dien waarmee zij hadden willen reizen, maar door belang rijke vertraging op het vertrekuur van den laatstgenoemden vertrok. In zoo'n. geval kan men niet nog meer vertraging gaan veroorzaken, on is het, volgens het inzicht van don heer Verschoor, alleszins redelijk de betrokkenen naar den trein te verwij zen, waarmee zij oorspronkelijk hadden willen reizen. Maar dit is, zooals men wel inziet, een heel andere kwestie. Do be wuste dienstorder is, volgens de meening van den genoemden-ambtenaar, niet tegen het bolang, omda.t hij uitgevaardigd is tot handhaving^ van den gorogelden dienst, waarbij allo reizigers gebRat zijn. Ook de minister van Waterstaat heeft over het nieuwe voorschrift inlichtingen ingewonnen. Hem wordt in donzelfden geest als bovenstaand geantwoord. De marsch van het 13e Reg. Infanterie. Uit Maastricht wordt aan do „Tel." go- mlod, dat Maandagmorgen de luitenant- generaal De Quay weder te Maastricht vertoefde, thans in gezelschap van den of ficier van gezondheid, Dr. Burger, een spe cialiteit in voelgebroken, ter verder on derzoek naar het voorgevallene op den marseh naar Brunssum. Verschillendo per sonen, die aan den marsch hadden deelge nomen, worden gehoord. Op een enkelé na. zijn thans alle militairen, die ten ge volge van den marsch verwond raakten en in hun garnizoen to Maastricht terugge keerd. Zij staan echter nog steeds op het ziekenrapport en doen nog geen dienst. Uit het hospitaal Calvariënberg is een der sergeant» genezen ontslagen, een ander sergeant is naar het militair hospitaal te Breda overgebracht, terwijl een derde nog steeds in verpleging is. Gemenjde IB«prieliien ONGELUKKEN. Oyerredcn en gedood. Bij werkzaamheden aan de twe^ie ScK?- veningsche Binnenhaven is de 4l-jarize werkman P. J. V. uit de Kerklaan 1e Scheveningen onder oen kar met zand go- komen. Hij werd zeer ernstig in de borst verwond, en is na aankomst in het zieken huis overleden. Hij laat een vrouw met acht kinderen na. Te Maren (N.-Br.) is de 17-jarige J. v H bij het laden van een kar strooisel on der het wiel van den wagen gekomen en op slag gedood. Dcodeüjk mijn-ongeluk. Gisterenmorgen is de 51-jarige ongehuw de arbeider G. Kuypers, wonende te Nieu- wenhageu, in de mijn Oranje-Nassau II to Schaesberg, onder vallend gesteente ge raakt. Geestelijke cn geneeskundige hulp werden spoedig verleend. Kort daarop ls de man overleden. Verdronken. Uit de rivier de Gouwe hij Gouda is gis termorgen het lijk opgehaald van het 5-ja- rig zoontje van den spoorwegwachter H dat sinds Maandag werd vermist. Het tijdelijk bij zijno grootouders te Grootschermer (N.-H.) verblijvende 154- jarige kind van den heer M. te Schermcr- horn is gisteren spelende te water go- raakt en verdronken. Te Maastricht is gisternamiddag de 18-jarige jongen Palmans bij het baden in de Maas verdronken; een uur daarna is het lijk opgehaald. Hel ongeluk op de Loosdrechtsche plassen. Men is er volgens de „Tel." thans in ge slaagd de beide jongelieden, die Maandag door hgt omslaan van een bootje op de Loosdrechtsche plassen zijn verdronken* te identificeeren. De slachtoffers zijn Gerard Hij achtte het evenwel op dit oogenblik het best er maar niet op in te gaan. „Komt kinderen," riep de oude graaf op hen toetredend, „komt, de rijtuigen wach ten ons. We zullen zien, dat we thuis komen, dan lean je op je gemak elkaar allerlei vertrouwelijke mededeelingen doen." Onder de juichkreten van de bevolking namen ze plaats in de rijtuigen en reden in snellen draf weg. „Een knap paar, die twee!" hoorde men sommige dorpelingen