Vierde Blad.
DE VALSCHE TAND.
Zaterdag 22 Mei 1926
Buitenl. Weekoverzicht
Redeneeren is een moeilijke kunst.
Heele boeken zijn er over vol geschreven.
Gewoonlijk worden deze boeken evenwel
alleen gelezen door geleerden, die nooit
oen mond open doen. Degenen, die bet
meeste redeneeren, kennen geen enkele
regel van de Logica en het gekste is, dat
als je ze hoort, ze altijd gelijk hebben.
.Sommige menschen kunnen letterlijk al
les beredc-neeren. Er schijnen in de com
missie ter voorbereiding van de ontwape
ningsconferentie, welke commissie deze
weck te Genève is bijeengekomen, ook van
dergelijke menschen zitting te hebben. Zoo
heeft een Belgische gedelegeerde daar be
redeneerd, dat in een toekomstigen oor
log de'soldaat de veiligste positie in
neemt! Dat is inderdaad een nieuw ge
zichtspunt. Volgens dezen gedelegeerde
zal de bevolking bij een eventueelen gas
aanval reddeloos verloren zijn, terwijl de
soldaat beschermd wordt door zijn gas
masker. De soldaat zit in bommenvrije
loopgraven, terwijl de bevolking in de
steden als ratten wordt opgeblazen door
luchtaanvallen en bombardementen. Con
clusie: allemaal soldaat worden.
Ei' zijn nog meer gedelegeerden daar,
die de kunst uitnemend schijnen te ver
slaan om te beredeneeren, dat buurman
moet ontwapenen, maar dat zij zelf juist
omwille van de veiligheid ^ich beter moe
ien bewapenen. Het is trouwens met die
veiligheid en die ontwapening juist als
met de kip en het ei. Wat was er eerder
de kip of het ei? Het ei? Maar dat moet
eerst door de kip gelegd zijn. De kip?
Maar deze komt uit het ei. Eerst ont
wapenen zegt men, en dan volgt do vei
ligheid vanzelf. Neen, zeggen anderen,
wij ontwapenen niet voordat wij veilig
heid hebben.
Men noemt dat in de Logica: een vi-
cieuse cirkel.
Ontwapeningscmmissie.
Lord Cecil heeft dezer dagen in de com
missie ter voorbereiding Yan do ontwa
pening een rede gehouden, waarin hij o.m.
zcide: „Mijne heeren, zit nu niet zoo te-
zwammen; laten wij wat doen. Anders
cempromitteeren wij ons hopeloos.' Na
tuurlijk sprak hij in* meer parlementaire
bewoordingen; maar hij had groot gelijk.
Want de heeren kletsen dat het eind
er van weg is en als dat zoo doorgaat
komt de ontwapening er nooit.
„Ontwapening" zegt u, maar weet u
wel wat ontwapening is? U meent het af
schaffen der bewapening, maar wat is be
wapening? Moet daaronder verstaan wor
den: het leger? Zeker- dat op de eerste
plaats; maar komt daarvoor in aanmer
king het leger in oorlogstijd of ook het
leger in vredestijd? En moet daaronder
ook begrepen worden alles wat met de
fabricatie van oorlogstuig in verband
slaat? Doch wat staat daar mede niet in
verband? Fabrieken, die in vredestijd uit
sluitend goederen des vredes fabriceeren,
kunnen in een oogwenk worden omgezet
in fabrieken van oorlogstuig. Hoe moot
het met die fabrieken? Men noemt dat met
een geleerd woord „potentieele bewape
ning", maar het is duidelijk, dat die po-
lentieele bewapening zoo maar niet kan
worden afgeschaft.
Er zijn dienaangaande twee standpun
ten.
