Render"der week
ONZE PRIJSREBUS
N.B. Als niet anders wordt aangegeven
hoeft in deze week iedere H. Mis Gloria,
en Credo en de gewone Prefatie.
ZONDAG. 7 Febr. Zondag genaamd
Sexagesima. Mis: Exsurge. Geen
Gloria. 2e gebed v. d. H. Romualdus, Abt.
Credo Prefatie v. d. Allerheiligste Drie-
eenheid. Kleur: Paars.
jjij ons H. Doopsel heeft de goede God
hel goede zaad van het ware geloof ons
jn het hart gezaaid, 't Is opgebloeid, maar
eerlijk erkennen wij, dat 'l dor velerlei le
vensomstandigheden (weelde, levenszorg of
verkeerde genoegens) niet die vrucht
draagt, die kan en moet verwacht wor
den. Evangelie). M.a.w. wij leven niet al
tijd uit en door ons geloof. Onze zonden
indachtig, bidden wij daarom rouwmoedig
in don Introitus: Sta op o Heer en help
ons (ons heilig geloof beter beleven). Een
heerlijk voorbeeld van geloofsleven is de
H. Apostel Paulus .Zeer veel heeft" hij ge
daan en verduurd voor bet geloof. Gedwon
gen en met tegenzin verhaalt hij daarvan
in het Epistel. Dat moet ons prikkelen tot
navolging, ons aansporen er iets voor over
te li ebben om de gevaren en moeilijkheden,
welke den uitbloei van ons geloof naar
buiten en de beleving van bet geloof kun
nen belemmeren te weerstaan en te over
winnen. Daarbij moge God zelf onze ster
ke Hlup (Graduale; Tractus) de Leeraar
der Heidenen (Paulus) onze beschermer
zijn. (Gebed). Met het grootste vertrou
wen op Gods bijstand en genade offeren
wij ons voornemen op om steeds de paden
des Heeren te bewandelen (d.w.z. de gebo
den des Heeren te onderhouden hetgeen is
levens volgens het geloof); God geve ons
de volharding. (Offertorium) en door de
heilige offerande der H. Mis moge Hij
voortdurend onze harten met nieuwen moed
bezielen en versterken (Stilgebed; Com-
munio).
MAANDAG. 8 Febr. Mis v. d. H.
Joannes de M a t h a, Belijder: Os
Justi. Kleur: W i t.
De H. Joannes stichtte de Orde der Tri-
Bitariërs, wier doel het was de Christen
slaven, die onder hot juk der ongeloovi-
gen zuchtten, te verlossen.
DINSDAG. 9 Febr. Mis v d. H. Cy
ril lus van Alexandrië, Bisschop,
Belijder en Kerkleeraar: In medio. 2e go-
bed v. d. H. Apollonia. Credo Kleur: W i t.
De H. Cvrillus is de grootste tegenstan
der van den ketter Nestorius geweest, die
de Godheid van Christus loochende. In
heerlijke geschriften heeft Cvrillus Chris
tus' Godheid en daarmee samenhangend
ook Maria's Goddelijk moederschap ver
dedigd.
WOENSDAG. 10 Febr. Mis v. d. H.
Scholastics, Maagd; Dilexisti. Kleur:
W i t.
De heilige Scholastics was het hoofd
van een klooster waar den regel gevolgd
werd van haarc-n heiligen broeder den H.
Benedictus. Jaarlijks bezocht zij haren
fcroeder om zijn raad in te winnen. Eens
gebeurde het, dat na het gewone onder
houd Benedictus wilde heengaan. Scho
lastics vroeg hom te blijven. Benedictus
getrouw aan zijn kloosterregel weigerde.
Toen bad Scholastica tot God en op haar
gebed begon het terstond to onweren en te
regenen, zoodat het Benedictus onmogelijk
was naar zijn klooster terug te gaan. Na
dat het dag geworden was, keerde Bene
dictus naar zijn cel terug. Drie dagen daar
na stierf Scholastica, wier schoone ziel de
H. Benedictus in de gedaante eener duif
ten hemel zag gaan.
