Tweede Blad. IkerKËÏÏ^ DE VALSCHE TAND. Dinsdag II Mei 1926 Pater Hendrichs S.J. In P*auselijke audïüntie. Donderdag 6 Mei werd Pater Hendriclis S.J., in speciale audiëntie ontvangen door 2 H. den Paus. Z.Eerw. had daarbij ge legenheid den Paus zijn werk uiteen te zeiten en het verband tusschen zijn con ferenties voor andersdenkenden en zijn le zing over het getuigenis der Catacomben. „O ja, ik weet, dat u de Catacomben bestudeert", sprak de Paus. „Om het getuigenis van ons geloof". ..Ik zegen dat werk met alle zegenin gen', sprak Z. H., dio juist in zijn breve van November 1925 zoo krachtig opkwam voor het apologetisch karakter der Cata comben. „Ik zegen uw werk en allen, die u helpen, met alle zegeningen, die ti voor hen verlangt.'' ,Msb Diamanten kloosterfeest. Dinsdag j.l. vierde de Eerw. Zuster Za- charia (in de wereld mej. Maria Müller) haar diamanten kloosterfeest in het kloos ter der Eerw. Zusters van Liefde (Til burg) te Moergestel (N.-B.). De hoogbe jaarde jubilaresse, die vroeger vele jaren bij het onderwijs werkzaam was, is nu nog iederen dag de trouwe Voorbidster in de kapel voor do bewoonsters van het klooster, de éénigo werkzaamheid, die wegens het gemis van het gezichtsvermo gen, door Zuster Zacharia nog verricht wordt. Naar de Missie. De weleerw. pater Davids van de Con gregatie der H.H. Harten, thans tijdelijk hij zijn familie te Velp bij Arnhem vertoe vend, vertrekt 5 Juni a.s. per boot van Marseille naar de Cook-eilanden (Austra lië). R.-K. Weeshuis te Haarlem. Tot Overste van het R.-K. Weeshuis te Haarlem is benoemd de Eerw. Zuster Ambrosia. Gebedsverhooring. Men schrijft aan „De Tijd": Gisteren, Zondag 9 Mei, begon 'n twee de algemeene Novene ter eere der H. The- resia. Daarom kan het ter opwekking om zich bij deze Novene aan te sluiten zijn nut hebben de volgende wonderbare red ding van een onzer Missionarissen meer bekend te maken. Pater Antonius ter Maat, oud-Provin ciaal der Paters Dominicanen thans rec tor aan 'n grooto melaatschenverpleging te Port of Spain hoofdstad van het eiland Trinidad, beschrijft zelf zijn wonderbare redding door tusschenkomst van Maria en KI. Theresia. ..Het was Aschwoensdag. Des morgens had ik bij de melaatschen op het eilandje Chacacharaca, een afdeeling van het groo te melaatschenverblijf, de H. Mis lezen en de aschkruisjes gegeven aan lijders, hen herinnerend aan do grooto waarheid, uitgedrukt in de woorden: „Go denk, o mensch, dat gij stof zijt en tot stof zult wederweeren." Tegen 3 uur 's namid dags keerde ik terug aan boord van de motorboot „Naparima", die mij weer naar Port of Spain zou terugbrengen. De over vaart gaat langs twee vaargeulen. Deze vaargeulen worden door de groote vaart als verbinding met den Atlantischen Oceaan benut. Wij zagen een groot stoom schip, metende 20.000 ton, dat van Port of Spain vertrokken was, koers houdend in de richting van den Oceaan. Het was de „Van Dijck", een schip van een Engelsch- Amerikaanscho maatschappij, die vaart tusschen New-York en Brazilië. Zonder verder acht te slaan op dezen reus, dien wij, naar wij meenden, op eerbiedigen af stand zouden passeeren, ging ons motor bootje verder, toen opeens, wat er eigenlijk gebeurd is, weet ik niet do voorsteven van de „Van Dijck" in al zijn onlzaglijke grootte, rechtop ons afkwam en aan oniwijken viel niet meer te den- kern Wat nu volgde, laat zich niet be schrijven. Alles wat zwemmen kon, sprong te water, wat de ramp was onvermijde lijk. Een zware schok volgde die onze mo torboot in een oogenblik tijds