„Be me Courant" Tweede Blad De Gevangene van Zenda Dinsdag 29 September 1925 stadsnieuws" UIT DE LEIDSCHE VROEDSCHAP Dierenbescherming. Doorgaande schippers. Reductie op den brandstoffenprijs. Leer-„dwang" Nadat bij enkele voorafgaande punten, een korte bespreking was gevoerd, kwam er oppositie los tegen het voorstel van B. en W., om afwijzend te beschikken op het verzoek van de aid. Leidien van de Ned. Ver. tot Bescherming van Dieren, om de verplichte muilkorf voor trekhonden uit de verordening te schrappen. Mevr. v. Itallae en de heeren Sytsma en Eerdmans wüden de trekhonden zonder muilkorf la ten loopen, waartegenover de heer Heems kerk wees op het daaraan verbonden ge vaar voor de menschen wat ook de bur gemeester uitvoerig uiteenzette. Toen de heer Sytsma ten slotte stemming vroeg, om, zooals hij zeide, te kunnen oonstatee- ren, hoeveel dierenvrienden er in den Raad eijn, rees daartegen van verscheidene kan ten verzet: „Wij zijn wel dierenvrienden", zoo werd er geroepen, „maar willen de menschen niet achterstellen bij de dieren''. Er waren maar vier leden van den Baad, die voor het verzoek van „Dierenbescher ming" stemden; ook de heer Eerdmans stemde tegen, nadat door den burgemeester de toezegging was gedaan om de genoem de vereeniging te verzoeken, of zij niet een ander, beter model voor muilkorf zou kunnen ontwerpen. Bij de voorstellen van B. en W. inzake wijziging verlaging van Havengeld, stelde de heer Wilbrink voor. om in te willigen het verzoek van „Schuttevaêr", om voor vaartuigen, die met het oog op bet doen van inkoopen op hun doorvaart slechts enkele uren in Led den verboeven of aldaar den Zaterdagavond en de Zondag doorbrengen, vrijstelling van havengeld te verleenen. De heer Wilbrink argumenteerde, dat de schippers hier niet zullen aanleggen, om clandestien te lossen, daar volgens hem zulks onmogelijk zou zijn, maar om 1 ïnkoopen be doen. enz. Wethouder Sah- i ders daarentegen kon niet aannemen, dat een sehippeT, als hij hier niet lost, aan leg', om wat te koopen, enz., maar vrees de daarentegen wel voor clandestien los sen. Hoe i<s het elders? Wii hebben op Öeze vraag geen antwoord gevonden, inocih in de schriftelijke stukken, noch b?j de discussie in den Raad. Wij vinden toch deze vraag niet onbelangrijk, omdat Lei den. ot. aioh niet trapoopfn r.i/v«r om ten opz:chte van doortrekkende scha pers straffer bepalinven te treffen, dan andere p'aatson. De heer Wilbrink vond slechts een acht- tal medestanders en de voorstellen van B enW. werden ongewijzigd aan eenomen. Lang en heftig is er gediscussieerd naar 1 aanleiding van het voorstel van B. en W. l. inzake reductie op den prijs der brand- I stoffen aan werklooze 'hoofden van gezin nen en kostwinners. B. en W. stelden voor, i een Y* mud cokes per week gratis te ver strekken; de sociaal-democraten wilden daarvan 1 mud maken. En dat, terwijl eij zelve verleden jaar een Y mud hadden gevraagd. Om deze tactiek werden de roo- de Raadsleden van verschillende zijden, in 't bijzonder door den anti rev. heer Zuide mo, scherp aangevallen. Als er een nuchter man op de tribune ls geweest wat wij wel willen aanne men dan zal deze hebben kunnen con- sfateeren, hoe er Raadsleden waren, die liet ééne oogenblik jammerden over het lot 'der werkloozen en vlak daarop weer scha terden van pleizior. Aan vele kanten was hij deze discussie méér- de politiek dan d'ep meegevoel met de werkloozen aan het woord; hoewel wij natuurlijk van geen enkelen der sprekers zou ien willen ver klaren. dat bij persoonlijk on gevoelis voor de omstandigheden, waarin de werk loozen verkeeren. Voor het meer-vragende voorstel van den sociaal-democraten stemden ook de vrijzinnig-democraten, de democraten en de Ohr.