r
EEEJ31
KALENDER DER WEEK I
Mg Als niet anders wordt aangegeven
jsi iu deze week iedere H. Mis Gloria en
Qj.,^0 cn heeft de gewone Prefatie.
ZONDAG 25 Oct. Een en twiptig-
[eZondag na Pinksteren. Mis:
'avoluntate. Gloria. 2e gebed v. d.
g, Chrysanthus en Darius, Martelaren,
A Gunctis. Credo. Prefatie v. d. Aller
heiligste Drieëenheid. Kleur: Groen:
De H. Kerk stelt ons voor oogen den ge-
duldigen Job, wiens geschiedenis ons leort
hoe God dikwijls juist de braven, die hun
plicht doen, bezoekt met kruisen en weder
waardigheden, van hen vooral offers
vraagt. (Offertorium).
Id die tijden van beproeving moeten wij,
jls Job, sterk zijn in -den Heer, ons toe
tsten met het schild des geloofs en met
het zwaard van het Evangelie van den
gekruisten Christus, ora sterk te staan te
genover Satans bekoringen (Epistel).
't Moet in ons als vleesch en bloed zijn,
dat wij in tegenspoed, 't zij naar het li-
dach, 't zij naar de ziel, tóch gelukkig zijn,
als wij Gods H. Wet onderhouden. (In
troïtus). In 't bewustzijn van onze schuld,
maar met onderwerping aan Zijn H. Wil,
mogen wij echter gerust bidden tot den
God van goedheid en barmhartigheid om
medelijden (Evangelie), om bevrijding van
ons kruis (Gebed), om een welwillende
aanvaarding van ons Verzoeningsoffer
(Stilgebed), om hulp tegen wie ons ver
volgen (Communio), om verlossing uit het
land onzer verdrukking (Alleluja-vers) en
door de kracht van de Spijze dpr onsterfe
lijkheid eeuwig te mogen wonen in het
ons Hoofde land, den hemel. (Postcom-
munio).
MAANDAG 26 Oct. Mis v. d. H. Eva-
stus, Paus en—Martelaar: Statuit. Glo
ria. 2o gebed A Gunctis, 3e naar keuze v. d.
pripsfer. Kleur: Rood.
DINSDAG. 27 Oct. V i g 1 1 i e v. d. ÏT.H.
i m o n en Judas, Apostelen.
I n t r o t. 2e gebed Cored e (ter
eere van Maria), 3e voor Kerk of Paus.
leur: Paars.
WOENSDAG 28 Oct. Feestdag v.
H.ïï. Simon en Judas, Apos-
elen. Mis M i h i a u t e m. Gloria.
gebed voor den Bisschop (zie in het
lisboek bij de Verjaringsmis der Bis-
chopswijding). Credo. Prefatie der Apos-
elon. Kleur: Rood.
H. Simon, bijgenaamd de IJveraar,
iredikte den leer van Christus in Mesopo-
amië. Judas, die een brief geschreven
loeft, welke behoort tot de TT. Schrift,
1.1. de brief van den H. Apostel Judas,
!n die ter onderscheiding van Judas Tsca-
iolh, den verrader, genoemd wordt Ju-
las Thaddeus (lofspraak), doorreisde,
iet Evangelie predikend, Egypte. Later
dnnen beiden in Perzië zeer velen voor
Christus en sterven daar den mar
dood,
DONDERDAG 20 Oct. M i s v. d v o-
gen Zondag (21e) n a P i n k-
,1e r e n: In v o I u n t a t e. 2e ge
bed A Cunctis, 3e naar keuze v. d. pries
ter. Kleur: Groen.
VRIJDAG 30 Oct. Mis als g i s-
ZAtERDAG 31 Oct. Vigilie van
Allerheiligen. Geboden
rasten en onthoudingsdag.
Judicant. 2e gebed van den H. Geest,
ie voor de Kerk, 4e voor den Paus. Kleur:
ALB. M. KOK.