geheel uit el kaar sloeg. Zwemmen kon ik niet, ik bleef dus aan boord van de ontredderde boot, den dood voor oogen, en mijn ziel God aanbevelend Gelukkig bleef ik kalm, als had ik geen zenuwen. Do ruïne van onze motorboot nam mij mee naar de diepte. Doch ik had aanstonds een gevoel, alsof ik vastgehouden werd door een onzicht bare hand. Ofschoon ik onder water lag en alles rondom mij duister, terwijl ik al lerlei stukken hout om mij heen en over mijn hoofd voelde gaan, werd ik niet be nauwd. Ik gevoelde mij zóó zeker van bij zondere hulp, dat ik wel had willen vra gen: „Wie helpt mij, en wie houdt mij vast?" Dit duurde.ik weet niet hoe lang. Maar opeens kwam ik weer boven, zag vlak vóór mij oen zwaren balk drij ven, greep dezen vast en hield mij zoo eenigen lijd boven water. Wij waren niet ver van het land. Vis- schers in de buurt, gewaarschuwd door een heer die zich in een voorbijvarend bootje bevond, kwamen met hun schuitjes aangesneld, pikten mij op en brachten mij in een der reddingsbooten van de „Van Dijck", die onmiddellijk gestopt had en zijn booten had uitgezet. Er waren al aan stonds drie dooden en tien vermisten, die later bleken, voor het moerendeel ver dronken te zijn. Zoo kwam ik aan boord tan de „Van Dijck", waar ik met de meeste zorg werd verpleegd. Do dokter onderzocht mij en constateerde dat ik niet het minste letsel had gekregen, ook mijn hart was normaal. Alleen was mijn ze» nuwgestel erg geschokt. De „Van Dijk" bracht ons terug naar de hoofdstad, waar ik een dag verbleef in het hospitaal, om daarna voor eenigen tijd, tot herstel van mijn geschokte zenuwen, naar een landelijke pastorie to vertrekken. Wie mij eigenlijk gered heeft weet ik niet, maar zeker ben ik door bovennatuur lijke hulp behouden. Alleen wil ik ver melden, dat ik iederen keer deze over vaart, al is ze zonder direct gevaar, on der bescherming stel van do H. Maagd en de H. Theresia van het Kindje Jezus. Ik durf dus mijn redding, die hier in de cou ranten „merkwaardige redding" genoemd wordt, gerust aan de liefdevolle bescher ming van mijn heide reispatronessen toe schrijven." Wie gevoelt zich niet opgewekt door deze redding om vgl vertrouwen dezer da gen zich te wenden èn tot Maria èn tot de H. Theresia, te wier cere de novene begon Zondag, 9 Mei, om te eindigen op Maandag 19 Mei, verjaardag harer Hei ligverklaring? VAN EEN BEZOEK AAN DE HEILIG-LANDSTICHTING TE NIJMEGEN. door H. A. ULLEMAN, Pr. III. Het eerste, wat iemand bezoekt, nadat liij zijn wandeling over de Heilig-Land stichting bij het Heilig-Hartmonument is begonnen, is een geitenharen aartavaders- tent, een nabootsing van de tent, waarin do Aartsvader Abraham geleefd moet heb ben, tot wien God eenmaal de belofte uit sprak, dat in zijn Nakomeling (Christus) alle volkeren der aarde gezegend zouden worden en van wien Paul us opmerkt: „Door geloof verbleef hij in het Land der belofte als in een vreemd land, wonen de in tenten met Isaac en Jacob, de me de-erfgenamen derzelfde belofte. Want hij verwachtte de stad, welke vaste gron den heeft, wier kunstenaar cn bouwmees ter God zelf is" (Hebr. XI). 