teruggegaan naar liet vcorlokaaï. Janko
vics zei: Lier heeft u dan een echt, en zei
Terder: u mag het valsche houden. Getui
ge heeft daarna een agent geroepen en
Jankovics over gegeven.
President: Toen u zei dat a de politic
ging bellen
Getuige: Toen zei Jankovics plotseling
in' DuitschMein Hcrr, machen Sie keine
Sachc.
Mr. de Hartogh: Is er intusschen een
vrouw in de zaak geweest om geld te wis
selen
Getuige: Nee, wel een heer.
Mr. do Hartogh: Is deze heer terwijl
u telefoneerde binnengekomen?
Getuige: Ja.
(De tolk vertaalt dc verklaring).
Jankovics verklaart wel degelijk een
vrouw gezien te hebben.
Dc verdediger verklaart deze voorstel
ling alleen van beklaagde gehoord te heb
ben.
Mevrouw Sanders verklaart gezien Ic
hebben dat Jankovics een papier zij
herkende geen bankpapier in zijn kous
stopte.
Mr. dc Hartogh: Heeft u gezien clat
er een tweede bankbiljet op den grond
viel?
Mevr. Sanders: Neen. Daar heb ik niets
van gezien. Toen Jankovics wat wegstopte
nas dc heer al uit den winkel.
Agent van Latcnstein van Voorst geeft
een verklaring van de arrestatie. Hij lcrccg
twee -vreemde bankbiljetten van Sanders.
Inspecteur Crabbendam heeft Janko
vics op het politiebureau ontvangen. Bij
het fouïllceren heeft hij in de kous van
Jankovics nog een biljet gevonden en een
tweede in een portefeuille.
Mr. den HartoghWaarom is de inspec
teur tot fouilleeren overgegaan?
Inspecteur Crabbendam: Omdat Janko
vics in de wachtkamer verdachte bewegin
gen gemaakt had.
J. A. M. Severing,- beambte van de Ani-
sterdamsche Bank, heeft drie biljetten uit
Hongarije gekregen van een pleegkind met
het verzoek om in te wisselen. Later heeft
hij nog drie biljetlen gekregen. Toen is hij
naar de valuta-afdecling gegaan en heeft
de biljetten ingewisseld. De vader van het
pleegkind zei een erfenis te hebben gekre
gen en geld noodig te hebben om een huis
te koopen.
Getuige heeft niet gezien dat de biljet
ten valscb waren. Ook de kassier heeft
niets gemerkt. Getuige heeft Hollanusch
geld teruggestuurd.
President: U was zeker wel verontwaar
digd?
Getuige: Dat kunt u begrijpen. Ik ben
aansprakelijk voor het geld. Het kind had
ik anderhalf jaar in huis gehad. Dat is de
dankbaarheid.
De drie beklaagden verklaren den va
der van het kind niet te kennen.
De lieer Greber, vroeger generaal in het
Oosteni ijksehe leger, nu kanselier, heeft
Jankovics gekend als particulier en als
generaal. In Galicië hebben zij o.m. samen
gediend. Hij heeft een uitstekend karak
ter. Gentleman, zooals men in Holland
zegt. Toen ik van het ongeluk las, dacht
ik: hoe is dat mogelijk?
Dc portier van het Victoria-Hotel te
Amsterdam, als getuige a décharge, ver
klaart, dat Marsovsky hem ?s Zondags had
gevraagd of hij een motorboot kon huren.
Hij heeft geen ïïoel genoemd, niet verder
dan om de haven te gaan bezichtigen.
Zij zijn er niet op teruggekomen.
Mr. de Vrieze: 't Was toch geen mooi
weer voor een motorboottoehtlc?
Dc portier: Xeo. Dat heb ik liun gezegd.
Mr. de Vrieze: Hebben ze u ook van
een \licgmachine gesproken?
Dc tweede portier van bet hotel deelt
mede, Marsovsky afgeraden te hebben een
motorbootlocht te gaan maken.
Abraham Groenteman uit Amsterdam
is met Marsovsky uit geweest, d.w.z. heeft
hem aangeboden Amsterdam te laten zien.