Pr
ilan die vogel.dan die grashalm!.
loekt dus eerst het Rijk Godsen al het
iverige zal u worden toegeworpen."
Op mijn bureau van het Credit Lyon-
lais zou men geen woord begrijpen van
1 wat je daar zegt
Anderen begrijpen wèl en vervolma-
en de eeuwen door, de gouden keten van
[liefdadigheid!.... Ik hoop zeker op
DÜn weg de proyidentieele ziel te ontmoe
ten, die mij het brood zal reiken op den
«k, dat ik honger lijd, als ooit die dag
oor mij mocht komen.
Even werd neef Maillet nijdig.
Dus je hebt nu twaalf jaar gestu
urd om jammerlijk te vervallen aan de
penhare liefdadigheid!
Keen.niet aan de openbare.
an die van hen, die denzelfden God lief-
lebhen als ik zelfen die is heel zoet
lffldal ze haar oorsprong vindt in 't Hart
an den Meester.... trouwens, de Ghris-
i zelfs geen steen om Zijn hoofd
te doen rusten.
Hij was Christus!
-> Dat is waar, maar ik zal ook een
Mje een andere Christus wezen.
Je bent niet goed wijs!.
0, dat gij de waarheid spreekt....
'°?e ik dwaas worden van de sublieme
waasheid van het kruis!.... Dat ik ooit
begrijpen de eer, die God mij aan-
oot met mij tot Zijn priester uit te kie-
de middelaar tusschen Hem en de
en die Hem zoekende steun van
Hem gevonden hebben!..... Priester
ön-vooral in dezen tijd!.... Te we-
men een ideaal heeft te midden
ar' «cn maatschappij, die daar niet meer
3ngelooftin zich voelen trillen tee
rheid en medelijden.. ..en dit onhaat-
Notig ten dienste te stellen van het goe-
en eens heen te gaan, terwijl men
jj 1 Van de wereld verlangd heeft. Zelfs
j!900 frs. van het gouvernement!
e seminarist schudde de hand van zijn
Kef.
Haar ik blijf eeuwig dankbaar
F ,Dwe goede bedoelingen ten mijnen
Hike/6 treffende huishoudelijke
^eb ffez(?gH huishoudelijke ar-
en--.. maar als je iets anders gewild
bijv. in het kruideniersvak?.
ee& slagerijof boekhouder in
ft*azar van het „Hotel-de-ViHe"....
kl 8p®cteur bij de gasfabriek!.... Maar
seeft alweer veel mindor.....
Kom beste neef, laten we nu gaan!
De twee mannen keerden terug naar het
gezelschap, beiden ontroerd en rood van
opwinding
Een beetje overdreven is je jonge
zoon!.... zeido Maillet.
Vindt je dat, neef?.
In ieder gevalhij zal niet het
meest -in 't gezin inbrengen.
Wie weet, neeflief....? Misschien
zal 't juist bij zijn die 't meeste zal ge
ven
En, gemakkelijk gezeten op zijn stoel,
met zijn pijpje tusschen de tanden, glim
lachte vader Melot, de glimlach van den
voorvader, die weet dat „goed ras zich
niet verloochent", dat zijn zoon aan God
getrouw zal blijven in 't uur van den
strijd.... en vooral.... dat niet een ge
slacht meer verrijkt dan door de herinne
ring aan een priesterkleed, dat arm en ze
genend door de genealogie is heen ge
gaan. PIERRE L'ERMITE.
HET 0NT3FPKENQE W0(Jj?D.
Een Kruiispuzzle-Geschiedenis.
„Zeg man, moet je hooren!"
„Wacht ewn, Marie, een oo^enblikje.
„Wat :s ,er dan Eb jasses
alweer zoo'n ding? Zoo'n kxuispuzzle?
Bah, wat je daar nou aan vindt!"
Mevrouw Breemam trok verachte1 ijk
den neus op, vouwde met, veel geritsel de
krant o<pen, waarvan ze de voorpagina
had doorzien, en spreidde het blad voluit
op de tafel.
