©3 die tegenwoordige jeugd!!! Anecdote n« KALENDER DER WEEK "L 33. Als niet anders wordt aangega an mist in deze week iedere H. Mis Gloria en Credo en hoeft de Prefatie van de Vasten. ZONDAG, 14 Februari. Zondag ge naamd Quinquagesima. Mis: rsto mi bi. 2e gebed v. d. H. Valen- tinus, 3o A Cunctis. Credo. Prefatie v. d. Allerli. Drieeenbeid. Kleur: Paars. Op dezen laatslen Zondag vóór den grooten tijd van versterving en zelfver loochening bidden wij om heiliging naar ziel en lichaam (slilgebed); om de genade Btipter nog Gods heilige geboden lu mo gen onderhouden (Offertorium). Daaruit juist moet blijken onze liefde voor God, /onder welko wij niets zijn. Deze liefde vervult ons met vertrouwen cn vreugde (Introïtus, Graduale, Tractus), spoort ons aan ook to bidden om bevrijding van onze zonden, bescherming togen onze vijanden (Gebed, Posicommunio). Die liefde zal echter ook offers van ons vra gen: het grooto offer van onzen eigen wil, ons eigen ik. Christus' goddelijke liefdo voor Zijn Vader cn voor ons, menschen, die Hem het offer deed brengen van Zich zeiven aan het kruis, zij onze kracht (Evangelie). MAANDAG, 15 Februari. Mis v. d. H.H. F a u s t i n u s en J o v i t a, Marte laren. Salus aulem. Gloria. 2o gebed A Cunctis, 3a naar keuze van den priester. Gewone Prefatie. Kleur: Rood. DINSDAG, 16 Februari. Mis v. d. vori- gen Zondag: Esto mihi. 2e gebed A Cunc- tis, 3o voor da Overledenen (Fidelium, zie het eerste Misformulier voor de Over ledenen) 4e naar keuze v. d. priester. Da Tractus wordt niet gebeden. Gewone Pre fatie. Kleur: Paars. WOENSDAG, 17 Februari. Asch- woensdag. Begin tan de veeir- t i gd a a gs ch e v a s t c n. Mis: Mi- sere. 2e gebed A Cunctis, 3e voor leven den en dooden (Omnipotens). Kleur: Paars. Wij moeten vasten, ons versterven, om dat God barmhartig is cn den rouwmoe dige en boetvaardige graag van harte ver geeft (Epistel). Maar dan moeten wij dat doen zooals Christus liet ons geleerd heeft: met een blij hart (Evangelie). DONDERDAG, 18 Februari. Mis v. d. dag. Dum Clamarem. 2e gebed v. d. H. Simeon, martelaar. 3e .'V Cunctis. Kleur: VRIJDAG, 10 Februari. Mis v. d.' dag. Audivil. 2e gebed A Cunctis, 3e Omuipo- tens Kleur: Paars. ZATERöAG, 20 Februari. Mis v. d. dag: Audrsit. 2e en 3e gebed als gisteren en 4e voor den Paus. Kleur: Paars. Lissc. ALB. M.- KOK, Pr. tijdig tribunaal in de wereld schuldig to doen staan.. Wie zijn de slachtoffers! Vanwaar ko men zii, die zoo wveed geleden hebben? Zii behooren gelijk men weet, hoofdza kelijk tot dc Cbaldeeschc stammen, die als landbouwers en herders de bergdorpen ten Noorden van de befaamde „Brussel-linie'', de oevers der Babo-rivi&r en de streek, Oostwaarts begrensd door den Khaboiir- stroom, Westwaarts doord en Hczil, be wonen. Zii leven in gemeenschap met do Ke"k van Rome. De Tm-ksohe maatregelen tegon dc Chal deeërs begonnen in Mei van het afgeloo- pen jaar cn bereikten hun boogtepunt in Sentembcr. Ge wanende troepen werden over een uit gestrekt gebied losgelaten. Dorpelingen werden met geweld uit bun huizen gebaald en gedenortoerd. Hun geld werd gcconfis- ceevd, hun leven in vele gevallen vernie tigd, hun vrouwen ontcerd. Averrmli'k geMeed en van voedsel versto ken, werden deze ruslige menschen als beesten naar bot binnenland van Aziatisch Turkiie gedreven. Angora had hier de band in. Maar het werktuig van zün blinde cn onzinnigo woede was het 6?s!c regiment infanterie, dat thans met het C'ainstceken