Derde Blad.
De Enyeische alyeiiieene staking.
DE VALSCHE TAND.
Woensdag 12 Mei 1926
Is deze staking revolutionair?
Het nieuws van den dap: is thans de
algemeene staking in Engeland. Want
deze slaking is geen affaire waarmede
Engeland alleen te. maken heeft. Alle na-
buurstaten ondervinden er in meerdere of
mindere male den terugslag van. Het ge
wone publiek zelfs ondervindt de gevol
gen, daar van vele artikelen, welke in
normale tijden naar Engeland worden
uitgevoerd, thans de prijzen dalen wegens
de onmogelijkheid van export. Sommigen
iuteresseeren zich alleen voor deze gevol
gen on vragen zich uitsluitend af. is deze
.staking voordeelig of nadeelig voor mijn
porlemonnaie? De meesten zullen echter
gaarne iets meer omtrent de oorzaken
van deze algemeene staWng weten¥ Want
men vraagt zich wel eens af: hoe zit dat
nu eigenlijk met dat conflict? Wat heeft
de algemeene staking te maken met het
steenkolenconflict en wat heeft de Brit-
sche regeering met de particuliere steen
koolmijnen te maken?
Wij vonden juist dezer dagen in de
Nieuwe Eeuw een uiteenzetting van het
steenkoolprobleem in Eugeland en ont-
ieenen er een en ander aan.
Volgens Romeinsche opvatting van het
eigendomsrecht beschouwde men in En
geland de eigenaar van den bovengrond
ook als de eigenaar van den ondergrond
en van alles wat zich daarin bevond. Een
gevolg van deze opvatting was. dat een
zeer groot aantal kleine ondernemingen
zich ondergronds beperkte tot de boven
grond srhe oppervlakte, in bezit bij den
grondlieër in wiens bodem steenkool was
gevonden. Dat was een groot buitenkansje
voor hem, de kolendelving beloofde voor
al daar waar de lagen zeer dik waren
en dit is in Engeland op zeer veel plaat
sen het geval groote winsten, en de
geheele Engelsche economie was ingericht
naar het beginsel van Adam Smith, waar
in het Engelsche volk ook een onbeperkt
vertrouwen stolde, dat de grootste moge-
lijke welvaart wordt verkregen indien
ieder individueel naar do grotost moge
lijke winst streeft Het daarop verder
voortgebouwde beginsel „laissez faire,'
laissez passer", is weliswaar niet van
Adam Smith afkomstig, doch van Fran-
schen oorsprong, maar het ligt toch ge
heel in de lijn van den Schotschen mora
list, die de grondlegger werd der moderne
economie: indien de grootst mogelijke
wélvaart wordt gegarandeerd door ieders
individueel streven naar winst, moet ook
dit streven zoo weinig mogelijk beletsel
in den weg worden gelegd.
De'bourgeois-liberalen in Engeland heb
ben dan ook dit beginsel steeds met de
meeste kracht verdedigd, en zijn in hun
sterkste periode tegen iedere sociale wet
geving opgekomen. Het streven van de
grond hoeren om uit de mijn-exploitatie do
grootste mogelijke winsten te halen paste
dus volkomen in de beerschende Engel
sche economie.
Besloten zij niet tot eigen ontginniug,
dan droegen zij het exploitatie-recbt on
der hun grondbezit over aan andere on
dernemers tegen betaling van zeer be
langrijke jaarlijkscbe sommen, z.g. „wval-
ties."
