te Tcrisou. Zij wilden mij meevoeren, maar een braaf man had mij bijtijds verwittigd en ik tc paard weg. De rooveis waren daarmee niet gediend. Zij trokken mijn nestje uit, sloegen mijn boeltje kort en klein, roofden mijn kerkgewnad, mijn win- terklceren en de winterklccren der wees meisjes (ik heb hier ruim een honderd weesmeisjes tc onderhouden, waarvstf meer dan vijftig do eerste torgen van moe der nog behoeven en er vcrloopen nooit veertien dagen, of dat aantal van ruim honderd is met een eenheid vergroot). Do yceejes waren, Goddank, bijtijds kunnen gaan vluchten, dc bergen in, waar rij al biddend den nacht doorbrachten in een ravijn. Toen do roovers goed hun zakken gevuld hadden, wilden ze nog vuurtje sto ken met de rest. Doch de bewoners van Terisou smeekten zoo mooi, dat mijn kerk •je nu den' tweeden keer aan de vlammen ontsnapt is. In plaats van te stoken, zijn de roovers in 't. dorp gaan brassen en beu len. Het is te laag om u dat alles te ver tellen. Stel u een honderd roovers voor, die ongestoord hun gang kunnen gaan. Zelfs kleine meisjes werden afgebeuld, srmo weduwen uilgestroopt. Tn Terisou ligt geen zilver meer in do kist, geen win- terklced in de kleerkast en we staan voor 'een harden winter! Toen ik dat alles hoorde vertellen door een ouden man van Terisou, heb ik lang geweend. Dat zijn elagen, die het hart verbrijzelen en een mensch acht dagen op 't ziekbed werpen.. 'Maar komaan, we zullen het dorp ver sterken. De smid smeedt geweren en mor gen gieten we granaten. De mandarijn eischt, dat ik hier wegga. Maar de dui vel moet 'hier weg. en Jezus moet hier hccrschen. Ik blijf. Wij priesters, moeten durven en vertrouwen. Het is misschien nu wel het oogenblik der genade, want twee naburige groote dorpen, waar mijn voorgangers tevergeefs hebben gezwoegd, *ijn mi bij mij geweest, om te onderhan delen en om bescherming te vragen. Ik blijf! Zoolang er in 't vaderland een hart klopt voor de missie, zoolang blijven wij ynat de Heer ons riep en ons wil. Wat gebroken ligt, zullen wij aancenplakken. yat neerligt, zullen wc rechtzetten, wat vuile roovershandon scheurden, zullen Tcine weesjeshanden weer aancennaaien ten voor de ontccrde bidplaats zullen zij boete doen op den bloolcn grond van het ijskil kerkje". VOOR HUIS EN HOF. WAT ELKE MAAND TE DOEN GEEFT. (2de helft Augustus). (Nadruk verboden). Overal is het stoppclland vrijgekomen. BESCHRIJVING DER PLAAT. DE SMOKING. 'f No. 444. Den laalslen lijd hoort men Teel over het smokingcostuum en soms laat men zich er wel ecus ongunstig over uit omdat het naar men beweert, ons weer een eindje verder naar de „Masculinisa- Jion" brengt. We gelooven echter dat „men" wel een beetje overdrijft; in elk ge val is een dergelijk costuum, mils met niet te korte rokken, voor een vrouw heel wat hetnmelijkcr dan een zonder of met zeer korte mouwen en een groote halsuitsnij ding, zooals zoo dikwijls aan andere ja ponnen voorkomt. Ons model heeft een grijs-zwart gcrui- ten rok met ondergezetto middenbaan en zwarte omboording van de beide zijbanen. Het jaquet is van zwarte serge: dubbele "knoopsluiting en spit onder in de mou wen. Men drago bij dat costuum een witte rechte blouse met kraag waaronder een wit-zwart geiuite of gespikkelde das. Hier' ©ver kan als op de teckening desge- wensebt een witte pull-over gedragen wor- 'den. Kousen rose, schoenen zwart, hoed Wit vilt. No. 445. Strenge, elegante zomerjapon van gebloemde voile met witte ondergrond. De rok is rondom geplisscerd en van het Jijfjo gescheiden door een 6 c.M. brcede heupband van achteren reébt