Anecdoten. KALENDER DER WEEK N.B. Als niet anders wordt aangege ven beeft in deze week iedere H. Mis Gloria en Credo en heeft de Prefatie van het H. Kruis. ZONDAG 21 Maart. Passiezon dag. Mis: Judica. Geen Gloria. 2e gebed van den H. Bencdictus. Kleur: l'aars Vandaag begint de eigenlijke Lijdens- tijd. Ten teeken van rouw zijn de kruis beelden en de beelden van den Zaligma ker overal in do kerk en de Heiligen beelden op bet altaar bedekt met cen paarse doek. Christus ter dood veroordeeld, vraagt aan God Zijn zaak te bepleiten en de waarheid zijner onschuld te doen uitstra len. (Introitus). Hoewel onschuldig, moet de Christus toch lijden; het is de wil des Vaders, dat Hij als Middelaar van het Nieuw Verhond, als Hoogepriester, Zijn eigen goddelijk Bloed aanbiedt tot zuive ring en verlossing der menschheid. (Epistel). Mensch gelijk wij, huivert Christus voor het lijden; God moge Hem daarom verlossen van zijne vijanden. Maar toch de wil des Vaders geschiede Heer leer mij uwen wil volbrengen (Gra duale en .Tractus). In het Evangelie doet Christus zich duidelijk kennen als de Zoon van God en laat daardoor nog meer uitkomen de waarde zijner smarten, lloc billijk is het toch, dat wij God voor dc levenbrengende weldaad der Verlossing, voor het gedachtcnisleeken aan 's Hve ren Lijden, het H. Altaarsacrament, lo ven uit geheel ons hart en Zijne heilige geboden onderhouden. (Offertorium en Coinmunio). N.B. Wanneer do H. Mis v. d. dag ge lezen wordt, blijft de Psalm-Judica, die aan den voet van het altaar gelezen wordt weg; ook het Gloria Patri in dga Iutroitus en achter do Lavabo. MAANDAG 22 Maart. Mis v. d. dag: Miserere mihi. Geen Gloria. 2e gebed voor Kerk of Paus. Geen Credo. Kleur: Paars. DINSDAG 23 Maart. Mis v. d. dag: Exspecta Dominum. Verder als gisteren. WOENSDAG 24 Maart. Feestdag van den Heiligen Aartsengel Gabriel. Mis: Benedicite. 2e ge bed en laatste Evangelie v. d. dag. Kleur: W i t. Ook mag gelezen worden de H. Mas v. d. dag: Liberator. Geen Gloria en Credo. 2e gebed en laatste Evangelie v. d. H. Gabriël. Kleur: Paars. God heeft den Heiligen Aartsengel Gabriël uitgekozen tot Gezant van liet Geheim der H. Mensch wording. Aa*n Daniël voorspelt hij den tijd van de komst des Verlossers; aan Zacharias den Voorlooper des Heeren; en aan Maria dat zij de Moeder zal zijn van den Zoon des Allerhoogsten. Gabriël beleekenl: Kfaclit Gods.' DONDERDAG 25 Maart. Feestdag Van Maria Boo d's chap of van H. Menschwording van God de Zoon. Mis: V u 11 u m tuum. 2e ge- bed en laatste Evangelie v. d. dag. Pre fatie van de Allerheiligste Maagd (invul len: En U om de aankondiging). Kleur: ,W i t. De Engel des Heeren heeft aan Maria geboodschapt en de Kracht des Aller hoogsten heeft Maria overschaduwt; Ma ria zij heeft ontvangen van den H. Geest en het Goddelijk Woord is vleesch ge worden! Wees gegroet Maria, gij zijt vol van genade, de Heer is met U; gezegend zijl gij onder do vrouwen en gezegend is dc Vrucht uws lichaams: Jesus. VRIJDAG 26 Maart. Feest van de zeven smarfen van Maria. Mis: S t a b a n t. 2e gebed en laalste Evange lie v. d. dag. Prefatie v. d. Allerh. Maagd (Invullen: En U in dc doorboring). Kleur: Wit. Als dc H. Mis v. d. dag gelezen wordt: Mis: Miserere mihi. Geen Gloria en Credo. 2e gebed en laatsto Evangelie v. d. Ze ven Smarten. Kleur: Paars. Vol droefheid en tót tranen bewogen zijt gij, o Maagd Maria, staande naast het kruis van den Heer Jesus, uwen Zoon, den Verlosser. O, gij allen, die voorhij- gaat geeft acht en ziet of er een smart is gelijk aan Maria's smart! ZATERDAG 27 Maart. Mis v. d. Jo annes Damasccnus, Belijder en Kerklceraar: Tenuisti. 