Vierde Blad. DE VALSCHE TAND. Zaterdag 22 Mei 1926 Buitenl. Weekoverzicht Redeneeren is een moeilijke kunst. Heele boeken zijn er over vol geschreven. Gewoonlijk worden deze boeken evenwel alleen gelezen door geleerden, die nooit oen mond open doen. Degenen, die bet meeste redeneeren, kennen geen enkele regel van de Logica en het gekste is, dat als je ze hoort, ze altijd gelijk hebben. .Sommige menschen kunnen letterlijk al les beredc-neeren. Er schijnen in de com missie ter voorbereiding van de ontwape ningsconferentie, welke commissie deze weck te Genève is bijeengekomen, ook van dergelijke menschen zitting te hebben. Zoo heeft een Belgische gedelegeerde daar be redeneerd, dat in een toekomstigen oor log de'soldaat de veiligste positie in neemt! Dat is inderdaad een nieuw ge zichtspunt. Volgens dezen gedelegeerde zal de bevolking bij een eventueelen gas aanval reddeloos verloren zijn, terwijl de soldaat beschermd wordt door zijn gas masker. De soldaat zit in bommenvrije loopgraven, terwijl de bevolking in de steden als ratten wordt opgeblazen door luchtaanvallen en bombardementen. Con clusie: allemaal soldaat worden. Ei' zijn nog meer gedelegeerden daar, die de kunst uitnemend schijnen te ver slaan om te beredeneeren, dat buurman moet ontwapenen, maar dat zij zelf juist omwille van de veiligheid ^ich beter moe ien bewapenen. Het is trouwens met die veiligheid en die ontwapening juist als met de kip en het ei. Wat was er eerder de kip of het ei? Het ei? Maar dat moet eerst door de kip gelegd zijn. De kip? Maar deze komt uit het ei. Eerst ont wapenen zegt men, en dan volgt do vei ligheid vanzelf. Neen, zeggen anderen, wij ontwapenen niet voordat wij veilig heid hebben. Men noemt dat in de Logica: een vi- cieuse cirkel. Ontwapeningscmmissie. Lord Cecil heeft dezer dagen in de com missie ter voorbereiding Yan do ontwa pening een rede gehouden, waarin hij o.m. zcide: „Mijne heeren, zit nu niet zoo te- zwammen; laten wij wat doen. Anders cempromitteeren wij ons hopeloos.' Na tuurlijk sprak hij in* meer parlementaire bewoordingen; maar hij had groot gelijk. Want de heeren kletsen dat het eind er van weg is en als dat zoo doorgaat komt de ontwapening er nooit. „Ontwapening" zegt u, maar weet u wel wat ontwapening is? U meent het af schaffen der bewapening, maar wat is be wapening? Moet daaronder verstaan wor den: het leger? Zeker- dat op de eerste plaats; maar komt daarvoor in aanmer king het leger in oorlogstijd of ook het leger in vredestijd? En moet daaronder ook begrepen worden alles wat met de fabricatie van oorlogstuig in verband slaat? Doch wat staat daar mede niet in verband? Fabrieken, die in vredestijd uit sluitend goederen des vredes fabriceeren, kunnen in een oogwenk worden omgezet in fabrieken van oorlogstuig. Hoe moot het met die fabrieken? Men noemt dat met een geleerd woord „potentieele bewape ning", maar het is duidelijk, dat die po- lentieele bewapening zoo maar niet kan worden afgeschaft. Er zijn dienaangaande twee standpun ten. Er is de Britsche opvatting, volgens welke men ter bereiking van practische resultaten zich zou moeten bepalen tot het verkrijgen van een vermindering van de bestaande militaire machtsmiddelen Als men eens een begin maakte met do vermindering van de legermachten, en van de maritieme en luchtstrijdkrachten, zou or al veel gewonnen zijn. En als men dit naar evenredigheid doet zou in de be staande machtsverhoudingen weinig wor den gewijzigd en zou voldaan worden aan het volkenbondsartikel volgens hetwelk de nationale bewapeningen moeten worden verminderd lot het minimum, dat ver- eenigbaar is met de nationale veiligheid en de nakoming van internationale