„Be LsitisÉ Couiani" Tweede Blad. DE VALSCHE TAND. lials af te snijden. In die G landen 19 de ondertcekening nog een wassen neus. De heer Van Rappard (V. B.) acht den landbouw in verband met de Arbeids wet, en bindend-verklaring van de collec tieve contracten een stop in socialistische richting en daartegen waarschuwt spr. crn- stig. De arbeidsduur in het landbouwbedrijf is niet te regelen omdat alles afhangt van het weer. De Minister van Arbeid, de hoer S 1 o t 0 maker de Bruine antwoordt. Er is een theoretische en een practischc groen van vragen die gesteld zijn. Het solidarisrae staat tegenover hot individualisme. Er moet een organische samenwerking zijn, die do Stoot leidt, om dat het sterk doorgevoerde individualismo tot een noodlottig einde leidt Organisatie is noodig en spr. begrijpt dat. de arbei ders hechten aan hun organisatie. Hot goed recht der vakbeweging dient allor- eerst erkend te worden, omdat die be weging het overleg brengt en leidt tot een beier levenspeil. Wij staan nog in een reeks van vragen en het is nog niet moge lijk alles op te lossen. Voor vele is nog geen antwoord gevonden en zelfs de hoor Veraart geeft toe dat wij nog zoekend zijn. Wij zullen nog iets moeten grijpen en spr. grijpt de vakbeweging als uit gangspunt. o.a. om te komen tot inper king van de overheidsbemoeiing, niet in den zin van het „laisser aller," maar om dat de overheid veel kan ovorlaten aan andere organen. De klacht is algemeen dat de Staat to uniform regelt als hij gaat regelen. De organisaties en do werkgevers en werknemers zullen veel zelf tot. stand kunnen brengen, gelijk verschillende par tijen meenen, al is het accent van hun op vatting wel eens verschillend. Spr. wijst o.a. op het amendement-Dresselhuys bij de behandeling van do arbeidswet waar in werd voorgesteld die bedrijven uit de Arbeidswet te schakelen, waarin een eol- loctief arbeidscontract is verkregen. Hier in ligt voor spr. het uitgangspunt voor publiekrechtelijke regeling van den arbeid, De collectieve contracten moeien het mogelijk maken dat de Rogeoring terug treedt. De civielrechtelijke regeling moot dus voorafgaan. Het advies van den Hoo- gen Raad van Arbeid is verschenen, waar mede voor spr. de zaak niet. uit is. De waarde van het advies ligt in de argumen ten en niet in de stommen-verhouding. Het opleggen van loonon aan onderne mingen is een moeilijke kwestie, die ern stig overwogen moet worden. Spr. kan niet meegaan met bindendver- klaring van collectieve contracten wan neer die ook omvatten bindendverklaring van loonen. Over de werkloosheidskwestie zal spr. thans niet sproken. Dat komt later wel. De kwestie van de conferentie to Gontwe is door den heer Boon ter sprake gebracht. Spr. meent, dat do competentie dier con ferentie ten opzichte van hot landvcrhuï- zersverkeer vast staat. Nopens de Arbeidswet zijn vele vragen gesteld. De aeht-nrendag acht spr. een be langrijk sociaal probleem. Dien te behou den is een sociaal belang, maar daartegen over kan het economisch belang slaan en het is de vraag hoe ver het één het ander kan tolereeren. Regeling der internatio nale productie is noodzakelijk, meent, do heer Stenhuis, maar het is geen kleinig heid, die hij daarmede vraagt. Zoolang dan echter do regeling niet is verkregen, moet, men zich aanpassen, maar dat wil de heer Stenhuis niet. We moeten zoeken naar het punt dat sociaal en economisch mogelijk is. Het economische leven loeft hier en daar weer op, maar men dient er voorzich tig mee te zijn. Voor het oogenblik