,,Tne nou Marie!"
„Hè? Wat?" deed ze quasi verbaasd.
„Nou zegboe, doe die krant nou een
eindje weg."
„Puzzel jij nou maar, en laat mij le
zen!"
„Ja maar..., moet ik soms op den
grond ge an ziften? Dadel'jk stoot ik de
kopjes d'r af."
„Dan zet ze maar even op de theetafel".
„Doe 't zelf, jij zit er 't dichtst© bij
Hè, jandorie, kindje, wat ben je vervelend
vanavond."
„Ben ik vervelend? Of jij! Met je kruis-
raadsels! Geen woord krijg ik meer van
jou den heelen avond. Je pent ze allemaal
in de puzzles weg'k Wou maar, dat
die rage weer voorbij was."
„Kom, kom, je bent weer 'n beetje aan
't doorslaan Dat uurtje, dat ik besteed
aan 't oplossen ran zoo'n dingIk heb
zie toch altijrl zóó
„Wat je zóónoemf een uurtje, phoe!
Nee, maar hou wordt-ie goed!.... Noem
jij van negen tot elf een uurtje? Nee, da's
nop toch
„Weet je, hoe het nou komt, dat jij d'r
zoo over raast? Hè? Zal 'k je vertellen.
Dat komt nergens anders door, dan dat
je 't zelf niet kent.
„W&t zeg je? Niet kunnen? D'r is nog
al wat aan! Gós! Om zoo'n prutsding op
te lossen!"
„Nou, waarom doe je 't dan niet?"
„Omdat ik d'r niet om geef!"
„Haha! Ook een uitvlucht!.... Nee,
juffertje, allemaal grootsprekerij van je
Je kunt 't niet!"
„Ik kan alles, als 't moet!"
„Haha! Nee maar!!"
„Nou, wie heeft laatst het rooster weer
in de kachel gekregen? Wie heeft 't zeil
in de keuken gelegd?"
,,'t Zeil in de keuken? Ik!"
„Ja, je hebt 't vastgespijkerd in dat
hoekje, maar wie heeft 't uitgemeten en
geknipt?"
,Toe, hou nou asjeblieft op met je hui
selijke bezigheden gewurm.Hè!
verdikk»~A Nou had ik daarnet zoo'n goed
woord voor negen horizontaal, en nou ben
ik 't weer kwijt."
Mevrouw ^pruttelde nog wat, maar haar
ega luisterde niet meer, zat wij.sgeerig
met 't potlood tegen z'n hoofd te tikken, of
staarde naar 'f plafond van de kamer, ho
pend waarschijnijk dit door het wonder
verdeeld te vinden in witte en zwarte vak
ken, en nummer negen horizontaal in alle
glorie daarop te zien verschijnen....
Af en toe krabbelde hij wat neer, totdat
bij eindelijk zich zenuwachtig over 't pa
pier boog en bleef schrijven, 't Ging
schijnbaar goed.
Zijn vrrouw gluurde af en toe onderuit
naar z'n gedoe, nieuwsgierig.
Een tijd lang zat hij weer stil.gooi
de dan z'n potlood neer.... floot eens...
stak de handen in de zakken.... strekte
de beenen onder tafel.... sprong op....
stak z'n neus omhoog.wandelde de
kamer rond, krabbelde z'n hoofd....
„Zeg! Loop je op je trein te wachten?"
Mijnheer was handelsreiziger in. papier
waren.
„Hè? Wachten....? O!Nee
maar nou zoek ik al een kwartier....
Nou mankeer ik één wóórd, en dat kan ik
maar niet vindén.En 't betreft mijzelf
nog al„Iets voor reizigers" staat er,
en 't moeten zeven letters zijn. De tweede
letter is i van kist, da's /ast en zeker
goed, want de t komt weer uit met teen
en de s met vastenavondl"
„Ik dacht dat je 'm zóó had?" sarde
mevrouw.
