teruggegaan naar liet vcorlokaaï. Janko vics zei: Lier heeft u dan een echt, en zei Terder: u mag het valsche houden. Getui ge heeft daarna een agent geroepen en Jankovics over gegeven. President: Toen u zei dat a de politic ging bellen Getuige: Toen zei Jankovics plotseling in' DuitschMein Hcrr, machen Sie keine Sachc. Mr. de Hartogh: Is er intusschen een vrouw in de zaak geweest om geld te wis selen Getuige: Nee, wel een heer. Mr. do Hartogh: Is deze heer terwijl u telefoneerde binnengekomen? Getuige: Ja. (De tolk vertaalt dc verklaring). Jankovics verklaart wel degelijk een vrouw gezien te hebben. Dc verdediger verklaart deze voorstel ling alleen van beklaagde gehoord te heb ben. Mevrouw Sanders verklaart gezien Ic hebben dat Jankovics een papier zij herkende geen bankpapier in zijn kous stopte. Mr. dc Hartogh: Heeft u gezien clat er een tweede bankbiljet op den grond viel? Mevr. Sanders: Neen. Daar heb ik niets van gezien. Toen Jankovics wat wegstopte nas dc heer al uit den winkel. Agent van Latcnstein van Voorst geeft een verklaring van de arrestatie. Hij lcrccg twee -vreemde bankbiljetten van Sanders. Inspecteur Crabbendam heeft Janko vics op het politiebureau ontvangen. Bij het fouïllceren heeft hij in de kous van Jankovics nog een biljet gevonden en een tweede in een portefeuille. Mr. den HartoghWaarom is de inspec teur tot fouilleeren overgegaan? Inspecteur Crabbendam: Omdat Janko vics in de wachtkamer verdachte bewegin gen gemaakt had. J. A. M. Severing,- beambte van de Ani- sterdamsche Bank, heeft drie biljetten uit Hongarije gekregen van een pleegkind met het verzoek om in te wisselen. Later heeft hij nog drie biljetlen gekregen. Toen is hij naar de valuta-afdecling gegaan en heeft de biljetten ingewisseld. De vader van het pleegkind zei een erfenis te hebben gekre gen en geld noodig te hebben om een huis te koopen. Getuige heeft niet gezien dat de biljet ten valscb waren. Ook de kassier heeft niets gemerkt. Getuige heeft Hollanusch geld teruggestuurd. President: U was zeker wel verontwaar digd? Getuige: Dat kunt u begrijpen. Ik ben aansprakelijk voor het geld. Het kind had ik anderhalf jaar in huis gehad. Dat is de dankbaarheid. De drie beklaagden verklaren den va der van het kind niet te kennen. De lieer Greber, vroeger generaal in het Oosteni ijksehe leger, nu kanselier, heeft Jankovics gekend als particulier en als generaal. In Galicië hebben zij o.m. samen gediend. Hij heeft een uitstekend karak ter. Gentleman, zooals men in Holland zegt. Toen ik van het ongeluk las, dacht ik: hoe is dat mogelijk? Dc portier van het Victoria-Hotel te Amsterdam, als getuige a décharge, ver klaart, dat Marsovsky hem ?s Zondags had gevraagd of hij een motorboot kon huren. Hij heeft geen ïïoel genoemd, niet verder dan om de haven te gaan bezichtigen. Zij zijn er niet op teruggekomen. Mr. de Vrieze: 't Was toch geen mooi weer voor een motorboottoehtlc? Dc portier: Xeo. Dat heb ik liun gezegd. Mr. de Vrieze: Hebben ze u ook van een \licgmachine gesproken? Dc tweede portier van bet hotel deelt mede, Marsovsky afgeraden te hebben een motorbootlocht te gaan maken. Abraham Groenteman uit Amsterdam is met Marsovsky uit geweest, d.w.z. heeft hem aangeboden Amsterdam te laten zien. Hij heeft hem ook bij een diamantslijperij gebracht. Dat idee was van getuige uitge gaan. Een diamantslijperij is een bizon- derheid van