r EEEJ31 KALENDER DER WEEK I Mg Als niet anders wordt aangegeven jsi iu deze week iedere H. Mis Gloria en Qj.,^0 cn heeft de gewone Prefatie. ZONDAG 25 Oct. Een en twiptig- [eZondag na Pinksteren. Mis: 'avoluntate. Gloria. 2e gebed v. d. g, Chrysanthus en Darius, Martelaren, A Gunctis. Credo. Prefatie v. d. Aller heiligste Drieëenheid. Kleur: Groen: De H. Kerk stelt ons voor oogen den ge- duldigen Job, wiens geschiedenis ons leort hoe God dikwijls juist de braven, die hun plicht doen, bezoekt met kruisen en weder waardigheden, van hen vooral offers vraagt. (Offertorium). Id die tijden van beproeving moeten wij, jls Job, sterk zijn in -den Heer, ons toe tsten met het schild des geloofs en met het zwaard van het Evangelie van den gekruisten Christus, ora sterk te staan te genover Satans bekoringen (Epistel). 't Moet in ons als vleesch en bloed zijn, dat wij in tegenspoed, 't zij naar het li- dach, 't zij naar de ziel, tóch gelukkig zijn, als wij Gods H. Wet onderhouden. (In troïtus). In 't bewustzijn van onze schuld, maar met onderwerping aan Zijn H. Wil, mogen wij echter gerust bidden tot den God van goedheid en barmhartigheid om medelijden (Evangelie), om bevrijding van ons kruis (Gebed), om een welwillende aanvaarding van ons Verzoeningsoffer (Stilgebed), om hulp tegen wie ons ver volgen (Communio), om verlossing uit het land onzer verdrukking (Alleluja-vers) en door de kracht van de Spijze dpr onsterfe lijkheid eeuwig te mogen wonen in het ons Hoofde land, den hemel. (Postcom- munio). MAANDAG 26 Oct. Mis v. d. H. Eva- stus, Paus en—Martelaar: Statuit. Glo ria. 2o gebed A Gunctis, 3e naar keuze v. d. pripsfer. Kleur: Rood. DINSDAG. 27 Oct. V i g 1 1 i e v. d. ÏT.H. i m o n en Judas, Apostelen. I n t r o t. 2e gebed Cored e (ter eere van Maria), 3e voor Kerk of Paus. leur: Paars. WOENSDAG 28 Oct. Feestdag v. H.ïï. Simon en Judas, Apos- elen. Mis M i h i a u t e m. Gloria. gebed voor den Bisschop (zie in het lisboek bij de Verjaringsmis der Bis- chopswijding). Credo. Prefatie der Apos- elon. Kleur: Rood. H. Simon, bijgenaamd de IJveraar, iredikte den leer van Christus in Mesopo- amië. Judas, die een brief geschreven loeft, welke behoort tot de TT. Schrift, 1.1. de brief van den H. Apostel Judas, !n die ter onderscheiding van Judas Tsca- iolh, den verrader, genoemd wordt Ju- las Thaddeus (lofspraak), doorreisde, iet Evangelie predikend, Egypte. Later dnnen beiden in Perzië zeer velen voor Christus en sterven daar den mar dood, DONDERDAG 20 Oct. M i s v. d v o- gen Zondag (21e) n a P i n k- ,1e r e n: In v o I u n t a t e. 2e ge bed A Cunctis, 3e naar keuze v. d. pries ter. Kleur: Groen. VRIJDAG 30 Oct. Mis als g i s- ZAtERDAG 31 Oct. Vigilie van Allerheiligen. Geboden rasten en onthoudingsdag. Judicant. 2e gebed van den H. Geest, ie voor de Kerk, 4e voor den Paus. Kleur: ALB. M. KOK. Pr ilan die vogel.dan die grashalm!. loekt dus eerst het Rijk Godsen al het iverige zal u worden toegeworpen." Op mijn bureau van het Credit Lyon- lais zou men geen woord begrijpen van 1 wat je daar zegt Anderen begrijpen wèl en vervolma- en de eeuwen door, de gouden keten van [liefdadigheid!.... Ik hoop zeker op DÜn weg de proyidentieele ziel te ontmoe ten, die mij het brood zal reiken op den «k, dat ik honger lijd, als ooit die dag oor mij mocht komen. Even werd neef Maillet nijdig. Dus je hebt nu twaalf jaar gestu urd om jammerlijk te vervallen aan de penhare liefdadigheid! Keen.niet aan de openbare. an die van hen, die denzelfden God lief- lebhen als