DONDERDAG. 11 Febr. Feestdag
der verschijning van de
Allerheiligste en Onbe
vlekte Maagd Maria aan
de zalige Bernadette te
Lourdes. M is: V i d i. Credo. Prefatie v. d.
Allerheiligste Maagd (invullen: En U om
de Onbevlekte Ontvangenis). Kleur: W i t.
VRIJDAG, 12 Febr. Mis v. d. H. Zeven
St i c h t e r s v. d. Orde v. Dienst
knechten der H. Maagd Maria:
Justi. 2c gebed voor den Paus (wegens den
verjaardag zijner kroning). Kleur: W i t.
De orde der Dienstknechten van Maria
dankt haar ontstaan aan een verschijning
van Maria aan de zeven voornaamsten
van den ouden adel te Florence. 'Maria
spoorde hen aan zich op de volmaaktheid
toe te leggen. Hun besluit was aanstonds
genomen en zij begonnen in de eenzaam
heid een leven van gebed en versterving.
Na zich gevestigd te hebben op den berg
oenario in Toscana verscheen Maria hun
jvederom en vermaande hen het lijden van
haren Zoon en hare smarten te vereeren.
Ook bepaalde zij het ordeskleed, dat zij
inoesten dragen als een teeken, dat zij aan
hare smarten deelnamen en zich aan do
bedrofede moeder toeheiligden.
f ZATERDAG. 13 Febr. Mis v. d. H.
A m a n d u s, Bisschop en belijder. Sacer-
dotes. 2e gebed A Cunctis; 3e naar keuze
V' d. priester; 4e voor den Paus. Kleur:
.w i t.
Oe H. Amandus bestuurde de Kerk van
Maastricht en pr?dikte onvermoeid aan de
vo ken der naburige streken het H. Evan
gelie.
Londen. Ik hen vol vertrouwen, want Tre-
varrie twijfelt geen oogenhlik aan het suc-
Lisse.
ALB. M. KOK.
Pr.
De brief was gedateerd van een jaar
later; hij droeg een poststempel van Rome
en was van Nigel afkomstig.
Essie las hem voor de vijftiende maal.
- Trevarrie is een jdeaal van een man
JEssie, lieveling, aan hem hebben we alles
e danken. Niemand zou voor mij doen
vat hij doet. Hij heeft alles voor mij over,
denkt niet aan zichzelf. Als ik daar
Diet zeker van was, als ik niet gevoelde
Boe edelmoedig en onzelfzuchtig hij is, zou
"denken dat er wat achter zat. Wij zijn
ge leel Europa doorgereisd en ik heb ken
's gemaakt met de beste musici uit vijf
oiasteden. Er moet voortdurend hard
gekerkt worden, dat spreekt. Maar binnen
w,Dlaa?>d zal de groote gebeurtenis plaats
vaoip 11 za^ 'k voor eerst voor h®1
- ncht treden in de Princess Hall in
Essie kon niet verder lezen. Haar oogen
baadden in tranen, het scheen haar of
haar keel werd toegeknepen.
„Nog slechts een maand?" fluisterde
zij. Dan zal ik over een maand den prijs,
dien ik beloofd heb, moeten betalen. Maar
hoe moet ik het Nigel vertellen?"
De bewuste avond was daar. Princess Hall
was tot aan den nok gevuld, want bij de re
clame was Hermann Trevarrie's naam niet
gespaard en er was met veel emphase aan
gekondigd, dat hij een beschermeling zou
introduceeren, waarvan hij de grootste
verwachtingen koesterde.
Kort voor de pauze trad Nigel op. Hij
speelde een concert. Toen de laatste klan
ken van zijn heerlijk instrument waren
weggestorven, werd de ademlooze stilte
door een daverend, schier eindeloos ap
plaus afgebroken. Daarop gaf hij dezelfde
intermezzo dat des meesters aandacht op
hem had gevestigd.