-Hlst. v. Rosmalen. En toen kwam een lang debat over het voorstel van B. en W. om een 8-tal win-ter- cursussen in elementair vakonderwijs aan gering geschoolde werklooze arbeiders te organ iseeren. Over dat voorstel is in de middag- en avondzitting gesproken drie uren lang. Algemeen was men het eens met de strekking van het voorstel, maar oppositie was er tegen den „dwang", dtie er in lag, den dwong n l. voor de werkloozen, die, voor het volgen van een cursus in aan merking komend, niet vrijwillig bereid zouden zijn, dezen te volgen.Wij schrij ven: de werkloozen, want wethouder San ders verklaarde in den Raad, dat van menschen, die werken, in geen geval het volgen van een cursus verlangd zal wor- deft. De wethouder wees er in z'jn in derdaad: uitnemende verdediging van het voorstel op, dat iemand, die een cur sus niet heeft willen volgen, hoewel hij daartoe werd verplicht, niet van eteunver- 1 een mg zal worden uitgesloten door den Directeur zelf, maar aan de desbetreffen de Sub-Commisrie door den Directeur voor uitsluiting zu'len worden voorgedra gen. De Directeur van den D'enst voor Sociale Zaken, onder wien deze aangele genheid valt, zal du8 niet aLs dictator kun nen optreden. Ook wij zouden het verkeerd achten, als dwang, om een cursus te volgen, op Russiche wijze zou worden toegepast. M a ar w ij willen vertr ouwen, dat er eerst overleg zal worden gepleegd, dat er eerst zal worden ..gepraat", alvo rens in het a'leru'tenste geval met dwang wordt gewerkt. Ten slotte waren er twee moties, een van den heer v. Stralen CS. D. A. P.") en een van den heer Elkerbout CA. R De eerste wilde allen dwang positief uitsluiten; de tweede? redact:e en toelichting waren zoodanig, da* men eigenlijk niet goed wist of de heer Eikerbout al dan n;et nog die mogelijkheid van dwang wilde open laten. Beide moties werden verworpen: de eerste had de stemmen van sociaal-democraten, vrijzirarg-democraten en communist; bij de tweede kwamen bij de voorstemmers de democraten en de heeren E'korhout CA. R.) en v. Rosmalen CC.hr. Hl. Nu zij hun zin n>et hadden gekregen, stomden de sociaal democraten en communist tegen het voor stel van B en W. Voor de stemming was er een „inci dent" min of meer welkom bij de lang durige d'scussie. Er was ten slottte afge sproken, dat nog alleen zouden spreken de heeren v. S'ralen, Elkerbou* en wethou der Sanders. Toen wethouder Sanders had gesproken en den hoer Baart had ..ee- tard" waar te maken, dat aan voorstellen van z'jn zijde komend, in do Oommiss'e Csuh-commiffgiel voor Sociale zaken, geen aandacht wordt "'eschonken en dat deze altijd worden verworpen toen- wtide do lieer TV-art weer nei wooru. i/w voo z wil de de Raad zich daarover laten naspre ken. Hot, voTcomen rede'iik, voorstel van den voorzitter werd echter van soc;aak- democratische z:ide zepr kwah'jk geno men. En boen de Raad den hoor Baart verlof gaf... wilde deze er geen gebruik van maken! Ten slotte nog "en d>i'P"nss:e h'i het laat ste voorstel van B en W., inzake rechts positie en loon en van het brand weer per son cel, waarbij het toeging, alsof er g°en georganiseerd overleg aan do bespreking in den Raad was vooraf gegaan! GEMEENTERAAD. (Vervolg). 18o Praeadv:es op het verzoek van de Nederlandsohe Vereeniging tot Bescher ming van Dieren, om de verplichte muil korf voor trekhonden uit de verordenin gen -te schrappen. Mevr. van 11 a 11 i e-v. E m b d e n ge looft niet aan de bijterigheid van karre- honden. Zij heeft er nooit last van gehad. Deze verordening Is verouderd en men moet aan ieder idividu zooveel mogelijk vrijheid laten. De heer S ij t s m a meent, dat men ook voor dieren gevoel moet hebben. Het moet voor deze honden vooral in den zomer buitengewoon hinderlijk ziin. De heer Heemskerk verdedigt hei praeadriee en is van gevoelen, dat men eerst voor de menschen moet zorgen en dan pas voor de dieren. De karrehonden, die den ganschen dag vast