Eenerlei kruid. .Geneert u maar niet. hoeren", zeido een professor, toen hij op het college kwam. waar al de studenten rookten, „het hindert mij volstrekt niet. Ik be-.l schouw do tabak in hetzelfde licht als hooi. Dat eet ik zelf ook niet, maar ik zie toch gaarne, flat liet andoren smaakt." Een verstandige rechter. Advocaat: „Ik verzoek den heeren rech ters mijn cliënt wegens eenvoudige, niet v egens openbare beleediging te veroordce- len. Hij heeft de aangehaalde woorden wel ia een café gesproken, doch slechts in to- L'onwoordigheid van één getuige, den bar bier Brummen." Rechter: „Van een barbier? Dat is meer dan openbare beleediging; ik stel voor uw cliënt, to veroord celen wegens openbaro beleediging, onder verzwarende omstan digheden." De oorzaak. Zij„Waarom kom je weer zoo laat thuis?" Hij: „Eenvoudig daarom, omdat ik weet, hoe het jc een genot is, me dat op zoo'n minzamen toon te vragen." Een bezorgde vader. lieer: „Uw dochtorlje speelt aardig piano; er schijnt talent in dat kind to sluimeren." Vader: „Houd jc mond in hemelsnaam, anders maak jc het nog wakker." Gemotiveerde beschuldiging. Student: „Wat is do post. torh langzaam. Reeds veertien dagen geleden schreef ik aan mijn oom, mij honderd gulden te zen den, maar tot heden heb ik ze nog niet ontvangen." Vreemde woorden, die vreemd worden gebruikt. Ik hen nog in cupido wat Ie doen (dubio). Het je gezien dat liet rozen-aqtiariuin al zoo mooi in bloei staat? (rosarium). Ingevolge zijn constructie is deze ambte naar verplicht om.... enz. (instructie) Dit négligé vind ik wat dur, (uit een ge sprek over negatieven en cliclié's). Waaruit we dus maar de clausule zulion trekken(conclusie). Naief. Een dame, die over de rails wilde gaan, was bijna door den trein overreden. Een nichtje, dat bij liaar was, vertelt het voor val in dc coupé aan de medereizigers. „Stelt u voor", zcidc ze, „mijn tante wilde over de rails gaan, juiit toen dc trein aan kwam. Hij hield vlak voor liaan stil en ze was gered. Was dat geen zegen?" Een reiziger: „Mejuffrouw, dat weet ik niet; ik heb niet dc eer uw tante lo ken nen." Een verrassing. Een geneeskundige, die een studiereis deed, bezocht ook het krankzinnigengc- Voorziciitig. Jou echtgenoot (tot irouw op de ker mis: Deel mij je portemonnaic inaar, vrouwtje. We moesten mekaar in de drukte eens kwijt raken. Het geschikte oogcnblik. - Zeg, Jan, je kunt nu het beste legen moeder zeggen; dat je oen gal ia jc broek henl gevallen. Waarom? lkdjcb haar juist tegen dc buurvrouw l.oorcn zeggen, dat zc zoo moe was, dal ze geen hand meer kon verroeren. Veranderde omstandigheden. Hoe bvalt jo het huwelijksleven? Gedurende onze verloving sprak ik en zij luisterde. Ka ons huwelijk sprak zij en luisterde ik. Thans praten we allebei en luisteren dc buren. Bureaucreaturen-logica Chef do bureau (tot een beambte, die T"' I drie jaren zonder gevolg en bevor dering vraagt): „Zoo is n daar weer? U wil, geloof ik. elk jaar bevorderd worden; dat i.», op zijn zachtst gezegd, een groote onbeschaamdheid, mijnheer." Beleefd Waart ge reeds in den nieuwen apen- tuin, mijnheer Spillcmans?ik bedoel natuurlijk al.s bezoeker. CORRESPONDENTIE. Henk van G e r v o