Er is de Britsche opvatting, volgens
welke men ter bereiking van practische
resultaten zich zou moeten bepalen tot het
verkrijgen van een vermindering van de
bestaande militaire machtsmiddelen
Als men eens een begin maakte met do
vermindering van de legermachten, en van
de maritieme en luchtstrijdkrachten, zou
or al veel gewonnen zijn. En als men dit
naar evenredigheid doet zou in de be
staande machtsverhoudingen weinig wor
den gewijzigd en zou voldaan worden aan
het volkenbondsartikel volgens hetwelk de
nationale bewapeningen moeten worden
verminderd lot het minimum, dat ver-
eenigbaar is met de nationale veiligheid
en de nakoming van internationale ver
plichtingen bij gemeenschappelijk optreden
Daar tegenover staat de Fransche op
vatting, dat een dergelijke beperking van
de bewapening niet zou zijn door te voe
ren, omdat de evenredige vermindering
van de oorlogstoerustingen een wat al te
eenvoudige oplossing zou zijn van liet
vraagstuk.
De sterkte» van een land in geval van
oorlog wordt volstrekt niet alleen bepaald
door de strijdkrachten of bewapening
waarover liet beschikt maar wordt even
zeer bepaald, door andere, niet-militaire
factoren, waarmee men dus bij do vast
stelling van de weermacht rekening moet
houden. Hoe spoedig kan een land in ge
val van oorlog zich van do noodige oor
logsmiddelen voorzien? De sterkte van liet
leger en de hoeveelheid van do in vredes
tijd beschikbare wapenen om ons eens
uitsluitend tot do bewapening to land te
bepalen zijn geen maatstaf voop^ het
oorlogsvermogen van oen land. Zij die in
verschillende opzichten industrieel,
economisch enz. bij anderen achter
staan, zouden tegenover dozen bij een
evenredige vermindering van de vredes-
effectieven zeer zeker in liet nadeel zijn.
Men kan dus niet eenvoudig volstaan
met een vermindering van de bewapening
in lijd van vrede, er moeten voor deze
vermindering met de verschillende niet
militaire factoren rekening worden ge
houden.
In theorie is dat zeker voortreffelijk
juist. Maar als men met alle, ook met de
vrijwel onberekenbare factoren wil reke
nen, die in mogelijk geval van oorlog de
sterkte en het weerstandsvermogen van
een land bepalen, zal men in de practijk
nimmer tot een resultaat kunnen komen.
En zou het een haast hopeloos begin
nen zijn om aan den bewapeningswedstrijd
een einde te maken.
In de eerste zitting "van de voorberei
dende conferentie is de tegenstelling al
dadelijk aan hel licht gekomen.
De militaire subcommissie heeft nu het
eerste punt van de vragenlijst, wat onder
bewapening moet worden verstaan, in
studie genomen.
Hierover zal men toch wel allereerst
eens;, moeten zijii als men verder met
vrucht over de beperking der „bewape
ning" wil spreken.
Na de algemeenc staking.
In Groot-Briltamiië keert de normale toe
stand geleidelijk terug. Er is tusschen do
werkgevers en do meeste der bij de alge-
meeno staking betrokken vakbonden thans
overeenstemming verkregen, omtrent de
hervatting van het werk en het weder in
dienst stellen der stakers. Zoowel bij de
spoorwegen als in de havens worden de
arbeiders op de oude voorwaarden in
dienst genomen, naar gelang er, weer werk
komt hij het herstel van de normale toe
standen.
Van bijzondere beteekenis, zoowel bij de
spoorwegen als in de havens, is dat de
vakvereenigingen erkennen, zich door de
algemeene staking te hebben schuldig ge
maakt aan een onrechtmaligo daad jegens
de werkgevers, wier wettelijke rechten we
gens de gepleegde contractbreuk dan ook
volkomen onaangetast blijven door de
thans gesloten overeenkomsten. De vak
vereenigingen verklaren niet weer aan
lum leden order tot stakng te zullen ge
ven, zonder voorafgaande onderhandelin
gen met de werkgevers en geen directe
actie hunner leden te zullen steunen.
