Anecdoten.
KALENDER DER WEEK
N.B. Als niet anders wordt aangege
ven beeft in deze week iedere H. Mis
Gloria en Credo en heeft de Prefatie van
het H. Kruis.
ZONDAG 21 Maart. Passiezon
dag. Mis: Judica. Geen Gloria. 2e
gebed van den H. Bencdictus. Kleur:
l'aars
Vandaag begint de eigenlijke Lijdens-
tijd. Ten teeken van rouw zijn de kruis
beelden en de beelden van den Zaligma
ker overal in do kerk en de Heiligen
beelden op bet altaar bedekt met cen
paarse doek.
Christus ter dood veroordeeld, vraagt
aan God Zijn zaak te bepleiten en de
waarheid zijner onschuld te doen uitstra
len. (Introitus). Hoewel onschuldig, moet
de Christus toch lijden; het is de wil des
Vaders, dat Hij als Middelaar van het
Nieuw Verhond, als Hoogepriester, Zijn
eigen goddelijk Bloed aanbiedt tot zuive
ring en verlossing der menschheid.
(Epistel). Mensch gelijk wij, huivert
Christus voor het lijden; God moge Hem
daarom verlossen van zijne vijanden.
Maar toch de wil des Vaders geschiede
Heer leer mij uwen wil volbrengen (Gra
duale en .Tractus). In het Evangelie doet
Christus zich duidelijk kennen als de
Zoon van God en laat daardoor nog meer
uitkomen de waarde zijner smarten, lloc
billijk is het toch, dat wij God voor dc
levenbrengende weldaad der Verlossing,
voor het gedachtcnisleeken aan 's Hve
ren Lijden, het H. Altaarsacrament, lo
ven uit geheel ons hart en Zijne heilige
geboden onderhouden. (Offertorium en
Coinmunio).
N.B. Wanneer do H. Mis v. d. dag ge
lezen wordt, blijft de Psalm-Judica, die
aan den voet van het altaar gelezen
wordt weg; ook het Gloria Patri in dga
Iutroitus en achter do Lavabo.
MAANDAG 22 Maart. Mis v. d. dag:
Miserere mihi. Geen Gloria. 2e gebed voor
Kerk of Paus. Geen Credo. Kleur:
Paars.
DINSDAG 23 Maart. Mis v. d. dag:
Exspecta Dominum. Verder als gisteren.
WOENSDAG 24 Maart. Feestdag
van den Heiligen Aartsengel
Gabriel. Mis: Benedicite. 2e ge
bed en laatste Evangelie v. d. dag. Kleur:
W i t.
Ook mag gelezen worden de H. Mas v.
d. dag: Liberator. Geen Gloria en Credo.
2e gebed en laatste Evangelie v. d. H.
Gabriël. Kleur: Paars.
God heeft den Heiligen Aartsengel
Gabriël uitgekozen tot Gezant van liet
Geheim der H. Mensch wording. Aa*n
Daniël voorspelt hij den tijd van de
komst des Verlossers; aan Zacharias den
Voorlooper des Heeren; en aan Maria
dat zij de Moeder zal zijn van den Zoon
des Allerhoogsten.
Gabriël beleekenl: Kfaclit Gods.'
DONDERDAG 25 Maart. Feestdag
Van Maria Boo d's chap of van H.
Menschwording van God de
Zoon. Mis: V u 11 u m tuum. 2e ge-
bed en laatste Evangelie v. d. dag. Pre
fatie van de Allerheiligste Maagd (invul
len: En U om de aankondiging). Kleur:
,W i t.
De Engel des Heeren heeft aan Maria
geboodschapt en de Kracht des Aller
hoogsten heeft Maria overschaduwt; Ma
ria zij heeft ontvangen van den H. Geest
en het Goddelijk Woord is vleesch ge
worden!
Wees gegroet Maria, gij zijt vol van
genade, de Heer is met U; gezegend zijl
gij onder do vrouwen en gezegend is dc
Vrucht uws lichaams: Jesus.
VRIJDAG 26 Maart. Feest van de
zeven smarfen van Maria. Mis:
S t a b a n t. 2e gebed en laalste Evange
lie v. d. dag. Prefatie v. d. Allerh. Maagd
(Invullen: En U in dc doorboring). Kleur:
Wit.
Als dc H. Mis v. d. dag gelezen wordt:
Mis: Miserere mihi. Geen Gloria en Credo.
