„Be me Courant"
Tweede Blad
De Gevangene van Zenda
Dinsdag 29 September 1925
stadsnieuws"
UIT DE LEIDSCHE VROEDSCHAP
Dierenbescherming. Doorgaande
schippers. Reductie op den
brandstoffenprijs. Leer-„dwang"
Nadat bij enkele voorafgaande punten,
een korte bespreking was gevoerd, kwam
er oppositie los tegen het voorstel van B.
en W., om afwijzend te beschikken op het
verzoek van de aid. Leidien van de Ned.
Ver. tot Bescherming van Dieren, om de
verplichte muilkorf voor trekhonden uit
de verordening te schrappen. Mevr. v.
Itallae en de heeren Sytsma en Eerdmans
wüden de trekhonden zonder muilkorf la
ten loopen, waartegenover de heer Heems
kerk wees op het daaraan verbonden ge
vaar voor de menschen wat ook de bur
gemeester uitvoerig uiteenzette. Toen de
heer Sytsma ten slotte stemming vroeg,
om, zooals hij zeide, te kunnen oonstatee-
ren, hoeveel dierenvrienden er in den Raad
eijn, rees daartegen van verscheidene kan
ten verzet: „Wij zijn wel dierenvrienden",
zoo werd er geroepen, „maar willen de
menschen niet achterstellen bij de dieren''.
Er waren maar vier leden van den Baad,
die voor het verzoek van „Dierenbescher
ming" stemden; ook de heer Eerdmans
stemde tegen, nadat door den burgemeester
de toezegging was gedaan om de genoem
de vereeniging te verzoeken, of zij niet
een ander, beter model voor muilkorf zou
kunnen ontwerpen.
Bij de voorstellen van B. en W. inzake
wijziging verlaging van Havengeld,
stelde de heer Wilbrink voor. om in te
willigen het verzoek van „Schuttevaêr",
om voor vaartuigen, die met het oog op
bet doen van inkoopen op hun doorvaart
slechts enkele uren in Led den verboeven of
aldaar den Zaterdagavond en de Zondag
doorbrengen, vrijstelling van havengeld te
verleenen.
De heer Wilbrink argumenteerde, dat
de schippers hier niet zullen aanleggen,
om clandestien te lossen, daar volgens
hem zulks onmogelijk zou zijn, maar om
1 ïnkoopen be doen. enz. Wethouder Sah-
i ders daarentegen kon niet aannemen, dat
een sehippeT, als hij hier niet lost, aan
leg', om wat te koopen, enz., maar vrees
de daarentegen wel voor clandestien los
sen.
Hoe i<s het elders? Wii hebben op
Öeze vraag geen antwoord gevonden,
inocih in de schriftelijke stukken, noch b?j
de discussie in den Raad. Wij vinden toch
deze vraag niet onbelangrijk, omdat Lei
den. ot. aioh niet trapoopfn r.i/v«r
om ten opz:chte van doortrekkende scha
pers straffer bepalinven te treffen, dan
andere p'aatson.
De heer Wilbrink vond slechts een acht-
tal medestanders en de voorstellen van B
enW. werden ongewijzigd aan eenomen.
Lang en heftig is er gediscussieerd naar
1 aanleiding van het voorstel van B. en W.
l. inzake reductie op den prijs der brand-
I stoffen aan werklooze 'hoofden van gezin
nen en kostwinners. B. en W. stelden voor,
i een Y* mud cokes per week gratis te ver
strekken; de sociaal-democraten wilden
daarvan 1 mud maken. En dat, terwijl
eij zelve verleden jaar een Y mud hadden
gevraagd. Om deze tactiek werden de roo-
de Raadsleden van verschillende zijden, in
't bijzonder door den anti rev. heer Zuide
mo, scherp aangevallen.