gebrand merkt is. Detachementen van het 1ste bataljon van het 69ste regiment deden invallen in dc dorpen Mcrca, Baiio, Kuwali, Alto cn andere. Toen begon een lijdensweg voor de on- gpluH-iVe Christenen, welke eindigde met den dood van honderden menschen, tcrwiil de ongelukkige overlevenden naar Irak vli'riit ten- Honderden niet. alleen mannen, maar ook vrouwen cn kinderen zijn gedood. Bespot, gevangen genomen, geoiinigd frerd een deel der on gelukkigen die in de h^n'cn der Tirrken vielen: sommigen wer den neergestoken met de bajonet, anderen werden, in afwachting van een latere mis- haiv'oling in bewaring gehouden. Do correspondent geeft het woord aan Oawarkis Ibrihim, priester van het dorp Billo. .Deze verklaarde: In September van het vorig jaar bracht een troep Turkschc soldaten een tweede «week aan het dorp Billo. Zij arresteerde®. 230 personen mannen, vrouwen en kin- Leren -- cn voerden hen Oostwaarts weg, m de richting van Keroar cn Baijo. "p den ^eg naar Alkaï, waar een Turkschc post Was. De Turken zeiden: ..Er komt oorlog met de Engclschen cn wij moeten u deportec- ren." Be Turken namen alle ossen, schapen en het geld der dorpelingen. ha een marsch van drie dagen liep ik 1^ ontsnapte, omdat ik bang was, dat J^dood zou worden. De priester verhaalde voorts, hoe hij des nachts verborgen hield cn er ia saagde Parakli lc bereiken, aan de Irab- «ehe zijde der grens. °°rdat ik ontsnapte, verklaarde de ricstor verder, zag ik, hoe dc Turken on geveer 15 vrouwen doodden, die niet in staat waren, gelijken tred met den troep fc houden. Deze vrouwen werden met de bajonet doorstoken, evenals een viertal kinderen. Deze kinderen waren te zwaar voor de moeders om te dragen cn waren te ver moeid geworden, cm zelf te kunnen loe pen. De Turkschc ontvoerders sloegen ben eerst en spoorden ben met de punten van hun bajonetten aan om hen tot sneller lco- pen aan tc zetten. Doch ten slotte werden de marschlcidcrs verbitterd en zij rijgden dc kinderen aan hun bajonetten. Sommige moeders werden door de Tur ken met zweepen geslagen, om haar tot grootcr spoed lo dwingen. In wanhoop lieten moeders haar ren achter, die zij in haar armen dr Daarna doodden soldaten de kindevt langs den kant van den weg de moeder waren achtergelaten. lederen avond kozen soldaten jonge meisjes uit dc gedeporteerden voor verbo den doeleinden. Zi j hadden dc mannen van dc vrouwen gescheiden. Door groote sommen aan de soldaten tc betalen, kon de priester cenige vrouwen redden en met deze in den nacht ontvluch ten. Hij kwam het eerst aan dc grens aan; dc andere ontvluchten kwamen drie da gen later. Dc Turken hielden te Lyai nog ongeveer 50 vrouwen gevangen cn 30 mannen. Maai de priester wist niet, wat er van hen ge worden was. Ayoub Mansur, mukhfar of hoofdman van het dorp Billo, vertelde: Öp 22 September omsingelde een greote groep soldaten van het G2sic regiment, in den nacht het dorp. Zij zeiden: „Wij gaan u dcportecrcn want ge zijt hier in de oor- locszone." Mannen protesteorden en vrouwen schreiden. De menschen werden geslagen cn onder bewaking gesteld. Temidden van de verwarring gaven twee soldaten vuur, waardoor cenige vrouwen en een kind gedood werden. „Indien ge niet ophoudt niet schreeuwen en huilen, zullen we jullie allemaal dooden"', zeiden ce"ia:c officieren. Dien nacht voerden de soldaten vier vrouwen met 'geweld weg ten gerieve van de officieren. Later werden ze dood gescho ten, na eerst oneer geleden te