„Hè, wat hen je lollig!.Nou, jij kan
alles, los jij 'm dan 'ns op!.
„Geef maar hier.
„Nee, die is goed, nou die bijna klaar
is, op één woord na.... Nee, Marietje.
ik zal 'm nateekenen, en dan moet je 't
doen".
„Teeken jij nou maar niksmeerna! Weet
je, hoe laat het al is? Tien over elven?"
„Goeie help! En ik moet morgen den
trein van half acht hebben.hè.
ellendig dat 'k dat ding nou niet kan
vinden.... D'r is een prijs van honderd
gulden aan verbonden".
„Net of je die zoo maar hebt! D'r zijü
toch meer liefhebbers?"
„Ja, maar deze is nog al moeilijk, dus
de kans is groot, dat je wat wint. Nog
tien andere prijzen zijn d'r".
„Nouik hoop voor jou, dat je het
wint, maar nou ga ik naar bed" En ze
geeuwde ongegeneerd, tot ze de tranen er
van In de oogen kreeg.
„Marie nou tochl" Mijnheer was sterk
gesteld op vormen, ook binnenshuis.
„Wat is, manlief?"
„Nou.... dat geeuwen van je!"
„Als ik nou toch slaap hebl Trouwens,
wie ziet het hier?"
„Tel ik dan niet mee?".
„Natuurlijk, schat van een man!" en
plagerig streek ze hem onder de kin.
Maar hij, gemelijk, vooral, omdat hij dat
woord niet kon vinden, weerde stug af.
„Kom, komt" kwam ze luchtig, „wat is
dat non? Omdat je dat woord nou niet
hebt? Wil ik 't morgen voor je opzoeken?"
„Ach, jij...., schei nou asjeblieft maar
uit
„Zeg, als je nog eens wat weet! Dat
zie je alweer, aangeboden hulp is zelden
welkomNou, zoek 't zelf dan maar
uit, hoor!"
Hij merkt, dat ze nu in ernst nijdig
werd, en draaide bij.
„Nou, zoo is 't niet bedoeld. Jij bent
zoo gauw op je teentjes getrapt!"
„Nee.Maar heb je nou toch ooit.
ik op m'n teentjes getraptIk?! En
wie snauwt er dan den heelen avond?"
„Nou, nou, goed dan.... Maar nou In
's hemelsnaam geen scène! Zal ik morgen
die puzzle dan nateekenen?"
„Loop heen met je puzzle. Heb je nog
niet genoeg aan je hoofd?"
„Da's waar, schattevrouw, jij bent al
een volmaakte puzzle voor me!"
,,'t JZou d'r nog bij moeten komen, dat
ik een kruis voor je was, dan had je een
kruiswoordraadsel getrouwdl"
„Nou.soms.
-,Wel te rusten!"
Ze was de kamer al uit.
In bed lag hij nog lang te soezen over
dat woord.... Lam nou toch, dat hij 't
niet kon vinden.... Nog 'ns kijken, wat
nam je altijd mee op reiskoffer....
nee, dat waren zes letters.... trouwens,
de tweede is o.kisten.ook niet..
necessaire.... veel te veel letters....
handtasch.weer mis.... miss....
missaal.... dat kwam uit.... maar dat
nam je toch niet mee op reis.mi.
H..ri..li..literatuur! hè jamme?
te veel lettersgi
In zijn droomen kwamen alle letters
van het alphabet, 'in verschillende groe
peeringen, maar steeds in afdeelingen van
zeven, aan zijn geest voorhij gemarcheerd,
maar h e t woord was er niet bij
Aan 't ontbijt was hij knorrig, vitterig,
door z'n slechten nacht.
Zijn vrouw «gaf maar geen antwoord,
zoo in den vroegen morgen was ze heele-
maal niet van zins om ruzie te maken.