Het werd met een ongelooflijk succes
bekroond. Nooit had hij gedroomd van
zulk een ontvangst als hij thans genoot.
Telkens en telkens weer werd hij terug
geroepen met een oorverdoovend applaus
Haastig begaf hij zich naar de kamer,
die hij voor Essie had gereserveerd. Zij
was er reeds. Hij greep haar handen, zij
waren zoo koud als marmer. Hij zag haar
in het gelaat, het was zoo bleek als de
dood.
Je hebt gehoord, je hebt gezien, riep
hij uit, niet in staat aan iets anders te
denken dan aan zijn succes.
Essie boog het hoofd. Je hebt overwon
nen, zeide ze.
Op dat oogenhlik snelde Herman Tre
varrie de kamer binnen. Men bisseert nog
weer voor je, riep hij uit. Tijd om te feli-
citeeren is er nog genoog als.... hij ein
digde den volzin door Nigel de deur uit te
duwen.
Daarom wondde hij zich tot Essie:
Wij zullen hem vanavond niets ver
tellen, zeide de meester. Wat een ont
vangst! Je zult erkennen,dat ik mijn woord
heb gehouden?
U hebt alles gedaan, wat u beloofd
hebt.
En thans kom ik den prijs opoischen,
ik kom om u op te cischeu! zeide Trevar
rie, buiten zichzelf van emotie, half over
bluft door het succes. Wat is Nigels over
winning, vergeleken bij de mijne, Essie,
mijn lieveling, mijn eenige liefde.
Toen kwam Nigel binnen; hij had de
laatste woorden gehoord.
Er was een lange, lange stilte. Nigel
sprak het eerst.
Wilt u mij een verklaring geven? zei
de hij met een scherpe stem, Trevarrie
aanziende.
Dadelijk, de meester was niet
gauw van zijn stuk gebracht, ik moet
u vertellen vnn een overeenkomst tusschen
juffrouw Linton en mij. Ik bemin haar.
Zij heeft beloofd mijn vrouw te zullen
worden om uwentwil. Zij heeft zichzelf
opgeofferd om u te helpen. Ik beloofde u
roem, eer en fortuin fe bezorgen, alles wat
een man dierbaar is en mijn belooning zou
zijn zij zelf.
Nigel wendde zich om. Zijn gelaat was
aschgrauw. Ik begrijp, zeide hij, u hebt het
duidelijk genoeg gezegd. U hebt op Miss
Linton's aanhankelijkheid, op haar liefde
voor mij gespeculeerd. Zij heeft zichzelf
tot de trap gemaakt waarop ik moest tre
den om te stijgen. Ik heb mijn hoopte be
reikt door te treden op haar verloren ge
luk. Hij wendde zich tot Essie.
Is het waar wat hij vertelt? vroeg hij
Zij sloeg een blik op hem, die allen twijfel
ophief, en zonk daarna terug in haar stoel
Maar u hebt u vergist, wonderlijk,
onbegrijpelijk vergist, zeide Nigel, den
zwijgenden meester aanziende. U dacht
dat ik beroemdheid en fortuin het hoogste
zou stellen? U hebt u vergist.
Trevarrie hief zijn hand op. Een oogen
hlik, zeide hij koel: Bedenk, dat ik u ge
bracht heb. waar u vanavond stond. Die
eer, die schilferende carrière, die voor u
ligt, is een geschenk van mij. Welk recht
hebt u, die te aanvaarden als ik'de mij
toegezegde helooning niet ontvang?
Absoluut geen, antwoordde Nigel en
hij greep zijn viool met heide handen aan
Essie zag hem aan. heftig opgewonde.
