AÏan'd; ze ïs voor 'de regeoring onaanneme
lijk, venals die van eten heer de Visser.
iSpr. bestrijdt de motio-Marchant. De mo-
(tie van den heer ter Laan betreffende het
Deorgan scerd Overleg geeft spr. aanlei-
Iding te verklaren, dat het Georganiseerd
(Overleg onder bepaa'de omstandigheden
jwel nuttig zou kunnen werken en dan op
ppr.'s volle medewerking zou kunnen re
kenen.
De heer J. Ter Laan CS. D. A. P.)
jtripKc&rt. Het gaat om de vraag of de
jtegeering in het Georganiseerd Overleg
1de organisaties als een behoorlijke tegen
partij erkent. Spr. wijzigt in zijn eene mo
tie de woorden „in uitzidht gestelde ver
pachtingen" in „opgewekte vcrwaehtin-
De heer Marchant (V. D.) blijft bij
pijn meening, neerge'egd in zijn motie-,
(welke verkeerd beoordeeld wordt. De Re-
gecring begrijpe dit; de ambtenaren blij
ven anders in de misère zitten. Een belof-
jbe, een garantie van dezen Minister is ab
soluut niets waard.
M'nister Co lijn protesteert hiertegen;
hij heeft aan art. 40 part noch deel ge-
bad (rumoer, de Voorzitter hamert; de
beer üuymaer van Twist roept den heer
Marchant toe; Schandelijk!) Spr. verde
digt zijn houding nader.
De Voorzitter verzoekt van de ge
reserveerde tribune niet te roepen, anders
ea' hij haar laten ontruimen.
Minister Col ij n zal het voortaan mopi-
lijk vallen, met den heer Marchant te do-
batteeren.
De heer Marchant houdt vol dat
deze minister meerdere toezeggingen niet
beeft nagekomen. In het dagelijksch leven
p'emen wij dit: schending van de goede
trouw, wien dat ook betreft
De Voorzitter dankt de Regeer'ng
(«oor do verstrekte inlichtingen.
De m o t i e-T er Laan in zake Ge
organiseerd Overleg wordt
verworpen met 40 tegen 26 stemmen
(Voor de soc.-dem., vrD'z.-dem.. alsmede
de beeren Veraart en Moller (R. K.) en
.Arts (R K. V.)
De moti e-D e Visser wordt v er-
jworpen; vóór alleen de heer De Vis
ser.
Het eerste deel der tweede motie-
Ter Laan wordt verworpen met
49 tegen 25 stemmen; het tweede deel bij
pillen en opstaan.
De moti e-M archant wordt ver
worpen met 50 tegen 24 stemmen.
De Voorzitter huldigt den heer
Goedhart die 1 November aftreedt als di
recteur van de stenografische inrichting
[(applaus).
De Voorzitter verdaagt de vorga-
derin om $.40 tot den 3d en November a 8.
STADSNIEUWS
Een onderhoud met
Jhr. Mr. Dr. N. C. de Gijselaar.
Zooals medegedeeld, heeft mevr. W.
van Italliov. Embden een onderhoud
gehad met den Burgemeesterrt..1&ak.£iï 4a
waaraan wij hier een en ander willen
ontleenen.
De samenspreking werd gehouden in de
burgemeesterskamer op het Raadhuis.
Het gesprek begon met een praatje over
het versleten vloerkleed, en de kapotte
gordijnen, het goedkoop behangsel-pa
piertje in dat regentenverblijf met prach
tige zoldering en prachtige schoorsteen.
Dan informeerde mevr. v. Ttallie naar
de familie van den burgemeester.
„Daar tegen den muur hangt mijn oud
oom; hij heette Kees. En zoowaar: bijgaf
zijn naam aan de „Keeuzen", de patriot
ten, de tegenstanders van Willem V, de re
volutionairen van die dagenI"
„Van dien oud-oom hebt dan niet veel
geestelijk bloed geërfd!"