Als er een nuchter man op de tribune
ls geweest wat wij wel willen aanne
men dan zal deze hebben kunnen con-
sfateeren, hoe er Raadsleden waren, die
liet ééne oogenblik jammerden over het lot
'der werkloozen en vlak daarop weer scha
terden van pleizior. Aan vele kanten was
hij deze discussie méér- de politiek dan
d'ep meegevoel met de werkloozen aan het
woord; hoewel wij natuurlijk van geen
enkelen der sprekers zou ien willen ver
klaren. dat bij persoonlijk on gevoelis
voor de omstandigheden, waarin de werk
loozen verkeeren.
Voor het meer-vragende voorstel van
den sociaal-democraten stemden ook de
vrijzinnig-democraten, de democraten en
de Ohr.-Hlst. v. Rosmalen.
En toen kwam een lang debat over het
voorstel van B. en W. om een 8-tal win-ter-
cursussen in elementair vakonderwijs aan
gering geschoolde werklooze arbeiders te
organ iseeren.
Over dat voorstel is in de middag- en
avondzitting gesproken drie uren lang.
Algemeen was men het eens met de
strekking van het voorstel, maar oppositie
was er tegen den „dwang", dtie er in lag,
den dwong n l. voor de werkloozen, die,
voor het volgen van een cursus in aan
merking komend, niet vrijwillig bereid
zouden zijn, dezen te volgen.Wij schrij
ven: de werkloozen, want wethouder San
ders verklaarde in den Raad, dat van
menschen, die werken, in geen geval het
volgen van een cursus verlangd zal wor-
deft. De wethouder wees er in z'jn in
derdaad: uitnemende verdediging van
het voorstel op, dat iemand, die een cur
sus niet heeft willen volgen, hoewel hij
daartoe werd verplicht, niet van eteunver-
1 een mg zal worden uitgesloten door den
Directeur zelf, maar aan de desbetreffen
de Sub-Commisrie door den Directeur voor
uitsluiting zu'len worden voorgedra
gen. De Directeur van den D'enst voor
Sociale Zaken, onder wien deze aangele
genheid valt, zal du8 niet aLs dictator kun
nen optreden.
Ook wij zouden het verkeerd achten, als
dwang, om een cursus te volgen, op
Russiche wijze zou worden toegepast.
M a ar w ij willen vertr ouwen,
dat er eerst overleg zal worden gepleegd,
dat er eerst zal worden ..gepraat", alvo
rens in het a'leru'tenste geval met
dwang wordt gewerkt.
Ten slotte waren er twee moties, een van
den heer v. Stralen CS. D. A. P.") en een
van den heer Elkerbout CA. R De eerste
wilde allen dwang positief uitsluiten; de
tweede? redact:e en toelichting waren
zoodanig, da* men eigenlijk niet goed wist
of de heer Eikerbout al dan n;et nog die
mogelijkheid van dwang wilde open laten.
Beide moties werden verworpen: de eerste
had de stemmen van sociaal-democraten,
vrijzirarg-democraten en communist; bij
de tweede kwamen bij de voorstemmers de
democraten en de heeren E'korhout CA. R.)
en v. Rosmalen CC.hr. Hl. Nu zij hun zin
n>et hadden gekregen, stomden de sociaal
democraten en communist tegen het voor
stel van B en W.
Voor de stemming was er een „inci
dent" min of meer welkom bij de lang
durige d'scussie. Er was ten slottte afge
sproken, dat nog alleen zouden spreken
de heeren v. S'ralen, Elkerbou* en wethou
der Sanders. Toen wethouder Sanders had
gesproken en den hoer Baart had ..ee-
tard" waar te maken, dat aan voorstellen
van z'jn zijde komend, in do Oommiss'e
Csuh-commiffgiel voor Sociale zaken, geen
aandacht wordt "'eschonken en dat deze
altijd worden verworpen toen- wtide do
lieer TV-art weer nei wooru. i/w voo z wil
de de Raad zich daarover laten naspre
ken. Hot, voTcomen rede'iik, voorstel van
den voorzitter werd echter van soc;aak-
democratische z:ide zepr kwah'jk geno
men. En boen de Raad den hoor Baart
verlof gaf... wilde deze er geen gebruik
van maken!