zitten, zijn meer bijterig dan andere honden, die go- wend zijn los te loopen. De heer Eerdmans wijst er op, dat een hond adem haalt en zich verfrischt door middel van zijn bek. Spr. voelt dus veel voor afschaffing van deze verorde ning. De Voor*, is vóór dierenbescherming, niet in de laatste plaats tot verheffing van den mensch zelf. Doch men moet de zaken niet eenzijdig bekijken. Die karre honden zijn heel gevaarlijk en er wordt alleen verboden een hond aangespannen te hebben zonder muilkorf, die het bijten verhindert. Zoo*n muilband behoeft niet kwellend te zijn. B. en W. hebben hot ad vies ingewonnen van den keurings-veo- arts, Sperna Weiland, die de verordening goedkeurde. De politie kan toezien, dat de muilkorven goed worden onderhouden. De heer Eerdmans wenscht een on derzoek naar de soort muilkorven, welke gebruikt worden. De loeren muilkorven, welke de kaken op elkander drukken, moeten een kwelling zijn. Men heeft wel luxe muilbanden, maar die zijn te duur. De heer S ij t s m a verdedigt nogmaals het afschaffen van de verordening. Hij wenscht hoofdelijke stemming, om eens te zien hoeveel dierenvrienden de raad telt. De heer Knuttel protesteert tegen deze laatste opmerking. De V o o r z. geeft den raad in overwe ging het praeadvies aan te nemen, dan zullen B. en W. overwegen of er niets ge daan kan worden tegen niet doelmatige muilkorven. Het voorstel wordt daarna aangenomen met 29 tegen 4 stemmen. Tegen stemden mevr. v. Itallie-v. Embden en de heeren Sijtsma, Groeneveld en Coster. 19o. Verordening, houdende wijziging van de verordening van 27 Augustus 1923 (G-em.blad No. 81), regelende de heffing van eene belasting onder den naam van „Liggeld" in de gemeente Ledden. Aangenomen z. h. st. 20o. Voorstel: a. om afwijzend te beschikken op het adres der schippersvereeni ging „Schutte vaêr", inzake wijziging van de verorde ning regelende de heffing van Haven- ge'd; b. tot vaststelling van de verordening houdende wijziging van de verordening van 27 Augustus 1923 CGem.blad No. 80), regelende de heffing van eene belasting onder den naam van „Havengeld" in de gemeente Leiden. b wordt aangenomen. Aangaande het adres van Schuttevaer zegt do heer Wilbrink, dat het hem spijt, dat B. en W. daarop afwijzend wil len beschikken. Het gaat niet alleen om de belangen van de schippers, die Leiden aandoen, maar ook om directe belangen van inwoners van Leiden zelf. Tal van schepen legden vroeger in Leiden aan, tot groot gerief van Leidsche winkpliers. dan is er weinig gelegenheid tot meeren. Bovendien is het niet bevorderlijk voor het geestelijk leven der schippers, dat zij 's Zondags buiten de stad moeten blij ven. De heer W i 1 m e r vraagt hoe de rege ling in andere steden in deze fs. De heer Eerdmans herinnert zich nog den vroegeren toestand vóór 1894, toen de schippers volle gelegenheid had den tot winkelen in Leiden. Spr. zou dien ouden toestand gaarne weer hersteld zien, als het eenigszins mogelijk is. Wethouder Sanders wijst er op, dat de reden voor deze maatregel was de toe nemende fraude, welke een scherpere con trole noodig zou maken, als de vorige toe stand hersteld werd. Spr. gelooft niet aan het groote voordeel van de gemeentenaren. Wat betreft de verhindering van het waarnemen van hun Zondagsplichten, ook dat acht spr. niet van zoo'n groot gewicht, daar men toch overal in de gelegenheid is, zijn plichten waar te nemen, ook al blijft men buiten het havengebied. De heer Wilbrink gelooft niet aan de mogelijkheid van fraude bij vrije door vaart. De Voorz. gelooft, dat de heer Wil brink de zaak te gemakkelijk inziet. Er Is wel degelijk gevaar voor ontduiking van het havengevaar. Een schipper gaat geen groote vaart maken om in de stad een dubbeltje sigaren te halen. Dat argument „bevoordeeling van den winkelstand" is trouwens een argument, waarvan