Derde Blad. De Enyeische alyeiiieene staking. DE VALSCHE TAND. Woensdag 12 Mei 1926 Is deze staking revolutionair? Het nieuws van den dap: is thans de algemeene staking in Engeland. Want deze slaking is geen affaire waarmede Engeland alleen te. maken heeft. Alle na- buurstaten ondervinden er in meerdere of mindere male den terugslag van. Het ge wone publiek zelfs ondervindt de gevol gen, daar van vele artikelen, welke in normale tijden naar Engeland worden uitgevoerd, thans de prijzen dalen wegens de onmogelijkheid van export. Sommigen iuteresseeren zich alleen voor deze gevol gen on vragen zich uitsluitend af. is deze .staking voordeelig of nadeelig voor mijn porlemonnaie? De meesten zullen echter gaarne iets meer omtrent de oorzaken van deze algemeene staWng weten¥ Want men vraagt zich wel eens af: hoe zit dat nu eigenlijk met dat conflict? Wat heeft de algemeene staking te maken met het steenkolenconflict en wat heeft de Brit- sche regeering met de particuliere steen koolmijnen te maken? Wij vonden juist dezer dagen in de Nieuwe Eeuw een uiteenzetting van het steenkoolprobleem in Eugeland en ont- ieenen er een en ander aan. Volgens Romeinsche opvatting van het eigendomsrecht beschouwde men in En geland de eigenaar van den bovengrond ook als de eigenaar van den ondergrond en van alles wat zich daarin bevond. Een gevolg van deze opvatting was. dat een zeer groot aantal kleine ondernemingen zich ondergronds beperkte tot de boven grond srhe oppervlakte, in bezit bij den grondlieër in wiens bodem steenkool was gevonden. Dat was een groot buitenkansje voor hem, de kolendelving beloofde voor al daar waar de lagen zeer dik waren en dit is in Engeland op zeer veel plaat sen het geval groote winsten, en de geheele Engelsche economie was ingericht naar het beginsel van Adam Smith, waar in het Engelsche volk ook een onbeperkt vertrouwen stolde, dat de grootste moge- lijke welvaart wordt verkregen indien ieder individueel naar do grotost moge lijke winst streeft Het daarop verder voortgebouwde beginsel „laissez faire,' laissez passer", is weliswaar niet van Adam Smith afkomstig, doch van Fran- schen oorsprong, maar het ligt toch ge heel in de lijn van den Schotschen mora list, die de grondlegger werd der moderne economie: indien de grootst mogelijke wélvaart wordt gegarandeerd door ieders individueel streven naar winst, moet ook dit streven zoo weinig mogelijk beletsel in den weg worden gelegd. De'bourgeois-liberalen in Engeland heb ben dan ook dit beginsel steeds met de meeste kracht verdedigd, en zijn in hun sterkste periode tegen iedere sociale wet geving opgekomen. Het streven van de grond hoeren om uit de mijn-exploitatie do grootste mogelijke winsten te halen paste dus volkomen in de beerschende Engel sche economie. Besloten zij niet tot eigen ontginniug, dan droegen zij het exploitatie-recbt on der hun grondbezit over aan andere on dernemers tegen betaling van zeer be langrijke jaarlijkscbe sommen, z.g. „wval- ties." Later, toen de techniek vooruitging, en de toestanden zich eenigszins hadden ge wijzigd, ontstonden ook grooterc mijnon dernemingen, beter geoutilleerd en met liet recht over een grootere ondergrond- scho oppervlakte. Bedo ondernemings typen hebben geruimen tiid naast elkaar gewerkt; en dat was mogelijk ten gevolge van de lage loonen, den vrouwen- en kin derarbeid en do groote vraag naar En- gelscho steenkolen, en zoolang bet vaste land van Europa niet de concurrent werd, die het thans geworden is. Toen echter de loonarbeiders door aaneensluiting in taaien strijd hoogere loonen.vdrbod van kinderarbeid, beperking van vrouwenar beid, beperking van den arbeidsdag enz. hadden weten, af te dwingen, geraakten de achterlijke mijnen in het gedrang