Nigel, steunde zij. Mijn lieveling, och
bedenk je een oogenhlik. Ben ik dat offer
waard? Bedenkt wat het beteekeut het
oude leven, de oude teleurstellingen en
en
En jou! zeide Nigel.
En met een krak brak hij zijn viool op
de knie doormidden.
DE LOTGEVALLEN VAN PATER
DE CLIPPELE.
Acht en zeventig dagen in handen der
roovers.
Het zoo even verschenen nummer van
de Annalen van Scheut bevat een gedeelte
van de lotgevallen van pater De Clippele,
die als gijzelaar meer dan 2 maanden in
handen der Chineesche roovers is geweest.
„Weeral reden wij tot nabij mijne resi
dentie, doch ik was gerust, daar ik de ban
dieten had hooren zeggen; „Laat on3 Olic-
la-oe-8oe-ho vermijden, want er zijn solda
ten." Dergelijk nieuws weten zij gewoon
lijk door spionnen, die zij op verkenning
sturen, of ook door de boeren, die, hetzij
uit schrik of uit vriendschap, maar al te
dikwerf kostelijke inlichtingen aan de
bandieten verschaffen. In ieder geval be
schikken zij over-een wel-ingelichten ver-
kenningsdienst en moeten zij, op stuk van
organisatie niet onderdoen voor een leger,
dat een vijandelijke streek bezet.
't Was pikdonker en ik bad alle notie
van richting of plaats verloren, toen wij
Ta-pei-yao-tze binnenrukten, 't Moest mid
dernacht zijn. De slapers worden van den
bed-oven opgejaagd en moesten plaats
maken voor de roovers. Iedereen moest
buiten.
De mannen werden opgeëischt voor het
voederen en verzorgen van het vee, de
vrouwen moesten zorg dragen voor een de
gelijke keuken. Alle kwartieren waren
weldra bezet, enkel de vertrekken, waar
een moeder met een pas geboren kind ver
bleef, werden geëerbiedigd: een bijgeloo-
vige vrees, in China zeer verspreid, boe
zemde hun dat ontzag in.
Rond 9 uur van den volgenden morgen
weerklonk opnieuw het bekende orde
woord: vluchten 1 Om niet slaags te gera
ken met de soldaten, schijnen de roovers
tot alles bereid; negen tienden van hen
zijn wreedaards van laag allooi, die enkel
den moedige uithangen, wanneer zij vooi
ongewapende mannen staan of te doen
hebben met vrouwen en weerlooze kinde
ren.
Ook zal het den oningewijde wonder toe
schijnen, dat do soldaten nooit trachtten
de roovers te omsingelen. Dat zou men in
Europa doen en 't ware uit met de roo
vers; men zou de roovers dwingen tot het
gevecht en zij zouden sneuvelen of gevan
gen genomen worden; edoch, in China
schijnt dat tegen alle krijgstactiek en men
moet den vijand een achterpoortje open
laten om hem den aftocht niet af te snij
den De omsingeling is een afdoend mid
del en ook wel een beetje gevaarlijk, want
er zou ernstig gevochten kunnen worden....
Ontegenzeggelijk is de methode waarvan
ik getuige ben, weinig moorddadig: zij
veroorlooft aan de soldaten op gemakke
lijke manier talrijke overwinningen te be
halen. Men vuurt eenige kanonschoten af,
men doet een paar granaten uiteenharsten
en aanstonds weten de bandieten, van wel
ken kant de soldaten in aantocht zijn. Zij
vluchten natuurlijk in tegenovergestelde
richting.
Die manier van strijden is klassiek in
China, althans wanneer het bandieten
geldt. De soldaten van den nieuwen gou
verneur zouden wel hebfTen willen breken
mot die gewoonte en hunne taak ernstig
opnemen, dat verkondigden zij tenminste
in 't begin, jammer genoeg voor de streek
hebben zij hun mooi voornemen niet ten
uitvoer gebracht en om dezen keer hun na
latigheid of lafhartigheid te rechtvaardi
gen, hadden zij dit prachtig excuus gevon
den: een manhaftige aanval op de roovers
zou het loven van den Europeeschen gijze
laar in gevaar hebben gebracht. De veront
schuldigingen zijn er om er zich van te be
dienen, zeggen de Franschen.
