Render"der week ONZE PRIJSREBUS N.B. Als niet anders wordt aangegeven hoeft in deze week iedere H. Mis Gloria, en Credo en de gewone Prefatie. ZONDAG. 7 Febr. Zondag genaamd Sexagesima. Mis: Exsurge. Geen Gloria. 2e gebed v. d. H. Romualdus, Abt. Credo Prefatie v. d. Allerheiligste Drie- eenheid. Kleur: Paars. jjij ons H. Doopsel heeft de goede God hel goede zaad van het ware geloof ons jn het hart gezaaid, 't Is opgebloeid, maar eerlijk erkennen wij, dat 'l dor velerlei le vensomstandigheden (weelde, levenszorg of verkeerde genoegens) niet die vrucht draagt, die kan en moet verwacht wor den. Evangelie). M.a.w. wij leven niet al tijd uit en door ons geloof. Onze zonden indachtig, bidden wij daarom rouwmoedig in don Introitus: Sta op o Heer en help ons (ons heilig geloof beter beleven). Een heerlijk voorbeeld van geloofsleven is de H. Apostel Paulus .Zeer veel heeft" hij ge daan en verduurd voor bet geloof. Gedwon gen en met tegenzin verhaalt hij daarvan in het Epistel. Dat moet ons prikkelen tot navolging, ons aansporen er iets voor over te li ebben om de gevaren en moeilijkheden, welke den uitbloei van ons geloof naar buiten en de beleving van bet geloof kun nen belemmeren te weerstaan en te over winnen. Daarbij moge God zelf onze ster ke Hlup (Graduale; Tractus) de Leeraar der Heidenen (Paulus) onze beschermer zijn. (Gebed). Met het grootste vertrou wen op Gods bijstand en genade offeren wij ons voornemen op om steeds de paden des Heeren te bewandelen (d.w.z. de gebo den des Heeren te onderhouden hetgeen is levens volgens het geloof); God geve ons de volharding. (Offertorium) en door de heilige offerande der H. Mis moge Hij voortdurend onze harten met nieuwen moed bezielen en versterken (Stilgebed; Com- munio). MAANDAG. 8 Febr. Mis v. d. H. Joannes de M a t h a, Belijder: Os Justi. Kleur: W i t. De H. Joannes stichtte de Orde der Tri- Bitariërs, wier doel het was de Christen slaven, die onder hot juk der ongeloovi- gen zuchtten, te verlossen. DINSDAG. 9 Febr. Mis v d. H. Cy ril lus van Alexandrië, Bisschop, Belijder en Kerkleeraar: In medio. 2e go- bed v. d. H. Apollonia. Credo Kleur: W i t. De H. Cvrillus is de grootste tegenstan der van den ketter Nestorius geweest, die de Godheid van Christus loochende. In heerlijke geschriften heeft Cvrillus Chris tus' Godheid en daarmee samenhangend ook Maria's Goddelijk moederschap ver dedigd. WOENSDAG. 10 Febr. Mis v. d. H. Scholastics, Maagd; Dilexisti. Kleur: W i t. De heilige Scholastics was het hoofd van een klooster waar den regel gevolgd werd van haarc-n heiligen broeder den H. Benedictus. Jaarlijks bezocht zij haren fcroeder om zijn raad in te winnen. Eens gebeurde het, dat na het gewone onder houd Benedictus wilde heengaan. Scho lastics vroeg hom te blijven. Benedictus getrouw aan zijn kloosterregel weigerde. Toen bad Scholastica tot God en op haar gebed begon het terstond to onweren en te regenen, zoodat het Benedictus onmogelijk was naar zijn klooster terug te gaan. Na dat het dag geworden was, keerde Bene dictus naar zijn cel terug. Drie dagen daar na stierf Scholastica, wier schoone ziel de H. Benedictus in de gedaante eener duif ten hemel zag gaan. DONDERDAG. 11 Febr. Feestdag der verschijning van de Allerheiligste en Onbe vlekte Maagd Maria aan de zalige Bernadette te Lourdes. M is: V i d i. Credo. Prefatie v. d. Allerheiligste Maagd (invullen: En U om de Onbevlekte Ontvangenis). Kleur: W i t. VRIJDAG, 12 Febr. Mis v. d. H. Zeven St i c h t e r s v. d. Orde v. Dienst knechten der H. Maagd Maria: Justi. 