Straks zou ze er nog eens lekker onder
kruipen dan vergat ze al z'n booze
woorden weer.... Buiten gekomen, rilde
hij.... Een fijne regen drensde neer, en
hij moest terug om z'n parapluie te halen
parapluie! Hij telde de letters al
weer.
Op z'n weg naar 't station zag hij ver
schillende woorden on winkels, ramen,
borden.... sigaren! Eén, twee, drie,vier,
vijf, zes, zeven!.Waarachtig.maar
toch wel een beetje gek.dat was
toch niet alleen voor reizigersHij
herinnerde zich ook, dat er nog een an
dere letter in voor proest komen, maar dat
was toch een a. alleen, die stond niet
op de vierde plaats,.... maar dat kon
misschien nog wel veranderd worden. En
welgemoed toog hij naar het station....
Bom!
Met een smak viel de huisdeur «toe
een gestommel op de trap.... en Bree-
man stoof de kamer in.... hoed 'op en
jas nog aan.
„Goeie God! Wat gebeurt er! gilde me
vrouw, opvliegend van haar stoel.
„Vrouwtje, jk heb het! Ik heb het!"
„Dat schijnt tenminste wel, kwam ze
als een koude douche over z'n opgewonden
heid.
„Hè, wat flauw.ach, je wilt me niet
begrijpen.... Ik heb het woord!"
„Maar nog niet het laatste, manlief!"
„Sjonge, sjonge, je hent „ad rem" van
daag hoor! Het woord van de puzzle heb
ik! j0 d'r nou eindelijk?"
„Zoo? Schrijf het dan maar gauw op,
voor dat je 't vergeet!"
„O, dat heb ik allang gedaan! Tn den
trein al. Weet je, wat het moest zijn.
„Nou?"
„Nu, raai 'ns!"
„Zeg, loop rond! Moot"ik nou soms nog
gaan puzzlen?"
„Citybag!"
„Zoo!"
„Ja, idioot hè, d ;t we daar niet direct
aan gedacht hebben....
„We? ik heb niet gedacht gisteravond,
anders had ik 't natuurlijk al dadelijk ge
vonden."
„Zeg, jij moet noodig schimpen op die
Amerikaansche dingen!.... Je hebt zelf
een aardige dosis „American bluff" over
je. Maar weet je hoe ik 't gevonden heb?"
„Doe nou eerst je goed 'ns uit.zie
zoo, geef maar hier, dan berg ik 't wel
weg.ga nou 'ns zitten ,want je mankt
me zenuwachtig met je gedraai.... Hè,
hè!.... Een kopje thee?...."
„Graag.dank je.moet je hooren,
zeg.... vanmiddag in den trein....
een paar collega's.zitten zwaar te hoo
rnen.... wa't nou wel 't handigste was,
om mee te nemen voor je monsters....
de een zei een vaUies, de andere een
tascheen actentasch
Plotseling stokte hij.bleef zijn vrouw
met verschrikte oogen aankijken....
„Man! wat is er?"
„M'n tasch...., die heb ik in den
trein.en daar zat nog al waarde
in.
„Goeie help! Hoe kom je ook zoo
dom
„Ja, in m'n verbouwereerdheid over dal
woord.'t Zal er direct naar infor-
meeren morgen.Enfin.ik heb nou
toch de oplossing. Zullen we maar ho
pen, dat ik den prijs van honderd gulden
win."
„Ik help het je wenschen.... Wanneer
Is de uitslag?"
„Laat 'n kijken.... den zestienden....
vandaag over een week
Maar 't verlies van z'n actentasch was
toch wel eenigszins een domper op z'n
overwinningsvreugde.
Geïllustreerde Nieuwsberichten in „De Leidsche Courant"
Een nieuwe Rubriek voor het Zondags
nummer onzer courant. Een Rubriek, die,
als zal blijken dat zij in den geest onzer
lezers valt, waarop wij meenen wel te
mogen rekenen om de 14 dagen zal wor
den geplaatst.