Later, toen de techniek vooruitging, en
de toestanden zich eenigszins hadden ge
wijzigd, ontstonden ook grooterc mijnon
dernemingen, beter geoutilleerd en met
liet recht over een grootere ondergrond-
scho oppervlakte. Bedo ondernemings
typen hebben geruimen tiid naast elkaar
gewerkt; en dat was mogelijk ten gevolge
van de lage loonen, den vrouwen- en kin
derarbeid en do groote vraag naar En-
gelscho steenkolen, en zoolang bet vaste
land van Europa niet de concurrent werd,
die het thans geworden is. Toen echter de
loonarbeiders door aaneensluiting in
taaien strijd hoogere loonen.vdrbod van
kinderarbeid, beperking van vrouwenar
beid, beperking van den arbeidsdag enz.
hadden weten, af te dwingen, geraakten
de achterlijke mijnen in het gedrang hoe
wel de beter geoutilleerde nog met winst
konden werken. Tijdens den oorlog heeft
het proces, dat tot den huidigen toestand
leidde, zich verhaast; de Regeering 11aui
toen do geheele leiding der mijnindustrie
onder eigen beheer, en evenals in andere
landen profiteerden ook de arbeiders van
den veranderden toestand, hun loon werd
belangrijk beter. Toen na den oorlog de
Regeeringisexploitatie werd geliquideerd,
waren de loonen zéér hoog geworden, zij
ziju sindsdien belangrijk gedaald, even
wel nog niet voldoende om de slecht ge
outilleerde mijnondernemingen een winst
gevende mijnexploitatie mogelijk te ma
ken.
Iu Aug. 1.1. toen het nieuwe contract
moest worden afgesloten, dreigde reeds
een mijnwerkersstaking omdat de xiiel-
winstgevende mijnen loonsverlaging wil
den invoeren. Die staking werd voorko
men door het ingrijpen der Regeeriug,
welko een subsidie aan do mijnindustrie
gaf dat de uitbetaling der geldende loo
nen mogelijk maakte, en tevens ook voor
do slecht geoutilleerde mijnen nog een'
winstgevende exploitatie. Tegelijkertijd
stelde do Regeering de z.g. kolencominis-
sie in, die een uitvoerig onderzoek orga
niseerde en omstreeks half Maart haar
rapport uitbracht, waarin zij samenvoe
ging en gedeeltelijke sluiting der slecht-
geoutilleerde en kleine ondernemingen
voorstelde en in afwachting daaraan
loonsverlaging of arbeidstijd verlenging,
die zouden worden ingehaald wanneer de
reorganisatie de industrie op het peil zou
hebben gebracht der best geoutilleerde
mijnen die bij do bestaande loonen nog
steeds winst maakten.
Do arbeiders hebben geweigerd in deze
loonsverlaging toe te stemmen.
De Regeering stelt zich echter op het
standpunt, dat zij de belastingbetalers en
do andere industrieën niet mag laten op
komen voor de gebrekkige inrichting der
mijnindustrie. De mijnwerkers hunnerzijds
verklaren iedere verantwoordelijkheid
voor deze onvoldoende inrichting af te
wijzen, en niet -to kunnen dulden dat do
loonen van een deel hunner lot benedon
een menschwaardig levenspeil worden
neergedrukt. Tusschen deze beide gezichts
punten scheen bijna een brug geslagen
door het voorstel der arbeiders om het
subsidie te laten voortduren tot zoolang
de door de steenkolencommissie voorge
stelde hervoi'irmgen en reorganisatie der
industrie een begin van uitvoering zouden
hebben gekregen. Op dat oogenblik weiger
den de zetters van de „Daily Mail" oen
artikel te zetten, dat tegen' de arbeiders
beweging was gericht; en hierin vond de
Regeering aanleiding, om de onderhan
delingen af te breken, en de arbeiders
voor een ultimatum te stellen.
De Engelsche regeering weigerde ver
der te onderhandelen met bet pistool van
do algemeene slaking op de borst. Zij
brak de onderhandelingen af en wilde
deze niet eerder weder aanknoopen dan
wanneer bet parool van de algemeene
staking was ingetrokken. Dit parool werd
echter niet ingetrokken en op de aangege
ven datum brak de staking uit. Toen was
het niet langer een conflict tusschen de
mijnwerkers eenerzijds en do mijneigena
ren anderzijds met de regeering als ge-
interesseerde derde er tusschen. maar een
conflict tusschen do arbeidersorganisaties
eenerzijds en de regeeriug anderzijds.
