AÏan'd; ze ïs voor 'de regeoring onaanneme lijk, venals die van eten heer de Visser. iSpr. bestrijdt de motio-Marchant. De mo- (tie van den heer ter Laan betreffende het Deorgan scerd Overleg geeft spr. aanlei- Iding te verklaren, dat het Georganiseerd (Overleg onder bepaa'de omstandigheden jwel nuttig zou kunnen werken en dan op ppr.'s volle medewerking zou kunnen re kenen. De heer J. Ter Laan CS. D. A. P.) jtripKc&rt. Het gaat om de vraag of de jtegeering in het Georganiseerd Overleg 1de organisaties als een behoorlijke tegen partij erkent. Spr. wijzigt in zijn eene mo tie de woorden „in uitzidht gestelde ver pachtingen" in „opgewekte vcrwaehtin- De heer Marchant (V. D.) blijft bij pijn meening, neerge'egd in zijn motie-, (welke verkeerd beoordeeld wordt. De Re- gecring begrijpe dit; de ambtenaren blij ven anders in de misère zitten. Een belof- jbe, een garantie van dezen Minister is ab soluut niets waard. M'nister Co lijn protesteert hiertegen; hij heeft aan art. 40 part noch deel ge- bad (rumoer, de Voorzitter hamert; de beer üuymaer van Twist roept den heer Marchant toe; Schandelijk!) Spr. verde digt zijn houding nader. De Voorzitter verzoekt van de ge reserveerde tribune niet te roepen, anders ea' hij haar laten ontruimen. Minister Col ij n zal het voortaan mopi- lijk vallen, met den heer Marchant te do- batteeren. De heer Marchant houdt vol dat deze minister meerdere toezeggingen niet beeft nagekomen. In het dagelijksch leven p'emen wij dit: schending van de goede trouw, wien dat ook betreft De Voorzitter dankt de Regeer'ng («oor do verstrekte inlichtingen. De m o t i e-T er Laan in zake Ge organiseerd Overleg wordt verworpen met 40 tegen 26 stemmen (Voor de soc.-dem., vrD'z.-dem.. alsmede de beeren Veraart en Moller (R. K.) en .Arts (R K. V.) De moti e-D e Visser wordt v er- jworpen; vóór alleen de heer De Vis ser. Het eerste deel der tweede motie- Ter Laan wordt verworpen met 49 tegen 25 stemmen; het tweede deel bij pillen en opstaan. De moti e-M archant wordt ver worpen met 50 tegen 24 stemmen. De Voorzitter huldigt den heer Goedhart die 1 November aftreedt als di recteur van de stenografische inrichting [(applaus). De Voorzitter verdaagt de vorga- derin om $.40 tot den 3d en November a 8. STADSNIEUWS Een onderhoud met Jhr. Mr. Dr. N. C. de Gijselaar. Zooals medegedeeld, heeft mevr. W. van Italliov. Embden een onderhoud gehad met den Burgemeesterrt..1&ak.£iï 4a waaraan wij hier een en ander willen ontleenen. De samenspreking werd gehouden in de burgemeesterskamer op het Raadhuis. Het gesprek begon met een praatje over het versleten vloerkleed, en de kapotte gordijnen, het goedkoop behangsel-pa piertje in dat regentenverblijf met prach tige zoldering en prachtige schoorsteen. Dan informeerde mevr. v. Ttallie naar de familie van den burgemeester. „Daar tegen den muur hangt mijn oud oom; hij heette Kees. En zoowaar: bijgaf zijn naam aan de „Keeuzen", de patriot ten, de tegenstanders van Willem V, de re volutionairen van die dagenI" „Van dien oud-oom hebt dan niet veel geestelijk bloed geërfd!" „Ik ben afgedwaaldof hij! Want, kijk, wat mij rehabiliteert: zijn broer, Juist, was een verwoed orangist". „Zal wel eens moeilijkheden hebben ge geven in den familiekring". „Och kom! Zoodra ze de huiskamer binnen kwamen was toch alle politiek ver geten! Je kon dien Kees ook niet vergelij ken met een modern democraat: hij was staatsgezind: hij wou den Prins weg heb ben. Voilé! Maar nou komt de aardigheid: toen de Pru isen binnenvielen om den Prins te helpenjoeg Kees als een haas de grenzen over. 'k Neem het hem niet kwalijk.... 