n, Zoeter- w o u d e. Zoo Henkie, wou je mij eens verrassen met dat mooie versje van „het Spreeuwkc". Jij bent zeker in de derdo klasse, hé Vriendje! en dan maak ik je mijn compliment over dat mooie schrift. Dat is oen lust om te zieu. Jammer, dat jc dezen keer niet een „niet'' uit do loterij kwam, mijn vriendje! Dag Henk! Zie ik je in Mei weer? Ook de groet pes aan Wim en Lena! Ik zal de twee bijdragen nog eens bewa ren hoor! M a r i o t j e H a a g e n Ja Ma- rietje, dat zag ik ook wel, dat je dat versje niet zelf gemaakt hebt, maar toch heeft het verdienste. Je hebt het versjo heel goed weergegeven en dat is al heel veel. Ik wed, dal mijnheer op school over mijn Nichtje tt vreden is. Zou het niet. Dag Marietje! Maak me de groetjes aan alle huisgenooten! Dat lange verhaal inoet ik nog eens op nrijn gemak nalezen! Piot W ij t e n b u r g. D e Laat do K a 11 t o r s t r. -t- Je hebt zeker al eens gekeken, of jouw verhaaltje nog niet een plaatsje vond. Ja mijn vriendje: er is veel copy en daarom duurt het wat langer, dan anders. Toch zou ik vandaag al eens zien, of zoo nergens iets van jou to vinden is. Dag Piet! Groet jo vader en moeder van me cu maak je nog eens wat, maar dan minstens vier bladzijden. Zul je? Por Bertje ook eens aan, hij was voorheen een der eersten, die zijn hart in dichterlijke taal uitstortte. N e s t o r, L o i d e n. Tegen dat .- li uilnaampje heb ik heelemaal geen be zwaar, integendeel ik vind dien naam voor jou zelfs zeer gepast en geniaal gevonden. Of komt vader de eer toe? Ja Neefje, ik ook hoop je den volgenden keer weer te zien on ik verwacht het nieuwe verhaaltje beslist af. „Do Fluitspeler" komt de vol gende week aan de beurt. Dag Nestor! F r o d d y Wilmink, Leiden. Ik wist wel, dat ik op jou niet tevergeefs zou rekenen Freddy. En wat jo verhaaltje betreft: de volgende staat „Hoo de schilder aan zijn geld kwam" in kleuren en geuren er in. Wedden? Begin al vast aan een an der verhaaltje maar een bootje langer! Veel groeten aan je ouders! Dag Freddy! •To Krabbel, Leiden. Ja Jo, ik hoopte nok op een prijsje voor jou, maar. weer mis! en toch volhouden. Een flinke meid als jij bent, laat zich door zoo'n klei nigheid niet afschrikkendie houdt vol I rots alles! Het verhaaltje is heel goed en krijgt de volgende week een plaatsje. Kijk dan eens! Eu zul je nu weer eens aau wat nieuws beginnen? Veel groetjes thuis en (lp stevige vijf voor jou. Goud E 1 s j o Ts „Dikkio" nu toch dood en begraven! Wat jammer! We heb ben steeds zijn grapjes met groote belang stelling gevolgd en waren altijd blij. als weer een „vervolg" Ier'perse ging Maar nu? Zal Goud-Elsje weer haar dichterlijke pen gaan in dienst stellen van de groote zt-rsschnar. die met mij zoo vaak genoten hebben van haar talent als „dichteres". Ik hoop hei voor ons en ik verwacht liet van 1". mijn lief Nicht ie. Do volgende week wordt „Dikkio XIP' geniaalst. Dag G. E. De volgende week ga ik door met het be antwoorden der brieven en begin aan liet beantwoorden der ingekomen vragen. Wie val fe vragen heeft, vrago. Oom Wim. HET BETOOVERDE VAASJE EN DE HERDER Sprookje floor Oom Wim. IX. •jrie weken later! Kn In-I knhoiiterke én Pélro én het ho- lonverde haa.sjp voelen zich, nu hef heslis- M-nde enblik naderen gaat, wonderlijk fe moed.