„Ik ben afgedwaaldof hij! Want,
kijk, wat mij rehabiliteert: zijn broer,
Juist, was een verwoed orangist".
„Zal wel eens moeilijkheden hebben ge
geven in den familiekring".
„Och kom! Zoodra ze de huiskamer
binnen kwamen was toch alle politiek ver
geten! Je kon dien Kees ook niet vergelij
ken met een modern democraat: hij was
staatsgezind: hij wou den Prins weg heb
ben. Voilé!
Maar nou komt de aardigheid: toen de
Pru isen binnenvielen om den Prins te
helpenjoeg Kees als een haas de
grenzen over. 'k Neem het hem niet
kwalijk.... 't is menschelijk. In den
Fran^chen tijd, natuurlijk, is hij terugge
komen. En raadt u nu eens waar hij is
gaan wonen? In Leiden. In welk huis? In
mijne".
Een energieke ruk trok de lorgnet van
iflen neus-punt; ze tikte de tafel om de
Aandacht te spannen.
„Dus dat blóéf dan het familiehuls?"
„Heelemaal niet. Na een paar geslach-
$en werd het verkocht. Ik wist van niets;
lk nam 't huis over van den vorigen bur
gemeester. Een nicht van me, mevrouw
Beelaerts van Blokland een afstamme
linge van dien „rooien", begrijpt u
komt bij me op bezoek én zegt: „In dit
huis ben ik geboren". Zóó kwam 't uit".
„De geest van dien „rooien" spookt in
ïat huis wel niet rond!"
Plots de hautaine geslotenheid. „Vraagt
me niet naar mijn politieke gevoelens".
Opeens weer gemoedelijk, om den in-
Hruk weg te wisschen: ,,'k .Ben een vree-
felijk onafhankelijk man, moet u weten,
Aen soort EinspSnner".
De heer De Gijselaar vertelde vervolgens
frerder over zijn jeugd.
„Ging u op de gewone school?"
„'k Begon op een particuliere; 'k was
le jong voor de openbare, en zoo duvelsch
Ondeugend thuis.... ik moest de deur
Uit- Op school was lk zoet. Liep keurig
Aan het handje van Meester Bloot. Die
bracht mo in persoon thuis, vanwege 't
gevaar mot al dat water, 'k Heb hem nog
tnijn dissertatie gestuurd. Toen lk met zes
laar op do stadsclrool kwam, kon ik al
lezen en schrijven."
L »,Dat gaf een voorsprong."
„En daar kon je wat mee doen in dien
tijd! De school bestond.uit één lokaal;
twee roeden aan het plafond: moest ze
worden gesplitst in klassen, de gordijnen
trokken toe. Rekenen mocht iedor zoo
ver als hij kon; je gebruikte 't vervolg-
boekje van Boeser, dat bij je hersens
paste. Dan pikte Elswoud het schit
terende hoofd van do school die en die
jongen uit: „Ga mee naar de huiskamer
voor een extra-les." Geschiedenis b.v. De
grond van alle drie de moderne talen
werd daar uitstekend gelegd."
„Hoe is 't mogelijk."
„Daarom moet ik altijd lachen als ik
die geweldige eischen hoor van 't onder
wijs tegenwoordig, en ik 't pover resul
taat aanschouw op de leerlingen."
„Waaraan schrijft u dat toe?"
„De onderwijzers hadden liefde voor hun
vak, toewijding voor de kinderen. Dat moogt
u gerust neerschrijven. Elswoud was een
beroemd man bij 't openbaar onderwijs;
tegelijk hoofd van de Liberale Partij in
Gorcum,"
„Gingen uw vader's sympathieën dien
kant uit?"
„Hij bezat óók geen politieke ader."
„En daarop volgde bet gymnasium?"
„Bestond niet. Do Latijnscho School bij
den Ds. aan huis, was juist ter ziele. Ik
ging naar de H. B. S.; kwam dadelijk in
de tweede klas."
„Hoe hebt u dat klaargespeeld?"