Amsterdam. Do officier vraagt vertaling van een passage uit het dagboek, d.d. Woensdag 2 December. Daarin zegt JJankovies dat iets merkwaardig is. Wat Jankovics kan het zTcli niet meer lierin- neren. Mr. de Vrieze vraagt bevestiging aan brigadier Kleyn, dat alle valsche documen ten eigendom waren van Mankovjcfc. Dc brigadier geeft geen volledige be vestiging. Op een vraag van mv. de Vrieze ver klaart Jankovics dat de beide anderen te gen hem gezegd hebben, dat zij zich liever terugtrokken. Mankovics vraagt het woord en spreekt in het Hongaarsch. De tolk spreekt zoo zacht, dat niet te verslaan is wat gezegd wordt. Jankovics: Ja, het is woord voor woord waar. Hij heeft heC gezegde: Gooi ze in het water niet letterlijk bedoeld. Alleen in de uiterste noodzaak meende hij, wan neer het niet ging. Het requisitoir. Do Officier van Justitie, mr. Bauduin, lequirccrde schuldig verklaring der drie beklaagden voor het misdrijf van art. 209 par. 100, qualii'ieatie daarvan als het in voorraad hebben van valsche buitenland- schc bankbiljetten, waarvan dc valschheid hun bekend was. ten aanzien van bckl. Jankovics bovendien veroordecling wegens uitgifte van zoodanige biljetten en ver oordecling van den eersten bckl. tot 9 jaar gevangenisstraf en van de beide an dere beklaagden tot 7 jaar gevangenis straf. Nu verdediging door de advocaten was discbgrütz was gecompromitteerd daii lIÏUj hij zijn opdracht nooit aangenomen. Hij had deze alleen aanvaard omdat hij Frankrijk en Tsjecho-Slovakije wildo scha- den, uitsluitend dus uit vaderlandsliefde. Hij had liever ter dood veroordeeld wil len worden dan tot 9 jaren tuchthuisstraf. In naam van zijn moeder, wiens eenigc zoon hij is, verzocht hij om een niet te lange straf. Lr. Marsovsky herhaalde dat hij tusschen twee vuren zat; voerde hij de op dracht niet uit, dan zou men hem als ver rader hebben vervolgd, en had hij de daad verricht, dan zou hij slecht hebben gehan deld. Hij had geen anderen uitweg. Hij is drie maanden getrouwd en zijn vrouw is thuis, zonder ondersteuning, daar hij van zijn arbeid alleen moet leven. Spi*. heeft geen enkele poging gedaan om de valselic biljetten uit Ic geven. Zonder hem zouden dc zaken precies eender zijn verloopcn. Mankovics verdedigde zich in Let Hongaarsch, terwijl de beide andere be klaagden in het Duilsch spraken. Hij be schreef de omstandigheden waaronder hij tot het aanvaarden van zijn opdracht ge komen was. Ilij zou liever den dood on dergaan dan gevangenisstraf. De uispraak is bepaald op IS Maart. HST DE PERS HET AMBT VAN ADVOCAAT Wij lozen in De Telegraaf: In hoogslo instantie heeft dezer dager, de Hooge Raad beslist, dat het ambt van advocaat niet is te vereenigen met het vak van manufaclurier. Een zoon van oen manufacturenhandelaar, zelf in het bedrijf van zijn vader werkzaam, had zich den graad van meester in de rechten welen te verwerven. Thans wilde hij tot de advoca tuur worden toegelaten. Doch toon bleek, dat het in zijn voornemen lag, do klanten van zijn vader te blijven bezoeken lot het ontvangen en afwikkelen van zakelijke or ders, verzette zich de Raad van Toezich! en Discipline in Rotterdam tegen zijn toe lating tot de balie, en dat verzet word door het Haagscho Hof" en^ den Hoogen Raad bekrachtigd: de toelating zou dus over woog ons hoogste rechtscollege -onver- eenigbaar zijn met de eigen, voor des stand der advocaten geldende eere-roge