Tweede Blad. MIJ IS DE WRAAK Woensdag 10 Maart 1926 VEPRTIENüE NEOERLANDSCHE JAARBEURS. n. Dé aanhouder wint. l£et is dan weer als andere jarenl De Jaarbeurs is gisteren geopend en van lieinue en verre heeft Utrecht hare (denkbeeldige) poorten geopend voor han- deldrijvcnden en industrieelen. die een gang naar de oude Domstad zeker zullen ondernemen, indien zij hun eigen belang weten te begrijpen. Het is eigenaardig, dat hoe langer hoe xneer bij het groote publiek de idee inwor telt, dat de Jaarbeurs „niet meer gaat". Niets is echter minder waar en de feiten zijn daar, om het te bewijzen. Maar men vergeet, dat de Utrechtsche Jaarbeurs zooals overal elders, behoort te zijn en zulks dan ook inderdaad is een zaken-in stituut, waar alle schijn van tentoonstel ling vermeden wordt. Men weet het, dat de eerste, de tweede, misschien ook de derde beurs stonden in het teeken van een zekere nieuwsgierige belangstelling van de zijde van den zaken man, die eerst nog eens wilde afwachten, wat dit instituut voor Holland zou betee- kenen. Daarnaast stond de groote belang stelling van het publiek, die echter spoe dig getemperd was, wijl de Jaarbeurs uiet is voor het publiek, doch voor den randel. Zoo verwijderde het publiek zich langzaam van do Jaarbeurs en doordat men er thans zoo weinig meer van ziet is men geneigd te gelooven, dat de belang stelling vermindert. Niets echter is minder waar en het feit, dat men telken jare opnieuw talrijk velen steeds opnieuw ter beurze terugvindt is een onomstootelijk bewijs, dat men zaken- succes kan boeken, ondanks do wellicht hooge deelnemingskosten. De Jaarbeurs is aldus geworden een niet meer te missen schakel tusschen handel en industrie. De groepen-vorming. We hebben gisteren reeds een overzicht gegeven van hetgeen de Jaarbeurs in groote trekken dit jaar biedt. Er is gestreefd naar centraliseering, tengevolge waarvan verschillende bran dies thans in groepen zijn ondergebracht. Zulks heeft onschatbaar groote voor dooien. Immers hot vergemakkelijkt het werk van den zakenman in hooge mate, indien hij, belangstellend alleen in de branche, die hij uitoefent op één plaats tezamen vindt alle exposanten van dezelfde soort. De concurrenten komen hierdoor welis waar bij elkaar te staan, doch zulks mag geen bezwaar zijn. Immers eerlijke con currentie verdraagt zich wel en geeft we- derzijdscke waardeering, maar liet voor naamste is wel, dat de oneerlijke con currentie in den vorm van een minder goed product zich niet zal durven ver- toonen. Als dat bereikt 'wordt,, dan verliest de oneerlijke concurrent het machtig strijd middel, dat de Jaarbeurs werkelijk kan zijn. Tentoonstelling Ned. Gem.- Werken. Een bijzonderheid, die dezo Jaarbeurs biedt, mogen we wel noemen do Tentoon- elelling van Nederlandsche Gemeentewer ken. 't Is misschien cenigszins toevallig, doch deze tentoonstelling kan, indien do teekenen niet bedriegen bij de noodige samenwerking aan beide partijen veel voordeel brengen. 