2e gebed en laatsto Evangelie v. d. Ze
ven Smarten. Kleur: Paars.
Vol droefheid en tót tranen bewogen
zijt gij, o Maagd Maria, staande naast het
kruis van den Heer Jesus, uwen Zoon,
den Verlosser. O, gij allen, die voorhij-
gaat geeft acht en ziet of er een smart
is gelijk aan Maria's smart!
ZATERDAG 27 Maart. Mis v. d. Jo
annes Damasccnus, Belijder en
Kerklceraar: Tenuisti. 2e gebed v. d. dag;
3e voor den Paus. Kleur: W i t.
Als de H. Mis v. d. dag gelezen wordt:
Mis: Miserere mihi. Geen Gloria en Credo.
2e gebed v. d. H. Joannes; 3c voor den
Paus. Kleur: Paars.
Ho Introitus en liet Evangelie zinspelen
op het feit, dat de rechterhand van den
H. Joannes is afgezet op last van keizer
Leo den beeldstormer (8o eeuw), omdat
Joannes de vercering der Heiligen zoo
krachtig verdedigd had. Üp zijn gebed tot
Maria, wier vurige vereerder Joannes
was, groeide de hand weer zoo aan de
arm, alsof zij nog nooit afgezet was ge
weest.
Lisse. ALB. M. KOK, J?r.
En als dan de administratie hem door
en door kent zal hij op zijn beurt kleine
gaatjes mogen knippen in kleine stations,
veertig meter onder den grond.
En dan.«h neen, maar dandan
zal hij 150 francs per maand gaan verdie
nen. Weet zelf niet meer of 't van rechts is
naar links of van links naar rechts. Maar
hij gaat altijd heen en weer. Hij draait
in een helle cirkel dien Haute niet had
voorzien.
Zelfs 's nachts draait hij nog in zijn
onrustigen slaap; en op een keer voelde
zijn vrouw zich opeens gesmeten op het
tapijtje voor het bed, terwijl haar man in
zijn nachtmerrie uitriep;
Horle BauphineAllen uitstappen.
In dat bedrijf werd bij geel als een
oude citroen.
Hij is geen landman meer maar hij
heeft cen aardkleurigc teint gekregen.
Op sommige dagen, vooral des Zondags
dan maakt hij zijn ronde, met een nog
meer benauwd gevoel dau anders vanuit
zijn onderaardsch verblijf denkt hij dan
aan het kleine „Kermaria". Van harde
vuursteen, met cement uitgezond, als een
grijs stuk speelgoed neergezet op de groe
ne vlakte met een dak van slroo dat de
zeewind .borstelig opzet als de snor van
een oude dappere.
Er is slechts een ongelukkige kant aan
de zaak eu dat is dat in Parijs zijn huis
houden 1G0 francs per maand kost.
„Geld." PIERRE L'ERMITE.
DE ROZENKRANS VAN EEN OUD
VROUWTJE.
Tijdens een missie te Londen, werd
Pater Conway in de gelegenheid gesteld
een bezoek te brengen bij een der voor
naamste families uit die wereldstad.
Be deftige gastvrouw was eenvoudig
gekleed. Be aandacht van den geestelijke
werd echter aanstonds getrokken door
het zeer ongewoon halssieraad der dame.
Het geleek op een gewonen ouden rozen
krans met houten kralen en de priester
voelde aanstonds, dat er iets bijzonders
aan verbonden moest zijn. Ook onder liet
gesprek kon hij zijn nieuwsgerigheid niet
bedwingen en de dame maakte glim
lachend de opmerking:
TT, Eerwaarde echijnt verwonderd te
zijn, dat ik een rozenkrans om den hals
draag. Verlangt u misschien zijn geschie
denis te hooren.
Eerlijk gezegd, ja mevrouw, zeer
gaarne, want het lijkt me werkelijk bui
tengewoon.
"NVelnu dan moet ik u eerst zeggen,
dat de familie van mijn man niet alleen
protestant was, maar werkelijk fanatiek
in den hoogslen graad. Mijn eigen familie
was al niet veel beter,en persoonlijk was
ik overtuigd, dat hel katholiek geloof een
samenraapsel was van onwetendheid en
bijgeloof. Katholieke meiden of knechts
werden bij ons geweerd en kon het niet
anders, 'dan waakten wij angstvallig dat
ze niet in aanraking kwamen met onze
kinderen. Op zekeren dag kwam de bin
nenmeid heel onverwachts bij mij; zo
droeg iets met do toppen van haar vin
gers en was cr blijkbaar vies van.