hoe wel de beter geoutilleerde nog met winst konden werken. Tijdens den oorlog heeft het proces, dat tot den huidigen toestand leidde, zich verhaast; de Regeering 11aui toen do geheele leiding der mijnindustrie onder eigen beheer, en evenals in andere landen profiteerden ook de arbeiders van den veranderden toestand, hun loon werd belangrijk beter. Toen na den oorlog de Regeeringisexploitatie werd geliquideerd, waren de loonen zéér hoog geworden, zij ziju sindsdien belangrijk gedaald, even wel nog niet voldoende om de slecht ge outilleerde mijnondernemingen een winst gevende mijnexploitatie mogelijk te ma ken. Iu Aug. 1.1. toen het nieuwe contract moest worden afgesloten, dreigde reeds een mijnwerkersstaking omdat de xiiel- winstgevende mijnen loonsverlaging wil den invoeren. Die staking werd voorko men door het ingrijpen der Regeeriug, welko een subsidie aan do mijnindustrie gaf dat de uitbetaling der geldende loo nen mogelijk maakte, en tevens ook voor do slecht geoutilleerde mijnen nog een' winstgevende exploitatie. Tegelijkertijd stelde do Regeering de z.g. kolencominis- sie in, die een uitvoerig onderzoek orga niseerde en omstreeks half Maart haar rapport uitbracht, waarin zij samenvoe ging en gedeeltelijke sluiting der slecht- geoutilleerde en kleine ondernemingen voorstelde en in afwachting daaraan loonsverlaging of arbeidstijd verlenging, die zouden worden ingehaald wanneer de reorganisatie de industrie op het peil zou hebben gebracht der best geoutilleerde mijnen die bij do bestaande loonen nog steeds winst maakten. Do arbeiders hebben geweigerd in deze loonsverlaging toe te stemmen. De Regeering stelt zich echter op het standpunt, dat zij de belastingbetalers en do andere industrieën niet mag laten op komen voor de gebrekkige inrichting der mijnindustrie. De mijnwerkers hunnerzijds verklaren iedere verantwoordelijkheid voor deze onvoldoende inrichting af te wijzen, en niet -to kunnen dulden dat do loonen van een deel hunner lot benedon een menschwaardig levenspeil worden neergedrukt. Tusschen deze beide gezichts punten scheen bijna een brug geslagen door het voorstel der arbeiders om het subsidie te laten voortduren tot zoolang de door de steenkolencommissie voorge stelde hervoi'irmgen en reorganisatie der industrie een begin van uitvoering zouden hebben gekregen. Op dat oogenblik weiger den de zetters van de „Daily Mail" oen artikel te zetten, dat tegen' de arbeiders beweging was gericht; en hierin vond de Regeering aanleiding, om de onderhan delingen af te breken, en de arbeiders voor een ultimatum te stellen. De Engelsche regeering weigerde ver der te onderhandelen met bet pistool van do algemeene slaking op de borst. Zij brak de onderhandelingen af en wilde deze niet eerder weder aanknoopen dan wanneer bet parool van de algemeene staking was ingetrokken. Dit parool werd echter niet ingetrokken en op de aangege ven datum brak de staking uit. Toen was het niet langer een conflict tusschen de mijnwerkers eenerzijds en do mijneigena ren anderzijds met de regeering als ge- interesseerde derde er tusschen. maar een conflict tusschen do arbeidersorganisaties eenerzijds en de regeeriug anderzijds. De Engelsche regeering ziet in deze al gemeene staking een aanslag op bet con stitutioneel karakter der natie, omdat er een minderheid is, welke de regeering wil dwingen in een bepaalde richting te gaan. Dat noemt de Britsche regeering vlak weg dictatuur en bolsjewistische .slrijd- mothoden en daarom acht zij de geheele beweging in wezen revolutionair. Niet dus omdat zij meent, dat de leiders der sta king min of meer bewust op een revolutie aansturen, maar omdat zij deze manier van doen beschouwt als niet thuis te be- hooren in het kader van een