2e gebed v. d. dag; 3e voor den Paus. Kleur: W i t. Als de H. Mis v. d. dag gelezen wordt: Mis: Miserere mihi. Geen Gloria en Credo. 2e gebed v. d. H. Joannes; 3c voor den Paus. Kleur: Paars. Ho Introitus en liet Evangelie zinspelen op het feit, dat de rechterhand van den H. Joannes is afgezet op last van keizer Leo den beeldstormer (8o eeuw), omdat Joannes de vercering der Heiligen zoo krachtig verdedigd had. Üp zijn gebed tot Maria, wier vurige vereerder Joannes was, groeide de hand weer zoo aan de arm, alsof zij nog nooit afgezet was ge weest. Lisse. ALB. M. KOK, J?r. En als dan de administratie hem door en door kent zal hij op zijn beurt kleine gaatjes mogen knippen in kleine stations, veertig meter onder den grond. En dan.«h neen, maar dandan zal hij 150 francs per maand gaan verdie nen. Weet zelf niet meer of 't van rechts is naar links of van links naar rechts. Maar hij gaat altijd heen en weer. Hij draait in een helle cirkel dien Haute niet had voorzien. Zelfs 's nachts draait hij nog in zijn onrustigen slaap; en op een keer voelde zijn vrouw zich opeens gesmeten op het tapijtje voor het bed, terwijl haar man in zijn nachtmerrie uitriep; Horle BauphineAllen uitstappen. In dat bedrijf werd bij geel als een oude citroen. Hij is geen landman meer maar hij heeft cen aardkleurigc teint gekregen. Op sommige dagen, vooral des Zondags dan maakt hij zijn ronde, met een nog meer benauwd gevoel dau anders vanuit zijn onderaardsch verblijf denkt hij dan aan het kleine „Kermaria". Van harde vuursteen, met cement uitgezond, als een grijs stuk speelgoed neergezet op de groe ne vlakte met een dak van slroo dat de zeewind .borstelig opzet als de snor van een oude dappere. Er is slechts een ongelukkige kant aan de zaak eu dat is dat in Parijs zijn huis houden 1G0 francs per maand kost. „Geld." PIERRE L'ERMITE. DE ROZENKRANS VAN EEN OUD VROUWTJE. Tijdens een missie te Londen, werd Pater Conway in de gelegenheid gesteld een bezoek te brengen bij een der voor naamste families uit die wereldstad. Be deftige gastvrouw was eenvoudig gekleed. Be aandacht van den geestelijke werd echter aanstonds getrokken door het zeer ongewoon halssieraad der dame. Het geleek op een gewonen ouden rozen krans met houten kralen en de priester voelde aanstonds, dat er iets bijzonders aan verbonden moest zijn. Ook onder liet gesprek kon hij zijn nieuwsgerigheid niet bedwingen en de dame maakte glim lachend de opmerking: TT, Eerwaarde echijnt verwonderd te zijn, dat ik een rozenkrans om den hals draag. Verlangt u misschien zijn geschie denis te hooren. Eerlijk gezegd, ja mevrouw, zeer gaarne, want het lijkt me werkelijk bui tengewoon. "NVelnu dan moet ik u eerst zeggen, dat de familie van mijn man niet alleen protestant was, maar werkelijk fanatiek in den hoogslen graad. Mijn eigen familie was al niet veel beter,en persoonlijk was ik overtuigd, dat hel katholiek geloof een samenraapsel was van onwetendheid en bijgeloof. Katholieke meiden of knechts werden bij ons geweerd en kon het niet anders, 'dan waakten wij angstvallig dat ze niet in aanraking kwamen met onze kinderen. Op zekeren dag kwam de bin nenmeid heel onverwachts bij mij; zo droeg iets met do toppen van haar vin gers en was cr blijkbaar vies van. Zie eens, mevrouw, wat ik nu gevon den heb, een van die leelijko paapsche afgoden. 