Ten slotte nog "en d>i'P"nss:e h'i het laat
ste voorstel van B en W., inzake rechts
positie en loon en van het brand weer per
son cel, waarbij het toeging, alsof er g°en
georganiseerd overleg aan do bespreking
in den Raad was vooraf gegaan!
GEMEENTERAAD.
(Vervolg).
18o Praeadv:es op het verzoek van de
Nederlandsohe Vereeniging tot Bescher
ming van Dieren, om de verplichte muil
korf voor trekhonden uit de verordenin
gen -te schrappen.
Mevr. van 11 a 11 i e-v. E m b d e n ge
looft niet aan de bijterigheid van karre-
honden. Zij heeft er nooit last van gehad.
Deze verordening Is verouderd en men
moet aan ieder idividu zooveel mogelijk
vrijheid laten.
De heer S ij t s m a meent, dat men ook
voor dieren gevoel moet hebben. Het moet
voor deze honden vooral in den zomer
buitengewoon hinderlijk ziin.
De heer Heemskerk verdedigt hei
praeadriee en is van gevoelen, dat men
eerst voor de menschen moet zorgen en
dan pas voor de dieren. De karrehonden,
die den ganschen dag vast zitten, zijn
meer bijterig dan andere honden, die go-
wend zijn los te loopen.
De heer Eerdmans wijst er op, dat
een hond adem haalt en zich verfrischt
door middel van zijn bek. Spr. voelt dus
veel voor afschaffing van deze verorde
ning.
De Voor*, is vóór dierenbescherming,
niet in de laatste plaats tot verheffing
van den mensch zelf. Doch men moet de
zaken niet eenzijdig bekijken. Die karre
honden zijn heel gevaarlijk en er wordt
alleen verboden een hond aangespannen te
hebben zonder muilkorf, die het bijten
verhindert. Zoo*n muilband behoeft niet
kwellend te zijn. B. en W. hebben hot ad
vies ingewonnen van den keurings-veo-
arts, Sperna Weiland, die de verordening
goedkeurde. De politie kan toezien, dat
de muilkorven goed worden onderhouden.
De heer Eerdmans wenscht een on
derzoek naar de soort muilkorven, welke
gebruikt worden. De loeren muilkorven,
welke de kaken op elkander drukken,
moeten een kwelling zijn. Men heeft wel
luxe muilbanden, maar die zijn te duur.
De heer S ij t s m a verdedigt nogmaals
het afschaffen van de verordening. Hij
wenscht hoofdelijke stemming, om eens te
zien hoeveel dierenvrienden de raad telt.
De heer Knuttel protesteert tegen
deze laatste opmerking.
De V o o r z. geeft den raad in overwe
ging het praeadvies aan te nemen, dan
zullen B. en W. overwegen of er niets ge
daan kan worden tegen niet doelmatige
muilkorven.
Het voorstel wordt daarna aangenomen
met 29 tegen 4 stemmen. Tegen stemden
mevr. v. Itallie-v. Embden en de heeren
Sijtsma, Groeneveld en Coster.
19o. Verordening, houdende wijziging
van de verordening van 27 Augustus 1923
(G-em.blad No. 81), regelende de heffing
van eene belasting onder den naam van
„Liggeld" in de gemeente Ledden.
Aangenomen z. h. st.
20o. Voorstel:
a. om afwijzend te beschikken op het
adres der schippersvereeni ging „Schutte
vaêr", inzake wijziging van de verorde
ning regelende de heffing van Haven-
ge'd;
b. tot vaststelling van de verordening
houdende wijziging van de verordening
van 27 Augustus 1923 CGem.blad No. 80),
regelende de heffing van eene belasting
onder den naam van „Havengeld" in de
gemeente Leiden.
b wordt aangenomen.