wij leer geld hebben betaald met den aanbouw van het station aan den Heerensingel. Dat moest daar ook komen omwille van den winkelstand. Doch het ia falikant ver keerd uitgekomen. De heer Wilbrink zegt, dat de voorz. de zaak verkeerd voorstelt. Het gaat hier om doorgaande schippers, die nu verhinderd worden hier hun inkoopen te doen. Het praeadvies van B. en W. wordt daarna aangenomen met 21 tegen 9 stem men. Tegen stemden de heeren Dubbelde- man, v. Rosmalen, Eerdmans. Wilmer, Knuttel, Spendel, Wilbrink, Deumer, Cos- ter. 21o. Voorstel tot beschikbaarstelling van een bijdrage In de kosten van herstel ling van het Leidsche glasraam in de St. Janskerk te Gouda. De heer v. E c k kan zich niet vereeni gen met de argumenten van het praead vies, hoewel hij wèt voor het voorstel van B. en W. zal stemmen. Bijv. gelooft hij niet, dat de eer van Leiden er mee ge moeid ia. De heer Knuttel kan niet inzien, dat het herstel van dat raam op den weg van de gemeente Leiden ligt. Op allerlei on- derwijsbelangen is men hier zoo zuinig en hier opeens zoo royaal. Spr. begrijpt dat niet. De Voorz. herinnert er aan. dat 800 jaar geleden de steden kleine republiekjes waren, die elkander geschenken ozuden, waren, die elkander geschenken zouden, taureerd. Tegenwoordig is de toestand an ders. Men heeft dan ook allereerst aange klopt bij kunstminnende particulieren. Vindt men, dat de eer van Leiden ook in iets anders ligt, men kan toch niet beweren dat het de eer van Leiden niet Is. Bo vendien is het bedrag toch niet zóó groot. Rotterdam heeft zijn raam ook op ge meen tekosten laten restaureeren. Het voorstel van B. en W. wordt daarna z. h. st. aangenomen. 22o. Praeadvies op de motie van den heer Schtiller, inzake de reiniging door afspulting van alle sl raten, waar vee go- lost e® gekeurd wordt, na afloop van de Veemarkt. Goedgekeurd. 23o. Voorstel in zake de beschikbaar stelling van een 2-tal vertrekken van het gebouw „Gravenstein" als ontspannings lokaal voor werkloozen. Goedgekeurd. 24o Voorstel om aan daarvoor in aan merking komende werklooze hoofden van gezinnen en kostwinners een reductie op den prijs der brandstoffen te verleenen. De heer v. Stralen geeft B. en W. in overweging het toe te stane kwantum wat te vergrooten. Hij vindt een l H.L. per week wat te weinig en stelt voor 1 H.L. per week te verschaffen, Op den heer Zuidema maakt dit v. Stralen namens de S D. A. P. een voor stel verdedigd om een halve H.L. cokes te verstrekken. Toen waren de brandstoffen heel wat duurder. En nu B. en W. dezen weg zijn ingeslagen, nu komt men op eens met een hooger bod, nu is een l H.L. niet voldoende, doch moet het een heele worden, ofschoon de brandstoffen thans veel goedkooper zijn. Spr. noemt dat een politiek spel. De heer Knuttel protesteert tegen de uitlatingen van den heer Zuidema. De heer Zuidema zal moeten toegeven, dat een 1 H.L. cokes per week wel heel weinig is, vooral voor degenen, die door de verla ging der uitkeeringen in een benarde po sitie zijn gekomen. Men zal die cokes n.l. moeten verschaffen aan hen, die nog steeds werkloos zijn, aan de z.g. „chroni sche" werkloozen, die een grooten achter stand hebben in te halen. Dat is geen spel voor spr. maar hooge ernst. Iedere ver betering moet worden aangegrepen als dat mogelijk is. De heer Heemskerk wijst op een te genstrijdigheid in de woorden van den heer v. Stralen. De brandstoffen zijn ge daald in prijs, en toch bepleit hij een ver hooging van de tegemoetkoming. Dat pleit niet vóór doch tegen zijn voorstel. UIT DE RADIO-WERELD. Wat er vanavond ta hooren fa. 4.20 Londen 865 M. Concert. 4.35 Hamburg 895 M. Concert 4.50 Berlihi BOO M. Concert Frank fort 470 Mj Concert. 5.05 Radio-Paris 1750 M. Jaz«-Ban<L 5.20 Brussel 265 M. Concert. Zürich1 515 M. Concert. 6.20 Londen 365 M. Muziek. 