ver plichtingen bij gemeenschappelijk optreden Daar tegenover staat de Fransche op vatting, dat een dergelijke beperking van de bewapening niet zou zijn door te voe ren, omdat de evenredige vermindering van de oorlogstoerustingen een wat al te eenvoudige oplossing zou zijn van liet vraagstuk. De sterkte» van een land in geval van oorlog wordt volstrekt niet alleen bepaald door de strijdkrachten of bewapening waarover liet beschikt maar wordt even zeer bepaald, door andere, niet-militaire factoren, waarmee men dus bij do vast stelling van de weermacht rekening moet houden. Hoe spoedig kan een land in ge val van oorlog zich van do noodige oor logsmiddelen voorzien? De sterkte van liet leger en de hoeveelheid van do in vredes tijd beschikbare wapenen om ons eens uitsluitend tot do bewapening to land te bepalen zijn geen maatstaf voop^ het oorlogsvermogen van oen land. Zij die in verschillende opzichten industrieel, economisch enz. bij anderen achter staan, zouden tegenover dozen bij een evenredige vermindering van de vredes- effectieven zeer zeker in liet nadeel zijn. Men kan dus niet eenvoudig volstaan met een vermindering van de bewapening in lijd van vrede, er moeten voor deze vermindering met de verschillende niet militaire factoren rekening worden ge houden. In theorie is dat zeker voortreffelijk juist. Maar als men met alle, ook met de vrijwel onberekenbare factoren wil reke nen, die in mogelijk geval van oorlog de sterkte en het weerstandsvermogen van een land bepalen, zal men in de practijk nimmer tot een resultaat kunnen komen. En zou het een haast hopeloos begin nen zijn om aan den bewapeningswedstrijd een einde te maken. In de eerste zitting "van de voorberei dende conferentie is de tegenstelling al dadelijk aan hel licht gekomen. De militaire subcommissie heeft nu het eerste punt van de vragenlijst, wat onder bewapening moet worden verstaan, in studie genomen. Hierover zal men toch wel allereerst eens;, moeten zijii als men verder met vrucht over de beperking der „bewape ning" wil spreken. Na de algemeenc staking. In Groot-Briltamiië keert de normale toe stand geleidelijk terug. Er is tusschen do werkgevers en do meeste der bij de alge- meeno staking betrokken vakbonden thans overeenstemming verkregen, omtrent de hervatting van het werk en het weder in dienst stellen der stakers. Zoowel bij de spoorwegen als in de havens worden de arbeiders op de oude voorwaarden in dienst genomen, naar gelang er, weer werk komt hij het herstel van de normale toe standen. Van bijzondere beteekenis, zoowel bij de spoorwegen als in de havens, is dat de vakvereenigingen erkennen, zich door de algemeene staking te hebben schuldig ge maakt aan een onrechtmaligo daad jegens de werkgevers, wier wettelijke rechten we gens de gepleegde contractbreuk dan ook volkomen onaangetast blijven door de thans gesloten overeenkomsten. De vak vereenigingen verklaren niet weer aan lum leden order tot stakng te zullen ge ven, zonder voorafgaande onderhandelin gen met de werkgevers en geen directe actie hunner leden te zullen steunen. De mijnwerkers staken intusschen lustig verder. De stand van dat conflict do oorzaak van de algemeene staking is nog niets veranderd sinds 31 April. Bald win, de eerste minister, heeft met het be stuur der mijnwerkers geconfereerd en er op aangedrongen, dat de mijnwerkers genoegen zouden nemen met een onmid dellijke en algemeene verlagng van het minimumloon met 10 pet. Dit hebben de mijnwerkers geweigerd. Gook, de secreta ris der mijnwerkers, heeft thans het aan bod der Sovjets van 260.000 p. sterling, dat de raad van het Trade Unions Con gress voor de algemeene staking had ge