De mijnwerkers staken intusschen lustig
verder. De stand van dat conflict do
oorzaak van de algemeene staking is
nog niets veranderd sinds 31 April. Bald
win, de eerste minister, heeft met het be
stuur der mijnwerkers geconfereerd en
er op aangedrongen, dat de mijnwerkers
genoegen zouden nemen met een onmid
dellijke en algemeene verlagng van het
minimumloon met 10 pet. Dit hebben de
mijnwerkers geweigerd. Gook, de secreta
ris der mijnwerkers, heeft thans het aan
bod der Sovjets van 260.000 p. sterling,
dat de raad van het Trade Unions Con
gress voor de algemeene staking had ge
weigerd, aanvaard. Die bolsjewieken zijn j
toch wel ergens goed voor!
Blijkens een telegram uit Berlijn drei
gen de vakvereenigingen in Luxemburg
ook al met een algemeene staking. Als dat
ook zoo ongelukkig afloopt als in Enge
land
O p g e 1 o s t e crisissen. In
Duitse h land is de regeoringscrisis
ongelooflijk snel opgelost voor een Duit-
scne crisis. In tegenstelling mot vorigo
crisissen heeft men er thans slechts een
paar dagen over gedaan. Alleen de rijks
kanselier dr. Luther is uit de regeering.
verwijderd en in zijn plaats is benoemd
de Centrumman dr. Marx.
Overigens zijn de oude ministers weer
op hun plaats gekomen.
Do nieuwe rijkskanselier, dr. M; rx,
hoeft "Woensdag in den Duitsclieu Rijks
dag de rogeeringsverklaring afgelegd.
Nieuws kon zij uit den aard der zaak niet
brengen. Men blijft voorloopig in afwach
ting van het resultaat van do volksstem
ming over de onteigening van do vorste
lijke vermogens, zal intusschen trachten
een bevredigende oplossing te vinden van
do vlaggenquaeslie en overigens de zaken
voortzetten op den ouden voet. In dezo
omstandigheden werd door den Rijksdag
een motie aangenomen, waarin acte werd
genomen van de regeeringsverklaring en
tot de orde van den dag werd overgegaan.
Alleen de Völkischc en Communistische
groepen stemden tegen deze motie, de
Duitsch-nationalen onthielden zich van
stemming, do overige partijen, ook de so
ciaal-democraten, stemden voor.
En daarop ging de Rijksdag tot zeven
Juni naar huis.
In België is^de minister^risis ook op
gelost. Jaspar, katholiek oud-minister van
buitcnlandsche zaken heeft een kabinet ge
vormd van katholieken, socialisten en li
beralen. De wisselkoers is al danig opgë-
knapt. Voor hoelang?
Polen. Do toestand in Polen is iels
rustiger geworden. De socialistisch ge
tinte maarschalk Pilsoeddki schijnt zijn
gezag te zullen kunnen vestigen zonder
verderen grooten strijd. Alleen een klein
deel van het leger onder leiding van Pil-
soedski's vijand, den katholieken generaal
Josef Halier, die zich to Posen bevindt,
tracht zich nog te verzetten.
Pilsoodski heeft thans een nieuwe voor-
loopige regeering ingesteld, de voorzitter
van den Landdag treedt als president dor
republiek op iit afwachting van de nieu
we verkiezingen, welke den Polen een
staatshoofd en een nieuwe wettige regoc-
ring zullen moeten verschaffen. Zoo
schijnt deze „revolutie" dus betrekkelijk
onbloedig te zullen verloopen.