't is menschelijk. In den Fran^chen tijd, natuurlijk, is hij terugge komen. En raadt u nu eens waar hij is gaan wonen? In Leiden. In welk huis? In mijne". Een energieke ruk trok de lorgnet van iflen neus-punt; ze tikte de tafel om de Aandacht te spannen. „Dus dat blóéf dan het familiehuls?" „Heelemaal niet. Na een paar geslach- $en werd het verkocht. Ik wist van niets; lk nam 't huis over van den vorigen bur gemeester. Een nicht van me, mevrouw Beelaerts van Blokland een afstamme linge van dien „rooien", begrijpt u komt bij me op bezoek én zegt: „In dit huis ben ik geboren". Zóó kwam 't uit". „De geest van dien „rooien" spookt in ïat huis wel niet rond!" Plots de hautaine geslotenheid. „Vraagt me niet naar mijn politieke gevoelens". Opeens weer gemoedelijk, om den in- Hruk weg te wisschen: ,,'k .Ben een vree- felijk onafhankelijk man, moet u weten, Aen soort EinspSnner". De heer De Gijselaar vertelde vervolgens frerder over zijn jeugd. „Ging u op de gewone school?" „'k Begon op een particuliere; 'k was le jong voor de openbare, en zoo duvelsch Ondeugend thuis.... ik moest de deur Uit- Op school was lk zoet. Liep keurig Aan het handje van Meester Bloot. Die bracht mo in persoon thuis, vanwege 't gevaar mot al dat water, 'k Heb hem nog tnijn dissertatie gestuurd. Toen lk met zes laar op do stadsclrool kwam, kon ik al lezen en schrijven." L »,Dat gaf een voorsprong." „En daar kon je wat mee doen in dien tijd! De school bestond.uit één lokaal; twee roeden aan het plafond: moest ze worden gesplitst in klassen, de gordijnen trokken toe. Rekenen mocht iedor zoo ver als hij kon; je gebruikte 't vervolg- boekje van Boeser, dat bij je hersens paste. Dan pikte Elswoud het schit terende hoofd van do school die en die jongen uit: „Ga mee naar de huiskamer voor een extra-les." Geschiedenis b.v. De grond van alle drie de moderne talen werd daar uitstekend gelegd." „Hoe is 't mogelijk." „Daarom moet ik altijd lachen als ik die geweldige eischen hoor van 't onder wijs tegenwoordig, en ik 't pover resul taat aanschouw op de leerlingen." „Waaraan schrijft u dat toe?" „De onderwijzers hadden liefde voor hun vak, toewijding voor de kinderen. Dat moogt u gerust neerschrijven. Elswoud was een beroemd man bij 't openbaar onderwijs; tegelijk hoofd van de Liberale Partij in Gorcum," „Gingen uw vader's sympathieën dien kant uit?" „Hij bezat óók geen politieke ader." „En daarop volgde bet gymnasium?" „Bestond niet. Do Latijnscho School bij den Ds. aan huis, was juist ter ziele. Ik ging naar de H. B. S.; kwam dadelijk in de tweede klas." „Hoe hebt u dat klaargespeeld?" „Je werkte op school vooruit, als je wou." „De „knappen" kwamen beter tot hun recht." „De differentiatie groeide langs na tuurlijken weg". „Wat waren uw lievelingsvakken?" ,,'k Hield van vreeselijk veel dingen. Talen beschouwde ik als hulpvakken: wis kunde-, natuur-, scheikundedat was je ware. 'k Deed eindexamen in '81." „Dan was u nog pas vijftien jaar". „Wat zou. dat?" „Latijn en Grieksch bad u niet ge leerd?" „Wou u er dat nog bij hebben? 