2c gebed voor den Paus (wegens den verjaardag zijner kroning). Kleur: W i t. De orde der Dienstknechten van Maria dankt haar ontstaan aan een verschijning van Maria aan de zeven voornaamsten van den ouden adel te Florence. 'Maria spoorde hen aan zich op de volmaaktheid toe te leggen. Hun besluit was aanstonds genomen en zij begonnen in de eenzaam heid een leven van gebed en versterving. Na zich gevestigd te hebben op den berg oenario in Toscana verscheen Maria hun jvederom en vermaande hen het lijden van haren Zoon en hare smarten te vereeren. Ook bepaalde zij het ordeskleed, dat zij inoesten dragen als een teeken, dat zij aan hare smarten deelnamen en zich aan do bedrofede moeder toeheiligden. f ZATERDAG. 13 Febr. Mis v. d. H. A m a n d u s, Bisschop en belijder. Sacer- dotes. 2e gebed A Cunctis; 3e naar keuze V' d. priester; 4e voor den Paus. Kleur: .w i t. Oe H. Amandus bestuurde de Kerk van Maastricht en pr?dikte onvermoeid aan de vo ken der naburige streken het H. Evan gelie. Londen. Ik hen vol vertrouwen, want Tre- varrie twijfelt geen oogenhlik aan het suc- Lisse. ALB. M. KOK. Pr. De brief was gedateerd van een jaar later; hij droeg een poststempel van Rome en was van Nigel afkomstig. Essie las hem voor de vijftiende maal. - Trevarrie is een jdeaal van een man JEssie, lieveling, aan hem hebben we alles e danken. Niemand zou voor mij doen vat hij doet. Hij heeft alles voor mij over, denkt niet aan zichzelf. Als ik daar Diet zeker van was, als ik niet gevoelde Boe edelmoedig en onzelfzuchtig hij is, zou "denken dat er wat achter zat. Wij zijn ge leel Europa doorgereisd en ik heb ken 's gemaakt met de beste musici uit vijf oiasteden. Er moet voortdurend hard gekerkt worden, dat spreekt. Maar binnen w,Dlaa?>d zal de groote gebeurtenis plaats vaoip 11 za^ 'k voor eerst voor h®1 - ncht treden in de Princess Hall in Essie kon niet verder lezen. Haar oogen baadden in tranen, het scheen haar of haar keel werd toegeknepen. „Nog slechts een maand?" fluisterde zij. Dan zal ik over een maand den prijs, dien ik beloofd heb, moeten betalen. Maar hoe moet ik het Nigel vertellen?" De bewuste avond was daar. Princess Hall was tot aan den nok gevuld, want bij de re clame was Hermann Trevarrie's naam niet gespaard en er was met veel emphase aan gekondigd, dat hij een beschermeling zou introduceeren, waarvan hij de grootste verwachtingen koesterde. Kort voor de pauze trad Nigel op. Hij speelde een concert. Toen de laatste klan ken van zijn heerlijk instrument waren weggestorven, werd de ademlooze stilte door een daverend, schier eindeloos ap plaus afgebroken. Daarop gaf hij dezelfde intermezzo dat des meesters aandacht op hem had gevestigd. Het werd met een ongelooflijk succes bekroond. Nooit had hij gedroomd van zulk een ontvangst als hij thans genoot. Telkens en telkens weer werd hij terug geroepen met een oorverdoovend applaus Haastig begaf hij zich naar de kamer, die hij voor Essie had gereserveerd. Zij was er reeds. Hij greep haar handen, zij waren zoo koud als marmer. Hij zag haar in het gelaat, het was zoo bleek als de dood. Je hebt gehoord, je hebt gezien, riep hij uit, niet in staat aan iets anders te denken dan aan zijn succes. Essie boog het hoofd. Je hebt overwon nen, zeide ze. Op dat oogenhlik snelde Herman Tre varrie de kamer binnen. Men bisseert nog weer voor je, riep hij uit. Tijd om te feli- citeeren is er nog genoog als.... hij ein digde den volzin door Nigel de deur uit te duwen. Daarom wondde hij zich tot Essie: Wij zullen hem vanavond niets ver tellen, zeide de meester. Wat een ont vangst! Je zult erkennen,dat ik mijn woord heb gehouden? U hebt alles gedaan, wat u beloofd hebt. En thans kom ik den prijs opoischen, ik