Derde Blad. Zaterdag 12 Juni 1926 DE christen, een andere CHRISTUS. rind on als mcnsch is Christus mijn M. dat ik in mijn leven moet na- vij.,..n. Navolgen moet ik Hom in Zijue werk. a. in Zijne handelingen, in Zijn (Jeugdoefening. lil de heiligmakende genade, waarvan Christus geheel vervuld was, vloeien Ul()ri de deugden, die Christus in hoogste ïi.lmaaklheid bezat. Natuurlijk was in Hem niet de deugd Tau -cloof, want Hij aanschouwt de Oudheid. Als ik eenmaal God van aan schijn tot aanschijn zal zien, zal ook mijn geloof veranderen in weten. Zoo had Christus ook niet de deugd van hoop, want zooals wij hopen en ver- lüicoii naar de Gods-aanschouwing, zoo l,ad Christus die hoop niet, want Hij be- z;, (..ui. Slechts verlangde Hij naar do u-rii'erlijking Zijner menschheid, onder «,!ke de glorie der Godheid schuil ging; li.rliU ééns vertoonde Hij dien afglans oji ck-n berg Thabor. Daarentegen bezat Christus, en wel in .1,. hoogste perfectie, de liefde: Zijn hart i- nl- een oven, brandend van liefcle; Zijn «choele leven is .slechts liefde/ en wel: liefde tol den Vader. Christus toch is één met den Vader; uil li 'fde tot den Vader is Hij mensch «eworden, om des Vaders wil te volbren- r In den Vader bemint Christus ons, ïv ait wij zijn kinderen vau den Vader, en I zonden zijn verloren gegaan voor den Yadci. ware niet de Zoon op aatde ge komen tot verzoening. Zo kan ik zeggen: omdat Hij ra ij lief-. I I, heeft Hij zich voor mij gegeven, i Nu kan ik opnoomen alle deugden, ik z;;i ze vinden in Christus; en do eene niet meer of minder dan de andere, maar alle deugden in ,den volmaaksten vorm. Hetzij de zachtmoedigheid of de nederig- lifid: do gehoorzaamheid of liet geduld, ik vind ze in den Godmcnsch. lJvcrig was Hij voor des Vaders eer, en barni- liarii.' evengoed als goedhartig. En in I Eübed verkeerde Hij altijd. I Zoo kwam het, dat de Vader in Chris tus volste behagen had, omdat alles, wal Christus deed, was een oefening van Mh'H'-'u. De Vader toch, dio als God oucin- IWiyis*' h'ceft ook oneindige eischen, maar Christus voldeed aan eiken eïscli, hetzij Hij werkte in Nazareth bij St.-Josephof leeraarde voor het volk cf Zijn maaltijd gibruikte of bad. AVio dus aan Christus volkomen gelijk i>. zal ook behagen aan don Vader, ja zul aan den Vader gelijk zijn in heiligheid. Christus deed alles zóó, dat Hij den Viuhr behaagde, omdat in Christus alles uitging, wat Hij deed, van de godde lijke persoon. To. zekere hoogte deelen wij in dat ïüddvlijko; ook wij zijn deelachtig aan hel '.od del ijk zoonschap door de heiligma- kcud.j genade. Christus was met de god- lifid zelfstandig vereonigd; dat zul- h'ii wij nooit' zijn, maar meer toeval- lip. Doch hoe meer de eigen wil van om. eigen persoon op den achtergrond kun', en hoe meer in ons vverkt de Avil M.- door de genade, des te meer zullen rij an Christus gelijk zijn cn aan God Wl'^elijk. V,'.: moeten dus onze persoonlijkheid* 'afleggen, in zoover zij een beletsel is tot <ie vvlmaakle verceniging mot God. bi. persoonlijkheid is oen beletsel daar- '■ie gis onze eigen wil, onze eigen liefde un> 'loei afwijken van de verlangens van ('•■n Vader. W moeten geen baas blijven over ons- 7"lf, onze gesteldheid moet zóó zijn, dat M Hechts degene is, die al ons hande len regelt, naar "Wien al onze gcdacl ten, 1,11 neigingen, en gevoelens, onze woorden en daden gericht zijn. Eerst dan dus, wanneer mijne ziel zich heeft losgemaakt |;|n "11e zuiver mensclielijkc motieven en "•ma- lt alleen in afhankelijkheid van i"eerst dan kan ik zeggen: ,.l)ominus ('g' me, de Heer bestuurt mij''. (Ps. 22). b; n pas kan ik niet Paulus zeggen: vAiv j ego, jam non ego, vivit vero in me hiri.