ik zelfen die is heel zoet lffldal ze haar oorsprong vindt in 't Hart an den Meester.... trouwens, de Ghris- i zelfs geen steen om Zijn hoofd te doen rusten. Hij was Christus! -> Dat is waar, maar ik zal ook een Mje een andere Christus wezen. Je bent niet goed wijs!. 0, dat gij de waarheid spreekt.... '°?e ik dwaas worden van de sublieme waasheid van het kruis!.... Dat ik ooit begrijpen de eer, die God mij aan- oot met mij tot Zijn priester uit te kie- de middelaar tusschen Hem en de en die Hem zoekende steun van Hem gevonden hebben!..... Priester ön-vooral in dezen tijd!.... Te we- men een ideaal heeft te midden ar' «cn maatschappij, die daar niet meer 3ngelooftin zich voelen trillen tee rheid en medelijden.. ..en dit onhaat- Notig ten dienste te stellen van het goe- en eens heen te gaan, terwijl men jj 1 Van de wereld verlangd heeft. Zelfs j!900 frs. van het gouvernement! e seminarist schudde de hand van zijn Kef. Haar ik blijf eeuwig dankbaar F ,Dwe goede bedoelingen ten mijnen Hike/6 treffende huishoudelijke ^eb ffez(?gH huishoudelijke ar- en--.. maar als je iets anders gewild bijv. in het kruideniersvak?. ee& slagerijof boekhouder in ft*azar van het „Hotel-de-ViHe".... kl 8p®cteur bij de gasfabriek!.... Maar seeft alweer veel mindor..... Kom beste neef, laten we nu gaan! De twee mannen keerden terug naar het gezelschap, beiden ontroerd en rood van opwinding Een beetje overdreven is je jonge zoon!.... zeido Maillet. Vindt je dat, neef?. In ieder gevalhij zal niet het meest -in 't gezin inbrengen. Wie weet, neeflief....? Misschien zal 't juist bij zijn die 't meeste zal ge ven En, gemakkelijk gezeten op zijn stoel, met zijn pijpje tusschen de tanden, glim lachte vader Melot, de glimlach van den voorvader, die weet dat „goed ras zich niet verloochent", dat zijn zoon aan God getrouw zal blijven in 't uur van den strijd.... en vooral.... dat niet een ge slacht meer verrijkt dan door de herinne ring aan een priesterkleed, dat arm en ze genend door de genealogie is heen ge gaan. PIERRE L'ERMITE. HET 0NT3FPKENQE W0(Jj?D. Een Kruiispuzzle-Geschiedenis. „Zeg man, moet je hooren!" „Wacht ewn, Marie, een oo^enblikje. „Wat :s ,er dan Eb jasses alweer zoo'n ding? Zoo'n kxuispuzzle? Bah, wat je daar nou aan vindt!" Mevrouw Breemam trok verachte1 ijk den neus op, vouwde met, veel geritsel de krant o<pen, waarvan ze de voorpagina had doorzien, en spreidde het blad voluit op de tafel. ,,Tne nou Marie!" „Hè? Wat?" deed ze quasi verbaasd. „Nou zegboe, doe die krant nou een eindje weg." „Puzzel jij nou maar, en laat mij le zen!" „Ja maar..., moet ik soms op den grond ge an ziften? Dadel'jk stoot ik de kopjes d'r af." „Dan zet ze maar even op de theetafel". „Doe 't zelf, jij zit er 't dichtst© bij Hè, jandorie, kindje, wat ben je vervelend vanavond." „Ben ik vervelend? Of jij! Met je kruis- raadsels! Geen woord krijg ik meer van jou den heelen avond. Je pent ze allemaal in de puzzles weg'k Wou maar, dat die rage weer voorbij was." „Kom, kom, je bent weer 'n beetje aan 't doorslaan Dat uurtje, dat ik besteed aan 't oplossen ran zoo'n dingIk heb zie toch altijrl zóó „Wat je zóónoemf een uurtje, phoe! Nee, maar hou wordt-ie goed!.... Noem jij van negen tot elf een uurtje? Nee, da's nop toch „Weet je, hoe het nou komt, dat jij d'r zoo over raast? Hè? Zal 'k je vertellen. Dat komt nergens anders door, dan dat je 't zelf niet kent. „W&t zeg je? Niet kunnen? D'r is nog al wat aan! Gós! Om zoo'n prutsding op te lossen!" „Nou, waarom doe je 't dan