- Hei kahoutorkc heeft het do laatste dagen giuokli: druk gehad om alles naar behoo* ren te regel,.,,, wam njo| uu£.j>fëewikMd wördenreC,CS 0P 'Üd genooten ziel, 'in zün° besfrT'k?k dtT h"iS' '■ad iieweord "eU,*fc«d on overtuiging zijn om <ieaou!l,'',Ticnden°L'on)'" 'rolsc!l Som zeg, een Z°K' i Roanlivoord en'™™'daratfeT i*""* P''ro I van de hevige lachbuien k "Pmemv derd slaan'te iiikon n°? aj?pjes ve*'won- wJutL™" I Ti Irouwo herder0 wit o 'k u-eet hel nicf u 1J' Zullen denken en Spjt; Z] ,lt *cha-ipjcs 1 "et ik wel, dal jX aflen m'1nr 'iil I,"1" zuil kijken en °.p d<>n •keun jullie wel conprelilL 1' .belrc": «te hel laatst lacht, lacht hel lJ.7 manr: Sing Pélro hcén en h af" beginnen. "aar 1,0 ro1' "og geen elf' dnpk'sklaeenlhTenIhh taS'CC' 'ie zijnen do n,„i,., wereld' vfi "'0| zijn..„jonnen" reeds onle',7 i,0.pfl cn zullen. p'"'. 2°ouk wij r.len «5U%lil,en^nU'-r'ieS' di0 seliet.rlenia X zaï „Ha?" "on'° on ziet toe! fiTUpon. Hoort ■i™aTieTZTpecn d°nui' pp gaal mei hoofd réeI cw".™a"danl en en ■•ow», lol waar do waeluenf S''"',pjL' j «JpOnged„,d uilzien nn^t^ 2 .ofïktrrs^°°Tpn iuis" nioel houden om niet' in /V"1' Kot,c' ,f i,;'i'sfen, terwijl hl, 2 h"'° on AZZIJèloeP'm" als liet is voor die klein* hl ?ubo^eosd kornoT60' "BMr fdeï he^dij^volgen mo'efen"" ïo,t7ocntl0 OP Pilro^rak/tirfen V'T"' wonder zal geheimen e' grool° - rd™ d°- zulf ,s schallen waard en ,j K"™!,!. Pio tulsluilend geheim doribereid,ng hel Een ander otjes. dal straks alle sporen Ji'"1*,' sp<",SJ<l. dc zalf heeft ac leeêlef 111 "'"clipon, die ^erercn,ter°r"?'^b® gc-n zullen worden o'n d die gezon- '-k \VüsjJd,Vp,-?re "'n' va" •"Uien. dal hij geen W,'ik v"or" "'n •■ine::kan vi,"ipn punk man"™1 Wtr is he, verzat,,„I- f'Ogenblik zoo mo ™""n is "p ''it dh0;;ron"",i"ï- Dan is het goed Pétro. Dan kunnen we ons opmaken tot daar waar het eind doel ligt van ons denken on doen. Nog hebben we één uur voor ons en dan staat liet volle maantje boven de rotsen en dan.... zal gebeuren, wat de heks noch vermoed, noch gedacht hoeft. Maar komaan: wij moeten voort In de stand mannen! Richt op de lantaarns en verlicht den weg, dien Pétro volgen zal. Zorg voor alles, zooals we afspraken vóór ons vertrek. En gij Nini, plaats je aan 't hoofd van onze getrouwen en laat zachte klanken, als zoovele teere bloempjes regenen over liet pad, dat leidt naar do rots en gij allen neuriet moe do wijsjes, die spreken van het land onzer vaderen en den lof verkon digen van ouzo geleerden, die hun kennis in dienst «telden, tot het geluk van Honoré en Pétro beiden! (Wordt vervolgd.) Het arme kind. Daar loopt oen arm kind, bibberend en bevond door den guren wind, die om lvaar gezichtje speelt. Een oud versleten jurkje heeft ze aan. Ze hoeft geen mantel aan en geen muts boven baar gekruld baar. Nu blijft zo slaan vqor oen groote zaal. kon zo maar naar hingen. Wat een mooie muziek hoort zc daar. Kon zo lia.ar bandjes maar warmen bij do kachel! Maar ach. ze heeft nog geen cent verdiend. Daar loopt ze met briefkaarten, ze telt ze nag eens en ja ze heeft ze alle tien nog die ze meegekregen