gaat het practisch om de over werk vergunnin gen. Spr. heeft zijn standpunt dienaan gaande uiteengezet: hij ziet de feiten van de twee kanten, waarvan ze bezien moe ten worden. Het streven bestaat over te gaan naar do 48-urige week, als dit moge lijk is, als het sociaal mogelijk is. Met den toestand in het buitenland dient gere kend te worden en spr. heeft als bewinds man daarop te letten. De ovorwerkvergimningen worden zaak kundig gereven, heeft, do heer Korten- horst erkend en voor die verklaring is spr. dankbaar. Onrecht is de bewering van don heor Stenhuis, dat een God-zegen-den- greep bij de verleening wordt toegepast; onrecht is dat voor de hoofdambtenaren. Men moet bij de Arbeidswet niet verder UIT DE RADIO-WERELD Programma's voor Vrijdag 21 Mei. Hilversum 1050 M 12.erf 7.Politieberichten. 6.30—7.30 Fransehe eonvcrsali s door don heer Ch. Micho. 7.45 on 10.Persberichten. S.108.40 Lezing door don lm. r B)k- liorsl: Eet meer brood. 3-40 Concert. Het II.D.O.-orkest, onder leiding van Fr. Lupgens. Mei. Gusta Schoepmaker, mezzo-sopraan. Chris de Vos, tenor. D a v 0 n t r y 1000 M. 11.2012.50 Concert door het radio- kwartel. 12.501.20 Orgelbespeling door F. W. Sutton. 1.202.20 Lunchmuziok. 3.40 Lezing: Elementary French. 4.05 Concert door de People's concert society. 5.35 Kinderuurtje. 0.20 Dansmuziek. 7.10 Uittjeksel uit de radiobladen. 7.20 Tijdsein Big Ben. weerbericht, nieuws. Lezing: Seen on tho screen. 7.45 Pianocomposities van Liszt. 8Causerie. 8.20 De Minnehaha Amateur Minstrels. H. Sterndale. Bennett, piano. Koor van 90 mannen en knapen. 9.50 Tijdsein, weerbericht, nieuws. Le zing: Sex-how and when it is determined. 10.20 Concert door het Olof Sextet. 1). Smith, bariton. J 1,20 Dansmuziek van Hotel Metropole. 12.201.50 v.m. Dansmuziek van Ivett- ner's restaurant. „Radio-Paris" 1750 M, 12.50 Concert Lucien Paris (piano viool cello). 5.05 Jazzband Rem'* Andre. 8.50 Concert gewijd aan een I'ransch departement. Königswusterhausen 1300 M. 8.50 Kamermuziek. Hot Havemann- kwartet (2 violen, viola en cello). R. Schmidt, piano. 9.50 Eenacters „Die Starkerc". Strind- berg. „Der Hinterhaltige", Hein*. Brussel 487 en A n t nrèrpo n 265 M 8.20 Kamermuziek. 8.50 Lezing: Lo plus vieillo .11- du Brabant. 9.05 Gramofoonmuziek. 9.20 Literaire selectie. 10.20 Nieuwsberichten. M n s t 0 r 410 AI l.;£>2.50 VrooÜjk orkestconcert. 4.20 Lezing. 4.50 Kinderconcert. 5.50 Vocaal concert, orkest en o; raan. Opera-aria's. 7.208.Engelse lie les. 8.20 Concert door het «Stedelijk s! rijk- kwartet. 9.30 „Waun's Mailiifferl wolil", door orkest, koor en solisten. 10.4011.30 LdsSng: Dein Eijsei 1 in Gefabr. gaan dun practisch mogelijk is cn do Mi nister wordt dikwijls gekweld door de inoeilijko vraag hoo ver hij kan gaan. Nor maal acht spr. het dut do Arbeidswet op den duur voor allo categorieën zal geldon. maar wanneer niet in zeven jaren alles is bereikt, lnoet men niet verwachten, dat spr. het in zeven maanden kan klaar.«po len. Voor het verplegend personeel doen zich moeilijkheden voor, omdat er inrichtingen zouden zijn, die zich niet zouden kunnou handhaven. Er ligt oen voor-ontwerp, dat nog allo stadia moot doorloopcn. Wat do musici betreft, cr is een onder zoek ingcslold en spr. wacht bot onderzoek af. Spr. erkent dat do cisch van één vrijen dag zeer billijk is. Ieder zul dien eisch rechtvaardig vindon. Voor do bakkers-commissie hooft spr. geen voorzitter willen benoemen, omdat hij dit niet gewenscht vond. 11 ij hoopt dat belanghebbenden in dit bedrijf zelf