't Is begrijpelijk, dat deze tentoonstel ling, ondergebracht in de bal, die oor spronkelijk voor machinerieën was be stemd, een minder demonstratief karak ter bezit dan de overige exposities ter FEUILLETON. door EDW. HALLIWELLS. (Nadruk verboden). Mijn onpeilbare vriend had met opzet Edith gelegenheid gegeven, bom onge merkt haar goheim toe te fluisteren, dit stond bij mij vastZij wachtte dus in doodelijko benauwing een bericht, dat Biet inkwam... Yan iemand uit New work... Waarover?... Harry vischte nu, maar ik zag, dat hij ever den dobber langs de lichtende golfjes »taarde. De toeschouwers verdwenen langzamer hand en wandelde door de Beukenlaan dieper het park in. Zo<f bleef enkel de hertog van Oackland met Alice en Edith Bij ons. Telkens zag ik Harry's dobber on- (fgaan, doch bij gaf er geen acht op: ik al twee keer een snoek opgehaald; dit ad een oogenblik van smakelijke vroolijk- r'd gegeven, doch. er was klaarblijkelijk 1 drukkends, dat ons allen bohccrsch- te. Alice stond nu vlak bij Harry en fluis- hem eensklaps in liet oor. „Vraag Hertog gezelschap kan nog wel ccn schie- straks,'deed Harry onverhoeds. I De Lady wil het niet meer zien, Mijn- J*r bould, ik waarschuw U liever," ant- «ordde de Hertog snel. «oosten «lank, Hertog." k »ücf i? laatst op haar aandringen ge- beurze. Zij bedoelt te zijn een leerzame tentoonstelling zonder het zuiver zakelijke cachet der beurs. Toch heeft deze ten toonstelling deze eigenschap, dat zij op de belangstelling van ieder bezoeker aan spraak mag maken. Zij geeft weliswaar een beknopten en onvolledrgon indruk vwan hetgeen in de vele vooruitstrevendegemeenten van ons land gebeurt om aan de steeds grooter wordende eischen van het gemeentelijke leven te beantwoorden eu een goeden gang van zaken in do verschillende gemeenten to bevorderen, doch ondanks die onvolle digheid biedt deze tentoonstelling genoeg leerzaams en als dit door een druk be zoek vooral door gemeentebesturen wordt uitgedragen naar de vier windstreken, dan kan het niet anders, of zij zal prac- tisch nut afwèrpen. Het initiatief tot deze tentoonstelling is genomen door de Vereeniging van ge meentelijke bouwtechnische ambtenaren, bestaande uit directeuren van gemeente werken, bouw- en woningtoezicht, woning dienst en hun adjuncten in gemeenten van meer dan 20000 inwoners of ook minder, wanneer de functionarissen persoonlijk voor het lidmaatschap in aanmerking ko men. Uver deze eerste tentoonstelling, door de vereeniging georganiseerd, wordt in de inleiding van den catalogus het vol gende gezegd: De tentoonstelling echter kon onmoge lijk een zoodanigen omvang verkrijgen, dat een volledig overzicht wordt gegeven van het gcheele gebied, waarover de werk kring der leden van de voreeniging zich uitstrekt; men denke slechts aan do ten toonstelling van uitbreidingsplanen, op het laatste congres voor stedenbouw ie Amsterdam gehouden. Wat de groote steden voor belangrijks op het gebied van gemeentewerken als havens, rioleeringen, bestratingen, brug gen, ziekenhuizen, badinrichtingen, par ken, enz., te veel om te noemen, kunnen tentoonstellen, zou vele zalen vullen. Het voornemen is echter, om mot enkele grepen uit hetgeen de bouwkundige dien sten voor de gemeenten presteeren, hun veelzijdige beteekenis te doen uitkomen en daarvan voorbeelden te geven, evengoed van de kleinere als van de groote gemeen ten. De belangstelling, welke de vereeniging wenscht te wekken voor het werk van haar leden, meende zij to kunnen bevor deren, door contact mogelijk te maken met die afdeeling van de jaarbeurs, waar in het bijzonder de bouwmaterialen worden tentoongesteld Wat deze tentoonstelling dan zoo al biedt? Zij brengt nfaquettes, kaarten, gra fieken, uitbreidingsplannen, haven- en brugontwerpen, allerlei gegevens inzake bevolking, grondbedrijf, woningen, bestra ting, rioleering enz., zulks uit A'dam, R'dam, Den Haag, Utrecht. Groningen, Enschede, Eindhoven, Breda. Tilburg, Haarlem, Leiden enz. 