hebben. Deze jonge vrouwen waren tusschcn 15 cn Ï0 jngr oud volgen de namen). Den volgenden dag, zoo verhaalt Avoub Mansur verder, vertrok dc groep gedeoor- teerden onder sterk escorte naar Keroar. Ook daar weden dc mannen van dc vrou wen gescheiden. Tc Keroar haalden ue soldaten met ge weld 25 jonee ineb-^s uit uc greep voor de officieren cn henzelf. Don vol eend en dag werden de incisies weer bij de groep ingedeeld cn werd do tocht naar het bergland van Baiio hervat. Sommige .van di.c incisies konden, tenge volge van hetgeen zii ondergaan had-'cn, niet loopen ch vielen langs den weg neer. Do. Turken spoorden haar. aan mot baio- ncticn, als ze niet konden opstaan.Vier havpr wcv'.cn door dc Turken met bajo netten gedood. Ayoub Mansur vervolgde: „Ik smfcekfe cm genade voor de vrouwen, waarop dc soldaten zeiden: ..Als ie herrie maak!, zul len wc ie ook dooden." Tc Baiio legde luitenant Saim Effendi van bet 6?ste rcciment belangstelling voor mini vrouw aan den dag. Zii is °0 jaar oud. Hij beval, dat zij onmith'elliik naar zijn tent zou gezonden worden." Zij is mini tweede vrouw. Zii droeg in haar armen miin kind uit mim eerste huwelijk. Het kind was IS maanden oud. Mim vrouw, bang voor den officier, over handigde mij hetkind, wachtte op een gunstige gelegenheid en lien weg. Toeu dc soldaten zagen, dat mini vrouw verdwenen was, werden zij woedend. Dol van woede zeide één hunner tot mij: „Ais je je vrouw niet vindt, zullen wij jc kind dooden." Tk kon niets doen. Ik smeekte om go- nade. Zonder acht tc slaan op miin smeekbe den, greep een soldaat mim kind bij dc beenen cn sloeg het voor mijn oogen tegen den grond de hersens in. Ik dacht, dat ik krankzinnig zou wor den. Ik poogde den barbaar, die miin kind had gedood, te lijf te gaani doch een an dere soldaat sloeg mij op liet hoofd met een geweerkolf en ik viel neer. Daarna bonden zij mijne handen op mijn rug." Gedurende dit verschrikkelijke verhaal bleef dc man zichzelf niet meer meester en snikte .gelijk een kind. De priester, die er bij tegenwoordig was, troostte hem, zeg gende: „Yat moed, mijn zoon; ge zijt zwaar beproefd, doch God is uw lijden ge dachtig." De mulclitar vervolgde: „"Kr. dien moord op mijn kind waren de ontvoerders ge dwongen het. binnenland in te trekken over de bergen in de richting van Julamerlr. Mijn banden waren nog op mijn rug ge bonden." Later werd dc hoofdman door een Mu zelman gevonden, die medelijden met hem luid, zijn handen losmaakte cn hem voed sel gaf. Deze Muzclman-Kamaritaan bracht hem naar de grens van Irak, welke na een dag en een nacht loopens bereikt werd. Tenslotte kwam dc hoofdman tc Zakho aan, waar hij zijn vrouw terugvond. Toen deze vernam, welk lot het kind ten deel gevallen was, werd ze als waanzinnig. Geïllustreerde Nieuwsberichten in „3e Leidsche Courant"» In ons blad van Donderdag 11 Februari stond bet volgende bericht (o lezen: Door >de tram gegrepen. Te Laoken (België) werd de Gljavigc Maria M., terwijl zij op straat aan het spelen was, door de trara gegrepen en ge dood. Wij veronderstellen, dat dezo droevige historie zich als volgt heeft afgespeeld en hebben verzucht: ROEPINS. Toen de groote pater met zijn lang, wit kleed en dikken, zwarten baard de studie zaal verliet, lachten do studenten nog luid, zich herinnerend de ongeëvenaarde, oolijkc moppen van den door de zon ge- bruinden man. Achter in een hoek op oen der laatste banken zat een blonde jongen, mot aangename, zachte, bijna