een oplossing zullen vinden. De huisindustrie heeft spr.'s volle aan- Donderdag 20 Mei 1926 STADSNIEUWS R-K. KAMER-CENTRALE LEIDEN. -' Bij de heropening der vergadering wordt het presidium waargenomen door den lieer J. H. M. Balvers. (De heer Oost- dam is niet meerster vergadering). Bestuursverkiezing. Aan de orde is de bestuursverkiezing. Door eenige afgevaardigden wordt een pleidooi gevoerd voor bepaalde candida te», Medegedeeld wordt, dat de candida te». C. G. J. Alkemade (Noordwijk), A. M. Lucas (Oudewater), C. J- L. v. d. Meer (Noordwijk) A. Schölvinck (Warmond) en Th. B. J. Wilmer (Leiden) geen eventuee- le benoeming wenschen te aanvaarden. Herkozen worden de aftredende leden ide lieeren H. Bader (158), J. H. M. Bal vers (150), H. E. J. Bank (136),'A. C. v. Derkei (178), A. H. Boekraad (178), dr. 'A C. A. Hoffman (154), Th. A. Houdijk (168). J. H. Kaalo (141). P. T. Veelen- turf (154) en P. Warmerdam (149) en 3ls nieuwe leden de heeren J. P. v. Breu- kelen (Woerden), J. Schuyt (Veur) en J. P. Gouverneur (Sassenheim), resp. met 109. 105 en 79 stemmen. Voorzitter Bij de verkiezing van een voorzitter wordt gekozen de heer Geuverneur, bur gemeester .van Sassenheim. met 60 stem men (de heer Boekraad had 50. de heer 'Balvers 36 stemmen en over nog enkele andere candidaten waren de overige Blommen verdeeld). Als secretaris werd met algemeene Blommen herkozen de aftredende functio naris de heer v. Berkel. De Voorzitter, de lieer Balvers, brengt hartelijken dank aan de uit het bestuur gelreden leden, ,ai 1. den heer v. d. Meer uit Noordwijk en den heer de Boer uit Noordwijk voor wat 'deze voor de organisatie hebben gedaan. Reorganisatie-rapport. Aan de orde was nu de bespreking van het reorganisatie-rapport. Bij art. 2 (Doel en middelen) is door Leiden ingediend een amendement, om te lezen: „Het doel van de R. K. Staatspar tij is, te zorgen, dat de Katholieke begin selen in alle deelen van het Staatsbe stuur worden toegepast, enz*." De strek- king van dit amendement is. een redactie wijziging ter verduidelijking aan te bren gen. Het Bestuur neemt dit amendement over; de vergadering neemt het na dis- cusse aan met 131 tegen 51 stemmen. Bij art. 3 (Doel en middelen) stelt het beduur een aanvulling voor. n.l. f: „Het onderhouden van het noodige contact met en het steunen van Katholieke pro- pagandavereenigingen". Dit voorstel wordt zonder discessie en zonder hoof delijke stemming aangenomen. Bij art. 11 (Partijraad en Bondsverga dering) zijn verschillende amendementen ingediend. Het Bestuur stelt voor, om onder 5 de lel Iers a tot en met w te laten ver vallen (onder deze letters wordt genoemd een aantal adviseerende leden) .en daar voor te lezen: „25 personen, voortkomen de uit alle standen van ons Katholieke kiezerscorps, gekozen door de sub 1 ge noemden uit een voordracht van 50 per sonen,. opgemaakt door het Bondsbe- ètuur." Over dit amendement, dat namens het bestuur door den heer Boekraad wordt verdedigd, wordt door verschillende af gevaardigden het woord gevoerd. Het wordt ten slotte verworpen met 133 tegen 49 stemmen. Dan komt in behandeling een amende ment-Leiden, om onder f in plaats van de R. K. leden en plaatsverv. leden van den Hoogen Raad van Arbeid te lezen: ver tegenwoordigers van de vier groote elandsorganisaties; van ieder organisatie een gelijk aantal, door deze organisaties zelf aan te wijzen. Een amendement-Gou- FEUILLETON. 