consüiu- tioneele monarchie. De arbeiders daarentegen zien in do voorgestelde loonsverlaging der mijnwer kers bet begin van een algemeene loons verlaging en zij willen zich verzetten tegen de omstandigheid, dat thans de regeeriug mee gaat werken om de historische fou ten. bij de inrichting van bel mijnbedrijf begaan, te wreken alleen op de arbeiders. Deze moéten door de geheele gemeen schap worden gedragen, roeenen de ar beiders. Wie heeft gelijk? Het orgaan van prof. Aalbcrse, lie: Centrum, zegt er het volgende van: Om liet in Engeland gerezen conflict objectief te kunnen waardeeren. zal men zeer streng moeten onderscheiden tus schen de mijnwerkersstaking en de alge meene werkstaking, die ter ondersteuning van de mijnwerkor^cischen is geprocla meerd. Wat de mijnwcrkorsslakiiig betreft, zul len cr niet velen zijn, die nauwkeurig het verloop hebben nagegaan, en die niet de overtuiging in zich om dragen, dat do mijnwerkers gelijk hebben. Kort gezegd: er was een .Staatscommis sie, Deze kwam tot de conclusie, dat liet bedrijf om rendabel te kunnen zijn. ge reorganiseerd moest worden. Onderwijl was noodig een loonsverlaging, of een verlenging van. den arbeidsduur, die een eenigszins verkapte loonsverlaging be- teekende. De mijnwerkers weigerden daar aan mee te werken, omdat er geen enkele waarborg was, dat nu ook met groot en spoed de reorganisatie van het bedrijf voltrokken zou worden. En gezien de men taliteit der Engelsche mijneigenaren on mijn-exploitanten, kon men hun daarin geen ongelijk geven. Maar heel anders moeten wij staan te genover do geproclameerde algemeene werkstaking, ter ondersteuning van de eischen der mijnwerkers. Dit is een in zich absoluut ongeoorloofd raiddel. Eu het doel, hoe goed ook. kun een in zich verkeerd middel nooit goed maken. Do algemeene werkstaking is een com munistisch avontuur, oen revolutionaire daad, zelfs wanneer wij aannemen, dut de leiders niet bedoelen een politieke, maar slechts een economische slaking. Ook deze doelstelling verandert het wezen der zaak niet. De algemeene werkstaking is een aan slag op de volksgemeenschap. Zij opent mogelijkheden van ordeverstoring, van algemeene calamiteiten, van oproer en ge weld, mogelijkheden, welke men. een maal met de algemeene werkstaking aan gevangen, niet meer in de hand heeft, om zo te voorkomen. Daarom is de algemeene werkstaking steeds iu strijd met het al gemeen belang, en dus ook.sleods onge oorloofd, zelfs als men er een in alle op zichten goed en rechtvaardig ,dool mee tracht te bereiken. Elke regeering. welko dan ook. zelfs de meest democratische, zal dan, ook met allo kracht eu macht, waarover zij de be schikking heeft, een dergelijke revolu tionaire woeling moeten tegengaan. Dit eischt het zelfbehoud der gemeenschap. En alle weldenkende burgers zullen haar daarbij moeten steunen. Wanneer dus van Engeland uil. of door internationale instanties gevraagd wordt, om door medewerking van sympathie- stakingen in andere landen steun te ver- leenen aan dit revolutionair avontuur, dan zal het antwoord op dit verzoek een beslist neen belmoren te zijn. Medewer ken aan oen in zich slechte daad is zelve eon slechte daad. Anders staat het, wanneer gevraagd wordt met geoorloofde middelen lo steu nen. Wanneer men ervan overtuigd is, dat zij strijden voor een rechtvaardige zaak, en dat dc middelen, die aangewend kunnen worden, geoorloofd en effectief ziju, d. w. z. dat het te bereiken voordeel ruimschoots opweegt tegen hot te berok kenen nadeel, dan zal zoodanige steun verleend mogen worden. Ook hier zal men dus goed hebben to onderscheiden. Want dit vergeto men nooit: elke daad, die lot doel heeft het welslagen van een slechte daad te verzekeren, is zelve een slechte daad. Het goede doel maakt een slecht mid del niet goed. Maar een slecht doel maakt een goed middel slecht. FEUILLETON. 