1 GféZE PKSJ3REBUS KALENDER DER WEEK J "L N B. Als n:et anders wordt aangegeven heeft in deze week iedere H. Mis Gloria ien Credo; tot en met Woensdag Prefatie en Com in un icantes van Driekoningen; na iWoensdag de gewone Prefatie. ZONDAG 10 Jan. Zondag onder het Octaaf van Driekoningen. Feest van de H. Familie. Mis: E x s n 11 e t. 2e gebed v. d. Zondag. 3e v. h Oc'aaf Kleur: W i t. De H. Kerk sleft vandaag aan de room- Behe huisgezinnen tot voorbeeld de H. Fa^ mi':e: Jesus, Maria en Josenh. Met de woorden van den H. Paidus wijs' zij de eelitirenooten er op, hoe zij in l~efde mei elkander moeten leven, in liefde tot elkan der de kracht moeten vinden eikaars ge breken te verdragen en graag te verge ven D:e l:efde is de grondslag en voor waarde voor den echten vrede van Christus in de huisgez'nnen. Naar het voorbeeld van de heilige Famih'e moet in iecfer ka tholiek gezin heerschen oprechte gods- dienst'/in en moet er naar gestreefd wor den alles, wat ;n het gez;n wordt cednan, te doen in den naam van Jesus Chr;stus. fot dankbare eer aan God. (Epistel). Bij de Offerande worden de ouders er aan her- dnnerd hune kJnderen lederen dag, voor zoover het van hen afhangt, heter aan God op to dragen door een echt degelijke kathob'eke opvoeding De kinderen, zonder uitzondering, dus ook de grootoren, zoo lang zij nog thuis z'jn b'j vader en moe der worden gewezen op het verheven voorbeeld van Jesus, die, ofschoon God, nederig gehoorzaamde, gedurende geheel Z'?n verborgen leven (dus ook toen H:j tw'ntig jaar was en ouder nog) aan twpo an""sehen: Maria en Josenh. Heer Jesus Christus, geef toch. dat in onzen tijd van verslapping der hu'selüke tucht en van opstand tegen het ouderl'jke pezag onze rooms-die vaders en moeders meen loeren u't hot verheven voorbeeld van de H. Familie. (Gcb°d). MAANDAG 11 Jan. 6e dag onder het Octaaf. Mis v. d. Zondag onder ihet Octaaf: In excelso throno. 2c ;ge.hed v h Octaaf; 3e v. d. H Hvg:nus. Kleur: W i f. Ook mag gelezen worden de H. M:s v. id. fion dag onder hot O-laaf: Eoceadve- n 2e gebod v d. Zondag on^er hef Oe- •taar: 3e d. H. H vip us. Keur: Wit. DINSDAG 1? Jan. 7e dag onder het Octaaf. M's: Fcceadvenif. 2 pehed lev cere van* Maria; 3e voor kerk of p., VioM-rWit. WOENSDAG 13 Jan. Octaafdag van D r i e k o n i n c e n. klis: Ecce a d v e n i t Kleur: W i f. Jesus. d e aan de heidenen ve"scheïtpn eiil U x:; met den Vader en den J-Ic'ligen Gerst glorie in de G'ndolooze eeuwen. (Kerk. Got) "nNG-RDAG 14 Jan. M i s v d TT K i I a v i u s B!cschop van Poitiers (Frankrijk). Belijder r»j Kerkleer a ar. In me i o. 2c gelied-v. d TT Felix, prester en M"vlolaar Kleur: WÜ Mot vo'o ander° xv muntende B'.-- -hrn- pen betreed de TT IHnrius vooral door z'ine i riflen den ketter Ar us, waarom Hi'arius vn-bannen werd. Hi'arius is ook één var do voornaamste kerke"ike Hymne-, dichters. VRIJDAG 15 Jan M is v. d ÏL Pau- 3 u s. Ie klu'zenaar. Justus ut Palma. 2e gebed v d Tl. Maunre. Abt Geen Credo (Kleur W i1 Vluchten or> 15-i 'vieren leeftijd. voor do Ikerkvervo^crs Deoius en Va'er aiv*, ver borg dp H. Paulus zich in de wo -iiu, waar hii 'ot het e:iulc zi:ns levens (113 jaar) hol eenzame klnizenaa-sVven be oefende on heldhaftige wijze, in g ed en ve.rstcrvin-r. De palmboom verschafte hem feod'ivr en voedsel on God sn-iïzigde hom iwondeHijk. door iedeven dag een raaf brood a°n hom te doen breneon. ZATERDAG 16 Jan. Mis v. d. n. (M a r c e 11 u s T, Paus en Martelaar. Sta tuit. 2o gohed ter eere van Maria, 3e voor Ocerk 4e voor den Paus. Geen Credo. Kleur: Rood. Lisse ALB. M. KOK. Pr. maar was niettegenstaande dat in de vroegte opgestaan en tot de heilige Tafel 'genaderd, zooals zij dat gewoon was veel vuldig Ie doen. Uiterst ontsteld