De Engelsche regeering ziet in deze al
gemeene staking een aanslag op bet con
stitutioneel karakter der natie, omdat er
een minderheid is, welke de regeering
wil dwingen in een bepaalde richting te
gaan.
Dat noemt de Britsche regeering vlak
weg dictatuur en bolsjewistische .slrijd-
mothoden en daarom acht zij de geheele
beweging in wezen revolutionair. Niet dus
omdat zij meent, dat de leiders der sta
king min of meer bewust op een revolutie
aansturen, maar omdat zij deze manier
van doen beschouwt als niet thuis te be-
hooren in het kader van een consüiu-
tioneele monarchie.
De arbeiders daarentegen zien in do
voorgestelde loonsverlaging der mijnwer
kers bet begin van een algemeene loons
verlaging en zij willen zich verzetten tegen
de omstandigheid, dat thans de regeeriug
mee gaat werken om de historische fou
ten. bij de inrichting van bel mijnbedrijf
begaan, te wreken alleen op de arbeiders.
Deze moéten door de geheele gemeen
schap worden gedragen, roeenen de ar
beiders.
Wie heeft gelijk?
Het orgaan van prof. Aalbcrse, lie:
Centrum, zegt er het volgende van:
Om liet in Engeland gerezen conflict
objectief te kunnen waardeeren. zal men
zeer streng moeten onderscheiden tus
schen de mijnwerkersstaking en de alge
meene werkstaking, die ter ondersteuning
van de mijnwerkor^cischen is geprocla
meerd.
Wat de mijnwcrkorsslakiiig betreft, zul
len cr niet velen zijn, die nauwkeurig het
verloop hebben nagegaan, en die niet de
overtuiging in zich om dragen, dat do
mijnwerkers gelijk hebben.
Kort gezegd: er was een .Staatscommis
sie, Deze kwam tot de conclusie, dat liet
bedrijf om rendabel te kunnen zijn. ge
reorganiseerd moest worden. Onderwijl
was noodig een loonsverlaging, of een
verlenging van. den arbeidsduur, die een
eenigszins verkapte loonsverlaging be-
teekende. De mijnwerkers weigerden daar
aan mee te werken, omdat er geen enkele
waarborg was, dat nu ook met groot en
spoed de reorganisatie van het bedrijf
voltrokken zou worden. En gezien de men
taliteit der Engelsche mijneigenaren on
mijn-exploitanten, kon men hun daarin
geen ongelijk geven.
Maar heel anders moeten wij staan te
genover do geproclameerde algemeene
werkstaking, ter ondersteuning van de
eischen der mijnwerkers.
Dit is een in zich absoluut ongeoorloofd
raiddel.
Eu het doel, hoe goed ook. kun een in
zich verkeerd middel nooit goed maken.
Do algemeene werkstaking is een com
munistisch avontuur, oen revolutionaire
daad, zelfs wanneer wij aannemen, dut
de leiders niet bedoelen een politieke,
maar slechts een economische slaking.
Ook deze doelstelling verandert het wezen
der zaak niet.
De algemeene werkstaking is een aan
slag op de volksgemeenschap. Zij opent
mogelijkheden van ordeverstoring, van
algemeene calamiteiten, van oproer en ge
weld, mogelijkheden, welke men. een
maal met de algemeene werkstaking aan
gevangen, niet meer in de hand heeft, om
zo te voorkomen. Daarom is de algemeene
werkstaking steeds iu strijd met het al
gemeen belang, en dus ook.sleods onge
oorloofd, zelfs als men er een in alle op
zichten goed en rechtvaardig ,dool mee
tracht te bereiken.
Elke regeering. welko dan ook. zelfs de
meest democratische, zal dan, ook met
allo kracht eu macht, waarover zij de be
schikking heeft, een dergelijke revolu
tionaire woeling moeten tegengaan. Dit
eischt het zelfbehoud der gemeenschap.
En alle weldenkende burgers zullen haar
daarbij moeten steunen.