't "Was de rozenkrans, die nu uw be langstelling heeft opgewekt. Maar heb je dat ding gevonden? vroeg,ik. Aan de voordeur. Bo porter zegt, dal liet waarschijnlijk behoort aan het oude lersche vrouwtje, dat hier eiken dag met groenten komt. Ik nam het gevaarlijke voorwerp mee naar de zitkamer, waar Harry, mijn man, en zijn jongste zuster zaten te pra ten. Aanstonds begon men nu te spotten en le lachen met do domme bijgeloovighe- den van de dwaze Roomsehen. Nog ge noten wc volop van de vondst toen cen paar bezoekers werden aangediend en binnengeleid. Ze deden aanstonds mee aan de pret. Lctty, zei mijn jongste schoonzuster, als dat vrouwtje morgen weer aan de ileur koml, dau moet je ze eens hier bin nen laten brengen, dat geeft leuke aflei ding. Ik vond liet goed, maar Harry was er eerst niet erg voor le vinden. Hij had zoo-iels al eens meegemaakt en hij hield niet van dergelijke grappen, maar op het aandringen der twee bezoekers, die ook tegenwoordig wilden zijn, gaf hij einde lijk toe. "Wij waren 's anderen daags vroeger hij elkaar dau gewoonlijk. Harry-was nu hcc- lemaal in zijn schik met het geval en ik had mij ernstig, voorgenomen om dat domme vrouwtje te bekeeren. Baar is ze, zei mijn man opeens, en wij gingen nieuwsgierig naar het raam. En werkelijk, daar kwam ze juist het hek ingedrihbeld; ze was netjes gekleed en zag er monter en vroolijk uit. Be meid had de boodschap om liet oude mensch in do zitkamer te brengen. "Wat! in die prachtige kamers hin- nen gaan met mijn vuile schoenen! Nooit van mijn leven 1 Als- mevrouw mij iels te zeggen heeft, dan zai ze wel komen. Toen ik die bootschap kreeg, ging '%ik zelf naar het vrouwlje loc en nóodigde haar uit binnen to komen. Kom binnen, moedertje, ik moet u iets zeggen. Wees maar gerust, men zal u geen kwaad doen. Ze maakte cen ouderwClsche buiging naar mij toe. Mij kwaad doen! Wie zou mij kwaad willen doen in Gods lieve wereld? Niemand, niemand, maar kom bin nen! Nu volgde zij mij schoorvoetend naar de zitkamer en bleef daar verlegen bij de deur staan. Wel moedertje, hebt ge niets verlo ren? vroeg ik. üp mijn woord, mevrouw ik zou hel u niet kunnen zeggen. Maar Marie Fee- nan kan eigenlijk ook niet veel verliezen, mevrouw. Veel verliezen, maar gij hebt alles verloren, go hebt uwen God verloren 1 Mijn God verloren, mevïouw! Ik be grijp niet wat u bedoelt. Wees niet boos, vrouw Feenan, zei ik, en haalde den rozenkrans voor den dag. Gij hebt een afgod verloren, een van die dwazo dingen die gij papen aan bidt! Wel, wol, mevrouw, hoeft u mijn rozenkrans gevonden! Wat ben ik daar blij om, ik kan u nooit genoeg bedanken; mag ik hem als 't u belieft terug heb ben? En ze kwam 'n stap neder en stak baar hand uit. Wacht eens even! Weet ge wel, dat het zonde is, zulke afgoden te aanbidden! Afgoden aanbidden!.... maar ik aanbid geen afgoden. Bien rozenkrans heb ik van Pator Mohamy zelf gekregen, God moge het hem vergelden, dien heili gen man!.en die heeft mij ook geleerd hoe ik er aan bidden moet en wat het allemaal beleekenl. Ik glimlachte medelijdend en zei: Ge moet den bijbel lezen en u niets wijs laten maken door uw priesters. Eerst scheen Marie kwaad to willen worden, maar even later lachte zo guitig, nam haar rozenkrans in ontvangst en zei toen: Ja, mevrouw, ik kan niet lezen. In mijn lijd waren er geen scholen ün Ier land. En toch ken ik mijn godsdienst zoo goed als een ander!.... terwijl ze dat zei streelde ze de kralen van haar rozen krans en werd heel ernstig.... Ik weet wel mevrouw dat ge mij hier eens de les wilt lezen, maar daar geef ik niet veel om. Ik zal u