„Je werkte op school vooruit, als je
wou."
„De „knappen" kwamen beter tot hun
recht."
„De differentiatie groeide langs na
tuurlijken weg".
„Wat waren uw lievelingsvakken?"
,,'k Hield van vreeselijk veel dingen.
Talen beschouwde ik als hulpvakken: wis
kunde-, natuur-, scheikundedat was
je ware. 'k Deed eindexamen in '81."
„Dan was u nog pas vijftien jaar".
„Wat zou. dat?"
„Latijn en Grieksch bad u niet ge
leerd?"
„Wou u er dat nog bij hebben? 'k Kwam
in huis bij een leeraar in Haarlem; die
stoomde de klassieken er in. Na een jaar
deed ik examen voor de vijfde klas gym."
„Volgde u weer alle vakken?"
„Uit de wiskundige stuurde de leeraar
me weg. „Jij weet te veel zei ie dat
gaat niet." Dan ging je in dien tijd wande
len".
„Geen beirnweh? Zoo'n jong kereltje
weg uit 't nest?"
„Do vier eerste weken had ik 't kwaad"
De energie-ruk „Je weet dat het
moét, je schikt je. Moeder trouwens léérde
je wel. Ze was geen wekelijke moeder,
Goddank. Vrienden schroven uit Haarlem:
„De jongen ziet er slecht uit, hij moet te
rug." Moeder antwoordde: „Blijf jij maar
rustig waar je bent", 'k Heb veel aan
moeder te danken: ze was streng, en tóch
voelde je de liefdeband'.
„Uw moeder leeft nog, nietwaar?"
„Ze woont in Nijmegen, hoogbjeaard.
Vroeger ging ik dikwijls naar haar toe;
roLfaJflTriïel vee) méér?"
„Iedere zes weken ga ik zeker. Natuur
lijk".
Mevr. van Itallio bracht hot gesprek
daarna op don studententijd in leiden.
„Hebt u braaf mee ontgroend?"
„Een officiecle groentijd bestond niet.
De noviet was vrij. Pakte een student
hem te hardhandig aanf „ik groet-je
zei je, ik loop heen".
Gek, toen heette het modern en 'liberaal
om te roepen om een gereglementeerden
groentijd nü heet het modern en li
beraal om hem weer af te schaffen".
„Zoo cirkelt alles! Kwamen veel mis
bruiken voor?"
„Soms. Toen, als nu: alles hangt af van
de persoonlijkheid, van de menschen, die
toepassen Systemen zijn machteloos. Ach,
wordt je buiten het studentenleven niet
óók gepest? trappen zo niet, soms, op je
hart? 't Is nu eenmaal een ellendige men-
schelijke eigenschap om het nieuwelingen
zuur te maken. Gelooft u ook niet?"
„U promoveerde in de Rechten?"
„En in de Staatswetenschappen. In *91
bij Professor Buys. Over: „Het Panama
kanaal". Geschiedenis, hè? dat trok me,
en het Volkenrecht, 'k Had niet zoo vlug
gewerkt als vóór mijn student-zijn. Pret
kost tijd. Ik vestigde me in Amsterdam als
advocaat".
„Dat wist is niet".
„Heeft maar een half jaar geduurd.
Mijn oom stierf, vader's compagnon. „Wil
je in de zaak komen?" vroeg vader. Ik was
geëngageerd.... ik nam aan. Als advo
caat verdiende ik nog niet juist genoeg
om een huisgezin te vestigen I
Zoo werd ik bankier. En later, burge
meester, precies eender: bij verrassing!"
Na even het lidmaatschap van Prov.
Staten en daarna van Eerste Kamer to
hebben aangeroerd, voerde mevr. v. Ital-
lie het onderhoud naar het burgermeester
schap.
„U hebt sterk regeerbloed in u".
„Meer regeerbloed misschien, dan voor
eert afgevaardigde past. Daarom vergt „re-
geeren" over een gemeente, met een ge
meenteraad naast, neen bóven je.... veel
zelf-opoffering. Je doet je best dat de boel
marcheert.... komt zoo'n raadsvergade
ring en gooit je moeite omver".