't Gaat natuurlijk niet aan een uitvoe rige beschrijving te geven van al hetgeen hier geëxposeerd wordt. Wijzen we er slechts op, dat door de Gemeentewerken van Leiden zijn ingezon den foto's en teekeningen van het abat toir, de Blauwpoortsbrug, de Gemeentelij ke H. B. S. en van den Rijnsburgerweg zooals hij was voor en na de verbreeding. Ook de bronwater-zweminrichting aan de Zijl, die met zijn kostbaro machine-inrich ting een fraai stuk werk genoemd mag worden, is hier in beeld gebracht. We gelooven gerust te mogen zeggen, dat Leiden met dezo enkele grepen uit het veelzijdig "verrichte werk geen slecht fi guur zal maken. Voor de opening dezer tentoonstelling bestond begrijpelijkerwijs veel belangstel ling onder de gemeentelijke autoriteiten. Uit Leiden zagen we o.m. burgemeester de Gijselaar, wethouder Sanders, de raads leden Oostdam en Splinter en den direc teur van bouw- en woningtoezicht, den heer Kiers. Behalve dezo tentoonstelling bezocht de burgemeester met „zijn gevolg" ook de exposities der standhouders uit Leiden. Hierover echter in een volgend artikel meer. schied. Het was eigenlijk dwaas, onder ons van schietoefeningen te spreken. Daarom had Alico den toestand ook trachten te redden met er prijsschieten van te maken," verklaarde Harold.' „Het is alles zeer verwonderlijk," lachte Harry door. „De Lady is toch een der oudate vriendinnen van Dokter Kurtey." „LT raadt mijn gedachten, Mijnheer Gould. De moordenaar moet hebben gewe ten, dat de dokter bij het doel zou staan," fluisterde de ander. Onze hengels lagen nu in het wator, zon der dat wij er de minste aandacht aan schonken. „Ik heb de mensehen van liet gezelschap aan liun verstand gebracht, dat men ons rustig alleen moest laten vissclicn, dat an ders de kans, snoek te betrappen, te go- ring is. Enkel Cecil is in het geheim. Zeg nu, Harold, wat je denkt," drong Alice aan. Edith stond op, streek zenuwachtig met de handen door het haar en langs het voorhoofd. „Moeder heeft gezegd, dal ze het dwaas vend," viel zij ongevraagd in. Ik zag de tranen in haar oogen springen. „Neen, het zou al te afschuwelijk zijn", sprak zij angstig en staarde doelloos voor zich uit. Wij zwegen allen verBtard, als voelden wij een schrikwekkend spooksel ons naar de keel kruipen. Harry herstelde zich het eerst „Weet U zeker. Miss Fashbend, dat uw moeder heb dwaas vond? En dat dit oor dcel betrekking had op de schietpartij in de Beukenlaan?" Edith knikte bevestigend. „Ik hoorde het haar zeggen in het park bij den stal." ÜIT ÖE PERS OUD-MINISTER COLIJN OVER DE SAMENWERKING DER RECHTSCHE PARTIJEN. Oud-Minister H. Colijn heeft het hoofd redacteurschap van De Standaard brug" schrijft hij o.a.: brug" schrijfth hij o.a.: „De Standaard" is niet veranderd, al is hij grooter geworden, en ik ben dezelfde gebleven, met eenigo toeneming in ervaring op het terrein der Staatszaken. Zo.o gaan we dan samen voort, den ouden koers zeilend. Op dat laatste leg ik nadruk. Steeds sterker voel ik, dat moeilijke lij den naderende zijn. De zichtbare afbrokkeling van het par lementaire stelsel do verwording daar van tot parlementarisme, zooals Benoist het onlangs uitdrukte in de meeste lan den van Europa, plaatst voor uiterst moei lijke vragen. Hot wegvallen ten onzent van de samen werking der rechtscho partijen, en