kinderlijke gelaatstrekken, bewcgenloos starend te midden van hef onbedaarlijk handgeklap. Vuurrood waren zijn wangen en z'n oogen fonkelden van begeestering. Alles, wat hij gehoord bad, zag bij verwezenlijkt voor zich; hij voelde do warme zonnestralen; aanschouwde een wit-geklecdeu, blanken priester to midden van zwarte, kroesha rige wilden, die slonizwijgeml aanhoorden de grooto boodschap van herrijzenIn bet juichen dor jongens meende hij le ver nemen vreemde negerstemmen, aanhef fend een luid Hosanna, terwijl duizenden geknield neerlagen voor den Christus, verborgen in bet simpel houten tabernakel onder rieten dak. Diep bewogen was zijn ziel, zijn reine, gouden kinderziel, vol dweepzuchtig verlangen om goed tc doen. En toen hel avond was geworden cn hij zich alleen bevond op zijn kleine vier kante, chambretto met blank-wit gordijn tje in do stille schemersfccr van laag af gedraaid.! lampen on zacbt-vor-voortkliu- kend gekuch, werd de indruk, dien do missionaris op hem had gemaakt, nog dieper, werden de verlangens, die eens klaps waren opgekomen, vild-woeleml in zijn jonge verbeelding. Hij had zich bet leven zoo geheel an ders voorgesteld, had er zich zelfs nooit kunnen indenken, dat er menschen waren, die in zulken toestand leefden en zich ge lukkig voelden. Thuis had hij altijd weel- do gezien. Hun vorstelijk huis met groo- ton tuin stond levendig voor zijn geest. Het was hem een oogenblil:, of hij weer zat in de helder verlichte ontvangzaal tegenover pa en ma, wier trots cn leven hij was, die aldoor droomden, hem eens lo zien, als een groot man van de wereld. Duidelijk klonken ma's woorden hem in dc ooren: „Als je d'r maar een' hebt. dan weel je niet, wat je hein 'maken zuil", terwijl ze met moederlijk welgevallen liet volgen, dat hij over een jaar naar Leiden ging stu- deeren in de rechten. Zijn pa sprak reeds over „onzen advocaat" en bouwde plan nen, steeds ze vermooiend bij nieuwe zegging. Willem had dat altijd lijdelijk aangc- hoord, bad nooit gezwoegd, zooals ande ren, om zijn roeping to leeren kennen; pa zou voor alles zorgen. Nu voelde hij die leemte. Hij had de wereld gezien, de wijd wereld, die hem nu beangstigde, de wereld met hare vermaken, waaraan bij had deelgenomen, altijd blij, als 't weer voorbij was; hij besefte nu de leegheid van den omgang met die (allooze menschen, die maar aldoor vertelden en lief warcu. Hij had altijd getracht wel'to doen; hoe wei nig leek hem dat echter in vergelijking met hetgeen die eenvoudige man zoo ne derig zegcle gedaan te hebben. Hoeveel verhevener was bet, wel te doen in 't ver borgen, zich zelf te geven, waar bij slechts 't overvloedige gaf. Langzamerhand werd do opstand in zijne ziel heviger, hoorde hij klaarder de stem, onder dc toespraak van den missionaris reeds vernomen, die eenvoudige woorden, door Christus ge sproken tot de eerste Geloofsjïredikcrs; „volgt mij." Maar dan meest hij alles vaarwel zeg gen; zijn huis, zijn ouders, zijn vrienden, en ook Maria, de mooie blondine, met hare goedige oogen en meevoelende vriend schap, aan wie bij vooral sinds de laat ste vaeanlic recht gaarne dacht.... Zo had zoo naïef niet hem gepraat over de toekomst. De woorden, toen hij afscheid van haar nam, herinnerde hij zich zoo duidelijk: ,,'t Is beroerd "Wiui, dat ik je niet eens schrijven kan, als jo op studie bent; wat is dat toch een saaie regel op dc kostschool, maar nog 'n jaartje, hé, dan ben je d'r immers af?" Hij had er om