doch van Toren met ecu halve cirkelvorm uitsprin gend. Uit hot midden van de borst is een strook weggeknipt en vervangen door een front van effen wille voile, bezet met een rij bijpassende, gekleurde knoopjes. Het kraagje en het gcplisseerde ondereinde der mouwen eveneens van de effen stof. In het midden van het front kan een kleine split gemaakt worden ter vergrooting der hals opening. De strik in oen der kleuren van het gedrukte bloempatroon, zooals ook de bood. Kousen ro6e en schoenen grijs leer of wit linnen. TWEE NACHTHEMDEN. Een verstandige, weldenkende vrouw, zal niet alleen zorgen, dat haar japonnen on andere bovcnkleeding, er onberispelijk on met goeden smaak naar do heerschcnde mode uitziet, maar zal tevens deze uitste kende opvatting tol uiting laten komen in bare dessous en dc nacht kleeding. Zeer veel vrouwen gebruiken tegen woordig den pyama als nachtkleeding. Daar is veel voor te zeggen: de pyama is doorgaans eenvoudig, practisch en sterk: liij staat velen aardig en is niet duur. Toch blijven, schijnt het, do aloude nachthem den «le overhand behouden, hoewel men er steeds meer toe overgaat ze een verfijnder aanzien tc geven door toevoeging van kant, plissce, brofferie en a jour randjes. "Wc kunnen als voorbeeld naar bijgaande mo dellen verwijzen. Ze kunnen gemaakt wor den van fijn linnen, katocD, toile de 6oie of «repe de chine. Wit is zeer aanbevelens- tcr niet, wanneer de akker veel wortelon kruiden beval, die zich daardoor nog ster ker zouden uitbreiden en later een groote plaag zouden worden. Verzuim niet voor het herfst voedergewas het land goed te mesten; de kosten zijn overigens gelijk, van bewerking en oogsten, terwijl de meerdere kosten door den rijkeren oogst ruimschoots vergoed worden. Dc stoppelbewerking is van zeer groot belang. Eerst ploegt men zeer ondiep, waardoor de onkruidzaden en de zaden van het geoogste gewas ondiep worden ondergebracht. Hierop volgt het eggen, waarna men het land een poos laat liggen. Het ploegen wordt na 8 a 14 da gen meermalen, naar de tijd van het zaaien toelaat herhaald: de aangeslagen onkrui den worden hierdoor vernietigd, terwijl voor de onkruidzaden, welke nog niet ont kiemd zijn, een nieuw kiembcd wordt ge maakt. Is het eerste gewas vroeg geoogst, zooals dit kan bij wintergerst karwij en koolzaad, dan kan op deze wijze wel vijf zes keer worden geploegd. Daarbij wordt, bij de volgende bewerkingen, niet enkel de' egge maar ook de cultivator gebruikt. Voor het eerst is dezen zomer in dc rogge een Fusarium-ziekle in ons land waargenomen bij dc tarwe kende men zo al. Do verschijnselen waren als hij de tar we: een deel der pakjes waren slecht ont wikkeld en geheel of bijna geheel bedekt met een rosc-schimmelwoekering. Een grootcr of kleiner deel van de nor was min der ontwikkeld en door dc schimmel rose gekleurd. Landbouwers, die deze verschijn selen bij hun was hebben waargenomen, zullen verstandig handelen door hun graan dat zij in den komenden herfst donken uit te zaaien, te ontsmetten, zooals dit ook bij tarwe, aangetast door dc Fusarium-ziekte, noodig is. Alle daartoe noodige inlichtin- ge worden gratis verstrekt door den Plan- lenziektenkundigen Dienst to Wageningen. Van de „Gloeiende Augustuszon" heb ben we in de le helft niet veel last gehad. Trouwens Augustus is, wat lang niet allen welen,, de naaste maand van het jaar. En van ouds heette het in den volksmond, dat de Augustuszon moest worden gevreesd. Zoo luidt eeu oud boeren gezegde: „De zon in Augustus fopt de meid in den moestuin" omdat alsdan de groenten licht verzengen. De