BIS MODEBLAD. r ,,\Vee8 toch' zoo ongeblazen niet. Maak je niet grootcr dan je bent. Jc haalt maar vier cn eventig cn een halvcn duim. Hier staat hel." „Zoo? Nu, als het daar slaat.... Het is mij om het even." „Spoedig zal het je niet meer om het ©ven zijn." Mijnheer de burgcmeesler van Hammels wald trad nu, met het dagblad in do hand, tot vink bij den als een kaars zoo recht staanden Lecuwrik, en zette de inspectie voort. „Harennaar het grijze hellende. Zeer juist. Voorhoofd hoog cn vrij. Strijk die krul daar van voren eens weg." „Dat zal niet gemakkelijk gaan, meneer de burgemeester! Ze in mij te veel naar beneden gegroeid." „Doe, wat ik je gebied, en si ijk weg, ezel „Als meneer de burgcmeesler het be veelt Nadat Leeuwrilc, niet zonder tegenkan ting van de zijde zijner in het wild ge groeide haren, het voorhoofd eenigzins vrij gemaakt had, herhaalde do burgemeester: „Het voorhoofd vrij. In orde. Tanden beschadigd", vervolgde hij, al lezende, „doe je mond eens open." Lecuwrik gehoorzaamde, cn vertoonde tweo rijen goed geconserveerde landen. „Ha, zoo! Je hebt zeker jc gebit onlangs laten opknappen door dien land-kunste naar, dio hier doorgereisd is? Dc vent wou me ook wat aansmeren, maar dat lukte niet." .Mij cok. Maar ik paste wel op, dat hij er niet aankwam." „Hoe groot is hot aanlnl van uw tan den?" „Van boven zestien, en van onder zes tien stuks; samen twee cn dertig." „En volkomen gezond? Alle?" „Op een na, de achterste benedenkies van onder is een wcinigjo los." 0 „Derhalve toch beschadigd. liet is juist, volkomen juist.. Verder: Gogen grijs blauwachtig. Neus lang cn spits." „Neen; de mijne is wel lang, maar gc- gcbocheld." „Ongetwijfeld een drukfout. Gelaats kleur bleek. Zeer juist. Bijzondere kentec- kencn: gecnc. Niet waar, je hebt geen bij zondere kenteekenen?" „Zoo ver ik weet, neen." „Derhalve ook gecnc kenteekenen. Juist zoo, geen twijfel meer. En om niet als Leeuwrilc bij het rooven gesnapt te wor den, heb je den naam P-cpmcijer aangeni men." De burgemeester van Hammelswald, die de laatste woorden half in zich zelf ge sproken had, kreeg nu eensklaps een ge zicht als van een kalkoenschen haan, dien men een rooden doek voorhoudt. „De gestrenge heer burgemeester meen de zooeven, dat 'k een ezel was." „Ja, dat ben je nog daarenboven; maar in hoofdzaak „In hoofdzaak?...- Dat weet ik niet." „Jc bent eenroovcrkapilein?" „Een roovcrkapilein?" „Niets anders." „Maar dan zou ik toch ook geroofd moe ten hebben?" '„Dat heb je immers ook, slang! Jc bent in Tippelskcrkcn uit dé gevangenis gebro ken „Ei? Maar ik ben immers gedurende ze ven jaren niet builen Hammelswald ge weest?" „Zcelc maar geen uitvluchten. Hier is het bewijs. Hier staat het zwart op wit. Het signalement is als voor je lijf geschilderd." Leeuw? ik bleef, ondanks dc zeer beleedi- gendc insinuatie van den burgemeester, zeer gelaten. De beschuldiging kwam den ecnvoudigen eerlijken man zoo reusachtig voor, dat hij niet in staat was, die te be grijpen of weerleggen. Ondertusschen liep Tobias op en neer om wat uit te blazen, en verkoelde zich het gelaat door met zijn groolen zakdoek te wuiven. Hij overlegde met zich zelvcn, wat cr voor het oogenblik met den mis dadiger moest worden aangevangen. Ein delijk had hij zijn besluit genomen. „Je bent gearresteerd, Leeuwrik!" „Maar, gestrenge heer burgemeester! wie zal mij dan arresteeren, daar ik dc eenige dienaar