„Be LsitisÉ Couiani"
Tweede Blad.
DE VALSCHE TAND.
lials af te snijden. In die G landen 19 de
ondertcekening nog een wassen neus.
De heer Van Rappard (V. B.) acht
den landbouw in verband met de Arbeids
wet, en bindend-verklaring van de collec
tieve contracten een stop in socialistische
richting en daartegen waarschuwt spr. crn-
stig.
De arbeidsduur in het landbouwbedrijf
is niet te regelen omdat alles afhangt van
het weer.
De Minister van Arbeid, de hoer S 1 o t 0
maker de Bruine antwoordt. Er is
een theoretische en een practischc groen
van vragen die gesteld zijn.
Het solidarisrae staat tegenover hot
individualisme. Er moet een organische
samenwerking zijn, die do Stoot leidt, om
dat het sterk doorgevoerde individualismo
tot een noodlottig einde leidt Organisatie
is noodig en spr. begrijpt dat. de arbei
ders hechten aan hun organisatie. Hot
goed recht der vakbeweging dient allor-
eerst erkend te worden, omdat die be
weging het overleg brengt en leidt tot
een beier levenspeil. Wij staan nog in een
reeks van vragen en het is nog niet moge
lijk alles op te lossen. Voor vele is nog
geen antwoord gevonden en zelfs de hoor
Veraart geeft toe dat wij nog zoekend
zijn. Wij zullen nog iets moeten grijpen
en spr. grijpt de vakbeweging als uit
gangspunt. o.a. om te komen tot inper
king van de overheidsbemoeiing, niet in
den zin van het „laisser aller," maar om
dat de overheid veel kan ovorlaten aan
andere organen. De klacht is algemeen
dat de Staat to uniform regelt als hij gaat
regelen. De organisaties en do werkgevers
en werknemers zullen veel zelf tot. stand
kunnen brengen, gelijk verschillende par
tijen meenen, al is het accent van hun op
vatting wel eens verschillend. Spr. wijst
o.a. op het amendement-Dresselhuys bij
de behandeling van do arbeidswet waar
in werd voorgesteld die bedrijven uit de
Arbeidswet te schakelen, waarin een eol-
loctief arbeidscontract is verkregen. Hier
in ligt voor spr. het uitgangspunt voor
publiekrechtelijke regeling van den arbeid,
De collectieve contracten moeien het
mogelijk maken dat de Rogeoring terug
treedt. De civielrechtelijke regeling moot
dus voorafgaan. Het advies van den Hoo-
gen Raad van Arbeid is verschenen, waar
mede voor spr. de zaak niet. uit is. De
waarde van het advies ligt in de argumen
ten en niet in de stommen-verhouding.
Het opleggen van loonon aan onderne
mingen is een moeilijke kwestie, die ern
stig overwogen moet worden.
Spr. kan niet meegaan met bindendver-
klaring van collectieve contracten wan
neer die ook omvatten bindendverklaring
van loonen.
Over de werkloosheidskwestie zal spr.
thans niet sproken. Dat komt later wel.
De kwestie van de conferentie to Gontwe
is door den heer Boon ter sprake gebracht.
Spr. meent, dat do competentie dier con
ferentie ten opzichte van hot landvcrhuï-
zersverkeer vast staat.
Nopens de Arbeidswet zijn vele vragen
gesteld. De aeht-nrendag acht spr. een be
langrijk sociaal probleem. Dien te behou
den is een sociaal belang, maar daartegen
over kan het economisch belang slaan en
het is de vraag hoe ver het één het ander
kan tolereeren. Regeling der internatio
nale productie is noodzakelijk, meent, do
heer Stenhuis, maar het is geen kleinig
heid, die hij daarmede vraagt. Zoolang dan
echter do regeling niet is verkregen, moet,
men zich aanpassen, maar dat wil de heer
Stenhuis niet. We moeten zoeken naar het
punt dat sociaal en economisch mogelijk
is. Het economische leven loeft hier en
daar weer op, maar men dient er voorzich
tig mee te zijn. Voor het oogenblik gaat
het practisch om de over werk vergunnin
gen. Spr. heeft zijn standpunt dienaan
gaande uiteengezet: hij ziet de feiten van
de twee kanten, waarvan ze bezien moe
ten worden. Het streven bestaat over te
gaan naar do 48-urige week, als dit moge
lijk is, als het sociaal mogelijk is. Met
den toestand in het buitenland dient gere
kend te worden en spr. heeft als bewinds
man daarop te letten.