Wanneer dus van Engeland uil. of door
internationale instanties gevraagd wordt,
om door medewerking van sympathie-
stakingen in andere landen steun te ver-
leenen aan dit revolutionair avontuur,
dan zal het antwoord op dit verzoek een
beslist neen belmoren te zijn. Medewer
ken aan oen in zich slechte daad is zelve
eon slechte daad.
Anders staat het, wanneer gevraagd
wordt met geoorloofde middelen lo steu
nen. Wanneer men ervan overtuigd is,
dat zij strijden voor een rechtvaardige
zaak, en dat dc middelen, die aangewend
kunnen worden, geoorloofd en effectief
ziju, d. w. z. dat het te bereiken voordeel
ruimschoots opweegt tegen hot te berok
kenen nadeel, dan zal zoodanige steun
verleend mogen worden.
Ook hier zal men dus goed hebben to
onderscheiden.
Want dit vergeto men nooit: elke daad,
die lot doel heeft het welslagen van een
slechte daad te verzekeren, is zelve een
slechte daad.
Het goede doel maakt een slecht mid
del niet goed. Maar een slecht doel maakt
een goed middel slecht.
FEUILLETON.
81)
„Wat je hier moet doen? Weet je dat
niet? Kleed je maar vlug aan en ga mee,
dan zal ik je dat wel eens vertellen."
Snel kleedde Willy zich aan en volgde
den sergeant, die hom, tot groote verba
zing der andere recruten naar do onder-
officierscantine bracht. Hier gingen ze zit
ten, beiden met een grooten pot koffie
voor zich. Willy liet zich dien dra rik goed
smaken, want zijn keel was geheel uitge
droogd.
„J i wou zeker je geluk nog eens be
proeven, beste vrind. Is 't zoo niet?" vroeg
de sergeant hem vertrouwelijk de hand
op den schouder leggend.
.- „Ja", zei Willy, „daar heb jo gelijk in."
„Herinner je je niet, op welke wijze je
bier gekomen bent?"
„Neen, heelemaal niet. Doch in geen ge
val vrijwillig."
„Ik ontmoette je toevallig op straat. Jo
hadt een heer bij je, een vriend met een
zwart verband aan zijn linker oog."
„Deed hij het woord voor mij, of sprak
ik met je?"
„Nu, eigenlijk behoef ik je dat niet te
*eggeu. Maar zooveel wil ik je dan wel
Vertellen, dal hij eerst sprak en later jij.
Je vertelde, dat je verschrikkelijk door het
ongeluk vervolgd werd, dat je vroeger sol
daat geweest, was en dat jc wel weer
dienst, zou willen nemen. Goed, zei ik, dan
fcnn jo bij mij terecht, maar clan moet je
ten anderen naam aannemen."
„En nam ik den shilling van u aan, dien
jo me gaf, ten teelccn, dat ik me had laton
aanwerven?"
„Of je! Je greep cr naar als een wilde.
Misschien zit hij nog wel in je vestzak.
Kijk eens evQn."
Willy voelde in zijn vestzak en zoo
waar, bij baalde cr een fonkclnieuwen
shilling uit.
„Zie jo wel," riep de sergant, „daar heb
je hem al!"
„En welken naam heb ik u genoemd?"
„Robert Ridley."
„En welk beroep?"
„Kantoorschrijver."
„Fijn!" barstte Willy uit. „Een mnoion
bak, dien ze met mc uitgehaald hebben!
Die vervloekte drank!"
„Kijk", zei dc sergeant, een blauw papier
uit den zak halend, „hier staat hel. Lees
maar: Robert Ridley, kantoorsclirijver
oud 2G juar."
Willy logde zijn band op het papier.
„En wil jc mc nu op grond van dit be
wijs hier houden?" vroeg hij.
„Waarom niet?"
„Kom, verscheur dat. papier cn laat mc
vrij. Je kunt op cene goede belooning re
kenen."
„Neen, dat gaat niet."
„Kom, sergeant, jc doet een goed werk.