kom om u op te cischeu! zeide Trevar rie, buiten zichzelf van emotie, half over bluft door het succes. Wat is Nigels over winning, vergeleken bij de mijne, Essie, mijn lieveling, mijn eenige liefde. Toen kwam Nigel binnen; hij had de laatste woorden gehoord. Er was een lange, lange stilte. Nigel sprak het eerst. Wilt u mij een verklaring geven? zei de hij met een scherpe stem, Trevarrie aanziende. Dadelijk, de meester was niet gauw van zijn stuk gebracht, ik moet u vertellen vnn een overeenkomst tusschen juffrouw Linton en mij. Ik bemin haar. Zij heeft beloofd mijn vrouw te zullen worden om uwentwil. Zij heeft zichzelf opgeofferd om u te helpen. Ik beloofde u roem, eer en fortuin fe bezorgen, alles wat een man dierbaar is en mijn belooning zou zijn zij zelf. Nigel wendde zich om. Zijn gelaat was aschgrauw. Ik begrijp, zeide hij, u hebt het duidelijk genoeg gezegd. U hebt op Miss Linton's aanhankelijkheid, op haar liefde voor mij gespeculeerd. Zij heeft zichzelf tot de trap gemaakt waarop ik moest tre den om te stijgen. Ik heb mijn hoopte be reikt door te treden op haar verloren ge luk. Hij wendde zich tot Essie. Is het waar wat hij vertelt? vroeg hij Zij sloeg een blik op hem, die allen twijfel ophief, en zonk daarna terug in haar stoel Maar u hebt u vergist, wonderlijk, onbegrijpelijk vergist, zeide Nigel, den zwijgenden meester aanziende. U dacht dat ik beroemdheid en fortuin het hoogste zou stellen? U hebt u vergist. Trevarrie hief zijn hand op. Een oogen hlik, zeide hij koel: Bedenk, dat ik u ge bracht heb. waar u vanavond stond. Die eer, die schilferende carrière, die voor u ligt, is een geschenk van mij. Welk recht hebt u, die te aanvaarden als ik'de mij toegezegde helooning niet ontvang? Absoluut geen, antwoordde Nigel en hij greep zijn viool met heide handen aan Essie zag hem aan. heftig opgewonde. Nigel, steunde zij. Mijn lieveling, och bedenk je een oogenhlik. Ben ik dat offer waard? Bedenkt wat het beteekeut het oude leven, de oude teleurstellingen en en En jou! zeide Nigel. En met een krak brak hij zijn viool op de knie doormidden. DE LOTGEVALLEN VAN PATER DE CLIPPELE. Acht en zeventig dagen in handen der roovers. Het zoo even verschenen nummer van de Annalen van Scheut bevat een gedeelte van de lotgevallen van pater De Clippele, die als gijzelaar meer dan 2 maanden in handen der Chineesche roovers is geweest. „Weeral reden wij tot nabij mijne resi dentie, doch ik was gerust, daar ik de ban dieten had hooren zeggen; „Laat on3 Olic- la-oe-8oe-ho vermijden, want er zijn solda ten." Dergelijk nieuws weten zij gewoon lijk door spionnen, die zij op verkenning sturen, of ook door de boeren, die, hetzij uit schrik of uit vriendschap, maar al te dikwerf kostelijke inlichtingen aan de bandieten verschaffen. In ieder geval be schikken zij over-een wel-ingelichten ver- kenningsdienst en moeten zij, op stuk van organisatie niet onderdoen voor een leger, dat een vijandelijke streek bezet. 't Was pikdonker en ik bad alle notie van richting of plaats verloren, toen wij Ta-pei-yao-tze binnenrukten, 't Moest mid dernacht zijn. De slapers worden van den bed-oven opgejaagd en moesten plaats maken voor de roovers. Iedereen moest buiten. De mannen werden opgeëischt voor het voederen en verzorgen van het vee, de vrouwen moesten zorg dragen voor een de gelijke keuken. Alle kwartieren waren weldra bezet, enkel de vertrekken, waar een moeder met een pas geboren kind ver bleef, werden geëerbiedigd: een bijgeloo- vige vrees, in China zeer verspreid, boe zemde hun dat ontzag in. Rond 9 uur van den volgenden morgen weerklonk opnieuw het bekende orde woord: