©3 die tegenwoordige jeugd!!!
Anecdote n«
KALENDER DER WEEK
"L
33. Als niet anders wordt aangega
an mist in deze week iedere H. Mis
Gloria en Credo en hoeft de Prefatie van
de Vasten.
ZONDAG, 14 Februari. Zondag ge
naamd Quinquagesima. Mis:
rsto mi bi. 2e gebed v. d. H. Valen-
tinus, 3o A Cunctis. Credo. Prefatie v. d.
Allerli. Drieeenbeid. Kleur: Paars.
Op dezen laatslen Zondag vóór den
grooten tijd van versterving en zelfver
loochening bidden wij om heiliging naar
ziel en lichaam (slilgebed); om de genade
Btipter nog Gods heilige geboden lu mo
gen onderhouden (Offertorium). Daaruit
juist moet blijken onze liefde voor God,
/onder welko wij niets zijn. Deze liefde
vervult ons met vertrouwen cn vreugde
(Introïtus, Graduale, Tractus), spoort
ons aan ook to bidden om bevrijding van
onze zonden, bescherming togen onze
vijanden (Gebed, Posicommunio). Die
liefde zal echter ook offers van ons vra
gen: het grooto offer van onzen eigen wil,
ons eigen ik. Christus' goddelijke liefdo
voor Zijn Vader cn voor ons, menschen,
die Hem het offer deed brengen van Zich
zeiven aan het kruis, zij onze kracht
(Evangelie).
MAANDAG, 15 Februari. Mis v. d. H.H.
F a u s t i n u s en J o v i t a, Marte
laren. Salus aulem. Gloria. 2o gebed A
Cunctis, 3a naar keuze van den priester.
Gewone Prefatie. Kleur: Rood.
DINSDAG, 16 Februari. Mis v. d. vori-
gen Zondag: Esto mihi. 2e gebed A Cunc-
tis, 3o voor da Overledenen (Fidelium, zie
het eerste Misformulier voor de Over
ledenen) 4e naar keuze v. d. priester. Da
Tractus wordt niet gebeden. Gewone Pre
fatie. Kleur: Paars.
WOENSDAG, 17 Februari. Asch-
woensdag. Begin tan de veeir-
t i gd a a gs ch e v a s t c n. Mis: Mi-
sere. 2e gebed A Cunctis, 3e voor leven
den en dooden (Omnipotens). Kleur:
Paars.
Wij moeten vasten, ons versterven, om
dat God barmhartig is cn den rouwmoe
dige en boetvaardige graag van harte ver
geeft (Epistel). Maar dan moeten wij dat
doen zooals Christus liet ons geleerd
heeft: met een blij hart (Evangelie).
DONDERDAG, 18 Februari. Mis v. d.
dag. Dum Clamarem. 2e gebed v. d. H.
Simeon, martelaar. 3e .'V Cunctis. Kleur:
VRIJDAG, 10 Februari. Mis v. d.' dag.
Audivil. 2e gebed A Cunctis, 3e Omuipo-
tens Kleur: Paars.
ZATERöAG, 20 Februari. Mis v. d.
dag: Audrsit. 2e en 3e gebed als gisteren
en 4e voor den Paus. Kleur: Paars.
Lissc. ALB. M.- KOK, Pr.
tijdig tribunaal in de wereld schuldig to
doen staan..
Wie zijn de slachtoffers! Vanwaar ko
men zii, die zoo wveed geleden hebben?
Zii behooren gelijk men weet, hoofdza
kelijk tot dc Cbaldeeschc stammen, die als
landbouwers en herders de bergdorpen ten
Noorden van de befaamde „Brussel-linie'',
de oevers der Babo-rivi&r en de streek,
Oostwaarts begrensd door den Khaboiir-
stroom, Westwaarts doord en Hczil, be
wonen. Zii leven in gemeenschap met do
Ke"k van Rome.
De Tm-ksohe maatregelen tegon dc Chal
deeërs begonnen in Mei van het afgeloo-
pen jaar cn bereikten hun boogtepunt in
Sentembcr.
Ge wanende troepen werden over een uit
gestrekt gebied losgelaten. Dorpelingen
werden met geweld uit bun huizen gebaald
en gedenortoerd. Hun geld werd gcconfis-
ceevd, hun leven in vele gevallen vernie
tigd, hun vrouwen ontcerd.