Zie eens, mevrouw, wat ik nu gevon
den heb, een van die leelijko paapsche
afgoden.
't "Was de rozenkrans, die nu uw be
langstelling heeft opgewekt.
Maar heb je dat ding gevonden?
vroeg,ik.
Aan de voordeur. Bo porter zegt,
dal liet waarschijnlijk behoort aan het
oude lersche vrouwtje, dat hier eiken dag
met groenten komt.
Ik nam het gevaarlijke voorwerp mee
naar de zitkamer, waar Harry, mijn
man, en zijn jongste zuster zaten te pra
ten. Aanstonds begon men nu te spotten
en le lachen met do domme bijgeloovighe-
den van de dwaze Roomsehen. Nog ge
noten wc volop van de vondst toen cen
paar bezoekers werden aangediend en
binnengeleid. Ze deden aanstonds mee
aan de pret.
Lctty, zei mijn jongste schoonzuster,
als dat vrouwtje morgen weer aan de
ileur koml, dau moet je ze eens hier bin
nen laten brengen, dat geeft leuke aflei
ding.
Ik vond liet goed, maar Harry was er
eerst niet erg voor le vinden. Hij had
zoo-iels al eens meegemaakt en hij hield
niet van dergelijke grappen, maar op het
aandringen der twee bezoekers, die ook
tegenwoordig wilden zijn, gaf hij einde
lijk toe.
"Wij waren 's anderen daags vroeger hij
elkaar dau gewoonlijk. Harry-was nu hcc-
lemaal in zijn schik met het geval en ik
had mij ernstig, voorgenomen om dat
domme vrouwtje te bekeeren.
Baar is ze, zei mijn man opeens, en
wij gingen nieuwsgierig naar het raam.
En werkelijk, daar kwam ze juist het
hek ingedrihbeld; ze was netjes gekleed
en zag er monter en vroolijk uit. Be meid
had de boodschap om liet oude mensch
in do zitkamer te brengen.
"Wat! in die prachtige kamers hin-
nen gaan met mijn vuile schoenen! Nooit
van mijn leven 1 Als- mevrouw mij iels te
zeggen heeft, dan zai ze wel komen.
Toen ik die bootschap kreeg, ging '%ik
zelf naar het vrouwlje loc en nóodigde
haar uit binnen to komen.
Kom binnen, moedertje, ik moet u
iets zeggen. Wees maar gerust, men zal
u geen kwaad doen.
Ze maakte cen ouderwClsche buiging
naar mij toe.
Mij kwaad doen! Wie zou mij kwaad
willen doen in Gods lieve wereld?
Niemand, niemand, maar kom bin
nen!
Nu volgde zij mij schoorvoetend naar
de zitkamer en bleef daar verlegen bij de
deur staan.
Wel moedertje, hebt ge niets verlo
ren? vroeg ik.
üp mijn woord, mevrouw ik zou hel
u niet kunnen zeggen. Maar Marie Fee-
nan kan eigenlijk ook niet veel verliezen,
mevrouw.
Veel verliezen, maar gij hebt alles
verloren, go hebt uwen God verloren 1
Mijn God verloren, mevïouw! Ik be
grijp niet wat u bedoelt.
Wees niet boos, vrouw Feenan, zei
ik, en haalde den rozenkrans voor den
dag. Gij hebt een afgod verloren, een
van die dwazo dingen die gij papen aan
bidt!
Wel, wol, mevrouw, hoeft u mijn
rozenkrans gevonden! Wat ben ik daar
blij om, ik kan u nooit genoeg bedanken;
mag ik hem als 't u belieft terug heb
ben?
En ze kwam 'n stap neder en stak
baar hand uit.
Wacht eens even! Weet ge wel, dat
het zonde is, zulke afgoden te aanbidden!
Afgoden aanbidden!.... maar ik
aanbid geen afgoden. Bien rozenkrans
heb ik van Pator Mohamy zelf gekregen,
God moge het hem vergelden, dien heili
gen man!.en die heeft mij ook geleerd
hoe ik er aan bidden moet en wat het
allemaal beleekenl.
Ik glimlachte medelijdend en zei:
Ge moet den bijbel lezen en u niets
wijs laten maken door uw priesters.
