Eenerlei kruid.
.Geneert u maar niet. hoeren", zeido
een professor, toen hij op het college
kwam. waar al de studenten rookten,
„het hindert mij volstrekt niet. Ik be-.l
schouw do tabak in hetzelfde licht als
hooi. Dat eet ik zelf ook niet, maar ik zie
toch gaarne, flat liet andoren smaakt."
Een verstandige rechter.
Advocaat: „Ik verzoek den heeren rech
ters mijn cliënt wegens eenvoudige, niet
v egens openbare beleediging te veroordce-
len. Hij heeft de aangehaalde woorden wel
ia een café gesproken, doch slechts in to-
L'onwoordigheid van één getuige, den bar
bier Brummen."
Rechter: „Van een barbier? Dat is meer
dan openbare beleediging; ik stel voor uw
cliënt, to veroord celen wegens openbaro
beleediging, onder verzwarende omstan
digheden."
De oorzaak.
Zij„Waarom kom je weer zoo laat
thuis?"
Hij: „Eenvoudig daarom, omdat ik weet,
hoe het jc een genot is, me dat op zoo'n
minzamen toon te vragen."
Een bezorgde vader.
lieer: „Uw dochtorlje speelt aardig
piano; er schijnt talent in dat kind to
sluimeren."
Vader: „Houd jc mond in hemelsnaam,
anders maak jc het nog wakker."
Gemotiveerde beschuldiging.
Student: „Wat is do post. torh langzaam.
Reeds veertien dagen geleden schreef ik
aan mijn oom, mij honderd gulden te zen
den, maar tot heden heb ik ze nog niet
ontvangen."
Vreemde woorden, die vreemd worden
gebruikt.
Ik hen nog in cupido wat Ie doen (dubio).
Het je gezien dat liet rozen-aqtiariuin al
zoo mooi in bloei staat? (rosarium).
Ingevolge zijn constructie is deze ambte
naar verplicht om.... enz. (instructie)
Dit négligé vind ik wat dur, (uit een ge
sprek over negatieven en cliclié's).
Waaruit we dus maar de clausule zulion
trekken(conclusie).
Naief.
Een dame, die over de rails wilde gaan,
was bijna door den trein overreden. Een
nichtje, dat bij liaar was, vertelt het voor
val in dc coupé aan de medereizigers.
„Stelt u voor", zcidc ze, „mijn tante wilde
over de rails gaan, juiit toen dc trein aan
kwam. Hij hield vlak voor liaan stil en ze
was gered. Was dat geen zegen?"
Een reiziger: „Mejuffrouw, dat weet ik
niet; ik heb niet dc eer uw tante lo ken
nen."
Een verrassing.
Een geneeskundige, die een studiereis
deed, bezocht ook het krankzinnigengc-
Voorziciitig.
Jou echtgenoot (tot irouw op de ker
mis: Deel mij je portemonnaic inaar,
vrouwtje. We moesten mekaar in de
drukte eens kwijt raken.
Het geschikte oogcnblik.
- Zeg, Jan, je kunt nu het beste legen
moeder zeggen; dat je oen gal ia jc broek
henl gevallen.
Waarom?
lkdjcb haar juist tegen dc buurvrouw
l.oorcn zeggen, dat zc zoo moe was, dal ze
geen hand meer kon verroeren.
Veranderde omstandigheden.
Hoe bvalt jo het huwelijksleven?
Gedurende onze verloving sprak ik
en zij luisterde. Ka ons huwelijk sprak zij
en luisterde ik. Thans praten we allebei
en luisteren dc buren.
Bureaucreaturen-logica
Chef do bureau (tot een beambte, die
T"' I drie jaren zonder gevolg en bevor
dering vraagt): „Zoo is n daar weer? U
wil, geloof ik. elk jaar bevorderd worden;
dat i.», op zijn zachtst gezegd, een groote
onbeschaamdheid, mijnheer."
Beleefd
Waart ge reeds in den nieuwen apen-
tuin, mijnheer Spillcmans?ik bedoel
natuurlijk al.s bezoeker.
CORRESPONDENTIE.