81) „Wat je hier moet doen? Weet je dat niet? Kleed je maar vlug aan en ga mee, dan zal ik je dat wel eens vertellen." Snel kleedde Willy zich aan en volgde den sergeant, die hom, tot groote verba zing der andere recruten naar do onder- officierscantine bracht. Hier gingen ze zit ten, beiden met een grooten pot koffie voor zich. Willy liet zich dien dra rik goed smaken, want zijn keel was geheel uitge droogd. „J i wou zeker je geluk nog eens be proeven, beste vrind. Is 't zoo niet?" vroeg de sergeant hem vertrouwelijk de hand op den schouder leggend. .- „Ja", zei Willy, „daar heb jo gelijk in." „Herinner je je niet, op welke wijze je bier gekomen bent?" „Neen, heelemaal niet. Doch in geen ge val vrijwillig." „Ik ontmoette je toevallig op straat. Jo hadt een heer bij je, een vriend met een zwart verband aan zijn linker oog." „Deed hij het woord voor mij, of sprak ik met je?" „Nu, eigenlijk behoef ik je dat niet te *eggeu. Maar zooveel wil ik je dan wel Vertellen, dal hij eerst sprak en later jij. Je vertelde, dat je verschrikkelijk door het ongeluk vervolgd werd, dat je vroeger sol daat geweest, was en dat jc wel weer dienst, zou willen nemen. Goed, zei ik, dan fcnn jo bij mij terecht, maar clan moet je ten anderen naam aannemen." „En nam ik den shilling van u aan, dien jo me gaf, ten teelccn, dat ik me had laton aanwerven?" „Of je! Je greep cr naar als een wilde. Misschien zit hij nog wel in je vestzak. Kijk eens evQn." Willy voelde in zijn vestzak en zoo waar, bij baalde cr een fonkclnieuwen shilling uit. „Zie jo wel," riep de sergant, „daar heb je hem al!" „En welken naam heb ik u genoemd?" „Robert Ridley." „En welk beroep?" „Kantoorschrijver." „Fijn!" barstte Willy uit. „Een mnoion bak, dien ze met mc uitgehaald hebben! Die vervloekte drank!" „Kijk", zei dc sergeant, een blauw papier uit den zak halend, „hier staat hel. Lees maar: Robert Ridley, kantoorsclirijver oud 2G juar." Willy logde zijn band op het papier. „En wil jc mc nu op grond van dit be wijs hier houden?" vroeg hij. „Waarom niet?" „Kom, verscheur dat. papier cn laat mc vrij. Je kunt op cene goede belooning re kenen." „Neen, dat gaat niet." „Kom, sergeant, jc doet een goed werk. Je moet weten, ik ben verloofd en zou spoedig trouwen. Gisteren avond was ik dronken. Ik wist niet. wat ik deed. Ik herinner me tenminste niets van alles, wat cr met me gebeurd moet zijn." „Denk jc dan misschien, dat ik je hier wat zit voor te liegen?" vroeg do ser geant driftig. „Neen, dat niet. Maar hoe zou het u smaken, als u zooiets eens overkwam?" „Er valt niets aan te veranderen, kame raad. Ik moet mijn plicht, doen." „En is het misschien ook jc plicht om een oud-soldaat in de val te lokken? Dat hebt u-gedaan?" „In de val to lokken? Wien Zeg, wien?" „Wel mij. Maar, ik zal er wel voor zor gen, dat de zaak aan 't licht komt." „Dat zal je wel laten, vrindje. Dat durf jc niet. Jo hebt wat op je kerfstok. Wat, dat weet ik niet. Kan me niet schelen ook. Maar ik heb jc vast en laat jo niet meer los." „En dat zal je wel. Want ik ken jc nog van vroeger. Je bent sergeant Hoskins en wc zullen zien, wie aan het langste eind trekt, jij of ik." „Doe, wat jo niet kunt laton on nu kan jo inrukken en bij dc anderen gaan." Willy begaf zich naar de cantine. Hier ging liij in een hoek zitten cn begon to overleggen op welke manier hij hier van daan zou kunnen komen. Daar viel hem in, dat dc manschappen vrij de kazerne in en uit mochten gaan. Straks zou hij van die gelegenheid gebruik maken cn mijnheer Thomson opzoeken. Maar eerst moest hij eens kijken, hoeveel geld hij nog in zijn zak had. Hij vond niets anders clan den