Eerst scheen Marie kwaad to willen
worden, maar even later lachte zo guitig,
nam haar rozenkrans in ontvangst en zei
toen:
Ja, mevrouw, ik kan niet lezen. In
mijn lijd waren er geen scholen ün Ier
land. En toch ken ik mijn godsdienst zoo
goed als een ander!.... terwijl ze dat zei
streelde ze de kralen van haar rozen
krans en werd heel ernstig.... Ik weet
wel mevrouw dat ge mij hier eens de les
wilt lezen, maar daar geef ik niet veel om.
Ik zal u eens zeggen wat mijn rozenkrans
mij leert.
Nu werd haar stem klaarder en er
kwam een schittering in haar oogen.
Ziet u dit kruisje? Als ik het be
schouw, dan denk ik, dat Jezus voor mij
stierf op Calvariö. Ik denk aan zijn won
den en al zijn lijden. Gocdo lieve lieer
Jezus! Wat hebt Gij toch voel geleden
voor mij! Geef mij de genade U nooit
meer te bclcedigcn!
En ze kuste vurig het kruisje.
Ziet u deze groole kraal en die drie
kleinen? Bic zeggen mij dat er maar één
God is, en. in dien eenen God drie godde
lijke personen. Be medaille doet mij den
ken aan, Jezus in het Tabernakel.
Wij luisterden eerbiedig en zwijgend
en Clara, mijn schoonzuster, was dichter
bij gekomen, om alles goed te hooren.
Be tien kralen aan elk tientje her
inneren mij dat ik mijn tien geboden Gods
moet onderhouden.
En het brave vrouwtje zegde ze alle op
en rustte dan een oogenhlik om adem le
scheppen.
Be rozenkrans bestaat uit drie dee-
lcn, van elk 5 deelen, van elk 5 geheimen
ter cere van Gods Moeder: vijf blijde
en ze noemde ze vijf droevige, ze noem-
do zo weer, vijf glorierijke en die zei
ze op met sterkero slem.
Als ik 'zoo de 'straten doortrek op
zoek naar rriljii dagelijkseh brood, bid ik
de vijf blijde geheimen. En' als liet werk
lastig is, als ik ine afvraag of ik wel ge
noeg verdienen zal, dian herhaal ik de
droevige geheimen en ik zeg tot mijzcl-
ven: Mario Feenan, waarom zijt gij be
zorgd? 't Zal eens overgaan en God zal u
de genade geven om er een goed einde
aan te maken. En als ik met moed en
vollrarding de moeilijkheden overwonnen
heb, dan spreekt 't van zelf. dat ik met
cen dankbaar hart do vijf glorievolle ge
heimen bid, ter eere van Maria do Moe
der Gods en de Moeder van alle men
schen
's Is genoeg, zei mijn man. nu weten
wo genoeg, cn het vrouwlje mocht hcen-
gpan.
Niemand had* haar tegengesproken,
niemand had haar bespot. Ik dacht bij
mij zeiven, wij hebben een dood geloof
van do letter en dat arme vrouwtje heeft;
een levend geloof. In haar kinderlijken
eenvoud, scheen ze mij iets bovennardsch
te hebben en ik voelde dat zij torenhoog
boven mij verheven was. Wo spraken
over iets anders, maar 't was of wij ge
dwongen werden altijd weer op dat zelfdo
onderwerp terug te komen. Eerst weer
stond ik aan cen bekoring, maar telkens
weer kwam ik onder die betoovoring! Ein
delijk besloot ik mij in verbinding te stel
len met die eenvoudige ziel en ik zocht
naar allo gelegenheden om met haar over
het geloof te spreken, üp zekeren dag
vroeg ik haar om den rozenkrans en tot
mijn verwondering stond ze hem aan
stonds af. Het duurde niet lang of ik
kreeg onderricht ter voorbereiding voor
het Boopsel, want ik h il besloten over
te gaan tot do Moederkerk.
Ik weet niet of mijn man iets vermoed
de. In alle geval, ik bracht hem pas op
de hoogte toen alles gebeurd was. Ilij
was geweldig kwaad, erger dan ik hem
ooit gezien had. Maar ik wachtto en
bad, dat ook voor hem do tijd der ver
lichting eu der genade zou aanbreken.
Ga naar mv kerk, als ge wilt: ik
blijf met do kinderen naar do onze gaan,
was zijn kort besluit.
Bo lijd vervloog en op zekeren Zon
dagmorgen zei ik:
Harry, ga vandaag eens met mij
mee!