daar- meo voorshands van de mogelijkheid van een normalen toestand op rcgeeringsler- rein, roept tot zeer ernstige bezinning. Ik blijf welbewust voorstander van dio samen werking en zal haar ook in ons blad naar vermogen bevorderen. Alleen tegen over haasting waarschuw is thans reeds. Toen ik in 1920 als leider onzer partij optrad, vond ik een toestand die reeds veel verschilde van dien van 10 jaren vroeger. Het coalitiegebouw vertoonde onmisken baar ernstige scheuren. Hot jarenlang samengaan van partijen, waarvan de oen dit, do ander gindsch of fer had moeten brengen; het tot een goed einde brengen van den strijd om do school; het niet klaar en gaaf gereed zijn met de oplossing voor allerlei andere vragen waarop Kuyper mot zijn vragend „wat nu?" reeds heengewezen had dat alles was oorzaak, dat met een uiteenvallen van do Coalitie te eeniger tijd ernstig gerekend moest worden. Wat te duchten viel, is dan nu geschied Maar nu moet dan ook de eenheid weer groeien. Gemaakt mag ze niet! Bezinning is noodig. Bij alle drie. Ook hierom, wijl de onmiskenbaar ster ke stroomingen, van onzen tijd tot ernstige overweging van ons standpunt ter zako nopen. Men heeft het van den kant der moder ne democratie wel willen doen voorkomen, alsof do anti-revolutionaire partij haar verleden in de laatste jaren heeft verloo chend en in een verstard conservatisme, hij voorkeur reactie geheeten, was vervallen; maar ook dat gaat voorhij. Op zijn tijd zal men toestemmen, dat ren gezonde financieelo toestand de onmisba re voorwaarde is voor een progress iero politiek die duurt. Onze financieelo toestand was in 1922 zeer ongezond geworden en is, ondank? al les wat ter verbetering is gedaan, nog geenszins zooals hij behoort te zijn. Gelijk over een paar jaar wel blijken zal! Wie dien toestand klaar voor oogen heeft, wijst eonorzijds'don drang tol daden waarvoor de tijd nog niet gekomen is, te rug en werpt aan den anderen kant den blik vooruit naar het oogenblik, dat het juiste tijdstip wèl aangebroken zal zijn. Om dan gereed te zijn voor hetgeen uitvoer baar is. Dat óók hierbij eenstemmigheid onder de groepen der rechterzijde Verkregen moet worden, vóór men weer saam het ro- gcoringsschip gaat bemannen, slaat voor mij vast. Daartoe mede te werken, zal mij oorzaak van vreugde zijn. Vooral om hot te doen zoo als het Calvinisten betaamt en zooals het bij onze geaardheid past. Den hemel in het hart en beide voeten stevig op den grond! UIT EEN VRAGENBUS. Het Centrum schrijft: Het Kamerlid Lingbeek is redacteur van een weekblad „de GereJr imccr 'o Kerk" en daarin geeft hij geregeld ant woord op vragen, hem in zijn redacteurs- hoedanigheid gesteld. Van welken aard die vragen zijn kan blijken uit hetgeen, naar de „N. R. C." meldt, in de vragenbus van het jongsto I nummer te lezen staat. „Waar was je toen, Edith?" vroeg Alice verwonderd. „Je hebt er me niets van ver teld"; het klonk als ccn zacht verwijt. „Ik hechtte er toen geen waarde aan... Ik was bij Blanche in den stal om haar klontjes te geven," sprak zij zacht. „En vorder lette U niet op die woor den?" vulde Harry aan. „U hechtte er toen werkelijk geen gewicht aan?" Scherp klonk do vraag. „Neen," kwam er toonloos uit Edith's mond. „Was het niet beter als we samen naar binnen gingen, lieveling?" naderde haar Alice. „Neen," sprak Edith vast, „ik wil Alles weten." „Miss Fashbend, het is toch voor U to pijnlijk," sprak