volkswijsheid zegt verder: „De eerste regen in Augustus draagt een zak met vloeien en met muggen mee" en: „Wan neer hel regent in Augustus, regent het honig en melk". Deze profetieën kunnen ons troosten wanneer deze maand ons ver der te veel neerslag r.aar onze zin mocht brengen, evenals nog dit rijm: ,,„Is het dc eerste Augustusweken verhit. Zoo blijft de winter lang en wit". In dc n tuin: Verzorg uw wortelbedden, einde Mei of be gin Augustus bezaaid. Het wieden en uit dunnen bevordert den groei Wordt dit na gelaten, dan zijn zo vóór den winter niet geschikt. Ook bedden spinazie, veldsla, 't Wordt nu bewerkt on bemost voor de hcrfstvocdergewassen. Men zaaie deze ech- enz. moeien vrij van onkruid worden ge houden. Ga uw geheelcn tuin geregeld door en neem de onkruidplanlen weg die in 't zaad willen schieten; dit voorkomt voor later veel schade en arbeid. Die in 't be zit zijn van bakken, kunnen sla onder glas zaaien, om den geheelen winter door krop sla te hebben. Zaai in zuivere, goed voch tige aarde, bedek het zaad slechts weinig, anders verstikt het. Leg een raam op, en bedek het raam tegen de zon. Gieten moet niet noodig zijn dit zou naöeelig werken. Hebben de plantjes straks twee blaadjes dan worden ze op dc bakken gezet. In do vrij gekomen komkommer- en meloe- nenhakken kan men postelein zaaien voor dadelijk gebruik of voor den inmaak: de aarde goed omspitten en vochtig maken; na het zaaien met een platte schop of een plankje vast plakken en goed begieten. Men kan nu nog andijvie op den kouden grond planten; de vroege andijvie kan worden opgebonden; doe dit bij droog weer anders gaat ze rotten. Einde dezer maand zullen de bruine boonen ongeveer rijp zijn; trek de f. lammen uit don grond, pluk alle bladeren er af, bind eenige stammen met de wortels bij elkaar on bang ze aan lallen of heggen; nu en dan omkeerenl Dan bil nen brengen en ophan gen op droge plaats; ook kan men ze wel uitdorsclven. Fruit is er niet veel te oogsten, appels zijn er althans weinig. Schud dc vruchten zoo min mogelijk, maar pluk ze één voor één. Voor fijn fruit voor den handel bestemd is dit noodzakelijk. HET STEKKEN VAN POT- EN KAMERPLANTEN. Voor de meeste pot- en kamerplanten do maand Augustus wel bet meeste ge schikt, vooral voor den liefhebber, die niet 1n het bezit is van een goede stekgelegon- heid, n.l. een kas, en die het dus alles moet doen met behufp van de zonne warmte. In de eerste plaats zullen we den be ginnen met te vertellen, welke planten nu eigenlijk wel en welke niet gestekt kun nen worden, omdat ook hieromtrent onder de liefhebbers nog veel misverstand be staat. Voer diegenen, die nog wat van hun schoolplan Ikunde onthouden hebben, wil len we dan vertellen, dat de eenzaadlob- bige planten over het algemeen en bij de kamerplanten in het bijzonder zeer slecht gestekt kunnen worden en in de meeste ger vallen in liet geheel niet. De cenzaadlobbige planten zijn als regel te herkennen aan dc bladncrvcn, die paralel van elkander loo- pen, zooals bij de Palmen, Clivia's, Aloë's, Agaven, Aspidistra's, Asparagus (sier- asperge) enz. Ook de sporeplanten kunnen meestal niet gestekt worden, hieronder liooren o.a. de varens en de paardenstaarten thuis. De tweezaadlobbige planten, die nerven hebben, die bijna altijd van elkaar afwij ken, die dus niet paralel van elkander loopen, kunnen veel beter gestekt worden. Hieronder hooren de meeste bekende ka mer- en potplanten thuis, o.a. de gera niums (Pelargoniums), Fuchsia's, water- fuchsia's of waterbalsemien, (Impatiens sultani), Azalea's, Hortensia's