len. De beslissing is maatschappelijk vaii groote beteekenis. Zij is dat ongetwijfeld ook voor den jurist in kwestie, <lie zich. wenschl liij dc advocatuur uit to oefenon, gedwongen zal zien, zich geheel los te ma ken van de werkzaamheden, die hij in dc- zaak zijns vaders placht te verrichten. Doch daarnaast reikt de beslissing van den Hoogen Raad veel verder, en heeft z:j ook een principiële zijde. Dat men ernaar streeft, de advocatuur te doen zijn 'n nubile officium, is oven juist als noodig. Doch het is do vraag, welke maatstaf bij dat streven behoort Ic worden aangelegd. En clan schijnt het, dat' or een principieel© keuze moet worden fjö-Jj daan tusschen tweeërlei criterium: een maatschappelijk en een zedelijk. Men kan zich op het standpunt stellen, dat een bepaalde soort van arbeid met de taak van een advocaat niet is overeen te bren gen. Een advocaat, die er zijn nevenberoep van maakt, zich inkomsten te verzekeren uit werkzaamheden waarbij hij het publiek misleidt, ot speculeert op domheid en geld zucht van de menigte, is het nobile offi cium onwaardig. Arbeid, die een slechten maatscliappeli jken roep geniet, behoort door den advocaat niet te worden ver richt. Immers straks kan hij geroepen worden tot verwezenlijking van recht er. billijkheid, tot het bepleiten van goeda .trouw en van hetgeen geoorloofd is in hef maatschappelijk verkeer. Doch was bier van zulk een, den advo caat. onteerenden soort arbeid sprake'? In de beslissing van den Hoogen Baad vindt de lezer dien arbeid onderschreven als „het per fiets ecnige dorpen in den omtrek van Gouda bezoeken, voorzien van stalen der in den winkel te Gouda voor handen manufacturen, ten einde die wa ren waaronder- zaken van geringe waaide aan klanten in die dorpen aan te prijzen en deze klanten tot bet deen van inkoopen te bewegen, bij ben af en toe be stelde manufacturen te brengen en iiicas- j so's voor gedane leveranties te doen On- eervol is van algemeen maatschappelijk standpunt rlczc arbeid stellig niet. Dat er onder do ten verkoop aangeboden waren „zaken van geringe waarde" zijn, doet hierbij niet ter zake. Waar vast staat, da! de verrichte arbeid maatschappelijk vol komen geoorloofd en economisch nuttig i>- kan de soort van dien arbeid verder bui ten bespreking blijven. En dc vraag rij-! dan ook. hoe'de beroepseer van een advo caat staan of vallen zou met het al niet verrichten van-arbeid, dien ieder nb eervol resp. niet-onservol zal moeten er kennen. Zeker, persoonlijk kan men van oordeel zijn, dal de combinatie van advo caat en rei vigor een ongewenschtc i> Doel dat doet niet af aan liet feit, dal de ar beid, in dc laatste kwaliteit verricht, d' eer van den advocaat niet behoeft te do.rd Beroepseer is een zedelijke waarde. V" tof de balie wcnscht te worden toegelaten worde daarom beoordeeld naar den naait en faam, waarin bij bekend staat. In z'j" beslissing stelt de Hoogc Raad de ach- lenswaardigheid den verzoeker, zoo oei die van hot door hem uitgeoefende beroof boven twijfel. De beslissing blijkt dus o; maatschappelijke overwegingen te steunefi En daarom schijnt het, dat door gebrul» van een onjuist criterium, hot oordooi nw rust op die gronden, waarop hot, als w* slissing van zedelijken aard, gebaseerd»!