Kortom, kalm en koen kozen mijne ge
zellen nu voor goed het hazenpad en ik
zou, met hen, heel onze missie in alle rich
tingen doorkruisen.
Dien eersten morgen viel ik reeds vijf
maal van mijn struikelaar en telkens werd
mij een „Schiet hem dood" naar het hoofd
geworpen. Dan brak mijn teugel en ik riep
op mijne beurt: „De teugel is kapot". Doch
als eenig antwoord weerklonk langs alle
kanten: „Vooruit, vooruit!" En zoo ging
het over veldwegen en paden, akkers en
grasland, over zandduinen on bevroren ri
vieren, totdat een 15 kilometer verder, allo
gevaar scheen geweken. Mijn paard kreeg
hier onbepaald verlof en mijn teugel werd
hersteld.
Weldra was het gevaar weer nakend
Wij staken dan de hobbelige ijsblokken
van den Gelen Stroom over, botsten aan
den overkant een oogenblik op Mnngool-
«clie soldaten en geraakten nabij onze
groote missie te Siao-noor. Tk was nu on
geveer 200 kilometer verwijderd van mijn
residentiepost.
Tk Btuurde een briefje aan Pater Lefé-
•J vere, den missionaris van deze streek, doch
eer de koerier terug was, waren wij alweer
verderop naar 't Westen. Tk zond dan een
tweede briefje met mijn nieuw adres, doch
den volgenden dag hadden wij weer 80
kilometer afgelegd. Hoewel ik de vorige
dagen gekwetst was en uitgeput door het
aanhoudend rijden, voelde ik mij nu weer
friseh en werd zelfs de wonden nie* meer
gewaar. Tegen mijn verwachting in, be
reikte mij, op 120 kilometer afstand van
Siao-noor, het antwoord van Pater Lefé-
vore; een zijner christenen had ons ge
volgd en was er in gelukt, mij het kostbare
pakje te overhandigen. Al was de inhoud
verhard en hier en daar verschimmeld,
toch smaakte het zeer goed.
Na otfcClijke dagen, want wij zetten on
zen tocht altijd voort, zafen wij nabij de
woestenij van Ortos. Het. overgroot getal
fazanten en hazen bewees mij, dat zelfs de
jagers die streek te afgelegen en te droe
vig vonden.
Nochtans de bandieten kennen de streek
te goed; 't was den eersten keer niet dat
zij er een schuilploils zochten. Van hen
vernam ik, dat wij in de nabijheid waren
van de Zweedsche Protest antsche zending
P'a-tze-poe-long.
Daar mijn mondvoorraad weeral was
uitgeput en ik gedurig gekweld werd door
den honger, schreef ik in afgebroken En-
gelsch het volgend briefje aan de dominees
tor plaatse: „Eerwaarde Heeren, ik ben
een katholiek priester, missionaris te Che-
la-oe-soe-hao bij Tokalo. Ik ken niet veel
Engelscli. Kent, gij Frnnsch of Latijn? De
bandieten hebben mij ontvoerd sedert. 23
dagen. Zondt gij mij uit liefdadigheid niet
wat, eten kunnen zenden?
Ik zal er u zeer dankbaar voor zijn."
Na een tijdie kwam een knecht der zen
ding mij zeggen: „Priester, heb een oogen
hlik geduld; de zending zal u aanstonds 't
gevraagde verschaffen". En inderdaad, na
een uurtje bracht, men mij een mandje vol
eetwaren: koeken, melk, brood en zelfs een
pot „jam". Niemand zal het mij kwalijk
nemen, zoo ik eenvoudig beken, dat dit
mij groot plezier deed, te midden van die
woestijn. Ik vond daarentegen het volgend
briefje
„Beste vriend, ik ben zeer bedroefd, dat
ik niets kan doen, om u uit de handen der
roovers te redden. Ik heb hun gevraagd
u vrij te laten, maar zij denken dat de sol
daten hen niet zullen bevechten, zoolang
gij in hun midden zijfc. Ik zend u wat eten.