-fus: Ik leef, neen niet ik. maar 'bi 'iis leeft in mij". (Gal. 2 20,). V; ir is dat dan geen grenzelooze pre-' of pretenlieuse verwaandheid, zóó ?,r' Christus gelijk te Avillen zijn? 9 zoen; het is zelfs het verlangen Aan 'u.i: daartoe heeft God van alle ecuwig- 5"s voorbestemd om gelijkvormig te z,.j|1 -an Zijnen Zoon. (Rom. 8 29). ook pas zal de volkomen liefde i vaders ons geschonken zijn, als Avij tOwordcn als andere Christussen. I 1,1 studie van Christus moet dus ons ,'1"zgen zijn; en moet ons alles waard j' r lfoe beter we Christus kennen, hoe I v!r(: tWf-' Hem kunnen navolger. jh-dden we dan maar geleefd in den 'H van Christus, dan hadden avo naar loo kunnen gaau, om Hem van nabij ,e zien. ig zij. die niet gezien en toch ge- f,'" 'lpbben. Jaarlijks in den liturgi- stelt de Kerk ons het leven Christus voor oogen. ai chi.en durven Ave zelfs zeggen, dat tu-Z°° dikwij,s betzelfde omtrent Chris- in ('0or c'° Kerk werd voorgehouden; (i;!'1" "ebben Ave ons, aan de hand van p8evens. reeds een scherp en hel- ti.'t v °bl van Christus voor oogen ge- Zclfs dat niet? Maar hoe wilt gij dan C h r i s t e n genoemd Avorden: hoe zult ge dan Christus in u vormen (Gal 4 19); hoe zult go dan de gelijkenis van Christus in u dragen (1 Cor. -5 49). Christus be- studeeren, om Christus na te volgen, cn zoo tot de heiligheid komen, is de meest verheven taak van ons, Godskindereu, die andere Christussen moeten zijn, om eens bij den Vader te komen in zijn ecuwig Rijk. Gr. ÜIÜMH mizzmmsmm wwmmEmm TIJDSCHRIFTEN. IV Van een groep der bevolking, die ma terieel in de verdrukking zit, op alle mogelijke Avijzen in haar natuurlijke rech ten verkort wordt, stelselmatg do vrijheid wordt onthouden Avclkc ieder staatsbur ger toekoipt, zijn godsdienst niet vrij cn naar eigen inzicht en gevoel mag belijden, kan men moeilijk verwachten, dat fc'j zich op den broeden vlucht des geesles ver heft. Zij lijdt in alle opzichten een armetierig beslaan en moet veel innerlijke kracht be zitten, Avil ze niet geheel ten onder gaan. Zoo ging*het met bet Katholieke volks deel in Nederland na de geAveldige beroe ringen. der 16e eeuw. De Katholieke gods dienst was ten decle uitgeroeid in ons land en men herinnere zich de rede van Alphons Laudy op den ïïaagschcn Katholiekendag van hot vorige jaar niet alleen door de schuld der Hervor mers. De Historie getuigt tegen hen, ook te gen de Katholieken. Was dit laatste niet het geval, er zouden zeer zeker niet meer dan twee ccuAveiv van onderdrukking cn achteruitgang zijn gevolgd. Maar de his torie is ook rechtvaardig, en geeft na lij den van boelen altijd weer de mogelijk heid tot herstel. De eerste mogelijkheid lol herstel Avordt gegeven, als in de dagen van 'l Bataafsch Gemeenebest Avcer meerdere vrijheid van -Godsdienst wordt gegeven. lieej, heel langzaam komt er nu een kleine opleving. Bij h.et begin der 19e eeuw bloeit overal in Europa op de litte- ra«*e-artistioke beAveging der Romantiek, Avelker verdienste vooral hierin bestaat, dat zij meer belangstelling. Avekt voor de katholieke Middeleeuwen en de gewroch ten" van schoonheid op allerlei gebied, eens door de Middcleeuvvsche mentaliteit te voorschijn geroepen. In ons land mo