Maar daarmee zijn de toestanden ijl
Polen nog niet geconsolideerd. Er is een
strijd ontbrand over de bijeenroeping van
de Nationale Vergadering en de plaats
waar zij bijeen zal komen. De historische
verdecling die in do achllienda eeuw een
einde maakte aan Polen's zelfstandigheid,
heeft grenzen golrokkep, die nog niet ge
heel uitgewisclit zijn. De elemenlen die
zich om Pilsoedski hij zijn vroogeren vrij
heidsstrijd in den oorlog schaarden, hebben
de bovenhand te Warschau, maar te Po
sen (het vroegere Duitsche Polen) en in
Galicië (het vroegere Oostenrijkse lie Po
len) hebben andere leiders liet heft in
handen. Dit is een territoriale splitsing,
maar dan is er nog de politieke. De ra
dicale partijen, voornamelijk uit arbeiders
on boegen bestaande, zijn geen "voorstan
ders van een bijeenroep «ing van de Natio
nale Vergadering en streven naar een dic
tatuur. De partijen van de rechterzijde
en het midden eischen de bijeenkomst van
het lichaam te Posen, zoogenaamd om het
aan militaire, invloeden te ontlvekken,
maar generaal Josef Hallcr is duidelijk
geneigd, om den uitslag van de staats
greep to corrigeeren.
Do 4 linksche partijen hebben Pilsoed
ski tot candidaat gesteld voor het presi
dentschap.
IIJT DE OMGEVING
OUD-ADE.
Boerenleenbank.
2 5-jarig li e s t a a n.
Wocn-dagavond had in café Van der
Hulst alhier de algemeene ledenvergade
ring plaats van de Coöp. Boerenleenbank
afd. Rijpwelering, Oud-Ade en Kaag. De
groote zaal was bij den aanvang der ver
gadering reeds door vele leden met min
ne dames gevuld en had in verband -niet
liet 25-jarig bestaan van de Bank een
feestelijk aanzien. Plafond en wanden wa
ren met veelkleurige guirlandes versierd,
lonvijl op de bestuurstafel cenigc fraaie
bouquetten waren geplaatst. Nadat do
voorzitter, do heer M. P. Verkley, de aan
wezigen een hartelijk woord van wolkom
bad toegeroepen en daarbij den wenscli
bad uitgesproken dat deze vergadering
een vlot verloop zou mogen hebben in ver
band roet de te houden feestvcrgudcring
en de aanwezigheid der dames, die als
vanzelf sprekend aan de discussies toch
niet konden deelnemen, werd met de agen
da begonnen. Tot secretaris voor deze
vergadering werd benoemd do heer Ver
kley Jr. adjunct-kassier en lot 'St'-mopne-
mers de heeren A. P. van der Geest en D.
van der Heden. De notulen werden hierna
gelezen en onveranderd vastgesteld. De
rekening en balans over 1925 werd, nadat
door den lieer C. Heemskerk, namens de
commissie van onderzoek was medege
deeld, dat de commissie de rekening met
bescheideu in volkomen orde had aange
troffen door de vergadering vastgesteld.
Aan het finantieel verslag over 1925 ont-
leenen we nog het volgende. In kas c.p 31'
Dec. van liet vorig jaar fh5.034.79l. Ont
vangen aan spaargelden f 379.214.(51Aan
terugbetaalde voorschotten f 56.712,51.
Ontvangen in loopende rekening van do
medeleden, Centrale Bank en verkochte
waarden in totaal f 336.597.19. Aan ronle
van voorschuilen f 23.706.12, In loopeildc
rekening f2712.40, van de Centrale Bank
f 4026.11 en van coupons f 230.Diver
se ontvangsten f 266.90. Alzoo in totaal
I b48.530.98i. Terugb-tanldo spaargelden
f 306.311.06L Gegeven voorschotten
f 91.300. Uitgaven in loopende rekening
tian medeleden en Centrale Rank
f 371.107.68. Uitbetaalde rente aan
spaargelden f24.939.05. In loopende re
kening f370.25. Bijdrage Centr. Bank
f 175.78. .Salaris Kassier f 1500. Diverse
uilgaven f2111.67. Op reserve gebrachto
winet f 2187.86. Stand der kas op 81 Dec.