Cyclamen, Begonia's enz. enz. Deze laatsten kunnen met uitzondering van de Cyclamen en de Azalea's gerust door den liefhebber gestekt worden, ook, al is hij niet in het bezit van een kas of bak, vooropgesteld natuurlijk, dat hij of zij er werkelijk- wat moeite voor over heeft. Wie in het bezit is van een tuintje en eenige stukken glas, kan het beste een bakje maken waarin hij stekt en wie op een bovenhuis woont kan het ook nog in een kistje of bakje met goede zuivere aar de doen, vermengd met zand of (en) turf molm, al naar de verschillende eischen die de planten stellen en die we ljicr in het kort bespreken zullen. Het moeilijkst te stekken is wel de ge ranium (Pelargonium is de eigenlijke naam), omdat de stekken heel spoedig last hebben van vocht en dan aangetast wor den door een ziekte en verrotten; hiermede moet men dus altijd rekening houden en dus zet men de stek op een plaats, die niet veel last heeft van regenwater, en ook giet men ze niet tc spoedig. In'het begin, zoolang de stek nog geen wortels heeft kan het geen kwaad, als de zon zeer fel schijnt, een weinig te scher men. In het donker mogen ze in geen ge val staan. Zoodra er wortels zijn, wat tc zien is aan dc nieuwe blaadjes, die er dan gevormd worden, kunnen ze nooit tc veel zon hebben en ook niet te voel lichtigheid. Regent lint echter te veel, dan moet er een raam over of men zet ze in de kamer op een luchtige, zonnige plaats. Wat het klaar maken van dc stek be treft. dat kunnen we wel voor alle soorten tegelijk bespreken, daar dat niet zooveel uiteen loopt. Over het algemeen néémt men gezonde stekken, afkomstig van planten, die alle eigenschappen bezitten, die we van zulk een plant eischen, en men neemt scheuten, die in hetzelfde jaar gevormd zijn. Deze scheuten snijdt men ter lengte van onge veer 8 a 10 c.M. bij Pelargoniums en een centimeter of 4 tol G bij de planten met minder dikke scheuten zooals b.v. Fuch sia's en Begonia's. De lengte van de stek is dus meer afhankelijk Van dc groei der planten dan wel van do soort. Dc stek snijdt men precies onder een blad of onder een paar bladeren (als de bladeren in paren zitten) met een goed scherp mes recht af, dus niet schuin, en liet cuderste blad of het onderste paar bladeren wordt voorzichtig weggenomen met het mes of met de hand, dus ook de onderste bloem bij Pelargoniums. Ook allo andere bloemen, die aan het stekje moch ten zitten, worden weggenomen en ook de eventueele knoppen en bij de Pelargoniums ook de kleine schutblaadjes, die onder do bladstengels zitten. Zoolang er nog niet genoeg wortels zijn, worden de bloemknoppen ook zorgvuldig weggehouden, omdat het reservevocdsel hoog noodig is voor het vormen van do wortels. i Dc stek van de Pelargoniums moet een weinig opdrogen voor men ze stekt, om tc zorgen, dat ze niet zoo spoedig verrotten zullen, maar de andere soorten moeten zoo snel mogelijk in den grond gezel wor den, daar zou waterverlies weer af te keuren zijn. Fuchsiastek kan men zelfs even in'water leggen om zich vol te zui gen. De grond, waarin men stekt, zij liet dan in een bak in den tuin of in een kistje in de kamer of op het balcon behoeft geen of hoegenaamd geen voedsel te bevatten voor al echter geen mest, en dan vooral niet bij Pelargoniums, daar dit rotting veroor zaakt en dc stek, zoolang er nog geen wor tels zijn toch geen voedsel dpnomen kan. Voor Pelargoniums neme men een zan derige aarde en voor de andere soor(en kan men gebruik maken van turfmolm mov, zand vermengd of goede vochthoiulcndC aarde. Bij het steken van de stek" in deze grónd' moet men er