Hij heeft hem ook bij een diamantslijperij
gebracht. Dat idee was van getuige uitge
gaan. Een diamantslijperij is een bizon-
derheid van Amsterdam.
Do officier vraagt vertaling van een
passage uit het dagboek, d.d. Woensdag
2 December. Daarin zegt JJankovies dat
iets merkwaardig is. Wat
Jankovics kan het zTcli niet meer lierin-
neren.
Mr. de Vrieze vraagt bevestiging aan
brigadier Kleyn, dat alle valsche documen
ten eigendom waren van Mankovjcfc.
Dc brigadier geeft geen volledige be
vestiging.
Op een vraag van mv. de Vrieze ver
klaart Jankovics dat de beide anderen te
gen hem gezegd hebben, dat zij zich liever
terugtrokken.
Mankovics vraagt het woord en spreekt
in het Hongaarsch. De tolk spreekt zoo
zacht, dat niet te verslaan is wat gezegd
wordt.
Jankovics: Ja, het is woord voor woord
waar. Hij heeft heC gezegde: Gooi ze in
het water niet letterlijk bedoeld. Alleen in
de uiterste noodzaak meende hij, wan
neer het niet ging.
Het requisitoir.
Do Officier van Justitie, mr. Bauduin,
lequirccrde schuldig verklaring der drie
beklaagden voor het misdrijf van art. 209
par. 100, qualii'ieatie daarvan als het in
voorraad hebben van valsche buitenland-
schc bankbiljetten, waarvan dc valschheid
hun bekend was. ten aanzien van bckl.
Jankovics bovendien veroordecling wegens
uitgifte van zoodanige biljetten en ver
oordecling van den eersten bckl. tot 9
jaar gevangenisstraf en van de beide an
dere beklaagden tot 7 jaar gevangenis
straf.
Nu verdediging door de advocaten was
discbgrütz was gecompromitteerd daii lIÏUj
hij zijn opdracht nooit aangenomen. Hij
had deze alleen aanvaard omdat hij
Frankrijk en Tsjecho-Slovakije wildo scha-
den, uitsluitend dus uit vaderlandsliefde.
Hij had liever ter dood veroordeeld wil
len worden dan tot 9 jaren tuchthuisstraf.
In naam van zijn moeder, wiens eenigc
zoon hij is, verzocht hij om een niet te
lange straf.
Lr. Marsovsky herhaalde dat hij
tusschen twee vuren zat; voerde hij de op
dracht niet uit, dan zou men hem als ver
rader hebben vervolgd, en had hij de daad
verricht, dan zou hij slecht hebben gehan
deld. Hij had geen anderen uitweg. Hij is
drie maanden getrouwd en zijn vrouw is
thuis, zonder ondersteuning, daar hij van
zijn arbeid alleen moet leven. Spi*. heeft
geen enkele poging gedaan om de valselic
biljetten uit Ic geven. Zonder hem zouden
dc zaken precies eender zijn verloopcn.
Mankovics verdedigde zich in Let
Hongaarsch, terwijl de beide andere be
klaagden in het Duilsch spraken. Hij be
schreef de omstandigheden waaronder hij
tot het aanvaarden van zijn opdracht ge
komen was. Ilij zou liever den dood on
dergaan dan gevangenisstraf.
De uispraak is bepaald op IS Maart.
HST DE PERS
HET AMBT VAN ADVOCAAT
Wij lozen in De Telegraaf:
In hoogslo instantie heeft dezer dager,
de Hooge Raad beslist, dat het ambt van
advocaat niet is te vereenigen met het vak
van manufaclurier. Een zoon van oen
manufacturenhandelaar, zelf in het bedrijf
van zijn vader werkzaam, had zich den
graad van meester in de rechten welen te
verwerven. Thans wilde hij tot de advoca
tuur worden toegelaten. Doch toon bleek,
dat het in zijn voornemen lag, do klanten
van zijn vader te blijven bezoeken lot het
ontvangen en afwikkelen van zakelijke or
ders, verzette zich de Raad van Toezich!
en Discipline in Rotterdam tegen zijn toe
lating tot de balie, en dat verzet word door
het Haagscho Hof" en^ den Hoogen Raad
bekrachtigd: de toelating zou dus over
woog ons hoogste rechtscollege -onver-
eenigbaar zijn met de eigen, voor des
stand der advocaten geldende eere-roge
len.