1925 f 48.527.63. In totaal alzoo
f 848.530.98L
De heer E. P. Verkley, die wegens lid
van liet bestuur periodiek moest aftreden,
werd na gehouden stemming met 40 slem-
men herkozen, evenzoo de lieer H. van der
Hulst, die al.-, lid van den Raad van Toe
zicht periodiek moest aftreden. Deze werd
gekozen 'met 64 stemmen. Beide heeren
dankton de vergadering voor liet in hen
gestelde vertrouwen en namen hunne her
benoeming aan. Hierna werd dezo verga
dering door 'den voorzitter onder een
woord van dnnlc gesloten.
Hierna kregen we liet glanspunt van den
avond, de feestvergadering der Bank ter
gelegenheid van haar 25-jarig bestaan.
Nadat de heer II. P. van der Geest de
feestvergadering met pianospel liad inge
leid. nam de beer Verkley het woord. Het
is, aldus spi\, voor mij als directeur der
B ink een aangename en eervolle taak, de
le len met hunne eclitgenootcn bij gelegen
heid van dit jubileum een hartelijk woord
van welkom toe te roepen. In liet bijzon
der richt .spr. een woord van welkom tot
don edclachtbaren hoer burgemeester de
zer gemeente, don gemeente-secretaris en
lol de' afgevaardigden der zusterafdeelin-
gen Oudc-Wctering en Roelofarendsvecn.
Spr. wensclit de leden vau harte geluk
met dit jubilé en spoort in een geestig
spcechje alle aanwezigen aan om blijde
en van harte feest tc vieren. Spr wijdt
hierna cenigc woorden aan do nagedach
tenis van den heer C. van der Hurk. den
man die de Boerenleenbank alhier heeft
opgericht en deelt do vergadering mede,
dat bij hot bestuur een tweetal telegram
men zijn ingekomen, n.I. een van de Cen
trale Bank te Utrecht on een van een oud-
ingezeteno van Rijpwelering, thans le
Naaldwijk woonachtig, beide inhoudende
warme gelnkwenschon in verband met dit
heugelijk feit. Verder deelt de Voorzitter
mede, dat de hoer Th. J. Yir, hoofdiiw
specteur der Centrale Bank tot .:iju spijt
wegens familieomstandigheden niet U-r
vergadering kon aanwezig zijn, zood i! do
door licm to houden feestrede jammer ge
noeg nrhtonvogo moet blijven. Als blijk
van waardeer:ug en belangstelling ii.i l hij
aan de vergadering een schrijven l '.on-
don, hetwelk getuigt van oen warm mede-
loven van de Centra lo Bank niet do zo
Bauk. In plaats van* «leze feestrede laten
we dit schrijven in zijn geheel volgen:
„Zeer tot mijn spijt ben ik wegens
overlijden van mijn schoonvader heden
avond verhinderd den feestavond ter her
denking van het 25-jarig beslaan Uwer
Bank bij te wonen.
Ik dank U intusschen hartelijk vuur do
vriendelijke uitnoodiging waaruit sprak
een geest van onderling vertrouwen en
waarin ik meende lo mogen zien een blijk
van onderlinge goede samenwerking tus
schen Uwe bank en de" centrale te Utrecht,
welke ik zou vertegenwoordigen.
Nog temeer doet. liet mij leed niet legen
woordig te kunnen zijn, omdat meer dan
met oenigc andere bank do centraie zich
verbonden gevoelt, omdat mijn onvergeto-
lijko voorganger, de lieer van der Hurk,
welke in Uwe bank een dor voortrekkers
was, ook de stuwende kracht is geweekt
aan onzo Centrale Bank, welke door zijn
werken en .streven tot zoo kraeliligen bloei
on groolo hoogte werd gebracht. Ik kiwi
dan ook niet nalaten, U van miju goedo
mrening to getuigen door U, hij persoon
lijke i(hindering mijne gelukwensehcu
schriftelijk le doen toekomen. Want is het
geen gelukwcnsch waard, dat U in Uw ge
meente hebt een zoo krachtige bloeieudo
Boerenleenbank, goed geleid cu bestuurd
door de leden van Bestuur en ll&ad van,
Toezicht en zorgzaam beheerd door eonl
ijverigen en goud-eerlijken kassier; een'
Boerenleenbank waarin allen, die Tr in
binnengaan, veilig zijn voor de stormen
welke er op baukgebied woed; n, hun zuur.