vluchten 1 Om niet slaags te gera ken met de soldaten, schijnen de roovers tot alles bereid; negen tienden van hen zijn wreedaards van laag allooi, die enkel den moedige uithangen, wanneer zij vooi ongewapende mannen staan of te doen hebben met vrouwen en weerlooze kinde ren. Ook zal het den oningewijde wonder toe schijnen, dat do soldaten nooit trachtten de roovers te omsingelen. Dat zou men in Europa doen en 't ware uit met de roo vers; men zou de roovers dwingen tot het gevecht en zij zouden sneuvelen of gevan gen genomen worden; edoch, in China schijnt dat tegen alle krijgstactiek en men moet den vijand een achterpoortje open laten om hem den aftocht niet af te snij den De omsingeling is een afdoend mid del en ook wel een beetje gevaarlijk, want er zou ernstig gevochten kunnen worden.... Ontegenzeggelijk is de methode waarvan ik getuige ben, weinig moorddadig: zij veroorlooft aan de soldaten op gemakke lijke manier talrijke overwinningen te be halen. Men vuurt eenige kanonschoten af, men doet een paar granaten uiteenharsten en aanstonds weten de bandieten, van wel ken kant de soldaten in aantocht zijn. Zij vluchten natuurlijk in tegenovergestelde richting. Die manier van strijden is klassiek in China, althans wanneer het bandieten geldt. De soldaten van den nieuwen gou verneur zouden wel hebfTen willen breken mot die gewoonte en hunne taak ernstig opnemen, dat verkondigden zij tenminste in 't begin, jammer genoeg voor de streek hebben zij hun mooi voornemen niet ten uitvoer gebracht en om dezen keer hun na latigheid of lafhartigheid te rechtvaardi gen, hadden zij dit prachtig excuus gevon den: een manhaftige aanval op de roovers zou het loven van den Europeeschen gijze laar in gevaar hebben gebracht. De veront schuldigingen zijn er om er zich van te be dienen, zeggen de Franschen. Kortom, kalm en koen kozen mijne ge zellen nu voor goed het hazenpad en ik zou, met hen, heel onze missie in alle rich tingen doorkruisen. Dien eersten morgen viel ik reeds vijf maal van mijn struikelaar en telkens werd mij een „Schiet hem dood" naar het hoofd geworpen. Dan brak mijn teugel en ik riep op mijne beurt: „De teugel is kapot". Doch als eenig antwoord weerklonk langs alle kanten: „Vooruit, vooruit!" En zoo ging het over veldwegen en paden, akkers en grasland, over zandduinen on bevroren ri vieren, totdat een 15 kilometer verder, allo gevaar scheen geweken. Mijn paard kreeg hier onbepaald verlof en mijn teugel werd hersteld. Weldra was het gevaar weer nakend Wij staken dan de hobbelige ijsblokken van den Gelen Stroom over, botsten aan den overkant een oogenblik op Mnngool- «clie soldaten en geraakten nabij onze groote missie te Siao-noor. Tk was nu on geveer 200 kilometer verwijderd van mijn residentiepost. Tk Btuurde een briefje aan Pater Lefé- •J vere, den missionaris van deze streek, doch eer de koerier terug was, waren wij alweer verderop naar 't Westen. Tk zond dan een tweede briefje met mijn nieuw adres, doch den volgenden dag hadden wij weer 80 kilometer afgelegd. Hoewel ik de vorige dagen gekwetst was en uitgeput door het aanhoudend rijden, voelde ik mij nu weer friseh en werd zelfs de wonden nie* meer gewaar. Tegen mijn verwachting in, be reikte mij, op 120 kilometer afstand van Siao-noor, het antwoord van Pater Lefé- vore; een zijner christenen had ons ge volgd en was er in gelukt, mij het kostbare pakje te overhandigen. Al was de inhoud verhard en hier en daar verschimmeld, toch smaakte het zeer goed. Na otfcClijke dagen, want wij zetten on zen tocht altijd voort, zafen wij nabij de woestenij van Ortos. Het. overgroot getal fazanten en