,,'k Kèn wel uw ideaal: een verlicht
despoot zou de beste regeerder zijn!"
„Kostelijk. Als ja maar waarborgen
kon vinden tegen mogelijko willekeur.
Luistert u eens, in ernst: mijn groote be
zwaar tegen 't regeeron van personen,
gekozen door het algemeen, evenredig
kiesrecht, is: regeeren is een moeilijke
zaak, en door déze wijze van verkiezing
komen te zelden diè personen naar voren,
die regeeren kunnen".
„Maar 't uitvoerend bestuur regeert
toch eigenlijk?"
„Waarachtig niet. Ja, bij de landsre-
geering: de Kamer althans regeert niet.
Over het stadsbestuur is de gemeenteraad
baas, zeker theoretisch".
„In de practijk wint uw inzicht 't bijna
altijd".
„Jawel, na een gevecht, dat tnerveert.
Zegt u eens: waarom „benoemt" de Raad?
Geef toch vrijheid aan 't dagelijksch be
stuur! Vertrouw je 't niet? Zet het af!
Laat me toch zelf mijn ambtenaren kie
zen. Is dat billijk, of niet? Als ik de her
sens ben, moet ik toch armen en beenen
hebben, die mij gehoorzamen" Smal
gespannen trokken de oogen samen; do ge
laatskleur gloeide aan tot donkerrood; als
vastgeknepen lag de vuist op het tafel
blad. „Als ik do verantwoordelijkheid
draag voor de leiding, moet ik óók ver
antwoordelijk durven zijn voor mijn men
schen. En nooit stop ik er „vriendjes" in.
Dat durf ik zeggen".
„De verhouding met uw ambtenaren is
goed".
Onmiddelijk de ontspanning. „Kostelijk!
Hier op 't stadhuis marchóért de boel,
hoor. Ik houd van mijn menschen. Ik
houd van menschen. En ik werk graag
voor ze. 'k Doe niet aan rechthebberij".
Weer de hooge, behoedzaam-tastende
stem: „Is dat nou niet waar? Zegt u nu
zelf". Nog éven gloeide de boosheid
na: „Maar ik moet kunnen leiding geven;
anders verdwijn ik liever. Gek, ik bezit
niet do minste eerzucht".
„Omdat die bevredigd is".
„Nee. 'k Heb nooit naar „eertjes" ver
langd, van jongs af".
„Daarom juist, misschien, zijn ze u toe
gestroomd. Jammer, dat u den Raad
alleen voelt als een impediment".
,,'k Ben niet persoonlijk boos, als ze mo
tegen spreken! Dacht u dat?" In gren-
zelooze verbazing gingen mond en oogen
open ,,'k Voel hot als een oponthoud,
ais een nadeel voor do stad. Een bijzitter
kan er niet zoo in zijn als een ontwerper".
„Uw regeerkracht werd op zware proef
gesteld in de distributiejaren"
„Toen had ik aan Dr. Van Eek een
eminenten steunt. Zonder hem zou 't niet
half zoo goed geloopen zijn".
,,'t Blééf een zware tijd ook voor u".
,,'k Heb al die zes jaar nooit vacantie
genomen. Eerst in '19 ging ik vier weken
naar Nunspeet. Inspannend, ja, maar de
na-oorlogstoestand^n zijn het niet minder"
„Minder angstig".
„Sterker irriteerend. Je wist: de oorlog
eindigt ééns. Wanneer eindigt dit?"
„Het probleem van de werkeloosheid?"
„En wat is daarin de waarheid?"
„De bevolking waardeert u".
,,'k Ben hoogst tevreden over Leiden,
als ik 't zoo huiselijk mag uitdrukken".
En het slot van het interview:
„Uw aard is opgewekt".
„Uiterlijk zeker".
„U hebt een rustig leven geleid".