Harold. „Wat?" er lag uitdagende tarting in haar slem. „Het raakt uw moeder, Miss," mengde ik mij in het gesprek. „Of een ander," braveerde zij. „Als ik maar gissen kon, wie met haar langs den stal ging Zondagmorgen;" zij sidderde. „Waarom hebt U het uw moeder giste ren of lieden niet gevraagd?" drong Ilarry aan. Weer streek Edith langzaam door het haar, langs haar immer blocker voorhoofd; nu vouwde zij de,handen achter zich, stond strak voor zich uit te staren over het wa ter, de tranen sprongen weer in haar oogen; zij antwoordde niet. „Kom, lieverd, ga met mij mee," om armde haar Alice, „het is al te verschrik kelijk voor je, dat aien we toch allemaal." Droevig zag Edith lang haar boezem- Een juffrouw vraagt daar: „Zijn do Boonischen te beschouwen als Christe nen.'" En de redacteur antwoordt, volgens ge noemd blad, na ccn inleiding over de drie* ledige beteekenis van het woord „chis- ten": „Wij durven wel de Roomscho kerk de valscïïe kerk noemen. Wij duïven wel zeggen, dat de Christus in de Roomscho kerk onder een dikke puinlaag van nien- sclndijke lecringen ligt bedolven en dat het dus voor een lid van de Roomscho kerk al zeer bezwaarlijk zal zijn om te komen tot een oprecht geloof in den Zaligmaker." Wat daarop dan volgt, blijve achter wege. Het betreft dc H. Eucharistie. Vermelden we alleen nog, dat de schrij ver eindigt met te zeggen: „Maar wat elk afzonderlijk hart betreft, daar blijven wij af. Over de harten oor deelt alleen do Hcerc. En wij hebben ge noeg te doen mot ons eigen gebrokkig Christendom." Dit laatste is ten minste goed gezien en juist gezegd. BIltaNEIslUIND Bewijzen van Nederlanderschap De voorwaarden Gelijk reeds gemeld is, had dc minister van liinnenlandsche zaken en landbouw be paald, dat bij de aanvrage van een bewijs van Nederl.schap aan den aanvrager do vraag moest worden gestold, of hij zich in 't buitenland ging vestigen en zoo ja, <Jat or dan een onderzoek moest worden ingesteld of de belanghebbende zijn belasting (rijks- en gemeente-) hier te lande geheel had vol daan. Wanneer dit laatste niet hel geval was dan mocht aan belanghebbende, on der opgave van die reden, het gevraagdo bewijs niet worden uitgereikt, voor dio schuld was betaald. In een anderen brief aan de commissa rissen der Koningin, doelt do minister nu, naar do G'elderl. verneemt, mede, dat bo venbedoeld onderzoek nopens de vraag of belanghebbende zijn belastingen bier to lande geheel heeft voldaan, kan achterwege blijven wanneer ligt betreft: a. personen, die voornemens zijn zich in de Nederland sche koloniën tc vestigen, aangezien de wet van 4 Augustus 1917 (Staatsblad uo. 507) do gelegenheid opent tol invordering van belastingschuld in de koloniën, b. werkloo- zg Nederlandsche arbeiders, die zich in 't buitenland willen gaan vestigen, Ook met betrekking tol de afgifte van bewijzen van Nederlan-bHiap voor het kleine grensverkeer met Duitschland kan vorenbedoeld onderzoek omtrent belasting schuld van belanghebbenden achterwege blijven. Mot het oog op de uitbreiding, welke do afgifte van lx-wijzen van Nederlanderschap als reispapier allengs heeft verkregen, acht dc. minister het zeer gewenscht, dat dio stukken, af te geven voor bovenomschre ven doeleinden, in het bijzonder wat den hoofdinhoud betreft, volgens een door den minister vastgesteld uniform model wor den opgemaakt. Op liet bewijs zal in de verschillende gevallen, uitdrukkelijk hot