't Was onge twijfeld een goede gedachte, om op de Heilig-Landstichting, welke door aan schouwelijke voorstolling de Christus-ge schiedenis te verduidelijken tracht, ook even de aandacht te wijden aan hot leven der Oudvaders, met wie God het oudtesta mentisch Verbond sloot. Na deze voorbereiding kwamen wij liet was 'n heelo overgang aan bet huis je van Nazareth, de plaats, waar Maria de gelukkige tijding vernam, dat do Mes sias, aan Abraham voorspeld, uit hA&r ge boren zou worden. De heer Piet Gerrits, die, zooals wo al boven opgemerkt heb ben, artistiek leider is der Heilig-Land stichting en daar tor plaatse ook woont, heeft na een langdurigvcrblijf en studie in Palestina, in overleg met den bouwheer Vicaris Suijs dit huisje zoo weten in to richten en te bemeubelen overèenkomstig den lijd, waarin Maria loefde, dat het on3 is alsof de H. Maagd het zoo juist verla ten heeft. Boven het buisje is een kapel letje gebouwd, waar gelegenheid is, het geheim der menschwording van God3 Zoon te overwegen en te genieten van een schoone muurschildering van Piet Ger- rits, voorstellende de Begroeting des En gels. Op den buitengevel vinden wo een af beelding van den profeet Isaias, die met de rechterhand wijst naar 'n Maria-met- het-goddelijk-Kind, cn daaronder dezen tekst: „Isaias zeide: Hoor, Huis van Da vid, is het u niet genoeg het geduld der menschen op de proef te stellen? Moet gij ook nog het geduld van mijn God beproe ven? Hoor dan: Jehovah zelf zal u een teeken geven. Dit is het teekfen: Zie een maagd heeft ontvangen en baart een zoon en geeft hem den naam van God met ons." Verder gaande over het heuvelig terrein der Stichting, in verhouding even glooiend als Palestina zelf, kwamen wij aan de grot van Bethlehem, een nabootsing van de grot, zooals die thans nog in Bethlehem gezien wordt en" waarin door twee ver schillende altaren twee verschillende plaatsen worden aangeduid, te weten de plek der geboorte en die der kribbe. Onderweg wist mijn leidsman mij te ver tellen, dat de terreinen der Heilig-Land stichting wel een 130 hectare beslaan en dat do vicaris in samenwerking met Piet Gerrits voortdurend uitbreiding tracht te geven aan bet getal monumenten. „Twee zijn er weer in aanbouw", wees pater Eyckclor, „dit moet worden de tempel van Salomon en dat daar het Paleis van Pi- la tus." 'n Eindje verderop zagen wij 'n timmer manswinkel met woonhuis, waardoor ons het idee werd bijgebracht, hoe ook een maal de plaats er uit gezien moet hebben, waar de Messias zooveel jaren gesleten heeft, terwijl men hem hield, zooals hot Evangelie zegt, voor een zoon v^n den timmerman Joseph. Weer even later kwamen wij op onzo rondwandeling aan een karavaan-serail, het model van de plaatson, waar Maria en Joseph meermalen den wacht moeten ge passeerd hebben, toen zij voor do volkstel ling naar Bethlehem reisden en in één waarvan zij op den vooravond van Jesus' geboorte geen geschikte plaats konden vinden, zoodat zij gedwongen waren, voor al met het oog op den toestand, waarin Maria zich bevond, een meer stille plaats te zoeken in een buiten Bethlehem gelegen grot. Een blik werpend in het intérieur van dit karavaanhuis, dat bestaat'in een vier kanten overdekten omgang met een bron in "t midden, moest ik pator Eijckeler wel gelijk geven, toen hij zeido, dat men maar moeilijk kan spreken van „geen plaats" in zulk een huis en dat do humanist Erasmus wellicht niet ver van de waarheid af was, toen hij fijntjes opmerkte, dat het Schrift woord: er was geen plaats voor hen in do herberg, niet zoozeer betcekendc: er was volstrekt geen plekje meer over, als wol: de herberg was voor hen do plaats niet. Met het oog op Maria natuurlijk. Na een paar wijnpersen langs gegaaA te zijn, waardoor we een goed begrip kregen van de wijze, waarop weleer in het Heilig Land de wijn geperst en beroid werd, wat toch wel van belang is, omdat er in de Schriftuur meermalen van „de wijnpers- treden" gesproken