beeft. Wacht, daar komt oen heer aan, zou ze 'i hem eens vragen, hij ziet er nogal vrien delijk en oud uit. Zij slapt op hem toe cn vraagt vriendelijk: „Mijnheer wilt u als 't u belieft een kaart van me koopen, zo kos ten oen dubbeltje.'' Maar neen, woedend zegt hij: „Ga je weg, jo moest al lang in jc Led liggen", woedend loopt hij door. De tranen komen het meisje in de oogen. Wat moet zc beginnen. Als ze geen geld thuis brengt mag ze niet binnenkomen, en dan moet zc onder den blootcn hemel sla pen. Want haar vader is reeds cenigo maanden gestorven 011 haar moeder is hard tegen het arme kind. Leefde lvaar vader nog maar, dan hoefde z.» niet met brief kaarten te loopen in die kou, nu dacht zo weer aan haar vader, wat was die goed voor haar. Daar staat een keukenmeid do sloop te boenen. Zou ze het daar nog eens probeeren. Ze stapt naar dc meid toe en zegt met smeekendo slem: „Juffrouw wil u als 't u blieft een kaart van me koopen", inaar neen hoor, do meid zegt: „Kind ga weg, je bent nog veel te jong om mot kaar ten te loopen''. Wat eon teleurstellingen, maar na lijden komt verblijden. Daar komt een "rijke heer met oen dikke pelsjas aan, 1 ct arme kind denkt, deze zal 't wel doen. Zo vraagt: ..mijnheer wil u als 't u blieft een kaart van me koopen". De heer vraagt l.eel vriendelijk: „Hoe duur kosten ze''; het meisje antwoordt: „Een dubbeltje mijn heer''. „Hoeveel heb jo er bij je", vraagt de loer verder, liet meisje antwoordt: „Tien mijnheer". „Nu", zegt hij, „geef ze dan alle tien maar". Hier heb je twee gulden, die eone guldon voor de kaarten, do andere voor de moeite. Wat is ze gelukkig cn voor dat ze kon bedanken wan dc heer verdwe nen. Nu spoedt zij zich naar huis en wat is Laar moeder blij, nu kunnen ze brood, koo pen en samen lpkkcr smullen. Nu waren zó allebei gelukkig en hadden weer ver trouwen in de wereld, die oh zoo vaak te hard is voor arme meiisclien. Piet Wijlenburg. Leiden De vos en de wolf. Het was een heerlijke nacht in dc maand September. Hot maantje stoncl aan den hemel met zachtcn glans te blinken. Alles was kalm en stil. Reintjc de vos had reeds vele uren achtereen in zijn duistere woning gezeten en kreeg honger. Komaan, sprak hij, we-zullen op vangst gaan. honger is een scherp zwaard! II zette zijn ooren steil op, om het minste ge luid te kunnen opvangen, en gluurde langs zijn spitsen snuit naar alle zijden rond, om niet door cenigen vijand verrast te worden. Zoo kuierde hij doodbedaard cn met dc grootste behoedzaamheid voort, cn bereikte het dorp. Om liet terrein eerst góed te ver kennen, verschop! hij zich achter een wa terput, cn gaf zijne oogen flink den kost. En, als vreesde hij zelfs onraad in den piit. richtte hij zich op de achterpootcn, cn keek heel scherp over don rand naar be neden. Welk een verrassing! Daar zag hij op den bodem van den put een lekkere kaas liggen, 't Was do volle maan, die juist in het water scheen. Nu, schijn bedriegt, maar dit heeft de vos mogelijk niet gewe- slicht 1c "Bristol, toén er juist een concert voor de bewoners gegeven werd. Hij was verwonderd een zeer oplettend gezelschap te zien, oogcnschijnlijk gezond van her sens. Er at een heer naast hem, die zeer