doel zijn te ver melden, waarvoor het wordt afgegeven, mot name onderscheidenlijk voor reizen naar of verblijf of vestiging in België en of Luxemburg, dan wel voor grensverkeer naar Duitschland. Op de in liet grensverkeer naar Buitsch- lancl' te gebruiken bewijzen van Nederlan derschap belmoren signalement, do hand- teekening en het portret van den houder (de houdster) te worden aangebracht. Voor reizen naar of verblijf in België of Luxemburg kan invulling van hel signale ment achterwege blijven. Alle loden hoven den leeftijd van 15 jaar van een naar België of Luxemburg reizend Nederlandse!) gezin moeten een indivi dueel bewijs van Nederlanderschap bezit ten, voorzien van hun portret en lmnne handtcekening. Hetzelfde geldt met Intrek king tot alleen naar die landen reizende kinderen beneden den leeftijd va 15 jaar. Reizen kinderen beneden dien leeftijd in ge zeischap van hun vader of moedor naar België of Luxemburg, dan kunnen zij op het bewijs van Nederlanderschap van hun vader of moeder (of van beiden! worden 1 vermeld. UIT DE RADIO WERELD. Programma's voor Oonderdag 11 Taart H i 1 v c r s u m. 1050 M. 12.en 7,40. Politieker. 3.301.30. Radio-uurtje voor de i ken on weeshuizen, met medew. mevr Vut. v. Dijk en solisten v. h. H. 1). ü.-orkc 5—6.30. Vooravondconcert door het II P O.-orkest, o. 1. v. Fr. Lupgcns. 6.307.30. Franschc taalles duur dot. heer Ch. Miclio uit Lausanne, leeraar Franscli M. O. 7.45 en 10. Persberichten. 8.15. Uitzending van het Caecilia con cert uit dc Stadsschouwburg te Amster dam (aangeb. door de N.V. Philips-Ra dio-), o. 1. v. Willem Mengelberg. Solisten. Di Moorlag, sopraan. 1 Symphonic no. 4 Bes gr. t. (op. 60), Beethoven. 2. Sympho nic no. 4 G. gr. t., Mahler, Sopraanso'o van Di Moorlag D 6 v c n t r y. 1-600 M. 10.50. Tijdsein, weorbor. 11.20. Concert door het radiokw en solisten, (contra alt, tenor, viool). 12.20. Orgelconcert v. d. St. Stephens. 1.202.20. Tijdsein, gramofooneonccrt. 3.35. Lezing: The ranaissance an 1 tho reformation. 4.20. Tijdsein, causerie. •1.35. Trocaderoconcert. 5.35. Kinderuurlje. 6.20. Dansmuziek. 7.I.andbouwbulletin. 7.20, Tijdsein Beg Bon, weorbor.. nieuws Lezing: Doings and personalities in par liament. 7.50. Derde acte scènes 1 en 2 van Lo hengrin. Wagner. Orkest, koor en zang solisten. 8.2010.10. Orkestmuziek, solisten- en koorzang. 10.10. De miserere-scène uit II Trovato- ro, Verdi. Orkest, koor en mannenkoor. R a d i o-P a r i s, 1750 M. 12.50. Concert Lucien Paris (piano, viool, cello). 2.05. Nieuws. 5.05. Klassiek uur. 8.35. Esperantobericht en bockhoudles. 9.4010.50. Operettcf ragmen ten „T.o comte de Griolet". Opera-comfquc Nor mand en orkest. K ünigswusterhausQ n, 1300 M 7.50. ,,I)io Kutastrophe", radio-romnn van II. .T. Gramatzki. 8.20. Orkest. W. Weisz, tenor. Daarna nieuwsber. 9.5011.20. Dansmuziek door do dar,- kapel. B r u s s o 1, 262 M. 5.20. K indermatinéo. 8.20. Orkestconcert. 8.50. Causerie: l'rojios féminins 9.05. Hervatting v. li. concert. 9.30. Dansmuziek. 10.-20. Nieuwsber. Mii nstor, 410 M. 12.351.50. Werken van Haydn i orkest. 3.20. Strijk -orkest. d.%>. Liedjes bij do luit. 5.20. Declamaties uit „Dreizehnliiidi u". 5.50. Lezing: Pioichsgesundheitswociie, 0.40. Voorlezing uit eigen werken d r II. MiillerSchlösser. 7.20. Spaanscho les. 7.50. Goneort.Werken van Brahms, M ux Mozart on Puccini. 