Itrekking van Iedere steimvcrleenmg ïs, tteeda ruimte te laten voor lederen prikkel 1 om weer tot den arbeid over te gaan. Men meende indertijd echter een kleine tege- i moetkoming aan werklooze hoofden van 1 gezinnen te moeten geven. Nu zijn de brandstoffen zooveel goedkooper gewor den, zoodat de werkelijke tegemoetkoming daardoor ook van zelf grooter is geworden De heer v. Stralen zegt, dat het adres van de Leidscho Bestuurdersbond en het voorstel van B. en W. elkander hebben gekruist. De organisatie, die het adres on- derteekende, wist niets af van het voorstel van B. en W. Het beweerde door den heer Zuidema is dus niet juist. Van tegen el kaar opbieden is geen sprake. Spr. her haalt, dat hij om practische redenen indertijd niet méér heeft gevraagd. Wor den de brandstoffen nu goedkooper, dan zijn ook de kosten voor de gemeente min der. De heer Zuidema heeft van politiek •pel gesproken. Het verwondert spr., dat zulke verdachtmakingen altijd komen van de zijde der Christelijken, die hiermede heelemaal niet Christelijk handelen. De gemeente kan beter die paar duizend gul den betalen, welke de verdubbeling der cokesuitdeeling meebrengt, dan de werk- loozen die paar kwartjes. De heer Zuidema begrijpt niet, waarom de „overzijde" zich zoo heeft op gewonden over de uitdrukking „politiek spel". De S. D. A. P.'ers gebruiken her haaldelijk veel scherpere uitdrukkingen. Zoo heeft de heer Baart gezegd, dat ik dus de kleine kinderen maar wil laten dood gaan (bij gebrek aan warmte n.l.), omdat ik tegen de verdubbeling ben. Wat is dat nu voor een gezegdel Zoo zegt de heer v. Stralen, dat allen die het wel meenen bet met het inzicht der S. D. A. P.'ers eens zijn. Alsof allen die het niet met hen eens zijn, het niet wel meenen. Let eerst op u zelvenl Spr. heeft niet willen beweren, dat een 1 H.L. voldoende is, maar de indruk wordt gewekt alsof er van den kant der gemeente niets gedaan wordt. En daartegen wil spr. opkomen. Het verwondert hem, dat de heer Sijts- ma zich nu ook door de S. D. A. P. heeft laten overhalen. (Er wordt voortdurend heftig geïnterrumpeerd door de Sociaal- Democraten). Het gaat hier om een „tegemoetkoming" niet om een uitdeeling. De heer Dubbeldeman interrumpeert heftig. De Voorzitter: „Och schei u nu uit, meneer Dubbeldeman". De heer Dubbeldeman: „Ach, laat die meneer z'n snuit houden!" De heer Baart wijst er op, dat de werkloosheidsuitkeeringen verlangd zijn. De heer Zuidema moest maar eens in de gezinnen van werkloozen gaan kijken, maar hij trekt er zich geen „snars" van aan. De menschen moeten op bun voe ding bezuinigen om het maar een beetje warm te hebben. De heer Knuttel wil opkomen tegen een paar drogredenen. Dat de brandstof- fea TTe lasten zijn dan voor de gemeente ook min der. De toestand wordt in die gezinnen hoe langer hoe slechter, door het klimmen der jaren waarin niets verdiend is gewor den. Spr. stelt tegenover deze uitkeering, het bedrag, dat is uitgetrokken voor de ver warming van de localen voor ontspanning voor de werkloozen. Daarvoor wordt 150 royaal beschikbaar gesteld. En die paar mudjes cokes voor ieder per winter zijn nog niet het 1/15 deel daarvan. Het voorstel-v. Stralen wordt thans verworpen met 19 tegen 14 stemmen. Vóór itemden de S. D. A. P., de Communist, de democraten, de vrijz. democraten en de C.-Hist. heer v. Rosmalen. Het voorstel van B. en W. wordt daar na z. h. st. aangenomen. 