weigerd, aanvaard. Die bolsjewieken zijn j toch wel ergens goed voor! Blijkens een telegram uit Berlijn drei gen de vakvereenigingen in Luxemburg ook al met een algemeene staking. Als dat ook zoo ongelukkig afloopt als in Enge land O p g e 1 o s t e crisissen. In Duitse h land is de regeoringscrisis ongelooflijk snel opgelost voor een Duit- scne crisis. In tegenstelling mot vorigo crisissen heeft men er thans slechts een paar dagen over gedaan. Alleen de rijks kanselier dr. Luther is uit de regeering. verwijderd en in zijn plaats is benoemd de Centrumman dr. Marx. Overigens zijn de oude ministers weer op hun plaats gekomen. Do nieuwe rijkskanselier, dr. M; rx, hoeft "Woensdag in den Duitsclieu Rijks dag de rogeeringsverklaring afgelegd. Nieuws kon zij uit den aard der zaak niet brengen. Men blijft voorloopig in afwach ting van het resultaat van do volksstem ming over de onteigening van do vorste lijke vermogens, zal intusschen trachten een bevredigende oplossing te vinden van do vlaggenquaeslie en overigens de zaken voortzetten op den ouden voet. In dezo omstandigheden werd door den Rijksdag een motie aangenomen, waarin acte werd genomen van de regeeringsverklaring en tot de orde van den dag werd overgegaan. Alleen de Völkischc en Communistische groepen stemden tegen deze motie, de Duitsch-nationalen onthielden zich van stemming, do overige partijen, ook de so ciaal-democraten, stemden voor. En daarop ging de Rijksdag tot zeven Juni naar huis. In België is^de minister^risis ook op gelost. Jaspar, katholiek oud-minister van buitcnlandsche zaken heeft een kabinet ge vormd van katholieken, socialisten en li beralen. De wisselkoers is al danig opgë- knapt. Voor hoelang? Polen. Do toestand in Polen is iels rustiger geworden. De socialistisch ge tinte maarschalk Pilsoeddki schijnt zijn gezag te zullen kunnen vestigen zonder verderen grooten strijd. Alleen een klein deel van het leger onder leiding van Pil- soedski's vijand, den katholieken generaal Josef Halier, die zich to Posen bevindt, tracht zich nog te verzetten. Pilsoodski heeft thans een nieuwe voor- loopige regeering ingesteld, de voorzitter van den Landdag treedt als president dor republiek op iit afwachting van de nieu we verkiezingen, welke den Polen een staatshoofd en een nieuwe wettige regoc- ring zullen moeten verschaffen. Zoo schijnt deze „revolutie" dus betrekkelijk onbloedig te zullen verloopen. Maar daarmee zijn de toestanden ijl Polen nog niet geconsolideerd. Er is een strijd ontbrand over de bijeenroeping van de Nationale Vergadering en de plaats waar zij bijeen zal komen. De historische verdecling die in do achllienda eeuw een einde maakte aan Polen's zelfstandigheid, heeft grenzen golrokkep, die nog niet ge heel uitgewisclit zijn. De elemenlen die zich om Pilsoedski hij zijn vroogeren vrij heidsstrijd in den oorlog schaarden, hebben de bovenhand te Warschau, maar te Po sen (het vroegere Duitsche Polen) en in Galicië (het vroegere Oostenrijkse lie Po len) hebben andere leiders liet heft in handen. Dit is een territoriale splitsing, maar dan is er nog de politieke. De ra dicale partijen, voornamelijk uit arbeiders on boegen bestaande, zijn geen "voorstan ders van een bijeenroep «ing van de Natio nale Vergadering en streven naar een dic tatuur. De partijen van de rechterzijde en het midden eischen de bijeenkomst van het lichaam te Posen, zoogenaamd om het aan militaire, invloeden te ontlvekken, maar generaal Josef Hallcr is duidelijk geneigd, om den uitslag van de staats greep to corrigeeren. Do 4 linksche partijen hebben Pilsoed ski tot candidaat gesteld voor het presi dentschap. IIJT DE OMGEVING OUD-ADE. Boerenleenbank. 