hazen bewees mij, dat zelfs de jagers die streek te afgelegen en te droe vig vonden. Nochtans de bandieten kennen de streek te goed; 't was den eersten keer niet dat zij er een schuilploils zochten. Van hen vernam ik, dat wij in de nabijheid waren van de Zweedsche Protest antsche zending P'a-tze-poe-long. Daar mijn mondvoorraad weeral was uitgeput en ik gedurig gekweld werd door den honger, schreef ik in afgebroken En- gelsch het volgend briefje aan de dominees tor plaatse: „Eerwaarde Heeren, ik ben een katholiek priester, missionaris te Che- la-oe-soe-hao bij Tokalo. Ik ken niet veel Engelscli. Kent, gij Frnnsch of Latijn? De bandieten hebben mij ontvoerd sedert. 23 dagen. Zondt gij mij uit liefdadigheid niet wat, eten kunnen zenden? Ik zal er u zeer dankbaar voor zijn." Na een tijdie kwam een knecht der zen ding mij zeggen: „Priester, heb een oogen hlik geduld; de zending zal u aanstonds 't gevraagde verschaffen". En inderdaad, na een uurtje bracht, men mij een mandje vol eetwaren: koeken, melk, brood en zelfs een pot „jam". Niemand zal het mij kwalijk nemen, zoo ik eenvoudig beken, dat dit mij groot plezier deed, te midden van die woestijn. Ik vond daarentegen het volgend briefje „Beste vriend, ik ben zeer bedroefd, dat ik niets kan doen, om u uit de handen der roovers te redden. Ik heb hun gevraagd u vrij te laten, maar zij denken dat de sol daten hen niet zullen bevechten, zoolang gij in hun midden zijfc. Ik zend u wat eten. Het spijt mij, dat ik noch Fransch noch Latijn ken. Als ik ,u nog met iets kan be lieven, zal ik liet. met, veel genoegen vol doen. Very sincerily yours". H. M. Muhr- man. Dit be wij b van hartelijke genegenheid van den kant van een onbekende, was voor mij een ware troost. Ik was zeer ver van Een nieuwe prijsrebus en een heel ge makkelijke. Ik reken cr op dat het aantal inzendingen aanmerkelijk hooger is dan de laatste koeren. Als prijs stellen wij ditmaal beschikbaar een paar dames- of heerenhandschoenen, Do oplossin mi i mi vóór Donderdag o s. des middags 12 uur op de redactie van onze bureaux aanwezig zijn, met ver melding op don omslag van hot woord. Prijsrebus". iedere Katholieke missie verwijderd. Do i protestantscho missies zijn zeldzaam in Mongolië; het was een waar buitenkansje door deze te kunnen geholpen worden. Ik gelastte den knecht mijne hartelijke dankbetuigingen over te brengen aan zijn meester. Later na mijn bevrijding haastte ik mij dien weldoener dit nieuws te be richten en een welgemeenden dankbrief te zenden. Het verwonderde mij, dat de bandieten die missie gcri'st lieten. Naderhand echter vernam ik, dat een garnizoen soldaten er de wacht hield. Wij vertoefden er dan ook niet lang en draaiden het oosten in. Daar de soldaten ons niet. afwachtten, draaiden wij af naar het zuiden en zouden er drie volle weken verblijven in do dorre zand bergen. Gedurende heel dien tijd kan ik geen teeken van leven geven aan mi ine mede broeders. Later zeiden m7ï de Confraters, dat zij mij dood gewaand hadden en dat zelfs een paar weken lang, do militaire overheid geen nieuws meer kon geven over mijn persoon. Hier begon ik verward te geraken in den kalender cn wist van dag noch datum. Mijn brevier, dien ik zooveel mogelijk da- gelrks gebeden had, kon mij ook niet. meer terechtwijzen, daar ik vermoedde, dat de Vasten sedert ettelijke dagen was aange broken en het Wintergedeelte van den bre vier, dien ik meedroeg, krsj dus niet meer dienen. Aangezien ik het voornemen had gemaakt 's Vrijdags ten minste vleesch te derven, koos ik op goed geluk een dag uit voor vleeschonthouding. Later zal dé da tum van een briefje van