Henk van G e r v o n, Zoeter-
w o u d e. Zoo Henkie, wou je mij eens
verrassen met dat mooie versje van „het
Spreeuwkc". Jij bent zeker in de derdo
klasse, hé Vriendje! en dan maak ik je mijn
compliment over dat mooie schrift. Dat is
oen lust om te zieu. Jammer, dat jc dezen
keer niet een „niet'' uit do loterij kwam,
mijn vriendje! Dag Henk! Zie ik je in Mei
weer? Ook de groet pes aan Wim en Lena!
Ik zal de twee bijdragen nog eens bewa
ren hoor!
M a r i o t j e H a a g e n Ja Ma-
rietje, dat zag ik ook wel, dat je dat versje
niet zelf gemaakt hebt, maar toch heeft het
verdienste. Je hebt het versjo heel goed
weergegeven en dat is al heel veel. Ik wed,
dal mijnheer op school over mijn Nichtje
tt vreden is. Zou het niet. Dag Marietje!
Maak me de groetjes aan alle huisgenooten!
Dat lange verhaal inoet ik nog eens op
nrijn gemak nalezen!
Piot W ij t e n b u r g. D e Laat do
K a 11 t o r s t r. -t- Je hebt zeker al eens
gekeken, of jouw verhaaltje nog niet een
plaatsje vond. Ja mijn vriendje: er is veel
copy en daarom duurt het wat langer, dan
anders. Toch zou ik vandaag al eens zien,
of zoo nergens iets van jou to vinden is.
Dag Piet! Groet jo vader en moeder van
me cu maak je nog eens wat, maar dan
minstens vier bladzijden. Zul je? Por Bertje
ook eens aan, hij was voorheen een der
eersten, die zijn hart in dichterlijke taal
uitstortte.
N e s t o r, L o i d e n. Tegen dat
.- li uilnaampje heb ik heelemaal geen be
zwaar, integendeel ik vind dien naam voor
jou zelfs zeer gepast en geniaal gevonden.
Of komt vader de eer toe? Ja Neefje, ik
ook hoop je den volgenden keer weer te
zien on ik verwacht het nieuwe verhaaltje
beslist af. „Do Fluitspeler" komt de vol
gende week aan de beurt. Dag Nestor!
F r o d d y Wilmink, Leiden.
Ik wist wel, dat ik op jou niet tevergeefs
zou rekenen Freddy. En wat jo verhaaltje
betreft: de volgende staat „Hoo de schilder
aan zijn geld kwam" in kleuren en geuren
er in. Wedden? Begin al vast aan een an
der verhaaltje maar een bootje langer! Veel
groeten aan je ouders! Dag Freddy!
•To Krabbel, Leiden. Ja Jo, ik
hoopte nok op een prijsje voor jou, maar.
weer mis! en toch volhouden. Een flinke
meid als jij bent, laat zich door zoo'n klei
nigheid niet afschrikkendie houdt vol
I rots alles! Het verhaaltje is heel goed en
krijgt de volgende week een plaatsje. Kijk
dan eens! Eu zul je nu weer eens aau wat
nieuws beginnen? Veel groetjes thuis en
(lp stevige vijf voor jou.
Goud E 1 s j o Ts „Dikkio" nu toch
dood en begraven! Wat jammer! We heb
ben steeds zijn grapjes met groote belang
stelling gevolgd en waren altijd blij. als
weer een „vervolg" Ier'perse ging Maar
nu? Zal Goud-Elsje weer haar dichterlijke
pen gaan in dienst stellen van de groote
zt-rsschnar. die met mij zoo vaak genoten
hebben van haar talent als „dichteres". Ik
hoop hei voor ons en ik verwacht liet van
1". mijn lief Nicht ie. Do volgende week
wordt „Dikkio XIP' geniaalst. Dag G. E.
De volgende week ga ik door met het be
antwoorden der brieven en begin aan liet
beantwoorden der ingekomen vragen. Wie
val fe vragen heeft, vrago.
Oom Wim.
HET BETOOVERDE VAASJE EN
DE HERDER
Sprookje floor Oom Wim.
IX.
•jrie weken later!