De ovorwerkvergimningen worden zaak
kundig gereven, heeft, do heer Korten-
horst erkend en voor die verklaring is spr.
dankbaar. Onrecht is de bewering van don
heor Stenhuis, dat een God-zegen-den-
greep bij de verleening wordt toegepast;
onrecht is dat voor de hoofdambtenaren.
Men moet bij de Arbeidswet niet verder
UIT DE RADIO-WERELD
Programma's voor Vrijdag 21 Mei.
Hilversum 1050 M
12.erf 7.Politieberichten.
6.30—7.30 Fransehe eonvcrsali s door
don heer Ch. Micho.
7.45 on 10.Persberichten.
S.108.40 Lezing door don lm. r B)k-
liorsl: Eet meer brood.
3-40 Concert. Het II.D.O.-orkest, onder
leiding van Fr. Lupgens. Mei. Gusta
Schoepmaker, mezzo-sopraan. Chris de
Vos, tenor.
D a v 0 n t r y 1000 M.
11.2012.50 Concert door het radio-
kwartel.
12.501.20 Orgelbespeling door F. W.
Sutton.
1.202.20 Lunchmuziok.
3.40 Lezing: Elementary French.
4.05 Concert door de People's concert
society.
5.35 Kinderuurtje.
0.20 Dansmuziek.
7.10 Uittjeksel uit de radiobladen.
7.20 Tijdsein Big Ben. weerbericht,
nieuws. Lezing: Seen on tho screen.
7.45 Pianocomposities van Liszt.
8Causerie.
8.20 De Minnehaha Amateur Minstrels.
H. Sterndale. Bennett, piano. Koor van
90 mannen en knapen.
9.50 Tijdsein, weerbericht, nieuws. Le
zing: Sex-how and when it is determined.
10.20 Concert door het Olof Sextet. 1).
Smith, bariton.
J 1,20 Dansmuziek van Hotel Metropole.
12.201.50 v.m. Dansmuziek van Ivett-
ner's restaurant.
„Radio-Paris" 1750 M,
12.50 Concert Lucien Paris (piano viool
cello).
5.05 Jazzband Rem'* Andre.
8.50 Concert gewijd aan een I'ransch
departement.
Königswusterhausen 1300 M.
8.50 Kamermuziek. Hot Havemann-
kwartet (2 violen, viola en cello). R.
Schmidt, piano.
9.50 Eenacters „Die Starkerc". Strind-
berg. „Der Hinterhaltige", Hein*.
Brussel 487 en A n t nrèrpo n 265 M
8.20 Kamermuziek.
8.50 Lezing: Lo plus vieillo .11- du
Brabant.
9.05 Gramofoonmuziek.
9.20 Literaire selectie.
10.20 Nieuwsberichten.
M n s t 0 r 410 AI
l.;£>2.50 VrooÜjk orkestconcert.
4.20 Lezing.
4.50 Kinderconcert.
5.50 Vocaal concert, orkest en o; raan.
Opera-aria's.
7.208.Engelse lie les.
8.20 Concert door het «Stedelijk s! rijk-
kwartet.
9.30 „Waun's Mailiifferl wolil", door
orkest, koor en solisten.
10.4011.30 LdsSng: Dein Eijsei 1
in Gefabr.
gaan dun practisch mogelijk is cn do Mi
nister wordt dikwijls gekweld door de
inoeilijko vraag hoo ver hij kan gaan. Nor
maal acht spr. het dut do Arbeidswet op
den duur voor allo categorieën zal geldon.
maar wanneer niet in zeven jaren alles is
bereikt, lnoet men niet verwachten, dat
spr. het in zeven maanden kan klaar.«po
len.
Voor het verplegend personeel doen zich
moeilijkheden voor, omdat er inrichtingen
zouden zijn, die zich niet zouden kunnou
handhaven. Er ligt oen voor-ontwerp, dat
nog allo stadia moot doorloopcn.
Wat do musici betreft, cr is een onder
zoek ingcslold en spr. wacht bot onderzoek
af. Spr. erkent dat do cisch van één vrijen
dag zeer billijk is. Ieder zul dien eisch
rechtvaardig vindon.