tegen elkaar zeggen. „Een knap paar. Wanneer zou het brui loft zijn?" Bij het kasteel gekomen zag Robert daar ook een paar eerepoorten te zijner eer opgericht en toen ook de bedienden naar buiten kwamen om hem te begroe ten, voelde hij zich geroerd door zoo'n hartelijke ontvangst. „En wie zie ik daar?" riep hij uitstap pend, „mijn beste vriend John Moore met zijn twee zusters? Kerel, hoe ben jij zoo gauw hier gekomen? Dat vind ik verdui veld aardig van je." „Toen ik thuis kwam, vond ik een tele gram van je oom, waarin hij mij en mijn zusters uitnoodigde eon dag of wat zijn gaston te zijn en je begrijpt, dat we die uitnoodiging heel graag aannamen. Toen we op de boot afa.cheid van je namen, dacht ik niet je zoo spoedig weer te zien." „Nou, ik vind het aArdig en je kon best hier zijn, voordat ik kwam. Oom wiet, dat ik nog een paar dagen onderweg zou blij ven En da-ar zijn je zusters ook! Dames, het is me een genoegen je hier te zien." Dat genoegen was voor hem niet onver- Kolb uit Haarlem on Ciska Poorters uit Amsterdam. Noodlottig schot Torwijl do jager P. G. te Posterhout mol eenigo huurlieden stond te pralen, ging onverhoeds zijn geweer af. Do landbouwer P. Kuipers word door het schot ernstig verwond. De getroffene is naar hel Loufsa- huis te Roermond overgebracht Zijn toe stand is bedenkelijk Te laat ontploft. Bij eeu vuurwerk op hel feestterrein 'te Dieren is een tourbillon, die in de lucht i:iet was gesprongen, tusschen het publiek terecht gekomen en daar met een geweldi gen knal ontploft Juffrouw Timmer uit Helmond werd door een stuk brandend vuurwerk getroffen en kreeg ernstige brandwonden aan de boenen, mej. -Bosch uit Ellecom kroeg een hrandwondo aan de borst. Dr. Versteeg uit Dieren verleende spoedig hulp. Gevaarlijke liefhebberij. Een paar visschersjongens uit Lommer sireden om de eer wie mot het plat van de mot een lap omwonden rechterhand oen spijker bel verst in een stuk hout kon slaan. Bij den 17-jarigen Ph. drong de spijker, door de lap, in de hand. Er om stond bloedvergiftiging en, ondanks ge neeskundigen bijstand, is de jongen Za terdag in het ziekenhuis to Snoek aan Moedvergifliging overleden. Hand verpletterd. Onzen landgenoot dr. ir. J. van Dorp, die als werktuigkundige bij de Soc. An. Italo-Olandese „Enka" to Palestro bij Mi laan werkzaam is, overkwam dezer dagen baar het „Hbld." verneemt, eon ernstig ongeval. Ir. van Dorp raakt n.l. met zijn linkerhand bekneld tusschen den zuiger en den cylinderbodem van een compressor, waardoor dit lichaamsdeel vrijwel geheel verpletterd werd. Pink cn ringvinger moes ten denzelfden dag nog worden geampu teerd, terwijl later ook nog de andere vin gers behoudens de duim weggenomen werden. Ir van Dorp wordt in het ziekenhuis te Vercelli behandeld. Aan de gevolgen overleden. De heer J. B., van de Koningin Einnia- kade iu Den Haag, die Maandagavond, toen hij op de Laan van Mecrdervoort vóór de brug van de Suezknde op een rijdenden tramwagen van lijn 14 wilde springen, met het hoofd tegen een lantaarnpaal stiet en kwam te vallen, is in het zieken huis aan den Zuidwal aan do bekomen verwondingen overleden. De onbewaakte overweg. Gisteravond werd op den onbewaaklcn overweg, tusschen Venray en Maashees, de auto van den koekfabrikant Van der Heuvel te Boxmeer, door een goederen trein aangereden cn geheel vernield. Do drie inzittenden bekwamen geen letsel. Branden. Te Houten ontstond brand in de wo ning van den opperman A. in de Knoest aan de Schalkwijksche Wetering. Om halfdrie verzocht men om hulp van do brandspuit en om