Aangaande het adres van Schuttevaer
zegt do heer Wilbrink, dat het hem
spijt, dat B. en W. daarop afwijzend wil
len beschikken. Het gaat niet alleen om de
belangen van de schippers, die Leiden
aandoen, maar ook om directe belangen
van inwoners van Leiden zelf. Tal van
schepen legden vroeger in Leiden aan, tot
groot gerief van Leidsche winkpliers.
dan is er weinig gelegenheid tot meeren.
Bovendien is het niet bevorderlijk voor
het geestelijk leven der schippers, dat
zij 's Zondags buiten de stad moeten blij
ven.
De heer W i 1 m e r vraagt hoe de rege
ling in andere steden in deze fs.
De heer Eerdmans herinnert zich
nog den vroegeren toestand vóór 1894,
toen de schippers volle gelegenheid had
den tot winkelen in Leiden. Spr. zou dien
ouden toestand gaarne weer hersteld zien,
als het eenigszins mogelijk is.
Wethouder Sanders wijst er op, dat
de reden voor deze maatregel was de toe
nemende fraude, welke een scherpere con
trole noodig zou maken, als de vorige toe
stand hersteld werd. Spr. gelooft niet aan
het groote voordeel van de gemeentenaren.
Wat betreft de verhindering van het
waarnemen van hun Zondagsplichten, ook
dat acht spr. niet van zoo'n groot gewicht,
daar men toch overal in de gelegenheid
is, zijn plichten waar te nemen, ook al
blijft men buiten het havengebied.
De heer Wilbrink gelooft niet aan
de mogelijkheid van fraude bij vrije door
vaart.
De Voorz. gelooft, dat de heer Wil
brink de zaak te gemakkelijk inziet. Er Is
wel degelijk gevaar voor ontduiking van
het havengevaar. Een schipper gaat geen
groote vaart maken om in de stad een
dubbeltje sigaren te halen. Dat argument
„bevoordeeling van den winkelstand" is
trouwens een argument, waarvan wij leer
geld hebben betaald met den aanbouw van
het station aan den Heerensingel. Dat
moest daar ook komen omwille van den
winkelstand. Doch het ia falikant ver
keerd uitgekomen.
De heer Wilbrink zegt, dat de
voorz. de zaak verkeerd voorstelt. Het
gaat hier om doorgaande schippers, die
nu verhinderd worden hier hun inkoopen
te doen.
Het praeadvies van B. en W. wordt
daarna aangenomen met 21 tegen 9 stem
men. Tegen stemden de heeren Dubbelde-
man, v. Rosmalen, Eerdmans. Wilmer,
Knuttel, Spendel, Wilbrink, Deumer, Cos-
ter.
21o. Voorstel tot beschikbaarstelling
van een bijdrage In de kosten van herstel
ling van het Leidsche glasraam in de St.
Janskerk te Gouda.
De heer v. E c k kan zich niet vereeni
gen met de argumenten van het praead
vies, hoewel hij wèt voor het voorstel van
B. en W. zal stemmen. Bijv. gelooft hij
niet, dat de eer van Leiden er mee ge
moeid ia.
De heer Knuttel kan niet inzien, dat
het herstel van dat raam op den weg van
de gemeente Leiden ligt. Op allerlei on-
derwijsbelangen is men hier zoo zuinig en
hier opeens zoo royaal. Spr. begrijpt dat
niet.
De Voorz. herinnert er aan. dat 800
jaar geleden de steden kleine republiekjes
waren, die elkander geschenken ozuden,
waren, die elkander geschenken zouden,
taureerd. Tegenwoordig is de toestand an
ders. Men heeft dan ook allereerst aange
klopt bij kunstminnende particulieren.
Vindt men, dat de eer van Leiden ook in
iets anders ligt, men kan toch niet beweren
dat het de eer van Leiden niet Is. Bo
vendien is het bedrag toch niet zóó groot.
Rotterdam heeft zijn raam ook op ge
meen tekosten laten restaureeren.