Voor do bakkers-commissie hooft spr.
geen voorzitter willen benoemen, omdat
hij dit niet gewenscht vond. 11 ij hoopt dat
belanghebbenden in dit bedrijf zelf een
oplossing zullen vinden.
De huisindustrie heeft spr.'s volle aan-
Donderdag 20 Mei 1926
STADSNIEUWS
R-K. KAMER-CENTRALE LEIDEN.
-' Bij de heropening der vergadering
wordt het presidium waargenomen door
den lieer J. H. M. Balvers. (De heer Oost-
dam is niet meerster vergadering).
Bestuursverkiezing.
Aan de orde is de bestuursverkiezing.
Door eenige afgevaardigden wordt een
pleidooi gevoerd voor bepaalde candida
te», Medegedeeld wordt, dat de candida
te». C. G. J. Alkemade (Noordwijk), A.
M. Lucas (Oudewater), C. J- L. v. d. Meer
(Noordwijk) A. Schölvinck (Warmond) en
Th. B. J. Wilmer (Leiden) geen eventuee-
le benoeming wenschen te aanvaarden.
Herkozen worden de aftredende leden
ide lieeren H. Bader (158), J. H. M. Bal
vers (150), H. E. J. Bank (136),'A. C. v.
Derkei (178), A. H. Boekraad (178), dr.
'A C. A. Hoffman (154), Th. A. Houdijk
(168). J. H. Kaalo (141). P. T. Veelen-
turf (154) en P. Warmerdam (149) en
3ls nieuwe leden de heeren J. P. v. Breu-
kelen (Woerden), J. Schuyt (Veur) en J.
P. Gouverneur (Sassenheim), resp. met
109. 105 en 79 stemmen.
Voorzitter
Bij de verkiezing van een voorzitter
wordt gekozen de heer Geuverneur, bur
gemeester .van Sassenheim. met 60 stem
men (de heer Boekraad had 50. de heer
'Balvers 36 stemmen en over nog enkele
andere candidaten waren de overige
Blommen verdeeld).
Als secretaris werd met algemeene
Blommen herkozen de aftredende functio
naris de heer v. Berkel. De Voorzitter, de
lieer Balvers, brengt hartelijken dank
aan de uit het bestuur gelreden leden,
,ai 1. den heer v. d. Meer uit Noordwijk en
den heer de Boer uit Noordwijk voor wat
'deze voor de organisatie hebben gedaan.
Reorganisatie-rapport.
Aan de orde was nu de bespreking van
het reorganisatie-rapport.
Bij art. 2 (Doel en middelen) is door
Leiden ingediend een amendement, om te
lezen: „Het doel van de R. K. Staatspar
tij is, te zorgen, dat de Katholieke begin
selen in alle deelen van het Staatsbe
stuur worden toegepast, enz*." De strek-
king van dit amendement is. een redactie
wijziging ter verduidelijking aan te bren
gen. Het Bestuur neemt dit amendement
over; de vergadering neemt het na dis-
cusse aan met 131 tegen 51 stemmen.
Bij art. 3 (Doel en middelen) stelt het
beduur een aanvulling voor. n.l. f: „Het
onderhouden van het noodige contact
met en het steunen van Katholieke pro-
pagandavereenigingen". Dit voorstel
wordt zonder discessie en zonder hoof
delijke stemming aangenomen.
Bij art. 11 (Partijraad en Bondsverga
dering) zijn verschillende amendementen
ingediend.
Het Bestuur stelt voor, om onder 5 de
lel Iers a tot en met w te laten ver
vallen (onder deze letters wordt genoemd
een aantal adviseerende leden) .en daar
voor te lezen: „25 personen, voortkomen
de uit alle standen van ons Katholieke
kiezerscorps, gekozen door de sub 1 ge
noemden uit een voordracht van 50 per
sonen,. opgemaakt door het Bondsbe-
ètuur."
Over dit amendement, dat namens het
bestuur door den heer Boekraad wordt
verdedigd, wordt door verschillende af
gevaardigden het woord gevoerd.
Het wordt ten slotte verworpen met
133 tegen 49 stemmen.
Dan komt in behandeling een amende
ment-Leiden, om onder f in plaats van de
R. K. leden en plaatsverv. leden van den
Hoogen Raad van Arbeid te lezen: ver
tegenwoordigers van de vier groote
elandsorganisaties; van ieder organisatie
een gelijk aantal, door deze organisaties
zelf aan te wijzen. Een amendement-Gou-
FEUILLETON.