In komieke verontwaardiging: „Wat
zegt u nu? Mij lijkt het eerder fantastisch.
Alles Is anders geloopen, dan logisch
scheen voorgeschreven: 'k Houd van wis
kunde. ik ga in de rechten; ik ben ad
vocaatik word bankier; ik voel niets
voor politiek.... ik zit in de Eerste; ik
denk in Gorcum' te levenik ben bur
gemeester van Leiden. Wat zegt u?"
,,'k Bedoelde: uw leven is niet door tra
gische diepten en over hoogten gesleurd",
niet zien"?** binnen kunt u mij
„Uw carrière geeft een prachtig stij
gende lijn".
„Wat beteekent voor je mensch-zijn je
carrière? Maakt die gelukkiger? Geeft zo
levensvoldoening? Die groeit alleen van
binnen uit".
,,'t Gelukskind had geen hemd aan 't
lijf!"
„Juist, juist. De wèarheid. Hoe je tem
perament reageert op de omstandigheden,
dét bepaalt je al of niet geluks-staat".
„Uw religieusiteit is uw diepe levens-
steun".
Dringend keken de oogen mij aan. Een
aarzeling. De mond wou gaan spreken,
sloot zich weer. In eens een ruk, als een
besluit: „Dat gebied laten we buiten be
spreking. Dat gaat niemand aan".
„Ik zie zoo graag in de menschen".
„Dan zult u het met mij van den buiten
kant moeten doen". Do hooge stom:
„Heb ik nu geen gelijk?"
,,'t Weigeren van een sleutel, geeft óók
een sleutel 1"
„We zijn en blijven raadsels. Wat we
ten menschen van elkaar?"
Het intervieuw was zóó geëindigd
Onder de tram vermorzeld.
Tragisch ongeluk te
Groningen
Gisterenmorgen bevond zich de turfven-
ter A. de Jonge uit Groningen met zijn
paard en kar op den Peizerweg. Juist toen
do Drachtster stoomtram passeerde, week
bet paard plotseling op zijde, waardoor
de turfkar in aanraking kwam me,t de voor
bijrijdende tram. De machinist zag het on
geval, doch kon niet meer bijtijds remmen.
De .Jonge viel door don schok van den wa
gen, kwam helaas onder do locomotief te
recht en werd vermorzeld.
Auto-botsing.
Eén doode, twee gewonden.
Gisterenmiddag omstreeks 5 uur reden
op den rijksweg MaastrichtNijmegen ter
hoogte van Linne twee personen-auto's toen
plotseling van een zijweg een derde auto
naderde, waardoor een botsing ontstond.
De bestuurder van den eersten auto, de
heer Horniks, reiziger te Venlo, werd ge
dood; een der inzittenden, de heer Wouters
uit Maastricht, werd gewond naar het Zie
kenhuis te Maastricht overgebracht. Een
zestal andere inzittenden bleef ongedeerd.
De bestuurder van den derden auto. de heer
Rosier uit Venlo werd. licht gewond.
Moordaanslag ie Driebergen.
Aan het „U. D." wordt het volgende ge
meld:
De 19-jarige J. G. heeft Zaterdagavond
omstreeks 7 uur zijn stiefvader, den 45-
jarigen schilderknecht G. H. E., zoodanig
met een .vijftandschen greep toegetakeld,
dat hij badende in zijn bloed op bet tuin
pad bleef liggen.
Reeds lang was er een wrok geweest ?us-
schen de vrouw en haar zoons uit haar
eerste huwelijk tegen haar echtgenoot, die
veel misbruik maakte van sterke drank.
Deze wrok verergerde toen E. zijn erf
deel kreeg (pl.m. f 1600). Hij wilde het geld
zelf behouden, hij meende er alleen recht
op te hebben en verbraste het geld, dat zoo
goed gebruikt kon worden in het verarmde
gezin. Vorige week bijv. is hij met vrien
den per auto naar de noodlanding van het
vliegtuig te Maarn gaan kijken; enfin, hij
maakte goeden sier en schijnt doorloopend
dronken thuis gekomen te zijn. Toen hij Za
terdag weer in een cafó zat, Is zijn stief
zoon hem daar .komen waarschuwen, dat
Lij niet dronken thuis mocht komen.
is wel dronken huiswaarts gekeerd en
J. G. heeft zijn vader met den greep buiten
het huis gehouden met het bekende vroe-
selijke gevolg.