vooral aan denken, dat do s(,ek over het algemeen zeer ondiep en zeer vast in den grond moet komen, wat men het beste bereiken kan, als men de stek lusschen duim en wijsvinger bijna onderaan beetpakt en zoo vast tracht te» steken; vooral hij Pelargoniums is dat van zeer groot belang, omdat op grooter diepte ook meer vocht is. De meeste andere steksoorlen kunnen heel wat meer water verdragen lot heel veel b.v. Fuchsia's en Begonia's, Deze soorten moeten ook goed ge schermd worden tegen te felle zonnestra len en ook moet men de waterdamp die ontstaat goed vasthouden totdat er wortels gevormd zijn; juist anders als bij Pelar goniums dus, die juist veel lucht en licht kunnen verdragen. Over het algemeen kan men liet beste stekken in den vollen grond, om pas als de stek wortels gevormd heeft de gewortel de stek in een zeer klein potje op tc pot ten. Bij het oppotten van de stek moot men er ook aan denken, dat de stek dezelfde soort grond krijgt ongeveer als die wc bij het stekken gebruikt hebben, dus Pelargo niums groud, die weinig rottende stoffen bevat en flink vast en ondiep oppotten en dc andere soorten meer humushoudende waterhoudende grondsoorten en wat min der vast oppotten en ook wat dieper. Di rect na hel oppotten zet men de stek ook weer eenige dagen uit de zon, totdat zo weer aan den groei is, dan geve men zoo- I r....c2 J@j® A PATRONEN NAAR fêAAT fi 1.00 per stuk. Kindermaten tot 12 jaar 11 0.75. Papieren patronen op maat ge maakt, kunnen onder toezending van het bedrag besteld worden aan Paper l'axieru Ibcrvico, Purkstrant 79, Den Haag. De maten op te geven volgens onderstaande teekenin waardig, doch lila en rose met gele kant als garneering, zijn op 't moment mode. Onder elke teekenir.g kan mon do bijbe- hoorende broderie of a jour-mol ie ven ge detailleerd vinden. EEN KIJKJE IN DE NSEÜWE KOEDEN-COLLECTIE. De gelegenheid om do groote hoed te lanceeren is den grooten modehuizen in de afgeloopen weken voldoende geboden, toen mooi en zonnig weer voor den grooten hoed pleitten. De goede eigenschap van den hoed met broeden rand is toch voor namelijk, dat hij het gezicht beschut tegen te fello zonnestralen; daarnaast bezit hij ue goede eigenschap ook een zeer flatteuse dracht te zijn, vooral voor een groote vrouw. Een kleine vrouw neme geen opvallend- groote hoed; dat een groote vrouw een klein hoedje uitstekend staan kan, is ech ter waar. Ook moet een vrouw met een te korte hals geen hoed van groote omvang opzet ten, vooral niet wanneer.de rand van ach- teréh eveneens breed is. De moderne hoed heeft bijna altijd den rand van achteren tegen den bol geslagen of heeft daar een randje dat zeer miniem van breedte is. Op de mode-badplaatsen worden dezen zomer ovcrheerschend groote hoeden ge dragen. Milaansch stroo geniet de voor keur. Vele andere stroosoorten worden echter daarnaast gezien en zeer populair is satijn op ripslint als materiaal voor den hoed. In de komende herfst zal satijn veelal gecombineerd worden met fluweel in de zelfde tint. Groen zal in het a.s. seizoen de aangewezen kleur voor den gokleeden hoed zijn. Jn de nieuwe collectie der hoedensa- lons wordt de nadruk gelegd op groen sa- lijn als hoed-materiaal en groen fluweel van lichtere lint, als garneering. Zoo zag ik een zeer chiquen hoed van groen flu weel met bol-garnecring van appliqué's in lichter groen fluweel. Ook moiré is „en vogue" en wordt eveneens met fluweel gecombineerd. Zwart en korenhlauw ko men in sommige collecties zeer veel voor, waaruit valt op te maken, dat ook deze kleuren op het modeprogrnm staan. Voor