niet?" „Omdat ik d'r niet om geef!" „Haha! Ook een uitvlucht!.... Nee, juffertje, allemaal grootsprekerij van je Je kunt 't niet!" „Ik kan alles, als 't moet!" „Haha! Nee maar!!" „Nou, wie heeft laatst het rooster weer in de kachel gekregen? Wie heeft 't zeil in de keuken gelegd?" ,,'t Zeil in de keuken? Ik!" „Ja, je hebt 't vastgespijkerd in dat hoekje, maar wie heeft 't uitgemeten en geknipt?" ,Toe, hou nou asjeblieft op met je hui selijke bezigheden gewurm.Hè! verdikk»~A Nou had ik daarnet zoo'n goed woord voor negen horizontaal, en nou ben ik 't weer kwijt." Mevrouw ^pruttelde nog wat, maar haar ega luisterde niet meer, zat wij.sgeerig met 't potlood tegen z'n hoofd te tikken, of staarde naar 'f plafond van de kamer, ho pend waarschijnijk dit door het wonder verdeeld te vinden in witte en zwarte vak ken, en nummer negen horizontaal in alle glorie daarop te zien verschijnen.... Af en toe krabbelde hij wat neer, totdat bij eindelijk zich zenuwachtig over 't pa pier boog en bleef schrijven, 't Ging schijnbaar goed. Zijn vrrouw gluurde af en toe onderuit naar z'n gedoe, nieuwsgierig. Een tijd lang zat hij weer stil.gooi de dan z'n potlood neer.... floot eens... stak de handen in de zakken.... strekte de beenen onder tafel.... sprong op.... stak z'n neus omhoog.wandelde de kamer rond, krabbelde z'n hoofd.... „Zeg! Loop je op je trein te wachten?" Mijnheer was handelsreiziger in. papier waren. „Hè? Wachten....? O!Nee maar nou zoek ik al een kwartier.... Nou mankeer ik één wóórd, en dat kan ik maar niet vindén.En 't betreft mijzelf nog al„Iets voor reizigers" staat er, en 't moeten zeven letters zijn. De tweede letter is i van kist, da's /ast en zeker goed, want de t komt weer uit met teen en de s met vastenavondl" „Ik dacht dat je 'm zóó had?" sarde mevrouw. „Hè, wat hen je lollig!.Nou, jij kan alles, los jij 'm dan 'ns op!. „Geef maar hier. „Nee, die is goed, nou die bijna klaar is, op één woord na.... Nee, Marietje. ik zal 'm nateekenen, en dan moet je 't doen". „Teeken jij nou maar niksmeerna! Weet je, hoe laat het al is? Tien over elven?" „Goeie help! En ik moet morgen den trein van half acht hebben.hè. ellendig dat 'k dat ding nou niet kan vinden.... D'r is een prijs van honderd gulden aan verbonden". „Net of je die zoo maar hebt! D'r zijü toch meer liefhebbers?" „Ja, maar deze is nog al moeilijk, dus de kans is groot, dat je wat wint. Nog tien andere prijzen zijn d'r". „Nouik hoop voor jou, dat je het wint, maar nou ga ik naar bed" En ze geeuwde ongegeneerd, tot ze de tranen er van In de oogen kreeg. „Marie nou tochl" Mijnheer was sterk gesteld op vormen, ook binnenshuis. „Wat is, manlief?" „Nou.... dat geeuwen van je!" „Als ik nou toch slaap hebl Trouwens, wie ziet het hier?" „Tel ik dan niet mee?". „Natuurlijk, schat van een man!" en plagerig streek ze hem onder de kin. Maar hij, gemelijk, vooral, omdat hij dat woord niet kon vinden, weerde stug af. „Kom, komt" kwam ze luchtig, „wat is dat non? Omdat je dat woord nou niet hebt? Wil ik 't morgen voor je opzoeken?" „Ach, jij...., schei nou asjeblieft maar uit „Zeg, als je nog eens wat weet! Dat zie je alweer, aangeboden hulp is zelden welkomNou, zoek 't zelf dan maar uit, hoor!" Hij merkt, dat ze nu in ernst nijdig werd, en draaide bij. „Nou, zoo is 't niet bedoeld. Jij bent zoo gauw op je teentjes getrapt!" „Nee.Maar heb je nou toch ooit. ik op m'n teentjes getraptIk?! En wie snauwt er dan den heelen avond?" „Nou, nou, goed dan.... Maar nou In 's hemelsnaam geen scène! Zal ik morgen