Het voorstel van B. en W. wordt daarna
z. h. st. aangenomen.
22o. Praeadvies op de motie van den
heer Schtiller, inzake de reiniging door
afspulting van alle sl raten, waar vee go-
lost e® gekeurd wordt, na afloop van de
Veemarkt.
Goedgekeurd.
23o. Voorstel in zake de beschikbaar
stelling van een 2-tal vertrekken van het
gebouw „Gravenstein" als ontspannings
lokaal voor werkloozen.
Goedgekeurd.
24o Voorstel om aan daarvoor in aan
merking komende werklooze hoofden van
gezinnen en kostwinners een reductie op
den prijs der brandstoffen te verleenen.
De heer v. Stralen geeft B. en W. in
overweging het toe te stane kwantum wat
te vergrooten. Hij vindt een l H.L. per
week wat te weinig en stelt voor 1 H.L.
per week te verschaffen,
Op den heer Zuidema maakt dit
v. Stralen namens de S D. A. P. een voor
stel verdedigd om een halve H.L. cokes te
verstrekken. Toen waren de brandstoffen
heel wat duurder. En nu B. en W. dezen
weg zijn ingeslagen, nu komt men op
eens met een hooger bod, nu is een l H.L.
niet voldoende, doch moet het een heele
worden, ofschoon de brandstoffen thans
veel goedkooper zijn. Spr. noemt dat een
politiek spel.
De heer Knuttel protesteert tegen de
uitlatingen van den heer Zuidema. De
heer Zuidema zal moeten toegeven, dat
een 1 H.L. cokes per week wel heel weinig
is, vooral voor degenen, die door de verla
ging der uitkeeringen in een benarde po
sitie zijn gekomen. Men zal die cokes n.l.
moeten verschaffen aan hen, die nog
steeds werkloos zijn, aan de z.g. „chroni
sche" werkloozen, die een grooten achter
stand hebben in te halen. Dat is geen spel
voor spr. maar hooge ernst. Iedere ver
betering moet worden aangegrepen als dat
mogelijk is.
De heer Heemskerk wijst op een te
genstrijdigheid in de woorden van den
heer v. Stralen. De brandstoffen zijn ge
daald in prijs, en toch bepleit hij een ver
hooging van de tegemoetkoming. Dat pleit
niet vóór doch tegen zijn voorstel.
UIT DE RADIO-WERELD.
Wat er vanavond ta hooren fa.
4.20 Londen 865 M. Concert.
4.35 Hamburg 895 M. Concert
4.50 Berlihi BOO M. Concert Frank
fort 470 Mj Concert.
5.05 Radio-Paris 1750 M. Jaz«-Ban<L
5.20 Brussel 265 M. Concert. Zürich1
515 M. Concert.
6.20 Londen 365 M. Muziek.
7.15 Hilversum 1050 M. Orkest en ra*
dio-tooneeL
8.20 Da ven try 1600 M. Veronica Brady,
in Selections from her Musical Comedy Re
pertoire.
8.35 Act IL of the Opera, „Tannhau*
ser" (Wagner) Performed by the British
National Opera Company. Relayed from
the Theatre Royal, Glasgow.
9.35 Works by Bernard Van Dieren.
John Goss (Baritone). The Kutcher String
Quartet: Samuel Kutcher (1st ViolinD
George Whittaker (2nd Violin); Harolq
Berly (Viola); Ambrose Gauntlett (Violon
cello).
John Goss: Sing from „The Cencl*
(Shelley). „Maiden's Song" (Bierbaum)#
„Balow" (Anon,. I6th Century).
The Quaretet: Movements 2 and 4 frot*
the Third String Quartet.
John Goss: „O Quand Je Dors" (Victo<
Hugo). „With Margerain Gentil" (Skelton)
„Weep You No More, Sad Fountains-
(Anon,. I6th Century).
8.20 Londen 365 M. e.a. Concert.
8.35 Brussel 265 M. Concert. Ziirictf
515 M. Voordr. en concert. München 48$
M. Zangspel. De Bildt 1100 M. Weerba
richt.