89)
„Ik heb vernomen, dat hij zich bedronk
en toen teekende als soldaat. Dat maakt
de zaak heel wat moeilijker."
..Wel?»
„Hij teekende onder een valschen naam.
Dat is strafbaar, weet u, zeer strafbaar."
„Goed en wel. Maar waar is hij nu. Is
bij nog in York? Dat zult u wel weten.
'Hoor eens, kapitein," sprak Thomson nu
ernstig, „u is nu in de gelegenheid om al-
les te horstellen. Reis naar York en kijk
(■ons, wat u voor hem doen kimt. Ik weet,
dat hij u vertrouwt en hij denkt, dat u het
izecr good met hem meent. Ik zal eenige
•'egeltjes voor hem schrijven. Zoudt u die
billen meenemen?"
Na eenig nadenken verklaarde kapitein
jbatliart zich bereid den wensch van
«omson op te volgen en spoedig daarna
scheidden ze in de beste verstandhouding.
Zal misschien een uur later geweest
'jn, toen Mortimer binnentrad en zijn heer
me ni.le, dat do man met hot zwarte ^>g-
Wïr >and hem wenschte te spreken. Dit
or}' Thomson niet vreemd. Hij had er al
a f C1i half op gerekend.
- '- fles Kathart werd toegelaten cn
noodigde hem beleefd uit plaats
r ie nemen.
a 1 les was zeer opgewonden, hetgeen
:T n toe^hreef aan de medcdeelingen,
van zijn neef, den kapitein ontvan-
m°est hebben.
da en een motie-Boskoop van dezelfde
l trekking worden ingetrokken. Het
amendement-Leiderf wordt aangenomen
met 135 tegen 46 stemmen.
Het bestuur neemt over en de vergade
ring neemt zonder discussie of hoofdelijke
stemming aan een amendement-Leiden om
daar waar gesproken wordt van voorzit
ters van organisaties, als adviseerend lid
van den Partijraad, te lezen „voorzitter of
door de organisatie aan te wijzen plaats
vervanger."
Ook is bij dit artikel nog ingediend een
amendement-Leiden, om de laatste alinea
„De besluiten dor Bondsvergadering kun
nen door den Partijraad worden vernio-
tigd of gewijzigd" te doen vervallen. Dit
amendement wordt door de vergadering
aangenomen met 160 tegen 71 stemmen.
De overige artikelen worden ongewijzigd
aangenomen.
Andere agenda-punten.
Als bestuurslid en plaatsvervanger voor
het Bestuur van den Algemeenen Bond
van R. K. Rijkskieskringorganisaties in
Nederland worden op voorstel van het
bestuur aangewezen de voorzitter (de heer
Gouverneur) en de nog aan te wijzen vice-
voorzitter van de R. K. Kamer-Centrale
Leiden.
De vergadering kiest vervolgens als af
gevaardigden en plaatsvervangers naar de
Bondsvergadering, in 1920 resp. de heeren
A. H. Boekraad, Th. Wilmer en A. Schöl
vinck met als plaatsvervangers de heeren
v. Berkel, Balvers en Stadhouder. Het be
stuur wijst als afgevaardigde aan de hee
ren H. I3ank, Th. Houdijk en P. Veelen-
utrf met als plaatsvervangers de heeren
dr. A. Hoffman, P. Warmerdam en J. v.
Breukelen.
Als verificateurs voor het boekjaar 1290
worden aangewezen de locale kiesvereen.
Alphen, Boskoop en Hazerswoude.
De contributie voor het boekjaar 1920
wordt voorloopig vastgesteld op 5
cents per lid voorloopig, want na de
reorganisatie van den Bond zal dit bedrag
hooger moéten worden.
Het voorstel Leiden „De aangesloten
Kiesvereenigingen geven hunne ledentallen
óp vóór 1 April van ieder jaar" wordt
door Leiden ingetrokken, wijl de secretaris
van de Centrale de opgaaf van het leden
tal aan het bondsbestuur jaarlijks in do
maand Januari moet doen.
De verdere agendapunten voor de a.s.
Bondsvergadering gaven geen aanleiding
tot discussie.
Rondvraag.
Bij de rondvraag brengt de heer Lie-
verse (Hoogmade) ter 6prake de schade
loosstelling voor Kamerleden en salariee-
ring leden rechterlijke macht, voor welker
wijziging hij een Grondwetsherziening zou
wenschen.