De beslissing is maatschappelijk vaii
groote beteekenis. Zij is dat ongetwijfeld
ook voor den jurist in kwestie, <lie zich.
wenschl liij dc advocatuur uit to oefenon,
gedwongen zal zien, zich geheel los te ma
ken van de werkzaamheden, die hij in dc-
zaak zijns vaders placht te verrichten.
Doch daarnaast reikt de beslissing van
den Hoogen Raad veel verder, en heeft z:j
ook een principiële zijde.
Dat men ernaar streeft, de advocatuur
te doen zijn 'n nubile officium, is oven
juist als noodig. Doch het is do vraag,
welke maatstaf bij dat streven behoort Ic
worden aangelegd. En clan schijnt het, dat'
or een principieel© keuze moet worden fjö-Jj
daan tusschen tweeërlei criterium: een
maatschappelijk en een zedelijk. Men kan
zich op het standpunt stellen, dat een
bepaalde soort van arbeid met de taak
van een advocaat niet is overeen te bren
gen. Een advocaat, die er zijn nevenberoep
van maakt, zich inkomsten te verzekeren
uit werkzaamheden waarbij hij het publiek
misleidt, ot speculeert op domheid en geld
zucht van de menigte, is het nobile offi
cium onwaardig. Arbeid, die een slechten
maatscliappeli jken roep geniet, behoort
door den advocaat niet te worden ver
richt. Immers straks kan hij geroepen
worden tot verwezenlijking van recht er.
billijkheid, tot het bepleiten van goeda
.trouw en van hetgeen geoorloofd is in hef
maatschappelijk verkeer.
Doch was bier van zulk een, den advo
caat. onteerenden soort arbeid sprake'?
In de beslissing van den Hoogen Baad
vindt de lezer dien arbeid onderschreven
als „het per fiets ecnige dorpen in den
omtrek van Gouda bezoeken, voorzien van
stalen der in den winkel te Gouda voor
handen manufacturen, ten einde die wa
ren waaronder- zaken van geringe
waaide aan klanten in die dorpen aan
te prijzen en deze klanten tot bet deen van
inkoopen te bewegen, bij ben af en toe be
stelde manufacturen te brengen en iiicas- j
so's voor gedane leveranties te doen On-
eervol is van algemeen maatschappelijk
standpunt rlczc arbeid stellig niet. Dat er
onder do ten verkoop aangeboden waren
„zaken van geringe waarde" zijn, doet
hierbij niet ter zake. Waar vast staat, da!
de verrichte arbeid maatschappelijk vol
komen geoorloofd en economisch nuttig i>-
kan de soort van dien arbeid verder bui
ten bespreking blijven. En dc vraag rij-!
dan ook. hoe'de beroepseer van een advo
caat staan of vallen zou met het al
niet verrichten van-arbeid, dien ieder nb
eervol resp. niet-onservol zal moeten er
kennen. Zeker, persoonlijk kan men van
oordeel zijn, dal de combinatie van advo
caat en rei vigor een ongewenschtc i> Doel
dat doet niet af aan liet feit, dal de ar
beid, in dc laatste kwaliteit verricht, d'
eer van den advocaat niet behoeft te do.rd
Beroepseer is een zedelijke waarde. V"
tof de balie wcnscht te worden toegelaten
worde daarom beoordeeld naar den naait
en faam, waarin bij bekend staat. In z'j"
beslissing stelt de Hoogc Raad de ach-
lenswaardigheid den verzoeker, zoo oei
die van hot door hem uitgeoefende beroof
boven twijfel. De beslissing blijkt dus o;
maatschappelijke overwegingen te steunefi
En daarom schijnt het, dat door gebrul»
van een onjuist criterium, hot oordooi nw
rust op die gronden, waarop hot, als w*
slissing van zedelijken aard, gebaseerd»!®
moeten zijn.
dcL-«.ndcr\vijs over ie hebben, word dc
taak van het bestuur er niet gemakkelijker
op. Do school werd in die dagen bezocht
door 30 leerlingen iu dc uldccling A (voor
bereidende cursus), terwijl dc afdeeling B
aan bet einde van liet cursusjaar 33 leer
lingen telde. Do ontvangsten aan school
gelden bedroegen toen circa J 1200, ter
wijl er aan donaties per jaar circa -15
binnenkwam.