® moeten zijn. dcL-«.ndcr\vijs over ie hebben, word dc taak van het bestuur er niet gemakkelijker op. Do school werd in die dagen bezocht door 30 leerlingen iu dc uldccling A (voor bereidende cursus), terwijl dc afdeeling B aan bet einde van liet cursusjaar 33 leer lingen telde. Do ontvangsten aan school gelden bedroegen toen circa J 1200, ter wijl er aan donaties per jaar circa -15 binnenkwam. 't Was in die dagen, dat er overal in don lande propaganda werd gemaakt voor goed handelsonderwijs. Deze propaganda bad tot doel, om er vooral de autoriteiten op te wijzen, dat fiuancieele steun aan dc handelsscholen een dribgéide eisch werd. Het is dan ook in 1894 don toen in functie zijn den voorzitter van „Kennis is Macht" de heer J. G. v. d. Kam, mogen gelukken, om het toenmalige gemeente-bestuur er van to overtuigen, dat gemeentesteun aan onze handelsschool, hoog noodig was. De gemeenteraad besloot toen om aan de ver- eeniging een subsidie te geven van 230 per jaar. Bij raadsbesluit van 15 November 1900 werd het bestuur de beschikking gegeven over do lokalen in dc school aan de Oude Vest, terwijl het gemeente-subsidie op 1200 werd gebracht. Hieraan werd ech ter door bet gemeentebestuur toegevoegd, dat ook bet Rijk en de Provincie, dc on derwijsinrichting moesten steunen. Zoo niet, dan zou liet voornoemde raadsbesluit yoorloopig worden opgeschort. In het fi nancieel overzicht over 1907 worden dan ook aan subsidies verantwoord 1260 van do gemeente en 375 van de Provin cie. Doordat het verzoek om steun voor 1907, bij het Miuisterie van Onderwijs te laat was ingekomen, werd er va:i liet Rijk .voor 't eerst in 1908 een subsidie van 1250 ontvangen. Na dien lijd werd de inrichting van do school in andere banen geleid, daar het bestuur de vooiwaarden, die door de subsidicerende lichamen wer den gesteld, meende tc kunnen aanvaar den. Enkele onderwijzers zagen zich voor het feit geplaatst, dat zij hunne betrekkin gen aan andcro onderwijsinrichtingen moesten prijsgeven. De schoolgelden wer den ook verhoogd, omdat er voortaan meer lesuren zouden worden gegeven. De ze reorganisatie gaf aan den locnmaligcn directeur, den beer D. J. M. dc Houdt, en ook aan bet bestuur, voel werk. Na bet overlijden van den lieer D J. M. dc Hondt werd dc beer A. J. J. Verbrugge tot directeur benoemd. Onder leiding van laatstgenoemde heeft de school zich opge werkt tot ecno inrichting, welke met eere in den lande wordt genoemd en waaraan, menigeen zijn opleiding verschuldigd is. Do middelbare schoolinrichting van liet Genootschap is toch een van de weinige inrichtingen in den lande, waar de leer lingen zoodanig worden opgeleid, dat zij met succes aan de vak-examens kunnen deelnemen en de diploma's verwerven, welke voor hen van groote belcekenis zijn. Met den wcnsch, dat dc sympathie van autoriteiten, bestuur, directeur, leeraren en leerlingen tot hel Genootschap niet mo ge verflauwen worden deze regelen, ge wijd aan de historic van Kennis is Macht, gesloten. BECHTZA&ERI DE VALSCHE FRANSCHE BANKBILJETTEN. De zaak tegen de 3 Hongaren. Gisteren heeft, zooals reeds in 't kort gemeld, dc Haagscho rechtbank behandeld de geruchtmakende zaken tegen de drio hier te lande gearresteerde Hongaren A. Jankovieh, dr. G. Marsovski en G. Manko vics, beschuldigd van het in voorraad heb ben van valsche Franscho bankbiljetten van 1000 francs, met het oogmerk om dio biljetten als cclit uit to geven. Zooals men zich herinneren zal, werd eerstgenoemde verdachte te VGravenhage gearresteerd bij een poging om een valsch bankbiljet te .wisselen en werden de beide andere ver dachten, als gevolg van een naar aanlei ding van de eerste arrestatie ingesteld on derzoek, daarna tc Amsterdam aangehou den. De Rechtbank was als volgt samenge steld: president: mr. de Jonchecrc; rech ters: mr. jhr. Feith en Bommczijn. Het O. M. word waargenomen door mr. Bauduin. 