ben,, en cr geen andere voorhan den is?" „Alzoo arresteer jij je maar zelf en kan jij je voorts aan het landsgcrecht te Tip- pclskcvken uitleveren." „En als ik nu onderweg eens ontvlucht?" „Dan moet jij ie zelf weer achterhalen. Je stoat me met jc hoofd voor jouw per soon in. Jc bent een beëedigd gerechtsdie naar; dat weet je immerB?" „En wat moet ik het landsgcrecht te Tip pelskcrkcn zeggen?" „Je zult zeggen, dat het. mijn waakzaam heid gelukt is, den gezochten ronvor op te sporen, welke hierbij volgt. Dan laat je jouw figuur protocollceren, en zovgt vervol gens, dat dc vijftig gulden bclooning zoo spoedig mogelijk hierheen gezonden wor den. Hot. overige zal zich wel vinden." Toen Lecuwrik daarop in zijn onschuld nog eenige vragen deed, welker beantwoor ding het denkvermogen van Tobias Klotz vele moeilijkheden veroorzaakte, werd het edelachtbare opperhoofd van Hammelswald ongeduldig. ..EzelDoor mijn wijsheid ontmaskerde misdadiger! zoo jij je niet binnen een uur op weg naar Tippelskerkcn bevindt, zal je ondervinden, wat het zeggen wil. met een \ertoorndcn burgemeester van Hammels wald tc doen te hebben." „Nog slechts één vraag, gestrenge heer burgemeester!" „Welaan! Maar als jij jc hoofd lief- hebt, dan geen tweede." ..Hoc zullen uw geliefde onderdanen een nieuwen gerechtsdienaar krijgen?" „Daarin zal mijn wijsheid voorzien." De voor dc onderdanen van Hammers- wald bezorgde Leeuwrilc werd hierdoor volkomen gerust gesteld, en begef zicli op weg naar Tippelskerkcn. Dc dag was heet, de weg lang. Toen Leeuwrik aan ccn bosch kwam. dacht Lij „Tippelskerkcn zal niet weg loopen. Hier wil ik wat uitrusten." Hij zette zich op zacht mos, onder dc schaduw van 'n ouden beuk neer. Een gerust geweten is een zacht oorkussen. Nooit ondervond Leeuwrik dc waarheid van deze spreuk be ier, dan juist op dit oogenblik, toen hij zich uitstrekte, om eens op zijn gemak na te denken. „Wat zoudt- ge gedaan hebben?" vroeg hij zich zelf: „geroofd? Kletspraat!.... Maar hieruit kan men toch zien, dat ook zelfs mijnheer de burgemeester van Ham melswald tussehenbeiden wcleeus een bok schiet. Ik kan moeilijk gelooven, dat de Tippelskcrkcrs hem de vijftig gulden zul len uitbetalen." Terwijl Leeuwrik aldus filosofeerde, werd plotseling achter hem een eenigzius ver dacht physionomie zichtbaar, die uit het kreupelhout rondzag, en het terrein scheen te vcilcennen. Toen de man. aan wien die physionomie behoorde cn dien wij, om dat hij uit het bosch kwam, Nimrod zullen noemen den vreedzamen wandelaar ge waar werd, trad hij naar voren, en nam zonder eenige plichtplegingen Daast Leeuwrilc plaat aHet cene woord lokte het andere. Spocd'g werd men met elkaar ver trouwd. Lecuwrik, goedhartig en zonder erg als liij was, hield zijn zending niet lang voor zijn nieuwen bekende verborgen, maar deelde integendeel het doel daarvan spoe dig mee, hetgeen Nimrod zeker zeer grap pig voorkwam: want hij barstte herhaalde lijk in luid gelach uit. Te gelijk vond hij gelegenheid, eenige andere bijzonderheden omtrent de huiselijken omstandigheden van den verstandigen heer burgemeester van Hammelswald in te winnen. Met waar genoegen scheen hij te vernemen, dat To bias Klotz niet onbemiddeld, doch daarbij ook zeer gierig was, en het bespaarde geld nooit uitzette, uit vrees voor het springen der banken, maar het op zijn slaapkamer in een ouden ijzeren pot bewaarde. Leeuwrilc moest nog veel