vroeg ik, of ik niet een dokter z.ou halen. Zij wees dit evenwel zoo benaald van de liand, dat *k haar, in weerwil van mijne bezorgdheid aiet langer wilde lastig vallen. Den negt oden S ptember verscheen /.ij dos morgens zooala g woonliik in de kerk; ook in hot Lof zag ik haar Dog op haar lievelingsplan Is je voor het altaar van Onze Lieve Vrouw. Omstreeks negen uur maakte oen onbeschrijfelijke angst zich van mij meester en ik begaf mij ijlings op weg naar Fanny's woning. Toen ik hij baar binnentrad, knudde de kleine naai ster voor een latafel, waaruit zij een zorgvuldig ingepakt pakket haalde. Zij was bleek en doorzie!.lig als een geest, maar nog blijdor oo-ieind dan anders. „Wat doet gij daar nog, Fanny", vroeg» ik bezorgd, ..gij moest reeds lang te bed zijn.-' Zij wierp mij een eigenaardigen, schelm schen blik toe on zeide: „Ik log mijn bruidskleed klaar." Dit antwoord snood mij door de ziel: ik wist nu, dat er geen hoop meer was. Mij was het, alsof ik m zuster ging verlie zen. line diep had zich dit eenvoudige, on geletterde, maar door God bijzonder be gunstigde schepst I in mijn hart genes teld. Mot vool.ligcn blik volgde" ik hare kleine, sidderende handen, die thans de spelden uit den omslag trokken, waarin bel doodskleed gewikkeld was Er kwam een ruwe bruine pij benevens een koord en ren sluier, liet armelijk gewaad van den II. Franc, us, te voorschijn. ..Zijl gij in d n derden '-/cl, Fanny,?" Zij knikte met zekeren trots, daarop kuste zij haar ordekleed en spreidde het op haar bed uit. Nu zette zij zich cr naast neer. Zij scheen buitengewoon moe; ik go- voelde dat mijn aanwezigheid haai* hin deren moest; niettegenstaande dat, kon ik er niet toe besluiten, heen Ie gaan. „Laat mij hedennacht bij u waken, Fan* ny", verzocht ik haar. Dit wilde zij niet toestaan, maar zeide: „Indien gij mij een liefdedienst bewij zen wil, help mij dan mijn heilig gewaad aantrekken." Haar zwakte was zoo groot, dat zij het niet meer alleen klaar gekregen had. Zoo hielp ik haar dan, zich voor de bruiloft klaar maken, zooals zij het noemde. Daar op werd zei zóó vroolijk, dat zij als ver jongd was, en ik vatte weer nieuwe hoop. Bij hot scheiden zag zij mij met een on noemlijk vriendelijken innigen blik aan, en ik dacht: Het is juist, alsof hare ziel door hare oogen naar buiten treedt. Dit is zeer onbeholpen gezegd, maar ik weet het anders niet uit te drukken. Ik was de eerste, die des anderen daags met de onderhuurster in de kamer trad Op dc trap vertelde deze mij, dat zij aan mijn verzoek voldaan had en geduren de don nacht eens naar Fanny omgezien en haar rustig biddende op haar bed ge vonden had. Wat mij bij het binnentreden het eerst in het oog viel, was een met bloed door trokken zakdoek, die dicht naast het bed op den grond lag. Ik stiel een luiden gil uit en ijlde op Fanny toe. Haar hoofd lag zijdelings op de horst, de oogen waren half geopend, de armen rustten uitge strekt op do deken: op bare beide binnen- handvlakken had zij groofo roode vlek ken.... Ik moest onwillekeurig aan den H. Franciscus denken. Zij had gelijk, toen zij zeide: „Onze Lieve Heer kan het immers zóó inrichten, dat ik niemand noodig heb." En ik gevoelde, dat haar vlugge, een zame dood, die mij bij ieder ander ont steld zou hebben, niets was dan eene ge nade, eene belooning voor haar vertrou wen, een toegeven van God aan de ge heime'wonschen van zijn kind. In mijn tuin bloeiden nog rozen, ik sneed ze alle af en legde zo als een krans om de kleine Franciscanes. V0Q3 ALTIJD. Een speld?? Maar daar liggen er toch, daar voor je.... kijk dan, daar.,., ze verblinden je oogen bijna! Verblinden mijn oogen! Kon je 'tnog hatelijker zeggen. Wat..... hatelijk! Ik mat me af je alles over te