Averrmli'k geMeed en van voedsel versto
ken, werden deze ruslige menschen als
beesten naar bot binnenland van Aziatisch
Turkiie gedreven.
Angora had hier de band in. Maar het
werktuig van zün blinde cn onzinnigo
woede was het 6?s!c regiment infanterie,
dat thans met het C'ainstceken gebrand
merkt is.
Detachementen van het 1ste bataljon
van het 69ste regiment deden invallen in
dc dorpen Mcrca, Baiio, Kuwali, Alto cn
andere.
Toen begon een lijdensweg voor de on-
gpluH-iVe Christenen, welke eindigde met
den dood van honderden menschen, tcrwiil
de ongelukkige overlevenden naar Irak
vli'riit ten-
Honderden niet. alleen mannen, maar
ook vrouwen cn kinderen zijn gedood.
Bespot, gevangen genomen, geoiinigd
frerd een deel der on gelukkigen die in de
h^n'cn der Tirrken vielen: sommigen wer
den neergestoken met de bajonet, anderen
werden, in afwachting van een latere mis-
haiv'oling in bewaring gehouden.
Do
correspondent geeft het woord aan
Oawarkis Ibrihim, priester van het dorp
Billo. .Deze verklaarde:
In September van het vorig jaar bracht
een troep Turkschc soldaten een tweede
«week aan het dorp Billo. Zij arresteerde®.
230 personen mannen, vrouwen en kin-
Leren -- cn voerden hen Oostwaarts weg,
m de richting van Keroar cn Baijo. "p den
^eg naar Alkaï, waar een Turkschc post
Was.
De Turken zeiden: ..Er komt oorlog met
de Engclschen cn wij moeten u deportec-
ren."
Be Turken namen alle ossen, schapen
en het geld der dorpelingen.
ha een marsch van drie dagen liep ik
1^ ontsnapte, omdat ik bang was, dat
J^dood zou worden.
De priester verhaalde voorts, hoe hij
des nachts verborgen hield cn er ia
saagde Parakli lc bereiken, aan de Irab-
«ehe zijde der grens.
°°rdat ik ontsnapte, verklaarde de
ricstor verder, zag ik, hoe dc Turken on
geveer 15 vrouwen doodden, die niet in
staat waren, gelijken tred met den troep fc
houden.
Deze vrouwen werden met de bajonet
doorstoken, evenals een viertal kinderen.
Deze kinderen waren te zwaar voor de
moeders om te dragen cn waren te ver
moeid geworden, cm zelf te kunnen loe
pen.
De Turkschc ontvoerders sloegen ben
eerst en spoorden ben met de punten van
hun bajonetten aan om hen tot sneller lco-
pen aan tc zetten. Doch ten slotte werden
de marschlcidcrs verbitterd en zij rijgden
dc kinderen aan hun bajonetten.
Sommige moeders werden door de Tur
ken met zweepen geslagen, om haar tot
grootcr spoed lo dwingen.
In wanhoop lieten moeders haar
ren achter, die zij in haar armen dr
Daarna doodden soldaten de kindevt
langs den kant van den weg de
moeder waren achtergelaten.
lederen avond kozen soldaten jonge
meisjes uit dc gedeporteerden voor verbo
den doeleinden. Zi j hadden dc mannen van
dc vrouwen gescheiden.
Door groote sommen aan de soldaten tc
betalen, kon de priester cenige vrouwen
redden en met deze in den nacht ontvluch
ten.
Hij kwam het eerst aan dc grens aan;
dc andere ontvluchten kwamen drie da
gen later.
Dc Turken hielden te Lyai nog ongeveer
50 vrouwen gevangen cn 30 mannen. Maai
de priester wist niet, wat er van hen ge
worden was.
Ayoub Mansur, mukhfar of hoofdman
van het dorp Billo, vertelde:
Öp 22 September omsingelde een greote
groep soldaten van het G2sic regiment, in
den nacht het dorp. Zij zeiden: „Wij gaan
u dcportecrcn want ge zijt hier in de oor-
locszone."
Mannen protesteorden en vrouwen
schreiden. De menschen werden geslagen
cn onder bewaking gesteld.
Temidden van de verwarring gaven twee
soldaten vuur, waardoor cenige vrouwen
en een kind gedood werden. „Indien ge
niet ophoudt niet schreeuwen en huilen,
zullen we jullie allemaal dooden"', zeiden
ce"ia:c officieren.