89) „Ik heb vernomen, dat hij zich bedronk en toen teekende als soldaat. Dat maakt de zaak heel wat moeilijker." ..Wel?» „Hij teekende onder een valschen naam. Dat is strafbaar, weet u, zeer strafbaar." „Goed en wel. Maar waar is hij nu. Is bij nog in York? Dat zult u wel weten. 'Hoor eens, kapitein," sprak Thomson nu ernstig, „u is nu in de gelegenheid om al- les te horstellen. Reis naar York en kijk (■ons, wat u voor hem doen kimt. Ik weet, dat hij u vertrouwt en hij denkt, dat u het izecr good met hem meent. Ik zal eenige •'egeltjes voor hem schrijven. Zoudt u die billen meenemen?" Na eenig nadenken verklaarde kapitein jbatliart zich bereid den wensch van «omson op te volgen en spoedig daarna scheidden ze in de beste verstandhouding. Zal misschien een uur later geweest 'jn, toen Mortimer binnentrad en zijn heer me ni.le, dat do man met hot zwarte ^>g- Wïr >and hem wenschte te spreken. Dit or}' Thomson niet vreemd. Hij had er al a f C1i half op gerekend. - '- fles Kathart werd toegelaten cn noodigde hem beleefd uit plaats r ie nemen. a 1 les was zeer opgewonden, hetgeen :T n toe^hreef aan de medcdeelingen, van zijn neef, den kapitein ontvan- m°est hebben. da en een motie-Boskoop van dezelfde l trekking worden ingetrokken. Het amendement-Leiderf wordt aangenomen met 135 tegen 46 stemmen. Het bestuur neemt over en de vergade ring neemt zonder discussie of hoofdelijke stemming aan een amendement-Leiden om daar waar gesproken wordt van voorzit ters van organisaties, als adviseerend lid van den Partijraad, te lezen „voorzitter of door de organisatie aan te wijzen plaats vervanger." Ook is bij dit artikel nog ingediend een amendement-Leiden, om de laatste alinea „De besluiten dor Bondsvergadering kun nen door den Partijraad worden vernio- tigd of gewijzigd" te doen vervallen. Dit amendement wordt door de vergadering aangenomen met 160 tegen 71 stemmen. De overige artikelen worden ongewijzigd aangenomen. Andere agenda-punten. Als bestuurslid en plaatsvervanger voor het Bestuur van den Algemeenen Bond van R. K. Rijkskieskringorganisaties in Nederland worden op voorstel van het bestuur aangewezen de voorzitter (de heer Gouverneur) en de nog aan te wijzen vice- voorzitter van de R. K. Kamer-Centrale Leiden. De vergadering kiest vervolgens als af gevaardigden en plaatsvervangers naar de Bondsvergadering, in 1920 resp. de heeren A. H. Boekraad, Th. Wilmer en A. Schöl vinck met als plaatsvervangers de heeren v. Berkel, Balvers en Stadhouder. Het be stuur wijst als afgevaardigde aan de hee ren H. I3ank, Th. Houdijk en P. Veelen- utrf met als plaatsvervangers de heeren dr. A. Hoffman, P. Warmerdam en J. v. Breukelen. Als verificateurs voor het boekjaar 1290 worden aangewezen de locale kiesvereen. Alphen, Boskoop en Hazerswoude. De contributie voor het boekjaar 1920 wordt voorloopig vastgesteld op 5 cents per lid voorloopig, want na de reorganisatie van den Bond zal dit bedrag hooger moéten worden. Het voorstel Leiden „De aangesloten Kiesvereenigingen geven hunne ledentallen óp vóór 1 April van ieder jaar" wordt door Leiden ingetrokken, wijl de secretaris van de Centrale de opgaaf van het leden tal aan het bondsbestuur jaarlijks in do maand Januari moet doen. De verdere agendapunten voor de a.s. Bondsvergadering gaven geen aanleiding tot discussie. Rondvraag. Bij de rondvraag brengt de heer Lie- verse (Hoogmade) ter 6prake de schade loosstelling voor Kamerleden en salariee- ring leden rechterlijke macht, voor welker wijziging hij een Grondwetsherziening zou wenschen. De heer Stadhouder (Zoeterwoudo) houdt een geestdriftig pleidooi voor het apologetisch