25o. Voorstel in zake het geven van een 8-tal winlercursussen in elementair vak onderwijs aan gering geschoolde werk- looze arbeiders. De heer v. Stralen heeft bezwaren ïegen den dwang, welke wordt toegepast. Nu de werkloosheid minder is geworden, wordt opeens hals over kop dit voorstel aanhangig gemaakt. De Vakcentralas hebben er nauwelijks kennis van kunnen nemen en spr. gelooft dat deze materie juist uitermate geschikt la om geregeld te worden in overleg met de betrokkenen en vooral met de organi- laties van de betrokkenen. De wethouder heeft echter de gelegen heid tot overleg niet willen benutten. Het sterkste is ons bezwaar tegen den dwang. Spr. had gemeend, dat men voor zichtiger had moeten zijn bij zulk een be trekkelijk nieuwe zaak. De dwang, die absoluut verkeerd zal werken, gaat zoover, dat men menschen, die misschien in de toekomst werkeloos rullen worden, gaat verplichten dit vakonderwijs bij te wonen op straffe van uitsluiting van steun bij •ventueele werkloosheid. Spr. zou de proef willen nemen met vrijwillige aanmelding. Waarom moet meteen de stok achter de deur gezet wor den? Welk doel wordt hier nagestreefd? Gaat het om het belang van de arbeiders, of ia het er om te doen een feit te kunnen Vaststellen om steun te weigeren? Er zijn vele ongeschoolde arbeiders, ten- 'gevolge van de mobilisatie vooral. Al is het voorstel wat laat, daarom ont kent spr. het nut van het voorgestelde vakonderwijs niet, ook al zal in vele geval len een werklooze na het genoten onder wijs nog even werkloos zijn als vandaag. Xhvang is evenwel verkeerd. Er zijn ook •ongeschoolde arbeiders noodig, bijv. in Jtet metaalbedrijf. Daarom is er geen re- Hen tot dwang. Spr. dient daarom een tootie in .waarbij de raad wordt uitge- noodigd, zich uit te spreken vóór overleg met de vakorganisaties en tegen het toe passen van dwang. De heer Oostdam, zegt, dat de com missie van Advies met opzet zóó is samen gesteld, dat de vakcentrales er in zijn ver tegenwoordigd. Waarom moet nn naar contact gezocht worden. Het is er al. Doch de overige leden behoeven toch niet te doen wat de vakcentrales wenschen, als zij van een tegenovergestelde meening zijn. Dit voorstel is geboren uit de ondervin ding. De bedoeling is de bona fide arbei ders te 8teimen. Doch lang niet alle „vak lieden" zijn bona fide. De commissie voor de 8teunverleening doet dus haar best alle niet bona fide werkloozen te verwijderen. B. en W. hadden kunnen zeggen: Dan alle niet-vaklui er maar uit! Doch dat zeggen B. en W. niet. Zij willen deze menschen helpen. De ondervinding heeft de noodzakelijkheid van dit voorstel aan getoond en dus kan een te laat komen aan B. en W. niet worden verweten. Wat de dwang betreft, merkt spr. op, dat de overheid eischen moet stellen en moet waken voor een behoorlijk beheer der financiën. Dat doen de vakcentrales ook. DaaTom moet dwang kunnen worden aangewend. Bovendien staat het Burgerl. Armbestuur nog steeds achter haar, als de overheid haar steun intrekt. De heer E 1 k e r b o u t protesteert te gen den heer Oostdam dat hij menschen die geen vakarbeiders zijn niet bona fide noemt. Spr. meent, dat feitelijk de pa troons geroepen zijn hun arbeiders te be kwamen. Spr. gelooft verder, dat personen, die voor een nieuwe zaak worden geplaatst, beter door overreding daartoe zullen over gaan dan gedwongen. Het gaat bovendien niet aan, dat één persoon, in casu de di recteur, heeft uit te maken of iemand voor dit of dat vak bekwaam is. Mevr v. Itallie-v. Embden ge voelt de noodzakelijkheid van vakonder wijs. Doch ook zij gevoelt niets voor dwang. In het gezin moet het evenzoo gaan. Dwang is slechts gerechtvaardigd, wanneer het noodzakelijk is. (Geroep: Zeer juist.) Doch spr. is niet overtuigd van die noodzakelijkheid, omdat de proef van vrij willige aanmelding niet is mislukt. Laat men hiermede eerst een proef nemen. De heer Heemskerk sehriift het late inkomen van dit voorstel hieTaan toe. dat het nu pas noodig is geworden, omdat de goede vaklieden hij het minderen der werkloosheid reeds hun weg hebben ge vonden cn de massa van ongeschoolden is overgebleven. De vraag is nu, hoe deze te helpen. Dwang is noodig, om diegenen te kunnen dwingen, die moedwillig willen