't Was in die dagen, dat er overal in
don lande propaganda werd gemaakt voor
goed handelsonderwijs. Deze propaganda
bad tot doel, om er vooral de autoriteiten
op te wijzen, dat fiuancieele steun aan dc
handelsscholen een dribgéide eisch werd.
Het is dan ook in 1894 don toen in functie
zijn den voorzitter van „Kennis is Macht"
de heer J. G. v. d. Kam, mogen gelukken,
om het toenmalige gemeente-bestuur er
van to overtuigen, dat gemeentesteun aan
onze handelsschool, hoog noodig was. De
gemeenteraad besloot toen om aan de ver-
eeniging een subsidie te geven van 230
per jaar.
Bij raadsbesluit van 15 November 1900
werd het bestuur de beschikking gegeven
over do lokalen in dc school aan de Oude
Vest, terwijl het gemeente-subsidie op
1200 werd gebracht. Hieraan werd ech
ter door bet gemeentebestuur toegevoegd,
dat ook bet Rijk en de Provincie, dc on
derwijsinrichting moesten steunen. Zoo
niet, dan zou liet voornoemde raadsbesluit
yoorloopig worden opgeschort. In het fi
nancieel overzicht over 1907 worden dan
ook aan subsidies verantwoord 1260
van do gemeente en 375 van de Provin
cie. Doordat het verzoek om steun voor
1907, bij het Miuisterie van Onderwijs te
laat was ingekomen, werd er va:i liet Rijk
.voor 't eerst in 1908 een subsidie van
1250 ontvangen. Na dien lijd werd de
inrichting van do school in andere banen
geleid, daar het bestuur de vooiwaarden,
die door de subsidicerende lichamen wer
den gesteld, meende tc kunnen aanvaar
den. Enkele onderwijzers zagen zich voor
het feit geplaatst, dat zij hunne betrekkin
gen aan andcro onderwijsinrichtingen
moesten prijsgeven. De schoolgelden wer
den ook verhoogd, omdat er voortaan
meer lesuren zouden worden gegeven. De
ze reorganisatie gaf aan den locnmaligcn
directeur, den beer D. J. M. dc Houdt, en
ook aan bet bestuur, voel werk.
Na bet overlijden van den lieer D J. M.
dc Hondt werd dc beer A. J. J. Verbrugge
tot directeur benoemd. Onder leiding van
laatstgenoemde heeft de school zich opge
werkt tot ecno inrichting, welke met eere
in den lande wordt genoemd en waaraan,
menigeen zijn opleiding verschuldigd is.
Do middelbare schoolinrichting van liet
Genootschap is toch een van de weinige
inrichtingen in den lande, waar de leer
lingen zoodanig worden opgeleid, dat zij
met succes aan de vak-examens kunnen
deelnemen en de diploma's verwerven,
welke voor hen van groote belcekenis zijn.
Met den wcnsch, dat dc sympathie van
autoriteiten, bestuur, directeur, leeraren
en leerlingen tot hel Genootschap niet mo
ge verflauwen worden deze regelen, ge
wijd aan de historic van Kennis is Macht,
gesloten.
BECHTZA&ERI
DE VALSCHE FRANSCHE
BANKBILJETTEN.
De zaak tegen de 3 Hongaren.
Gisteren heeft, zooals reeds in 't kort
gemeld, dc Haagscho rechtbank behandeld
de geruchtmakende zaken tegen de drio
hier te lande gearresteerde Hongaren A.
Jankovieh, dr. G. Marsovski en G. Manko
vics, beschuldigd van het in voorraad heb
ben van valsche Franscho bankbiljetten
van 1000 francs, met het oogmerk om dio
biljetten als cclit uit to geven. Zooals men
zich herinneren zal, werd eerstgenoemde
verdachte te VGravenhage gearresteerd
bij een poging om een valsch bankbiljet te
.wisselen en werden de beide andere ver
dachten, als gevolg van een naar aanlei
ding van de eerste arrestatie ingesteld on
derzoek, daarna tc Amsterdam aangehou
den.