reiken.en God weet, of je 't noodig hebtIJ Een duiker maakt minder einslag, als hij in de diepte afdaalt, dan oen dame als zij naar een feestavond gaat! Mevrouw, recht voor den spiegel, heft beurtelings haar afgematte oogen en ban* den, de eene met een kam, de andere met een broche gewapend, omhoog. Als ik er aan denk.... dat je me peen genoegen kunt verschaffen, nooit zon der het inet opzet door je aanmerkingen ïe vergallen. Al een maand vlaste ik er op, naar dat hal te gaan, ik was zeker te Mij.je moet weer. En in het salon, een chaos van het laat ste nieuws op gebied van mode, laat me vrouw zich op een canapé neervallen, naast baar bleek groen satijnen kleed, dat de ka- merjuffromv redt voor een onherstelbare verpletting.... En daar staal ze zenuw schokkend, de handen voor hot poMat.... Met de zijne in zn zakken, ziet de echt genoot met ontsteld gelaat, wat hij heeft aangevangen.... Als zijn vrouw fccint Ie schreien, zijn het poeder en het co'!"ream bedorven.... Opnieuw moet ze h dan vejrven en (wee uor te laat sal m i. van huis gaan!..".. En daarenboven -:i er op 't feest ontdaan uitzien, met r, - schreide oogen En hare vriendinnen zullen zeggen: Zie je dien lange F't Is een schandaal.... Zijn vrouw krijgt slaag jar lieve, alsof 't stokvisch was! Naar gewoonte strijkt Raoul de vlag, bakt zoele broodjes, om den toestand te redden Je neemt ook alles verkeerd op, klei ne! Je bent vanavond zeer zenuwachtig Een reden voor jou om mij niet wanhopig te maken, door daar rekening mee te houden.... Meen je, dat ik voor mijn pleizier lodepop speel voor Annette! Voor jouw pleizien doe ik hel!. De vrede is geteekend. Mevrouw staaf weer voor den spiegel en.voltooit haar toi let. Voor haar op d'r knieën zit de kamer juffer mot haar mond vol spelden en haar japon, bezaaid met naalden, waarin zijdi-n draden van alle kleuren: zii naait letterlijk fcet kleed om liet lichaam barer meesteres. Ongelukkige, wil je me dan abso- lnui bespottelijk maken? Dat zit niet strak, hier en bovenal naai je me daar juist het groene met witte zijhen je nog wel bij je hoofd? Raoul wandelt filosofeen-od rond me» zijn handen op den rug, neuriënd: Beelden uit mijn kinderjaren Trekken soms mijn geest voorhij, En dan zie ik mijn lief luitje, a Mijn lief hutje hij de zee. Raoul ik smeek er je om.drentel niet zoo achter mijn rug, je maakt me gek. Raoul, gedwee als een af-.a leefd post paard, blijft staan, zet zich op het piano- stoeltje. Zonder aan iets te denken, speelt de on gelukkige met kracht een paar accoorden, om den tijd wat te korten,... do-do mi-mi do-do sol.... De klaroen wordt geblazen 'ot den aan val! Maar daar heb je do poppen aan 'I dansen! Een lange wilde gil klinkt van het ein de van het vertrek eën Maori op hef oor- logspa 1, een vloek in huiler, w- m I. T 't L- v. kleine 1' Vni. die wakker word' hoentje i.- de kleine afstam melinge me! blauwe oogen. lui geliefkoosd poppetje, het bewonderend kleinood, be dorven en aangebeden in bel roze schrijn barer wieg. Overal staat haar portret; in het salon op den schoorsteenmantel, op de piano, op hef muziekkastje, op de étagère, op den met rood fluweel omhangen ezel. Wanneer men zijn afbeeldsel zoo vaak omkroond ziet, moet men rustig slapen. Helena beseft do verplichting niet; lui der en luider schreiend, terwijl mevrouw ten blik van diep medelijden werpt op den grooten (jomoor van een echtgenoot, die steeds lompheden uithaalt!Sommige oogeublikken zou men wel oen kwartiertje m de diepte willen wegzinken. Raoul zou al tevreden zijn, als hij zich in de piano kon verbergen. Voor hem, in volle lengte en minachteude majesteit in baar zeegroen kleed (waarvoor Raoul zes honderd guldon heeft behaald) haalt me vrouw hare schouders