Itrekking van Iedere steimvcrleenmg ïs,
tteeda ruimte te laten voor lederen prikkel
1 om weer tot den arbeid over te gaan. Men
meende indertijd echter een kleine tege-
i moetkoming aan werklooze hoofden van
1 gezinnen te moeten geven. Nu zijn de
brandstoffen zooveel goedkooper gewor
den, zoodat de werkelijke tegemoetkoming
daardoor ook van zelf grooter is geworden
De heer v. Stralen zegt, dat het
adres van de Leidscho Bestuurdersbond en
het voorstel van B. en W. elkander hebben
gekruist. De organisatie, die het adres on-
derteekende, wist niets af van het voorstel
van B. en W. Het beweerde door den heer
Zuidema is dus niet juist. Van tegen el
kaar opbieden is geen sprake. Spr. her
haalt, dat hij om practische redenen
indertijd niet méér heeft gevraagd. Wor
den de brandstoffen nu goedkooper, dan
zijn ook de kosten voor de gemeente min
der. De heer Zuidema heeft van politiek
•pel gesproken. Het verwondert spr., dat
zulke verdachtmakingen altijd komen van
de zijde der Christelijken, die hiermede
heelemaal niet Christelijk handelen. De
gemeente kan beter die paar duizend gul
den betalen, welke de verdubbeling der
cokesuitdeeling meebrengt, dan de werk-
loozen die paar kwartjes.
De heer Zuidema begrijpt niet,
waarom de „overzijde" zich zoo heeft op
gewonden over de uitdrukking „politiek
spel". De S. D. A. P.'ers gebruiken her
haaldelijk veel scherpere uitdrukkingen.
Zoo heeft de heer Baart gezegd, dat ik dus
de kleine kinderen maar wil laten dood
gaan (bij gebrek aan warmte n.l.), omdat
ik tegen de verdubbeling ben. Wat is dat
nu voor een gezegdel Zoo zegt de heer v.
Stralen, dat allen die het wel meenen bet
met het inzicht der S. D. A. P.'ers eens
zijn. Alsof allen die het niet met hen eens
zijn, het niet wel meenen. Let eerst op u
zelvenl
Spr. heeft niet willen beweren, dat een
1 H.L. voldoende is, maar de indruk wordt
gewekt alsof er van den kant der gemeente
niets gedaan wordt. En daartegen wil spr.
opkomen.
Het verwondert hem, dat de heer Sijts-
ma zich nu ook door de S. D. A. P. heeft
laten overhalen. (Er wordt voortdurend
heftig geïnterrumpeerd door de Sociaal-
Democraten).
Het gaat hier om een „tegemoetkoming"
niet om een uitdeeling.
De heer Dubbeldeman interrumpeert
heftig.
De Voorzitter: „Och schei u nu uit,
meneer Dubbeldeman".
De heer Dubbeldeman: „Ach, laat
die meneer z'n snuit houden!"
De heer Baart wijst er op, dat de
werkloosheidsuitkeeringen verlangd zijn.
De heer Zuidema moest maar eens in de
gezinnen van werkloozen gaan kijken,
maar hij trekt er zich geen „snars" van
aan. De menschen moeten op bun voe
ding bezuinigen om het maar een beetje
warm te hebben.
De heer Knuttel wil opkomen tegen
een paar drogredenen. Dat de brandstof-
fea TTe
lasten zijn dan voor de gemeente ook min
der. De toestand wordt in die gezinnen
hoe langer hoe slechter, door het klimmen
der jaren waarin niets verdiend is gewor
den.
Spr. stelt tegenover deze uitkeering, het
bedrag, dat is uitgetrokken voor de ver
warming van de localen voor ontspanning
voor de werkloozen. Daarvoor wordt 150
royaal beschikbaar gesteld. En die paar
mudjes cokes voor ieder per winter zijn
nog niet het 1/15 deel daarvan.