'Als griffier fungeerde mr. Serct Opzoo- nter. De bckl. werden bijgestaan respect, door mr. do Hartogh, mr. Dompicrrc dc Chau- pié, advocaten tc 's-Gravcnhage en mr. J. de. Vrieze, advocaat le Amsterdam. Onder do aanwezigen in do rechtszaal bevonden zich verschillende vertegen woordigers van te 's-Gravenhagc gevestig de legaties, met name dc Fransche, dc Hongaarscho cn de Tsjccho-Slovaaksche. Dc rechtbank beval ambtshalve de voe ging van dc beide zaken, daarna werden dc tolken bcccdigd, do heer Flaumen- l<aft als tolk in dc Duitscho taal, dr. Yrij- daghs als tolk in de Fransche taal en mevr. van Lith do Jende—von Hettyï als tolk in do IIongaarschc taal. Daarna geven de beklaagden hun naam, beroep en leeftijd op: Aristide Jankovics, gtb.,rcn te Boedapest, 12 December 187G, oud kolonel, thans zonder beroep, dr. Gy- ojgy Mar sow sky geboren to Felcout, 21 Ja nuari 1S9-I, journalist cn Gcorgy Mank'o- vics geboren te Bartfa, 6 Juni 1901, inge nieur. Nadat dc griffier liet bevél van verwij zing der zaken tegen dc. beklaagden naar 'do rechtbank had voorgelezen en de Duit scho tolk deze had vertaald, vroeg mr. de Vriczo het woord om voor de behande ling der zaak nietigheid der dagvaarding *c bepleiten. De rechtbank ging liiorop in ram!kanier. Dc rechtbank overwoog, na terugkomst, 'dat do bedoelde zinsnede een geheel on- noodigo cn overbodige toewijzing was en verwierp de exeptie. Verhoor van Jankovics. j Daarop wordt bckl. Jankovics gevraagd of Prins Windischgriitz hem in den zomer van 1925 deelgenoot had gemaakt van zijn plan om valsche Franscho bankbiljetten uit te geven. Bekl. antwoordde bevesti gend. Hij had nog geen plan om zc in het buitenland uit le geven. Zijn plan was ge richt tegen Tsjccho-Slowakije en bekl., die allo reden had om Tsjccho-Slowakije te haten, heeft toegestemd zijn medewerking le vcrlecncn maar onder voorwaarde dat hij zelf dc biljetten niet zou uitgeven. Er zijn besprekingen gevoerd, maar niet ten huize van Windischgriitz doch in dat van diens secretaris, waarbij zijn medcbeklaag- den niet aanwezig waren,althans niet voor December 1925. In December 1925 werd besloten dc bil jetten uit le geven in Holland en Zweden. Beklaagde» vol was alleen dc biljetten in gesloten pakketten naar het buitenland tc brengen, zijn mcdcbcklaagdcn zouden zc in omloop brengen. Er werd voor hem een echte pas ge maakt voor dc andere beklaagden valsche Rocmeenseho passen. Ook kreeg bekl. een echt certificaat als koerier der Hongaar scho regeering. Bekl. heeft nooit geweten dat het valsch was. Windischgriitz had zich valsche envelop pen verschaft van dc Banquc dc France cm des te gemakkelijker de biljetten nis echt in circulatie te kunnen brengen. 10 December is hij van. Boedapest afgereisd met 2 pakketten valsche biljetten, verge zeld met de lakstcmpels van het Hon gaarsch Ministerie van Buitenlandsche Zaken en gadresseerd aan de Hongaar- schc legatie te 's-Gravenhage en le Stock holm. Hij ging van Wcenen naar Amster dam. De/.c pakketten waren afkomstig van Windischgratz. Bekl. heeft aan de ver pakking medegeholpcn. 