Toen de chef-veldwachter E. bij zijn wo
ning aan de Zonstraat vond, dacht hij dat
hij reeds bezweken was; zijn hoofd was
onherkenbaar verminkt door de tanden van
den greep. Direct liet hij dr. Timmors roe
pen, die nog constateerde dat op twee
plaatsen de arm was stukgeslagen en
overbrenging naar Utrecht noodzakelijk
achtte.
Reeds om 9 uur was de geslagene in de
klinieken opgenomen en daar werd zijn
toestand hoogst ernstig beschouwd.
J. G. werd in verzekerde bewaring ge
steld en Maandagmiddag overgebracht
naar Utrecht, waar hij ter beschikking is
gesteld vim den officier van justitie.
Ernstig auto-ongeluk In Den Haaq.
Den laatsten tijd gebeuren in de Resi
dentie opvallend veel auto-ongelukken,
die biina alle aan roekeloosheid der
chauffeurs te wijten zijn. Gistermiddag
heeft wederom een ernstig autobusongeluk
plaats gehad in de Wéimarstraat op den
hoek van de Beeklaan, ten gevolge van de
onverantwoordelijke snelheidsmanie van
een vrachtautobestuurder.
Omstreeks drie uur kwam uit de rich
ting Gouden Regenstraat een autobus van
lijn 5 van den H O: D. met matige snel
heid door de "Wéimarstraat gereden, en
wilde de kruising bij cfe Beeklaan over
steken, toen uit de Beeklaan een zwaTe
vrachtauto van de Amstelbierbrouwerij
met groote vaart kwam rijden in de rich
ting Lnosdnrnscheweg.
In plaats van op dit drukke punt zijn
snelheid te verminderen, ging de chauf
feur deze juist vermeerderen, blijkbaar
met de bedoeling nog vóór de autobus de
Wéimarstraat te passeeren.
Het gevolg was, dat de bierauto boven
op de autobus terecht kwam, die na eenige
omwentelingen op het trottoir werd ge
werkt en vervolgens tegen een winkelpui
tot stilstand kwam.
De acht inzittenden van de autobus
werden allen van hun plaats geworpen.
Een bewoner van de No orderbeek dwars
straat raakte door de aanrijding zoodanig
bekneld, dat hij een zware beenbreuk be
kwam, en nog andere verwondingen op-
li—r-, *•«--ijlixi£frr..,Tr. „itUxi "RiUct-
dijkstraat door de schok door de ruiten
van de autobus op straat werd gesmeten,
waarbij zij een ernstige hoofdwonde kreeg.
Do toestand dezer beide gewonden
maakte het noodig, dat de Eerste Hulp
dienst gereciuireerd werd, die hen naar
het ziekenhuis bracht. De juffrouw kon,
na daar verbonden te zijn, weer naar huis
gaan. De andere, de 40-jarige B. moest in
het ziekenhuis worden opgenomen, do
overige zes passagiers bekwamen even
eens allen lichte verwondingen, hetzij door
de glasscherven, hetzij builen en schram
men door de botsing. De autobus was
ernstig beschadigd. Het achtergedeelte
was geheel in elkaar gedrukt. Daarente
gen was de vrachtauto er wonder goed
afgekomen. Alleen het voorgedeelto was
licht beschadigd. Tegen den chauffeur
van de bierauto, aan wiens snelheidsma
nie het ongeluk te wijten is, is proces
verbaal opgemaakt.
Noodlottig ongeluk.