ge die Romanlick voorloopig geen eigen lijk zelfstandig leven leiden, er kwam toch avcI een kleine cullurcele Aveerslag, Avaardoor andersdenkenden du Roomsi'he schoonheid weer in oen ander licht za gen, dan in het nuchtere schijnsel der 18de ecuAV. In dezen tijd is het dat de bekende Lo Sage ton Broeck overgaat tot do Moeder kerk en optreedt als stichter cn redacteur achtereenvolgens van een drietal perio dieken. Het eerst verscheen het Katho lieke Maandschrift .,De Godsdienst vriend". Daarnaast slichtte hij de .Ka tholieke Bibliotheek", een verre voor ouder van het tegenwoordigo „Boeken- schouAv", maar Avaarin ook veel aan apologie werd gedaan. En eenige jaren la ter begon hij met zijn „Nedeiiandschc Ca- tholyke Stemmen". Uit litterair oogpunt waren deze perio dieken niets bijzonders. En toch kan men zeggen, dat zij begonnen te bouwen aan de fondamenten der Katholieke cultuur in Nederland. Deze pioniersarbeid Avas voor Le Sage ten Broeck- zeer moeilijk, maar hij heeft ondanks een vijandige publieke opinie vele jaren zijn arbeid doorgezet. De eerste 50 jaren der 19de eeuw zijn getuige van een voortdurend voorstelen om de uiteengeslagen en verstrooide Roomsche Gemeenschap Aveer wat te or- ganiseeren. In- de eerste plaats doet men dit door het bouwen van kerken, de ver zamelpunten, de concentratiepunten van liet geloof, Avaar kracht en energie ge kweekt avo ra t. Het waren nog de z.g. Waterstaalsker- ken, niet bekroond of geflankeerd door rijzige torens en wat ruimte cn hoogte be treft binnen Avellolijk voorgeschreven grenzen gehouden, maar ze beantwoord den aan hun doel en Averden niet meer weggestopt in achterstraatjes of achter hooge huizen. Ttisschen 1835 en '40 worden, o.a. de drie oudste Leidsche parochiekerken ge bouwd. lor vervanging van de oude ver scholen kerken. In denzelfden tijd ver rijzen overal in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en elders kerken met de be kende „renaissance" gevels en kleine to rentjes. Het Roomsche leven begint in de kerk. Ook het cultureelo leven heeft het kerke lijk leven ten grondslag. De grondwet van het jaar 1818 heft ten slotte absoluut elko bepaling op die den Katholieken in hun staatkundig en maat schappelijk leven nog mocht remmen. Zij krijgen nu de vrijheid, hun eigen in terne kerkelijke aangelegenheden, hun kerkbestuur naar eigen inzicht en verlan gen te regelen. Sinds de dagen der Hervorming Avas ons land missiegebied geweest. In 1853 werd ons land Aveer Kerkprovincie door het herstel der Bisschoppelijke Hiërar- j cliie. Een deel der Protestanten achtte zich door deze regeling in zijn door de histo rie gedurende twee en een halve eeuw bc- voorrechte positie bedreigd. Er ontstond in 1853 een oogenblik een hevige beroe ring in 't land, bekend onder den naam „Aprilbeweging" ten einde de instelling der Hiërarchie ongedaan te krijgen. Maar toon de Bisschoppen er eenmaal Avaren, de Katholieken zich tactvol rus tig hielden en er met de Protestantsche vrijheiden niets gebeurde, luwde de storm al spoedig. Van één ding Avareir de leidende gees ten der Katholieken zich bewust: cr moest komen Katholieke bcAvuslwording. Hel Kal ludieke volksdeel, (lal zoolang in de verdrukking gezeten had, moest opge heven Avorden, zelfstandiger zijn. Er Avas door de achteruitzetting een cultureels achterstand. Op het gebied van letteren en wetenschap beteekende men weinig. Er mochten enkele voortreffelijke geesten zijn, het