Wij stellen ons voor, berichten of gedeel
ten van berichten, die onder het Stads- of
Omgeving-nieuws in de laatste 14 dagen
in de „L. Crt." zijn opgenomen (de opname
van onderstaande eerste teckening Is wat
vertraagd) en die zich leenen voor een
geestige illustratie in ons Zondagsnummer
op to nemen met een bijgevoegde leuke
geestigo teekening.
Om deze Rubriek aantrekkelijk te maken
voor onze abonnó's zou het ons het aange
naamst zijn, indien zij zelf zorgden voor
den tekst. Men vindt toch onder het locale
nieuws soms een of ander als geknipt voor
een onderschrift voor een pittige, aardige
teekening.
Heeft dus een ahonné In de nummers
van de „L. Crt." van heden af tot en met
Vrijdag iets vermeld gevonden dat hij
daarvoor geschikt acht, hij zende het ons
op eu voor zijn moeite ontvangt hij een
gulden. Zijn er meerdere inzenders, dan
kiezen wij do beste Inzending uit of be*
slist het lot. Van heden af tot en met VriL»
dag a.s. is do termijn voor do eerste inzem
ding.
Hebben wij aldus verkregen een aardig
Idee of onderwerp, betrekking hebbende op
een of ander bericht van do laatste dagen
uit onze Nieuwsrubriek, dan zorgen wij,
voor onze rekening, voor een geestige
illustratie, waarvoor wij een uitstekende en
veel belovende kracht hebben verbonden
aan ons blad.
Een leder snuffelt dus eens onder do bo-»
richten van Stad en Omgeving of hij iets
geestigs vindt, geschikt voor ons doel. Soms
kan ook een spelfout geschikt ziin. ja
zelfs.... vergissingen in de Redaclio
(daarom doen wij liefst niet mee).
Redactie.
I
Wij geven hier zelf de eerste proeve.
Bericht voorkomende in L. Crt. 5 Oct.: zie Stadsnieuws Leiden.
„En had een agent den jongen vastgegrepen wat echter niet kon, omdat nllea
zoo ongeloofelijk snel in zijn werk is gegaan dan zou niet alleen fle jongen,
maar ook do agent van politie mee de lucht zijn ingegaan. Wat dan de gevolgen zou-*
den zijn geweest, wagen wij maar liever niet te voorspellen."
(L. C. 5 Oct
ZIE HIER, WAT ER ZOU GEBEUREN, ALS MEN REN AGENT VAN POLITIE,
DE LUCHT IN HAD ZIEN SLEUREN.
Het antwoord op den vraag: „Wat zou er zijn gebeurd,
Indien ook de agent in 't luchtruim was ges Eu- ,J"
Ligt, dunkt me, voor den hand, want dan was onze stad,
De eerste toch geweest, die luchtpolitie had.
Want dat die" eenmaal komt, is quaeslio slechts van tijd.
Misschien dat gij nog eens getuige er van zijt,
Hoe door het hemelruim de lucht-Fordauto snort,
En lucht-verkoersagent dan dringend noodig wordt.
Een week later....
Zenuwachtig greep hij dien avond de
krant.
„Staat de uitslag d'r in, man! Lees 'ns
vooi-."
j,Even kijken.... daar heb ik 'm....
ja, zie je wel.... citybag.... wacht....
Do eerste prijs, zijnde hondord gulden,
werd toegekend aan Mevrouw A. J. Bree-
manVan den BergVan den Berg?.
aan wie bereids een postwissel is verzon
den. Van den BergMarieheb
jij
„Jat" lachte ze hartelijk. Ik heb 's mor
gens de krant van de huren gevraagd.
nou. en toen had ik 't in een kwartier
gevonden
„Alles?.ook?.
„Ook jouw woord. Dat had ik al da
delijk.
„Hoe is 't nou toch mogelijk....! En
ik. Nu, je houdt me voor den gek.
je hebt 't zeker van mij overgeschreven.