eens zeggen wat mijn rozenkrans mij leert. Nu werd haar stem klaarder en er kwam een schittering in haar oogen. Ziet u dit kruisje? Als ik het be schouw, dan denk ik, dat Jezus voor mij stierf op Calvariö. Ik denk aan zijn won den en al zijn lijden. Gocdo lieve lieer Jezus! Wat hebt Gij toch voel geleden voor mij! Geef mij de genade U nooit meer te bclcedigcn! En ze kuste vurig het kruisje. Ziet u deze groole kraal en die drie kleinen? Bic zeggen mij dat er maar één God is, en. in dien eenen God drie godde lijke personen. Be medaille doet mij den ken aan, Jezus in het Tabernakel. Wij luisterden eerbiedig en zwijgend en Clara, mijn schoonzuster, was dichter bij gekomen, om alles goed te hooren. Be tien kralen aan elk tientje her inneren mij dat ik mijn tien geboden Gods moet onderhouden. En het brave vrouwtje zegde ze alle op en rustte dan een oogenhlik om adem le scheppen. Be rozenkrans bestaat uit drie dee- lcn, van elk 5 deelen, van elk 5 geheimen ter cere van Gods Moeder: vijf blijde en ze noemde ze vijf droevige, ze noem- do zo weer, vijf glorierijke en die zei ze op met sterkero slem. Als ik 'zoo de 'straten doortrek op zoek naar rriljii dagelijkseh brood, bid ik de vijf blijde geheimen. En' als liet werk lastig is, als ik ine afvraag of ik wel ge noeg verdienen zal, dian herhaal ik de droevige geheimen en ik zeg tot mijzcl- ven: Mario Feenan, waarom zijt gij be zorgd? 't Zal eens overgaan en God zal u de genade geven om er een goed einde aan te maken. En als ik met moed en vollrarding de moeilijkheden overwonnen heb, dan spreekt 't van zelf. dat ik met cen dankbaar hart do vijf glorievolle ge heimen bid, ter eere van Maria do Moe der Gods en de Moeder van alle men schen 's Is genoeg, zei mijn man. nu weten wo genoeg, cn het vrouwlje mocht hcen- gpan. Niemand had* haar tegengesproken, niemand had haar bespot. Ik dacht bij mij zeiven, wij hebben een dood geloof van do letter en dat arme vrouwtje heeft; een levend geloof. In haar kinderlijken eenvoud, scheen ze mij iets bovennardsch te hebben en ik voelde dat zij torenhoog boven mij verheven was. Wo spraken over iets anders, maar 't was of wij ge dwongen werden altijd weer op dat zelfdo onderwerp terug te komen. Eerst weer stond ik aan cen bekoring, maar telkens weer kwam ik onder die betoovoring! Ein delijk besloot ik mij in verbinding te stel len met die eenvoudige ziel en ik zocht naar allo gelegenheden om met haar over het geloof te spreken, üp zekeren dag vroeg ik haar om den rozenkrans en tot mijn verwondering stond ze hem aan stonds af. Het duurde niet lang of ik kreeg onderricht ter voorbereiding voor het Boopsel, want ik h il besloten over te gaan tot do Moederkerk. Ik weet niet of mijn man iets vermoed de. In alle geval, ik bracht hem pas op de hoogte toen alles gebeurd was. Ilij was geweldig kwaad, erger dan ik hem ooit gezien had. Maar ik wachtto en bad, dat ook voor hem do tijd der ver lichting eu der genade zou aanbreken. Ga naar mv kerk, als ge wilt: ik blijf met do kinderen naar do onze gaan, was zijn kort besluit. Bo lijd vervloog en op zekeren Zon dagmorgen zei ik: Harry, ga vandaag eens met mij mee! Harry gaf toe en eer het jaar om was, had ik liet geluk mijn man en mijn zeven kinderen in de schoot der ware kerk to zien opgenomen. En zoo komt liet, dat u dezen ro zenkrans als cen kostbaar kleinood altijd om uw hals draagt? zei do priester na een poosje zwijgen. Ja, altijd. En dikwijls als ik volk ontvang, vraagt dc coii of ander, dat bij- zondero hulssnoor eens van