Kn In-I knhoiiterke én Pélro én het ho-
lonverde haa.sjp voelen zich, nu hef heslis-
M-nde enblik naderen gaat, wonderlijk
fe moed.-
Hei kahoutorkc heeft het do laatste dagen
giuokli: druk gehad om alles naar behoo*
ren te regel,.,,, wam njo|
uu£.j>fëewikMd wördenreC,CS 0P 'Üd
genooten ziel, 'in zün° besfrT'k?k dtT h"iS'
'■ad iieweord "eU,*fc«d on overtuiging
zijn om <ieaou!l,'',Ticnden°L'on)'" 'rolsc!l
Som zeg, een Z°K'
i Roanlivoord en'™™'daratfeT i*""* P''ro
I van de hevige lachbuien k "Pmemv
derd slaan'te iiikon n°? aj?pjes ve*'won-
wJutL™"
I Ti Irouwo herder0 wit o
'k u-eet hel nicf u 1J'
Zullen denken en Spjt; Z] ,lt *cha-ipjcs
1 "et ik wel, dal jX aflen m'1nr 'iil
I,"1" zuil kijken en °.p d<>n
•keun jullie wel conprelilL 1' .belrc":
«te hel laatst lacht, lacht hel lJ.7 manr:
Sing Pélro hcén en h af"
beginnen. "aar 1,0 ro1'
"og geen elf' dnpk'sklaeenlhTenIhh taS'CC'
'ie zijnen do n,„i,., wereld' vfi "'0|
zijn..„jonnen" reeds onle',7 i,0.pfl cn
zullen. p'"'. 2°ouk wij r.len
«5U%lil,en^nU'-r'ieS' di0
seliet.rlenia X zaï „Ha?" "on'°
on ziet toe! fiTUpon. Hoort
■i™aTieTZTpecn d°nui' pp
gaal mei hoofd réeI cw".™a"danl en
en
■•ow», lol waar do waeluenf S''"',pjL'
j «JpOnged„,d uilzien nn^t^ 2
.ofïktrrs^°°Tpn iuis"
nioel houden om niet' in /V"1' Kot,c'
,f i,;'i'sfen, terwijl hl, 2 h"'°
on AZZIJèloeP'm"
als liet is voor die klein* hl ?ubo^eosd
kornoT60' "BMr fdeï
he^dij^volgen mo'efen"" ïo,t7ocntl0
OP Pilro^rak/tirfen V'T"'
wonder zal geheimen e' grool°
- rd™ d°-
zulf ,s schallen waard en ,j K"™!,!. Pio
tulsluilend geheim doribereid,ng hel
Een ander otjes.
dal straks alle sporen Ji'"1*,' sp<",SJ<l.
dc zalf heeft ac leeêlef 111 "'"clipon, die
^erercn,ter°r"?'^b®
gc-n zullen worden o'n d die gezon-
'-k \VüsjJd,Vp,-?re "'n' va"
•"Uien. dal hij geen W,'ik v"or"
"'n •■ine::kan vi,"ipn
punk man"™1 Wtr is he, verzat,,„I-
f'Ogenblik zoo mo ™""n is "p ''it
dh0;;ron"",i"ï-
Dan is het goed Pétro. Dan kunnen
we ons opmaken tot daar waar het eind
doel ligt van ons denken on doen.
Nog hebben we één uur voor ons en dan
staat liet volle maantje boven de rotsen en
dan.... zal gebeuren, wat de heks noch
vermoed, noch gedacht hoeft.
Maar komaan: wij moeten voort
In de stand mannen! Richt op de
lantaarns en verlicht den weg, dien Pétro
volgen zal.
Zorg voor alles, zooals we afspraken
vóór ons vertrek.
En gij Nini, plaats je aan 't hoofd van
onze getrouwen en laat zachte klanken,
als zoovele teere bloempjes regenen over
liet pad, dat leidt naar do rots en gij allen
neuriet moe do wijsjes, die spreken van
het land onzer vaderen en den lof verkon
digen van ouzo geleerden, die hun kennis
in dienst «telden, tot het geluk van Honoré
en Pétro beiden!
(Wordt vervolgd.)
Het arme kind.