'k Kwam in huis bij een leeraar in Haarlem; die stoomde de klassieken er in. Na een jaar deed ik examen voor de vijfde klas gym." „Volgde u weer alle vakken?" „Uit de wiskundige stuurde de leeraar me weg. „Jij weet te veel zei ie dat gaat niet." Dan ging je in dien tijd wande len". „Geen beirnweh? Zoo'n jong kereltje weg uit 't nest?" „Do vier eerste weken had ik 't kwaad" De energie-ruk „Je weet dat het moét, je schikt je. Moeder trouwens léérde je wel. Ze was geen wekelijke moeder, Goddank. Vrienden schroven uit Haarlem: „De jongen ziet er slecht uit, hij moet te rug." Moeder antwoordde: „Blijf jij maar rustig waar je bent", 'k Heb veel aan moeder te danken: ze was streng, en tóch voelde je de liefdeband'. „Uw moeder leeft nog, nietwaar?" „Ze woont in Nijmegen, hoogbjeaard. Vroeger ging ik dikwijls naar haar toe; roLfaJflTriïel vee) méér?" „Iedere zes weken ga ik zeker. Natuur lijk". Mevr. van Itallio bracht hot gesprek daarna op don studententijd in leiden. „Hebt u braaf mee ontgroend?" „Een officiecle groentijd bestond niet. De noviet was vrij. Pakte een student hem te hardhandig aanf „ik groet-je zei je, ik loop heen". Gek, toen heette het modern en 'liberaal om te roepen om een gereglementeerden groentijd nü heet het modern en li beraal om hem weer af te schaffen". „Zoo cirkelt alles! Kwamen veel mis bruiken voor?" „Soms. Toen, als nu: alles hangt af van de persoonlijkheid, van de menschen, die toepassen Systemen zijn machteloos. Ach, wordt je buiten het studentenleven niet óók gepest? trappen zo niet, soms, op je hart? 't Is nu eenmaal een ellendige men- schelijke eigenschap om het nieuwelingen zuur te maken. Gelooft u ook niet?" „U promoveerde in de Rechten?" „En in de Staatswetenschappen. In *91 bij Professor Buys. Over: „Het Panama kanaal". Geschiedenis, hè? dat trok me, en het Volkenrecht, 'k Had niet zoo vlug gewerkt als vóór mijn student-zijn. Pret kost tijd. Ik vestigde me in Amsterdam als advocaat". „Dat wist is niet". „Heeft maar een half jaar geduurd. Mijn oom stierf, vader's compagnon. „Wil je in de zaak komen?" vroeg vader. Ik was geëngageerd.... ik nam aan. Als advo caat verdiende ik nog niet juist genoeg om een huisgezin te vestigen I Zoo werd ik bankier. En later, burge meester, precies eender: bij verrassing!" Na even het lidmaatschap van Prov. Staten en daarna van Eerste Kamer to hebben aangeroerd, voerde mevr. v. Ital- lie het onderhoud naar het burgermeester schap. „U hebt sterk regeerbloed in u". „Meer regeerbloed misschien, dan voor eert afgevaardigde past. Daarom vergt „re- geeren" over een gemeente, met een ge meenteraad naast, neen bóven je.... veel zelf-opoffering. Je doet je best dat de boel marcheert.... komt zoo'n raadsvergade ring en gooit je moeite omver". ,,'k Kèn wel uw ideaal: een verlicht despoot zou de beste regeerder zijn!" „Kostelijk. Als ja maar waarborgen kon vinden tegen mogelijko willekeur. Luistert u eens, in ernst: mijn groote be zwaar tegen 't regeeron van personen, gekozen door het algemeen, evenredig kiesrecht, is: regeeren is een moeilijke zaak, en door déze wijze van verkiezing komen te zelden diè personen naar voren, die regeeren kunnen". „Maar 't uitvoerend bestuur regeert toch eigenlijk?" „Waarachtig niet. Ja, bij de landsre- geering: de Kamer althans regeert niet. Over het stadsbestuur is de gemeenteraad baas, zeker theoretisch". „In de practijk wint uw inzicht 't bijna altijd". „Jawel, na een gevecht, dat tnerveert. Zegt u eens: waarom „benoemt" de Raad? Geef toch vrijheid aan 't dagelijksch be stuur! Vertrouw je 't niet? Zet het af! Laat me toch zelf mijn ambtenaren kie zen. Is dat billijk, of niet? Als ik de her sens ben, moet ik toch armen en beenen hebben, die mij gehoorzamen" Smal gespannen trokken de oogen samen; do ge laatskleur gloeide aan tot donkerrood; als vastgeknepen lag de vuist op het tafel blad. „Als ik do verantwoordelijkheid draag voor de leiding, moet ik óók ver antwoordelijk durven zijn voor mijn men schen. En nooit stop ik er „vriendjes" in. Dat durf ik zeggen". „De verhouding met uw ambtenaren is goed". Onmiddelijk de ontspanning. „Kostelijk! Hier op 't stadhuis marchóért de boel, hoor. Ik houd van mijn menschen. Ik houd van menschen. En ik werk graag voor ze. 