nabij te mo gen zien. mevrouw, zeggen ze dan, wat een vreemde steenen; komen die uit Indië? Neen, niet uit Indië. Maar ze zijn toch heel kostbaar, zeker? ja, zeer kostbaar! zo zijn millioc- nen waard. En als ik de nieuwsgierigheid der gaston heli opgewekt, dan vertel ik de ge schiedenis zooals ik dat voor u heb ge daan. En zoo ziet u, dat do rozenkrans van dat anno lersche vrouwtje, dat nu al lang hij O. L. Heer is, nog steeds goed sticht eu zijn apostchvcrk voortzet. Een grappenmaker. Hij had goed gegoten iii een restauratie en daarbij een stevig glas wijn gedronken. Toen hij. gedaan had, stond hij op en zchlo ioi den fiigenaait, die heïh vojstyöfct niet kende, want hij was uit een andere stad afkomstig: 't Spijt me vreeselijk, dat ik mijn por- temonnaie vergelen heb. Be ander werd eensklaps zoo rood als 'n biet en wist in keur van woorden zijn gramschap lucht te geven. En toen hij ein delijk wat tot adem gekomen was, na den vreemdeling voor al wat leelijk is uitge maakt te hebben, beet hij hem too. Dat gaat hier zoo niet, mannetje, be grepen? Maar gelukkig lub ik gisteravond een paar tientjes in mijn vestzak gestoken, ver volgde de vreemdeling met onverstnorhoao kalmte, toen de ander had uitgesproken. En toen betaalde hij. En de opvliegende restaurateur wist maar niet, hoe gauw hij zijn vuurrood go- zicht tol oen glimlach zou vertrekken! DINGEN DEZER DAGEN. ij| Appendicitis. Als ik het voor 't zeggen had dan zou ik ongetwijfeld hoogelijk het privilege op prijs stellen, om subietelijk in embryona- len toestand te worden teruggebracht. Dc reden daarvan die samenhangt met een van de vele oplossingen van het blinde darm-vraagstuk zal u zoo aanstonds dui delijk worden. Immers, lieve lezeres en geachte lezer, de quaestie der appendicitis is langzamer hand urgent geworden. Het is geworden een mode, een manie, een obsessie, het is geworden tot een dwingende natuurwet. Het al of niet nuttig zijn van bedoeld lichaamsdeel is geworden „la quaestion brülante", zoo zelfs, dat daarover in me dische ,en nog veel meer in niet-medischo kringen heviglijk wordt gedisputeerd, ter wijl de geleerden, de medici, de mannen van gezag daarover met de banden in 't haar zitten en zich terugtrekken in de ontzag wekkende stilte hunner binnenkamers om het reeds tot do diepste diepten uitgeputte vraagstuk nog eens verder te gaan uitpui len. Toen wij nog leefden in de blijde on bezorgdheid onzer jeugdige jareu, was het ons ten strengste verboden op de school banken tc gaan zetelen voordat ons lichaam met een serum tegen de pokken was volgespoten, zoodat alle bacteriën dien Aangaande volkomen ten ondergang waren gedoemd en menschen, die een officieele Positie in het Rijk der Nederlanden wilden Kaan innemen, moesten vooraf een bewijs kunnen overleggen, dat hetzelfde serum him lichaam tegen genoemde ziekte ^unuun had gemaakt. Maar werkelijk ®laat het nu to wachten, dat van onze ge- heelc sleep van nakroost een iegelijk zon der uitzondering reeds in zijn eerste levens Jaren van zijn appendix of tewel blinde darm zal moeten worden ontdaan op go- vaar af van anders een succesvolle intrede ln de wereld onmogelijk te maken. Dat genoemd ziekteverschijnsel acuut is ®n zoodoende het onderwerp vormt der ge- Prekken van den hoogsten tot den laag- 'stand, daarvan kunt ge zelf de proef °P de som nemen. Morgen vroeg om half negen zal de melkboer aan uw huisdeur verschijnen. Vertoon dan op het hooren van uw huis bel aan uw dierbare wederhelft uw liefe lijkst gelaat en vraag haar van