drie uur word het eer ste water gegeven. Te redden viel er ech ter niets meer, de geheele woning brandde uit De brand was waarschijnlijk ont staan door het vlamvatten van een spar van den ouderwetsqhen schoorsteen. En kele meubelstukken had men nog naar bui ten kunnen halen. Verzekering dekt' do schade. Te Soest ontstond brand in het per ceel 44 bewoond door Cornelis Kuiper en gezin bestaande uit man, vrouw en 7 kin deren, waarvan de oudste 17 jaar. Kui per was aan 't dorschen in het achterhuis. Terwijl de familie juist oen kopje koffie dronk in do woonkamer hoorde de vrouw wat gesis achter en dacht dat haar roode kool, die op liet fornuis achter stond lo koken, aanbrandde. Zij liep naar achteren en zag dat het stroo op do deel in brand stond, Aan hlusschen was niet meer~ te dénken, to meer omdat het stroo boven ook reeds vlam gevat had. Do brandweer die spoedig ter plaat? wa.j kca met de spuit niets uitrichten omdat er in 'de omgeving geen water was. Met zand beeft men nog gewerkt. Aücs is Yrijwël verbrand. Gered méngd, want de godaehte kwain lui hem op, dat die twee aan Sylvia* al reeds al les verteld zouden hebben van M -.mmy en F.slella en hij had dat liever zelf gedaan. Na het diner en do koffie ging men naar het terras, waar men gezellig met el kaar keuvelde. Men sprak over Amerika, over Canada, over de Niagara, over do jacht in hot Rotsgebergte cn over het on geluk dat Robert overkomen was, toen Sylvia, naar aanleiding daarvan eens klaps zei: „En nu. Rob, vort el eens wat van jo Diana. Jo hebt zo nog nie' aan me beschreven. Droeg ze m vcaaiiiH aan haar voeten cn was zo op z'n Tndiannsrh gc- jkleedf" Men lachte om dio vraag en toch vond men ze niet gepast. En lag iets stekeligs in. ..O," antwoordde Robert, „ze was zeker niet gekleed nanr de laatatc Parijsche mode. Trouwens ik heb op haar kleeding niet veel gelet. Ik was veel to blij men schen te zien, toen ik daar zoo hulpeloos lag." „Natuurlijk, dat geloof ik graag. Maar ze gebruikte toch haar handen bij het eten, zooals Sophie Moore me gezegd heeft en aan boord wilde zo niet bobben,dat een ander jo bediende dan zij. En toen de hof meester kwam om u een glas limonade te brengen, werd ze boos en gooide het glos stuk, is het niet? En toen wou ze de schade zelf liet alen. 7was zeker' goed bij knB. Het schijnt me nog al een ruwe dame geweest te zijn. Je was zeker erg blij, dat je ze kwijt was en zo in een klooster ge plaatst kon krijgen." Roberts oogen schoten vanken. maar hij wns te veel man, om zich aan die jaloer- UIT DE RADIO-WERELD. 1 Programma's voor Donderdag 2 Septcmbci Hilversum 1050 M. 12.PoÜtfeber. 3.30—3.40 Uurtje voor wees- en zieken huizen, door mevr. Ant v. Dijk. 5.7.30 Vooravondconcert door het H.D.O.-orkesl Annie Zwiedinck, piano. 7.Poiitieber 7.45 en 10.Persbor. 8.10 Christel. Omroep. D a v e n t r y, 1600 M 11.201.20 Het radiokwarlet en solis ten (sopraan, bariton, piano). 1.202.20 Gramofoon muziek 4.20 Scènes van „Granford en „Au Es capade in India", causerie. 4.40 Trocadero-theemuziek. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Dansmuziek. 6.55 J.andbouwberichten. 7.20 Tijdsein Big Beu, weerber., nieuws. Lezing: On getting and rehearsing a part. 7.45 Oude Engelsche muziek door 11. Boberston, piano. 8.Lezing: Microscopes. 8.20 Biackpool-programma Do Wylia Tate super Pierrots. L. Burns, sopraan H. Bryan, komiek. H. Vave, tenor. J. Pullin, komiek. 8.50 Jan Hurst's orkest. 9.20 Vroolijke muziek cn zang 9.50 Weerber., nieuws. 10.20 Engelsche volksliederen met piano begeleiding. T. I'Anson, sopraan. 