Avas een kleine keurgarde van eenlingen, nog niet gedragen door een stoer en onafhankelijk mussabcAvuslzijn. Er Avas onder de massa dei* leeken zoo veel timiditeit, een gCAveldig gemis aan zelfvertrouwen. De anderen konden alles beter en be zaten ook stoffelijk en geestelijk de midde len, de instrumenten om alles beter te kunnen. Er moest meer zelfbewustzijn, meer zelfvertrouwen worden gekweekt. Hoe moest dit zelfbewustzijn Avorden aangewakkerd? In de eerste plaats door do gewone pers. Reeds in 1844 was het eerste Roomsche dagblad „De Tijd" ver schenen, om te werken aan het Roomsche bewustzijn. In de tweede plaats moest vooral gewe zen worden op den samenhang met het historisch verleden en eindelijk moest aan geloond worden, dat men niet alleen his torisch het recht had op een eigen cul tuur, maar ook ton plicht had, weer aan die cultuur te bouwen. De April-beweging van 1853 had al thans voor Katholieken dit voordeel, dat zij beter on dieper hun samenhoorigheid gingen geA'oelen. Op deze geestesgesteld heid uitte Alherdingh Thijm zijn idea lisme. Hij richtte o.a. zijn „Volksalmanak A'oor Nederlandschc Katholieken" op. Zooals de naam reeds zegt, Avat dit een jaarboek. Maar als jaarboek bereikte het vele lagen van het Katholieke A*olk. Do be doeling van Alherdingh Thijm A\*as, aan zijn geloofsgenooten vooral litteraire schoonheid te schenken. Elk jaar opnieuw A'ond ra on in de Almanak een fraaie his- lorisch-romanlischo novelle benevens min of meer geslaagde bijdragen van andere Roomsche schrijvers. Dat een litterator van groole beteekonis de noodzakelijkheid zag. om zijn geloofsgenooten weer hun eigen s' hoonhcid terug te geven, kan niet genoeg gewaardeerd Avorden. Thijm wendde zich tot geheel het Room sche volk, in zooverre dit eenige ontwik keling bezat. Vatoor gedaan Averd. om vooral de meer ontwikkelden materiaal te geven en sterker te maken tegenover de cultuur A'an bet liberalisme, zullen Ave de volgende maal kortelijk bespreken. S. V ijs beid is beter dan macht en oen A*er* standig man beter dan een sterk man. BOEK DER WIJSHEID. Bestudeer do geschiedenis: de les van 't verleden is vol van hooge wijsheid. Heden ten dage lijkt het kwaad machti ger dan ooit te voren. Ts het wellicht niet. omdat uw vijanden hun eigen invloed stoutmoedig overschatten en sluw uitba zuinen? Maar laat dit waar zij'!, Jan zal de over- a*. inning des te roemrijker zijn. GABRIEL PALAU S. J. Hoovaardij on eigenliefde verdedigen zich door middel van dwaling en bedrog GABRIEL PALAU S. J. Die niets heeft, kan niets verliezen. Een dwaze vriend is een -vijand. Zeggen en doen zijn twee. Hij. die een goede boodschap brengt, mag hard op de deur kloppen. Een goed hoek is een goede metgezel. Elk^ dag Leeft genoeg aan zijn eigen zorgen. Geen grootcr belcediging dan vleierij. Men vangt* geen hazen bij het tromge roffel vau den tamboer. De dood van don avoH beteekent hel Avclzijn van het lam. Een goed geheugen is een bibliotheek Avaard. Geweld is de crisis der zwakheid. A\ ie kwaad doet, vreest de openbaar heid. Ieder ding behoort op zijn tijd te ge schieden. Men moet Jiet zilver tweemaal natellen en hel goud driemaal. Hij, die niet goed kan zwijgen, kan ook niet goed spreken. Tegen oen bijl is geen fijn-bewerkt slot bestand. Het is niet het Averkfufg, dat den goeden Averkman maakt. Aan één spijker kan men niet alles op hangen. Men moet eerst leeren gehoorzamen al vorens men Aril bevelen. Een