De heer Stadhouder (Zoeterwoudo)
houdt een geestdriftig pleidooi voor het
apologetisch maandblad „Het Schild",
dat iedere Katholiek voor slechts 3
gld. per jaar zich behoort aan te
schaffen, om zich in de kennis en verde
diging der Katholieke beginselen princi
pieel en degelijk to kunnen ontwikkelen.
Verder brengt deze spreker nogmaals
ter sprake het honorarium voor den se
cretaris, dat hij veel te laag acht. Naar
aanleiding van deze laatste opmerking
wijst de penningm. op den financieelen toe
stand van de kas; het bestuur zal de mo
gelijkheid gaarne overwegen.
Het bestuurslid de heer Veelenlurf
brengt hulde aan den heer Balvers voor
diens uitstekende leiding van de verga
dering. Hoewel onvoorbereid, beeft hij de
discussie in goede banen weten te houden,
alle stroomingen tot haar recht laten ko
men, iedereen zijn meening laten zeggen,
niemand negeerend.
Applaus onderstreepte deze volko
men verdiende hulde.
Hierna sloot de voorzitter de goed ge
slaagde 'vergadering, na nog een speciaal
woord van dank te hebben gesproken aan
den zeereerw. heer pastoor v. Woerden
en aan een vrouwelijke afgevaardigde uit
Noordwijk voor hunne aanwezigheid.
C. J. L. v. d. MEER.
Met 'n enkel woord mogen wij hier wij
zen op het feit, dat in het bestuur van do
R. K. Kamer-Centrale Leiden gisteren
niet herkozen is hij had zich niet meer
herkiesbaar willen stellen .de heer G.
J. L. v d. Meer, uit Noordwijk.
Men sprak over allerlei onverschillige
dingen. Maar opeens vroeg Charles: „Is de
deur wel goed dicht, mijnheer Thomson?"
Thomson keerde het hoofd naar de deur.
Hierop had Charles gewacht. Hij sprong
op, wierp zich als oen tijger op Thomson,
wrong hem de keel dicht, zoodat hij bijna
stikte, haalde toen eon fleschje uit den zak
en hield hem dit geopend onder den neus.
Toen verloor Thomson het bewustzijn en
lag voor dood in zijn leuningstoel.
HOOFDSTUK XXV.
Het soldatenlied.
Toen Willy te York in de kazerne
kwam, nam hij zich voor ziju plicht van
soldaat goed te vervullen. En dat deed hij.
Eén ding viel hem evenwel moeilijk. Hij,
de oudgediende en vroegere wachtmeester,
moest zich houden, alsof hij recruut was
en niets van den dienst wist en dat vergat
hij wel eens.
„Zeg", zei de sergeant, die de recruten
moest africhten, „zeg, Redley, wüt ben jij
vroeger geweest?"
„Schrijver, sergeant."
„Schrijver, 't Mocht wat! Maak dat an
deren wijs, maar mij niet. Ik zou zeggen,
dat. je al meer gediend hadt."
Gelukkig vroeg de sergeant niet verder.
Maar daar was ook nog een korporaal, die,
naar het scheen, Willy niet erg graag
mocht lijden. Het was een akelige, verve
lende kerel, aan.wien allen het land had
den. Het scheen, dat deze zich voorgeno
men had Willy er in te laten loopen.
Op zekeren morgen commandeerde hij
Willy, dat deze zijn paard zou roskam
men.
Do heer v. d. Meer wil blijkbaar zijn
politieke werkzaamheden, voor 'n deel al
thans, neerleggen, om ze door jongeren te
laten overnemen. De arbeidskracht en de
arbeidslust van den heer v. d. Meer zijn
nog zoo sterk en frisch, dat van 'n af
staan van het werk aan jongeren, omdat
deze er beter berekend voor zouden zijn,
geen sprake is; integendeel deze missen
de rijpe ondervinding, die hij aan een
nog jeugdigen ijver weet te paren. Maar
toch mag de veteraan in do politieke be
weging op een otium, op rust aanspraak
maken; hij mag dat, omdat hot is een
otium cum dignitate, een wèlver-
diende rust. Hij heeft ongeveer veertig
jaren deel uitgemaakt van de R. K.