2 5-jarig li e s t a a n. Wocn-dagavond had in café Van der Hulst alhier de algemeene ledenvergade ring plaats van de Coöp. Boerenleenbank afd. Rijpwelering, Oud-Ade en Kaag. De groote zaal was bij den aanvang der ver gadering reeds door vele leden met min ne dames gevuld en had in verband -niet liet 25-jarig bestaan van de Bank een feestelijk aanzien. Plafond en wanden wa ren met veelkleurige guirlandes versierd, lonvijl op de bestuurstafel cenigc fraaie bouquetten waren geplaatst. Nadat do voorzitter, do heer M. P. Verkley, de aan wezigen een hartelijk woord van wolkom bad toegeroepen en daarbij den wenscli bad uitgesproken dat deze vergadering een vlot verloop zou mogen hebben in ver band roet de te houden feestvcrgudcring en de aanwezigheid der dames, die als vanzelf sprekend aan de discussies toch niet konden deelnemen, werd met de agen da begonnen. Tot secretaris voor deze vergadering werd benoemd do heer Ver kley Jr. adjunct-kassier en lot 'St'-mopne- mers de heeren A. P. van der Geest en D. van der Heden. De notulen werden hierna gelezen en onveranderd vastgesteld. De rekening en balans over 1925 werd, nadat door den lieer C. Heemskerk, namens de commissie van onderzoek was medege deeld, dat de commissie de rekening met bescheideu in volkomen orde had aange troffen door de vergadering vastgesteld. Aan het finantieel verslag over 1925 ont- leenen we nog het volgende. In kas c.p 31' Dec. van liet vorig jaar fh5.034.79l. Ont vangen aan spaargelden f 379.214.(51Aan terugbetaalde voorschotten f 56.712,51. Ontvangen in loopende rekening van do medeleden, Centrale Bank en verkochte waarden in totaal f 336.597.19. Aan ronle van voorschuilen f 23.706.12, In loopeildc rekening f2712.40, van de Centrale Bank f 4026.11 en van coupons f 230.Diver se ontvangsten f 266.90. Alzoo in totaal I b48.530.98i. Terugb-tanldo spaargelden f 306.311.06L Gegeven voorschotten f 91.300. Uitgaven in loopende rekening tian medeleden en Centrale Rank f 371.107.68. Uitbetaalde rente aan spaargelden f24.939.05. In loopende re kening f370.25. Bijdrage Centr. Bank f 175.78. .Salaris Kassier f 1500. Diverse uilgaven f2111.67. Op reserve gebrachto winet f 2187.86. Stand der kas op 81 Dec. 1925 f 48.527.63. In totaal alzoo f 848.530.98L De heer E. P. Verkley, die wegens lid van liet bestuur periodiek moest aftreden, werd na gehouden stemming met 40 slem- men herkozen, evenzoo de lieer H. van der Hulst, die al.-, lid van den Raad van Toe zicht periodiek moest aftreden. Deze werd gekozen 'met 64 stemmen. Beide heeren dankton de vergadering voor liet in hen gestelde vertrouwen en namen hunne her benoeming aan. Hierna werd dezo verga dering door 'den voorzitter onder een woord van dnnlc gesloten. Hierna kregen we liet glanspunt van den avond, de feestvergadering der Bank ter gelegenheid van haar 25-jarig bestaan. Nadat de heer II. P. van der Geest de feestvergadering met pianospel liad inge leid. nam de beer Verkley het woord. Het is, aldus spi\, voor mij als directeur der B ink een aangename en eervolle taak, de le len met hunne eclitgenootcn bij gelegen heid van dit jubileum een hartelijk woord van welkom toe te roepen. In liet bijzon der richt .spr. een woord van welkom tot don edclachtbaren hoer burgemeester de zer gemeente, don gemeente-secretaris en lol de' afgevaardigden der zusterafdeelin- gen Oudc-Wctering en Roelofarendsvecn. Spr. wensclit de leden vau harte geluk met dit jubilé en spoort in een geestig spcechje alle aanwezigen aan om blijde en van harte feest tc vieren. Spr wijdt hierna cenigc woorden aan do nagedach tenis van den heer C. van der Hurk. den man die de Boerenleenbank alhier heeft opgericht en deelt do vergadering