de kleine modellen bezigt men nog levendiger kleuren, ook worden de zachte pastel-tinten nog in cero gehouden. De laatsten zijn in het geheel niet uit de nieuwe kleurencollecties verbannen. In plaats van vilt heeft men thans fluweel als materiaal gekozen, waarbij de zachte tin ten een diepere glans verkrijgen dan met rilt te bereiken was. De hoogo ingedeukte hol van vilt op flu weel zal gehandhaafd blijven; verder zul len wij bollen te bewonderen krijgen, die een soort van baret-model hebben. De baret komt weer meer en meer in zwang, ook de tulband-modellen van me- taalkeurige zijde. ANGèLE. DE ZELFSTANDIGE VROUW EN DE VROUW DIE ZICH GEHEEL WEGCIJFERT. De zelfstandige vrouw speelt in do he- dcndaagsche wereld een groote rol. Een zelfstandige vrouw is niet altijd een zelf zuchtige vrouw maar toch zijn de gevallen veellallig waarin deze beide eigenschappen hanrl aan hand gaan. Zelfzucht is geen deugd, dat is waar, maai' in onze dagen mogen zij ook niet altijd een ondeugd ge noemd worden. De vrouw van heden is wel verplicht op te treden, haar slem te doen' gelden. Het leven eischt van een ieder een zekere dosis durf om te duwen want zoo ons die moed ontbreekt, worden wij zelf geduwd. Een geheel onzelfzuchtig mensch, een, die nooit iets voor zichzelf vraagt, altijd maar bereid is zich* op te offeren voor au- deren, zelfs als er geen sprake behoeft te zijn van een offer; een, die zich „uit slooft" in hulpvaardigheid en naasten liefde, zulk een mensch wordt spoedig ver velend en saai gevonden. Zulk een onna tuurlijke onzelfzuchtigheid, eischt veel van ons geduld en moeilijk is het met zulk oen persoon om te gaan. Vooral iemand die een zelfstandig persoon is, voelt den om gang met zulk een steeds op den achter grond blijvende figuur als een last. De echter onbaatzuchtigheid moeten wij bewonderen, als ze handelt uit werkelijke deugd maar wij willen niet dat ons alleen gegeven wordt, wij willen dat men ook iets van ons eischt. Een zelfzuchtige vrouw is meestal on derhoudend: ze eischt, doch ze geeft ook; ze toont ons de onbuigzaamheid van Saai- wil, v/aar het haar hoogste belangen geldt, doch ze geeft ons ook haar medewerking, waar wij op ons stuk slaan. Ze begrijpt méér dan de vrouw die zich in al te groofo zelfvergetenhcid voor haar omgeving af slooft, zonder zelfs de minste dank daar voor te ontvangen. "Want een voortdu rend zich-wegcijfcrende vrouw is geen geluk voor het gezin, daar ieder lid daar van onwillekeurig alles op moeder zal laten aankomen en op die manier nooit een zelfstandige persoon zal worden. Het wordt een heel gewone zaak dat moeder al les in orde brengt, overal voor zorgt en al tijd bezig is: Het wordt een heel gewone zaak dat moeder niet bij de ..gezellige avondjes" buitenshuis tegenwoordig is, daar deze kousen moet stoppen of knoo- pen aannaaien. En het ergste is nog, dat de dochters des huizes, om zich tegenover verwonderde- of verwijtende oogen van bezoekers te rechtvaardigen, nog durven beweren, dat moeder dat liever allemaal zelf doet. Het is werkelijk een gewichtig punt van overweging voor de moeder of zij er wol goed aan doet, door haar groote-zelfver- getenheid haar kinderen het werk uit de handen te nemen. Een echte moeder maakt het kind klaar voor het werkelijke leven, en vergeet zich-^elf niet, doch leert haar kinderen aan het gemak en de wenschen van moeder te denken. Eu, zeker is het dat deze moeder zal worden gewaardeerd door haar kinderen meer dan zij, die zien steeds wegcijfert. WJC.A. -

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1926 | | pagina 10