De Rechtbank was als volgt samenge
steld: president: mr. de Jonchecrc; rech
ters: mr. jhr. Feith en Bommczijn. Het O.
M. word waargenomen door mr. Bauduin.
'Als griffier fungeerde mr. Serct Opzoo-
nter.
De bckl. werden bijgestaan respect, door
mr. do Hartogh, mr. Dompicrrc dc Chau-
pié, advocaten tc 's-Gravcnhage en mr. J.
de. Vrieze, advocaat le Amsterdam.
Onder do aanwezigen in do rechtszaal
bevonden zich verschillende vertegen
woordigers van te 's-Gravenhagc gevestig
de legaties, met name dc Fransche, dc
Hongaarscho cn de Tsjccho-Slovaaksche.
Dc rechtbank beval ambtshalve de voe
ging van dc beide zaken, daarna werden
dc tolken bcccdigd, do heer Flaumen-
l<aft als tolk in dc Duitscho taal, dr. Yrij-
daghs als tolk in de Fransche taal en
mevr. van Lith do Jende—von Hettyï als
tolk in do IIongaarschc taal.
Daarna geven de beklaagden hun naam,
beroep en leeftijd op: Aristide Jankovics,
gtb.,rcn te Boedapest, 12 December 187G,
oud kolonel, thans zonder beroep, dr. Gy-
ojgy Mar sow sky geboren to Felcout, 21 Ja
nuari 1S9-I, journalist cn Gcorgy Mank'o-
vics geboren te Bartfa, 6 Juni 1901, inge
nieur.
Nadat dc griffier liet bevél van verwij
zing der zaken tegen dc. beklaagden naar
'do rechtbank had voorgelezen en de Duit
scho tolk deze had vertaald, vroeg mr. de
Vriczo het woord om voor de behande
ling der zaak nietigheid der dagvaarding
*c bepleiten.
De rechtbank ging liiorop in ram!kanier.
Dc rechtbank overwoog, na terugkomst,
'dat do bedoelde zinsnede een geheel on-
noodigo cn overbodige toewijzing was en
verwierp de exeptie.
Verhoor van Jankovics.
j Daarop wordt bckl. Jankovics gevraagd
of Prins Windischgriitz hem in den zomer
van 1925 deelgenoot had gemaakt van zijn
plan om valsche Franscho bankbiljetten
uit te geven. Bekl. antwoordde bevesti
gend. Hij had nog geen plan om zc in het
buitenland uit le geven. Zijn plan was ge
richt tegen Tsjccho-Slowakije en bekl., die
allo reden had om Tsjccho-Slowakije te
haten, heeft toegestemd zijn medewerking
le vcrlecncn maar onder voorwaarde dat
hij zelf dc biljetten niet zou uitgeven. Er
zijn besprekingen gevoerd, maar niet ten
huize van Windischgriitz doch in dat van
diens secretaris, waarbij zijn medcbeklaag-
den niet aanwezig waren,althans niet voor
December 1925.
In December 1925 werd besloten dc bil
jetten uit le geven in Holland en Zweden.
Beklaagde» vol was alleen dc biljetten in
gesloten pakketten naar het buitenland
tc brengen, zijn mcdcbcklaagdcn zouden
zc in omloop brengen.
Er werd voor hem een echte pas ge
maakt voor dc andere beklaagden valsche
Rocmeenseho passen. Ook kreeg bekl. een
echt certificaat als koerier der Hongaar
scho regeering. Bekl. heeft nooit geweten
dat het valsch was.