mede, dat bij hot bestuur een tweetal telegram men zijn ingekomen, n.I. een van de Cen trale Bank te Utrecht on een van een oud- ingezeteno van Rijpwelering, thans le Naaldwijk woonachtig, beide inhoudende warme gelnkwenschon in verband met dit heugelijk feit. Verder deelt de Voorzitter mede, dat de hoer Th. J. Yir, hoofdiiw specteur der Centrale Bank tot .:iju spijt wegens familieomstandigheden niet U-r vergadering kon aanwezig zijn, zood i! do door licm to houden feestrede jammer ge noeg nrhtonvogo moet blijven. Als blijk van waardeer:ug en belangstelling ii.i l hij aan de vergadering een schrijven l '.on- don, hetwelk getuigt van oen warm mede- loven van de Centra lo Bank niet do zo Bauk. In plaats van* «leze feestrede laten we dit schrijven in zijn geheel volgen: „Zeer tot mijn spijt ben ik wegens overlijden van mijn schoonvader heden avond verhinderd den feestavond ter her denking van het 25-jarig beslaan Uwer Bank bij te wonen. Ik dank U intusschen hartelijk vuur do vriendelijke uitnoodiging waaruit sprak een geest van onderling vertrouwen en waarin ik meende lo mogen zien een blijk van onderlinge goede samenwerking tus schen Uwe bank en de" centrale te Utrecht, welke ik zou vertegenwoordigen. Nog temeer doet. liet mij leed niet legen woordig te kunnen zijn, omdat meer dan met oenigc andere bank do centraie zich verbonden gevoelt, omdat mijn onvergeto- lijko voorganger, de lieer van der Hurk, welke in Uwe bank een dor voortrekkers was, ook de stuwende kracht is geweekt aan onzo Centrale Bank, welke door zijn werken en .streven tot zoo kraeliligen bloei on groolo hoogte werd gebracht. Ik kiwi dan ook niet nalaten, U van miju goedo mrening to getuigen door U, hij persoon lijke i(hindering mijne gelukwensehcu schriftelijk le doen toekomen. Want is het geen gelukwcnsch waard, dat U in Uw ge meente hebt een zoo krachtige bloeieudo Boerenleenbank, goed geleid cu bestuurd door de leden van Bestuur en ll&ad van, Toezicht en zorgzaam beheerd door eonl ijverigen en goud-eerlijken kassier; een' Boerenleenbank waarin allen, die Tr in binnengaan, veilig zijn voor de stormen welke er op baukgebied woed; n, hun zuur. verdiende spaarduihm veilig bewaar! weten en een gastvrij tehuis vinden, wan neer zo hongeren en dorsten naar een vr '- -diet. dut hun arbeid zal bevruchten. Van de groote hoogte v.aarop Uwe Boe renleenbank door de toewijding van Uwo beheerders i; gekomen, terugblikkende iu het verleden past liet hier wel een woord, van hartelijke hulde lo krengen aan hen die hun schouders in den heginne onder het werk gezet hebben en den weg ge baand voor hen, dio thans genieten van de vruchten welke do Bank afwerpt. Do stoere stichters verdienen do hulde eu dank van een steeds toenemend getal spaarders, die in de Bank con veilig toe vluchtsoord vonden voor do met hard wer ken verdiende spaarcenten. Een* woord van hulde vervolgens aan de leden van Bestuur en Baad van Toezicht, die zoo be langloos en met een zoo groote toewijding hun werkkracht en tijd ter beschikkino stellen om dit groote maatschappelijk be lang te steunen. Een woord van oprechte hartelijke hul de tot den kassier van Uwe Boerenleen bank, den ouden heer Krohbers, die zoo lange jaren en steeds met loffelijke ijver on nauwgezetheid zijne krachten en velo gaven iu dienst stelde van de Bank Wij, dio door onze Centrale welen, hoe veel werk er vcreischt wordt van een'kas sier van den omvang als de Uw* en die hel genoegen hadden meerdere maler, met Uwen kassier en zijn werk in aanraking' le komen, wij hebben in Uwen steeds bewonderd do liefde voor zijn werk zijn nauwgezette plichtsbetrachting mi zijn loffelijke ijver om alles in de