arme vriend is spoedig vergeten. Een lichte beurs is zwaar van zorgen. Hoe minder men denkt, hoe meer men spreekt. Indien het A*at niet schoon is, verzuurt- alles Avat men erin giet. Geen gemoed zoo verstokt, of het goede tracht er soms den boventoon te krijgen. Werk is een geneeskrachtige balsem voor het leven. De mensch bezit een groot talent om zich in eigen oogen te rechtvaardigen. F, BRIEVEN VAN EEN F I STEDELANDER Dwalend over do stille landAvegen hier. „Stille landwegen", zoo hoor ik een le zer zeggen, „die hebben we in Holland ook Avel." Zeker, zeker, maar hier zijn ze toch stiller. In Holland verdwijnt nauwelijks een kerktoren uit hel gezicht of een andere rijst weer op, getuigend van een nieuw levcnsuiiddenpunt. Hier staan de torens halve dagreizen van elkaar. En. soms, zooals bij die vau Oud-A vereest, vindt ge aan den voet slechts eenige boerderijen, zoodat de stilte schier niet verbroken wordt. In Holland verliest ge nauwelijks de rookpluimen eener stad uit het oog, of het gerucht van trein of tram verkondigt u, dat het drukke leven u blijft omringen. Hier is op uren afslands geen trein te hooren en do naaste tram rijdt b.v. Zon dags slechts tweemaal: heen 's morgens, terug 's avonds. In Holland aanschouwt ge bij avoud- Avandelingen lichte plekken aan den don keren hemel, u zeggend, waar zich een stad uitstrekt, of kunt ge de lichten van vuurtorens langs liet zivart zien flitsen, als zoovele groeten uit de verte. Hier pinken slechts de naastbijzijnde lantaarns, tenzij de kalender volle maan aangeeft, Avunt dan is er geen licht bon dig, hoewel de maan wel eens blijk geeft, geen kalender te hebben geraadpleegd. Dwalend dus over de stille laudwegen liierj Avaar ge do koeien hoort grazen of het graan lioorl ruischen, kwam ik onwil lekeurig te denken over hetgeen onge hoord langs mij henen streek. Ik bedoel: de radio-geluiden. Niets Acruam ik, maar ik wist. dal toch allerlei nieuws, allerlei schoons, allerlei wetenswaardigs mij omzweefde, electrisuh Int mij gevoerd uit Hilversum. Berlijn, Darijs, Da ven try, Kopenhagen. Bern, Lon den, Künigsyvusterhausen en wie Aveet van waar nog meer. Wonderlijke overwinning toch van den mensehelijken geest. Wat tol voor korten tijd beperkt bleef tot betrekkelijk kleine kringen, wordt nu tot op honderden kilo meters ver hoorbaar, mits men slechts de luchttrillingen Avoet op lo vangen. Een eigenaardige bekoring bezat to midden der avondlijke rust deze gedachte voor mij: ware hier, in deze stille uitge strektheid. een ontvangtoestel, uit allerlei oorden zou het leven plotseling tot mij kunnen spreken. Natuurlijk zijn ook hier in de buurt radio-liefhebbers, die gaarne laten meege nieten van wat hun reeds gemeenzaam werd, doch laten we nu eens peinzen over wat ongehoord wegzweeft Terecht mag do wetenschap er fier op wezen, dat zij het geluid ondergeschikt heeft weten te maken aan haar macht. Woorden, klanken worden uitgcstoolen in de yle lucht en naar willekeur de luis teraar behoeft immers slechts do golf lengte van zijn toestel te veranderen. Avorden zij elders opgevangen. Over steeds grooter afstanden geschiedt zulks. Wie Aveet of mettertijd, wie weet hoe spoedig, een stel antennes niet de ganscho Avereld zal kunnen omspannen, zoodat men als 't Avare zichzelf muziek zal kunnen toe voeren. gelijk thans een telegram, den aardbol om. Maar leg nu eens uit. o Avetenschap, hoe liet komt, dat al die geluiden niet verward