op mot een gebaar van een oude godin. Ik begin te gelooven, dat je het met opzet doet, dat je gezworen hebt, mij te be letten gereed te komen! Maar toch, kon ik weten?? Komaan wil het niet.goed praten.. Raoul komt terug.met het „corpus delicti'' op zijn arm. Helena, rood als een kalkoen, kronkelt zich als een pier, grijpt zich vast aan de haren.... aan den baard baars vaders. ....A! Do klaroen wordt geblazen tot den aanval! Zij valt aan, Helena!.... en geducht ook.... Pas op!.... het blank gesteven overhemd.De knoop van do das is al van zijn plaats en de boschviooltjes, gekneed onder de razende vingers, hangen treurend iri het knoopsgat. De ongelukkige Raoul is verplicht zijn spruit aan de k.nflerjuffer over te reiken, maar de arme Annette is overdekt met spel den en naalden: mevrouw neemt het kind en reeds gereed voor het hal, rukt ze He lena in haar peganfeerde armen, wiegt baar met ongeduld. Slaap, kindje slaap, Daar buiten loopt een schaap! Ja, ik geloof dat ze slapen zal. Daar buiten loopt een schaap! Slaap, kindje slaap, Niettegenstaande haar vijf jaren wil ze al meedoen, de kleine!.... Zij ziel* allen gekleed.... den waaier, het halmanfeltje, de pluim, de handschoenen, den hoed, de grijze overjas op de fauteuils liggen.... Dus ze gaan uit.zonder haar.Men heeft haar thuis jvillen laten, zij gaat hen «huis doen blijven!.... Zij zingt moe!...'. En de omstanders hoor en een zachte me lodie, tweestemmig: Slaap, kindje slaap, Hi!.... hi!.... hi.... i.... ii Rrrr. De. keukenmeid is niteeman, want men heeft reeds twee uur 'geleden het middag maal gebriukf. Mevrouw, op den linkerarm dragend den sloep van haar kleed en haar kind, draait koortsig een pannetje hoven de gasvlam in de keuken. het lijkt een dronken uiting: Ik moet hier 't hoofd hij alles heb ben! Helaas, als ik er n'et avis! wat zul len de Linrls zeggen..,.? 't Is al een uur over den tijd. Raoul ziet toe als een hond met den staart tos se li en de boenen. Wat hen je aan 'f klaarmaken? Papaver, om haar telen eiken prijs te doen .-'apen. 't Is P': liion gevaarlijk! Gevaarlijk.... En omiieuw kijkt ze haar man aan met die r''drukking van mmaehling, welke som mi to sterke vrouwen I hhen tegenover hun helden-ech: renooten. Dan hoven de gasvlam haar klein hoofd, koninklijk ge- Icjipt voor het. feest, neerbuigend, verhaast zij het koken; want iedere minuut hier is er een minder daar, in het feeënpaleis van de balgodin, in de bedwelmende atmosfeer, waar rondzwieren, als droombeelden, dc he val li Te fanfasiëen van den dans. Raoul!.... Raoul!.... Vooruit!.... drink hel vlug uit, 't is lekker zool Maar Lena, een teer kind, weigert hard nekkig. Haar wil bedwingend, wordt de jonge vrouw listig lief.... loeder.... be- tooverendDen feilen glans barer oogen uitdoovond. wiegt ze Helena zacht jes, haar tegen zich aandrukkend, wegge doken in een zetel en schijnt haar verlan gen op te geven als een kaf, die niet meer raar ho| doel kijkt dat ze beloert. 'Stoute papa, die zijn lief dochtertje wakker maakt. Niet uilgaan, ik wil het piet. Neen, liefje, ik ca niet uit, ik pas een kleed. Loontje krijgt hetzelfde. Jawel!!. je gaat uit! Neen mijn lief duifje.... ik ga n:el uit om jouw pleizier te domEen moe dertje verlaat haar hartediefje niet. Maar je moet maatje ook een pleizier doen? En pratend brengt de moeder het kopje aan do lippen van 'f kind. Neen, neon, ik zal niet uitgaan.... maar je moet dit drinken.... anders gaat maatje wpI uit.... zeker.... zij gaat uit als Loontje niet drinkt.... 