Windischgriitz had zich valsche envelop
pen verschaft van dc Banquc dc France
cm des te gemakkelijker de biljetten nis
echt in circulatie te kunnen brengen. 10
December is hij van. Boedapest afgereisd
met 2 pakketten valsche biljetten, verge
zeld met de lakstcmpels van het Hon
gaarsch Ministerie van Buitenlandsche
Zaken en gadresseerd aan de Hongaar-
schc legatie te 's-Gravenhage en le Stock
holm. Hij ging van Wcenen naar Amster
dam. De/.c pakketten waren afkomstig van
Windischgratz. Bekl. heeft aan de ver
pakking medegeholpcn. 13 December is hij
<c Amsterdam afgestr.pt aan het Hotel de
Roode Leeuw en heeft hij uit het pakket
voor den Haag twee pakketten met valsche
biljetten gebaald cn deze aan zijn mede-
beklaagden overhandigd. Hij was voorne
mens door te reizen naar Kopenhagen,
doch had moeilijkheden gehad aan de
grens cn moest zich hier melden. Maan
dag is hij in Den Haag in dc Passage ge
gaan om een biljet tc wisselen, daar hij
geen Hollandsch klein geld meer had.
Wanneer hij een valsch biljet beeft aangc-.
boden, dan was dit tegen zijn bedoeling.
Bckl. bad 20 goedgelukte vervalsclite
exemplaren uit een der pakketten gesor
teerd, om ze naar Zweden mee tc nemen.
Hij had deze in een koffer gestopt. La
ter is hem gebleken, dat hij bij vergis
sing twee biljetten in zijn portefeuille had
gedaan en daarvan heeft hij blijkbaar bij
vergissing een gegeven, in plaats van een
echt biljet. Het was allerminst ziin bedoe
ling valsche biljetten uit te geven. Na
lang onderzoeken bleek het den geldwis
selaars dat het biljet valsch was. Bekl.
had gezegd: het is onmogelijk dat het bil
jet valsch kan zijn; hij wist immers niet
dat hij valéefie biljetten bij zich had. Hij
had gezegd, dat hij dc biljetten van een
greoto Franscho bankinstelling had ont
vangen cn een enveloppe getoond, doch
niet van dc Banque do France, althans
voor zoover hij zich herinneren kan. Wel
li3d hij twee or drie van zulke enveloppen
van Windischgratz ontvangen. Hij was in
Juni 1925 met den secretaris van Win-
ditschgratz Baabc, in Parijs geweest om
na te gaan of daar die valsche biljetten
konden worden uitgegeven cn om zich
zulke enveloppen van verschillende Fran
sche bankinstellingen tc verschaffen. Hij
had van elk één exemplaar ontvangen, die
in Boedapest waren nagemaakt. Een der
gelijke enveloppe had bckl. den heer San
ders vertoond om zich or op Me beroepen
dat het biljet echt was. Bekl. heeft nog
een tweede banknoot uit zijn portefeuille
gehaald en dit aan den heer Sanders ge
toond. Dezo was naar do telefoon gegaan
om politie te halen. Toen had bekl. intus
schen getracht twee biljetten in zijn kous
te stoppen, waarvan hij vermoedde, dat zij
valsch waren. Maar inmiddels kwam een
vrouw in het wisselkantoor cn een biljet
viel toen op den grond. Een vierde biljet
zat in zijn portefeuille. De President vroeg
hoo het kwam dat het eerste biljet valsch
was, het tweede echt, liet derde dat hij
wilde verstoppen valsch, het vierde weer
echt. Noem liet toeval of straf, antwoord
de bekl. ik ben onschuldig! Op het po
litiebureau was het vnlsche biljet in zijn
keus gevonden.
Mr. do Vrieze verzocht den President
Jankovics to vragen, hoe zijn opdracht
luidde. Aan wicn moest hij een pakkot af
geven. Bekl. antwoordde: aan beide me-
debeklaagdcn, al was Marsovsky eigenlijk
de leider.
Dr. Marsovsky ondervraagd.
Daarop werd dr. Marsovsky onder
vraagd. Deze deelde medo dat bij do be
sprekingen over het complot wel den se
cretaris van Windischgratz maar deze zelf
niet aanwezig was. Dc bilettcn zouden
door Jankovics aan Mankovics gegeven
worden. Bekl. had opdracht vooruit tc rei
zen en transacties af tc sluiten met winke
liers. Dc betaling zon dan geschieden door
Mankovics. Zij zouden dan deelde Jan
kovics nog mede den buit naar Berlijn
hebben moeien brengen. Bckl. <lr. Mar
sovsky had cn valschcn pas gekregen.