wordt, kwamen wij aan den Jorusalemscheri kruisweg. Deze Kruis weg is topografisch gelijk aan den weg, die in de stad Jerusalem wordt geacht, het pad te zijn geweest, waarlangs Christus van Pilatus' huis uit Zijn kruis droeg naar Calvarië. Nog niet alle, slechts een achttal statiën zijn gereed, waarvoor het mate riaal geleverd werd door de Porcelej'no Fles te Delft. Interessant is, dat deze weg evenals in do stad Jerusalem door cone vallei gaat, en dat men tusschen de VI Ie cn VlIIe statie door oen poort gaat, wijl de opgravingen in Jerusalem uitwijzen, dat op dien afstand de stadsmuur lag»; inte ressant ook, hoe volgens topografischo be vindingen en gegevens van het Evange- FEUILLETON. so) Toen zij door do lange gang liepen, nam de vreemdoling zijn hoed af, deed het ver band van zijn oog en zette dan den hoed ■teer op. Hij scheen hier den weg te we ten. Weldra bereikten zij een breeden trap en liepen dien af. Onderwijl trok hij zijn overjas uit, keerde die om en trok hem toen weer aan. Willy vroeg niet, waarom bij dit alles deed. Hij begreep het. Zoo kwamen ze aan de achterzijde van het restaurant. „Moet u een rijtuig heeren?" vroeg de portier beleefd. M illy's begeleider knikte. De portier floot even en in -minder dan geen tijd reed een droschky voor. „Wilt-u instijgen?" vroeg de zwart oog, „dan kunnen we aanstonds een poosje vrij met elkaar praten." Toen ze gezeten waren, riep hij door een raampje den koetsier oenigo woorden toe, daarvan Willy alleen verstond „Rupert- ■traat." moet nooit het adres zeggen, voor je in liet rijtuig zit. Dat is tenminste mijn gewoonte. Je loopt dan geen gevaar door anderen gehoord te worden." Willy knikte en'» wendde het hoofd naar en -preker. Tot zijn verbazing zat het jerhand weer op zijn plaats, 't Was toch cn vreemde geschiedenisEn waarheen reden ze? I neemt me niet kwalijk", begon Willy, nm-i-ir ik zou gaarne weten „Neen, neenl" riep de zwartoog, „nog niet! We hebben al den tijd. Wil je roo- ken?" Weinige minuten daarna hield het rij tuig stil voor erti klein restaurant in de JRupertstraat, waar ze binnengingen. Het was daar een deftige boel. Achter het buf fet bevond zich een elegant gekleede dnme en de eigenaar ontving hen met veel be leefdheid. Beiden maakten een eigenaar- digen indruk. Dit was ook het geval met de weinige bezoekers, die or waren. „Ik zou graag een avondmaal hebben", zei de zwartoog tot den waard. „En u?" vroeg hij aan Lomas. „Ook heel graag", antwoordde deze. De tafel was weldra gedekt. „Wpt zullen we drinken?" „Bier, denk ik. Dat zal wel bet Vieste zijn." „Bier!" riep do zwartoog. „Dat is hier niet te bekomen. Laat je raden en doe net als ik, drink wijn. Goeden, ouden Chianti." „Mij goed", antwoordde Willy een wei nig verlegen, „ik heb hevigen dorst cn zal dus wel wat noodig hebben." „O, chianti kan je gerust drinken. Een best merk en hindert je niets." Zoo kwam dan de eene flesch na de an dere op tafel en daar Willy den wijn bui tengewoon lekker vond en er de kracht niet van kende, dronk hij maar altijd door. Aanvankelijk hadden ze elkaar weinig te zeggen, maar de wijn maakte de tongen los en weldra waren ze in druk gesprek. „Op je gezondheid!" „Dank u, ook zoo!" antwoordde Lomas. Hij merkte nu, hit het hem moeite kostte kvan^ lie ook hier Calvarië niet verre buiten do stad ligt. Dan zagen we een stemmigen Olijven hof, kleiner van proportie natuurlijk, dan die van Jerusalem, inaar toch zoo goed na gedaan, dat het ondanks don stralendcn lentedag heusch was. alsof het geheimzin nig