verhalen. Nim rod kon bijna niet voldaan worden. Einde lijk dacht Leeuwrik echter aan opslaan. Nimrod was bijzonder aangedaan. Hij drukte den gerechtsdienaar herhaalde ma len de hand en bezwoer hem, dat zij za- men vrienden moesten worden. Leeuwrik achtte zich door deze vriendschappelijke gezindheid ten hoogste gevleid. „Maar, alvorens wij scheiden," zei Nim rod, „moeten wij onze ringen wisselen, op dat wij een aandenken aan elkander mo gen hebben." „Ik draag geen ring," bekende Leeuwrik, „toen ik met mijn vrouw trouwde, gaven wij elkander een stuk zilvergeld in de plaats van ringen." „Dat is jammer!" hernam Nimrod, „in- tiieschcn heb ik daar toch een heerlijken Inval." Daarbij viel zijn blik op Lecuwrik's versleten pet. „Wij zullen oöze pelten wisselen!" Lecuwrik verstomde over zulk een bc- langclooze vriendschap. Hij waagde het nauwelijks zijn blik naar Nimrod's mooie pet a. la Némours op tc slaan. Maar dat gaat immers niet,'' zei hij oot moedig. Na herhaalde tegenkantingen van Leeuv.rïk's zijde, die zijn eergevoel geens zins tot oneer strekten, had dc pettenruil plaats. Opnieuw word daarbij eeuwige vriendschap gezworen. Nimrod verdween daarop in do struiken, en Leeuwrik wan delde, met de pet a, la Némours op liet hoofd, naar Tippelskerkcn Na ruim zes uren nagedacht te hebben, was de burgemeester van Hammelswald tot dc overtuiging gekomen, dat hij dwaas gehandeld had. Hij had Leeuwrik niet zoo hals over kop aan den rechter moeten over leveren. Ten minste had hij den gerechts dienaar zoo lang moeten houden, tot diens plaats weer vervuld was. Want Leeuwrik was tc gelijkcr tijd bediende van den bur gemeester, en dientengevolge zijn rechter hand. .,L"at- de dienstijver mij cok zoo moest verblinden!" zei hij bij zich zelf, terwijl bij naar een sleutel zocht, cn dien maar niet kon vinden. Het begon reeds te schemeren, en zulks verwekte nieuwe bezorgdheid in Let ge moed van den achtbaren man. Zonder ern oppasser in zijn huis te hebben, durfde bij het niet eens wagen, naar het gewone avondgezelschap in dc herberg te «aan. Dat viel hem zeer hard. Terwijl hij nog met zich zelf in twee strijd was, of hij uitgaan, dan wel thuis zou blijven, werd er aan de deur geklopt. Mijnheer Tobias Klotz was wel niet bang; maar een kleine rilling kon hij toch niet onderdrukken r dat kloppen klonk hem zoo verdacht in de ooren. Er werd nog eens geklopt, de deur ging open, en mijnheer Nimrod dezelfde, dien wij ontmoet hebben, trad binnen. „U moet vooral de complimentei) v: mijnheer den landrechter uit Tippclsker- ken hebben," begon de binnengekomene zonder veel plichtplegingen „en hij laat u wel vriendelijk bedanken: de zaak is in orde." Tobias Klotz ademde aanstonds veel rui mer, toen hij dezen offieieelen groet ver nam. en deed een schrede naderbij. „Met wien heb ik hel genoegen „Ik ben eerste gerechtsdienaar van Tip- pelskerken. Teneinde hiervan een gelegiti meerd bewijs te geven, diene deze pet van Leeuwrik, welken ik den boosdoener zelf heb afgenomen, toen ik hem in het hok op sloot." De burgemeester van Hammelswald, die de pet herkende kreeg nu al zijn tegen woordigheid van geest terug. „Dus heeft mijn scherpe blik zich toch 1 niet bedrogen?" „Neen, dc blik van mijnheer den bnrce meester heeft niet gedwaald. Het gelieiu landsgcrecht bewonderde uw scherpzinni- he id." „En de vijftig gulden?" „Zullen morgen per aangeteokenden brief gezonden worden. Tot