8.50 Berlijn 500 M. Concert. Frank;,
fort 470 M. Tooneel. Hamburg 395 M.
Liederen en operettemuziek. Münste?
410 M. Liederen en declamatie.
9.05 Radio-Paris 1750 M. Concert
10.50 Alle Britsche stations: The Savofl
Bands.
Kcrkuitzending.
Naar we vernemen zal a s. Zondag da
plechtige Hoogmis in de St Dominicus-
kerk aan de Spuistraat te Amsterdam door
den H. D. O worden uitgezonden. Onder
de H. Mis zal de predicatio worden gehou
den door den Z.Eerw. Pater L. H. Per-'
quin O P. pastoor der parochie.
Ook de morgenuitzending van den H. D.
O. op a.s. Zondag zal door den Zeereerw*
Pater Perquin worden verzorgd. Als pro.
ker zal daaronder optreden de heer P,
Kasteel.
De heer y. Eek komt op tegen de woo?
den van den heer Zuidema, dat er van d«
zijde der S. D. A. P. een spel wordt ge
speeld. Spr. zet het standpunt der S. D. A.
P. nader uiteen. Wanneer wij, zegt spr.<
drie jaar geleden meer hadden gevraagd,
dan zou de raad dat voorstel hebben ver
worpen om kapitalistische redenen. Nu is
er een grondslag gelegd, waarop wij kun
nen voortbouwen. Een I H.L. is totaal on
voldoende. Is het nu een spel als wij than?
meer vragen? Is het niet geheel in de lij®
yan^ onze politiek, om steeds de almstcg
Toen gij, meneer Zuidema, in den raaÖ
kwaamt, zeide gij, dat gij democraat waart
Nooit heb ik er iets van bemerkt. Gij be
hoort tot de meest verstokte reactionairen
De heer Ooatdam: Nog erger dan
ik? (Gelach).
De heer v. Eek: Dat kan niet. Als wij
gekund hadden, hadden wij destijds veel
meer gevraagd, wel 2 H. L.I
De heer Witmans heeft dat halv*
mudje ook wel wat schriel gevonden. Hei
komt spr. voor, dat, als de overheid
steunt, zij het ook goed met doen.
De heer Wilbrink herinnert aan het
besluit, dat de raad eenige jaren terug
heeft genomen. Toen ia besloten, dat men
den werkloozen een halve H. L. tegen den
halven prijs zou verschaffen, doch in de
practijk is er van gemaakt een halve TL
L. gratis. Het ligt in de lijn van de taktieh!
der S. D. A. P., steeds meer te vragen
voor de arbeiders, maar daar staat tegen
over dat men een standpunt kan innemen.
Spr. zal niet vóór het voorstel-v. Stralen
stemmen.
De heer Sytsma ziet geen politiek
spel in deze aangelegnheld, maar ook hij
is voor een beetje royaliteit. Een halve HL
L. is te weinig.
Wethouder Sanders zegt, dat
FEUILLETON.
door ANTHONY HOPE.
CUdt hot Engielsch vertaald.)
8)
Zij maakte een diepe buiriv" en kuste
"rijn hand. En voor een oogenblik moest ik
bedenken, wat ik doen zon. Toen trok ik
haar naar mij toe en kuste haar op iedere
wang, en rij bloosde, en nu Ja, toen
kwam Zijne Eminentie de Kardinaal-
Aartsbisschop, kuste mijn hand en gaf
mij een brief van den Paus de eers*e en
laatste, die ik van Zijne Heiligheid mocht
ontvangen.
En toen kwam de Hertog van Strelsau.