Dien nacht voerden de soldaten vier
vrouwen met 'geweld weg ten gerieve van
de officieren. Later werden ze dood gescho
ten, na eerst oneer geleden te hebben. Deze
jonge vrouwen waren tusschcn 15 cn Ï0
jngr oud volgen de namen).
Den volgenden dag, zoo verhaalt Avoub
Mansur verder, vertrok dc groep gedeoor-
teerden onder sterk escorte naar Keroar.
Ook daar weden dc mannen van dc vrou
wen gescheiden.
Tc Keroar haalden ue soldaten met ge
weld 25 jonee ineb-^s uit uc greep voor de
officieren cn henzelf.
Don vol eend en dag werden de incisies
weer bij de groep ingedeeld cn werd do
tocht naar het bergland van Baiio hervat.
Sommige .van di.c incisies konden, tenge
volge van hetgeen zii ondergaan had-'cn,
niet loopen ch vielen langs den weg neer.
Do. Turken spoorden haar. aan mot baio-
ncticn, als ze niet konden opstaan.Vier
havpr wcv'.cn door dc Turken met bajo
netten gedood.
Ayoub Mansur vervolgde: „Ik smfcekfe
cm genade voor de vrouwen, waarop dc
soldaten zeiden: ..Als ie herrie maak!, zul
len wc ie ook dooden."
Tc Baiio legde luitenant Saim Effendi
van bet 6?ste rcciment belangstelling voor
mini vrouw aan den dag. Zii is °0 jaar
oud. Hij beval, dat zij onmith'elliik naar
zijn tent zou gezonden worden." Zij is mini
tweede vrouw. Zii droeg in haar armen
miin kind uit mim eerste huwelijk. Het
kind was IS maanden oud.
Mim vrouw, bang voor den officier, over
handigde mij hetkind, wachtte op een
gunstige gelegenheid en lien weg.
Toeu dc soldaten zagen, dat mini vrouw
verdwenen was, werden zij woedend. Dol
van woede zeide één hunner tot mij: „Ais
je je vrouw niet vindt, zullen wij jc kind
dooden."
Tk kon niets doen. Ik smeekte om go-
nade.
Zonder acht tc slaan op miin smeekbe
den, greep een soldaat mim kind bij dc
beenen cn sloeg het voor mijn oogen tegen
den grond de hersens in.
Ik dacht, dat ik krankzinnig zou wor
den. Ik poogde den barbaar, die miin kind
had gedood, te lijf te gaani doch een an
dere soldaat sloeg mij op liet hoofd met
een geweerkolf en ik viel neer.
Daarna bonden zij mijne handen op mijn
rug."
Gedurende dit verschrikkelijke verhaal
bleef dc man zichzelf niet meer meester en
snikte .gelijk een kind. De priester, die er
bij tegenwoordig was, troostte hem, zeg
gende: „Yat moed, mijn zoon; ge zijt
zwaar beproefd, doch God is uw lijden ge
dachtig."
De mulclitar vervolgde: „"Kr. dien moord
op mijn kind waren de ontvoerders ge
dwongen het. binnenland in te trekken over
de bergen in de richting van Julamerlr.
Mijn banden waren nog op mijn rug ge
bonden."
Later werd dc hoofdman door een Mu
zelman gevonden, die medelijden met hem
luid, zijn handen losmaakte cn hem voed
sel gaf. Deze Muzclman-Kamaritaan bracht
hem naar de grens van Irak, welke na een
dag en een nacht loopens bereikt werd.
Tenslotte kwam dc hoofdman tc Zakho
aan, waar hij zijn vrouw terugvond. Toen
deze vernam, welk lot het kind ten deel
gevallen was, werd ze als waanzinnig.
Geïllustreerde Nieuwsberichten in „3e Leidsche Courant"»
In ons blad van Donderdag 11 Februari
stond bet volgende bericht (o lezen:
Door >de tram gegrepen.
Te Laoken (België) werd de Gljavigc
Maria M., terwijl zij op straat aan het
spelen was, door de trara gegrepen en ge
dood.
Wij veronderstellen, dat dezo droevige
historie zich als volgt heeft afgespeeld en
hebben verzucht:
ROEPINS.