Je moet weten, ik ben verloofd en zou
spoedig trouwen. Gisteren avond was ik
dronken. Ik wist niet. wat ik deed. Ik
herinner me tenminste niets van alles, wat
cr met me gebeurd moet zijn."
„Denk jc dan misschien, dat ik je hier
wat zit voor te liegen?" vroeg do ser
geant driftig.
„Neen, dat niet. Maar hoe zou het u
smaken, als u zooiets eens overkwam?"
„Er valt niets aan te veranderen, kame
raad. Ik moet mijn plicht, doen."
„En is het misschien ook jc plicht om
een oud-soldaat in de val te lokken? Dat
hebt u-gedaan?"
„In de val to lokken? Wien Zeg,
wien?"
„Wel mij. Maar, ik zal er wel voor zor
gen, dat de zaak aan 't licht komt."
„Dat zal je wel laten, vrindje. Dat durf
jc niet. Jo hebt wat op je kerfstok. Wat,
dat weet ik niet. Kan me niet schelen ook.
Maar ik heb jc vast en laat jo niet meer
los."
„En dat zal je wel. Want ik ken jc
nog van vroeger. Je bent sergeant Hoskins
en wc zullen zien, wie aan het langste eind
trekt, jij of ik."
„Doe, wat jo niet kunt laton on nu
kan jo inrukken en bij dc anderen gaan."
Willy begaf zich naar de cantine. Hier
ging liij in een hoek zitten cn begon to
overleggen op welke manier hij hier van
daan zou kunnen komen. Daar viel hem in,
dat dc manschappen vrij de kazerne in en
uit mochten gaan. Straks zou hij van die
gelegenheid gebruik maken cn mijnheer
Thomson opzoeken. Maar eerst moest hij
eens kijken, hoeveel geld hij nog in zijn
zak had. Hij vond niets anders clan den
shilling cn wat kopergeld. Ziin goudgeld
v. as weg Had hij het uitgegeven of had
men het hem ontstolen': Hij wist het niet.
Den sergeant kendo liij te goed, dan dal
hij dezen er van zou willen beschuldigen.
Maar wat hij wel wist, dat was, dat hij
ccn groote gek wer geweest. Misschien
zou Thomson hom wel kunnen helpen.
Toen bij tegen elven met de andere re-
STATEM-CEMERAAL
EERSTE KAMER.
Vergadering van gisteren.
De Bioscoopwet.
Aan de orde is dc behandeling der Bios
coopwet.
De lieer Polak (V. D.) heeft bewonde
ring voor de techniek van den bioscoop,
maar hij betreurt liet dat bel object dezer
techniek niet altijd bewonderenswaardig
is. Een middel tot vermaak is de bioscoop
geworden cu hij schenkt, der nicnschlieid
producten die niet alle even goed zijn. Hij
is dc gevaarlijkste bedreiging voor tooneel
en muziek geworden. Zoo bezien heeft hij
een belangrijken achteruitgang gebracht.
Voor ilc lioogc waarde, dio spr. aan liet
tooneel hecht, zou hij kunnen' wenschen,Uat
de bioscoop nooit was gekomen.
Vaak is door den bioscoop de smaak
van het publiek grover geworden. Het ver-
looncn van belachelijke drakerige films,
liet plastisch, uitbeelden van allerlei mis
drijven helpt*zeker niet om den goeden
smaak te verfijnen. De paedagogische cn
wetenschappelijke bioscoop is good en do
rest had ons bespaard kunnen blijven. Maar
de bioscoop is cr nu eenmaal. Hij is goed
koop cu gemakkelijk toegankelijk en dus
het eeuige Red. L. Crt.) vermaak voor
een deel der bevolking geworden. Is er nu
aanleiding voor de ovarfcwd tot ingrijpen,
reglemeuteeren en repressief optreden? I11
dc eerste plaats met het oog op do kinde
ren. Dc .schadelijke invloed op do kinderen
wordt-z.i. overdreven. Spr. herinnert- aan
de Indianon-lcel uur van Airnard en Coo
per en spr. gelooft niet dal de invloed
daarvan heel org is. E11 het gevaar, 'lat
het rustige lezen eu herlezen heeft-, doet
het verhaal wellicht dieper doordringen
dan het. luchtige zien van de beelden.