die puzzle dan nateekenen?" „Loop heen met je puzzle. Heb je nog niet genoeg aan je hoofd?" „Da's waar, schattevrouw, jij bent al een volmaakte puzzle voor me!" ,,'t JZou d'r nog bij moeten komen, dat ik een kruis voor je was, dan had je een kruiswoordraadsel getrouwdl" „Nou.soms. -,Wel te rusten!" Ze was de kamer al uit. In bed lag hij nog lang te soezen over dat woord.... Lam nou toch, dat hij 't niet kon vinden.... Nog 'ns kijken, wat nam je altijd mee op reiskoffer.... nee, dat waren zes letters.... trouwens, de tweede is o.kisten.ook niet.. necessaire.... veel te veel letters.... handtasch.weer mis.... miss.... missaal.... dat kwam uit.... maar dat nam je toch niet mee op reis.mi. H..ri..li..literatuur! hè jamme? te veel lettersgi In zijn droomen kwamen alle letters van het alphabet, 'in verschillende groe peeringen, maar steeds in afdeelingen van zeven, aan zijn geest voorhij gemarcheerd, maar h e t woord was er niet bij Aan 't ontbijt was hij knorrig, vitterig, door z'n slechten nacht. Zijn vrouw «gaf maar geen antwoord, zoo in den vroegen morgen was ze heele- maal niet van zins om ruzie te maken. Straks zou ze er nog eens lekker onder kruipen dan vergat ze al z'n booze woorden weer.... Buiten gekomen, rilde hij.... Een fijne regen drensde neer, en hij moest terug om z'n parapluie te halen parapluie! Hij telde de letters al weer. Op z'n weg naar 't station zag hij ver schillende woorden on winkels, ramen, borden.... sigaren! Eén, twee, drie,vier, vijf, zes, zeven!.Waarachtig.maar toch wel een beetje gek.dat was toch niet alleen voor reizigersHij herinnerde zich ook, dat er nog een an dere letter in voor proest komen, maar dat was toch een a. alleen, die stond niet op de vierde plaats,.... maar dat kon misschien nog wel veranderd worden. En welgemoed toog hij naar het station.... Bom! Met een smak viel de huisdeur «toe een gestommel op de trap.... en Bree- man stoof de kamer in.... hoed 'op en jas nog aan. „Goeie God! Wat gebeurt er! gilde me vrouw, opvliegend van haar stoel. „Vrouwtje, jk heb het! Ik heb het!" „Dat schijnt tenminste wel, kwam ze als een koude douche over z'n opgewonden heid. „Hè, wat flauw.ach, je wilt me niet begrijpen.... Ik heb het woord!" „Maar nog niet het laatste, manlief!" „Sjonge, sjonge, je hent „ad rem" van daag hoor! Het woord van de puzzle heb ik! j0 d'r nou eindelijk?" „Zoo? Schrijf het dan maar gauw op, voor dat je 't vergeet!" „O, dat heb ik allang gedaan! Tn den trein al. Weet je, wat het moest zijn. „Nou?" „Nu, raai 'ns!" „Zeg, loop rond! Moot"ik nou soms nog gaan puzzlen?" „Citybag!" „Zoo!" „Ja, idioot hè, d ;t we daar niet direct aan gedacht hebben.... „We? ik heb niet gedacht gisteravond, anders had ik 't natuurlijk al dadelijk ge vonden." „Zeg, jij moet noodig schimpen op die Amerikaansche dingen!.... Je hebt zelf een aardige dosis „American bluff" over je. Maar weet je hoe ik 't gevonden heb?" „Doe nou eerst je goed 'ns uit.zie zoo, geef maar hier, dan berg ik 't wel weg.ga nou 'ns zitten ,want je mankt me zenuwachtig met je gedraai.... Hè, hè!.... Een kopje thee?...." „Graag.dank je.moet je hooren, zeg.... vanmiddag in den trein.... een paar collega's.zitten zwaar te hoo rnen.... wa't nou wel 't handigste was, om mee te nemen voor je monsters.... de een zei een vaUies, de andere een tascheen actentasch Plotseling stokte hij.bleef zijn vrouw met verschrikte oogen aankijken.... „Man! wat is er?" „M'n tasch...., die heb ik in den trein.en daar zat nog al waarde in. „Goeie help! Hoe kom