Het voorstel-v. Stralen wordt thans
verworpen met 19 tegen 14 stemmen. Vóór
itemden de S. D. A. P., de Communist, de
democraten, de vrijz. democraten en de
C.-Hist. heer v. Rosmalen.
Het voorstel van B. en W. wordt daar
na z. h. st. aangenomen.
25o. Voorstel in zake het geven van een
8-tal winlercursussen in elementair vak
onderwijs aan gering geschoolde werk-
looze arbeiders.
De heer v. Stralen heeft bezwaren
ïegen den dwang, welke wordt toegepast.
Nu de werkloosheid minder is geworden,
wordt opeens hals over kop dit voorstel
aanhangig gemaakt.
De Vakcentralas hebben er nauwelijks
kennis van kunnen nemen en spr. gelooft
dat deze materie juist uitermate geschikt
la om geregeld te worden in overleg met
de betrokkenen en vooral met de organi-
laties van de betrokkenen.
De wethouder heeft echter de gelegen
heid tot overleg niet willen benutten.
Het sterkste is ons bezwaar tegen den
dwang. Spr. had gemeend, dat men voor
zichtiger had moeten zijn bij zulk een be
trekkelijk nieuwe zaak. De dwang, die
absoluut verkeerd zal werken, gaat zoover,
dat men menschen, die misschien in de
toekomst werkeloos rullen worden, gaat
verplichten dit vakonderwijs bij te wonen
op straffe van uitsluiting van steun bij
•ventueele werkloosheid.
Spr. zou de proef willen nemen met
vrijwillige aanmelding. Waarom moet
meteen de stok achter de deur gezet wor
den? Welk doel wordt hier nagestreefd?
Gaat het om het belang van de arbeiders,
of ia het er om te doen een feit te kunnen
Vaststellen om steun te weigeren?
Er zijn vele ongeschoolde arbeiders, ten-
'gevolge van de mobilisatie vooral.
Al is het voorstel wat laat, daarom ont
kent spr. het nut van het voorgestelde
vakonderwijs niet, ook al zal in vele geval
len een werklooze na het genoten onder
wijs nog even werkloos zijn als vandaag.
Xhvang is evenwel verkeerd. Er zijn ook
•ongeschoolde arbeiders noodig, bijv. in
Jtet metaalbedrijf. Daarom is er geen re-
Hen tot dwang. Spr. dient daarom een
tootie in .waarbij de raad wordt uitge-
noodigd, zich uit te spreken vóór overleg
met de vakorganisaties en tegen het toe
passen van dwang.
De heer Oostdam, zegt, dat de com
missie van Advies met opzet zóó is samen
gesteld, dat de vakcentrales er in zijn ver
tegenwoordigd. Waarom moet nn naar
contact gezocht worden. Het is er al. Doch
de overige leden behoeven toch niet te
doen wat de vakcentrales wenschen, als
zij van een tegenovergestelde meening
zijn.
Dit voorstel is geboren uit de ondervin
ding. De bedoeling is de bona fide arbei
ders te 8teimen. Doch lang niet alle „vak
lieden" zijn bona fide. De commissie voor
de 8teunverleening doet dus haar best alle
niet bona fide werkloozen te verwijderen.
B. en W. hadden kunnen zeggen: Dan
alle niet-vaklui er maar uit! Doch dat
zeggen B. en W. niet. Zij willen deze
menschen helpen. De ondervinding heeft
de noodzakelijkheid van dit voorstel aan
getoond en dus kan een te laat komen aan
B. en W. niet worden verweten.
Wat de dwang betreft, merkt spr. op,
dat de overheid eischen moet stellen en
moet waken voor een behoorlijk beheer
der financiën.
Dat doen de vakcentrales ook. DaaTom
moet dwang kunnen worden aangewend.
Bovendien staat het Burgerl. Armbestuur
nog steeds achter haar, als de overheid
haar steun intrekt.
De heer E 1 k e r b o u t protesteert te
gen den heer Oostdam dat hij menschen
die geen vakarbeiders zijn niet bona fide
noemt. Spr. meent, dat feitelijk de pa
troons geroepen zijn hun arbeiders te be
kwamen.