Spr. is niet tegen roglcmenfceèring van
den bioscoop voor kinderen.
Iets andets is de keuring der films voor
volwassenen. Over bet politiek karakter
van dit ontwerp is al eenige malen gedis
cussieerd. Hei 'ia één der pogingen dor
rechterzijde om haar subjectieve,opvatfin-
gen aan het geheele volk op te dringen, fn
lal van aangelegenheden is dat streven
merkbaar. Spr. wikst op de Zondagswet,
op verbod van wedstrijden op Zondag, op
liet stuitende Red. L. Crt.) optreden
\an „Eer en Deugd", die zich aanstelt als
bezitter van het"monopolie van eer on
deugd, op het optreden tegen litteraire
kunstwerken onder voorgeven, dal deze
pornographic zi'u, op het verzeg togen dc
staatsloterij. Het. zijn alle uit ineen van
ccn streven van een doel des volles om bet
andere deel opvattingen op to dringen.
Do Bioscoopwet doet hetzelfde met de
tburing van filius voor volwassenenbet
is een begin van een censuur op kunst wer
ken. Ecu volgende slap zal tie tooneelcen-
suur zijn. Dit beslaat reeds, zegt men,
maar dat is niet. juist. Pas als men aan de
opvoering toe is, kan do bugrcmeostei Lus-
schonbcide komen als hij vreest da» do
openbare orde zal worden verstoord. N or
nu oen vaststaande opvattin" van
beid? Niemand zal dit toegeven Red.
L. Crt). Dit ontwerp brengt onver va lscli-
tc cersuur en, als die er eenmaal is, dan is
dc baan geopend voor allerlei uitbreiding
op kunst 011 ander geestoliik gebied.
Uit welke soort menschon zal do cen
trale keuringscommissie bestaan? Het is
dwaasheid op grond van ze 'e-li'khoid films
af te keuron, omdat niemand kan vaststel
len wat zedelijkheid is.(!? Red. L. Crt).
Bij oen centrale keuring legt. menigeen
zich al neer, maar daarna komt nog do mo
gelijkheid van na-keuring. Dc centrale
commissie zal met zorg worden samenge
steld, maar wie waarborgt een even -zorg
vuldige samenstelling vun de plaatselijke
commissies?
Do plaatselijke keuring kan spr. niet ac
centeeren.
Do lieer Rink (V.B.) acht dit ontwerp
overbodig en schadelijk. Het is een aan
slag op do persoonlijke vrijheid pti schoot
rechtsonzekerheid voor zeer velen. Was
deze wet noodig? Bpr. wiist op art. 135 cn
art. 188 der Gemeentewet.
Op de openbare vermakelijkheden kun
nen verordeningen worden gemaakt, indien
do openbare orde dit noodzakelijk maakt.
.Mies wat in deze Bioscoopwet- staat kan
de gemeenteraad ook vaststellen. Den
burgemeester is de beoordoeliug overgela
ten wat noodig is, preventief, ter beveili-
cruten do kazerne verlaten wilde, zoch
ten een paar van hen onder een nietig
voorwendsel ruzie met hem. 't Was klaar
blijkelijk doorgestoken spel, want oogon-
blikkelijk was sergeant Hoskins aanwezig,
die, zonder op Willy's verdediging te let
ten, hem zonder veel plichtplegingen in het.
cachot liet opsluiten.
Zoo was Willy Lomas opnieuw ecu ge
vangene en hiervan was hij overtuigd, dal
men. hem niet zou laten ontsnappen.