Ook waren er nog valsche aanbevelings
brieven. Op 13 December was hij in Hotel
Victoria te Amsterdam aangekomen. La
ter was hij getrokken in de kamer van
Mankovics. Zondags was hij achter de
Beurs geweest cn had daar gezien dat
Jankovics 'n pakket aan Mankovics gaf.
Ilij is 's Maandags bij Citroen geweest en
heeft daar inlichtingen gevraagd over de
mogelijkheid om zaken te doen in francs;
iïI. om juwcelcn te koopen voor Fransche
bankbiljetten.
Bekl. was in het complot gesleept tegen
zijn wil, hij had een eed afgelegd cn
vreesde nu in Hongarije to worden „ein-
gesperrt": hij had een eed afgelegd voor
bisschop Zadraver; daar had hij gehoor
zaamheid. stilzwijgen cn trouw gezworen.
Mankovics bevestigde dc verklaringen
van zijn medcbcklaagdcn omtrent dat
complot en de verdecling der rollen. De
bijeenkomsten hadden bij Kaabe plaats
gehad, in Doerolis. Hij was vroeger ook
bij Windischgratz geweest. Bekl. had op
13 December dc biljetten achter de Beurs
to Amsterdam in ontvangst genomen.
Op een vraag van mr. dc Vrieze deelde
bekl. mede dat de biljetten in de koffer
van dr. Marsovsky waren gedaan; de
sleutel was in zijn bezit. Er was niet be
paald afgesproken wie de biljetten moest
uitgeven.
Het getuigenverhoor.
Hierop worden o.a. de volgende getui
gen gehoord.
Inspecteur van politie Bouwliof te
VGravenhage, verklaard op 15 Decem
ber de beklaagden Marsovsky cn Manko
vics ie hebben aangetroffen op een kamer
in Hotel Victoria. Op die kamer was in
een kast een portefeuille gevonden met 3
valsche biljetten van 1000 francs en 3 aan
bevelingsbrieven van de Roemeensche
Bank aan den lieer Melius (de valsche
naam van een der beide beklaagden) als
mede een aantal enveloppen met hoofden
van Fransche bankinstellingen, alsmede
do paspoorten van do twee beklaagden
Marsovsky cn Mankovics. Daarna had liij
in Hotel de Roede Leeuw een grooten
zwarten koffer gevonden met een pak, aan
do Hongaarscho legatie te Stockholm ge
adresseerd, waarin 'n groote hoeveelheid
valsche Fransche francs-biljetten. Daar
naast lagen nog stukken papier met lak-
stempels van de Hongaarsche regeering.
Getuige heeft de biljetlewi vertoond aan
den deskundige Emmeren cn volgens dezen
waren ze valsch.
De biljetten bevonden zich ter terecht
zitting in een grooten bruinen koffer, dio
door getuigen onder veel belangstelling
vsn het publiek werd geopend. De pakken
biljetten waren nog niet gesorteerd, toen
hij ze in beslag nam, verklaarde getuige.
Op Bommigo biljetten waren de handtce-
keningen vergeten, één droeg twee ver
schillende nummers; ook waren verschil
lende soorten papier gebruikt. Van som
mige was do tint geelachtig. Er waren er
bij die zeer m.ioi waren nagemaakt.
In een zwarten koffer, vervolgens door
getuige geopend, bevond zich het papier
met de lakzegels, waarin de pakketten
verpakt waren geweest.
Het pakket op de kamer van Jankovics
gevonden, was goed afgesloten en verze
geld, antwoordde get. op een vraag van
den verdediger, mr. de Hartogh.
Op een vraag van den verdediger mr.
de Dompierre de Chaufepié antwoordde
get. dat do valsche aanbevelingsbrieven
bij fouilleering gevonden zijn door den ge
tuige Slobbe.
Bekl. MankoVics zeide nog, dat dc brie
ven zich niet in dc portefeuille bevonden.