Pater Lefévere mij bewijzen, dat ik mij sedert twee weken vergiste, en, bii mijne aankomst, in do Blauwe Stad, bemerkte ik daarenboven, dat mijne tijdrekening eene gansche week ten achtereen was! Die drie weken in de duinen waren be trekkelijk rustig. Ik kon nu wnt op adem komen en in kalmte bidden Toch waren die dagen eentonig en als ik een dagboek had gpschroven, zou ik er niet veel zaaks in hebben kunnen noteeren. Dit kan ik zeggen, dat. een catalogus van d« Amerikannsehe firma „Montgomery and Ward" in staat is aan een gevangene da gen en d.ngpn een zeer interessante lectuur te verschaffen. Waar hoofdman Liou hem gehaald had, weet. ik nietdoch ik moest hem van a tot z uitleggpn, wat al die reclameprenten be- teekenden, en zoo bestudeerden wij: schoe nen en Amerikaansche kleederen. lepels en vorken, voetballen en meubels, elektriciteit en waterleidingen, en al de andere arti kels. die miin baas bet grootste belang in boezemden. Het speet, hem zichtbaar zijn rooversbaantje niet in Amerika te kunnen uitoefenen. Na een veertien dagen hadden de sol daten van Pao-t'eou, onder het bevel van kolonel Yu-lou, ons ontdekt. Maar in de zandheuvels voelden de ban dieten zieh sterk. Op zekeren dag lokten zij de aanvallers in eene hinderlaag: Yu- lou werd gekwetst en gevangen, vijf zijner lijfwachten vielen eveneens in de handen der bandieten en, volgens liet. /.eggen dezer laaf sten. werden enkele tientallen soldaten gedood. Ven op eene hoogte konden wij, gijzelaars, het, gevecht volgen: enkel pen 200 roovers namen er aan deel, de andere hielden zieh buiten schot. Toen ik ver nam, dat een kolonel krijgsgevangenen was, dacht, ik terecht, dat de overheid nu gedwongen zou zijn te handelen en de in lijving der roovers zou bespoedigen. Even- vel schenen de bandieten nu zelf niet haastig meer, om soldaat, te worden. „In lijving"? zon lachten zij, „daar zullen wij later eens op denken. Nu wij een kolonel in onze handen hebben, staan wij er te goed voor. Voor zijne loslat ing. eiseben wij van den gouverneur geweren en muni- ties, traan dan de Blauwe Rtad innemen en zullen de inlijving best kunnen missen. Dan zijn wij zelf de meesters van de pro vincie." Yu-lou is zelf een oud-bandiet en de moesten zijner soldaten hebben eveneens een bewogen verleden. Tn overwegend aan tal behoorden zii, gelijk de roovers tot. de Ko-lao-hoei, geheime sekTe, die, bijzonder in de provincie Swi-vuan, veel aanhangers telt. China is het klassiek land der geheime genootschappen, die allen achter een poli tiek uithangbord schuilen en somR zelfs een godsdienstig doelwit schijnen te be oogen, doch ten slotte hef, stelen en plun deren als hun voornaamste taak beschou wen. Het. is een bekend feit, dat die sek ten heden ten dage veelal bolsjewistisch zijn getint en tegen alle overheid zijn ge kant. Het is dan ook niet te verwonderen. dat de Sovjets in China zoodoende een weelderig terrein vinden voor hunne com munistische gedachten en geen moeite heb ben, om die oproerige gelukzoekers to overtuigen, dat het Christendom, met zijne leering over orde, gezag, rechtvaardigheid en naastenliefde, hun groote vijand is. Heb centraal bestuur ziet onmachtig toe, do aanhoudende burgeroorlogen ontzenuwen het gezag en werken do anarchisten in do hand. De gouverneur Li, die pas uit Pricing was aangekomen om het gouvernementeel gebouw der Blauwe Stad in bezit te ne men, wilde een einde stellen nan die ge heime kuiperijen. Het opperhoofd der Ko la-hooi werd gevangen genomen e» ont hoofd. In zijn huis vond men een lango lijst der voornaamste partijgenooten. Dezo worden een voor een opgezocht en dage lijks