Harry gaf toe en eer het jaar om was,
had ik liet geluk mijn man en mijn zeven
kinderen in de schoot der ware kerk to
zien opgenomen.
En zoo komt liet, dat u dezen ro
zenkrans als cen kostbaar kleinood altijd
om uw hals draagt? zei do priester na
een poosje zwijgen.
Ja, altijd. En dikwijls als ik volk
ontvang, vraagt dc coii of ander, dat bij-
zondero hulssnoor eens van nabij te mo
gen zien.
mevrouw, zeggen ze dan, wat
een vreemde steenen; komen die uit Indië?
Neen, niet uit Indië.
Maar ze zijn toch heel kostbaar,
zeker?
ja, zeer kostbaar! zo zijn millioc-
nen waard.
En als ik de nieuwsgierigheid der
gaston heli opgewekt, dan vertel ik de ge
schiedenis zooals ik dat voor u heb ge
daan. En zoo ziet u, dat do rozenkrans
van dat anno lersche vrouwtje, dat nu al
lang hij O. L. Heer is, nog steeds goed
sticht eu zijn apostchvcrk voortzet.
Een grappenmaker.
Hij had goed gegoten iii een restauratie
en daarbij een stevig glas wijn gedronken.
Toen hij. gedaan had, stond hij op en zchlo
ioi den fiigenaait, die heïh vojstyöfct niet
kende, want hij was uit een andere stad
afkomstig:
't Spijt me vreeselijk, dat ik mijn por-
temonnaie vergelen heb.
Be ander werd eensklaps zoo rood als 'n
biet en wist in keur van woorden zijn
gramschap lucht te geven. En toen hij ein
delijk wat tot adem gekomen was, na den
vreemdeling voor al wat leelijk is uitge
maakt te hebben, beet hij hem too.
Dat gaat hier zoo niet, mannetje, be
grepen?
Maar gelukkig lub ik gisteravond een
paar tientjes in mijn vestzak gestoken, ver
volgde de vreemdeling met onverstnorhoao
kalmte, toen de ander had uitgesproken.
En toen betaalde hij.
En de opvliegende restaurateur wist
maar niet, hoe gauw hij zijn vuurrood go-
zicht tol oen glimlach zou vertrekken!
DINGEN DEZER DAGEN.
ij| Appendicitis.
Als ik het voor 't zeggen had dan zou
ik ongetwijfeld hoogelijk het privilege op
prijs stellen, om subietelijk in embryona-
len toestand te worden teruggebracht. Dc
reden daarvan die samenhangt met een
van de vele oplossingen van het blinde
darm-vraagstuk zal u zoo aanstonds dui
delijk worden.
Immers, lieve lezeres en geachte lezer,
de quaestie der appendicitis is langzamer
hand urgent geworden. Het is geworden
een mode, een manie, een obsessie, het is
geworden tot een dwingende natuurwet.
Het al of niet nuttig zijn van bedoeld
lichaamsdeel is geworden „la quaestion
brülante", zoo zelfs, dat daarover in me
dische ,en nog veel meer in niet-medischo
kringen heviglijk wordt gedisputeerd, ter
wijl de geleerden, de medici, de mannen
van gezag daarover met de banden in 't haar
zitten en zich terugtrekken in de ontzag
wekkende stilte hunner binnenkamers om
het reeds tot do diepste diepten uitgeputte
vraagstuk nog eens verder te gaan uitpui
len. Toen wij nog leefden in de blijde on
bezorgdheid onzer jeugdige jareu, was het
ons ten strengste verboden op de school
banken tc gaan zetelen voordat ons
lichaam met een serum tegen de pokken
was volgespoten, zoodat alle bacteriën dien
Aangaande volkomen ten ondergang waren
gedoemd en menschen, die een officieele
Positie in het Rijk der Nederlanden wilden
Kaan innemen, moesten vooraf een bewijs
kunnen overleggen, dat hetzelfde serum
him lichaam tegen genoemde ziekte
^unuun had gemaakt. Maar werkelijk
®laat het nu to wachten, dat van onze ge-
heelc sleep van nakroost een iegelijk zon
der uitzondering reeds in zijn eerste levens
Jaren van zijn appendix of tewel blinde
darm zal moeten worden ontdaan op go-
vaar af van anders een succesvolle intrede
ln de wereld onmogelijk te maken.