8.55. Populaire operamelodieën door or kest. Daarna her-uitzending van nnler© stations. Dezelfde regelen gelden met betrekking tot de afgifte van bewijzen van Nederlan derschap heslemtl voor grensverkeer naar Duitschland, waarbij echter nog valt op Is merken, dat naar Duitschland rr izcnflo kinderen beneden don leeftijd van 15 jaar steeds ook kunnen volstaan met een z.g. „K i n d erau s wcis' De R.-IC Vakbeweging. Do s l ij g i n g in ledental. Naar dc „Volkskr." vernoemt, mag de Katholieke vakbeweging over het vierde kwartaal 1925 wederom in totaal een Mij- ging hoeken van 8 a 900 leden. vriendin aan... Dan liet Alice haar lang zaam los en zuchtte diep. „Het is zoo treurig... zoo intrcurig," fluisterde zii.# „Maar het gaat niemand nun," viel Edith in, „niemand," herhaalde zij angstig. „Alico, je mag het niemand vertellen, want het heeft er niets moo uit to staan!" /onder verder een blik of een woord, keerde zij zich snel om en liep hel [>:odjp tusschen het kreupelhout dooi1, Alice wïiiïe lia.tr volgen, doch Edith beduidde haar met een smcckend gebaar, to blijven, waar ze was. Na eenige oogenblikken hoorden we haar een woest-harlstochtelijk lied zingen, dal zij zelf op do piano in liet salon bege leidde. „Zooveel ik er van begrijp," verbrak do Hertog van Oackland do benauwende stil te, die na Edith's vertrek gevallen was, „beangstigt het nobele kind zich over haar moeder; zij bemerkt..." „Zwijg Harold... zwijg... ik bid het je," smeekte Alice. De Hertog voleindde, zijn zin niet... Wij waren mogelijk op het punt den /.wa ren sluier te zien aflichten, althans liet goheim van dc B-yikenlaan iels nader to komen, daar greep Alice de hand vast, die roekeloos wilde ontbloot en wat tot eiken prijs bedekt moest blijven!... „Het is altijd edel, als een dochter strijdt voor haar moeder," deed Harry achteloos, en haalde zijn snoer in, „vooral is dit edel, als het kind Alice vloog op hem toe, legde snel de hand op zijn mond. „U bent een toovenr.arHoe weet U dat?" „ik weet bet, omdat ik het zag. M-wit ik zal zwijgen, Alice." Ik was versteend, welke geheimen om- spookten mij, geheimen, die Harry bad doorgrond met zijn allcsdoorborendo schranderheid Do muziek had* eenigon* tijd gezv. ogen van do wilde liodcrcn, dio tot ons ovei hadden geklonken: Edith had ongetwijfeld rust gevonden in haar stormachtige uit barsting. Nu was hot bltulsiil in hot huis, in lu t park; zwijgend wouden wij do snoeren om de Iicngcls, maakten ons gereed, do som bero vischpartij or» te breken. Daar snerpte eensklaps uit het huis een schelle, hartverscheurende kreet, die ons elkander in ademloozo beklemming <!c 1 'vastgrijpen, door doodsangst verkild, ver stard, versteend. Wezenloos staarden wij in dc richting vau hot lo-is, ufwachtend ui slcmino ontzetting... Maar het was nu weer stil, stil als hot graf... Dan herwon Harry zich; hij stiet mij wild mot de elleboog van zich af, wierp 1 et vischtuig op den grond, sprong a! c<-n Fat door het kreupelhout, ijlde als ecu stormwind over het gazon, sprong den op rij over, rechts do steepen bank op naast het bordes, groep zich vast aan do ven sterbank, slingerde zicli met oen geweldi gen zwaai het open raam in cn stond in dc kamer... Dit alles ging tien maal sneller dan ik bet verhalen kan; men moet dc lenig heid, de acrobaten-vlugheid van Ilarry hebben aanschouwd, om er zich een flauw begrip van te vormen. (Wordt vervolgd). I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1926 | | pagina 3