Spr. gelooft verder, dat personen, die
voor een nieuwe zaak worden geplaatst,
beter door overreding daartoe zullen over
gaan dan gedwongen. Het gaat bovendien
niet aan, dat één persoon, in casu de di
recteur, heeft uit te maken of iemand voor
dit of dat vak bekwaam is.
Mevr v. Itallie-v. Embden ge
voelt de noodzakelijkheid van vakonder
wijs. Doch ook zij gevoelt niets voor
dwang. In het gezin moet het evenzoo
gaan. Dwang is slechts gerechtvaardigd,
wanneer het noodzakelijk is. (Geroep:
Zeer juist.)
Doch spr. is niet overtuigd van die
noodzakelijkheid, omdat de proef van vrij
willige aanmelding niet is mislukt. Laat
men hiermede eerst een proef nemen.
De heer Heemskerk sehriift het late
inkomen van dit voorstel hieTaan toe.
dat het nu pas noodig is geworden, omdat
de goede vaklieden hij het minderen der
werkloosheid reeds hun weg hebben ge
vonden cn de massa van ongeschoolden
is overgebleven. De vraag is nu, hoe deze
te helpen. Dwang is noodig, om diegenen
te kunnen dwingen, die moedwillig willen
blijven klaploopen. Doch dan spreekt liet
ook vanzelf, dat men niet moet begin
nen met dwang, doch alleen dan, wan
neer alle andere middelen gefaald heb
ben. Verder vraagt spr. of ook die arbei
ders gedwongen kunnen worden om toe te
treden tot deze vakopleiding, die niet ge
regeld hij den steun komen aankloppen
Spr. zou ook een geregeld overleg wen
schen met de vakorganisaties.
De heer Wilbrink ziet niet in, waar
om men altijd ongeschoolde arbeiders
Verder vraagt spr.: Zijn de vakcentrales
genegen, als er werkelijk onwilligen zijn,
om dwang uit te oefenen. Zoo ja, dan is
spr. ook voor overleg met de vakcentrales.
De heer Baart bestrijdt het gezegde
van den heer Oostdam, dat er voldoende
contact is geweest met de vakcentrales.
Op een algemeene commissievergadering
is naar voren gekomen, dat de vakcentra
les unaniem tegen dwang waren. Het is
beter 45 menschen te hebben, die vrijwilig
komer., dan 60, die slechts onder dwang
opkomen.
Bovendien zijn er ongeschoolde arbei
ders ook noodig en omgekeerd alle ge
schoolde arbeiders vinden daarom nog
geen werk.
Wij moeten de arbeiders gelegenheid
geven te toonen wat zij willen.
Als lid van de Leidsche Bestuurders-
bond zegt spr. de volle medewerking van
dien bond toe, als de dwang uit het voor
stel wordt geschrapt.
De heer Sanders: En anders.
De heer Baart: Dan onthouden wij
ons van medewerking.
De heer Sanders: Dan zullen wij het
wel doen zonder U.
De vergadering wordt thans geschorst
tot 's avonds 8.15 uur.
Avond2itting.
Voortgegaan wordt met de behandeling
van punt 25.
De heer V e r w e ij acht het voorstel van
buitengewoon gewicht. Het vóór is reeds
van verscheiden zijden besproken. Spr.
acht zich daarom ontslagen van de taak
daarover te spreken. Eenige punten die er
tegen pleiten, wil spr. naar voren brengen
Van psychologie heeft spr. niet veel be
grip, doch wel gelooft hij, dat het funest
is hier met dwang te werken.Op een vraag
van den heer Wilbrink antwoordt spr.,
dat hij als vakvereenigingsleider de men
schen wel degelijk zou aanraden aan deze
cursussen deel te nemen, omdat hun steun
in de toekomst op het spel staat.
De heer Wilmer ziet in de discussies
drie elementen, n.l. een element van waar
deering, van critiek en van obstructie.