Toen de groote pater met zijn lang, wit
kleed en dikken, zwarten baard de studie
zaal verliet, lachten do studenten nog
luid, zich herinnerend de ongeëvenaarde,
oolijkc moppen van den door de zon ge-
bruinden man. Achter in een hoek op oen
der laatste banken zat een blonde jongen,
mot aangename, zachte, bijna kinderlijke
gelaatstrekken, bewcgenloos starend te
midden van hef onbedaarlijk handgeklap.
Vuurrood waren zijn wangen en z'n oogen
fonkelden van begeestering. Alles, wat hij
gehoord bad, zag bij verwezenlijkt voor
zich; hij voelde do warme zonnestralen;
aanschouwde een wit-geklecdeu, blanken
priester to midden van zwarte, kroesha
rige wilden, die slonizwijgeml aanhoorden
de grooto boodschap van herrijzenIn
bet juichen dor jongens meende hij le ver
nemen vreemde negerstemmen, aanhef
fend een luid Hosanna, terwijl duizenden
geknield neerlagen voor den Christus,
verborgen in bet simpel houten tabernakel
onder rieten dak. Diep bewogen was zijn
ziel, zijn reine, gouden kinderziel, vol
dweepzuchtig verlangen om goed tc doen.
En toen hel avond was geworden cn
hij zich alleen bevond op zijn kleine vier
kante, chambretto met blank-wit gordijn
tje in do stille schemersfccr van laag af
gedraaid.! lampen on zacbt-vor-voortkliu-
kend gekuch, werd de indruk, dien do
missionaris op hem had gemaakt, nog
dieper, werden de verlangens, die eens
klaps waren opgekomen, vild-woeleml in
zijn jonge verbeelding.
Hij had zich bet leven zoo geheel an
ders voorgesteld, had er zich zelfs nooit
kunnen indenken, dat er menschen waren,
die in zulken toestand leefden en zich ge
lukkig voelden. Thuis had hij altijd weel-
do gezien. Hun vorstelijk huis met groo-
ton tuin stond levendig voor zijn geest.
Het was hem een oogenblil:, of hij weer
zat in de helder verlichte ontvangzaal
tegenover pa en ma, wier trots cn leven hij
was, die aldoor droomden, hem eens lo
zien, als een groot man van de wereld.
Duidelijk klonken ma's woorden hem in
dc ooren:
„Als je d'r maar een' hebt. dan weel je
niet, wat je hein 'maken zuil", terwijl ze
met moederlijk welgevallen liet volgen, dat
hij over een jaar naar Leiden ging stu-
deeren in de rechten. Zijn pa sprak reeds
over „onzen advocaat" en bouwde plan
nen, steeds ze vermooiend bij nieuwe
zegging.
Willem had dat altijd lijdelijk aangc-
hoord, bad nooit gezwoegd, zooals ande
ren, om zijn roeping to leeren kennen;
pa zou voor alles zorgen. Nu voelde hij die
leemte. Hij had de wereld gezien, de wijd
wereld, die hem nu beangstigde, de wereld
met hare vermaken, waaraan bij had
deelgenomen, altijd blij, als 't weer voorbij
was; hij besefte nu de leegheid van den
omgang met die (allooze menschen, die
maar aldoor vertelden en lief warcu. Hij
had altijd getracht wel'to doen; hoe wei
nig leek hem dat echter in vergelijking
met hetgeen die eenvoudige man zoo ne
derig zegcle gedaan te hebben. Hoeveel
verhevener was bet, wel te doen in 't ver
borgen, zich zelf te geven, waar bij slechts
't overvloedige gaf. Langzamerhand werd
do opstand in zijne ziel heviger, hoorde
hij klaarder de stem, onder dc toespraak
van den missionaris reeds vernomen, die
eenvoudige woorden, door Christus ge
sproken tot de eerste Geloofsjïredikcrs;
„volgt mij."