raken in de lucht. Ge zult zeg gen: dat ligt aan 't verschil in trillingen, waardoor b.v. ook een concert geen caco- phonie wordt doch een lieflijk samenklin- ken blijft. En wilt ge een beeld dier aether- trillingen. ivelke elkaar niet schaden, let dan op een watervlak als 't regent: ontel bare kringen vormen zich dan, steeds wij der uilpirkelend zonder ooit elkanders om trek in Ie deuken. r/.oo gaat het ook iu de lucht. Al die kringen schaden elkaar nu eenmaal niet. Ja, zoo zat 't wel wezen. Het is „nu eenmaal zoo" en de mensch maakt daar handig gebruik van. eigen vernuft prijzend maar niet doordringend tot de kern dei- zaak, Avelke immers deze is: dat men f i ielijk slaat voor een ondoorgrondelijk wonder. Wij aanvaarden alles maar. zooals ook de phonograuf. In een rol plaat vangen aac de geluiden op, welke vastge legd Avorden in een smalle groove, waarin slechts een spitse .naald kan doordringen. We leggen zoö'n plaat in een toestel, win den dal op en.... genieten van het her leefde geluid zonder ons af te vragen: hoe is '1 mogelijk, dal uit die smallo groeve een heel orchest inij weer te gemor t klinkt? Het ..is nu eenmaal zoo." Geprezen zij do groole geest, welke door studie en volharding de Avcttcn van het geluid Avïst te achterhalen en uit te hui len voor ons genoegen, maar mogen avij daarbij den Wetgever vergeten? Het is voorwaar niet de mensch, die de wetten der natuur vaststelt. Wat de Ave tenschap ons, thans openbaar maakt cn a oor ons loepast,bestond reeds oeuweu. Wc komen er nu pas achter en verbazen ons nauwelijks er over, zoozeer zijn we gewoon geworden het meuscheliik vernuft meer te prijzen dan de almacht van den Schepper. En toch is onze toepassing dier wetten nog zoo onvolmaakt. Terwijl ik avpcI de wetenschap leerde het mij dat de tallooze geluiden, wel ke mij in de stilte omcirkelen, elkaar niet hinderen, zoo Aveet ik ook de ondervin ding leerde het mij dat die hindernis wM komt, zoodra de menschen er zich iu gaan bemoeien. Dan komen er storen,h- geluiden: „Mexicaansche honden" en wie Aveet welke andere dieren, die men n i. niet geheel heeft kunnen temmen. En alsof dit nog niet genoeg ware. jicdurVoiï do menschen elkaar'ook opzettelijk liet genot als zij gelijk die anti-papisten: tijdens het congres van het R. K. Werk liedenverbond iets vernemen Avat hun. niet aanstaat. Kom, ik wend mij hiervan af. verheugd dat ik op mijn stille avondwandelingen al hoor ik niets ongestoord genieten' kan van do Avetenschap, hoezeer Gods al-* macht mij omzAveeft. *jf AJO. ..HIJ KAN ER MAAR ZIJN LEVEN VOOR GEVEN.' dour Pierre l'E r in i t e. Eorwaarde Ileor, Bij dezen ontvangt u uw benoeming al» pastoor te Jaruiy-les-Armes. Wij vertrouwen aan uw ijA*cr van joni_ priester die parochie toe, vroeger een bloeiende doch sedert lang zonder pastoor. U moet met dezen brief uw opwachting maken bij don Aartspriester. Hij zal u in- stallecren. Monseigneur zend u zijn vaderlijken zo gen. Do jonge priester bleef met den brief in de hand staan te midden van zijn huise lijke omgeving. Alles om hem heen was stil eu rustig, maar hij, hij bevond zich niet meer lo midden ervan. Zijn gedachten waren weg..., verre wegHij genoot niet meer van hup charmes. Hij «us: pastoor vau Ja rui; les Armos. Jarruy-lcs-Armes Iu den geest zag hij voor zich hel nmoio dorp, aan hot water gelegen, met zijn bo- boschte lieiiA'clon, zijn vorspreidde boerde rijen, zijn straat, dio vrooi ij 1c langs den