duister van don Wit te-Donderdagavond cr over uitgespreid lag. Een eindjo daarvandaan verheft zich de Olijfberg met den Hemclvaartskocpel. Op den eigenlijken Olijfberg immers te Jeru salem, vanwaar Jesus dus ten Hemel steeg, hebben de Muzelmannen een ronde, koepelvormige moskee gebouwd, welke zij hun eigendom noemen en voor het bezoe ken waarvan men hun verlof noodig heeft. Ook don Calvarieberg mist men hier na tuurlijk niet, die met de XIIo statie en het H. Graf dezelfde ruimte op de Hrilig- Landstichting inneemt, als de H. Grafkerk to Jerusalem, waar immers in één kerk dezo drie kostbare gebeurtenissen: Kruisi ging, Kruisalneming en begrafenis her dacht worden. Een heel sympathiek idee van Vicaris .Suijs is 't, dat er op de Hoilig Landstich ting gelegenheid bestaat aan zijn diorba- re dooden een laatste rustplaats to geven. Zoowel in de krypte van den Calvarie berg, als in de omgeving ervan, on ook in de nabijheid van het Heilig-Graf kan men een graf koopen. Verschillend© rusten er reeds en onder hen bijv. ook, zooals ik op den grafsteen zag, de heer van Wichen, oud-burgemeester van Alkemade. Voegen wij hioroan toe, dat al die mo numenten, welke wij hier beschreven heb ben en die, wat topografische verhoudin gen betreft, geheel conform zijn met de bestaande in de stad Jerusalem zelf, nog maar een gedeoltclijke uitvooring zijn van de plannen, welke den Stichter voor den geest stonden, dan begrijpt iodor, welk een prachtig middel de Hoilig-Landsticliting is, om zich in te leVcn in het loven van den Messias, zooals ons dat verhaald wordt in de Schriften. Een bijbelles met aanschouwelijke voor stelling, zoo zouden wij de Hcilig-Land- sliphting willen noemen. Een verzameling van steunpunten ook voor meditaties, zoo als onze kruiswegstaties in onze kerken dat in 't klein zijn. Een middel om Chris tus te predikon en te doon kennen. En daarom doet Vicaris Suijs met deze Stich ting ook priesterlijken, echt-apologetischen arbeid. Vermoeid van onze omwandeling gingen we nog een tijdje rusten in do gastyrijo pastorij der Heilig-Landstichting, waarna ik dankbaar van mijn gastheer cn van mijn leidsman afscheid nam cn door do Sophia-laan en het Hengstdal naar hot eindpunt van lijn XIII wandelde, cn waar een elektrisch trammetje mii binnen hot half uur naar het Nijmeogsch station bracht. Om f>.03 nam een boemeltjo mij mee naar de aangename hoofdstad van Brabant. Van don watersnood en zijn ge volgen was, zoo oppervlakkig beschouwd, r.iets meer te bespeuren. Een zachte avondzon legde gouden tinten ovor do weiden. Het jonge geboouüo strekte tccder zipi takken nnar het kobaltblauw des he mels en. trilde van hot nieuwe leven, dat do vfrscho lente in Gods heerlijke schep ping 'chiep, 't Was 'n avond voor de pen van J'Vlix Timmermans. Gemengde 'Berichten De Overstroomingsramp. A1 g. Ver. Commissi-e. De 54e verantwoording van do algemee ne vereenigde commissie tor leniging van rampen door watersnood in Nederland te Amsterdam toont een bedrag van ƒ31.544.00. net totaal-generaal bedraagt thans 4.309.762.64. Ernstig ongeval. Zondagmiddag omstreeks half \ijf kwam do expediteur J. P. met oen zeer groote snelheid met zijn motor door de Dreef te I rinccnbage gereden. Aan het eind nabij do schutshoom moest bij uitwijken voor een auto en zette onmiddellijk de remmen aan. Hij kwam to vallen en een gedeelte benzine dat zich over zijn klcederon had uitgestort vatte vlam. Verbrand aan hand en armen en met verschroeide haren en kleeron, werd hij door eenigo personen opgenomen en een café binnen'red ragen, alwaar hij door dr UIT DE RADiQ-WERELO. Programma's voor Woensdag 12 Mri. II i 1 v e r s u m. 1050 M. 12. cn J.30 JPoIii i. brr. 5. 