Waardeering heeft men voor het voorstel
zelf en de strekking daarvan en ook voor
de resultaten. Voor een onderdeel in de
uitwerking van dit voorstel heeft men ech
ter critiek, en dat is de gedwongen aan
melding. Men hangt van dezen dwang ech
ter een al te somber beeld op. Als de direc
teur hier tactisch optreedt en de vakcen
trales medewerken, zullen verreweg de
meesten zich vrijwillig aanmelden. Dwang
moet er echter zijn als uiterste middel.
Mevr. v. Italliev. Embden heeft een ver
gelijking gemaakt met het huisgezin. Doch
in het huisgezin gaat het toch ook niet
anders Ieder kind weet van tevoren dat het
straf krijgt, als het om andere redenen
niet gehoorzaamt. Overigens acht spr. het
bezigen van voorbeelden gevaarlijk als
men daarmee iets bewijzen wil.
Het derde element in het debat is de
obstructie. Het zal wel gaan ook zonder
de vakcentrales, is er gezegd, doch dan
zal het toch niet gaan zooals het moest,
Spr. vindt het zoo onlogisch, als men met
het voorstel niet wil medewerken, alleen
omdat men het met een onderdeel niet eens
is. Waarom wilt gij u dan van medewer
king onthouden, vraagt spr. aan de S.
D. A. P. Uw medewerking kan voor den
arbeider slechts goede gevolgen hebben,
uw tegenwerking slechts nadeelige gevol
gen. Hier is nu een mooie zaak, die we-
gens verschil van meening over een onder
deel dreigt te worden bedorven. Spr. brengt
hulde aan B. en W. ên voor het voorstel
zelf en om de spoed, waarmede het hier is
gebracht. Hij hoopt alsnog, dat de S. D.
A. P. haar oppositie zal laten varen en zal
medewerken, ook als haar bezwaar niet
uit den weg wordt geruimd.
De heer Witmana betuigt zijn volle
sympathie met het voorstel. Van de zijde
der Sociaal-Democraten komt verzet tegen
een dwang, die z.i. niet in het voorstel ligt
opgesloten.
Kan de directeur nu niet weten, wie
vo.or opleiding in aanmerking komen ja
dan neen? Het komt spr. voor, dat men de
vrijwilligheid niet in toepassing moet
brengen. Er moet inderdaad een zachte
dwang worden toegepast. Spr. is het met
den heer Wilmer eens, dat men hier een
mooie zaak gaat bederven. Het verwondert
spr. dat de vrijzinnig-democraten in ver
band met hun opvoedsysteem in deze met
de S. D. A. P. meegaan. Slechts één be
zwaar heeft spr., n.l. het dwingen van die
arbeiders, die op het moment werk heb
ben, alleen op grond van toekomstige
werkloosheid.
De heer Knuttel keurt eveneens de
strekking van het voorstel goed. Spr. waar
schuwt echter tegen te groote verwachtin
gen. Een vermindering van de werkloos
heid zal er niet door ontstaan. Spr. ziet
er eerder een voordeel voor de werkgevers
in. Ook waarschuwt hij tegen den dwang.
Dat is volmaakt nutteloos voor den persoon
zelf. Maar bovendien is het een middel te
meer om weer personen van de steunver
lening uit te sluiten. De heer Wilbrink
heeft gezegd, dat ongeschoolden niet in een
vakvereeniging thuis hoorden. Doch zij
hooren er wel in, omdat zij den geheelen
strijd om het beslaan in dat vak meema-
ken-
Men heeft gezegd, dat ieder, die wil, aan
die cursussen kan deelnemen. Doch dat is
niet waar. Huiselijke omstandigheden, li-
chaams- of geestelijke gebreken enz. kun
nen zich daartegen verzetten. Vooral geldt
dat voor hen, die overdag moeten werken
en dan 's avonds den cursus niet meer
kunnen volgen.
De heer Zuidema sluit zich aan bij
den heer Wilmer en de vele critiek heeft
hem teleurgesteld. De gemeente staat voor
zeer groote uitgaven en spr. begrijpt dus
niet waarom men deze. poging om de ar
beiders op hooger peil te brengen wil af
wijzen.