shilling cn wat kopergeld. Ziin goudgeld v. as weg Had hij het uitgegeven of had men het hem ontstolen': Hij wist het niet. Den sergeant kendo liij te goed, dan dal hij dezen er van zou willen beschuldigen. Maar wat hij wel wist, dat was, dat hij ccn groote gek wer geweest. Misschien zou Thomson hom wel kunnen helpen. Toen bij tegen elven met de andere re- STATEM-CEMERAAL EERSTE KAMER. Vergadering van gisteren. De Bioscoopwet. Aan de orde is dc behandeling der Bios coopwet. De lieer Polak (V. D.) heeft bewonde ring voor de techniek van den bioscoop, maar hij betreurt liet dat bel object dezer techniek niet altijd bewonderenswaardig is. Een middel tot vermaak is de bioscoop geworden cu hij schenkt, der nicnschlieid producten die niet alle even goed zijn. Hij is dc gevaarlijkste bedreiging voor tooneel en muziek geworden. Zoo bezien heeft hij een belangrijken achteruitgang gebracht. Voor ilc lioogc waarde, dio spr. aan liet tooneel hecht, zou hij kunnen' wenschen,Uat de bioscoop nooit was gekomen. Vaak is door den bioscoop de smaak van het publiek grover geworden. Het ver- looncn van belachelijke drakerige films, liet plastisch, uitbeelden van allerlei mis drijven helpt*zeker niet om den goeden smaak te verfijnen. De paedagogische cn wetenschappelijke bioscoop is good en do rest had ons bespaard kunnen blijven. Maar de bioscoop is cr nu eenmaal. Hij is goed koop cu gemakkelijk toegankelijk en dus het eeuige Red. L. Crt.) vermaak voor een deel der bevolking geworden. Is er nu aanleiding voor de ovarfcwd tot ingrijpen, reglemeuteeren en repressief optreden? I11 dc eerste plaats met het oog op do kinde ren. Dc .schadelijke invloed op do kinderen wordt-z.i. overdreven. Spr. herinnert- aan de Indianon-lcel uur van Airnard en Coo per en spr. gelooft niet dal de invloed daarvan heel org is. E11 het gevaar, 'lat het rustige lezen eu herlezen heeft-, doet het verhaal wellicht dieper doordringen dan het. luchtige zien van de beelden. Spr. is niet tegen roglcmenfceèring van den bioscoop voor kinderen. Iets andets is de keuring der films voor volwassenen. Over bet politiek karakter van dit ontwerp is al eenige malen gedis cussieerd. Hei 'ia één der pogingen dor rechterzijde om haar subjectieve,opvatfin- gen aan het geheele volk op te dringen, fn lal van aangelegenheden is dat streven merkbaar. Spr. wikst op de Zondagswet, op verbod van wedstrijden op Zondag, op liet stuitende Red. L. Crt.) optreden \an „Eer en Deugd", die zich aanstelt als bezitter van het"monopolie van eer on deugd, op het optreden tegen litteraire kunstwerken onder voorgeven, dal deze pornographic zi'u, op het verzeg togen dc staatsloterij. Het. zijn alle uit ineen van ccn streven van een doel des volles om bet andere deel opvattingen op to dringen. Do Bioscoopwet doet hetzelfde met de tburing van filius voor volwassenenbet is een begin van een censuur op kunst wer ken. Ecu volgende slap zal tie tooneelcen- suur zijn. Dit beslaat reeds, zegt men, maar dat is niet. juist. Pas als men aan de opvoering toe is, kan do bugrcmeostei Lus- schonbcide komen als hij vreest da» do openbare orde zal worden verstoord. N or nu oen vaststaande opvattin" van beid? Niemand zal dit toegeven Red. L. Crt). Dit ontwerp brengt onver va lscli- tc cersuur en, als die er eenmaal is, dan is dc baan geopend voor allerlei uitbreiding op kunst 011 ander geestoliik gebied. Uit welke soort menschon zal do cen trale keuringscommissie bestaan? Het is dwaasheid op grond van ze 'e-li'khoid films af te keuron, omdat niemand kan vaststel len wat zedelijkheid is.