verdiende spaarduihm veilig bewaar!
weten en een gastvrij tehuis vinden, wan
neer zo hongeren en dorsten naar een vr '-
-diet. dut hun arbeid zal bevruchten.
Van de groote hoogte v.aarop Uwe Boe
renleenbank door de toewijding van Uwo
beheerders i; gekomen, terugblikkende iu
het verleden past liet hier wel een woord,
van hartelijke hulde lo krengen aan hen
die hun schouders in den heginne onder
het werk gezet hebben en den weg ge
baand voor hen, dio thans genieten van
de vruchten welke do Bank afwerpt.
Do stoere stichters verdienen do hulde
eu dank van een steeds toenemend getal
spaarders, die in de Bank con veilig toe
vluchtsoord vonden voor do met hard wer
ken verdiende spaarcenten. Een* woord
van hulde vervolgens aan de leden van
Bestuur en Baad van Toezicht, die zoo be
langloos en met een zoo groote toewijding
hun werkkracht en tijd ter beschikkino
stellen om dit groote maatschappelijk be
lang te steunen.
Een woord van oprechte hartelijke hul
de tot den kassier van Uwe Boerenleen
bank, den ouden heer Krohbers, die zoo
lange jaren en steeds met loffelijke ijver
on nauwgezetheid zijne krachten en velo
gaven iu dienst stelde van de Bank
Wij, dio door onze Centrale welen, hoe
veel werk er vcreischt wordt van een'kas
sier van den omvang als de Uw* en die
hel genoegen hadden meerdere maler, met
Uwen kassier en zijn werk in aanraking'
le komen, wij hebben in Uwen
steeds bewonderd do liefde voor zijn werk
zijn nauwgezette plichtsbetrachting mi
zijn loffelijke ijver om alles in de puntjes
in orde te hebben.
Wij hopen dat ook allen in Uwe B •«ren-,
leenbank dat op prijs zullen stelh n,
Mot den wenscli uitsprekende dat nlh n,
bestuurders, leden van den Raad van Toe
zicht en ka-lier nog lang gespaard niog;
blijven vyor deze Bank nn steeds roudrach
tig zullen samenwerken om onder Gods
Zegen steeds voorwaarts lo mogen gaan
op don door dc stichters gebaanden weg,
vervuld met een onwankelbaar vertrouwen
on rotsvast geloof in de bloeiende toekomst
van Uwe steeds zoo mooie en krachlign
Boerenleenbank, eindig ik na U allen mi
prettig feest toogewenscht te hebben"
Hierna gaf spr. het woord aan den kas
sier, den heer Cli. Krohbers, die in een
aangename causerie liet ontstaan en d«»
ontwikkeling van de Bank gedurende dn
nfgcloopeii 25 jaar schetste. Ilieer
IC robbers wenscli te allereerst van d ge
legenheid gebruik te maken oni de leden
FEUILLETON.
„Wat wil je nu eigenlijk?" hoorde bij
Thomson vragen.
«Den tand! Den tahd moet ik hebben,
of".
«Wacht dan!"
«Neen, dadelijk!"
En opnieuw begon de worsteling.
Op hetzelfde oogenblik opende Morti
mer de deur. Hij vloog op Charles toe en
gaf dezen zulk een slag op het achter
hoofd, dat hij als bomijs in elkaar zakte.
..Zoo," zei hij, „die heeft voor een
minuut of vijf genoog. Wat is hier ge
beurd mijnheer?"