'k Doe niet aan rechthebberij". Weer de hooge, behoedzaam-tastende stem: „Is dat nou niet waar? Zegt u nu zelf". Nog éven gloeide de boosheid na: „Maar ik moet kunnen leiding geven; anders verdwijn ik liever. Gek, ik bezit niet do minste eerzucht". „Omdat die bevredigd is". „Nee. 'k Heb nooit naar „eertjes" ver langd, van jongs af". „Daarom juist, misschien, zijn ze u toe gestroomd. Jammer, dat u den Raad alleen voelt als een impediment". ,,'k Ben niet persoonlijk boos, als ze mo tegen spreken! Dacht u dat?" In gren- zelooze verbazing gingen mond en oogen open ,,'k Voel hot als een oponthoud, ais een nadeel voor do stad. Een bijzitter kan er niet zoo in zijn als een ontwerper". „Uw regeerkracht werd op zware proef gesteld in de distributiejaren" „Toen had ik aan Dr. Van Eek een eminenten steunt. Zonder hem zou 't niet half zoo goed geloopen zijn". ,,'t Blééf een zware tijd ook voor u". ,,'k Heb al die zes jaar nooit vacantie genomen. Eerst in '19 ging ik vier weken naar Nunspeet. Inspannend, ja, maar de na-oorlogstoestand^n zijn het niet minder" „Minder angstig". „Sterker irriteerend. Je wist: de oorlog eindigt ééns. Wanneer eindigt dit?" „Het probleem van de werkeloosheid?" „En wat is daarin de waarheid?" „De bevolking waardeert u". ,,'k Ben hoogst tevreden over Leiden, als ik 't zoo huiselijk mag uitdrukken". En het slot van het interview: „Uw aard is opgewekt". „Uiterlijk zeker". „U hebt een rustig leven geleid". In komieke verontwaardiging: „Wat zegt u nu? Mij lijkt het eerder fantastisch. Alles Is anders geloopen, dan logisch scheen voorgeschreven: 'k Houd van wis kunde. ik ga in de rechten; ik ben ad vocaatik word bankier; ik voel niets voor politiek.... ik zit in de Eerste; ik denk in Gorcum' te levenik ben bur gemeester van Leiden. Wat zegt u?" ,,'k Bedoelde: uw leven is niet door tra gische diepten en over hoogten gesleurd", niet zien"?** binnen kunt u mij „Uw carrière geeft een prachtig stij gende lijn". „Wat beteekent voor je mensch-zijn je carrière? Maakt die gelukkiger? Geeft zo levensvoldoening? Die groeit alleen van binnen uit". ,,'t Gelukskind had geen hemd aan 't lijf!" „Juist, juist. De wèarheid. Hoe je tem perament reageert op de omstandigheden, dét bepaalt je al of niet geluks-staat". „Uw religieusiteit is uw diepe levens- steun". Dringend keken de oogen mij aan. Een aarzeling. De mond wou gaan spreken, sloot zich weer. In eens een ruk, als een besluit: „Dat gebied laten we buiten be spreking. Dat gaat niemand aan". „Ik zie zoo graag in de menschen". „Dan zult u het met mij van den buiten kant moeten doen". Do hooge stom: „Heb ik nu geen gelijk?" ,,'t Weigeren van een sleutel, geeft óók een sleutel 1" „We zijn en blijven raadsels. Wat we ten menschen van elkaar?" Het intervieuw was zóó geëindigd Onder de tram vermorzeld. Tragisch ongeluk te Groningen Gisterenmorgen bevond zich de turfven- ter A. de Jonge uit Groningen met zijn paard en kar op den Peizerweg. Juist toen do Drachtster stoomtram passeerde, week bet paard plotseling op zijde, waardoor de turfkar in aanraking kwam me,t de voor bijrijdende tram. De machinist zag het on geval, doch kon niet meer bijtijds remmen. De .Jonge viel door don schok van den wa gen, kwam helaas onder do locomotief te recht en werd vermorzeld. Auto-botsing. Eén doode, twee gewonden. Gisterenmiddag omstreeks 5 uur reden op den rijksweg MaastrichtNijmegen ter hoogte van Linne twee personen-auto's toen plotseling van een zijweg een derde auto