Centrale Kiesver., de laatste jaren van de
R. K. Kamer-Centrale, voordien van de
R. K. Centrale Katwijk-Leiderdorp; en
van de laatste vereeniging heeft hij meer
dere jaren, in een vaak politiek-bewogen
tijd, het voorzitterschap waargenomen.
Erkentelijkheid voor veertig jaren toe-
gewijden bestuursarbeid in onze Katho
lieke politieke organisatie ia zeker niet
misplaatst!
STATEM-SEMERAflL
TWEEDE KAMER.
Avondvergadering van
Dinsdag.
Begrooting van Arbeid.
De besprekingen betreffende Hoofdstuk
X (Arbeid) der Staatsbegrooting over
1926, worden voortgezet.
De heer Schaper (S. D.) spreekt de
hoop uit, dat deze Minister veel tot stand
zal kunnen brengen ten bate van den ar
beiders.
Spr. wijst den Minister op het probleem
der huisindustrie, waarin nog veel misstan
den bestaan.
Vervolgens drukt hij den Minister op
het hart eens den toestand der toon
kunstenaren na te gaan.
De lieer Van den Tempel (S. D.)
pleit voor een wettelijke regeling in zake
een werkloosheidsverzekering.
Do heer Boon (V. B.) botreurt het, dat
Minister Kooien is heengegaan en zag de
zen Minister met gemengde gevoelens op
treden. Gelukkig heeft deze Minister nog
al goede antwoorden gegeven op aan hem
gestalde vragen, o.a. ten aanzien van de
overwerkvergunningen. Er is bij den Mi
nister aangedrongen op "stopzetten van die
vergunningen, hetgeen naar spr. onmoge
lijk is omdat de toestanden in de industrie
nog verre van gunstig zijn. Er wordt voor
al door het N. V. V. krachtig geageerd te
gen die vergunningen. Spr. vindt dat niet
verstandig en hij juicht het toe dat de Mi
nister een ander standpunt heeft ingeno
men. Niet toestaan van de overwerkver
gunningen moet ten gevolge hebben dat de
bedrijven niet loonend zijn te exploiteeren
en dat het aantal arbeiders verminderd
moet worden. Spr. licht dit toe met cij
fers omtrent de Wilton-fabrieken.
Van verschillende zijden is aangedron
gen op uitbreiding van de Arbeidswet voor
vele categorieën. Spr. wijst eens op de
chauffeurs; voor hen verwart men dienst
tijd en arbeidstijd, die voor deze perso
nen zeer verschillend zijn.
De heer Marchant (V. D.)Precies
als voor Kamerleden!
De heer Boon (V. B.) wijst er op dat
uit de kringen der arbeiders zelf verzet
komt tegen do Arbeidswet. Tegen den doo
denden regel komt ten slotte het volk zelf
op. Een uniformen 8-urendag acht spr.
geen schoone illusie.
Ton aanzien van de goedkeuring dor col
lectieve arbeidscontracten moge de Minis
ter eens ter dege nagaan hoe de adviezen
daarover zijn.
De internationale Arbeidsconfcrentie te
Genéve gaat naar spr.'s oordeel haar be
voegdheid te buiten bij het toezicht op
het landverhuizersverkoer. Het gaat ver
der dan uitbreiding van den inspectie en
spr. hoopt dat onze vertegenwoordigers
daartegen zullen opkomen.
Wat de conferentie te Washington be
treft, van de 56 Staten zijn er 6 kleine die
geratificeerd hebben, maar het zijn juist
degene, die haast geen industrie hebben.
Zoolang niet alle landen bereid zijn om te
teekenen, kan Nederland niet voorgaan
want het zou gelijk staan met zich den
„Dat kan niet, korporaal," antwoordde
Willy, „ik heb liet zeer druk en dan heeft
de sergeant mij gevraagd, of..."
„Wat zijn dat voor praatjes! Je lioort
toch, wat ik zeg! Neem je in acht kerel,
of ik geef je arrest."
„Ik weet best, wat ik doen of laten
moet", zei Willy zonder nadenken. „Een
sergeant kan zooieta bevelen, maar een
korporaal niet."
„Zoo!" riep de korporaal, „dat weet je
dus al. Ik geloof zeker, dat je nog veel
meer weet."
„Misschien wel."
Oogenschijnlijk was hiermede de zaak
afgeloopen, maar toen Willy 's middags op
de slaapaal kwam, snapte hij don korpo-
Taal, die bezig was zijn boeltje na te zoe
ken. Willy was daarom zoo wijs dadolijk
zijn paspoort naar Thomson to zenden,
waaruit deze tegelijkertijd te weten kwam,
dat hij zich in York ophield.