zoolang zal jfc mijnheer den burgemeester daarvoor nu-t mijn eigen persoon borg blijven. Boven- dien heb ik bevel, 0111 zoo lang ia plaats van Leeuwrik te treden, todat dc/c opnieuw vervuld is." „Ik moet u bekennen," zei dc bnr-p. meester, „dat mij daar een zware siecu van het hart valt." „Alle verplichtingen en bezigheden den gevangene moet ik op mij nemen." „Hoezeer ben ik mijnheer den landj. rechter daarvoor dankbaar. Welaan ik kan mijn hoofd dus gerust en zonder zorg op liet kussen leggen?" „Dat kunt u, mijnheer de burgemerv ter." „En na de vermoeienis en de hitte van dezen dag mijn pijpje in de herberg gaan rocken, terwijl gij intusschen het lui» zult bewaken?" „Dat spreekt vanzelf." Na eenige minuten zag men den huree. meesier van Hammelswald met haastig* schreden naar de herberg stappen. Sedert lang had het vernuft van Tobia» Klotz niet met zoo helderen glans sr. schitterd, als op dien avond. Zijn sobers, ziend oog bii het attrapceren -.ju Leeuwrik was het onderwerp der r.lge- nieene bewondering. Met eerbied stallen de HammelswalJcrs hun opperhoofd aan. Dit eerbied steg tot geestdrift, toen Tobin den ingezetenen burgers een halve ton bier beloofde, zoodra de premie van vijf. tig gulden door hem zou zijn ontvangen. Men dronk op het welzijn van den schen ker, schreeuwde „bravo!" cn „vivat!"il:.t het een lust was om aan te hooren, en bracht den burgemeester, onder het zin. gen van vadcrlandsehc liederen, naar huis. -De waakzame Nimrod was nop: op; lij ontving den met een zwaar liccfd terv.r- keerenden Tobias met een voorkomend, beid, waarbij de onhandigheid van Leeuwrik in het niet zonk. Dewijl den burgemeester, door dc lioera's der „goede burgerij", dc becnen wat zwak, en kt hoofd daarentegen wat zwaar geworden wart, geleidde hem de gei eclitsdicnaar ad in terim dc trap op, en bracht hem r.arr bed. Spoedig daarop snorkte Tobias Kl./x als een os. Na een gezonden slaap van om.'icb tien uurtjes, ontwaakte Tobias, on 't cc: sle, waaraan hij dacht, was, dat liet bed.a de gelukkige dag was, waarop cr vijftig gulden bij hem zouden aanlanden. Hij schelde, in do hoop, dat Leeuwrik's vont- treffelijke opvolger verschijnen zou. In tusschen verscheen er niemand. Hij schel de nog eenmaal, tweemaal, driemaal. Ein delijk verhief hij zijn stem, en daar liij BESCHRIJVING DER PLAAT. No. 420. Zeer fraaie, practische japon ▼an licht zandkleurig kaska daarbij sportief van aanzien. Het rugpand is één lang recht stuk. Het voorpand beslaat uit twee lange zijbanen, con front en een mid- denbaan voor den rok. Midden op hel froDt plaatst men een strook voor de slui ting (knoopjes in de kleur). De verschil lende banen van den rok vormen onder ling 4 stolpplooien. In de taille plaatst men twee splitten voor zakjes. De mouwen hebben een dergelijke sluiting als hel front n.l. met een strook met knoopjes, ge plaatst midden op een ingezet paneel; een omslagje vormt het ondereinde. Kousen licht beige, schoenen eveneens. No. 421. Gekleed japon welke eveneens als avondtoilet te gebruiken is. Als stof is een teergroene zijden crêpe georgette aan te wenden: dit maakt allereerst een een voudige rechte onderjurk in dezelfde kleur, doch van satin grenadine, noodza kelijk. Het lijfje zit rondom strak en heeft een booge taillelijn. De rok heeft een groole ruimte, welke van boven regelma tig bij elkaar gefronsd is; van onder is do zoom in puntvormen