Maar dan meest hij alles vaarwel zeg
gen; zijn huis, zijn ouders, zijn vrienden,
en ook Maria, de mooie blondine, met
hare goedige oogen en meevoelende vriend
schap, aan wie bij vooral sinds de laat
ste vaeanlic recht gaarne dacht.... Zo
had zoo naïef niet hem gepraat over de
toekomst. De woorden, toen hij afscheid
van haar nam, herinnerde hij zich zoo
duidelijk: ,,'t Is beroerd "Wiui, dat ik je
niet eens schrijven kan, als jo op studie
bent; wat is dat toch een saaie regel op
dc kostschool, maar nog 'n jaartje, hé,
dan ben je d'r immers af?" Hij had er
om gelachen en plagend gevraagd: „Wal
zou je me dan wel willen schrijven?" Hij
moest Maria vaarwel zeggen voor eeuwig,
die., hij liefhad, ja nu voelde hij eerst
goed, dat liij haar lief had. Een paar
groote tranen roïden langs zijn wangen,
toen hij dat alles overdacht.Hij begon
te bidden en biddend sliep bij in, vastbe
sloten, morgen om raad te gaan; hij wil
de beslissen terstond, hij wilde goed doen,
goed doen in verborgenheid, ongeprezen,
onopgemerkt door de menschen. Hij wilde
weten, wat God met boni voorhad, hij
voelde, dat T zijn plicht was. Onrustig
was zijn slaap en wakker wordend, meen
de bij steeds te hooren:Volg mij; zeg
vaarwel de wereld, en ga naar verre lan
den, om goed te doen, om tc brengen vre
de, waar tweedracht heerscht, liefde,
waar slavernij baar wreedheid gelden
doet, kuischhoid, waar de reinheid wordt
vertrapt, ik heb u uitverkoren....
Luid klinkt de bel op de speelplaats.
Liefderijk dc hand van Willem van V.
in dc zijne nemend, zegt de grijze priester:
„Nou, beste jongen, schrei niet langer,
die moeilijkheid zult ge gemakkelijk te bo
ven komen; jc hebt me nu alles oprecht
verleid, hé? Welnu dan wil ik jc wel eens
zeggen, wat ik denk. Mc dunkt zoo, dat
God je roept, bid veel en kom maar eens
gauw terug."
Dankend gaat Willem been met con
diepen zucht van verlichting.
Een jaar van strijd gaat voorbij en Wil
lem van Vis besloten, hij zal pries
ter worden. Op aanraden van zijn biecht
vader beeft hij gewacht tot na het examen,
om hel bekend <o maken. Nu zal hij ver
tellen zijn beslissing aan pa en ma en ook
aan Maria, moedig, niet vreezend tranen
noch verbod, God heeft hem geroepen, hij
zal gaan. Met eenigo vrees verlaat hij lo
enge muren, waarbinnen Hij vooral bet
laatste jaar zoo gelukkig leefde, omdat
bij daar vrij zich kon voorbereiden tot
zijn groote taak, zoo ongestoord kon wer
ken aan do voltooiing van do offergave,
die hij brengen ging met vast willen,
vooral wijl bij daar kon vergeten oen le
ven in de wereld, dat Iiij verafschuwde.
Snikkend mot bleek gelaat een dik ge
schreide oogen knielt Willem van V.
op zijn slaapkamer thuis voor het beeld
van Onze Lieve Vrouw. Hij hoort nog dc
hard verbiedende stem van zijn vader, do
van meelij en smart trillende woorden van
zijn goede moeder. Hij hoeft zijn be
sluit kenbaar gemaakt en beiden weigeren
hun toestemming.
Wilde hij priester worden in dc wereld,
enfin, maar mi -ionaris nooit, hij zou hen
ten grave brengen vroeg, beroofd van allen
steun, in liefdeloosheid bon verlatend, die
hom hadden groot gebracht, hem hadden
gekoesterd als oen teero bloem.
Gebroken ligt hij neer, do smart maakt
hem het denkou omhogelijk.
Plots komt een zachte lichtgloed over
zijn gelaat, hij hoorde weer do stem: Volg
mij, cn opstaande smeekte hij met luide
stem: „Heer, g- of mij kracht. Maria, Moe
der Gods, geleid mij; ik zal gaan, waar
heen gij mij roept, mijn Jesus, geen tra
nen zullen mij weerhouden. Uw wil ge
schiede op aarde als in den hemel.
De „Merapi" lag zeilree tc Rotterdam
en de rookwolken warrelden uit den boe
gen schoorsteen, samensmeltend met het
eindeloozc hemelblauw. Een frisscho jonge
man, vergezeld van een in rouwkleed go-
hulde, schreiende vrouw cn een gebogen
grijsaard, banen zich een weg door dc ve
len, die afscheid nemen, telkens opnieuw
van hunne dierbaren, die zullen vertrek
ken. Willem van Vbestaat niet meer
voor do wereld. Tater Vincentius gaat do
reis aanvaarden. Pijnlijk ontroeren den
jongen priester de tranen van zün moe
der, de stokkende stem van zijn ider,
maar hij gaat Christus volgen.