Spr. haalt een citaat van den heer Sten-
b U Li lanr.n An lpjlivan inn<rc
menschen ten-gevolge van de werkloosneic
Hier is nu een manier om die lediggang
op te heffen en men zoekt weer aan die
greep te ontkomen. Is het nu toelaatbaar,
dat hier een zekere pressie wordt uitge
oefend? Spr. citeert hieromtrent een arti
kel in „Het Volk", waarin een zekere pres
sie verdedigd wordt. Heeft men er bezwa
ren tegen, dan moet men omwille van het
groote belang daarover heen stappen.
Spr. vraagt verder den wethouder of het
waar is, dat de directeur van dienst van
sociale zaken alleen heeft uit te maken, wie
voor" den cursus in aanmerking komen.
Wethouder Sanders herinnert aan de
maatregelen tegen werkloosheid. Er zijn
verzekeringen, er is ook een vakopleiding
ter voorkoming ervan. Men heeft hier
Mathesis en de Ambachtschool. Het ver
wijt dat er hier niets tegen de werkloos
heid wordt gedaan, moet dus worden af
gewezen. Doch het speciale vakonderwijs
werd hier niet beoefend als in andere ste
den, die meer dan Leiden centra van in
dustrie zijn.
Dat dit vakonderwijs, gunstige resulta-^
ten moet hebben is aan te toonen uit voor
beelden van do practijk. Men vergelijke de
geringe werkloosheid in Twente, waar een
industrieschool is, met de werkloosheid in
En geland. Daarom meent spr. dat de thans
geboden gelegenheid met beide handen
moet worden aangenomen.
Het groote bezwaar, in den raad tot
uiting gekomen, is de kwestie van den
dwang. Mevr. v. Itallie wil een vrijwillige
aanmelding. Doch voor zulken bestaat
reeds een gelegenheid, n.l. de avondschool
voor volwassenen van de Ambachtsschool.
Hiervan wordt evenwel nog niet voldoende
gebruik gemaakt. Juist onder degenen,
die voortdurend werkloos zijn, vindt men
hen, die hot minst van hun vak weten en
het meest onwillig zijn tot leeren. Nu is
het toeh redelijk, dat men van hen, die
aan de gemeente het meeste kosten, ten
minste vraagt, dat zij hun vak leeren. Van
dwang gesproken: dat doen de vakcentra
les toch ook. wanneer zij bij de uitbetaling
van steungelden, daarvan een deel afhou
den voor contributie en verzekering. Dat
Is logisch, maar dwang is het toch.
De heer Zuidema heeft zoo juist uit het
„Volk" voorgelezen, dat men bij de S. D.
A. P. niet overal hetzelfde denkt over de
toepassing van dwang.
De heer "Wilmans heeft gesproken over
zachte drang. Spr. gelooft, dat ieder zachte
drang nutteloos is. Wanneer een arbeider
met een groot werkloosheidsriciso bij den
aanvang van den cursus toevallig voor een
week werk zou hebben, dan zou het toch
te gek zijn, dat deze den cursus niet be
hoefde mee te maken. Er zullen echter
geen menschen, die weer geregeld aan het
werk zijn, voor het volgen van een cursus
worden aangewezen.
Een bezwaar was ook de te groote
macht bij één man, n.l. den directeur van
den dienst van sociale zaken, die de per
sonen heeft aan te wijzen. Dat is logisch,
want hij is de man, die over de beste ge
gevens beschikt. Doch hij heeft nle? te
beslissen over de uitsluiting van steun;
hij kan alleen voordragen tot uit
schakeling. Een nader onderzoek wordt
daarna nog ingesteld door de subcommis
sie voor sociale zaken. Er is dan niets
geen reden, om naast deze commissie nog
een aparte commissie van bestuurders van
vakcentrales in het leven te roepen.