Hijgend van inspanning rees Thomson
np van den vloer. Yan vermoeidheid kon
ij nog geen woord uitbrengen. Zijn
edionde schonk hem een glas water in
en Thomson dronk. Dat knapte hem wat
op-
Da i
«Ik was gek dat ik hem vertri
waren de eerste woorden, die hij
ortimcr eenigszins verwijtend!
«Laat me nog
"erdoofd."
drinken. Ik ben nog
hr' - kwam juist op tijd, geloof ik. Maar
daar wordt gebeld. Wie zal dgt
ïu *'*r zijn?"
Ben 'l 00§enblik daarna trad Jenny bin-
HOOFDSTUK XXVIII.
In gevaar.
I
„Wat een onverwachte samenloop van
omstandigheden," dacht Thomson, toen
hij Miss Wren zag binnenkomen. „Ik ge
loof dat. er vandaag een eind aan de zaak
zal komen.
„Hoe kwam Jenny daar?" hoor ik vra
gen.
Toen Charles in do kamer trad, waarin
ze was opgesloten, schrok ze geweldig.
„Vlug! Kleed u!" riep hij haar bij 't
binnentreden toe. „Ik zal u bij uw bruide
gom brengen!"
De gedachte, dat zij Willy zou ont
moeten, deed" haar hart sneller kloppen.
En waarom zou zij dozen man niet ge-
1 ooven? Hij was toch dezelfde, tot wien
Willy zich, volgens het briefje van kapi
tein Kathart, had moeten wenden?
Snel zette ze haar hoed op, trok haar
mantel aan en volgde hem naar beneden.
Daar wenkte hij een rijtuig, dat hem
met razende snelheid in de richting van
den „Tempel" voerde. Onderweg praatte
do zwartoog heel gewoon met haar en
toonde zich zeer beleefd.
Onder een donkere, ouderwetscke poort
hield het rijtuig stil. Men steeg uit.
„U hebt me maar te volgen, juffrouw,"
zei Charles en hij ging haar voor in een
nauwe qang. Aan het einde daarvan ont
sloot. hij een deur cn nu kwamen ze in
een kamer met kale muren en die van zeer
weinig meubelen voorzien was. Het was
de woning waar Charles gewoonlijk ver
bleef.
„Wees zoo goed nu even te wachten,
juffrouw, dan zal ik uw bruidegom waar
schuwen, dat u hier is," zei hij lachend.
Hij ging heen en Jenny hoorde, hoe
hij de deur aan den buitenkant afsloot.
Nu overviel haar en vreeselijke angst. Zij
probeerde de deur open te doen. Het was
niet mogelijk. Ze bonsde er met de vuisten
tegen. Niemand hoorde haar. Ze keek
naar de ramen. Die waren tamelijk hoog j
en met ijzergaas voorzien. Ze zat weer
opgesloten. Waarom?
Toen ze een beetje kalmer was geworden,
begon ze het vertrek eens beter te onder
zoekon. Op den schoorsteenmantel vond
ze een visitekaartje met don naam van
Charles Kathart. Ook in een paar oude
boeken vond ze dicnzclfden naam.
Kathart? Dat was immers de naam van
den kapitein, die Will.v uit de gevange
nis hielp ontsnappenEn ook dé eerste
man van mevrouw Kersten was een Kat
hart! Zou dofte schavuit met het zwarte
oogvcrbnnd Charles Kathart, dc eerste
man van mevrouw Kersten zijn? Maar
dat was immers onmogelijk! Dc man van
Peggy Kathart moest toch gestorven zijn,
voordat ze den heer Kersten had kunnen
en mogen trouwen. En toch!Sommi
ge menschen waren zoo slecht en Peggy
Kathart achtte ze wel in staat zoonets
te doen.