Het spijt mij, dat ik noch Fransch noch
Latijn ken. Als ik ,u nog met iets kan be
lieven, zal ik liet. met, veel genoegen vol
doen. Very sincerily yours". H. M. Muhr-
man.
Dit be wij b van hartelijke genegenheid
van den kant van een onbekende, was voor
mij een ware troost. Ik was zeer ver van
Een nieuwe prijsrebus en een heel ge
makkelijke. Ik reken cr op dat het aantal
inzendingen aanmerkelijk hooger is dan
de laatste koeren.
Als prijs stellen wij ditmaal beschikbaar
een paar dames- of heerenhandschoenen,
Do oplossin mi i mi vóór Donderdag
o s. des middags 12 uur op de redactie
van onze bureaux aanwezig zijn, met ver
melding op don omslag van hot woord.
Prijsrebus".
iedere Katholieke missie verwijderd. Do i
protestantscho missies zijn zeldzaam in
Mongolië; het was een waar buitenkansje
door deze te kunnen geholpen worden.
Ik gelastte den knecht mijne hartelijke
dankbetuigingen over te brengen aan zijn
meester. Later na mijn bevrijding haastte
ik mij dien weldoener dit nieuws te be
richten en een welgemeenden dankbrief te
zenden.
Het verwonderde mij, dat de bandieten
die missie gcri'st lieten. Naderhand echter
vernam ik, dat een garnizoen soldaten er
de wacht hield. Wij vertoefden er dan ook
niet lang en draaiden het oosten in. Daar
de soldaten ons niet. afwachtten, draaiden
wij af naar het zuiden en zouden er drie
volle weken verblijven in do dorre zand
bergen.
Gedurende heel dien tijd kan ik geen
teeken van leven geven aan mi ine mede
broeders. Later zeiden m7ï de Confraters,
dat zij mij dood gewaand hadden en dat
zelfs een paar weken lang, do militaire
overheid geen nieuws meer kon geven over
mijn persoon.
Hier begon ik verward te geraken in den
kalender cn wist van dag noch datum.
Mijn brevier, dien ik zooveel mogelijk da-
gelrks gebeden had, kon mij ook niet. meer
terechtwijzen, daar ik vermoedde, dat de
Vasten sedert ettelijke dagen was aange
broken en het Wintergedeelte van den bre
vier, dien ik meedroeg, krsj dus niet meer
dienen. Aangezien ik het voornemen had
gemaakt 's Vrijdags ten minste vleesch te
derven, koos ik op goed geluk een dag uit
voor vleeschonthouding. Later zal dé da
tum van een briefje van Pater Lefévere mij
bewijzen, dat ik mij sedert twee weken
vergiste, en, bii mijne aankomst, in do
Blauwe Stad, bemerkte ik daarenboven, dat
mijne tijdrekening eene gansche week ten
achtereen was!
Die drie weken in de duinen waren be
trekkelijk rustig. Ik kon nu wnt op adem
komen en in kalmte bidden
Toch waren die dagen eentonig en als
ik een dagboek had gpschroven, zou ik er
niet veel zaaks in hebben kunnen noteeren.
Dit kan ik zeggen, dat. een catalogus van
d« Amerikannsehe firma „Montgomery and
Ward" in staat is aan een gevangene da
gen en d.ngpn een zeer interessante lectuur
te verschaffen.