8, Logan, bariton. 10.5012.20 Dansmuziek v h. Suvoy- hotel. R a d i o-P a r i s. 1750 M 12.50 Concert Lucieu Paris, piuno, viool( cello). 5.05 Concert. 8.50 Concert. KSnigswusterhauaen, 1300 M. 8.50 Vocaalconcert. Gemengd koor II. Freudberg, piano. B. Goysel, orgel. 10.5012.20 Dansmuziek. Brussel, 48G M. Antwerpc il 2G5 M. 5.20 Kindermatinee tol 6.20! 8.20 Orkestconcert. 9.20—10.20 Dansmuziek. MSns t er, 410 M. 1.35—2.50 Orkestconcert. Kéler Béla- Siede. 4.5.20. Kiuderuurtje. 5.20 Lezing: H. Eulembcrg, Beliudv. 6.20 Werken van Lortzing door orkest. 7.Lezing: Schulo und Kunst. 7.308.Juristen praatje. 8.20 Schaakles. '8.5010.40 „Der Poëtenmantel", klucht Daarna muziek uit Café Corso. ziju twee varkens, twee rijwielen en eeu naaimachine. Levende havo is niet vor- brand. Huis ell inboedel was voor 3000 verzekerd Een schuurtje hij het huis is gepaard gebleven, ouulat de windrichting, die vrij Sterk was, gelukkig afzijdig wan. Vier boerenwoningen afgebrand. Moandagnamiddag zijn 'lo Vlijmen de woningen van T. Oremans, M Ooslorwafll, A van den Heuvel en F. de laak in do vch gelegd. Alles ging verloren, o ecnlg vee kwam om.. De huisjes waren ..ivdiU laag verzekerd. Voetbaltribunes verbrand. Vannacht ontstond brand op C lerr.iu der voelbalvereeniging II. C II. lo •Scho len. Drie slaantribunes on eenige .stoelen dio moesten dienen voor het fee t d -r ver* eeniging Koninginnedag te Sehoten ver blindden. De brand, die waarschijnlijk aan kwaadwilligheid lo wijten is, werd duurde Schotenscb" brandweer mot zin I go- hluscht. Een Holelr^t tc Zandvysrt. In een hotel aan den Bonlevurd (e Zand- voort meldde zich Mundag als gad oei» vreemdeling. Hij'Verzocht, thee en schrijf papier mol het hoofd van liet hotel be drukt op zijn kamer te brengen. Het was de laatste rnnal, dat men hem zatoen men hem hot gevraagde bracht 's Avonds rcöds bleek bij voor goed verdwenen IT ij had kans gezien in duf korte tijd bestek se he uitingen to storen. Hij bed <mg zich cn aufwo .rdde zoo kalm mogelijk: „U vergoot, lady Sylvia, dat ze mij het leven redde en dat, haar eigenlijk al die eerbe wijzen toekomen, dio men mij geeft. Zon der haar zou ik nu niet hier geweest zijn." Na dit gezegd te hebben trad bii op een ander groepje toe, waar tusschen zijn oom gezeten was en zette zich bij hem neer. Sylvia had den steek gevoeld die Robert baar door die kalme woorden gaF. De tra nen schoten haar in de oogen, maar dio droogden spoedig op, toen ka plein For rester, een man, die een oogje op haar had, naar haar toekwam cn zei: „Lady Sylvia, u zult wel zoo vriendelijk zijn mij ook uit te noodigen, als dio Indiaansche bruid eenmaal hier komt, niet wnar?" En Flora Moore, die nog niet «espro ken had, merkte vol ernst op: „net, zou me niet verwonderen, als er tusschen die twee bot een of ander gaande was. Man nen zijn vreemde schepselen. En ze had zulk mooie oogen en zulk mooi zwjirt haar Het was inderdaad een moo: k nd. Sylvia antwoordde daarop niet, maar vroeg aan don kapitein, of hij zoo goed zou willen wezen met haar naar het vuur werk tc gnan, dat ter ccre van Roberi's behouden thuiskomst zou afgestoken wor den aan de achterzijde van het kasteel. Dienzelfden avond, na afloop van do feestelijkheden, stond Robert voor het open raam zijn pijpje te rooken en kwa men alle gebeurtenissen van dien drukken dag hem voor den geest. Onwillekeurig richtten zijn gedachten zich op Stella en overwoog hij, wat Sylvia dien dflg had gezegd. (Wordt vervolgd!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1926 | | pagina 3