't is om haar keeltje!. Het meisje drinkt met een uitdrukking van argwaan op het gelaat.... haar groo- to kimleroogen peilen die'hnrer moedor, die, om ze te doen liegen, al haar wils kracht aanwendt. Leg je hoofdje maar togen mijn schou der. je ziet wel, dat ik niet uit ga. Het kinderkopje valt werkelijk slaperig op den schouder van de moeder.... Mevrouw wacht nog even; dan, voort schrijdend op do punten van hare fijne balschoenen, legt het kind voorzichtig jr haar bed. Laten we ons nu haasten. Raoul. ongerust over de sni tie werking vraagt haar, in *t rijtuig gaande: Heb je de dosi- iv t te grof no nen, want!.i Bovenstaande rebus vertoont in beeld vier bekende spreekwoorden, waarnaar dc lezeressen en lezers* aan do hand van bo venstaande leekeniugen, maar eens moe ten radeii. Bij de oplossing hiervan moet bovenstaande teckening Avorden ingezon den. Do vier vakjes moe.len dan genum merd zijn, welke nummers dienen Ie cor- respondeeren aan de nummers bij de vier oplossingen gegeven. Voor deze rebus stellen wij als pi ij? beschikbaar een dames- of he^jen-porto ni ounaie naar verkiezirg. Op de omslagen der oplossingen, dio Donderdag a.s. vóór 's middags 12 uur op de redactie van ons bureau aanwezig moeten zijn, moet werden vermeld liet woord prijsrebus. Zijne vrouw duwt zich huiverig in een hoek vau het conpetje: De dosis! Kijk uit je oogen! je trapt op mijn boa! Als ze 's morgens om zeven uur ver moeid en afgemat, thuis kwamen, vonden ze de kleine Helena slapend in haar rose- wit bedje, zeer bleek op het kant-om- zooinde kussen. Beiden negen reeds het hoofd naar be neden om haar Ie kussen als de moedor een pijnlijken angstkreet slaakt: Wat is zij koud!!! Raoul w.il-zijn dochter opheffen, maar 'do gevouwen handen openen zich niet moor... Sinds gisterenavond was Lena dood.... voor altijd.... „Centrum" ALS GEVANGENE VAN DE CHINEESCHE ROOVERS. Het verhaal van een Missionaris De Ylaamsche missionaris van Clippele, die cenige maanden geleden door de Ghi- ncezen werd gevat en weggevoerd, geelt thans in do Annalen van Scheut bet tijdschrift van het niis.sionaaEiskloosi«r van Scheut het volgende verhaal van zijn verblijf bij de bandieten: Nauwelijks was ik één dag in dc grooto bende, of wij werden aclitervolgd door de soldaten. In allerijl moesten avij, tusschen do ko gels door, vluchten en reden tegen den avond Terisou binnen Daar de bandieten zeer opgewonden werden door dezen aan val, vreesde ik het ergste voor de schouno kerk en aardige residentie dezer christen-, iieid. Terwijl de bandieten het opg- ëi.-rhlo eten naar binnenspeelden, kwam een der catechisten mij groeten en den priesterlij ken zegen vragen; hij stelde mij gerust en vertelde, dal hij reeds den hoofdman was gaan bedanken, omdat deze verbod had ge geven één voet te zetten in kerk of residen tie. Dit ordewoord werd slipt nagekomen. Ik meende dus dezen nacht eens ru.ilig te kunnen slapen, doch te middernacht werd alarm geblazen en vierklauws vluchtten Avij de velden over naar Si-ing-lze 'VI5 K. M.) ver, rustten daar een weinig, maar nog voor het kraaien van den haan ging het verder tot bij mijn christenheid van Gha-la-oe-soe-hao, waar wij hoofdman Liou terugvonden. In het voorbijgaan zij gezegd, dal hel in Mongolië, in het begin van Februari iede ren nacht nog van 20 tot 25 graden kan vriezen; somtijds is het nog kouder. Toch mag ik zeggen, dat ik, tijdens mijn ge vangenschap, niet to veel te lijden heb ge had van de koude, die hier zeer droog is, en waartegen men zich beschut door liet dragen van vellen-kleedcren, jui.