Waar hoofdman Liou hem gehaald had,
weet. ik nietdoch ik moest hem van a tot
z uitleggpn, wat al die reclameprenten be-
teekenden, en zoo bestudeerden wij: schoe
nen en Amerikaansche kleederen. lepels en
vorken, voetballen en meubels, elektriciteit
en waterleidingen, en al de andere arti
kels. die miin baas bet grootste belang in
boezemden. Het speet, hem zichtbaar zijn
rooversbaantje niet in Amerika te kunnen
uitoefenen.
Na een veertien dagen hadden de sol
daten van Pao-t'eou, onder het bevel van
kolonel Yu-lou, ons ontdekt.
Maar in de zandheuvels voelden de ban
dieten zieh sterk. Op zekeren dag lokten
zij de aanvallers in eene hinderlaag: Yu-
lou werd gekwetst en gevangen, vijf zijner
lijfwachten vielen eveneens in de handen
der bandieten en, volgens liet. /.eggen dezer
laaf sten. werden enkele tientallen soldaten
gedood. Ven op eene hoogte konden wij,
gijzelaars, het, gevecht volgen: enkel pen
200 roovers namen er aan deel, de andere
hielden zieh buiten schot. Toen ik ver
nam, dat een kolonel krijgsgevangenen
was, dacht, ik terecht, dat de overheid nu
gedwongen zou zijn te handelen en de in
lijving der roovers zou bespoedigen. Even-
vel schenen de bandieten nu zelf niet
haastig meer, om soldaat, te worden. „In
lijving"? zon lachten zij, „daar zullen wij
later eens op denken. Nu wij een kolonel
in onze handen hebben, staan wij er te
goed voor. Voor zijne loslat ing. eiseben
wij van den gouverneur geweren en muni-
ties, traan dan de Blauwe Rtad innemen
en zullen de inlijving best kunnen missen.
Dan zijn wij zelf de meesters van de pro
vincie."
Yu-lou is zelf een oud-bandiet en de
moesten zijner soldaten hebben eveneens
een bewogen verleden. Tn overwegend aan
tal behoorden zii, gelijk de roovers tot. de
Ko-lao-hoei, geheime sekTe, die, bijzonder
in de provincie Swi-vuan, veel aanhangers
telt.
China is het klassiek land der geheime
genootschappen, die allen achter een poli
tiek uithangbord schuilen en somR zelfs
een godsdienstig doelwit schijnen te be
oogen, doch ten slotte hef, stelen en plun
deren als hun voornaamste taak beschou
wen. Het. is een bekend feit, dat die sek
ten heden ten dage veelal bolsjewistisch
zijn getint en tegen alle overheid zijn ge
kant. Het is dan ook niet te verwonderen.
dat de Sovjets in China zoodoende een
weelderig terrein vinden voor hunne com
munistische gedachten en geen moeite heb
ben, om die oproerige gelukzoekers to
overtuigen, dat het Christendom, met zijne
leering over orde, gezag, rechtvaardigheid
en naastenliefde, hun groote vijand is. Heb
centraal bestuur ziet onmachtig toe, do
aanhoudende burgeroorlogen ontzenuwen
het gezag en werken do anarchisten in do
hand.
De gouverneur Li, die pas uit Pricing
was aangekomen om het gouvernementeel
gebouw der Blauwe Stad in bezit te ne
men, wilde een einde stellen nan die ge
heime kuiperijen. Het opperhoofd der Ko
la-hooi werd gevangen genomen e» ont
hoofd. In zijn huis vond men een lango
lijst der voornaamste partijgenooten. Dezo
worden een voor een opgezocht en dage
lijks werden zij bij tientallen, in Ra rul si
en elders, onsehndelijk gemaakt. Wie up
tijd lont had geroken en vluchten kon,
trok naar betere streken of werd bandiet.
Ook waren mijne gezellen woedend over
dat onverschrokken optreden van liet. pro
vinciaal bestuur. „Vroeger", zoo raasden
zij, „waren wij on&fhankclijken (toe li-
toei); nu zijn wij gedwongenen (pi li-loei).