Dat genoemd ziekteverschijnsel acuut is
®n zoodoende het onderwerp vormt der ge-
Prekken van den hoogsten tot den laag-
'stand, daarvan kunt ge zelf de proef
°P de som nemen.
Morgen vroeg om half negen zal de
melkboer aan uw huisdeur verschijnen.
Vertoon dan op het hooren van uw huis
bel aan uw dierbare wederhelft uw liefe
lijkst gelaat en vraag haar van hoeveel melk
gij den melkboer zult ontlasten.
Eerst zal zij u misschien wel verwonderd
aanstaren, als zij ten minste zulk een vrien
delijkheid en hartelijkheid niet van u ge
wend is, maar ik raad-u dan sterk aau
koppig vol te houden cn uw liefelijkst ge
laat le blijven vertoonen. Kus haar dau
als eeu trouwe echtvriend op liet lelie
blanke voorhoofd of de kersroode lippen
en zeg haar, dat zij van haar zware huis
houdelijke en moederlijke zorgen toch eigen
lijk hoognoodig wat langer moet uitrusten.
Ik garandeer u, dat zij dan glimlachend
het blondgelokte hoofd weder op het blan
ke kussen zal nedervleien.
Steek u dan snel in uw noodigste kleedij
en begeef u, terwijl uw bretels 's lands
wijs, 's lands eer, achter uw pantalon aan
bengelen, naar heneden en ge zult onder
vinden, dat de melkbezorger op de volgen
de wijze een gesprek met u zal trachten te
beginnen.
„Mógge meneer, mevrouw ziek?"
Mompel dan iets, dat onverstaanbaar is,
maar waarin het woord blindedarmont
steking voor 's melkboers hoororganen dui
delijk waarneembaar is en oogenblikkelijk
zult ge 's mans meening over bedoeld ziek
teverschijnsel vernemen.
Hij zal u dan gewagen, hoewel niet in
zulke doctrinaire bewoordingen als waarin
een journalist zulks pleegt uiteen le zetten,
van de materialistische gastronomie der
huidige menschheid als oorzaak van dat
actueele verschijnsel.
„Weet u, meneer", zal hij u met een al
lerakeligst geleerd gezicht doceeren, „wat
ze tegenwoordig bij een sterflegeval door
blindedarm apoplexie of weet ik wat noe
men, dat noemden mijn vader en grootva
der: kwaad vuur. En dat is het eigenlijk
meneer, en anders niks, maar die dokters
zitten tegenwoordig alsmaar in die boe
ken te gluren en laten tot heil der weten
schap hun patiënten intusschen heel ge-
noegelijk crepeeren, meneer".
Middelerwijl is de melkboer, door de
zwaarte der melkkan, die luj onder het
uitspreken zijner redevoering steeds in de
hand hooft gehouden en hem nu plotseling
te zwaar wordt, tot de werkelijkheid te
ruggekeerd en overhandigt u genoemd ob
ject, waarna hij, na ook nog geld ontvan
gen tc hebben, met een „dank u wel, me
neer, liet beste met mevrouw", plus de in
houd zijner koeien aftrekt. Weinig hoop
vol gestemd door het slot van 's mans me
dische oratie en napeinzend over zijn sen
tentie, die hij zoo denkt ge bij u zeiven
ongetwijfeld in medische kringen heeft
opgeput immers zoo'n melkboer voert
iederen nieuwen morgen gesprekken met
de dienstbode van artsen en andere des
kundige begeeft go u naar binnen en
juist wilt ge uw vrouw het resultaat der
conferentie gaan mcdedoelen of de bakker
brengt juist voor uw deur zijn wandelende
doodkist tot stilstand.
Gij opent de deur en als hij afspraak zal
ook hij op dezelfde wijze cen gesprek met
u trachten aan te knoopen. Go laat natuur
lijk de kostbare occasie om inzake de blinde
darmontslekingsaangelcgenheid con geheel
nieuw gezichtspunt te openen, niet onbe
nut voorbijgaan.
Be hakker zal u dan met klem van rede
nen cn een overvloed van onbetwistbare
argumenten trachten uiteen te zetten, dat
de gansche menschheid verworden is lot
één groot onderzoekingsobject voor do me- i
dische wetenschap, dat het menschdom I
zich te veel als proefkonijn gebruiken laat
en dat de geheele blindedarrageschiedenis
spoedig van de baan zou zijn, als er maar
een mensch gevonden zou kunnen worden,
die zich met hand en tand tegen 's dokters
blindedarm-operatiemanio durfde verzetten
daar er aldus een levend getuigenis zou
optreden, dat ook met een ontstoken blin
dedarm do mensch zijn leven tot op Imo
gen ouderdom rekken kan cn de blinde
darmen-oogst zoodoende spoedig zou mis
lukken.