puntjes in orde te hebben. Wij hopen dat ook allen in Uwe B •«ren-, leenbank dat op prijs zullen stelh n, Mot den wenscli uitsprekende dat nlh n, bestuurders, leden van den Raad van Toe zicht en ka-lier nog lang gespaard niog; blijven vyor deze Bank nn steeds roudrach tig zullen samenwerken om onder Gods Zegen steeds voorwaarts lo mogen gaan op don door dc stichters gebaanden weg, vervuld met een onwankelbaar vertrouwen on rotsvast geloof in de bloeiende toekomst van Uwe steeds zoo mooie en krachlign Boerenleenbank, eindig ik na U allen mi prettig feest toogewenscht te hebben" Hierna gaf spr. het woord aan den kas sier, den heer Cli. Krohbers, die in een aangename causerie liet ontstaan en d«» ontwikkeling van de Bank gedurende dn nfgcloopeii 25 jaar schetste. Ilieer IC robbers wenscli te allereerst van d ge legenheid gebruik te maken oni de leden FEUILLETON. „Wat wil je nu eigenlijk?" hoorde bij Thomson vragen. «Den tand! Den tahd moet ik hebben, of". «Wacht dan!" «Neen, dadelijk!" En opnieuw begon de worsteling. Op hetzelfde oogenblik opende Morti mer de deur. Hij vloog op Charles toe en gaf dezen zulk een slag op het achter hoofd, dat hij als bomijs in elkaar zakte. ..Zoo," zei hij, „die heeft voor een minuut of vijf genoog. Wat is hier ge beurd mijnheer?" Hijgend van inspanning rees Thomson np van den vloer. Yan vermoeidheid kon ij nog geen woord uitbrengen. Zijn edionde schonk hem een glas water in en Thomson dronk. Dat knapte hem wat op- Da i «Ik was gek dat ik hem vertri waren de eerste woorden, die hij ortimcr eenigszins verwijtend! «Laat me nog "erdoofd." drinken. Ik ben nog hr' - kwam juist op tijd, geloof ik. Maar daar wordt gebeld. Wie zal dgt ïu *'*r zijn?" Ben 'l 00§enblik daarna trad Jenny bin- HOOFDSTUK XXVIII. In gevaar. I „Wat een onverwachte samenloop van omstandigheden," dacht Thomson, toen hij Miss Wren zag binnenkomen. „Ik ge loof dat. er vandaag een eind aan de zaak zal komen. „Hoe kwam Jenny daar?" hoor ik vra gen. Toen Charles in do kamer trad, waarin ze was opgesloten, schrok ze geweldig. „Vlug! Kleed u!" riep hij haar bij 't binnentreden toe. „Ik zal u bij uw bruide gom brengen!" De gedachte, dat zij Willy zou ont moeten, deed" haar hart sneller kloppen. En waarom zou zij dozen man niet ge- 1 ooven? Hij was toch dezelfde, tot wien Willy zich, volgens het briefje van kapi tein Kathart, had moeten wenden? Snel zette ze haar hoed op, trok haar mantel aan en volgde hem naar beneden. Daar wenkte hij een rijtuig, dat hem met razende snelheid in de richting van den „Tempel" voerde. Onderweg praatte do zwartoog heel gewoon met haar en toonde zich zeer beleefd. Onder een donkere, ouderwetscke poort hield het rijtuig stil. Men steeg uit. „U hebt me maar te volgen, juffrouw," zei Charles en hij ging haar voor in een nauwe qang. Aan het einde daarvan ont sloot. hij een deur cn nu kwamen ze in een kamer met kale muren en die van zeer weinig meubelen voorzien was. Het was de woning waar Charles gewoonlijk ver bleef. „Wees zoo goed nu even te wachten, juffrouw, dan zal ik uw bruidegom waar schuwen, dat u hier is," zei hij lachend. Hij ging heen en Jenny hoorde, hoe hij de deur aan den buitenkant afsloot. Nu overviel haar en vreeselijke angst. Zij probeerde de deur open te doen. Het was niet mogelijk. Ze bonsde er met de vuisten tegen. Niemand hoorde haar. Ze keek naar de ramen. Die waren tamelijk hoog j en met ijzergaas voorzien. Ze zat weer opgesloten. Waarom? Toen ze een beetje kalmer was geworden, begon ze het vertrek eens beter te onder zoekon. Op den schoorsteenmantel vond ze een visitekaartje met don naam van Charles Kathart. Ook in een paar oude boeken vond ze dicnzclfden