13 December is hij <c Amsterdam afgestr.pt aan het Hotel de Roode Leeuw en heeft hij uit het pakket voor den Haag twee pakketten met valsche biljetten gebaald cn deze aan zijn mede- beklaagden overhandigd. Hij was voorne mens door te reizen naar Kopenhagen, doch had moeilijkheden gehad aan de grens cn moest zich hier melden. Maan dag is hij in Den Haag in dc Passage ge gaan om een biljet tc wisselen, daar hij geen Hollandsch klein geld meer had. Wanneer hij een valsch biljet beeft aangc-. boden, dan was dit tegen zijn bedoeling. Bckl. bad 20 goedgelukte vervalsclite exemplaren uit een der pakketten gesor teerd, om ze naar Zweden mee tc nemen. Hij had deze in een koffer gestopt. La ter is hem gebleken, dat hij bij vergis sing twee biljetten in zijn portefeuille had gedaan en daarvan heeft hij blijkbaar bij vergissing een gegeven, in plaats van een echt biljet. Het was allerminst ziin bedoe ling valsche biljetten uit te geven. Na lang onderzoeken bleek het den geldwis selaars dat het biljet valsch was. Bekl. had gezegd: het is onmogelijk dat het bil jet valsch kan zijn; hij wist immers niet dat hij valéefie biljetten bij zich had. Hij had gezegd, dat hij dc biljetten van een greoto Franscho bankinstelling had ont vangen cn een enveloppe getoond, doch niet van dc Banque do France, althans voor zoover hij zich herinneren kan. Wel li3d hij twee or drie van zulke enveloppen van Windischgratz ontvangen. Hij was in Juni 1925 met den secretaris van Win- ditschgratz Baabc, in Parijs geweest om na te gaan of daar die valsche biljetten konden worden uitgegeven cn om zich zulke enveloppen van verschillende Fran sche bankinstellingen tc verschaffen. Hij had van elk één exemplaar ontvangen, die in Boedapest waren nagemaakt. Een der gelijke enveloppe had bckl. den heer San ders vertoond om zich or op Me beroepen dat het biljet echt was. Bekl. heeft nog een tweede banknoot uit zijn portefeuille gehaald en dit aan den heer Sanders ge toond. Dezo was naar do telefoon gegaan om politie te halen. Toen had bekl. intus schen getracht twee biljetten in zijn kous te stoppen, waarvan hij vermoedde, dat zij valsch waren. Maar inmiddels kwam een vrouw in het wisselkantoor cn een biljet viel toen op den grond. Een vierde biljet zat in zijn portefeuille. De President vroeg hoo het kwam dat het eerste biljet valsch was, het tweede echt, liet derde dat hij wilde verstoppen valsch, het vierde weer echt. Noem liet toeval of straf, antwoord de bekl. ik ben onschuldig! Op het po litiebureau was het vnlsche biljet in zijn keus gevonden. Mr. do Vrieze verzocht den President Jankovics to vragen, hoe zijn opdracht luidde. Aan wicn moest hij een pakkot af geven. Bekl. antwoordde: aan beide me- debeklaagdcn, al was Marsovsky eigenlijk de leider. Dr. Marsovsky ondervraagd. Daarop werd dr. Marsovsky onder vraagd. Deze deelde medo dat bij do be sprekingen over het complot wel den se cretaris van Windischgratz maar deze zelf niet aanwezig was. Dc bilettcn zouden door Jankovics aan Mankovics gegeven worden. Bekl. had opdracht vooruit tc rei zen en transacties af tc sluiten met winke liers. Dc betaling zon dan geschieden door Mankovics. Zij zouden dan deelde Jan kovics nog mede den buit naar Berlijn hebben moeien brengen. Bckl. <lr. Mar sovsky had cn valschcn pas gekregen. Ook waren er nog valsche aanbevelings brieven. Op 