In „Ziekenzorg" te Enschede is gisteren
na niet weer tot bewustzijn te zijn gekomen,
overleden iemand uit Berghuizen, die Zon
dagavond aan den Gronauschen Weg van
zijn rijwiel was gevallen en met een zware
hersenschudding was opgenomen.
Doodelijke val.
De 24-jarige J. S., metselaar te Grave,
was gisterenmorgen aan het werk op het
dak van de Ned. Ferv. Kerk aldaar. Ter
wijl hij met een bak cement een ladder op
ging, viel hij achterover en kwam met zijn
hoofd op een paar meter lager gelegen dak
terecht. De ontboden geneesheer kon slechts
den dood constateeren.
Doodelijk ongeluk.
De fabrieksarbeider G N te Belfeld ge
raakte onder een met klei geladen kipwa
gen. Tengevolge van inwendige kneuzingen
overleed hij enkele uren later.
Kind verbrand.
Te Sambeek is het kindje van M. S. in
een onbewaakt oogenblik in een 'ketel ko
kend water gevallen en aan de gevolgen
overleden.
Onbewaakte overweg
Op den Peizerweg, onder Hoogkerk, is
gistermorgen een wagen, beladen met turf
bij het oversteken van een niet bewaakten
ovenVeg, door de Drachtster stoomtram
omver gereden. De voerman, de 63-jarige
turfschipper A. de Jong, uit Groningen,
kwam onder de locomotief en was op slag
dood.
Het Ingestorte huls ie Nijmegen
Men meldt nader uit Nijmegen aan de
„Msb":
Nader meldt men ons nog omtrent de
instorting van het huis der firma Vuick in
de Hertogstraat te Nijmegen dat het onge
luk werd veroorzaakt door z. g. verzetten
van een oogenschijnlijk sterken midden
muur, welke op dat oogenblik uit het lood
hing en naar buiten boog. De muur brok
kelde af, stortte gedeeltelijk in en trok den
Eeelen bouw met fjtutpalen en al mej o
la schuin,
Een deel van het dak bleef
richting hangen.
Van de werklui, waarvan verschillend
beneden aan den arbeid waren, werd woj
der boven wonder niemand gekwetst.
wij vernemen had het Gemeentelijk Bouw
en Woningtoezicht meer dan eens gewozej
op het gevaarlijke van de situatie Do
lilie stelt nu een ernstig onderzoek
de oorzaak van het ongeluk.
3
t Q&-|
Een griezelige vondst.
Zaterdag jl. vond, volgens „Het Voft'l
een werkman in Honesch' bosch te Eiber,
gen tussclien de boomtakken een schedel
hangen, die bijna'geheel ontvleeschd waa
Er zat een touw om. Naderbij gekomen,
vond hij op den grond het lichaam, ten
minste een hoopje kleeren. Hij waarschuw,
de "de politie. Deze vond in de kleeren d?
beenderen van een lijk. In de kleeren vond
men een beursje met f 12, een zilveren
horloge en een houten tabakspijp. Door deze
gegevens, die overeenstemden met de opgei
geven kenteekenen van iemand uit Geesten
ren, gem. Borculo, die aldaar sedert 23
Juni 1.1. is verdwenen, wist men de iden.
titeit van de overblijfselen vast te stellen,
Ze zijn van een 65 k 70-jarigen G. H. M.,
een ongehuwden, eenigszins zonder
ouden man.
Een dienstweigeraar.
Volgens „De Arbeider", beeft een
van het Tweede Kamerlid Schaper pewel.
perd, aan de herhalingsoefeningen deel
nemen.
Typhus
Op telefonisch verzoek van den burg?,
meester van Dussen (N.-B.), heeft h;j
hoofdbestuur van het Nederlandsche Rooi
de Kruis 1.1. Zaterdag een brancard, h
nevens een veertigtal dekens en eenii
dozijnen lakens doen bezorgen ten g*
bruike bij de bestrijding der in die gemcom
te heerschende typhus-epidemie.