maandblad „Het Schild", dat iedere Katholiek voor slechts 3 gld. per jaar zich behoort aan te schaffen, om zich in de kennis en verde diging der Katholieke beginselen princi pieel en degelijk to kunnen ontwikkelen. Verder brengt deze spreker nogmaals ter sprake het honorarium voor den se cretaris, dat hij veel te laag acht. Naar aanleiding van deze laatste opmerking wijst de penningm. op den financieelen toe stand van de kas; het bestuur zal de mo gelijkheid gaarne overwegen. Het bestuurslid de heer Veelenlurf brengt hulde aan den heer Balvers voor diens uitstekende leiding van de verga dering. Hoewel onvoorbereid, beeft hij de discussie in goede banen weten te houden, alle stroomingen tot haar recht laten ko men, iedereen zijn meening laten zeggen, niemand negeerend. Applaus onderstreepte deze volko men verdiende hulde. Hierna sloot de voorzitter de goed ge slaagde 'vergadering, na nog een speciaal woord van dank te hebben gesproken aan den zeereerw. heer pastoor v. Woerden en aan een vrouwelijke afgevaardigde uit Noordwijk voor hunne aanwezigheid. C. J. L. v. d. MEER. Met 'n enkel woord mogen wij hier wij zen op het feit, dat in het bestuur van do R. K. Kamer-Centrale Leiden gisteren niet herkozen is hij had zich niet meer herkiesbaar willen stellen .de heer G. J. L. v d. Meer, uit Noordwijk. Men sprak over allerlei onverschillige dingen. Maar opeens vroeg Charles: „Is de deur wel goed dicht, mijnheer Thomson?" Thomson keerde het hoofd naar de deur. Hierop had Charles gewacht. Hij sprong op, wierp zich als oen tijger op Thomson, wrong hem de keel dicht, zoodat hij bijna stikte, haalde toen eon fleschje uit den zak en hield hem dit geopend onder den neus. Toen verloor Thomson het bewustzijn en lag voor dood in zijn leuningstoel. HOOFDSTUK XXV. Het soldatenlied. Toen Willy te York in de kazerne kwam, nam hij zich voor ziju plicht van soldaat goed te vervullen. En dat deed hij. Eén ding viel hem evenwel moeilijk. Hij, de oudgediende en vroegere wachtmeester, moest zich houden, alsof hij recruut was en niets van den dienst wist en dat vergat hij wel eens. „Zeg", zei de sergeant, die de recruten moest africhten, „zeg, Redley, wüt ben jij vroeger geweest?" „Schrijver, sergeant." „Schrijver, 't Mocht wat! Maak dat an deren wijs, maar mij niet. Ik zou zeggen, dat. je al meer gediend hadt." Gelukkig vroeg de sergeant niet verder. Maar daar was ook nog een korporaal, die, naar het scheen, Willy niet erg graag mocht lijden. Het was een akelige, verve lende kerel, aan.wien allen het land had den. Het scheen, dat deze zich voorgeno men had Willy er in te laten loopen. Op zekeren morgen commandeerde hij Willy, dat deze zijn paard zou roskam men. Do heer v. d. Meer wil blijkbaar zijn politieke werkzaamheden, voor 'n deel al thans, neerleggen, om ze door jongeren te laten overnemen. De arbeidskracht en de arbeidslust van den heer v. d. Meer zijn nog zoo sterk en frisch, dat van 'n af staan van het werk aan jongeren, omdat deze er beter berekend voor zouden zijn, geen sprake is; integendeel deze missen de rijpe ondervinding, die hij aan een nog jeugdigen ijver weet te paren. Maar toch mag de veteraan in do politieke be weging op een otium, op rust aanspraak maken; hij mag dat, omdat hot is een otium cum dignitate, een wèlver- diende rust. Hij heeft ongeveer veertig jaren deel uitgemaakt van de R. K. Centrale Kiesver., de laatste jaren van de R. K. Kamer-Centrale, voordien van de R. K. Centrale Katwijk-Leiderdorp; en van de laatste vereeniging heeft