0. Voornvondconcerl door lu't II. I). O.-orlosi. «i.l.v. Kr. l.upM 6.30- 7.30 Duitsehe les <UM ,1 Edgar Grün 7.45 cu 10: Pcrsbor. 8.10 Christel. Omroep. Davcn l ry 1600 Al 10.20—12.20 Concert door liet radio- kwartet en solisten (contra alt. tenor oii piano). 12.20 1.20 Muziek van Resiaucant Frascati. 2.35 Lozing: Citizenship, health, safety and comfort. 3.20 Lezing: Out of doors'. 3.35 Afuziek van do New Gallery Ki- iieiiia. 4.35 Kiuderuurtje. 5.20 Dansmuziek. 6.10 Tuinpraatje. G.20 Tijdsein Big Ben, weerber., nieuws. Lezing: The trade of the Smith. 6.45 Pianocomposities van Schumann. 7.Spaanscho lezing* 7.20 De radiofollios. I. North, sopraan. 1). Oldham, soubrette en pianiste. H. Kim- berloy, bariton. H. Darnloy, humorist. CI. Liddington, humorist. 0. Oakly, banjo. 8.05 Symphonieconcert. Symhonic-or- kesf. Laffitte, piano. 10.2011.20 Dansmuziek van Princes- restaurant. R a d i o-P a r i s, 1750 M. 11.50 Concert I.ucien Paris (piano viool, cello). 4.05 Concert. 7.20 Kroniek van Auto, Luchtvaart ea Sport. 7.50 Wedstrijdconccrt van „Echo di Paris" Königswuslcrbauson 1300 M. 7.50 Vroolijko dialogen en duetten, F. Webör, Fleszburg, sopraan. A. Fleszburg, tenor. Duetten van M. Ludwig en K. Ebert. Daarna nicuwsber. Brussel 26-4 MonAntwerpen OM 7.20 Operafragmenten. 9.20 Nieuws. M n s t e r, 4 10 M 12.20 Keukenpraatjo. 12.50 Orkestconcort. 3.50 Kinderuurtjo. 4.50—5.35 Lezing Dio Bienc Maja. 5.50 Lezing: Das Nest der Vogel. 6.206.50 Lezing: Des Kataster. 7.20 Lezing: Schopenhauer. 7.50 Voorlezing uit eigen werken door L. Bate. 8.50 „Die verstellte Einfalt", opera van Mozart Joling werd verbonden. Per auto werd hij raar zijn woning vervoerd. I), v. .V Br. Het autobus-ongeluk te Bcrlicum. IIe( kindje van AI. Schuurman?». rial Za terdag bij liet autobus-ongeluk te Berlicum ernstig werd gewond, is 'a naclils in liet ziekenhuis aan de gevolgen overleden. Door een auto overreden. Zondagavond omstreeks zes uur gebeur de te Uden een droevig ongeluk. Een auto komende van do richting Volkcl, reed met ten flink vaartje om den boek bij het ge meentehuis. Een juist passeerondo vrouw B uit Uden kwam onder den auto terecht en werd een vijftiental moters meegesleurd, waardoor zij ernstige verwöndin i op liep. Geneeskundige hulp was >poe!i;j aan wezig. Men vree. t voor haar lev o Ovorrcden. Zondag werd ongeveer 10 uur een 16- jarige jongen A. uit den Houten Hoek to Detirne, meldt de „VH/»rt. Crt.", door een Arachtwagen van de firma 1'. de Wit op (Jen hoek van den Helmondsehcn weg aan gereden en op de plaats gedood i» ftoffene trachtte op den wagon te sprin gen doch. miste. Uit esn trein gevallen. Zondagochtend is do voetballer A Zui- dam van 1). H. C. uit Delft, dio vroeger \oor Keijenoord en Sparta uitkwam, nabij Den Hang uit den trein gevallen. Met oen fchedelfractuur werd Hij opgenomen en naar het gemeenteziekenhuis vervoerd. Zijn toe.