onderhoudend met hem sprak. Hij vroeg die: „Mijnheer, gij zijt toch geen bewoner van dit huis?" Ja, zeker." „Maar gij schijnt toch in het geheel niet ziek van geest te zijn?" „Ziet ge dit stuk krijt? Ik heb den onbedwingbaren lust, op alles kwade woor den te schrijven. Mijn bewaker moet steeds achter mij staan om mijn schrijven uit te vegen, maar ik ben vlugger dan hij. Terwijl ik nu met u spreek, heb ik reeds zesmaal „ezel" op uw rug geschreven." PRIJSREBUS. Voor deze week hebben we eenó een geheel nieuw soort prijsrebus, die de vo rige week wegens omstandigheden moest blijven liggen. Ju onderstaande zinnen moet men do woorden invullen die door kruisjes zijn aangeduid en daarbij aldus te work gaan. De kruisjes geven liet aantal letters aan waaruit de in te vullen woorden bestaan Daarbij moet 't volgende woord alle letters van liet voorgaande woord bevatten, zoo dat er Ij ij ieder volgend woord steeds slechts 1 nieuwe letter bijkomt. Beproef uw krachten maar eens daarop. ten. Hij zag een kaas, cn zon op middelen, cm die in zijne macht te krijgen, dan zou hij zijn hartje eens terdeeg ophalen. Boven den put was een soort windas aangebracht, waarover, aan oen dikke ketting, twee em mers hingen in dier voege, dat de cene rees, wanneer de andere daalde. Dat was een Lc-t middel, dacht do ves. om in een om- ni zien beneden té zijn. Wip! di.tr sprong hij in den emmer, en was bijna op hetzelfde oogenblik onder. Och arme! Wat koek hij rp zijn neus! Allesbehalve kaas! zuchtte Lij. Die domme maan! wat gaat ze hier Ook in den put staan schijnen? En «ogenblikkelijk rees in zijn vossen- geest de vraag: Ifoe kom ik hier uit? Om hulp roepen scheen hem niet geraden. Do hoeren mochten eens wakker worden en licm aan zijn eindje helpen! Komt tijd, komt raad. sprak hij, haastige spoed, zel den goed! Ik zal maar wachten en geduld hebben.Hij wachtte, wachtte.cn hield steeds het oog op don bovenrand van den put gevestigd. Ha! daar meende hij iets te hooren; hij spitste het oór en luis terde. Geen lialvo minuut later stak er een ruige kop boven do putkuip uit. 't Was de wolf, oen goede kennis van den vos. Nu was hij gered; hij kende immers »le groote vraatzucht cn verregaande domheid van zijn makker. Jongen, jongen, diep hij den wulf toe, wat ben ik blij, dat ge er eindelijk zijt. Kijk eens, ik heb hier een hooien kaas gevonden; kom gauw, dan doelen we sa men, ik heb al zoo lang gewacht. Dc wolf watertandde, dat begrijpt ge. 1 Hoe kom ik bij u? vroeg hij, brandend ven verlangen, om zijn hongerige maag te vul len. Spring maar in dien emmer, was het antwoord, zoo hen ik ook onder gekomen. 'Dn wolf deed liet, daalde snel en bracht I zonder het te weten of to willen den vos I lieven. De slimmerd schaterde het uit van lachen, wenschte den armen sukkelaar j smakelijk eten en poetste de plaat. Antoon. Het moeilijke Missieleven. IV. net was den volgenden dag mooi weer. Al vroeg was dn missionaris ronds door Boeroe gewekt, die altijd hot cersln wakker was. TTij had do koffer met benoodigdhedon voor dc H. Mis klaar gezet en de priester had al heel gauw een hulpaltaar opgesteld. De hut oud on vunzig; die muren van leem. vol met galen waardoor de wind .