Daar loopt oen arm kind, bibberend en
bevond door den guren wind, die om lvaar
gezichtje speelt. Een oud versleten jurkje
heeft ze aan. Ze hoeft geen mantel aan en
geen muts boven baar gekruld baar. Nu
blijft zo slaan vqor oen groote zaal. kon zo
maar naar hingen. Wat een mooie muziek
hoort zc daar. Kon zo lia.ar bandjes maar
warmen bij do kachel! Maar ach. ze heeft
nog geen cent verdiend. Daar loopt ze met
briefkaarten, ze telt ze nag eens en ja ze
heeft ze alle tien nog die ze meegekregen
beeft.
Wacht, daar komt oen heer aan, zou ze
'i hem eens vragen, hij ziet er nogal vrien
delijk en oud uit. Zij slapt op hem toe cn
vraagt vriendelijk: „Mijnheer wilt u als 't
u belieft een kaart van me koopen, zo kos
ten oen dubbeltje.'' Maar neen, woedend
zegt hij: „Ga je weg, jo moest al lang in jc
Led liggen", woedend loopt hij door.
De tranen komen het meisje in de oogen.
Wat moet zc beginnen. Als ze geen geld
thuis brengt mag ze niet binnenkomen, en
dan moet zc onder den blootcn hemel sla
pen. Want haar vader is reeds cenigo
maanden gestorven 011 haar moeder is hard
tegen het arme kind. Leefde lvaar vader
nog maar, dan hoefde z.» niet met brief
kaarten te loopen in die kou, nu dacht zo
weer aan haar vader, wat was die goed
voor haar. Daar staat een keukenmeid do
sloop te boenen. Zou ze het daar nog eens
probeeren. Ze stapt naar dc meid toe en
zegt met smeekendo slem: „Juffrouw wil
u als 't u blieft een kaart van me koopen",
inaar neen hoor, do meid zegt: „Kind ga
weg, je bent nog veel te jong om mot kaar
ten te loopen''. Wat eon teleurstellingen,
maar na lijden komt verblijden. Daar komt
een "rijke heer met oen dikke pelsjas aan,
1 ct arme kind denkt, deze zal 't wel doen.
Zo vraagt: ..mijnheer wil u als 't u blieft
een kaart van me koopen". De heer vraagt
l.eel vriendelijk: „Hoe duur kosten ze'';
het meisje antwoordt: „Een dubbeltje mijn
heer''. „Hoeveel heb jo er bij je", vraagt de
loer verder, liet meisje antwoordt: „Tien
mijnheer". „Nu", zegt hij, „geef ze dan alle
tien maar". Hier heb je twee gulden, die
eone guldon voor de kaarten, do andere
voor de moeite. Wat is ze gelukkig cn voor
dat ze kon bedanken wan dc heer verdwe
nen. Nu spoedt zij zich naar huis en wat is
Laar moeder blij, nu kunnen ze brood, koo
pen en samen lpkkcr smullen. Nu waren
zó allebei gelukkig en hadden weer ver
trouwen in de wereld, die oh zoo vaak te
hard is voor arme meiisclien.
Piet Wijlenburg. Leiden
De vos en de wolf.
Het was een heerlijke nacht in dc
maand September. Hot maantje stoncl aan
den hemel met zachtcn glans te blinken.
Alles was kalm en stil. Reintjc de vos had
reeds vele uren achtereen in zijn duistere
woning gezeten en kreeg honger.
Komaan, sprak hij, we-zullen op vangst
gaan. honger is een scherp zwaard! II
zette zijn ooren steil op, om het minste ge
luid te kunnen opvangen, en gluurde langs
zijn spitsen snuit naar alle zijden rond, om
niet door cenigen vijand verrast te worden.
Zoo kuierde hij doodbedaard cn met dc
grootste behoedzaamheid voort, cn bereikte
het dorp. Om liet terrein eerst góed te ver
kennen, verschop! hij zich achter een wa
terput, cn gaf zijne oogen flink den kost.