-laud is hoogst ernsti". die paar woorden te zeggen. Maar toch was hij niet dronken o necnl „Wij schijnen al goede kameraden te zijn", stotterde hij verder, „maar ik weet nog heelemaal niet wie je bont". „Dat doet nok niets ter zake", zei de zwartoog, „bij gelégcnhcid zal ik je dat wel eens vertellen." „Het was kapitein Kathart", vervolgde Willy, „ik geloof tenminste, dat hij het was, maar zeker bon ik er niet van maar ik geloof, dat hij bot was, die mij het briefje gaf." „Ja, ja, dat weet ik, beste vriend", viel de ander hem in de rede, „ik had er op gerekend je vanavond of morgenavond aan te treffen." „Of overmorgen", zei Willy. „Maar ik ken uw naam niet, ik zal je daarom maar zwartoog noemen." De ander fronste het voorhoofd. Willy merkte dat. „U neemt me dat zeker toch niet kwalijk", zei Jiij, „ik moet toch een naam voor u hebben. Alzoo, we zitten hier nu bchagclijk bij elkaar, we zijn goede vrienden cn kunnen dus vrijuit spreken." „Je hebt gelijk. Vertel rao dan eerst maar eens, of iemand weet, dat je op dit oogenblik in Londen bent." „Niemand. Geen levende ziel heeft er een vermoeden van. Niet eens mijn meisje. Lieve hemel", zoo onderbrak hij zich zelf, ..wat heb ik toch een ellende over haar go- bracht. Ik ben niet dronken, heusch niet, maar ik zou me willen bedrinken om dat te vergeten! Aïaar ik kan dat niet verge ten, ik kan niet!" „Kom, dat moet je toch. Kijk, neem nog een glaasje cognac." En hij dronk opnieuw. „Nou, goed. Het kan mo niet schelen. Ik moet er dan maar niet aan donken. Ge zondheid, kameraad!" „Nu ik hior in Londen ben", ging hij in zijn dronkemanstaal voort, „moet ik zien, dat ik werk krijg. Kunt u mo dat verschaffen?" „Zeker, dat kan ik." „En d&u ?.al ik geen dag, geen uur, geen minuut verliezen. Ik zal worketi als een paard voor mijn lieve Jenny." „Dat is een goor! voornemen. Kom, neem nog een glaasje. Dat is goed voor de ze nuwen." „Neen", zei Willy, ,,'t is genoeg." Toch word zijn glas weer met wijn cn cognac gevuld. Hij zag het, liet het toe cn dronk het leeg. Ook wist hij, dat hij nog een tijdjo doorbabbelde, dat men hem op sl:aat bracht, dat hij in een rijtuig zat naast zwartoog, maar verder kon hij zich niets meer herinneren. \Vat was dat voor een bekend geluid, dat hem wekte uit zijn droomen? Hij droomde, dnt hij zich bevond in den stal van rle cn- valcriekaz.cine. Het v as nog vroeg in den morger Daar hoorde hij weer dat geluid, het blazen t»p een trompet, het signaal. De re veille! Hij sprong op als iemand, die gewoon was aan dat signaal te gehoorzamen. Hij ging rechtop zitten, wreef zich de oogen uit en keek rond. Tot zijn groote verba zing bevond hij zich werkelijk in de ka- zorne. Wat beteekende dat? Hoe was hij dgar gekomen? HOOFDSTUK XVII. Weer soldaat. „Ué, kameraad!" liep een j> ngc man, die in een krib naast die van Willy lag, „hoe kom jij hier? Gisterenavond was je bed nog leeg cn nou vind ik iou er in. 't Is vervloekt koud en dat op Zondagmor gen. Ik dacht, dat ze ons vandaag wel wat zouden hebben laten liggen. Ik mag wel voortmaken. Aanstonds komt do sergeant. Ha, daar is hij al!" De spreker slucg de dekens jcn sprong van zijn stroozak. Hij keek nieuwsgierig naar Willy, dio nog geen mond had open gedaan cn ook geen aanstalten maakte om uit het bed te komen. „Zog kameraad, waarom liet jij jc aan werven?" Willy kon zich niets herinneren. Het was, of zijn hoofd zou barsten. „Wat is dat hier voor een kazerne?" vroeg hij. „Weet jo dat nietWel do kazerno op het Trafalgar Square. Hier worden de re» ciuten ondergebracht." Ha, ja. Nu wist hij 't weer en hij be greep tegelijkertijd, dat bij weer bij hek leger was en wel als ercruut. Maar, hoe was dat mogelijk? Hoe was dat in zijn werk gegaan? „Kom, vrindje, er uit. 't Is tijd. Je ziek houden geeft niet." 't Was een sergeant van de dragonders, die naast, zijn bed stond en hem lachend die woorden toevoegde. „Wat moet ik hier doen, sergeant?'' vroeg Willy. (#'ordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1926 | | pagina 3