De heer E 1 k e r h o u t meent dat ze
delijke dwang eerder moet worden toege
past dan zulk een uiterste dwang als uit
sluiting van steun. Spr. ontkent, dat gel
den worden afgehouden van den steun
voor contributie en verzekeringskas. Wel
wordt Iets afgehouden, doch dat is belang
rijk lager dan anders voor contributie e.d.
moet worden betaald. Elke vakcentrale
moet de plicht hebben een moreele drang
op zijn leden uit te oefenen. Die andere
dwang moet pas op de tweede plaats ko
men. Spr. dient in dien geest een motie
in.
De heer Knuttel vindt de werkloos
heidscrisis een verkeerd uitgangspunt.
Men moet vragen of de menschen voor
dat vak geschikt zijn.
De heer v. Stralen acht de motie
van den heer Eikerhout overbodig. Wat
deze wil, wordt reeds bereikt door de
motie van spr. Verder ontkent hij, dat de
mindprp werkloosheid in Twente in te
genstelling met Engeland, waarop de wet
houder wees, het gevolg is van de indu
strieschool in Twente. Daar zijn andere
factoren- debet aan.
Spr. betwist vorder den wethouder, de
geldigheid van diens vergelijking met de
houding der vakorganisatie wat betreft
het inhouden van gelden voor contributie
e.d. Verder geeft hij in overweging de
cursussen overdag te doen geven, dan be
hoeven de huisvaders des avonds hun
gezin niet te verlaten.
Over het. citaat van het „Volk" zegt
spr. dat de heer Zuidema slechts één ar
tikel heeft aangehaald. Er zi.in meerdere
artikelen in liet „Volk" verschenen waar
in andere "zi'ensw'jzen verdedigd werden.
Uit de keuze is wel gebleken, dat wij het
voorstel zelf sympathiek gezind zijn. Wij
zijn bereid onze volle medewerking te ver-
leenen, als die stok achter de deur wordt
weggenomen. Neem eens een geval van
weigering, zeg ongerechtvaardigde weige
ring, dan wordt de man uitgesloten. Maar
wat gebeurt er dan met zijn gezin? Daar
moet men niet te licht over heen gaan.
(Stemmen: Die vraag moet u dien man
zelf stellen!)
Waarom eerst niet eens een proef ge
nomen met vrijwillige aanmelding? Want
er kunnen toch sppciale redenen zijn om
zich niet aan tp molden. Wat bereikt men
nu met dwang? Zij gaan met tegenzin
naar den cursus en daarmee wordt niets
bereikt.
De heer Oostdam acht eveneens de
motie-Elkerbout totaal overbodig. De
commissie, die voor deze zaak is aange
wezen, wordt hier verdacht gemaakt, doch
zeer ten onrechte. De meerderheid al
is deze niet aan de zijde der vakcentrales
TS TOCTT VTTTir UTTÏT -r"llï>uux;Du
moet men niet vergeten om welke perso
nen het gaat. Om menschen, die zich op
geven als vakarbeiders, doch het niet ziin
Is het nu zoo erg, dat die menschen een
paar avonden het gezin verlaten juist om
wille van dat gezin?
De heer Baart heeft ondervonden, dat
in de subcommissie voor sociale zaken al
tijd het voorstel van den voorzitter wordt
aangenomen. Zoo gaat het ook in de
groote commissie-vergaderingen. Er zijn
daar 5 vertegenwoordigers van de vakcen
trales en ongeveer JO van lien, die een
tegenovergestelde richting zijn toegedaan
Een feit is het, dat alle vertegenwoordi
gers van de vakcentrales tegen den dwang
waren.
Snr. verdedigt nogmaals de vrije aan
melding.
De heer W i Imans verdedigt zijn hou
ding. In het hijzonder keert hij zich te
gen de bewering van den heer v. Stralen,
die rekening wil houden met het gezin
van iemand, die op onredelijke wijze niet
aan een cursus wil deelnemen. Daar
voor is de raad toch niet verantwoorde
lijk.