En, als vreesde hij zelfs onraad in den
piit. richtte hij zich op de achterpootcn, cn
keek heel scherp over don rand naar be
neden. Welk een verrassing! Daar zag hij
op den bodem van den put een lekkere
kaas liggen, 't Was do volle maan, die juist
in het water scheen. Nu, schijn bedriegt,
maar dit heeft de vos mogelijk niet gewe-
slicht 1c "Bristol, toén er juist een concert
voor de bewoners gegeven werd. Hij was
verwonderd een zeer oplettend gezelschap
te zien, oogcnschijnlijk gezond van her
sens. Er at een heer naast hem, die zeer
onderhoudend met hem sprak. Hij vroeg
die: „Mijnheer, gij zijt toch geen bewoner
van dit huis?" Ja, zeker." „Maar gij schijnt
toch in het geheel niet ziek van geest te
zijn?" „Ziet ge dit stuk krijt? Ik heb den
onbedwingbaren lust, op alles kwade woor
den te schrijven. Mijn bewaker moet
steeds achter mij staan om mijn schrijven
uit te vegen, maar ik ben vlugger dan hij.
Terwijl ik nu met u spreek, heb ik reeds
zesmaal „ezel" op uw rug geschreven."
PRIJSREBUS.
Voor deze week hebben we eenó een
geheel nieuw soort prijsrebus, die de vo
rige week wegens omstandigheden moest
blijven liggen.
Ju onderstaande zinnen moet men do
woorden invullen die door kruisjes zijn
aangeduid en daarbij aldus te work gaan.
De kruisjes geven liet aantal letters aan
waaruit de in te vullen woorden bestaan
Daarbij moet 't volgende woord alle letters
van liet voorgaande woord bevatten, zoo
dat er Ij ij ieder volgend woord steeds
slechts 1 nieuwe letter bijkomt.
Beproef uw krachten maar eens daarop.
ten. Hij zag een kaas, cn zon op middelen,
cm die in zijne macht te krijgen, dan zou
hij zijn hartje eens terdeeg ophalen. Boven
den put was een soort windas aangebracht,
waarover, aan oen dikke ketting, twee em
mers hingen in dier voege, dat de cene rees,
wanneer de andere daalde. Dat was een
Lc-t middel, dacht do ves. om in een om-
ni zien beneden té zijn. Wip! di.tr sprong
hij in den emmer, en was bijna op hetzelfde
oogenblik onder. Och arme! Wat koek hij
rp zijn neus! Allesbehalve kaas! zuchtte
Lij. Die domme maan! wat gaat ze hier
Ook in den put staan schijnen?
En «ogenblikkelijk rees in zijn vossen-
geest de vraag: Ifoe kom ik hier uit? Om
hulp roepen scheen hem niet geraden. Do
hoeren mochten eens wakker worden en
licm aan zijn eindje helpen! Komt tijd,
komt raad. sprak hij, haastige spoed, zel
den goed! Ik zal maar wachten en geduld
hebben.Hij wachtte, wachtte.cn
hield steeds het oog op don bovenrand van
den put gevestigd. Ha! daar meende hij
iets te hooren; hij spitste het oór en luis
terde. Geen lialvo minuut later stak er een
ruige kop boven do putkuip uit. 't Was de
wolf, oen goede kennis van den vos. Nu
was hij gered; hij kende immers »le groote
vraatzucht cn verregaande domheid van
zijn makker. Jongen, jongen, diep hij den
wulf toe, wat ben ik blij, dat ge er eindelijk
zijt. Kijk eens, ik heb hier een hooien kaas
gevonden; kom gauw, dan doelen we sa
men, ik heb al zoo lang gewacht.
Dc wolf watertandde, dat begrijpt ge.
1 Hoe kom ik bij u? vroeg hij, brandend ven
verlangen, om zijn hongerige maag te vul
len. Spring maar in dien emmer, was het
antwoord, zoo hen ik ook onder gekomen.
'Dn wolf deed liet, daalde snel en bracht
I zonder het te weten of to willen den vos
I lieven. De slimmerd schaterde het uit van
lachen, wenschte den armen sukkelaar
j smakelijk eten en poetste de plaat.
Antoon.
Het moeilijke Missieleven.
IV.
net was den volgenden dag mooi weer.