je ook zoo dom „Ja, in m'n verbouwereerdheid over dal woord.'t Zal er direct naar infor- meeren morgen.Enfin.ik heb nou toch de oplossing. Zullen we maar ho pen, dat ik den prijs van honderd gulden win." „Ik help het je wenschen.... Wanneer Is de uitslag?" „Laat 'n kijken.... den zestienden.... vandaag over een week Maar 't verlies van z'n actentasch was toch wel eenigszins een domper op z'n overwinningsvreugde. Geïllustreerde Nieuwsberichten in „De Leidsche Courant" Een nieuwe Rubriek voor het Zondags nummer onzer courant. Een Rubriek, die, als zal blijken dat zij in den geest onzer lezers valt, waarop wij meenen wel te mogen rekenen om de 14 dagen zal wor den geplaatst. Wij stellen ons voor, berichten of gedeel ten van berichten, die onder het Stads- of Omgeving-nieuws in de laatste 14 dagen in de „L. Crt." zijn opgenomen (de opname van onderstaande eerste teckening Is wat vertraagd) en die zich leenen voor een geestige illustratie in ons Zondagsnummer op to nemen met een bijgevoegde leuke geestigo teekening. Om deze Rubriek aantrekkelijk te maken voor onze abonnó's zou het ons het aange naamst zijn, indien zij zelf zorgden voor den tekst. Men vindt toch onder het locale nieuws soms een of ander als geknipt voor een onderschrift voor een pittige, aardige teekening. Heeft dus een ahonné In de nummers van de „L. Crt." van heden af tot en met Vrijdag iets vermeld gevonden dat hij daarvoor geschikt acht, hij zende het ons op eu voor zijn moeite ontvangt hij een gulden. Zijn er meerdere inzenders, dan kiezen wij do beste Inzending uit of be* slist het lot. Van heden af tot en met VriL» dag a.s. is do termijn voor do eerste inzem ding. Hebben wij aldus verkregen een aardig Idee of onderwerp, betrekking hebbende op een of ander bericht van do laatste dagen uit onze Nieuwsrubriek, dan zorgen wij, voor onze rekening, voor een geestige illustratie, waarvoor wij een uitstekende en veel belovende kracht hebben verbonden aan ons blad. Een leder snuffelt dus eens onder do bo-» richten van Stad en Omgeving of hij iets geestigs vindt, geschikt voor ons doel. Soms kan ook een spelfout geschikt ziin. ja zelfs.... vergissingen in de Redaclio (daarom doen wij liefst niet mee). Redactie. I Wij geven hier zelf de eerste proeve. Bericht voorkomende in L. Crt. 5 Oct.: zie Stadsnieuws Leiden. „En had een agent den jongen vastgegrepen wat echter niet kon, omdat nllea zoo ongeloofelijk snel in zijn werk is gegaan dan zou niet alleen fle jongen, maar ook do agent van politie mee de lucht zijn ingegaan. Wat dan de gevolgen zou-* den zijn geweest, wagen wij maar liever niet te voorspellen." (L. C. 5 Oct ZIE HIER, WAT ER ZOU GEBEUREN, ALS MEN REN AGENT VAN POLITIE, DE LUCHT IN HAD ZIEN SLEUREN. Het antwoord op den vraag: „Wat zou er zijn gebeurd, Indien ook de agent in 't luchtruim was ges Eu- ,J" Ligt, dunkt me, voor den hand, want dan was onze stad, De eerste toch geweest, die luchtpolitie had. Want dat die" eenmaal komt, is quaeslio slechts van tijd. Misschien dat gij nog eens getuige er van zijt, Hoe door het hemelruim de lucht-Fordauto snort, En lucht-verkoersagent dan dringend noodig wordt. Een week later.... Zenuwachtig greep hij dien avond de krant. „Staat de uitslag d'r in, man! Lees 'ns vooi-." j,Even kijken.... daar heb ik 'm.... ja, zie je wel.... citybag.... wacht.... Do eerste prijs, zijnde hondord gulden, werd toegekend aan Mevrouw A. J. Bree- manVan den BergVan den Berg?. aan wie bereids een postwissel is verzon den. Van den BergMarieheb jij „Jat" lachte ze hartelijk. Ik heb 's mor gens de krant van de huren gevraagd. nou. en toen had ik 't in een kwartier gevonden „Alles?.ook?. „Ook jouw woord. Dat had ik al da delijk. „Hoe is 't nou toch mogelijk....! En ik. Nu, je houdt me voor den gek. je hebt 't zeker van mij overgeschreven. „Zeg, waar zie je me voor aan? Je kunt er navraag naar doen, boor! Ik heb 'm trouwens direct al opgezonden, dus je zou naar 't poststempel kunnen informee- ren „Nou, nou, maak je niet kwaad, ik geloof je wel.... maar 't is kras, hoor!" „Wou jo nog zeggen, dat ik niet alles kan, als 't moet?!" „Heb je nog een kopje thee voor me, Marie?. IN DEN OOGST. Zware wagens, met een koppel paarden, reden over den steenweg, hoog beladen met schoven en den langen later er vast hoven over, dat liet graan nog oópuilde. Do paardenhoeven sloegen vlug op de keien: „klep! klap, klep!" en de afhangende hal men reuzelden over de wielen. Maar in den lommer van den kerktoren zat Gust uit te blaren op de priemen van zijn kruiwagen, voorover, met den krui- band los over zijn gestreept hemd, zijn beenen wijd uileen en zijn handen tus schen zijn beenen. 't Was een zware vracht, die op zijn kruiwagen lag, en aan weerskanten hin gen de korenaren tot in 't zand. Hij had den meester niet gehoord, dio juist uit school kwam en vriendelijk op zijn schouder klopte. Gust verschrok, draai de zijn kop en werd nog rooder tot achter in zijn haar, lijk een kwajongen, dio bo-t trapt wordt op krieken te stolen. Do meester koek hem een stond minzaam in de oogen, zei geen woord, en wees dun met zijn kin naar de kerk. Gust begreep, knikte dan en zei: Ja! Ik heb het gedacht! zei do moester. Door het venster van de school had hij Gust verscheidene keeren zien voorbijrij den met zijn vollen kruiwagen, on telkens was hij blijven adem scheppen vlak voor de kerkdeur. lederen keer met zijn gezicht naar de kerk, en zijn handen te zamon tusschen zijn beenen, of hij aan 't bid den was. 'k Heb het gedacht, Gust. 'k Ileh u heel den dag doende gezien met het bin nenhalen van uwen oogst. Ik kon u van als ge bij mij in de school zat. En 'k peinsde in mijn eigen: Gust bedankt On zen Lieven Heer voor iedere lading van, zijn oogst! Gust lachte: Rechtuit gesproken, meester; 'k zou eigenlijk lust hebben om elke vracht de kerk binnen te rijden, door den midden gang, tusschen do stoelen door, tot op 't koor, ja vlak bij den outer waar Onze Lieve Hoer woont. En daar mijn kruiwa gen eens opschudden en zeggen: Dank U, Heer, voor mijn oogst! Gij hebt hem laten groeien en.... Maar alla, 'k houd mij in en doe het hier voor de deur. Hij zal 't ginder ook wel hooren! Gust trok een halm uit een schoof, stak haar in zijn mond en knabbelde er op Want zijn oudste dochterken Miekon kwam hem tegengegaan met in haar.hand een boterham waar de pruimonspijs eet vingerdik op lag. Dag meestor!.... Vader! zei Mieken en ze beet smakelijk door don boterham dat de pruimenspijs in haar neusgaten kroop. De meester bezag de vinnige oogkens eo de blozende kaken van het jong: En wat hebt ge toch allemaal gezon de kinderen, Gust! Voor die moogt ge Onzen Lieven Heer ook wel bodanken. Of ik dat doe, moester. Dat kunt ge denken. Ik heb geen wagens of paarden», ik hoer maar stillekens aan, maar ik ver*; dien, Goddank, toch genoeg om vrouw obE kinderen goed den kost te geven. Ik kaPE verdragen, dat andere monschen meeïj hebben dan ik, en groote schuren vol fltaV» pelen..., Of»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1925 | | pagina 13