-peelde, liet dak waardoor als het regende, Let water bij straaltjes doorsijpelde, die hut werd nu gebruikt als hulpkerk, als huis van God. De H. Mis wprd daar opgedra gen. stil en plcehfi". niets werd gehoord als liet zachte nrcvelcn des priesters, en het geknetter dor twee kaarsen. Stil en kalm verlien de H. Mis. Boeroe was de misdienaar. Toen de dienst was afgeloopcn, pakte de missionaris alles weer in den kof fer en werd het eenvoudig klaargemaakt maal opgegeten. Zij gingen het dorp in cn spoedig waren zij bij de hut van liet opper hoofd. Aan den ingang der hut stond oen donkerbruine vrouw. Door gebaren vroeg dc missionaris of hij liet opperhoofd mocht spreken, waarop de vrouw naar binnen ging. Even later kwam hel opperhoofd naar huilen, vlug doorstappend, want hij herin- erde zich dat hij oen armband zou krij gen. Hij beduidde dcor gebaren of Toewan dien hij zich had. Ja, dien had dc pater 1 ij zich, en gaf hem aaji liet opperhoofd. Hij bekeek hem, cn bedankte hem, door voor hem op do knieën te vallen cn zijn voelen te kussen. Do missionaris vroeg hem rui of hij eenigo verklaringen wilde geven omtrent hun taal. Nu dat vond hij best, cn begon direct. Hij weer op zijn hut en sprak liet woord wat het beteekende uit. De mis sionaris schreef alles met een stompje pot lood in zijn notitieboekje op. En al spoedig had hij een lieele verzameling vreemde woorden met hun betcekënis bij elkaar, liet opperhoofd was hem hierbij zeer goecl van dienst geweest. Dc missionaris vroeg hem toen of hij zijn volk in den loop van den dag eens een on derrichting mocht geven in ons H. Geloof. Nu dat werd zoo gauw niet toegestaan, dat was licht te begrijpen want zij waren allen nog heidenen. Zij haddon nl. nog hun oor logsgod, vredegod, liefdegoden en wraak zuchtige goden. Maar hij zou er over spre ken met den raad der Ouden en nog wel dienzelfden ochtend. De missionaris ging toen niet Boeroe een kijkje nemen in de prachtige omgeving van liet dorp. Zoo si roomde er langs den rand van liet dorp een brcedc rivier, dicht daarbij was een heek die van een TOts af Irapvormig in den livior stortte en zoo een driedubbele water val vormde. Hot was een schoon gezicht die waterval met daarnaast de bosschen waartusschen Het verhaal waarin die woorden zijn aan gebracht is natuurlijk nonsens, en de in to vullen woorden zijn soms wat excentriek, maar anders is de oplossing ook te ge!. makkelijk. 't Was oen eigenaardig gezicht. In vollo vaart reed do vrachtauto door de stralen der stad xx aan het stuur zat een inan met een xxx achter het oor. De vrachtauto was geladen met xxxx en stond plotseling stil toen de chauffeur op straat een xxxxx zag liggen. Nadat hij die had opgeraapt reecl hij zoo vlug verder' dat de wildo chauffeur scheen te willen xxxxxx met de levens der voetgangers, die bij het ontmoeten van de auto don naam die er op geschilderd stond niet konden XXX xxxx. Toen hij voorbij een café kwam begon hij te xxxxxxxx. en stapte af om zijn xxxxxxxxx te hervatten en hij dronk snel achter elkaar 13 glazen hier. Daarmee wilde hij al zijn geld xxxxxxxxxx en toen hij dit gedaan had vertrok hij on niemand heeft hem ooit moer gezien. Bij