13 December was hij in Hotel Victoria te Amsterdam aangekomen. La ter was hij getrokken in de kamer van Mankovics. Zondags was hij achter de Beurs geweest cn had daar gezien dat Jankovics 'n pakket aan Mankovics gaf. Ilij is 's Maandags bij Citroen geweest en heeft daar inlichtingen gevraagd over de mogelijkheid om zaken te doen in francs; iïI. om juwcelcn te koopen voor Fransche bankbiljetten. Bekl. was in het complot gesleept tegen zijn wil, hij had een eed afgelegd cn vreesde nu in Hongarije to worden „ein- gesperrt": hij had een eed afgelegd voor bisschop Zadraver; daar had hij gehoor zaamheid. stilzwijgen cn trouw gezworen. Mankovics bevestigde dc verklaringen van zijn medcbcklaagdcn omtrent dat complot en de verdecling der rollen. De bijeenkomsten hadden bij Kaabe plaats gehad, in Doerolis. Hij was vroeger ook bij Windischgratz geweest. Bekl. had op 13 December dc biljetten achter de Beurs to Amsterdam in ontvangst genomen. Op een vraag van mr. dc Vrieze deelde bekl. mede dat de biljetten in de koffer van dr. Marsovsky waren gedaan; de sleutel was in zijn bezit. Er was niet be paald afgesproken wie de biljetten moest uitgeven. Het getuigenverhoor. Hierop worden o.a. de volgende getui gen gehoord. Inspecteur van politie Bouwliof te VGravenhage, verklaard op 15 Decem ber de beklaagden Marsovsky cn Manko vics ie hebben aangetroffen op een kamer in Hotel Victoria. Op die kamer was in een kast een portefeuille gevonden met 3 valsche biljetten van 1000 francs en 3 aan bevelingsbrieven van de Roemeensche Bank aan den lieer Melius (de valsche naam van een der beide beklaagden) als mede een aantal enveloppen met hoofden van Fransche bankinstellingen, alsmede do paspoorten van do twee beklaagden Marsovsky cn Mankovics. Daarna had liij in Hotel de Roede Leeuw een grooten zwarten koffer gevonden met een pak, aan do Hongaarscho legatie te Stockholm ge adresseerd, waarin 'n groote hoeveelheid valsche Fransche francs-biljetten. Daar naast lagen nog stukken papier met lak- stempels van de Hongaarsche regeering. Getuige heeft de biljetlewi vertoond aan den deskundige Emmeren cn volgens dezen waren ze valsch. De biljetten bevonden zich ter terecht zitting in een grooten bruinen koffer, dio door getuigen onder veel belangstelling vsn het publiek werd geopend. De pakken biljetten waren nog niet gesorteerd, toen hij ze in beslag nam, verklaarde getuige. Op Bommigo biljetten waren de handtce- keningen vergeten, één droeg twee ver schillende nummers; ook waren verschil lende soorten papier gebruikt. Van som mige was do tint geelachtig. Er waren er bij die zeer m.ioi waren nagemaakt. In een zwarten koffer, vervolgens door getuige geopend, bevond zich het papier met de lakzegels, waarin de pakketten verpakt waren geweest. Het pakket op de kamer van Jankovics gevonden, was goed afgesloten en verze geld, antwoordde get. op een vraag van den verdediger, mr. de Hartogh. Op een vraag van den verdediger mr. de Dompierre de Chaufepié antwoordde get. dat do valsche aanbevelingsbrieven bij fouilleering gevonden zijn door den ge tuige Slobbe. Bekl. MankoVics zeide nog, dat dc brie ven zich niet in dc portefeuille bevonden. Bckl. Marsovsky had nadat zijn zaak x'eeds naar do officieel© zitting was ver wezen, aan getuige Bouwho medegedeeld dat hij voornemens was geweest de val sche biljetten in het IJ te gooien. Hij had getuige daarover