-i gelijk de inlanders. Van mijn kleederen hadden de bandieten mij niets afgenomen. De' roovers waren van oordeel, dat zij sterk genoeg waren, om de aanvallen van het leger te weerstaan; zou dus de gouver neur, mij willende bevrijden vanavego de eischen der buitenlandsche gezantschap pen, wel verplicht zijn met de roovers te onderhandelen, en dan zouden dezen am nestie en inlijving eischen. Gedurende deze laatste jaren is de poli tie ongeveer overal in China zoo zwak ge worden, dat zij zich niets aantrekt van de slachtoffers der rooverij, indien dit Ghi- neezen zijn; om dus drang uit te oefenen op de overheden, geven de roovers er.do voorkeur aan om vreemdelingen als gijze laars te nemen. Ik had juist den tijd gehad om mijn briefje aan de confraters te schrijven, als do soldaten ons opnieuw begonnen te achtervolgen. Na een onafgebroken rit van nagenoeg twee uur Avord mij gezegd, dat wij Ie;, n de stad Tokoto waren. Op het onverwachtst 1 i ten wij daar weer op /.en groo andere sojjlaten en vluchtten dan de zand bergen in, langs den Gelen Stroom, eerst oostwaarts, later noordwaarts, totdat wij, na dien „full speed" te hebhen volgehou den, eindelijk een weinig konden ademen Ik was milgeput van vermoeienis en van honger. In een klein huisje vond ik toeval lig cenige gekookte, doch on geschil 'e aardappelenzij waren misschien voor do beesten bestemd, In ieder geval, in den nood, waarin ik verkeerde, meende ik r mij wel cenige te mogen toeüigcnen. Het was een voorzienigheid, want eer ik aar- het ,,(lcsM<rt" was, klonk weer uit alic monden dat akelige „Kai pa" ofte „Voor waarts"! Onnoodig te zeggen, dat de gansclic streek mei schrik ge tagon was Zoodra een dorp dc komst der roovers kon voor zien, sloeg de ganse lie bevolking op do vlucht. In een der dorpen, die wij nu doorlrokki n, woont de familie I ou. U<" o lieidenschc familie i; zeer gezien in «Ie streek, niel slechts om haar rijkdom, maar vooral om do milddadi: lieid van haar hoofd. Hel is een ze r liefdadig man, dio de armen en de bedt laars gaarne helpt. De roovers konden nalmirlijk de; ten rijkaard niet voorbij gaan. te vluchten, wal zeker do plundering zijner goeie n tengevolge zou hebben ge had - (raehilö mijnheer Lóu zich in het onvermijdelijke te schikken; toen de roo vers aankwamen, vonden zij alles gereed om hen te ontvangen. „Woest welkom, hoeren", zei mr. !.ou, „ik had u gisteren al verwacht'' („Mei grooten ang-t" had hij cr bij kunnen voe gen, maar die woorden zouden zijn mooie toespraak bedorven hebben). Do roovers namen zonder veel comple menten al het goede aan, wat mijnheer bon hun had bereid. Do bravo man moet naderhand groom leegt" hebben geconstateerd in zijn vóór- raadkamer, want de roovers waren uitge hongerd en niet gewoon zich veel te scha men. Aanstonds bij hun komst hadden do bandieten er voor gezorgd; een van de vooriiaam.itc leden der familie als gijze laar te grijpen.Men had hem ontdekt dicht hij liet dorp in een sloot, waarin bij zich in zijn angst verscholen had, on aanstonds gedwongen mee te gaan het dorp in. Daar hij zeer diklijvig was en er zeer onthul* t uitzag, werd hij op algemeen gelach ont haald. Ik verwachtte hier een plundering op groote schaal; doch, gelukkig voor de familie Lou, ontvingen de roovers plotse ling order, haastig op te breken, en zoo groot was de haast, dat zelfs de diTko gij zelaar werd vergeten A necdoten. 9 Over ratelen gesproken. Mevrouw: „Ik ga nooit in die lamme autobus. Dat ding ratelt zoo dat je je eigen woorden niet kunt verstaan". Haar man: „Dat moet het achtste wc- reldyonder zijn". Gevat. Een lager ontving eens bezoi k van fw« a studenten, dio een loopje met hem wilden nemen. Zeg eens, baas, wat kost een mi'tcf vleesc li? -Tien gulden, antwoordde de slager -1ii'li'iilen legden tien gulden op 'la toonbank, nieuwsgi-ri-' hoe de slager zich zou redden Deze streek het geld op, sneed drie poolen van een varken, dat op een ladder hing, wikkelde ze in een papier, zeggende: Als je blieft heeren, drie v*> een meter! Tot een volgenden keer!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1926 | | pagina 13