blijven klaploopen. Doch dan spreekt liet ook vanzelf, dat men niet moet begin nen met dwang, doch alleen dan, wan neer alle andere middelen gefaald heb ben. Verder vraagt spr. of ook die arbei ders gedwongen kunnen worden om toe te treden tot deze vakopleiding, die niet ge regeld hij den steun komen aankloppen Spr. zou ook een geregeld overleg wen schen met de vakorganisaties. De heer Wilbrink ziet niet in, waar om men altijd ongeschoolde arbeiders Verder vraagt spr.: Zijn de vakcentrales genegen, als er werkelijk onwilligen zijn, om dwang uit te oefenen. Zoo ja, dan is spr. ook voor overleg met de vakcentrales. De heer Baart bestrijdt het gezegde van den heer Oostdam, dat er voldoende contact is geweest met de vakcentrales. Op een algemeene commissievergadering is naar voren gekomen, dat de vakcentra les unaniem tegen dwang waren. Het is beter 45 menschen te hebben, die vrijwilig komer., dan 60, die slechts onder dwang opkomen. Bovendien zijn er ongeschoolde arbei ders ook noodig en omgekeerd alle ge schoolde arbeiders vinden daarom nog geen werk. Wij moeten de arbeiders gelegenheid geven te toonen wat zij willen. Als lid van de Leidsche Bestuurders- bond zegt spr. de volle medewerking van dien bond toe, als de dwang uit het voor stel wordt geschrapt. De heer Sanders: En anders. De heer Baart: Dan onthouden wij ons van medewerking. De heer Sanders: Dan zullen wij het wel doen zonder U. De vergadering wordt thans geschorst tot 's avonds 8.15 uur. Avond2itting. Voortgegaan wordt met de behandeling van punt 25. De heer V e r w e ij acht het voorstel van buitengewoon gewicht. Het vóór is reeds van verscheiden zijden besproken. Spr. acht zich daarom ontslagen van de taak daarover te spreken. Eenige punten die er tegen pleiten, wil spr. naar voren brengen Van psychologie heeft spr. niet veel be grip, doch wel gelooft hij, dat het funest is hier met dwang te werken.Op een vraag van den heer Wilbrink antwoordt spr., dat hij als vakvereenigingsleider de men schen wel degelijk zou aanraden aan deze cursussen deel te nemen, omdat hun steun in de toekomst op het spel staat. De heer Wilmer ziet in de discussies drie elementen, n.l. een element van waar deering, van critiek en van obstructie. Waardeering heeft men voor het voorstel zelf en de strekking daarvan en ook voor de resultaten. Voor een onderdeel in de uitwerking van dit voorstel heeft men ech ter critiek, en dat is de gedwongen aan melding. Men hangt van dezen dwang ech ter een al te somber beeld op. Als de direc teur hier tactisch optreedt en de vakcen trales medewerken, zullen verreweg de meesten zich vrijwillig aanmelden. Dwang moet er echter zijn als uiterste middel. Mevr. v. Italliev. Embden heeft een ver gelijking gemaakt met het huisgezin. Doch in het huisgezin gaat het toch ook niet anders Ieder kind weet van tevoren dat het straf krijgt, als het om andere redenen niet gehoorzaamt. Overigens acht spr. het bezigen van voorbeelden gevaarlijk als men daarmee iets bewijzen wil. Het derde element in het debat is de obstructie. Het zal wel gaan ook zonder de vakcentrales, is er gezegd, doch dan zal het toch niet gaan zooals het moest, Spr. vindt het zoo onlogisch, als men met het voorstel niet wil medewerken, alleen omdat men het met een onderdeel niet eens is. Waarom wilt gij u dan van medewer king onthouden, vraagt spr. aan de S. D. A. P. Uw medewerking kan voor den arbeider slechts goede gevolgen hebben, uw tegenwerking slechts nadeelige gevol gen. Hier is nu een mooie zaak, die we- gens verschil van meening over een onder deel dreigt te worden bedorven. Spr. brengt hulde aan B. en W. ên voor het voorstel zelf en om de spoed, waarmede het hier is gebracht. Hij hoopt alsnog, dat de S. D. A. P. haar oppositie zal laten varen en zal medewerken, ook als haar bezwaar niet uit