geknipt. Bijzonder fraai zijn de piouwen nauw om den bo venarm en beneden met een vrij plotse linge verwijding die van onder in een golf lijn eindigt. Do geborduurde bloemmotie ven op rok en schouders zijn uitgevoerd in glanzende zijde van bijpassend groen. Kousen rose en schoenen licht grijs (voor 's avonds bijpassend groen satijn). Bovenaan de tcekening zien we een drietal voorbeelden voor eenvoudige bor duursels voor kinderjurken. Kleine rechto- dicble rijg- en enkele kruissteken vormen do moeilijkheid, die iedere moeder over winnen kan. Do voorbeelden slaan elk boven het jurkje, waarop ze aan te wen den zijn. Het zal goed zijn deze eenvou- digo steken ook op eenvoudige stof toe te passen en als zoodanig zijn te noemen cretonne, shantung, linnen, frotté e.d. Do kleuren moeten frisch zijn: rose, jade- groen, lichtblauw, citroengeel: men ver- mijdo de modieuze halftinten bleu en bois de rose. De borduursteken kan men, om dat ze zoo simpel zijn, gerust in sterk «prekendo kleuren maken, waarbij wol of katoen als materiaal aan to wenden. De jurkjes 1 en 3 hebben elk een apart broekje van dezelfde stof, waarop even eens borduursel wordt aangebracht. LAATSTE MODE-BERICHTEN. Midden-zomer hebben do couturiers wat rust om tegen uen nazomer weer te wer ken aan de nieuwe modellen, producten van het vernuft en den geest der mode ontwerpers, bestemd voor den herfst. De Jaafsle mode-berichten hespreken de cape-ensembles, de japon met lange, wijde mouwen in ettelijke variaties Het cape-ensemble doet veel opgeld, vcor- al aan de badplaatsen. De japon onder het cirkcl-vormige cape-je gedragen, heeft zoo wel korte als lange mouwen. De mouw is nog altijd do aandacht waard. Allerlei modellen worden gezien, die soms hevige contrasten van elkander zijn cn niettemin allen „en vogue"' genoemd vrorden. De clochc-hoed, de baret en do breed-ge- rande, zon-afwerendc hoed zijji overwe gend in de mid-zomermaanden. Zoowel stroo als vilt wordt gedragen en ook zijde schijnt niet slechts als voorjaars dracht bedoeld. De handschoen heeft een fraai bewerkte kap. Vele fijnere leersoorten worden ertoe aangewend; voor de warmere dagen echter veel zijde. De broderie op de kappen is meestal van tegengestelde kleur, of, van de kleur der handschoenen in een donkerder tint. net nieuwste op het gebied van sier spelden voor den hoed zijn die van steen tjes, welke do initialen van de draagster vormen. Zij worden in een ronden of vier kanten rand van rijnstcenen gezet. In jade en in koraal worden ze het meest gezien. Do nieuwste silhouette is als volgt: de taille is meer blousenJ en naar onderen toe wordt de rok nauwer. Sommige mantels zijn geheel in den toon van de nieuwe silhouette; zoo zag ik een mantel van zwarte erfye, gegarneerd met een broeden shawl-kraag van hermelijn cn manchetten hiervan. De manchetten omsloten nauw de pol sen, terwijl de armsgaten I09 en wijd wa ren en de schouders afhingen. Dc rug had een V-vormige lijn, te weeg gebracht door een ingezet stuk, van dezen vorm. Bloemen worden zeer veel gedragen. De natuurlijke bloem wint liet altijd van do imitalie;bloem. Toch worden de laatsten dikwijls geprefereerd, daar de natuur- hloem spoedig verwelkt en óok soms Hek ken op dc kleeding veroorzaakt. FRIK. NAAR BUITEN. Zou hel nu nooit zomer worden, hebben wij ons ongerust afgevraagd, als we door onzo venstors het sombere spel van regen en wind gadesloegen. Ja, wel