Den volgenden morgen word hij door
den officier van gezondheid onderzocht en
gekeurd en onder den naam van Robert
Ridley bij een regiment dragonders inge
deeld. Dienzelfdcn avond zond men hem
in garnizoen tc Canterbury met verschei
dene andere recruten, die, als ze geoefend
zouden zijn, bestemd waren voor den In-
dischen dienst. Dat hij reeds twaalf jaren
gediend had, durfde hij niet te zeggen.
Tedere hoop om vrij te komen was voor
hem verdwenen. Misschien was liet beter
zoo, als 't nu was voor Jenny en voor
allen, die met hem verwant waren. Zijn
eenige wensei- was, dat ze hem nu maar
mochten vergeten
HOOFDSTUK XVIII.
Dc oude Timmis.
Jenny werd vrecsclijk ongerust, toen
elke tijding van Willy uitbleef. Ze schreef
Thomson, of -leze haar misschien in
lichtingen zou kunnen verschaffen. Maar
Thomson antwoordde, dat hij heel woinig
wist. Een paar van zijn vertrouwelingen
hadden Willy en den man met het zwarte
verband op het „Strand aangetroffen.
ving der openbare orde, ook al heeft- de
gemeenteraad geen speciale verordening
gemankt. Mot dc bevoegdheid, dio do Ge
meentewei aan den'Burgemeester geeft, is
de gansche materie tc bchandelon. Alleon
de Rijkskeuring kunnon zij niot instellen
cn dc instelling daarvan is dan ook het
motief geweest voor deze wet. Over het ri
goureus optreden van burgemeesters wordt
steecte en veel geklaagd. Over te slap op
treden hooft spr. nog nooit ho'oron klagen.
De feitelijke grond voor dit wetsontwerp
be-slaat niet.
De heer Rink (V.B.) wijst cr op, dat
de regcering dc benoomiug van een cen
trale commissie aan zich houdt. Waar
vindt -men dc noodige onafhankelijke figu
ren voor het lidmaatschap? Niets dan
willekeur is te wachten on rechtsonzeker
heid.
Dc fractie van den Vrijheidsbond is to
gen dit ontwerp.
Dc lieer Van N a g e 11 van A m p s 0 n
(V.B.) ziet goen heil in strafbepalingen.
Hij zet uiteen, dat do voorstanders van
dene wet zelf niot weten, wat hot besto is,
Bpr. kan zijn stem voor dit wotsontwerp
niot geven gólijlc Mr. Rink reeds uitvoerig
heeft aangetoond.
Dc heer Slingenbcrg (V. D.) vraagt
waarom do minister van Financiën dit w ets
en t werp zul verdedigen. Wie zal straks do
wot contrasignccron? Waarom is do mi
nister van Binnonlandscho Zaken niot
hier? Spr. is er voor regelen to treffen,
waardoor dc excessen in de bioscoop voor
de kinderen worden tegengegaan. Spr.
sluit, zioli verder aan bij den heer Rink
wat botrefl-Me oyofkodigheid dezer wet.
De heer Br iet (A. R.) weet, dat do
principieel? tegenkanting togen deze wet
niet sterk meer is. Alleen do heer i'olnk
bleef principieel. Spr. is voor vrijheid op
geestelijk gebied, maar hij meent, dat dit
mot do bioscoop niets to maken heeft. Do
bioscoop is liet niot waard, er zooveel
drukte over te maken. Geestelijke wuardo
heeft zij zeer weinig. Uitingen dos gensu-s
hebben recht op bestaan, al kan spr. zo
niet altijd waardeeren; maar do film is
geen uiting van kunst en beeft geen blij
vende beteekenis. Zo is niets dan on:-- >i-
ning en vermaak en spr. wil dit wel er
kennen, maar dan is het ook noodig, '..ut
cüe ontspanning binnen dc perken blijft.
Spr. breekt zijn rode af.
De vergadering wordt verdaagd tot lie
den elf uur.
Letteren en Kussoti
Haarlemsche R.-K. Kunstenaars.