den weg wordt geruimd. De heer Witmana betuigt zijn volle sympathie met het voorstel. Van de zijde der Sociaal-Democraten komt verzet tegen een dwang, die z.i. niet in het voorstel ligt opgesloten. Kan de directeur nu niet weten, wie vo.or opleiding in aanmerking komen ja dan neen? Het komt spr. voor, dat men de vrijwilligheid niet in toepassing moet brengen. Er moet inderdaad een zachte dwang worden toegepast. Spr. is het met den heer Wilmer eens, dat men hier een mooie zaak gaat bederven. Het verwondert spr. dat de vrijzinnig-democraten in ver band met hun opvoedsysteem in deze met de S. D. A. P. meegaan. Slechts één be zwaar heeft spr., n.l. het dwingen van die arbeiders, die op het moment werk heb ben, alleen op grond van toekomstige werkloosheid. De heer Knuttel keurt eveneens de strekking van het voorstel goed. Spr. waar schuwt echter tegen te groote verwachtin gen. Een vermindering van de werkloos heid zal er niet door ontstaan. Spr. ziet er eerder een voordeel voor de werkgevers in. Ook waarschuwt hij tegen den dwang. Dat is volmaakt nutteloos voor den persoon zelf. Maar bovendien is het een middel te meer om weer personen van de steunver lening uit te sluiten. De heer Wilbrink heeft gezegd, dat ongeschoolden niet in een vakvereeniging thuis hoorden. Doch zij hooren er wel in, omdat zij den geheelen strijd om het beslaan in dat vak meema- ken- Men heeft gezegd, dat ieder, die wil, aan die cursussen kan deelnemen. Doch dat is niet waar. Huiselijke omstandigheden, li- chaams- of geestelijke gebreken enz. kun nen zich daartegen verzetten. Vooral geldt dat voor hen, die overdag moeten werken en dan 's avonds den cursus niet meer kunnen volgen. De heer Zuidema sluit zich aan bij den heer Wilmer en de vele critiek heeft hem teleurgesteld. De gemeente staat voor zeer groote uitgaven en spr. begrijpt dus niet waarom men deze. poging om de ar beiders op hooger peil te brengen wil af wijzen. Spr. haalt een citaat van den heer Sten- b U Li lanr.n An lpjlivan inn<rc menschen ten-gevolge van de werkloosneic Hier is nu een manier om die lediggang op te heffen en men zoekt weer aan die greep te ontkomen. Is het nu toelaatbaar, dat hier een zekere pressie wordt uitge oefend? Spr. citeert hieromtrent een arti kel in „Het Volk", waarin een zekere pres sie verdedigd wordt. Heeft men er bezwa ren tegen, dan moet men omwille van het groote belang daarover heen stappen. Spr. vraagt verder den wethouder of het waar is, dat de directeur van dienst van sociale zaken alleen heeft uit te maken, wie voor" den cursus in aanmerking komen. Wethouder Sanders herinnert aan de maatregelen tegen werkloosheid. Er zijn verzekeringen, er is ook een vakopleiding ter voorkoming ervan. Men heeft hier Mathesis en de Ambachtschool. Het ver wijt dat er hier niets tegen de werkloos heid wordt gedaan, moet dus worden af gewezen. Doch het speciale vakonderwijs werd hier niet beoefend als in andere ste den, die meer dan Leiden centra van in dustrie zijn. Dat dit vakonderwijs, gunstige resulta-^ ten moet hebben is aan te toonen uit voor beelden van do practijk. Men vergelijke de geringe werkloosheid in Twente, waar een industrieschool is, met de werkloosheid in En geland. Daarom meent spr. dat de thans geboden gelegenheid met beide handen moet worden aangenomen. Het groote bezwaar, in den raad tot uiting gekomen, is de kwestie van den dwang. Mevr. v. Itallie wil een vrijwillige aanmelding. Doch voor zulken bestaat reeds een gelegenheid, n.l. de avondschool voor volwassenen van de Ambachtsschool. Hiervan wordt evenwel nog niet voldoende gebruik gemaakt. Juist onder degenen, die voortdurend werkloos zijn, vindt men hen, die hot minst van hun vak weten en het meest onwillig zijn tot leeren. Nu is het toeh redelijk, dat men van hen, die aan de gemeente het meeste