werden zij bij tientallen, in Ra rul si en elders, onsehndelijk gemaakt. Wie up tijd lont had geroken en vluchten kon, trok naar betere streken of werd bandiet. Ook waren mijne gezellen woedend over dat onverschrokken optreden van liet. pro vinciaal bestuur. „Vroeger", zoo raasden zij, „waren wij on&fhankclijken (toe li- toei); nu zijn wij gedwongenen (pi li-loei). Als de gouverneur zoo doorgaat, zal ieder een gedwongen worden om roovcr <e spe len." Zij overdreven: „iedereen", wil le zeg gen: „al de deugnieten". Zeker, die zijn er tegenwoordig veel; maar het aantal tier onschuldige slachtoffers vnn de or.rc lit- vaardigheid is nog veel groot cr. SCHUW. Op den hoek van de voornaamste straal van het stadje was het hijkantoor geves tigd van een voorschotbank en hef scheen wel dat men daar goede zaken maakte ook. De voorwaafdon, waarop de bank geld op voorschot verstrekte, waren betrekke!ii'; co- makkelijk en hoewel er in de praktijk m* den candida.it voorschotnemer wel e. i 'n onverwachte moeilijkheid rees mee tal ir. den vorm van een eisch om naa t do twee nnodige borgen nog „een derden fi nancieel sterken borg" voor het voetlicht i" brengen waren er toch genoog dio dit middel om aan geld te komen, tol uit breiding hunner zaken of om zich uit .iidelijko geldverlegenheid te redden dank baar aangrepen. Daar waren er die doodbedaard mor gens of 's middags hel kantoor binnen" stapten, maar daar waren er ook. dio wachtten tot het kantoor gesloten w.m en 's avonds in 't donker aan do schel van de particuliere woning kwamen trekken Zij werden even goed ontvangen en ge holpen als hef noodig was, want de direc teur vnn liet hijkantoor, Berends, was een man, die iemand graag hel leven gemakke lijk mankte, en al bleef het in het kantoor 's avonds na zeven uur altijd donker, toch werden er zoo tusschen ncht en tierf zaken genoeg afgedaan. Op zekeren avond, t"gen tien uur. kv.-ain een stalhouder, die mijnheer Berends drin gend wensrhfe fe sproken over zaken, zno- als hij aan de meid vertelde, Natuurlijk werd hij ontvangen en al hooi gauw kv. <m hij met zijn wensrhen von* den dag liet bleek dat de man vreesolijk in de benauwd heid zat TT ij moest oogenhlik 'olijk, of 'en minste zoo gauw mogelijk, vijf en twintig honderd gulden hebben. Kreeg hij d'l "- ld bijtijds in handen dan zag hij wel kans daarmee de hem dreigende crisis fe over winnen en dan was hij er „bovenop" '/.iiti zaak stond er niet zon heel slecht voor, maar er waren betalingen te doen, terwijl hij zelf nog groote rekenin"en bii verschil lende klanten had staan die hij ter willo van zijn goeden naam als zakenman niet tal« over kop kon gaan innen. TI ij verklaarde zich gaarne hereid dn vereisehto levensverzekering tot eenzelfde bedrag als het gevraagde voorschot Ie slui ten en als heeren. die zieh bereid verklaard hadden hor? fe spreken, noemde hij een paar klinkende namen vin grondbezitters uit den omtrek. Met een fijn glimlachje verzekerd" do leer Berends, dat zijn cliënt binnen e. n dag of vier wel uit den brand zou zijn TT ij kende zijn Pappenheimer-, de directeur» n van hef hoofdkantoor, en wist dat de vraag r.aar cn „dorden finnncieobn sterken borg" ditmaal wel achterwege zou blijven. En evenmin zou er zooveel tijd als and« rs heengaan met het nemen van informaties. Dp namen van de heide borgen spraken immers voor zieh zelf! Na verloop van een dag of drie kw'un een nieuwe bezoeker bij den heer Berend Hef was een deurwaarder, met wien hij zeer bevriend was, en die twee wisselden aan elkaar wel eens inlichtingen uit, dio

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1926 | | pagina 5