„Zeg, waar zie je me voor aan? Je
kunt er navraag naar doen, boor! Ik heb
'm trouwens direct al opgezonden, dus je
zou naar 't poststempel kunnen informee-
ren
„Nou, nou, maak je niet kwaad, ik geloof
je wel.... maar 't is kras, hoor!"
„Wou jo nog zeggen, dat ik niet alles
kan, als 't moet?!"
„Heb je nog een kopje thee voor me,
Marie?.
IN DEN OOGST.
Zware wagens, met een koppel paarden,
reden over den steenweg, hoog beladen
met schoven en den langen later er vast
hoven over, dat liet graan nog oópuilde. Do
paardenhoeven sloegen vlug op de keien:
„klep! klap, klep!" en de afhangende hal
men reuzelden over de wielen.
Maar in den lommer van den kerktoren
zat Gust uit te blaren op de priemen van
zijn kruiwagen, voorover, met den krui-
band los over zijn gestreept hemd, zijn
beenen wijd uileen en zijn handen tus
schen zijn beenen.
't Was een zware vracht, die op zijn
kruiwagen lag, en aan weerskanten hin
gen de korenaren tot in 't zand.
Hij had den meester niet gehoord, dio
juist uit school kwam en vriendelijk op
zijn schouder klopte. Gust verschrok, draai
de zijn kop en werd nog rooder tot achter
in zijn haar, lijk een kwajongen, dio bo-t
trapt wordt op krieken te stolen.
Do meester koek hem een stond minzaam
in de oogen, zei geen woord, en wees dun
met zijn kin naar de kerk. Gust begreep,
knikte dan en zei:
Ja!
Ik heb het gedacht! zei do moester.
Door het venster van de school had hij
Gust verscheidene keeren zien voorbijrij
den met zijn vollen kruiwagen, on telkens
was hij blijven adem scheppen vlak voor
de kerkdeur. lederen keer met zijn gezicht
naar de kerk, en zijn handen te zamon
tusschen zijn beenen, of hij aan 't bid
den was.
'k Heb het gedacht, Gust. 'k Ileh u
heel den dag doende gezien met het bin
nenhalen van uwen oogst. Ik kon u van
als ge bij mij in de school zat. En 'k
peinsde in mijn eigen: Gust bedankt On
zen Lieven Heer voor iedere lading van,
zijn oogst!
Gust lachte:
Rechtuit gesproken, meester; 'k zou
eigenlijk lust hebben om elke vracht de
kerk binnen te rijden, door den midden
gang, tusschen do stoelen door, tot op 't
koor, ja vlak bij den outer waar Onze
Lieve Hoer woont. En daar mijn kruiwa
gen eens opschudden en zeggen: Dank U,
Heer, voor mijn oogst! Gij hebt hem laten
groeien en.... Maar alla, 'k houd mij in
en doe het hier voor de deur. Hij zal 't
ginder ook wel hooren!
Gust trok een halm uit een schoof, stak
haar in zijn mond en knabbelde er op
Want zijn oudste dochterken Miekon
kwam hem tegengegaan met in haar.hand
een boterham waar de pruimonspijs eet
vingerdik op lag.
Dag meestor!.... Vader! zei Mieken
en ze beet smakelijk door don boterham
dat de pruimenspijs in haar neusgaten
kroop.
De meester bezag de vinnige oogkens eo
de blozende kaken van het jong:
En wat hebt ge toch allemaal gezon
de kinderen, Gust! Voor die moogt ge
Onzen Lieven Heer ook wel bodanken.
Of ik dat doe, moester. Dat kunt ge
denken. Ik heb geen wagens of paarden»,
ik hoer maar stillekens aan, maar ik ver*;
dien, Goddank, toch genoeg om vrouw obE
kinderen goed den kost te geven. Ik kaPE
verdragen, dat andere monschen meeïj
hebben dan ik, en groote schuren vol fltaV»
pelen..., Of»