gelachen en plagend gevraagd: „Wal zou je me dan wel willen schrijven?" Hij moest Maria vaarwel zeggen voor eeuwig, die., hij liefhad, ja nu voelde hij eerst goed, dat liij haar lief had. Een paar groote tranen roïden langs zijn wangen, toen hij dat alles overdacht.Hij begon te bidden en biddend sliep bij in, vastbe sloten, morgen om raad te gaan; hij wil de beslissen terstond, hij wilde goed doen, goed doen in verborgenheid, ongeprezen, onopgemerkt door de menschen. Hij wilde weten, wat God met boni voorhad, hij voelde, dat T zijn plicht was. Onrustig was zijn slaap en wakker wordend, meen de bij steeds te hooren:Volg mij; zeg vaarwel de wereld, en ga naar verre lan den, om goed te doen, om tc brengen vre de, waar tweedracht heerscht, liefde, waar slavernij baar wreedheid gelden doet, kuischhoid, waar de reinheid wordt vertrapt, ik heb u uitverkoren.... Luid klinkt de bel op de speelplaats. Liefderijk dc hand van Willem van V. in dc zijne nemend, zegt de grijze priester: „Nou, beste jongen, schrei niet langer, die moeilijkheid zult ge gemakkelijk te bo ven komen; jc hebt me nu alles oprecht verleid, hé? Welnu dan wil ik jc wel eens zeggen, wat ik denk. Mc dunkt zoo, dat God je roept, bid veel en kom maar eens gauw terug." Dankend gaat Willem been met con diepen zucht van verlichting. Een jaar van strijd gaat voorbij en Wil lem van Vis besloten, hij zal pries ter worden. Op aanraden van zijn biecht vader beeft hij gewacht tot na het examen, om hel bekend <o maken. Nu zal hij ver tellen zijn beslissing aan pa en ma en ook aan Maria, moedig, niet vreezend tranen noch verbod, God heeft hem geroepen, hij zal gaan. Met eenigo vrees verlaat hij lo enge muren, waarbinnen Hij vooral bet laatste jaar zoo gelukkig leefde, omdat bij daar vrij zich kon voorbereiden tot zijn groote taak, zoo ongestoord kon wer ken aan do voltooiing van do offergave, die hij brengen ging met vast willen, vooral wijl bij daar kon vergeten oen le ven in de wereld, dat Iiij verafschuwde. Snikkend mot bleek gelaat een dik ge schreide oogen knielt Willem van V. op zijn slaapkamer thuis voor het beeld van Onze Lieve Vrouw. Hij hoort nog dc hard verbiedende stem van zijn vader, do van meelij en smart trillende woorden van zijn goede moeder. Hij hoeft zijn be sluit kenbaar gemaakt en beiden weigeren hun toestemming. Wilde hij priester worden in dc wereld, enfin, maar mi -ionaris nooit, hij zou hen ten grave brengen vroeg, beroofd van allen steun, in liefdeloosheid bon verlatend, die hom hadden groot gebracht, hem hadden gekoesterd als oen teero bloem. Gebroken ligt hij neer, do smart maakt hem het denkou omhogelijk. Plots komt een zachte lichtgloed over zijn gelaat, hij hoorde weer do stem: Volg mij, cn opstaande smeekte hij met luide stem: „Heer, g- of mij kracht. Maria, Moe der Gods, geleid mij; ik zal gaan, waar heen gij mij roept, mijn Jesus, geen tra nen zullen mij weerhouden. Uw wil ge schiede op aarde als in den hemel. De „Merapi" lag zeilree tc Rotterdam en de rookwolken warrelden uit den boe gen schoorsteen, samensmeltend met het eindeloozc hemelblauw. Een frisscho jonge man, vergezeld van een in rouwkleed go- hulde, schreiende vrouw cn een gebogen grijsaard, banen zich een weg door dc ve len, die afscheid nemen, telkens opnieuw van hunne dierbaren, die zullen vertrek ken. Willem van Vbestaat niet meer voor do wereld. Tater Vincentius gaat do reis aanvaarden. Pijnlijk ontroeren den jongen priester de tranen