zelfs 'n brief geschreven, waarin hij het terrein beschreef, waarover hij geloopen had met do bedoeling een ge schikte plek daarvoor te vinden. Inspecteur van politie van Slobben lo Amsterdam bevestigde in hoofdzaak dc médedeelingen van den vorigen getuige, met vien hij gezamenlijk de biljetten in beslag had genomen. Getuige Citroen, koopman te Amster dam, gaf verslag van het onderhoud dat hij had gehad met bekl. Marsovsky, dio zich bij die gelegenheid Gcorg Melius, koopman in Roemenië noemde en hem ge sproken had over den aankoop van juwce lcn als dekking van Franscho francs. Hij had als referenties een paar aanbevelings brieven getoond maar daarin stond dat het geld zou worden gestort op een door hem aan te wijzen bank, 't geen ongebrui kelijk is in den handel. Get. had dus met deze referenties geen genoegen genomen en ook niet met het aanbod uit Duitsch- land referenties te gaan halen. Hij hacl een transactie willenafsluiten voor f 30.000 a f -10.000. Hij zou van getuige ju- weelen hebben gekregen en daarvoor Fransche francs in depot hebben gegeven. Hij was in sportcostuum. Was bekl. in een netter kostuum geko men, dan zou getuige hem meer vertrouwd hebben. Het voorstel was wel vreemd, maar niet zoo vreemd dat het onaannemelijk zou zijn. Bij intuïtie had getuige gevoeld: die man wil iets doen wat niet juist is. Hij was dadelijk wantrouwend tegen bekl., De heer Manus, medebeheerder van een diamantslijperij te Amstordam had op 15 December op zijn kantoor bezoek ontvan gen van Marsovsky dio geslepen diamant wilde koopen tot een waarde van 500.000 francs. Getuige zou dio francs echter ko men terughalen wanneer de koers daarvan zou zijn gestegen. Get. had geen zin zich met dergelijke speculaties in te laten cn hod bekl. verwezen naar dc Ainstcrdam- schc Bank om de Fransche biljetten daar to wisselen in Hollandsch geld. Bckl. in sisteerde wel op het totstandbrengen dier transactie. Getuige had gedacht, dat bckl. do biljetten te Monto Carlo met spelen had gewonnen; immers hij had gezegd dat hij deze biljetten zoo goedkoop had weten to krijgen als niemand ze hebben kon. De terechtzitting werd te 1.10 gesehorst tot 's middags half 3. Om kwart voor drie heropent de presi dent de zitting. Getuige Sandei-3 verklaart dat op 14 December vorig jaar Jankovics bij hem ge komen is om een biljet van 1000 francs tc wisselen. President: Wat merkte u? Getuige: Dat het valsch was. President: U bent het gaan vergelijken nietwaar? U twijfelde niet meer? Getuige: Neen. President: Dat heeft u hem gezegd. Getuige: Ja. Maar Jankovics toonde zich verwonderd, maar liet een enveloppe zien mot den naam erop van een Fransche Bank. Daar zou hij het biljet ontvangen hebben. Toen ben ik dc politic gaan tele- foneeren. Dat telcfonecrcn ging niet vlot. Het nummer was 'in gesprek. Toen ben ik liet laatste woord aan de verdachten. Jankovics deelde nog mede, dat hij zijn reisgeld van prins Windischgialz in een nagemaakte enveloppe van een Fran sche bankinstelling had ontvangen. Van daar dat deze in zijn portefeuille aanwe zig was. Had hij geweten dat prins Wïn- Mededecling van dc Leidsche (Reddingsbrigad-). Indien gij iets aan hel reddin— - in ongereed.' vindt, meldt dit dan aan do politic en aan do hoeven: -r I.yko, Oude Singel M. TG. 9. of W. F d. Royden. Nieuwe Rij'n Tol •-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1926 | | pagina 8