Hij beefde terwijl hti v h'i keek naar
links en rechts zooals een man kijkt die
oan vluchten denkt; en zijn wangen waren
wit en rood gevlekt en zijn hand sidderde,
toen bij de mijne nam en ziln linnen wa-
fen droog en heet. Tk keek naar Sa.pt; die
weer tusachen zijn baard ~rmrWhtp eu
vast besloten mijn plicht te doen, waartoe
'k op zoo wonderbare wijze geroepen was.
ik mijn beminde broeder Michel met
beide handen en kuste hem op rijn wang.
Hc_ denk. dat wij bedde blij waren, toen
o At roorb'J waal
Daarna gingen wij terug door de stra
fe11 van. Strelsau naar het paleis en ik
boorde, hoe rij Zwarte Michel met ge-
j^ch ontvingen. Maar hij, zoo vertelde mij
rits. zat op rijn nagels te bijten alsof hij
roomde on zelfs z-'Jn eigen vrienden zei-
en. dat hij wel een dapperder figuur had
mogen slaan. Ik zat nu in een rijtuig,
naast prinses Flavia, en een ruwe kerel
schreeuwde naar binnen:
„En wanneer ia 't trouwen?'' en terwijl
hij dit zeide, sloeg een ander hem in z:jn
gezicht, en schreeuwde: „Lang leve hertog
Michaël!" en de prinses kleurde on keek
recht .voor zich uit.
„Weet-je, Rudolf", zei zij, „je ziet er
vandaag zoo heel anders uit? Zou het mo
gelijk z'jn. da<t je je iets ernstigs hebt voor
genomen?"
De prinses scheen over den koning pre
cies dezelfde opinie te hebben als Lady
Buriesdon over mij!
„Ik verzeker u, lieve nicht, dat niets ter
wereld mij meer aangegrepen heeft dan
de ontvangst in Strelsau heden
Zij lachte lieftallig, maar werd dadelijk
weer ernstig en fluisterde:
„Zag je Michaël?"
„Ja", zei ik. „Hij scheen plezier 1e heb
ben!'*
„Pas op!" ging rij voort. ..'Je kunt in
derdaad niet genoeg op hem letten. Je
weet
„Ik weet", zei k, „dat hij wenscht, wat
ik eekregen heb."
„Juist"
Toen ging ik voort:
En misschien ook iets. wat Ik nog n'et
gekregen heb. maar den een of anderen
dag voor mij hoop te winnen."
Dit was mijn antwoord.
PAng, PAngI Tettertèëèè! Wij waren aan
het Paleis. Geweren, werden afgeschoten
«n trompetten geblazen. Rijen lakeien
stonden te wachten en, de prinses helpend
bij het opgaan van de breede marmeren
trap, nam ik officieel bezit als gekroond
koning van het Huis van mijn voorvade
ren en ging zitten aan mijn eigen tafel
met mijn nicht aan mijn rechterhand en
daarnaast Zwarte Michel, en aan mijn
linkerhand Zijne Eminentie de Kardinaal.
AchteT mijn stoel stond Sapt; en aan het
e'nde van de ta.fel zag ik Frits von Tar-
lenheim juist rijn glas champagne tot den
bodem leeg drinken.
Ik vroeg mij af wat de echte koning van
Ruritania aan het doen was.
HOOFDSTUK VI.
Het geheim van een kelder.
Wij stonden nu in do Koninklijke kleed
kamer. Frits van Tarlenhe'm, Sapt en
ik Ik plofte uitgeput in een leunstoel. Sapt
stak zijn pijp aan. Hij wenscht mij niet
geluk met het wonderbaarlijk succes van
onze gevaar-tijke onderneming, maar uit
z'jn geheele gedrag sprak voldoening. De
triomf, bijgestaan waarschijnlijk door een
goed wijntje, hadden een anderen man
van Frits gemaakt.
„Wat een dag om In je geheugen te blij
ven!" riep hij. „Maar Rassendyll", zei hdj,
„je moet Je hart ln deze ge>schie5en<s niet
laten meespelen. Geen wonder dat Zwarte
Michel een norsch gezicht zette jij en
de prinses hadden elkaar zooveel te ver
tellen."