hoeveel melk gij den melkboer zult ontlasten. Eerst zal zij u misschien wel verwonderd aanstaren, als zij ten minste zulk een vrien delijkheid en hartelijkheid niet van u ge wend is, maar ik raad-u dan sterk aau koppig vol te houden cn uw liefelijkst ge laat le blijven vertoonen. Kus haar dau als eeu trouwe echtvriend op liet lelie blanke voorhoofd of de kersroode lippen en zeg haar, dat zij van haar zware huis houdelijke en moederlijke zorgen toch eigen lijk hoognoodig wat langer moet uitrusten. Ik garandeer u, dat zij dan glimlachend het blondgelokte hoofd weder op het blan ke kussen zal nedervleien. Steek u dan snel in uw noodigste kleedij en begeef u, terwijl uw bretels 's lands wijs, 's lands eer, achter uw pantalon aan bengelen, naar heneden en ge zult onder vinden, dat de melkbezorger op de volgen de wijze een gesprek met u zal trachten te beginnen. „Mógge meneer, mevrouw ziek?" Mompel dan iets, dat onverstaanbaar is, maar waarin het woord blindedarmont steking voor 's melkboers hoororganen dui delijk waarneembaar is en oogenblikkelijk zult ge 's mans meening over bedoeld ziek teverschijnsel vernemen. Hij zal u dan gewagen, hoewel niet in zulke doctrinaire bewoordingen als waarin een journalist zulks pleegt uiteen le zetten, van de materialistische gastronomie der huidige menschheid als oorzaak van dat actueele verschijnsel. „Weet u, meneer", zal hij u met een al lerakeligst geleerd gezicht doceeren, „wat ze tegenwoordig bij een sterflegeval door blindedarm apoplexie of weet ik wat noe men, dat noemden mijn vader en grootva der: kwaad vuur. En dat is het eigenlijk meneer, en anders niks, maar die dokters zitten tegenwoordig alsmaar in die boe ken te gluren en laten tot heil der weten schap hun patiënten intusschen heel ge- noegelijk crepeeren, meneer". Middelerwijl is de melkboer, door de zwaarte der melkkan, die luj onder het uitspreken zijner redevoering steeds in de hand hooft gehouden en hem nu plotseling te zwaar wordt, tot de werkelijkheid te ruggekeerd en overhandigt u genoemd ob ject, waarna hij, na ook nog geld ontvan gen tc hebben, met een „dank u wel, me neer, liet beste met mevrouw", plus de in houd zijner koeien aftrekt. Weinig hoop vol gestemd door het slot van 's mans me dische oratie en napeinzend over zijn sen tentie, die hij zoo denkt ge bij u zeiven ongetwijfeld in medische kringen heeft opgeput immers zoo'n melkboer voert iederen nieuwen morgen gesprekken met de dienstbode van artsen en andere des kundige begeeft go u naar binnen en juist wilt ge uw vrouw het resultaat der conferentie gaan mcdedoelen of de bakker brengt juist voor uw deur zijn wandelende doodkist tot stilstand. Gij opent de deur en als hij afspraak zal ook hij op dezelfde wijze cen gesprek met u trachten aan te knoopen. Go laat natuur lijk de kostbare occasie om inzake de blinde darmontslekingsaangelcgenheid con geheel nieuw gezichtspunt te openen, niet onbe nut voorbijgaan. Be hakker zal u dan met klem van rede nen cn een overvloed van onbetwistbare argumenten trachten uiteen te zetten, dat de gansche menschheid verworden is lot één groot onderzoekingsobject voor do me- i dische wetenschap, dat het menschdom I zich te veel als proefkonijn gebruiken laat en dat de geheele blindedarrageschiedenis spoedig van de baan zou zijn, als er maar een mensch gevonden zou kunnen worden, die zich met hand en tand tegen 's dokters blindedarm-operatiemanio durfde verzetten daar er aldus een levend getuigenis zou optreden, dat ook met een ontstoken blin dedarm do