Hij had daar zeer goed aan gedaan,
want dienzelfden avond gebeurde er iets
bijzonders.
Willy liep alleen op het kazerneplein.
Allerlei gedachten dwarrelden door zijn
hoofd. Maar liet meest hield hij zich mot
Jenny bezig. Waar we ze? Wat deed zo?
Hield ze nog van hem, of had zo hem reeds
vergeten? Hoe het kwam, wist hij niet,
maar een plotselinge angst makte zich van
hem meester. Hij kon het niet langer al
leen uithouden. Hij moest menschen zien,
gezelschap hebben en vluchtte naar de
cantine. Daar ging het dien avond buiten
gewoon vroolijk toe. Een paar recruten,
pas aangeworven, verteerden hun handgeld
en trakteerden hun kameraden. Toen "Willy
binnenkwam^ werd hij dadelijk in den
kring gehaald. Hij moest meedoen, mee
drinken, meeklinken.
„Bedleyl" riep de korporaal op eens.
Willy hoorde het niet eens. Hij was op
dat oogenblik vergeten, dat hij Redley
heette.
„Wat donder!" vloekte de korporaal.
„Die vont kont zijn eigen naam niet eens.
Ik geloof nooit, dat hij zoo heet."
Nu" bedacht Willy zich. „Meent u mij,
korporaal?" vroeg hij. „Ik was in de ver
onderstelling, dat hier nog een Redley
wns. Ik heet Robert Redley."
Allen schoten in een lach.
Eindelijk verdwenen Willy's sombere ge
dachten. De vroolijko omgeving cn do
drank deden hem alles vergeten on oogen
schijnlijk was hij de vroegere, opgewekte
Willy Lomas.
Sommigen hadden opgemerkt, dat Willy,
als men een lied zong, niet alleen ijverig
meedeed, maar ook, dat hij 'n mooie stem
had. Men drong bij hem aan. dat hij een
lied ten beste zou geven. Eerst wilde hij
hiervan niets weton, maar ten laatste be
zweek hij voor het verlangen zijnor kame
raden. Hij zette zich in postuur en zong
op verdienstelijke wijze een lied, dat alleen
in zijn vroeger regiment bekend was: do
stervende lansier. Er heerschto onder het
zingen een doodsche stilte en het lied klonk
van uit de cantine tot in de gangen der
kazerne. Nauwelijks was het geëindigd, of
do deur werd eensklaps opengedaan on
men hoorde iemand met heldore, duidelijke
stem vragen:
„Wie heeft hier dat lied gezongen?"
In hot deurgat stond, tot ieders verba
zing, de kolonel on daarnaast een vreem
de overste. Deze had de vraag gedaan.
Alle aanwezigen waren opgesprongen m
stonden in militaire houding.
„Ik dacht, dat mon «lat lied alleen zong
in mijn vroeger regimont, hel 90s to van
de lansiers", zei de vreemdeling.
„Wie was de zanger?" vroeg nu do ko
lonel.
„Deze recruut hier, kolonel", antwoordde
de korporaal.
Willy trad naar voren, bleek als con
doek.
„Wut! Deze recruut!" riop de vreemde
ling Willy strak aanziende. „Maar, wat
drommel! Ik moet je kennon! Bon jij niet
Lomas, vroeger wachtmeester bij het
99ste?"
Onder de aanwezigen ontstond eenige
opschudding bij hot hooren van dien naam.
Zelfs de korporaal kreeg een beetje respect
voor Willy.
„Ja, kolonel Methuen", antwoordde Lo
mas op zachten loon. „Ik kan liet niet boo
ten to liegen, ik heet Lomas."
„Dus dan ben je eigenlijk een oud sol-
daal", vroeg Willy's oversto mol gefronst
voorhoofd.
„Een een zeer goed soldaat ook!" riep
overste Methuen. „Maar, wat drommelk
Hoo kom jo hier?"
Met Willy's zclfbchcorschi»" was hel ur.
gedaan. Hij liet zich op een bank valloiij
verborg het gelaat in beide handen er
stamelde:
„Ik weel het niet - - ik weet het werke
lijk niet."
De beide bevelhebbers keken olkaai vciv
(Wordt vervolgd.)