naam. Kathart? Dat was immers de naam van den kapitein, die Will.v uit de gevange nis hielp ontsnappenEn ook dé eerste man van mevrouw Kersten was een Kat hart! Zou dofte schavuit met het zwarte oogvcrbnnd Charles Kathart, dc eerste man van mevrouw Kersten zijn? Maar dat was immers onmogelijk! Dc man van Peggy Kathart moest toch gestorven zijn, voordat ze den heer Kersten had kunnen en mogen trouwen. En toch!Sommi ge menschen waren zoo slecht en Peggy Kathart achtte ze wel in staat zoonets te doen. Ze ging zitten en van overspanning viel ze in een lichten slaap, waaruit ze opge schrikt weer door het geluid van het slot dat. omgedraaid werd. Zij verwachtte stel lig Wjlly te zien. Hoe groot was evenwel hare verbazing en ontsteltenis, toen ze mevrouw Kersten voor zich zag staan. „Wat, jij hier!" riep deze met een stem, waaruit woede en jaloezie klonken. „Hoe kom jij hier, zeg! Hier in dc kamer van een lieer! Nu je mag het weten ook, in de kamer van mijn man!" „Van uw man?" „Ja, van mijn man! Zeg op, wat doe je hier? Gauw, of ik vermoord je." Als een furie vloog zo op Jenny toe. Deze vluchtte naar do deur, stiet die open, sprong de kamer uit cn wierp de deur achter zich in 't slot. Daarop zocht ze, bevond over al haar leden, den uitgang. Zc vond dien cn kwam in een nauw straatje, waar het al zoo donker was, dat zc bijna niets kon zien. Zc liep 'n poosje daarin voort en ontmoette een inan, aan wien zè vroeg den weg naar Jcrmin- straat te wijzen. Hij bracht haar in „een van de hoofdstraten, waar Jenny een koetsier wenkte, die haar afzette voor de woning van den heer Thomson, waar wij haar hebben zien binnentreden. Ze was nog zoo ontdaan, dat ze eerst geen geluid Jcon geven. Toen haar oog eindelijk viel op Charles Kathart, die nog altijd bewusteloos in oen stoel lag, kreeg ze haar spraak terug. „Dat is hij, dio snoodaard! D: .schurk!" „Ja, juffrouw Wrcn, dat komt uil, Dat is hij net!" Toen ondervroeg Thomson haai en zij vertelde wat er gebeurd was. „Hij nam mij mco om mij bij Willy te brengen, maar En dnn plotse!» - ndcr dm zin af te maken: ..Waar is hij? Toe, zeg het mij, als u het weet „Ir is zeer dapper geweest, juffrouw. Ik weet, waar Willy is en heel spoedig zult u hem zien. Geloof me." „Is dat heu8ch waar?" „Inderdaad. Ik heb u nog wat te vra gen, maar ik zie, dat onze vriend d iur bijkomt. Dien moet ik een beotje in den gaten houden." Hij belde en Mortimer verscheen. „Mortimer, je moet eens kijken of jo Slinger ziet. Stuur hem met zijn rijtuig naar den „Tempel" eerste deur recht*. Hij moet do dame medebrengen, die daar oj(gesloten is. Zij zal wel mcekommi, als je haar zegt, «lat de heer met liet zwarte oogvcrbund lmar dringend v,cnsclit te spreken." Charles, die onderwijl geheel tot zich- zclvon gekomen was, had dit alles ge- lioord cn mompelde een verwensehing. „En nu, juffrouw, vertel me mi nog eens alles, wat er gebeurd is. De heer Kathart zal zich dan kunnen verdedigen." Jenny wilde beginnen docli een doodo- lijkc bleekheid versj» «dddc zich over haar gelaat. Ze voelde zich onwel. Sedert «len vorige» dug lmd zc dan ook nog niets genuttigd. „Mortimer," zei Thomson tegen 'ijn bediende, dio juist wcor bioueng ine» was, „let even op Kathart." „Miss Wren, wilt gij even niet mij i- gaan, als gij kunt?" Thoii'su», die heel goed begreep, w.it Jenny scheelde, bracht haar naar «lo keuken, dekte de tafel cn in minder dan gen tijd zat Jenny aan den maaltijd. Hoo meer ze al, hoe meer zo ziel» hei 'ddo en toon ze klaar was, deelde ze Thomson alles mode, wat de oude Tiinmis icli tegen over haar had laten ontvallen. .(Slot volgt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1926 | | pagina 11