(!? Red. L. Crt). Bij oen centrale keuring legt. menigeen zich al neer, maar daarna komt nog do mo gelijkheid van na-keuring. Dc centrale commissie zal met zorg worden samenge steld, maar wie waarborgt een even -zorg vuldige samenstelling vun de plaatselijke commissies? Do plaatselijke keuring kan spr. niet ac centeeren. Do lieer Rink (V.B.) acht dit ontwerp overbodig en schadelijk. Het is een aan slag op do persoonlijke vrijheid pti schoot rechtsonzekerheid voor zeer velen. Was deze wet noodig? Bpr. wiist op art. 135 cn art. 188 der Gemeentewet. Op de openbare vermakelijkheden kun nen verordeningen worden gemaakt, indien do openbare orde dit noodzakelijk maakt. .Mies wat in deze Bioscoopwet- staat kan de gemeenteraad ook vaststellen. Den burgemeester is de beoordoeliug overgela ten wat noodig is, preventief, ter beveili- cruten do kazerne verlaten wilde, zoch ten een paar van hen onder een nietig voorwendsel ruzie met hem. 't Was klaar blijkelijk doorgestoken spel, want oogon- blikkelijk was sergeant Hoskins aanwezig, die, zonder op Willy's verdediging te let ten, hem zonder veel plichtplegingen in het. cachot liet opsluiten. Zoo was Willy Lomas opnieuw ecu ge vangene en hiervan was hij overtuigd, dal men. hem niet zou laten ontsnappen. Den volgenden morgen word hij door den officier van gezondheid onderzocht en gekeurd en onder den naam van Robert Ridley bij een regiment dragonders inge deeld. Dienzelfdcn avond zond men hem in garnizoen tc Canterbury met verschei dene andere recruten, die, als ze geoefend zouden zijn, bestemd waren voor den In- dischen dienst. Dat hij reeds twaalf jaren gediend had, durfde hij niet te zeggen. Tedere hoop om vrij te komen was voor hem verdwenen. Misschien was liet beter zoo, als 't nu was voor Jenny en voor allen, die met hem verwant waren. Zijn eenige wensei- was, dat ze hem nu maar mochten vergeten HOOFDSTUK XVIII. Dc oude Timmis. Jenny werd vrecsclijk ongerust, toen elke tijding van Willy uitbleef. Ze schreef Thomson, of -leze haar misschien in lichtingen zou kunnen verschaffen. Maar Thomson antwoordde, dat hij heel woinig wist. Een paar van zijn vertrouwelingen hadden Willy en den man met het zwarte verband op het „Strand aangetroffen. ving der openbare orde, ook al heeft- de gemeenteraad geen speciale verordening gemankt. Mot dc bevoegdheid, dio do Ge meentewei aan den'Burgemeester geeft, is de gansche materie tc bchandelon. Alleon de Rijkskeuring kunnon zij niot instellen cn dc instelling daarvan is dan ook het motief geweest voor deze wet. Over het ri goureus optreden van burgemeesters wordt steecte en veel geklaagd. Over te slap op treden hooft spr. nog nooit ho'oron klagen. De feitelijke grond voor dit wetsontwerp be-slaat niet. De heer Rink (V.B.) wijst cr op, dat de regcering dc benoomiug van een cen trale commissie aan zich houdt. Waar vindt -men dc noodige onafhankelijke figu ren voor het lidmaatschap? Niets dan willekeur is te wachten on rechtsonzeker heid. Dc fractie van den Vrijheidsbond is to gen dit ontwerp. Dc lieer Van N a g e 11 van A m p s 0 n (V.B.) ziet goen heil in strafbepalingen. Hij zet uiteen, dat do voorstanders van dene wet zelf niot weten, wat hot besto is, Bpr. kan zijn stem voor dit wotsontwerp niot geven gólijlc Mr. Rink reeds uitvoerig heeft aangetoond. Dc heer Slingenbcrg (V. D.) vraagt waarom do minister van Financiën dit w ets en t werp zul verdedigen. Wie zal straks do wot contrasignccron? Waarom is do mi nister van Binnonlandscho Zaken niot hier? Spr. is er voor regelen to treffen, waardoor dc excessen in de bioscoop voor de kinderen worden tegengegaan. Spr. sluit, zioli verder aan bij den heer Rink wat botrefl-Me oyofkodigheid dezer wet. De heer Br iet (A. R.) weet, dat do principieel? tegenkanting togen deze wet niet sterk meer is. Alleen do heer i'olnk bleef principieel. Spr. is voor vrijheid op geestelijk gebied, maar hij meent, dat dit mot