Ze ging zitten en van overspanning viel
ze in een lichten slaap, waaruit ze opge
schrikt weer door het geluid van het slot
dat. omgedraaid werd. Zij verwachtte stel
lig Wjlly te zien. Hoe groot was evenwel
hare verbazing en ontsteltenis, toen ze
mevrouw Kersten voor zich zag staan.
„Wat, jij hier!" riep deze met een stem,
waaruit woede en jaloezie klonken. „Hoe
kom jij hier, zeg! Hier in dc kamer van
een lieer! Nu je mag het weten ook,
in de kamer van mijn man!"
„Van uw man?"
„Ja, van mijn man! Zeg op, wat doe je
hier? Gauw, of ik vermoord je."
Als een furie vloog zo op Jenny toe.
Deze vluchtte naar do deur, stiet die open,
sprong de kamer uit cn wierp de deur
achter zich in 't slot. Daarop zocht ze,
bevond over al haar leden, den uitgang.
Zc vond dien cn kwam in een nauw
straatje, waar het al zoo donker was, dat
zc bijna niets kon zien. Zc liep 'n poosje
daarin voort en ontmoette een inan, aan
wien zè vroeg den weg naar Jcrmin-
straat te wijzen. Hij bracht haar in „een
van de hoofdstraten, waar Jenny een
koetsier wenkte, die haar afzette voor de
woning van den heer Thomson, waar wij
haar hebben zien binnentreden.
Ze was nog zoo ontdaan, dat ze eerst
geen geluid Jcon geven. Toen haar oog
eindelijk viel op Charles Kathart, die nog
altijd bewusteloos in oen stoel lag, kreeg
ze haar spraak terug.
„Dat is hij, dio snoodaard! D: .schurk!"
„Ja, juffrouw Wrcn, dat komt uil, Dat
is hij net!"
Toen ondervroeg Thomson haai en zij
vertelde wat er gebeurd was. „Hij nam
mij mco om mij bij Willy te brengen,
maar
En dnn plotse!» - ndcr dm zin af
te maken:
..Waar is hij? Toe, zeg het mij, als u
het weet
„Ir is zeer dapper geweest, juffrouw.
Ik weet, waar Willy is en heel spoedig
zult u hem zien. Geloof me."
„Is dat heu8ch waar?"
„Inderdaad. Ik heb u nog wat te vra
gen, maar ik zie, dat onze vriend d iur
bijkomt. Dien moet ik een beotje in den
gaten houden."
Hij belde en Mortimer verscheen.
„Mortimer, je moet eens kijken of jo
Slinger ziet. Stuur hem met zijn rijtuig
naar den „Tempel" eerste deur recht*.
Hij moet do dame medebrengen, die daar
oj(gesloten is. Zij zal wel mcekommi, als
je haar zegt, «lat de heer met liet zwarte
oogvcrbund lmar dringend v,cnsclit te
spreken."
Charles, die onderwijl geheel tot zich-
zclvon gekomen was, had dit alles ge-
lioord cn mompelde een verwensehing.
„En nu, juffrouw, vertel me mi nog eens
alles, wat er gebeurd is. De heer Kathart
zal zich dan kunnen verdedigen."
Jenny wilde beginnen docli een doodo-
lijkc bleekheid versj» «dddc zich over haar
gelaat. Ze voelde zich onwel. Sedert «len
vorige» dug lmd zc dan ook nog niets
genuttigd.
„Mortimer," zei Thomson tegen 'ijn
bediende, dio juist wcor bioueng ine»
was, „let even op Kathart."
„Miss Wren, wilt gij even niet mij i-
gaan, als gij kunt?"
Thoii'su», die heel goed begreep, w.it
Jenny scheelde, bracht haar naar «lo
keuken, dekte de tafel cn in minder dan
gen tijd zat Jenny aan den maaltijd. Hoo
meer ze al, hoe meer zo ziel» hei 'ddo
en toon ze klaar was, deelde ze Thomson
alles mode, wat de oude Tiinmis icli tegen
over haar had laten ontvallen.
.(Slot volgt.)