heuvel opklom.... Zijn twee herbergen boven grenzend aan de a lakteHalver wege Avas de kerk uit do XlVe eeuw, ge bouwd door do vroomheid van de vrocgoro geslachtenaan den eencn kant het kerkhof en de pastorie aan de andere zijde. Twetmaal was hij door het dorp geko men. Do eerste keer als seminarist en do tweede keer als soldaat, Als hij er nu voor do derde maal komen zal.... En dit zal zoo gauw niogelijV zijnmorgen I En werkelijkDen volgenden «lig steeg aan hel kleine sintion uit den trein een jong priester, bleek, verlegen, onlropnl, trachtend geen attentie to trekken; zijn magere figuur in oen série-toog van het groot-seminarie. Vriendelijk groette li ij den stations .-f, die daar niet do minste notitie van nam. Voor hem was die priester maar een rei ziger als elk ander. Het is niet altijd noodig, dat er als sta tionschef iemand wordt benoemd uit do plaats waar liet. station ziuli bevindt eu na.ii wioii dus dc'nooden uit (P1 "plants be kend zijn; toch deed die onve lulligheid pijn aan den jongen priester. Daar gingen eon half dozijn boerinnen voorbij. De priester sprak ze aan: Hoe heette do laatste pastoor dio hier gestaan heeft1 De boerin riep haar buurvrouw er bij. Zog ores, Marie, weet jij nog, In o do vorige pastoor heette....? Weel ik het:.... Maar wacht eens. Vrouw Vineent zal 'l ons misschien kun nen zeggen.... Toen ze, haar naam hoorde noemen, keerde de dikke boerin zich om en noem de den naam van don pastoor, die in 'fc hospitaal gestorven was. Hebt ge cr sedert hier geen meer ge had....? Neen. En hoo'gtelt jc hot er zonder....? O! heel goedWat wilt. ge, dat een pastoor hier zou moeten doen!.... -- O! heel goed.... Wat wilt. ge, dnt een pnstoor hier zou moeten doen!.... Die woorden zoo hard en zonder spijt uitgesproken, dringen diep door in het. nog jeugdig priesterhart, terwijl onverschillig de vrouwen zich \*erwijdcren, druk rede- nee rond over 'L koren, dat niet w il opschie ten en OA'cr de beetwortelen, die bij gebrek awn zon nog niet uitloopen. Vroeger v.:is bier de pastoor de •.ader rnde vriend van allen. Thans is hij zelfs de vijand niet meer. Men antwoordt hem z.Co doodgewooii zooals men zou antwoorden aan dien zink- worker of aan dien tuinman, dio naar het station gaat. En Iuj vervolgt den s'.cilen weg, die n-uir boven stijgt. De kinderen kijken hem aan met een ze kere angstige nieuwsgierigheid. Een oude vrouw blijft op den drempel van haar huisdeur slaan om hem te zien voorbijgaan, zoonis in ren dorp iedere on bekende de aandacht trekt. Een groep jonge meisjes nemen hem op van top toi teen niet een spotlach op «lo Niemand schijnt er liet minste begrip van te. hebben, dat daar in bun midden komt de door Cod gezondene.de bren ger van de blijde boodschap.... dut do kerk weer zal v, orden geopend, de Mok ken gaan luidende kinderen ge dooptzieken, die niet ineer zonder den troost der If. Sacramenten zullen si er ven.... graven der overledenen, dio zullen worden gezegendeindelijk de II. Mis, lie 's Zondags weer zal gelezen worden.... do Meester, Die in hun midden zal komen wonen.... Neen, niemand schijnt daar cenig verlangen naar te hebben noch dat tc verwachten. Daar staat hij voor de middeleciiwscbe kerk. Wat die vroeger mooi is geweest Thans komtr vanaf het portaal een r.iuffo lucht u tegemoet. De priester wil er binnengaan.. do deur D met een dubbele grendel gesloten,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1926 | | pagina 9