kosten, ten minste vraagt, dat zij hun vak leeren. Van dwang gesproken: dat doen de vakcentra les toch ook. wanneer zij bij de uitbetaling van steungelden, daarvan een deel afhou den voor contributie en verzekering. Dat Is logisch, maar dwang is het toch. De heer Zuidema heeft zoo juist uit het „Volk" voorgelezen, dat men bij de S. D. A. P. niet overal hetzelfde denkt over de toepassing van dwang. De heer "Wilmans heeft gesproken over zachte drang. Spr. gelooft, dat ieder zachte drang nutteloos is. Wanneer een arbeider met een groot werkloosheidsriciso bij den aanvang van den cursus toevallig voor een week werk zou hebben, dan zou het toch te gek zijn, dat deze den cursus niet be hoefde mee te maken. Er zullen echter geen menschen, die weer geregeld aan het werk zijn, voor het volgen van een cursus worden aangewezen. Een bezwaar was ook de te groote macht bij één man, n.l. den directeur van den dienst van sociale zaken, die de per sonen heeft aan te wijzen. Dat is logisch, want hij is de man, die over de beste ge gevens beschikt. Doch hij heeft nle? te beslissen over de uitsluiting van steun; hij kan alleen voordragen tot uit schakeling. Een nader onderzoek wordt daarna nog ingesteld door de subcommis sie voor sociale zaken. Er is dan niets geen reden, om naast deze commissie nog een aparte commissie van bestuurders van vakcentrales in het leven te roepen. De heer E 1 k e r h o u t meent dat ze delijke dwang eerder moet worden toege past dan zulk een uiterste dwang als uit sluiting van steun. Spr. ontkent, dat gel den worden afgehouden van den steun voor contributie en verzekeringskas. Wel wordt Iets afgehouden, doch dat is belang rijk lager dan anders voor contributie e.d. moet worden betaald. Elke vakcentrale moet de plicht hebben een moreele drang op zijn leden uit te oefenen. Die andere dwang moet pas op de tweede plaats ko men. Spr. dient in dien geest een motie in. De heer Knuttel vindt de werkloos heidscrisis een verkeerd uitgangspunt. Men moet vragen of de menschen voor dat vak geschikt zijn. De heer v. Stralen acht de motie van den heer Eikerhout overbodig. Wat deze wil, wordt reeds bereikt door de motie van spr. Verder ontkent hij, dat de mindprp werkloosheid in Twente in te genstelling met Engeland, waarop de wet houder wees, het gevolg is van de indu strieschool in Twente. Daar zijn andere factoren- debet aan. Spr. betwist vorder den wethouder, de geldigheid van diens vergelijking met de houding der vakorganisatie wat betreft het inhouden van gelden voor contributie e.d. Verder geeft hij in overweging de cursussen overdag te doen geven, dan be hoeven de huisvaders des avonds hun gezin niet te verlaten. Over het. citaat van het „Volk" zegt spr. dat de heer Zuidema slechts één ar tikel heeft aangehaald. Er zi.in meerdere artikelen in liet „Volk" verschenen waar in andere "zi'ensw'jzen verdedigd werden. Uit de keuze is wel gebleken, dat wij het voorstel zelf sympathiek gezind zijn. Wij zijn bereid onze volle medewerking te ver- leenen, als die stok achter de deur wordt weggenomen. Neem eens een geval van weigering, zeg ongerechtvaardigde weige ring, dan wordt de man uitgesloten. Maar wat gebeurt er dan met zijn gezin? Daar moet men niet te licht over heen gaan. (Stemmen: Die vraag moet u dien man zelf stellen!) Waarom eerst niet eens een proef ge nomen met vrijwillige aanmelding? Want er kunnen toch sppciale redenen zijn om zich niet aan tp molden. Wat bereikt men nu met dwang? Zij gaan met tegenzin naar den cursus en daarmee wordt niets bereikt. De heer Oostdam acht eveneens de motie-Elkerbout totaal overbodig. De commissie, die voor deze zaak is aange wezen, wordt hier verdacht gemaakt, doch zeer ten onrechte. De meerderheid al is deze niet aan de zijde der vakcentrales TS TOCTT VTTTir UTTÏT -r"llï>uux;Du moet men