Verstrooide passagier 1
Bij aankomst van de HaM
wichboot te Hoek van Holland werd
door een der passagiers aangifte gedaan
dat hem gedurende de reis 20 poncl en f4Q
was ontstolen. Bij onderzoek door de po
litie bleek, dat van diefstal geen sprah
was, daar het geld in ziin tasch wed
teruggevonden. Een en ander was oorzaal
de de exprestrein 10 minuten te laat ven
trok.
Lobith In Spanje?
Op 18 Augustus j.l. zond een Rotter-
damsche scheepva artmaatsch appi j
haar agent in Lobith „per express" m
brief met paspoorten. Dezer dagen, dusts
ongeveer twee maanden, ontvir»" de firnu
den brief ongeopend retour.. Uit de post.
stempels bleek de brief een reis cemMll
te hebben naar Spanje. Op het postkante
in Rotterdam heeft men den brief
doorgezonden, doch doodleuk doen bezor.
gen in de postbox van den afzender.
Sigarettcn-roofcers.
„U rookt 20 30 sigaretter. per (lijn
„Jawel, zoo ongeveer." „Gelooft u zelf ni^
dat dit bovenmatige rooken veel scnulda
aan uw ellendigen toestand?" „VclsM
niet."
De geneesheer schudde zijn hoofd,
glimlachte op eigenaardige wi.ize en hasHl
uit een flesch een bloedegel (waarom n
bloedzuiger?) te voorschijn.
„Ik zal u iets toonen", zt-ide hij, „l
bloot eens uw arm" De sigareltenrcote
deed dit, en de ander zette op diens M»
ken arm een dunnen, zwarten bloede: L
aan. Dadelijk begon het dier te huigen,
werd dikker, tot bet plotselins in kramp
achtige trekken neerviel dood!
„Dat heeft uw bloed bij dezen bloed"?!
bewerkt", zei de arts Hij nam bet lijO j
tusschen duim en wijsvinger: „Ziet
werkelijk dood", zeide .hij. „U hebt 1
vergif gd".
„Ik veronderstel, dat het geen gezosk
bloedegel was", antwoordde de ronfcer i
brommigen toon. „Geen gezond dier? - J
Nu goed, laten wij het nog eens probeow'
De arts zette nog 2 bloedegels op den na»
geren arm van den jongeling
„Als deze twee ook sterven", zeide i
patiënt, „dan zal ik in plaats van 39 sigi-i
retten maar-10 per dag rooken." GedurenJ i
de laatste woorden kreeg de kleinste
de twee bloedegels een stuip en viel
neer, eenige oogenblikken later do tweed)
eveneens. „Hoe afschuwelijk" zeide de j<
ge man, „ik ben waarlijk voor bloedeg
erger dan de pest."
„Dit is de werking van het vergif in u*
bloed, dat bij alle sigarettenrookors voor<
komt", zeide de arts.
„Dokter", antwoordde de rooker, terff
bij de 8 doode bloedegels bekeek, „ik
loof haast, dat u gelijk hebt!"
„De Dokter in Huw
B&aifa^S. Pericfo'ten^
Sneeuwval te Breslau.
Maandagavond begon het te BrosW
dicht te sneeuwen. Deu geheelen nachtb!w i
de sneeuw vallen, zoodat gisteronmorgA
een dikke sneeuwlaag de straten bede
Brand op een Engelscfi schip.
Aan boord van het op de re^®3
Oran liggende Britsche stoomschip „St*
well", op weg van Calcutta naar -
York, met een lading, hoofdzakelijk
rubber bestaande, is brand uitgebrot®
Het vuur woedde zoo hevig, dat het
zakelijk was het schip van de kade n
©en ander punt te brengen. De
lijke autoriteiten zijn voornemens
schip vandaag te doen zinken, daar
den brand niet op andere wijze kan ïf
ter worden.
Nog steeds ocrlogsgevangenea
De jonge zoon van een fotograaf - J
te Keulen had in het begin yan den
als vrijwilliger dienst genomen. RU
door de Russen gevangen Oenomen