naderde, waardoor een botsing ontstond. De bestuurder van den eersten auto, de heer Horniks, reiziger te Venlo, werd ge dood; een der inzittenden, de heer Wouters uit Maastricht, werd gewond naar het Zie kenhuis te Maastricht overgebracht. Een zestal andere inzittenden bleef ongedeerd. De bestuurder van den derden auto. de heer Rosier uit Venlo werd. licht gewond. Moordaanslag ie Driebergen. Aan het „U. D." wordt het volgende ge meld: De 19-jarige J. G. heeft Zaterdagavond omstreeks 7 uur zijn stiefvader, den 45- jarigen schilderknecht G. H. E., zoodanig met een .vijftandschen greep toegetakeld, dat hij badende in zijn bloed op bet tuin pad bleef liggen. Reeds lang was er een wrok geweest ?us- schen de vrouw en haar zoons uit haar eerste huwelijk tegen haar echtgenoot, die veel misbruik maakte van sterke drank. Deze wrok verergerde toen E. zijn erf deel kreeg (pl.m. f 1600). Hij wilde het geld zelf behouden, hij meende er alleen recht op te hebben en verbraste het geld, dat zoo goed gebruikt kon worden in het verarmde gezin. Vorige week bijv. is hij met vrien den per auto naar de noodlanding van het vliegtuig te Maarn gaan kijken; enfin, hij maakte goeden sier en schijnt doorloopend dronken thuis gekomen te zijn. Toen hij Za terdag weer in een cafó zat, Is zijn stief zoon hem daar .komen waarschuwen, dat Lij niet dronken thuis mocht komen. is wel dronken huiswaarts gekeerd en J. G. heeft zijn vader met den greep buiten het huis gehouden met het bekende vroe- selijke gevolg. Toen de chef-veldwachter E. bij zijn wo ning aan de Zonstraat vond, dacht hij dat hij reeds bezweken was; zijn hoofd was onherkenbaar verminkt door de tanden van den greep. Direct liet hij dr. Timmors roe pen, die nog constateerde dat op twee plaatsen de arm was stukgeslagen en overbrenging naar Utrecht noodzakelijk achtte. Reeds om 9 uur was de geslagene in de klinieken opgenomen en daar werd zijn toestand hoogst ernstig beschouwd. J. G. werd in verzekerde bewaring ge steld en Maandagmiddag overgebracht naar Utrecht, waar hij ter beschikking is gesteld vim den officier van justitie. Ernstig auto-ongeluk In Den Haaq. Den laatsten tijd gebeuren in de Resi dentie opvallend veel auto-ongelukken, die biina alle aan roekeloosheid der chauffeurs te wijten zijn. Gistermiddag heeft wederom een ernstig autobusongeluk plaats gehad in de Wéimarstraat op den hoek van de Beeklaan, ten gevolge van de onverantwoordelijke snelheidsmanie van een vrachtautobestuurder. Omstreeks drie uur kwam uit de rich ting Gouden Regenstraat een autobus van lijn 5 van den H O: D. met matige snel heid door de "Wéimarstraat gereden, en wilde de kruising bij cfe Beeklaan over steken, toen uit de Beeklaan een zwaTe vrachtauto van de Amstelbierbrouwerij met groote vaart kwam rijden in de rich ting Lnosdnrnscheweg. In plaats van op dit drukke punt zijn snelheid te verminderen, ging de chauf feur deze juist vermeerderen, blijkbaar met de bedoeling nog vóór de autobus de Wéimarstraat te passeeren. Het gevolg was, dat de bierauto boven op de autobus terecht kwam, die na eenige omwentelingen op het trottoir werd ge werkt en vervolgens tegen een winkelpui tot stilstand kwam. De acht inzittenden van de autobus werden allen van hun plaats geworpen. Een bewoner van de No orderbeek dwars straat raakte door de aanrijding zoodanig bekneld, dat hij een zware beenbreuk be kwam, en nog andere verwondingen op- li—r-, *•«--ijlixi£frr..,Tr. „itUxi "RiUct- dijkstraat door de schok door de ruiten van de autobus op straat werd gesmeten, waarbij zij een ernstige hoofdwonde kreeg. Do toestand dezer beide