niet vergeten om welke perso nen het gaat. Om menschen, die zich op geven als vakarbeiders, doch het niet ziin Is het nu zoo erg, dat die menschen een paar avonden het gezin verlaten juist om wille van dat gezin? De heer Baart heeft ondervonden, dat in de subcommissie voor sociale zaken al tijd het voorstel van den voorzitter wordt aangenomen. Zoo gaat het ook in de groote commissie-vergaderingen. Er zijn daar 5 vertegenwoordigers van de vakcen trales en ongeveer JO van lien, die een tegenovergestelde richting zijn toegedaan Een feit is het, dat alle vertegenwoordi gers van de vakcentrales tegen den dwang waren. Snr. verdedigt nogmaals de vrije aan melding. De heer W i Imans verdedigt zijn hou ding. In het hijzonder keert hij zich te gen de bewering van den heer v. Stralen, die rekening wil houden met het gezin van iemand, die op onredelijke wijze niet aan een cursus wil deelnemen. Daar voor is de raad toch niet verantwoorde lijk. Do heer Huurman: Er is nu al meer dan 3 uur over deze kwestie gede batteerd. Ieder heeft zijn standpunt al lang bepaald. Spr. stelt voor de discussie thans te sluiten. Na raadpleging van het reglement van orde zal nog alleen aan de ontwerpers der moties en den wethouder het woord ver leend worden. De heer E 1 k e r b o u t verdedigt daar na nog zijn motie met enkele woorden De heer v. Stralen spreekt daarna over de vergadering van de commissie van advies voor sociale zaken. De vergadering was niet voltallig, zoodat geen besluit kon worden genomen. Er is dus geen advies en toch heeft men hals over kop het voor stal ingediend. Wethouder Sanders protesteert te gen de insinuatie van den heer Baart, alsof de besprekingen in de commissie voor sociale zaken niet de noodige objec tiviteit zouden bezitten. Spr. tart den heer Baart dat waar te maken. Spr. kan ver zekeren, dat het onderhavige onderwerp uitvoerig is besproken in de commissie, al was deze niet voltallig, en hot verslag daarvan is volledig aan B. en W. meege deeld. Men moest haast maken, want het is een cursus voor den winter, die voor de deur staat. De heer Baart wil nogmaals het woord. De Voorz. wil het hem evenwel niet geven, waarop zich een discussie ont spint tusschen den Voorz. en den heer v Eek, die zich opwindt en het hoogst on billijk noemt, dat de heer Baart niet mag antwoorden op een uittarting van den wethouder. Gestemd wordt nu over de vraag of de heer Baart het woord kan krijgen over een persoonlijk feit. Verscheidene leden van de S. D. A. P. wenschen niet te stem men. Bij stemming wordt dan uitgemaakt. dat de heer Baart mag spreken, doch wenscht evenwel geen- „gunst" to vaarden. Het voorstel-v. Stralen wordt daatl verworpen met 22 tegen 11 stemmen, Voor stemden de S. D. A. P., de hiv, Knuttel en Sijtsma en mevr. v. Italië Embden. Het voorstel-Elkerbout wordt daan verworpen met 18 tegen 15 stemmen. Het voorstel van B. en W. wordt tba> aangenomen met 23 tegen 9 stemmen, f, gen stemden de S. D. A. P. en de connm niet. 26o. Voorstel: tot vaststelling van de verordenioi tnde den rechtstoestand van brandwachts in dienst van de geme® Leiden; h. tot vaststelling van de verordenit honden de wijziging van de verorden!! van 81 Januari 1918 (Gem.-hl ad No. betreffende de wedden van ambtenaren, dienst der' gemeente Leiden; tot toepasselijk verklaring van 5, 23, 2e lid, van het Algemeen Werklied reglement, op de brandwachts; d. tot toepasseli ikverklaring van de ordening van 29 December 1919 (Gemh'i No. 55), betreffende het toezicht op A. gezondheidstoestand van de ambfenar en werklieden in dienst hij de gemea Leiden, op de brandwachts. De heer Baart is van meenin ook de brand'wacht onder het aleerae werklieden reglement moeten vallen Waj om moeten zij worden ui Igeschabli StraJks komt er een nieuw reglement, waj onder zij ook niet zullen