de inzending der oplossing m het geheele verhaaltje worden ingezonden met verandering der kruisjes in woorden. Dc oplossingen moeten in ons bezit zijn Donderdag n.s., vóór des middags 12 uur. Voor deze rebus loven wij als prij< uit' een doos luxe zeep. eenige palmhoomen zich hoog en fier ten l.emel richtten. Vol hcwondi ring voor al dat schoons knielde de missionaris met, Boeroe neer en samen Inden zij eenige Onze Vaders ter verheerlijking van God, die het heelal met al zijn dalen van el!»-mie en heuvels van heerlijkheid gesehap n heeft voor den zondigen menscli. Toen zij teruggekeerd waren in liet dm-p, kwam liet opperhoofd hun tegemoet, on verhaalde dat hij met zijn raad der Oudon gesproken had, en dat hij het Geloof mocht verkondigen aan zijn dessa-bewoners, mits Lij en zijn ouderlingen elk vijf spieg» Itjes kregen. Dan zouden zji ook een groote luit aoor hem houwen, die hij kon inrichten: als hulpkerkjc. De spiegeltje kregen zij,1 waarmee zij den hemel Ie rijk waren. Dien avond bad do missionaris dit ge- Led tot God: „Over het gansche aardrijk belijdt U »le heilige Kerk. Vol zijn hemelen cn aarde van (Vn luister uwe heerlijkheid. Amen. l.co van Zandwijk. (Wordt vervolgd) Dc klokken mst Paschen. Bim, bam. hom. Hel is Paschcn, de Heer is v. :•;•••-•:■ Hij de Zoen Gods Drie pc v.-onen. Bam, bom. Bim. ham, hem. Hel is jub'lcn, de boete!ij l is voor! I De geloovigen gaan I r kor', hun Li-.'i klinkt heden l>!ij. Bam, hom. Bim. ham, hom. Voor velen is Pasebon een f i z .n»l-v nwer Zij denken aan Golgotha n h a -n Joxm - 1. Bam. hom. Bim, ham, hom; Zij denken aan geen kerk, Noch aan des Priesters' werk. Zij denken aan geen tijd, Noch aan d' Eeuwigheid. Bam, hom. Leo van Zn a i;h. (Om van huiten te leeron). Eik volgens zijn natuur. De zwaluw was weergekomen, En zat met de muscli op de geel. Zij spraken vertrouwelijk te zamen. Verhaalden haar kommer cn nood De zwaluw vertelde van angsten, Die zij had uitgestaan. Wanneer zij van de anderen gescheiden, Alleen over zee moest gaan. En hoe zij steeds hoopte en verlangde In gene wilde natuur. Om weer te mogen koeren, Naar haar nestje in de schuur De muscli sprak van vorst n i En sneeuw zoo schrikkelijk ho Dat zelfs de schuwe merel Aan 't keukenvenster vloog. En hoe zij soms van koude Gemeend to sterven Irnd. En eenmaal, .gepraamd door Jen !"ur?Vj Bijna in oen vogelhuis zal!. - 7'v huiverden bij hel aanhooren. Van dien wedorzijdsohen nood. En zaten een oogcnblik zwijgend. En peinzend op de goot. .,0. heter nog te vluchten'', Zei de zwaluw, naar verre str i „Ach, liever nog te lijden". S Sprak de muscli, „in 't vader' a Antocn. Alles met God! Begin met God eiken dag. Kinderlijk moet gij op hem vertrouwen. Kunt op eigen kracht niet houwen. Bewaart uw hart voor trotsche waan, Ja, mol God vangt alles aan! Met God vangt alles aan! Die Hem als zijn Leidsman kiest. Heeft nog nooit zijn dool verloren Zij alleen gaan op zekere baan. Ja, met God vangt alles aan Met God vangt alles aan! Moed zal u zijn helper zenden. Blij zult gij uw werk volenden. Want hot is in God gedaan. Ja. met God vangt alles aan. Jau Rob*#-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1926 | | pagina 16