van zün moe der, de stokkende stem van zijn ider, maar hij gaat Christus volgen. Nog een laatsten kus drukt hij hun op de wangen en met mannenmoed betr- edt hij de schcepsplank, nog cenige oogon- blikken kan hij zijn ouders zien en z'n ge boortestad en dan zal alles verdwijnen.. Eindelijk hebben vader en moeder toe gegeven, maar duidelijk ziet hij, wat ze geleden hebben. Hij bidt met aandrang, want zwaar weegt de last dor scheiding. De fluit perst liaro schelle klanken uit en do groote stoomboot klieft in wilden overmoed dc opspattende golven. Het of fer is gebracht. De priester begeeft zich in de oern. me OPLOSSING PRIJSREBUS. Op onze laalste prijsrebus, waarvo oplossing luidt: ..Als do wijn is in den is do wijsheid in de kan" kwamen 1 oplossingen binnen. Bij trekking viel prijs ten deel aan Gerard Fleur, van 1 gendorpstraat 9, Leiden, die zieh da. voor Maandag a.s. des middags lur.-ch uur en 4.30 uur aan do redactie onzcv kn kan vervoegen. Ook kwamen or nog oom brieven in met do vraag naar de opia- i der vorige rebus, "or omstandig!): i werd dc oplossing dier rebus niet bp ha gewone plaats vermeld, wat wol do r zal zijn dat velen haar over liet hoofd gen. De oplossing dier rebus intass* !i was: „Er is geen koe bom of or is vlekje aan 1 Jc prijswinnaar hoeft z prijs gekregen. kajuit on met de'handen voor de oo: n, vraagt hij kracht voor zijn ouders, 1t voor zijne dierbare vriendin, die Lij nh-L meer heeft willen ontmoeten na dien van geschrei en .hartstocht el ijk kiwi 1 Dan vergeet hij liet verleden, lovend I met do armen, wien hij zijn leven I offeren in naam van Christus. AiMJUie its Gepaste wraak Up.oen bitter kouden winternacht kwam een dokier eens een uur ver gereden orn pen zicko te bezoeken, bij wien hij tele fonisch ontboden was. Toen li ij aankwam sprak de man lot hem: Dokter, ik kan niet zoggen, dal ik bepaald ziek ben, maar ik heb ee.n gc.'ij over me alsof dö dood mij nadert. Dc dokter vooldo den pols van den pa tiënt cn luisterde naar het kloppen van zijn hart. Hebt go uw testament al gemankt? vroeg hij eindelijk. De man werd bleek. Neen, dokter, sprak hij, maar is i t dan werkelijk zoo erg? Zou u denken, «lat bet zóó hard noodig is? Ja, wie is uw notaris? De patiënt noemde den naam van i notaris die uren ver weg woonde. Zoo, dan moet ge dien dadelijk ont bieden. En uw -vader en moeder, zijn dit 1 verwittigd? Neen, maar.... Gauw laten roepen meneer, vóór t to laat is. Maar is 't dan zóó erg mot me, dokter? Neen, dat niet, maar ik wilde ando ren eens laten ondervinden, hoe prettig 't is, midden in den nacht geroepen te wor den bij iemand, dio zich verbeeldt ziek lo zijn. De reden. Dus zou jij nooit op Vrijdag op ivis gaan? O, neen, zeker niet. Kom man, wees toch uiet zoo )j> loovig! En waarom niet? Omdat ik altijd 's Zaterdags mijn I<1 krijg Het mooie horloge Op zijn tienden verjaardag kreeg lui ven horloge ten geschenke. In hel begin scheen hij er zoo maar half mee ingenomen lo zijn, maar cenige dagen later kwam hij opgewonden thuis. Het is 'n schitterend horloge, mocm.rl glunderde hij. Zoo, zei moeder, dut doet m<: pli-izii Ja, vervolgde hij, hel is een hall uur voor met dat .an Jim cn een heel uur voor met de torenklok. Het is 't vlugste v n allemaal! Sterk uitgedrukt Maar vóór ik u alles vertel, kunt u zwijgen? O, bij mij 'vergeleken is een gözel-'cnai» doofstommen nog een dameskransje.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1926 | | pagina 13