kort zijn onze zomers en het is heusch niet zoo ver van do waarheid, de bewering, dat Holland ne gen maanden winter cn drio maanden slecht weer hoeft! Maar kom, zoo pessimis tisch mogen we nic-t zijn en we zijn ook heelemaal niet geneigd, die sombere bewe ring voor waar te houden. Wij verwachten stellig nog zomer te krijgen, volop zomer, met lange, warme dagen en koele avonden. Terwijl ik dit schrijf schijnt er een vroo- lijk zonnestraaltje op mijn papier: alsof het me een stile belofte wil doen: dat we op dc zon nu voortaan rekenen kunnen. Nu, ik hoop hel van harte cn zooveel weer kundige ben ik wel, dat ik durf aannemen, dat het weer ten goede is veranderd en de temperatuur mi.der is geworden. Dus nu van den zomer genoten, zooveel we maar kunnen. "Wij zijn niet allen in de gelegenheid naar badplaatsen, bosch of heide te gaan om onze vacantïe door te brengen. Velen onzer (de huismoeders vooral) zijn zelfs niet in de gelegenheid vacanlie te nemen. Het begrip: vaeantic if. tegenwoordig echter genoegzaam tot een ieder doorgedrongen en wij zijn er allen zoo'n beetje door aangetast Een elk wil zijn paar dagen van rust hpbben om zijn verbruikte energie weer op te wekken en zijn lichaam in heerlijk nietsdoen eens uit te laten rusten. Toch zijn er nog o, zoove- len die zich hot genot van een paar dagen rust niet kunnen veroorloven. Er kunnen Londcrde redenen voor zijn, die het wer kelijk een bezwaar maken. Maar een dag naar buiten gaan, ver van de rumoerig heid der stad, één dag onverdeeld genieten van de weldoende schoonheid der natuur, kan toch eenieder. De meeste ouders gaan in de vacanlie der hinderen met hen uit. Het heerlijkst genieten ze altijd in de onbelemmerde vrij heid aan zee in de bosschen of duinen. Ze moeten hun kleeding dan kunnen verge ten: dezo moet hun door hun fijnheid niet bij liet spel in den weg slaan. Maar, zoolang dc vacanlie er nog i.h l is, ga dan des Zuud;gs al vroeg mot '"'Ml deren naar buiten. Neem uw oniki.;'. u' lunch en zoo liet kan, ook uw midd.ijinuJ' mee. (dat ge slechts op een spiritus-Jichv te warmen licht) en ge zult zien, waj W heerlijke dagen zijn cn dat in uw herinne ring lang zullen blijven. "Wie een foto-toestel rijk is, kan dagen van-ccht-gonoegen nog langer zijn geheugen houden, door ze op /oio's* vereeuwigen. Vóór dat men eindelijk op een mooi«n* merdag huilen is, de geluiden der aa,B* tot ons doordringen laat en de geuren n* bloemen en gras in-ademt, wéét men w hoe heerlijk het is een dag zonder hukf"* (lelijke beslommering en zorgjes te zijn!** als wij hel eenmaal weten, LegrUP we niet waarom wij het niet eerder daan hebben. En weel ge. dat ook het-buiten-elen i echt aantrekkelijk is? En vooral Let fi>' dagmaal buiten gebruiken heeft z°0T bekoorlijks, waar vooral kinderen z# pïeizier in hebben. Er zijn in den 'i2D van die gezellige pic-nicblikjes, een volledig middagmaal zit voor éeRP soon. j Ik moet eerlijk hekenneiT dat daarin voor mij een kinderlijk pleizier is. t houd dier blikjes te warmen en buit» verorberen. Buiten worden wij kir.J hinderen! LiJM PATRONEN NAAR MAAT fl 1.00 per stuk. Kir.iierir.aten tot 12 jaar fl 0.75. Papieren patronen op maat maakt, kunnen onder toezend van liet bedrag besteld worden ais Paper Pattern Service, Parkstraat 79. Den Haag. De maten op te geven volgca onderstaande teekening.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1926 | | pagina 10