En ala ge u dan, na deze en andere sen
tenties overpeinsd te hebbeD, des middags
naar uw barbier begeeft, die toch als na
zaat van een beroemder voorgeslacht als
deskundigo mag worden aangezien, dan
zult ge van hem vernemen de meer weten
schappelijke meening, dat de medici goed
doen genoemd darmpje te annihilocrcn,
daar het tot niets nuttig is en enkel en al
lien haar nuttige eigenschappen in 't ver
borgen beeft aangewend, toen uw lichaam
nog in embryonalen toestand verkeerde.
En dit ré dan ook de reden, dat ik mij
gaarne nog eens tot dienzelfden toestand
zou willen zien teruggebracht om dan tot
volwassen leeftijdsgrens gekomen den vol-
ke kond te doen van het nut van het veel
besproken en gehate darmkanaal en dat
zelfde lichaamsdeel eens volledig en af
doende tc rehabiliteeren.
In elk geval heb ik u verscheidene oplos
singen aan de hand gedaan. Als go bij
voorkomende gelegenheid uit do aange
haalde wetenschappelijke sententies geen
keuze kunt doen, is dat toch waarlijk mijn
schuld niet.
Persiflages.
Uit een dagblad feuilleton:
Op een armoedig zolderkamertje
stonden cen paar oude schoenen.
De zolen waren totaal versleten,
van hot bovenleer was niets meer
over.
I'uzzle: Zoek dc schoenen.
Na dc laatste wereldschokkende
gebeurtenis van den voetbalwed
strijd BelgiëHolland hebben,
verscheidene voelbalautoritcitcn
hun mcening over dc spelers ge*
geven.
Zoo vond de heeif Mutters B u 1
iu do eerste helft mager in de
tweede helft niets.
De overdreven sportbeoefening schijnt
wel tot groote excessen te leiden en de zeg
wijze: „De naam is al een voorteeken",
schijnt hier dan toch tegenspraak gevon
den te hebben.
Berichten van deze week mel
den, dat de Prins van 'Wales weer
op reis zal gaan, hij zal n.l. naar
Egypte vertrekken.
Als hij in de zandwoestijn van zijn rijdier
valt, heeft hij in ieder geval niet zooveel
kans zijn hals te breken.
Watersnood-parasieten.
Toen een droeve stoot móest vluchten
Voor het wassende gewold;
Toen de uren van hun lijden
Langzaam werden neergeteld;
Toen hun woning stond to wagfg'lcn
In don watervloed verzonk;
Toen het vee bang onberaden
Voor hun oogen haast verdronk;
Toen daar dobberde fn het water
"Wat men steeds had liefgehad;
Toen men alles moest verlaten,
Koud en moe cn afgemat.
Kwam de welvoldane koopman
Die slechts winst zag en geen smart
En om geld te winnen trof hij
Biep, heel diep hun menschen hart.
Ongevoelig voor hun smarten.
Lachte hij waar 't menschdom leed.
En liij kocht toen dure weelde,
Waar hij and'ren lijdt n deed.
Toen hot water was gevallen
En hun have en hun goed
Waardeloos was of verdwenen
In den wildon watervloed.
Toen hun liefelijke woning
Eerst vol weelde, nu zoo ras,
Slechts een wankelend geraamte
Of een muur met gaten was;
Toon do arbeid hunner handen
Was verloren en vergaan
En een bitt'rc nood en armoe
Bij hun lijden kwam te slaan.
Toen kwam iedro Nederlander
Met zijn beurs en met zijn hart
Gaf hen geld en goed en eten
Om to lenigen hun smart.
Maar toen kwam ook weer hel nirnseh-
dier
En hij roofde en stoelde af,
Wat een ander in zijn goedheid
In het ongeluk hen gaf.
Ziet men zulke becstighoden j
In ons brave Holland hier,
Ja, dan zou men haast gelooven,
Bat de mensch stamt van het dier.
Maar voor zulkcn, dio van and'ren
Voelen leed noch smart, noch pijn,
Moest cen Tantalus-inrichting
Steeds als straf aanwezig zijn.