Bckl. Marsovsky had nadat zijn zaak
x'eeds naar do officieel© zitting was ver
wezen, aan getuige Bouwho medegedeeld
dat hij voornemens was geweest de val
sche biljetten in het IJ te gooien. Hij had
getuige daarover zelfs 'n brief geschreven,
waarin hij het terrein beschreef, waarover
hij geloopen had met do bedoeling een ge
schikte plek daarvoor te vinden.
Inspecteur van politie van Slobben lo
Amsterdam bevestigde in hoofdzaak dc
médedeelingen van den vorigen getuige,
met vien hij gezamenlijk de biljetten in
beslag had genomen.
Getuige Citroen, koopman te Amster
dam, gaf verslag van het onderhoud dat
hij had gehad met bekl. Marsovsky, dio
zich bij die gelegenheid Gcorg Melius,
koopman in Roemenië noemde en hem ge
sproken had over den aankoop van juwce
lcn als dekking van Franscho francs. Hij
had als referenties een paar aanbevelings
brieven getoond maar daarin stond dat
het geld zou worden gestort op een door
hem aan te wijzen bank, 't geen ongebrui
kelijk is in den handel. Get. had dus met
deze referenties geen genoegen genomen
en ook niet met het aanbod uit Duitsch-
land referenties te gaan halen. Hij hacl
een transactie willenafsluiten voor
f 30.000 a f -10.000. Hij zou van getuige ju-
weelen hebben gekregen en daarvoor
Fransche francs in depot hebben gegeven.
Hij was in sportcostuum.
Was bekl. in een netter kostuum geko
men, dan zou getuige hem meer vertrouwd
hebben.
Het voorstel was wel vreemd, maar niet
zoo vreemd dat het onaannemelijk zou
zijn. Bij intuïtie had getuige gevoeld: die
man wil iets doen wat niet juist is. Hij
was dadelijk wantrouwend tegen bekl.,
De heer Manus, medebeheerder van een
diamantslijperij te Amstordam had op 15
December op zijn kantoor bezoek ontvan
gen van Marsovsky dio geslepen diamant
wilde koopen tot een waarde van 500.000
francs. Getuige zou dio francs echter ko
men terughalen wanneer de koers daarvan
zou zijn gestegen. Get. had geen zin zich
met dergelijke speculaties in te laten cn
hod bekl. verwezen naar dc Ainstcrdam-
schc Bank om de Fransche biljetten daar
to wisselen in Hollandsch geld. Bckl. in
sisteerde wel op het totstandbrengen dier
transactie. Getuige had gedacht, dat bckl.
do biljetten te Monto Carlo met spelen
had gewonnen; immers hij had gezegd dat
hij deze biljetten zoo goedkoop had weten
to krijgen als niemand ze hebben kon.
De terechtzitting werd te 1.10 gesehorst
tot 's middags half 3.
Om kwart voor drie heropent de presi
dent de zitting.
Getuige Sandei-3 verklaart dat op 14
December vorig jaar Jankovics bij hem ge
komen is om een biljet van 1000 francs
tc wisselen.
President: Wat merkte u?
Getuige: Dat het valsch was.
President: U bent het gaan vergelijken
nietwaar? U twijfelde niet meer?
Getuige: Neen.
President: Dat heeft u hem gezegd.
Getuige: Ja. Maar Jankovics toonde
zich verwonderd, maar liet een enveloppe
zien mot den naam erop van een Fransche
Bank. Daar zou hij het biljet ontvangen
hebben. Toen ben ik dc politic gaan tele-
foneeren. Dat telcfonecrcn ging niet vlot.
Het nummer was 'in gesprek. Toen ben ik
liet laatste woord aan de
verdachten.
Jankovics deelde nog mede, dat hij
zijn reisgeld van prins Windischgialz in
een nagemaakte enveloppe van een Fran
sche bankinstelling had ontvangen. Van
daar dat deze in zijn portefeuille aanwe
zig was. Had hij geweten dat prins Wïn-
Mededecling van dc Leidsche
(Reddingsbrigad-).
Indien gij iets aan hel reddin— -
in ongereed.' vindt, meldt dit dan
aan do politic en aan do hoeven: -r
I.yko, Oude Singel M. TG. 9. of W. F
d. Royden. Nieuwe Rij'n Tol •-