gewonden maakte het noodig, dat de Eerste Hulp dienst gereciuireerd werd, die hen naar het ziekenhuis bracht. De juffrouw kon, na daar verbonden te zijn, weer naar huis gaan. De andere, de 40-jarige B. moest in het ziekenhuis worden opgenomen, do overige zes passagiers bekwamen even eens allen lichte verwondingen, hetzij door de glasscherven, hetzij builen en schram men door de botsing. De autobus was ernstig beschadigd. Het achtergedeelte was geheel in elkaar gedrukt. Daarente gen was de vrachtauto er wonder goed afgekomen. Alleen het voorgedeelto was licht beschadigd. Tegen den chauffeur van de bierauto, aan wiens snelheidsma nie het ongeluk te wijten is, is proces verbaal opgemaakt. Noodlottig ongeluk. In „Ziekenzorg" te Enschede is gisteren na niet weer tot bewustzijn te zijn gekomen, overleden iemand uit Berghuizen, die Zon dagavond aan den Gronauschen Weg van zijn rijwiel was gevallen en met een zware hersenschudding was opgenomen. Doodelijke val. De 24-jarige J. S., metselaar te Grave, was gisterenmorgen aan het werk op het dak van de Ned. Ferv. Kerk aldaar. Ter wijl hij met een bak cement een ladder op ging, viel hij achterover en kwam met zijn hoofd op een paar meter lager gelegen dak terecht. De ontboden geneesheer kon slechts den dood constateeren. Doodelijk ongeluk. De fabrieksarbeider G N te Belfeld ge raakte onder een met klei geladen kipwa gen. Tengevolge van inwendige kneuzingen overleed hij enkele uren later. Kind verbrand. Te Sambeek is het kindje van M. S. in een onbewaakt oogenblik in een 'ketel ko kend water gevallen en aan de gevolgen overleden. Onbewaakte overweg Op den Peizerweg, onder Hoogkerk, is gistermorgen een wagen, beladen met turf bij het oversteken van een niet bewaakten ovenVeg, door de Drachtster stoomtram omver gereden. De voerman, de 63-jarige turfschipper A. de Jong, uit Groningen, kwam onder de locomotief en was op slag dood. Het Ingestorte huls ie Nijmegen Men meldt nader uit Nijmegen aan de „Msb": Nader meldt men ons nog omtrent de instorting van het huis der firma Vuick in de Hertogstraat te Nijmegen dat het onge luk werd veroorzaakt door z. g. verzetten van een oogenschijnlijk sterken midden muur, welke op dat oogenblik uit het lood hing en naar buiten boog. De muur brok kelde af, stortte gedeeltelijk in en trok den Eeelen bouw met fjtutpalen en al mej o la schuin, Een deel van het dak bleef richting hangen. Van de werklui, waarvan verschillend beneden aan den arbeid waren, werd woj der boven wonder niemand gekwetst. wij vernemen had het Gemeentelijk Bouw en Woningtoezicht meer dan eens gewozej op het gevaarlijke van de situatie Do lilie stelt nu een ernstig onderzoek de oorzaak van het ongeluk. 3 t Q&-| Een griezelige vondst. Zaterdag jl. vond, volgens „Het Voft'l een werkman in Honesch' bosch te Eiber, gen tussclien de boomtakken een schedel hangen, die bijna'geheel ontvleeschd waa Er zat een touw om. Naderbij gekomen, vond hij op den grond het lichaam, ten minste een hoopje kleeren. Hij waarschuw, de "de politie. Deze vond in de kleeren d? beenderen van een lijk. In de kleeren vond men een beursje met f 12, een zilveren horloge en een houten tabakspijp. Door deze gegevens, die overeenstemden met de opgei geven kenteekenen van iemand uit Geesten ren, gem. Borculo, die aldaar sedert 23 Juni 1.1. is verdwenen, wist men de iden. titeit van de overblijfselen vast te stellen, Ze zijn van een 65 k 70-jarigen G. H. M., een ongehuwden, eenigszins zonder ouden man. Een dienstweigeraar. Volgens „De Arbeider", beeft een van het Tweede Kamerlid Schaper pewel. perd, aan de herhalingsoefeningen deel nemen. Typhus Op telefonisch verzoek van den burg?, meester van Dussen (N.