Do heer Huurman: Er is nu al
meer dan 3 uur over deze kwestie gede
batteerd. Ieder heeft zijn standpunt al
lang bepaald. Spr. stelt voor de discussie
thans te sluiten.
Na raadpleging van het reglement van
orde zal nog alleen aan de ontwerpers der
moties en den wethouder het woord ver
leend worden.
De heer E 1 k e r b o u t verdedigt daar
na nog zijn motie met enkele woorden
De heer v. Stralen spreekt daarna
over de vergadering van de commissie van
advies voor sociale zaken. De vergadering
was niet voltallig, zoodat geen besluit kon
worden genomen. Er is dus geen advies
en toch heeft men hals over kop het voor
stal ingediend.
Wethouder Sanders protesteert te
gen de insinuatie van den heer Baart,
alsof de besprekingen in de commissie
voor sociale zaken niet de noodige objec
tiviteit zouden bezitten. Spr. tart den heer
Baart dat waar te maken. Spr. kan ver
zekeren, dat het onderhavige onderwerp
uitvoerig is besproken in de commissie, al
was deze niet voltallig, en hot verslag
daarvan is volledig aan B. en W. meege
deeld. Men moest haast maken, want het
is een cursus voor den winter, die voor
de deur staat.
De heer Baart wil nogmaals het
woord. De Voorz. wil het hem evenwel
niet geven, waarop zich een discussie ont
spint tusschen den Voorz. en den heer v
Eek, die zich opwindt en het hoogst on
billijk noemt, dat de heer Baart niet mag
antwoorden op een uittarting van den
wethouder.
Gestemd wordt nu over de vraag of de
heer Baart het woord kan krijgen over
een persoonlijk feit. Verscheidene leden
van de S. D. A. P. wenschen niet te stem
men.
Bij stemming wordt dan uitgemaakt.
dat de heer Baart mag spreken, doch
wenscht evenwel geen- „gunst" to
vaarden.
Het voorstel-v. Stralen wordt daatl
verworpen met 22 tegen 11 stemmen,
Voor stemden de S. D. A. P., de hiv,
Knuttel en Sijtsma en mevr. v. Italië
Embden.
Het voorstel-Elkerbout wordt daan
verworpen met 18 tegen 15 stemmen.
Het voorstel van B. en W. wordt tba>
aangenomen met 23 tegen 9 stemmen, f,
gen stemden de S. D. A. P. en de connm
niet.
26o. Voorstel:
tot vaststelling van de verordenioi
tnde den rechtstoestand van
brandwachts in dienst van de geme®
Leiden;
h. tot vaststelling van de verordenit
honden de wijziging van de verorden!!
van 81 Januari 1918 (Gem.-hl ad No.
betreffende de wedden van ambtenaren,
dienst der' gemeente Leiden;
tot toepasselijk verklaring van 5,
23, 2e lid, van het Algemeen Werklied
reglement, op de brandwachts;
d. tot toepasseli ikverklaring van de
ordening van 29 December 1919 (Gemh'i
No. 55), betreffende het toezicht op A.
gezondheidstoestand van de ambfenar
en werklieden in dienst hij de gemea
Leiden, op de brandwachts.
De heer Baart is van meenin
ook de brand'wacht onder het aleerae
werklieden reglement moeten vallen Waj
om moeten zij worden ui Igeschabli
StraJks komt er een nieuw reglement, waj
onder zij ook niet zullen vallen. Spr
voor een uniforme regeling.
De heen: Knuttel kan niet begrijp?
waarom men er nu eerst mee komt, 1»
wijl het instituut van de brandwacht
al jaa-en bestaat Spr. ziet er in een op
deel van den algemeenen aanval op 0
8-urendag.
De heer Elkerbout wiist erop,
men nu reeds 8 jaar een proef heeft get
men. Er zijn in dien tijd' overuren
maakt. Daarvan wordt nu vergoeding
geven, aan den een wel, maar aan den:
deT niet. Verder oefent hij nog eenige 1
tiek uit op eenige onderdeelen.