Al vroeg was dn missionaris ronds door
Boeroe gewekt, die altijd hot cersln wakker
was. TTij had do koffer met benoodigdhedon
voor dc H. Mis klaar gezet en de priester
had al heel gauw een hulpaltaar opgesteld.
De hut oud on vunzig; die muren van
leem. vol met galen waardoor de wind
.-peelde, liet dak waardoor als het regende,
Let water bij straaltjes doorsijpelde, die
hut werd nu gebruikt als hulpkerk, als huis
van God. De H. Mis wprd daar opgedra
gen. stil en plcehfi". niets werd gehoord
als liet zachte nrcvelcn des priesters, en
het geknetter dor twee kaarsen. Stil en
kalm verlien de H. Mis. Boeroe was de
misdienaar. Toen de dienst was afgeloopcn,
pakte de missionaris alles weer in den kof
fer en werd het eenvoudig klaargemaakt
maal opgegeten. Zij gingen het dorp in cn
spoedig waren zij bij de hut van liet opper
hoofd. Aan den ingang der hut stond oen
donkerbruine vrouw. Door gebaren vroeg
dc missionaris of hij liet opperhoofd mocht
spreken, waarop de vrouw naar binnen
ging. Even later kwam hel opperhoofd naar
huilen, vlug doorstappend, want hij herin-
erde zich dat hij oen armband zou krij
gen. Hij beduidde dcor gebaren of Toewan
dien hij zich had. Ja, dien had dc pater
1 ij zich, en gaf hem aaji liet opperhoofd.
Hij bekeek hem, cn bedankte hem, door
voor hem op do knieën te vallen cn zijn
voelen te kussen. Do missionaris vroeg hem
rui of hij eenigo verklaringen wilde geven
omtrent hun taal. Nu dat vond hij best, cn
begon direct. Hij weer op zijn hut en sprak
liet woord wat het beteekende uit. De mis
sionaris schreef alles met een stompje pot
lood in zijn notitieboekje op. En al spoedig
had hij een lieele verzameling vreemde
woorden met hun betcekënis bij elkaar, liet
opperhoofd was hem hierbij zeer goecl van
dienst geweest.
Dc missionaris vroeg hem toen of hij zijn
volk in den loop van den dag eens een on
derrichting mocht geven in ons H. Geloof.
Nu dat werd zoo gauw niet toegestaan, dat
was licht te begrijpen want zij waren allen
nog heidenen. Zij haddon nl. nog hun oor
logsgod, vredegod, liefdegoden en wraak
zuchtige goden. Maar hij zou er over spre
ken met den raad der Ouden en nog wel
dienzelfden ochtend. De missionaris ging
toen niet Boeroe een kijkje nemen in de
prachtige omgeving van liet dorp. Zoo
si roomde er langs den rand van liet dorp
een brcedc rivier, dicht daarbij was een
heek die van een TOts af Irapvormig in den
livior stortte en zoo een driedubbele water
val vormde.
Hot was een schoon gezicht die waterval
met daarnaast de bosschen waartusschen
Het verhaal waarin die woorden zijn aan
gebracht is natuurlijk nonsens, en de in to
vullen woorden zijn soms wat excentriek,
maar anders is de oplossing ook te ge!.
makkelijk.
't Was oen eigenaardig gezicht. In vollo
vaart reed do vrachtauto door de stralen
der stad xx aan het stuur zat een inan
met een xxx achter het oor.
De vrachtauto was geladen met xxxx en
stond plotseling stil toen de chauffeur op
straat een xxxxx zag liggen. Nadat hij die
had opgeraapt reecl hij zoo vlug verder'
dat de wildo chauffeur scheen te willen
xxxxxx met de levens der voetgangers, die
bij het ontmoeten van de auto don naam
die er op geschilderd stond niet konden
XXX xxxx.
Toen hij voorbij een café kwam begon
hij te xxxxxxxx. en stapte af om zijn
xxxxxxxxx te hervatten en hij dronk snel
achter elkaar 13 glazen hier. Daarmee
wilde hij al zijn geld xxxxxxxxxx en toen
hij dit gedaan had vertrok hij on niemand
heeft hem ooit moer gezien.
Bij de inzending der oplossing m het
geheele verhaaltje worden ingezonden met
verandering der kruisjes in woorden.