hij meer dere jaren, in een vaak politiek-bewogen tijd, het voorzitterschap waargenomen. Erkentelijkheid voor veertig jaren toe- gewijden bestuursarbeid in onze Katho lieke politieke organisatie ia zeker niet misplaatst! STATEM-SEMERAflL TWEEDE KAMER. Avondvergadering van Dinsdag. Begrooting van Arbeid. De besprekingen betreffende Hoofdstuk X (Arbeid) der Staatsbegrooting over 1926, worden voortgezet. De heer Schaper (S. D.) spreekt de hoop uit, dat deze Minister veel tot stand zal kunnen brengen ten bate van den ar beiders. Spr. wijst den Minister op het probleem der huisindustrie, waarin nog veel misstan den bestaan. Vervolgens drukt hij den Minister op het hart eens den toestand der toon kunstenaren na te gaan. De lieer Van den Tempel (S. D.) pleit voor een wettelijke regeling in zake een werkloosheidsverzekering. Do heer Boon (V. B.) botreurt het, dat Minister Kooien is heengegaan en zag de zen Minister met gemengde gevoelens op treden. Gelukkig heeft deze Minister nog al goede antwoorden gegeven op aan hem gestalde vragen, o.a. ten aanzien van de overwerkvergunningen. Er is bij den Mi nister aangedrongen op "stopzetten van die vergunningen, hetgeen naar spr. onmoge lijk is omdat de toestanden in de industrie nog verre van gunstig zijn. Er wordt voor al door het N. V. V. krachtig geageerd te gen die vergunningen. Spr. vindt dat niet verstandig en hij juicht het toe dat de Mi nister een ander standpunt heeft ingeno men. Niet toestaan van de overwerkver gunningen moet ten gevolge hebben dat de bedrijven niet loonend zijn te exploiteeren en dat het aantal arbeiders verminderd moet worden. Spr. licht dit toe met cij fers omtrent de Wilton-fabrieken. Van verschillende zijden is aangedron gen op uitbreiding van de Arbeidswet voor vele categorieën. Spr. wijst eens op de chauffeurs; voor hen verwart men dienst tijd en arbeidstijd, die voor deze perso nen zeer verschillend zijn. De heer Marchant (V. D.)Precies als voor Kamerleden! De heer Boon (V. B.) wijst er op dat uit de kringen der arbeiders zelf verzet komt tegen do Arbeidswet. Tegen den doo denden regel komt ten slotte het volk zelf op. Een uniformen 8-urendag acht spr. geen schoone illusie. Ton aanzien van de goedkeuring dor col lectieve arbeidscontracten moge de Minis ter eens ter dege nagaan hoe de adviezen daarover zijn. De internationale Arbeidsconfcrentie te Genéve gaat naar spr.'s oordeel haar be voegdheid te buiten bij het toezicht op het landverhuizersverkoer. Het gaat ver der dan uitbreiding van den inspectie en spr. hoopt dat onze vertegenwoordigers daartegen zullen opkomen. Wat de conferentie te Washington be treft, van de 56 Staten zijn er 6 kleine die geratificeerd hebben, maar het zijn juist degene, die haast geen industrie hebben. Zoolang niet alle landen bereid zijn om te teekenen, kan Nederland niet voorgaan want het zou gelijk staan met zich den „Dat kan niet, korporaal," antwoordde Willy, „ik heb liet zeer druk en dan heeft de sergeant mij gevraagd, of..." „Wat zijn dat voor praatjes! Je lioort toch, wat ik zeg! Neem je in acht kerel, of ik geef je arrest." „Ik weet best, wat ik doen of laten moet", zei Willy zonder nadenken. „Een sergeant kan zooieta bevelen, maar een korporaal niet." „Zoo!" riep de korporaal, „dat weet je dus al. Ik geloof zeker, dat je nog veel meer weet." „Misschien wel." Oogenschijnlijk was hiermede de zaak afgeloopen, maar toen Willy 's middags op de slaapaal kwam, snapte hij don korpo- Taal, die bezig was zijn boeltje na te zoe ken. Willy was