vallen. Spr voor een uniforme regeling. De heen: Knuttel kan niet begrijp? waarom men er nu eerst mee komt, 1» wijl het instituut van de brandwacht al jaa-en bestaat Spr. ziet er in een op deel van den algemeenen aanval op 0 8-urendag. De heer Elkerbout wiist erop, men nu reeds 8 jaar een proef heeft get men. Er zijn in dien tijd' overuren maakt. Daarvan wordt nu vergoeding geven, aan den een wel, maar aan den: deT niet. Verder oefent hij nog eenige 1 tiek uit op eenige onderdeelen. De heer Heemskerk deelt het zwaar van den heer Baart, dat men krijgt verschillende reglementen. I neemt echter niet weg, dat de positie 1 de brandwachts niet wachten kan np algemeene herzren'.ng van het "werklied! reglement. Wanneer dat komt. kan men positie der brandwachts nog herzien. Ia der willen B. en W. als oomnensatiew gemaakte overuren aan het verhoo? loon-terugwerkende kracht geven. Da' wel wat onheil!jk, omdat allen nu over kam worden geschoren. Doch het Is 1 wel mogelijk, dat. in een reglement op nemen. Daarom stapt spr. erover heen De heer W i t m a n s is het met den h Elkerbout eens. De heer Wilbrink sluit zich aan den heer Heemskerk en dient een motie waarin de raad wordt uiteenoodigd, die brandwachts, die s'.nds den aanvanj X.UU VI v.1 -tm-myon hoM>on.«omankt V. keepen, een gratificatie van ,f 100 De voorz. vraagt zich af, waarom raad er zulke breedvoerige discussies) moet houden. De zaak is ampel bespre in de organisaties, met de brandwj zelf en met de Commissie voor Go or ra seerd Overleg en overal is deze regpl' goedgekeurd. Bovendien is er geen rd om een extra, gratificatie toe te kent omdat anderen een voordeelfie krjgen overuren bedragen in 't geheel ru;m - dag en dat wordt ruimschoot geoomr* seerd door de terugwerkende kracht het verhoogde loon. Anderen- worden da door wol bevoordeeld maar niemand m benadeeld. Laten wij nu toch gaan stemmen, ders moet het punt worden aangehotó Het wordt anders zóó laat. (Het is w kwart v-oor elf). Wethouder Mulder zou het beta als deze regeling nu weer werd uil steld. De brandwachts hebben zelf de w gestelde regeling goedgekeurd. De a-'gemeene beschouwingen wor thans gesloten en overgegaan wordt tol artikelsgewijze behandeling van de 1 ordening regelende den rechtstoestand brandwachts. B:j art. 16, handelende over opnem' in een ziekenhuis, hetgeen „gelreel ot deeltelijk" voor rekening van de gentö geschiedt, stelt de heer Baart voor woorden „geheel of gedeeltelük" te \'- vervallen. In s'emming gebracht, wordt dit affi dement verworpen met 17 tegen 12 fi; men. Vóór stemden 7 aanwezige Sod Dem de beide, democraten, de commit en de heeren Sytsm-a en E'kerhmit. Bij art'kei 19, waarin gezegd wordt, het dienstverhand gemiddeld 55 uur week en niet meer dan 10 uur per «h bedraagt, stelt de heer Baart voor. d'i wijzigen in 48 uur per week en 8M per etmaal. Nadat de voorz. er nogmaals de dacht op heeft gevestigd, dat ook dit al kei opgesteld is in overleg met de hra* wac'hts en met de commissie voor G wordt ook dit amendement verworpen' 19 tegen 11 stemmen. Vóór stemden 8 ciaal-dom oer aten, de democraten en communist. B:j art. 21, regelende de vergoeding overuren, stelt de heer Elkerbout1' 25 pot. meer te betalen hij het een!* tweede uur en verder 50 pet. moer bij volgend uur. (Het voorgestelde was11 het le en 2e uur 1/55 van het week' voor het Se en 4e dat bedrag vermeen met 10 pet. en verder vermeerderd ffld pet.). Spn verdedigt dit amendement1 te verwijzen naar de algemeene usan« het particulier bedrijf. Het amendement wordt evenwel wr* pen met 17 tegen 12 stemmen. Vóór den 8 soc. dem., de 2 democraten, de1 munist. en de heer Elkerbout. De garische verordening wordt daa r- h. st. aangenomen. Evenzoo de punten 26 h. c. en d, kl

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1925 | | pagina 4