M g r. Gallier b e z 0 e k t
de tentoonstelling
Zondagmiddag vereerde M;i. Cal lier
het Genootschap der H.-K Kun-'tin 1.1
te Haarlem met ecyi bezoek aan d>- tin-
toonslrlling der werkende led. u, die d-i-ir
in de zalen van don UK Krii i wordt ge
houden.
De voorzitt"f :ir-'tii1 erf vim l\i fMWid,'
sprak eenige woorden van w,elk om en ver
leende toen hel woord aan mevr Ellen
Russe, in de plaats van den secreta
ris, den heer .los. Vandprveldi n, de hlijdo
gevoelens der kunstenaars over dit bezoek
vertolkte.
Daarna maakte Mgr. Gallier een rond
gang door de tentoonstelling eu vroeg
met-veel belangstelling naar alk ninge-
lijko bijzonderheden.
Na alles te hebben bezichtigd, hield Z.
D. II. de volgende toe.,praal.
„Natuurlijk hoop ik. dut het Genoot
schap zal groeien en bloeien rond do
Haarlemsche Kathedraal, maat dun hoop
ik ook, dat er naast de kunstemirs velo
M&crcuassen zullen opstaan, die de uit
oefening der kunst mogelijk zuHjdii ma
ken. Wanneer ik bedenk, dat ik als re
clame mag ik wel zeggen begonnen In 11
met een deel van liet koorhek te - hen-
ken aan de kathedr-i.il, mei twee van d<;
tien kandelaars te laten uitvoer, n, die do
tien geboden .-.ymbolisecren (om maar en
kele voorbeelden In noemen, eu hou h.'t
koorhek nog steeds onvoltooid i. eu do
acht overige kandelaar-, ..ehrale ijze
ren pijpjes niet een armzalig Heil ri-.dl
pitje bekroond zijn gebleven, dun verlang
ik voor U allen, dames kuij-ienaresscii en
hoeren kunstenaars, dat ge in de gelegen
licid zult worden gesteld, om te werken .11
«lat go vele bestellingen zult ontvangen. 111
de eerste plaats voOr de voltooiing tier
Haprlemscho kgthodrani an voor h I
Matlat—m
Hier hadden zij gezien, lux" ze beiden in
een lijtiug stegen. Ze waren beu gevolgd
tot aan bet Kavey ri sl auriinl. rimsi^tw.m
waren zij liet spoor kwijtgeraakt. Thom
son voiid dit wel vreemd, 11111 ar hij hoopte
den dram! wel weer iu lianJon lo krijgen.
Dezo niededeeling kou Jenny's angst
nochlhnns nie. verminderen. Op den daw
trachtte 7.0 zooveel mogelijk huar onrust
to verbergen, want mevrouw Kerstmi
mocht niets merken. Maar nis 's avonds
alleen op baar kamer was, dan kou ze
zich onmogelijk inhouden. Dhii gat /.e
haar tranen den vrijen loop. ivant ver
driet, wanhoop cn ellende makten zich
dan stormenderhand van haai incest01.
•Slapen kon zc bijna niet en nis zc soms
een paar minuten indommelde, dun
schrok zc plotseling weer wakker, lrdrm
morgen stond zc vermoeid en uitgeput
op en ze vermagerde zichtbaar.
Eenige dngeu later schreef ze nog eens
ou 11 Thomson en vroeg hem, of hij huar
nog niets to melden had. Tevens berichtte
zij hem, dat zc nu heel spoedig niet haar
mevrouw naar Londen komen zou.
„Het spijt, me, dat ik u nog nict^ naders
kan mcdedeelen," antwoordde Thomson.
„Ik maak mij ook zeer ongerust over Wil
ly. Toen ik hier aankwam, was er zooveel
voor mij te doen, dat ik onmogelijk iet*
te zijncu voordeela kon uitvoeren: Nu
heb ik meer tijd en zal mijn nasporingen
voortzetten. Als u in Londen komt, heb
ik u nog verscheidene dingen te zeggen,
dio ik u niet schrijven kan. Houd even
wel moed
(Wordt vervolgd.)