Dc oplossingen moeten in ons bezit zijn
Donderdag n.s., vóór des middags 12 uur.
Voor deze rebus loven wij als prij< uit'
een doos luxe zeep.
eenige palmhoomen zich hoog en fier ten
l.emel richtten. Vol hcwondi ring voor al
dat schoons knielde de missionaris met,
Boeroe neer en samen Inden zij eenige
Onze Vaders ter verheerlijking van God,
die het heelal met al zijn dalen van el!»-mie
en heuvels van heerlijkheid gesehap n
heeft voor den zondigen menscli.
Toen zij teruggekeerd waren in liet dm-p,
kwam liet opperhoofd hun tegemoet, on
verhaalde dat hij met zijn raad der Oudon
gesproken had, en dat hij het Geloof mocht
verkondigen aan zijn dessa-bewoners, mits
Lij en zijn ouderlingen elk vijf spieg» Itjes
kregen. Dan zouden zji ook een groote luit
aoor hem houwen, die hij kon inrichten:
als hulpkerkjc. De spiegeltje kregen zij,1
waarmee zij den hemel Ie rijk waren.
Dien avond bad do missionaris dit ge-
Led tot God:
„Over het gansche aardrijk belijdt U »le
heilige Kerk. Vol zijn hemelen cn aarde
van (Vn luister uwe heerlijkheid. Amen.
l.co van Zandwijk.
(Wordt vervolgd)
Dc klokken mst Paschen.
Bim, bam. hom.
Hel is Paschcn, de Heer is v. :•;•••-•:■
Hij de Zoen Gods Drie pc v.-onen.
Bam, bom.
Bim. ham, hem.
Hel is jub'lcn, de boete!ij l is voor! I
De geloovigen gaan I r kor', hun Li-.'i
klinkt heden l>!ij.
Bam, hom.
Bim. ham, hom.
Voor velen is Pasebon een f i z .n»l-v nwer
Zij denken aan Golgotha n h a -n
Joxm - 1.
Bam. hom.
Bim, ham, hom;
Zij denken aan geen kerk,
Noch aan des Priesters' werk.
Zij denken aan geen tijd,
Noch aan d' Eeuwigheid.
Bam, hom.
Leo van Zn a i;h.
(Om van huiten te leeron).
Eik volgens zijn natuur.
De zwaluw was weergekomen,
En zat met de muscli op de geel.
Zij spraken vertrouwelijk te zamen.
Verhaalden haar kommer cn nood
De zwaluw vertelde van angsten,
Die zij had uitgestaan.
Wanneer zij van de anderen gescheiden,
Alleen over zee moest gaan.
En hoe zij steeds hoopte en verlangde
In gene wilde natuur.
Om weer te mogen koeren,
Naar haar nestje in de schuur
De muscli sprak van vorst n i
En sneeuw zoo schrikkelijk ho
Dat zelfs de schuwe merel
Aan 't keukenvenster vloog.
En hoe zij soms van koude
Gemeend to sterven Irnd.
En eenmaal, .gepraamd door Jen !"ur?Vj
Bijna in oen vogelhuis zal!. -
7'v huiverden bij hel aanhooren.
Van dien wedorzijdsohen nood.
En zaten een oogcnblik zwijgend.
En peinzend op de goot.
.,0. heter nog te vluchten'',
Zei de zwaluw, naar verre str i
„Ach, liever nog te lijden". S
Sprak de muscli, „in 't vader' a
Antocn.
Alles met God!
Begin met God eiken dag.
Kinderlijk moet gij op hem vertrouwen.
Kunt op eigen kracht niet houwen.
Bewaart uw hart voor trotsche waan,
Ja, mol God vangt alles aan!
Met God vangt alles aan!
Die Hem als zijn Leidsman kiest.
Heeft nog nooit zijn dool verloren
Zij alleen gaan op zekere baan.
Ja, met God vangt alles aan
Met God vangt alles aan!
Moed zal u zijn helper zenden.
Blij zult gij uw werk volenden.
Want hot is in God gedaan.
Ja. met God vangt alles aan.
Jau Rob*#-