-B.), heeft h;j hoofdbestuur van het Nederlandsche Rooi de Kruis 1.1. Zaterdag een brancard, h nevens een veertigtal dekens en eenii dozijnen lakens doen bezorgen ten g* bruike bij de bestrijding der in die gemcom te heerschende typhus-epidemie. Verstrooide passagier 1 Bij aankomst van de HaM wichboot te Hoek van Holland werd door een der passagiers aangifte gedaan dat hem gedurende de reis 20 poncl en f4Q was ontstolen. Bij onderzoek door de po litie bleek, dat van diefstal geen sprah was, daar het geld in ziin tasch wed teruggevonden. Een en ander was oorzaal de de exprestrein 10 minuten te laat ven trok. Lobith In Spanje? Op 18 Augustus j.l. zond een Rotter- damsche scheepva artmaatsch appi j haar agent in Lobith „per express" m brief met paspoorten. Dezer dagen, dusts ongeveer twee maanden, ontvir»" de firnu den brief ongeopend retour.. Uit de post. stempels bleek de brief een reis cemMll te hebben naar Spanje. Op het postkante in Rotterdam heeft men den brief doorgezonden, doch doodleuk doen bezor. gen in de postbox van den afzender. Sigarettcn-roofcers. „U rookt 20 30 sigaretter. per (lijn „Jawel, zoo ongeveer." „Gelooft u zelf ni^ dat dit bovenmatige rooken veel scnulda aan uw ellendigen toestand?" „VclsM niet." De geneesheer schudde zijn hoofd, glimlachte op eigenaardige wi.ize en hasHl uit een flesch een bloedegel (waarom n bloedzuiger?) te voorschijn. „Ik zal u iets toonen", zt-ide hij, „l bloot eens uw arm" De sigareltenrcote deed dit, en de ander zette op diens M» ken arm een dunnen, zwarten bloede: L aan. Dadelijk begon het dier te huigen, werd dikker, tot bet plotselins in kramp achtige trekken neerviel dood! „Dat heeft uw bloed bij dezen bloed"?! bewerkt", zei de arts Hij nam bet lijO j tusschen duim en wijsvinger: „Ziet werkelijk dood", zeide .hij. „U hebt 1 vergif gd". „Ik veronderstel, dat het geen gezosk bloedegel was", antwoordde de ronfcer i brommigen toon. „Geen gezond dier? - J Nu goed, laten wij het nog eens probeow' De arts zette nog 2 bloedegels op den na» geren arm van den jongeling „Als deze twee ook sterven", zeide i patiënt, „dan zal ik in plaats van 39 sigi-i retten maar-10 per dag rooken." GedurenJ i de laatste woorden kreeg de kleinste de twee bloedegels een stuip en viel neer, eenige oogenblikken later do tweed) eveneens. „Hoe afschuwelijk" zeide de j< ge man, „ik ben waarlijk voor bloedeg erger dan de pest." „Dit is de werking van het vergif in u* bloed, dat bij alle sigarettenrookors voor< komt", zeide de arts. „Dokter", antwoordde de rooker, terff bij de 8 doode bloedegels bekeek, „ik loof haast, dat u gelijk hebt!" „De Dokter in Huw B&aifa^S. Pericfo'ten^ Sneeuwval te Breslau. Maandagavond begon het te BrosW dicht te sneeuwen. Deu geheelen nachtb!w i de sneeuw vallen, zoodat gisteronmorgA een dikke sneeuwlaag de straten bede Brand op een Engelscfi schip. Aan boord van het op de re^®3 Oran liggende Britsche stoomschip „St* well", op weg van Calcutta naar - York, met een lading, hoofdzakelijk rubber bestaande, is brand uitgebrot® Het vuur woedde zoo hevig, dat het zakelijk was het schip van de kade n ©en ander punt te brengen. De lijke autoriteiten zijn voornemens schip vandaag te doen zinken, daar den brand niet op andere wijze kan ïf ter worden. Nog steeds ocrlogsgevangenea De jonge zoon van een fotograaf - J te Keulen had in het begin yan den als vrijwilliger dienst genomen. RU door de Russen gevangen Oenomen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1925 | | pagina 4