mensch zijn leven tot op Imo gen ouderdom rekken kan cn de blinde darmen-oogst zoodoende spoedig zou mis lukken. En ala ge u dan, na deze en andere sen tenties overpeinsd te hebbeD, des middags naar uw barbier begeeft, die toch als na zaat van een beroemder voorgeslacht als deskundigo mag worden aangezien, dan zult ge van hem vernemen de meer weten schappelijke meening, dat de medici goed doen genoemd darmpje te annihilocrcn, daar het tot niets nuttig is en enkel en al lien haar nuttige eigenschappen in 't ver borgen beeft aangewend, toen uw lichaam nog in embryonalen toestand verkeerde. En dit ré dan ook de reden, dat ik mij gaarne nog eens tot dienzelfden toestand zou willen zien teruggebracht om dan tot volwassen leeftijdsgrens gekomen den vol- ke kond te doen van het nut van het veel besproken en gehate darmkanaal en dat zelfde lichaamsdeel eens volledig en af doende tc rehabiliteeren. In elk geval heb ik u verscheidene oplos singen aan de hand gedaan. Als go bij voorkomende gelegenheid uit do aange haalde wetenschappelijke sententies geen keuze kunt doen, is dat toch waarlijk mijn schuld niet. Persiflages. Uit een dagblad feuilleton: Op een armoedig zolderkamertje stonden cen paar oude schoenen. De zolen waren totaal versleten, van hot bovenleer was niets meer over. I'uzzle: Zoek dc schoenen. Na dc laatste wereldschokkende gebeurtenis van den voetbalwed strijd BelgiëHolland hebben, verscheidene voelbalautoritcitcn hun mcening over dc spelers ge* geven. Zoo vond de heeif Mutters B u 1 iu do eerste helft mager in de tweede helft niets. De overdreven sportbeoefening schijnt wel tot groote excessen te leiden en de zeg wijze: „De naam is al een voorteeken", schijnt hier dan toch tegenspraak gevon den te hebben. Berichten van deze week mel den, dat de Prins van 'Wales weer op reis zal gaan, hij zal n.l. naar Egypte vertrekken. Als hij in de zandwoestijn van zijn rijdier valt, heeft hij in ieder geval niet zooveel kans zijn hals te breken. Watersnood-parasieten. Toen een droeve stoot móest vluchten Voor het wassende gewold; Toen de uren van hun lijden Langzaam werden neergeteld; Toen hun woning stond to wagfg'lcn In don watervloed verzonk; Toen het vee bang onberaden Voor hun oogen haast verdronk; Toen daar dobberde fn het water "Wat men steeds had liefgehad; Toen men alles moest verlaten, Koud en moe cn afgemat. Kwam de welvoldane koopman Die slechts winst zag en geen smart En om geld te winnen trof hij Biep, heel diep hun menschen hart. Ongevoelig voor hun smarten. Lachte hij waar 't menschdom leed. En liij kocht toen dure weelde, Waar hij and'ren lijdt n deed. Toen hot water was gevallen En hun have en hun goed Waardeloos was of verdwenen In den wildon watervloed. Toen hun liefelijke woning Eerst vol weelde, nu zoo ras, Slechts een wankelend geraamte Of een muur met gaten was; Toon do arbeid hunner handen Was verloren en vergaan En een bitt'rc nood en armoe Bij hun lijden kwam te slaan. Toen kwam iedro Nederlander Met zijn beurs en met zijn hart Gaf hen geld en goed en eten Om to lenigen hun smart. Maar toen kwam ook weer hel nirnseh- dier En hij roofde en stoelde af, Wat een ander in zijn goedheid In het ongeluk hen gaf. Ziet men zulke becstighoden j In ons brave Holland hier, Ja, dan zou men haast gelooven, Bat de mensch stamt van het dier. Maar voor zulkcn, dio van and'ren Voelen leed noch smart, noch pijn, Moest cen Tantalus-inrichting Steeds als straf aanwezig zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1926 | | pagina 13