„Wat ia rij mooit" zei ik.
„Bemoei je niet met do dames", gromde
Sapt. „Ben je Haéx orn te vertrekken?"
„Ja'', ®ei ik met een zudhi
Het was vijf uur «n om twaalf uur zou
ik weer gewoon Rudolf Rassendyll rijn.
Ik zoi dit schertsend tot Sapt.
„Je mag van geluk spreken", merkt Sapt
grimmig op, „ai® 't uiet wijlen Rudolf
Rassendyll wordt. Lieve tijd! Tk voel mijn
hoofd steeds los op mijn schouders staan,
iedere minuut, dat jij nog in de stad bent.
Weef je, vrindje, dat Michaël nieuws heeft
gekregen uit Zenda? Hij ging alleen in
een kamer om het te lezen en kwam
eruit met een gezicht waarop de verbazing
te lezen was."
„Ik ben klaar", zei ik, daar dit nieuws
mij niet bepaald uitlokte te treuzelen.
Sapt ging zitten.
„Nu moet ik nog een toestemming voor
ons schrijven om de stad te verlaten. Mi
chaël is gouverneur weet je en houdt de
poorten gesloten. Jij moet de toestemming
onderteekenen."
„Beste Kolonel, lk ben niet geboren om
een handt eek ening te vervalschenl"
Uit zijn zak haalde Sapt een stuk pa
pier.
„Dat i« de handteekening van den ko
ning", zei hij, „en hier", ging hij voort
nia een verder onderzoek van zakken, „is
wat doorschijnend papier. Als JIJ in tien
minuten geen „Rudolf" kimt produceeren,
wel dan doe ik het."
„Schrijf jij het, kolonei."
En weldTa had deze veelzijdige held het
schrift vervnlscht
„En nu, Frits," zei hij, „gaat de koning
naar bed. Hij is overstuur. Niemand mag
hem bezoeken voor 9 uur morgenochtend,
e begrijpt het niemand?"
„Tk begrijp het", antwoordde Frits.
„Michaël mag komen en een persoonlij
ke audiëntie verlangen. Je zult hem ant
woorden, dat alloen prinsen van den bloe-
I de daartoe gerechtigd rijn."
„Je begrijpt het dus goed?" vroeg Snpt
weer. „Als de deur van deze kamer ge
opend wordt, terwijl wij weg zijn, zul je
niet meer in leven zijn, om het ons te ver
téllen
„Ik behoef niet onderwezen te worden^
kolonel", zei Frits hooghariig.
„Hier. wikkel jezelf in deze lange cape-,
g"'ng Sapt tegen mij voort, en zet deze
platte kepi op. Mijn adjudant rijdt van
avond met mij naar het jachthuis t4
Zenda."
„Ik ben klaar", zei ik.
Frits hield rijn hand uit en ik drukte
die hartelijk.
„Kom mee," gromde Sapt. Wij gingen.
Maar niet naar de deur, maar naar een
paneel in de muur.
„In den tijd van den vroegeren koning,*-
zei 'hnj, „kende ik dezen weg goed."
Ik volgdé 'hem en wij wandelden naa®
schatting een honderd meter de.v een nau
we gang. Toen kwamen wii aan een ste
vige eiken deur. Sapt maakte dte open en
wij bevonden ons in een stille straat, di«
aan de achterziide van de paleistuin liep.
Een man stond op ons te wachten met twee
paarden. Zonder een woord te zeggen ste*
gen wij op en reden weg. De stad was vo|
vroolijk rumoer vanwegen de feesteli tic
heden doT kroning, maar wil namen d®
afgelegen straten Mijn cape hield ik half
voor mijn gericht; de groot o n'atN» ken»
verbor? iedere lok van mijn verraderijlg
haar. Volgens Sapt's aanwijzingen hooi
ik mij voorover in het zadel en reed me>
zulk een kromme rug, zooals ik hoop el
nooit moer een op een paard te verrtoononf
(Wordt vervolgd).