Als de gouverneur zoo doorgaat, zal ieder
een gedwongen worden om roovcr <e spe
len." Zij overdreven: „iedereen", wil le zeg
gen: „al de deugnieten". Zeker, die zijn er
tegenwoordig veel; maar het aantal tier
onschuldige slachtoffers vnn de or.rc lit-
vaardigheid is nog veel groot cr.
SCHUW.
Op den hoek van de voornaamste straal
van het stadje was het hijkantoor geves
tigd van een voorschotbank en hef scheen
wel dat men daar goede zaken maakte ook.
De voorwaafdon, waarop de bank geld op
voorschot verstrekte, waren betrekke!ii'; co-
makkelijk en hoewel er in de praktijk m*
den candida.it voorschotnemer wel e. i 'n
onverwachte moeilijkheid rees mee tal
ir. den vorm van een eisch om naa t do
twee nnodige borgen nog „een derden fi
nancieel sterken borg" voor het voetlicht
i" brengen waren er toch genoog dio
dit middel om aan geld te komen, tol uit
breiding hunner zaken of om zich uit
.iidelijko geldverlegenheid te redden dank
baar aangrepen.
Daar waren er die doodbedaard mor
gens of 's middags hel kantoor binnen"
stapten, maar daar waren er ook. dio
wachtten tot het kantoor gesloten w.m en
's avonds in 't donker aan do schel van de
particuliere woning kwamen trekken
Zij werden even goed ontvangen en ge
holpen als hef noodig was, want de direc
teur vnn liet hijkantoor, Berends, was een
man, die iemand graag hel leven gemakke
lijk mankte, en al bleef het in het kantoor
's avonds na zeven uur altijd donker, toch
werden er zoo tusschen ncht en tierf zaken
genoeg afgedaan.
Op zekeren avond, t"gen tien uur. kv.-ain
een stalhouder, die mijnheer Berends drin
gend wensrhfe fe sproken over zaken, zno-
als hij aan de meid vertelde, Natuurlijk
werd hij ontvangen en al hooi gauw kv. <m
hij met zijn wensrhen von* den dag liet
bleek dat de man vreesolijk in de benauwd
heid zat TT ij moest oogenhlik 'olijk, of 'en
minste zoo gauw mogelijk, vijf en twintig
honderd gulden hebben. Kreeg hij d'l "- ld
bijtijds in handen dan zag hij wel kans
daarmee de hem dreigende crisis fe over
winnen en dan was hij er „bovenop" '/.iiti
zaak stond er niet zon heel slecht voor,
maar er waren betalingen te doen, terwijl
hij zelf nog groote rekenin"en bii verschil
lende klanten had staan die hij ter willo
van zijn goeden naam als zakenman niet
tal« over kop kon gaan innen.
TI ij verklaarde zich gaarne hereid dn
vereisehto levensverzekering tot eenzelfde
bedrag als het gevraagde voorschot Ie slui
ten en als heeren. die zieh bereid verklaard
hadden hor? fe spreken, noemde hij een
paar klinkende namen vin grondbezitters
uit den omtrek.
Met een fijn glimlachje verzekerd" do
leer Berends, dat zijn cliënt binnen e. n
dag of vier wel uit den brand zou zijn TT ij
kende zijn Pappenheimer-, de directeur» n
van hef hoofdkantoor, en wist dat de vraag
r.aar cn „dorden finnncieobn sterken
borg" ditmaal wel achterwege zou blijven.
En evenmin zou er zooveel tijd als and« rs
heengaan met het nemen van informaties.
Dp namen van de heide borgen spraken
immers voor zieh zelf!
Na verloop van een dag of drie kw'un
een nieuwe bezoeker bij den heer Berend
Hef was een deurwaarder, met wien hij
zeer bevriend was, en die twee wisselden
aan elkaar wel eens inlichtingen uit, dio