De heer Heemskerk deelt het
zwaar van den heer Baart, dat men
krijgt verschillende reglementen. I
neemt echter niet weg, dat de positie 1
de brandwachts niet wachten kan np
algemeene herzren'.ng van het "werklied!
reglement. Wanneer dat komt. kan men
positie der brandwachts nog herzien. Ia
der willen B. en W. als oomnensatiew
gemaakte overuren aan het verhoo?
loon-terugwerkende kracht geven. Da'
wel wat onheil!jk, omdat allen nu over
kam worden geschoren. Doch het Is 1
wel mogelijk, dat. in een reglement op
nemen. Daarom stapt spr. erover heen
De heer W i t m a n s is het met den h
Elkerbout eens.
De heer Wilbrink sluit zich aan
den heer Heemskerk en dient een motie
waarin de raad wordt uiteenoodigd,
die brandwachts, die s'.nds den aanvanj
X.UU VI v.1 -tm-myon hoM>on.«omankt V.
keepen, een gratificatie van ,f 100
De voorz. vraagt zich af, waarom
raad er zulke breedvoerige discussies)
moet houden. De zaak is ampel bespre
in de organisaties, met de brandwj
zelf en met de Commissie voor Go or ra
seerd Overleg en overal is deze regpl'
goedgekeurd. Bovendien is er geen rd
om een extra, gratificatie toe te kent
omdat anderen een voordeelfie krjgen
overuren bedragen in 't geheel ru;m -
dag en dat wordt ruimschoot geoomr*
seerd door de terugwerkende kracht
het verhoogde loon. Anderen- worden da
door wol bevoordeeld maar niemand m
benadeeld.
Laten wij nu toch gaan stemmen,
ders moet het punt worden aangehotó
Het wordt anders zóó laat. (Het is w
kwart v-oor elf).
Wethouder Mulder zou het beta
als deze regeling nu weer werd uil
steld. De brandwachts hebben zelf de w
gestelde regeling goedgekeurd.
De a-'gemeene beschouwingen wor
thans gesloten en overgegaan wordt tol
artikelsgewijze behandeling van de 1
ordening regelende den rechtstoestand
brandwachts.
B:j art. 16, handelende over opnem'
in een ziekenhuis, hetgeen „gelreel ot
deeltelijk" voor rekening van de gentö
geschiedt, stelt de heer Baart voor
woorden „geheel of gedeeltelük" te \'-
vervallen.
In s'emming gebracht, wordt dit affi
dement verworpen met 17 tegen 12 fi;
men. Vóór stemden 7 aanwezige Sod
Dem de beide, democraten, de commit
en de heeren Sytsm-a en E'kerhmit.
Bij art'kei 19, waarin gezegd wordt,
het dienstverhand gemiddeld 55 uur
week en niet meer dan 10 uur per «h
bedraagt, stelt de heer Baart voor. d'i
wijzigen in 48 uur per week en 8M
per etmaal.
Nadat de voorz. er nogmaals de
dacht op heeft gevestigd, dat ook dit al
kei opgesteld is in overleg met de hra*
wac'hts en met de commissie voor G
wordt ook dit amendement verworpen'
19 tegen 11 stemmen. Vóór stemden 8
ciaal-dom oer aten, de democraten en
communist.
B:j art. 21, regelende de vergoeding
overuren, stelt de heer Elkerbout1'
25 pot. meer te betalen hij het een!*
tweede uur en verder 50 pet. moer bij
volgend uur. (Het voorgestelde was11
het le en 2e uur 1/55 van het week'
voor het Se en 4e dat bedrag vermeen
met 10 pet. en verder vermeerderd ffld
pet.). Spn verdedigt dit amendement1
te verwijzen naar de algemeene usan«
het particulier bedrijf.
Het amendement wordt evenwel wr*
pen met 17 tegen 12 stemmen. Vóór
den 8 soc. dem., de 2 democraten, de1
munist. en de heer Elkerbout.
De garische verordening wordt daa r-
h. st. aangenomen.
Evenzoo de punten 26 h. c. en d, kl