Nog een laatsten kus drukt hij hun op
de wangen en met mannenmoed betr- edt
hij de schcepsplank, nog cenige oogon-
blikken kan hij zijn ouders zien en z'n ge
boortestad en dan zal alles verdwijnen..
Eindelijk hebben vader en moeder toe
gegeven, maar duidelijk ziet hij, wat ze
geleden hebben.
Hij bidt met aandrang, want zwaar
weegt de last dor scheiding.
De fluit perst liaro schelle klanken uit
en do groote stoomboot klieft in wilden
overmoed dc opspattende golven. Het of
fer is gebracht.
De priester begeeft zich in de oern. me
OPLOSSING PRIJSREBUS.
Op onze laalste prijsrebus, waarvo
oplossing luidt: ..Als do wijn is in den
is do wijsheid in de kan" kwamen 1
oplossingen binnen. Bij trekking viel
prijs ten deel aan Gerard Fleur, van 1
gendorpstraat 9, Leiden, die zieh da.
voor Maandag a.s. des middags lur.-ch
uur en 4.30 uur aan do redactie onzcv kn
kan vervoegen. Ook kwamen or nog oom
brieven in met do vraag naar de opia- i
der vorige rebus, "or omstandig!): i
werd dc oplossing dier rebus niet bp ha
gewone plaats vermeld, wat wol do r
zal zijn dat velen haar over liet hoofd
gen. De oplossing dier rebus intass* !i
was: „Er is geen koe bom of or is
vlekje aan 1 Jc prijswinnaar hoeft z
prijs gekregen.
kajuit on met de'handen voor de oo: n,
vraagt hij kracht voor zijn ouders, 1t
voor zijne dierbare vriendin, die Lij nh-L
meer heeft willen ontmoeten na dien
van geschrei en .hartstocht el ijk kiwi 1
Dan vergeet hij liet verleden, lovend I
met do armen, wien hij zijn leven I
offeren in naam van Christus.
AiMJUie its
Gepaste wraak
Up.oen bitter kouden winternacht kwam
een dokier eens een uur ver gereden orn
pen zicko te bezoeken, bij wien hij tele
fonisch ontboden was. Toen li ij aankwam
sprak de man lot hem:
Dokter, ik kan niet zoggen, dal ik
bepaald ziek ben, maar ik heb ee.n gc.'ij
over me alsof dö dood mij nadert.
Dc dokter vooldo den pols van den pa
tiënt cn luisterde naar het kloppen van
zijn hart.
Hebt go uw testament al gemankt?
vroeg hij eindelijk.
De man werd bleek.
Neen, dokter, sprak hij, maar is i t
dan werkelijk zoo erg? Zou u denken, «lat
bet zóó hard noodig is?
Ja, wie is uw notaris?
De patiënt noemde den naam van i
notaris die uren ver weg woonde.
Zoo, dan moet ge dien dadelijk ont
bieden. En uw -vader en moeder, zijn dit 1
verwittigd?
Neen, maar....
Gauw laten roepen meneer, vóór t
to laat is.
Maar is 't dan zóó erg mot me,
dokter?
Neen, dat niet, maar ik wilde ando
ren eens laten ondervinden, hoe prettig 't
is, midden in den nacht geroepen te wor
den bij iemand, dio zich verbeeldt ziek lo
zijn.
De reden.
Dus zou jij nooit op Vrijdag op ivis
gaan?
O, neen, zeker niet.
Kom man, wees toch uiet zoo )j>
loovig! En waarom niet?
Omdat ik altijd 's Zaterdags mijn I<1
krijg
Het mooie horloge
Op zijn tienden verjaardag kreeg lui ven
horloge ten geschenke. In hel begin scheen
hij er zoo maar half mee ingenomen lo
zijn, maar cenige dagen later kwam hij
opgewonden thuis.
Het is 'n schitterend horloge, mocm.rl
glunderde hij.
Zoo, zei moeder, dut doet m<: pli-izii
Ja, vervolgde hij, hel is een hall uur
voor met dat .an Jim cn een heel uur voor
met de torenklok. Het is 't vlugste v n
allemaal!
Sterk uitgedrukt
Maar vóór ik u alles vertel, kunt u
zwijgen?
O, bij mij 'vergeleken is een gözel-'cnai»
doofstommen nog een dameskransje.