do bioscoop niets to maken heeft. Do bioscoop is liet niot waard, er zooveel drukte over te maken. Geestelijke wuardo heeft zij zeer weinig. Uitingen dos gensu-s hebben recht op bestaan, al kan spr. zo niet altijd waardeeren; maar do film is geen uiting van kunst en beeft geen blij vende beteekenis. Zo is niets dan on:-- >i- ning en vermaak en spr. wil dit wel er kennen, maar dan is het ook noodig, '..ut cüe ontspanning binnen dc perken blijft. Spr. breekt zijn rode af. De vergadering wordt verdaagd tot lie den elf uur. Letteren en Kussoti Haarlemsche R.-K. Kunstenaars. M g r. Gallier b e z 0 e k t de tentoonstelling Zondagmiddag vereerde M;i. Cal lier het Genootschap der H.-K Kun-'tin 1.1 te Haarlem met ecyi bezoek aan d>- tin- toonslrlling der werkende led. u, die d-i-ir in de zalen van don UK Krii i wordt ge houden. De voorzitt"f :ir-'tii1 erf vim l\i fMWid,' sprak eenige woorden van w,elk om en ver leende toen hel woord aan mevr Ellen Russe, in de plaats van den secreta ris, den heer .los. Vandprveldi n, de hlijdo gevoelens der kunstenaars over dit bezoek vertolkte. Daarna maakte Mgr. Gallier een rond gang door de tentoonstelling eu vroeg met-veel belangstelling naar alk ninge- lijko bijzonderheden. Na alles te hebben bezichtigd, hield Z. D. II. de volgende toe.,praal. „Natuurlijk hoop ik. dut het Genoot schap zal groeien en bloeien rond do Haarlemsche Kathedraal, maat dun hoop ik ook, dat er naast de kunstemirs velo M&crcuassen zullen opstaan, die de uit oefening der kunst mogelijk zuHjdii ma ken. Wanneer ik bedenk, dat ik als re clame mag ik wel zeggen begonnen In 11 met een deel van liet koorhek te - hen- ken aan de kathedr-i.il, mei twee van d<; tien kandelaars te laten uitvoer, n, die do tien geboden .-.ymbolisecren (om maar en kele voorbeelden In noemen, eu hou h.'t koorhek nog steeds onvoltooid i. eu do acht overige kandelaar-, ..ehrale ijze ren pijpjes niet een armzalig Heil ri-.dl pitje bekroond zijn gebleven, dun verlang ik voor U allen, dames kuij-ienaresscii en hoeren kunstenaars, dat ge in de gelegen licid zult worden gesteld, om te werken .11 «lat go vele bestellingen zult ontvangen. 111 de eerste plaats voOr de voltooiing tier Haprlemscho kgthodrani an voor h I Matlat—m Hier hadden zij gezien, lux" ze beiden in een lijtiug stegen. Ze waren beu gevolgd tot aan bet Kavey ri sl auriinl. rimsi^tw.m waren zij liet spoor kwijtgeraakt. Thom son voiid dit wel vreemd, 11111 ar hij hoopte den dram! wel weer iu lianJon lo krijgen. Dezo niededeeling kou Jenny's angst nochlhnns nie. verminderen. Op den daw trachtte 7.0 zooveel mogelijk huar onrust to verbergen, want mevrouw Kerstmi mocht niets merken. Maar nis 's avonds alleen op baar kamer was, dan kou ze zich onmogelijk inhouden. Dhii gat /.e haar tranen den vrijen loop. ivant ver driet, wanhoop cn ellende makten zich dan stormenderhand van haai incest01. •Slapen kon zc bijna niet en nis zc soms een paar minuten indommelde, dun schrok zc plotseling weer wakker, lrdrm morgen stond zc vermoeid en uitgeput op en ze vermagerde zichtbaar. Eenige dngeu later schreef ze nog eens ou 11 Thomson en vroeg hem, of hij huar nog niets to melden had. Tevens berichtte zij hem, dat zc nu heel spoedig niet haar mevrouw naar Londen komen zou. „Het spijt, me, dat ik u nog nict^ naders kan mcdedeelen," antwoordde Thomson. „Ik maak mij ook zeer ongerust over Wil ly. Toen ik hier aankwam, was er zooveel voor mij te doen, dat ik onmogelijk iet* te zijncu voordeela kon uitvoeren: Nu heb ik meer tijd en zal mijn nasporingen voortzetten. Als u in Londen komt, heb ik u nog verscheidene dingen te zeggen, dio ik u niet schrijven kan. Houd even wel moed (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1926 | | pagina 7