daarom zoo wijs dadolijk zijn paspoort naar Thomson to zenden, waaruit deze tegelijkertijd te weten kwam, dat hij zich in York ophield. Hij had daar zeer goed aan gedaan, want dienzelfden avond gebeurde er iets bijzonders. Willy liep alleen op het kazerneplein. Allerlei gedachten dwarrelden door zijn hoofd. Maar liet meest hield hij zich mot Jenny bezig. Waar we ze? Wat deed zo? Hield ze nog van hem, of had zo hem reeds vergeten? Hoe het kwam, wist hij niet, maar een plotselinge angst makte zich van hem meester. Hij kon het niet langer al leen uithouden. Hij moest menschen zien, gezelschap hebben en vluchtte naar de cantine. Daar ging het dien avond buiten gewoon vroolijk toe. Een paar recruten, pas aangeworven, verteerden hun handgeld en trakteerden hun kameraden. Toen "Willy binnenkwam^ werd hij dadelijk in den kring gehaald. Hij moest meedoen, mee drinken, meeklinken. „Bedleyl" riep de korporaal op eens. Willy hoorde het niet eens. Hij was op dat oogenblik vergeten, dat hij Redley heette. „Wat donder!" vloekte de korporaal. „Die vont kont zijn eigen naam niet eens. Ik geloof nooit, dat hij zoo heet." Nu" bedacht Willy zich. „Meent u mij, korporaal?" vroeg hij. „Ik was in de ver onderstelling, dat hier nog een Redley wns. Ik heet Robert Redley." Allen schoten in een lach. Eindelijk verdwenen Willy's sombere ge dachten. De vroolijko omgeving cn do drank deden hem alles vergeten on oogen schijnlijk was hij de vroegere, opgewekte Willy Lomas. Sommigen hadden opgemerkt, dat Willy, als men een lied zong, niet alleen ijverig meedeed, maar ook, dat hij 'n mooie stem had. Men drong bij hem aan. dat hij een lied ten beste zou geven. Eerst wilde hij hiervan niets weton, maar ten laatste be zweek hij voor het verlangen zijnor kame raden. Hij zette zich in postuur en zong op verdienstelijke wijze een lied, dat alleen in zijn vroeger regiment bekend was: do stervende lansier. Er heerschto onder het zingen een doodsche stilte en het lied klonk van uit de cantine tot in de gangen der kazerne. Nauwelijks was het geëindigd, of do deur werd eensklaps opengedaan on men hoorde iemand met heldore, duidelijke stem vragen: „Wie heeft hier dat lied gezongen?" In hot deurgat stond, tot ieders verba zing, de kolonel on daarnaast een vreem de overste. Deze had de vraag gedaan. Alle aanwezigen waren opgesprongen m stonden in militaire houding. „Ik dacht, dat mon «lat lied alleen zong in mijn vroeger regimont, hel 90s to van de lansiers", zei de vreemdeling. „Wie was de zanger?" vroeg nu do ko lonel. „Deze recruut hier, kolonel", antwoordde de korporaal. Willy trad naar voren, bleek als con doek. „Wut! Deze recruut!" riop de vreemde ling Willy strak aanziende. „Maar, wat drommel! Ik moet je kennon! Bon jij niet Lomas, vroeger wachtmeester bij het 99ste?" Onder de aanwezigen ontstond eenige opschudding bij hot hooren van dien naam. Zelfs de korporaal kreeg een beetje respect voor Willy. „Ja, kolonel Methuen", antwoordde Lo mas op zachten loon. „Ik kan liet niet boo ten to liegen, ik heet Lomas." „Dus dan ben je eigenlijk een oud sol- daal", vroeg Willy's oversto mol gefronst voorhoofd. „Een een zeer goed soldaat ook!" riep overste Methuen. „Maar, wat drommelk Hoo kom jo hier?" Met Willy's zclfbchcorschi»" was hel ur. gedaan. Hij liet zich op een bank valloiij verborg het gelaat in beide handen er stamelde: „Ik weel het niet - - ik weet het werke lijk niet." De beide bevelhebbers keken olkaai vciv (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1926 | | pagina 3