7.15 Hilversum 1050 M. Orkest en ra* dio-tooneeL 8.20 Da ven try 1600 M. Veronica Brady, in Selections from her Musical Comedy Re pertoire. 8.35 Act IL of the Opera, „Tannhau* ser" (Wagner) Performed by the British National Opera Company. Relayed from the Theatre Royal, Glasgow. 9.35 Works by Bernard Van Dieren. John Goss (Baritone). The Kutcher String Quartet: Samuel Kutcher (1st ViolinD George Whittaker (2nd Violin); Harolq Berly (Viola); Ambrose Gauntlett (Violon cello). John Goss: Sing from „The Cencl* (Shelley). „Maiden's Song" (Bierbaum)# „Balow" (Anon,. I6th Century). The Quaretet: Movements 2 and 4 frot* the Third String Quartet. John Goss: „O Quand Je Dors" (Victo< Hugo). „With Margerain Gentil" (Skelton) „Weep You No More, Sad Fountains- (Anon,. I6th Century). 8.20 Londen 365 M. e.a. Concert. 8.35 Brussel 265 M. Concert. Ziirictf 515 M. Voordr. en concert. München 48$ M. Zangspel. De Bildt 1100 M. Weerba richt. 8.50 Berlijn 500 M. Concert. Frank;, fort 470 M. Tooneel. Hamburg 395 M. Liederen en operettemuziek. Münste? 410 M. Liederen en declamatie. 9.05 Radio-Paris 1750 M. Concert 10.50 Alle Britsche stations: The Savofl Bands. Kcrkuitzending. Naar we vernemen zal a s. Zondag da plechtige Hoogmis in de St Dominicus- kerk aan de Spuistraat te Amsterdam door den H. D. O worden uitgezonden. Onder de H. Mis zal de predicatio worden gehou den door den Z.Eerw. Pater L. H. Per-' quin O P. pastoor der parochie. Ook de morgenuitzending van den H. D. O. op a.s. Zondag zal door den Zeereerw* Pater Perquin worden verzorgd. Als pro. ker zal daaronder optreden de heer P, Kasteel. De heer y. Eek komt op tegen de woo? den van den heer Zuidema, dat er van d« zijde der S. D. A. P. een spel wordt ge speeld. Spr. zet het standpunt der S. D. A. P. nader uiteen. Wanneer wij, zegt spr.< drie jaar geleden meer hadden gevraagd, dan zou de raad dat voorstel hebben ver worpen om kapitalistische redenen. Nu is er een grondslag gelegd, waarop wij kun nen voortbouwen. Een I H.L. is totaal on voldoende. Is het nu een spel als wij than? meer vragen? Is het niet geheel in de lij® yan^ onze politiek, om steeds de almstcg Toen gij, meneer Zuidema, in den raaÖ kwaamt, zeide gij, dat gij democraat waart Nooit heb ik er iets van bemerkt. Gij be hoort tot de meest verstokte reactionairen De heer Ooatdam: Nog erger dan ik? (Gelach). De heer v. Eek: Dat kan niet. Als wij gekund hadden, hadden wij destijds veel meer gevraagd, wel 2 H. L.I De heer Witmans heeft dat halv* mudje ook wel wat schriel gevonden. Hei komt spr. voor, dat, als de overheid steunt, zij het ook goed met doen. De heer Wilbrink herinnert aan het besluit, dat de raad eenige jaren terug heeft genomen. Toen ia besloten, dat men den werkloozen een halve H. L. tegen den halven prijs zou verschaffen, doch in de practijk is er van gemaakt een halve TL L. gratis. Het ligt in de lijn van de taktieh! der S. D. A. P., steeds meer te vragen voor de arbeiders, maar daar staat tegen over dat men een standpunt kan innemen. Spr. zal niet vóór het voorstel-v. Stralen stemmen. De heer Sytsma ziet geen politiek spel in deze aangelegnheld, maar ook hij is voor een beetje royaliteit. Een halve HL L. is te weinig. Wethouder Sanders zegt, dat FEUILLETON. door ANTHONY HOPE. CUdt hot Engielsch vertaald.) 8) Zij maakte een diepe buiriv" en kuste "rijn hand. En voor een oogenblik moest ik bedenken, wat ik doen zon. Toen trok ik haar naar mij toe en kuste haar op iedere wang, en rij bloosde, en nu Ja, toen kwam Zijne Eminentie de Kardinaal- Aartsbisschop, kuste mijn hand en gaf mij een brief van den Paus de eers*e en laatste, die ik van Zijne Heiligheid mocht ontvangen. En toen kwam de Hertog van Strelsau. Hij beefde terwijl hti v h'i keek naar links en rechts zooals een man kijkt die oan vluchten denkt; en zijn wangen waren wit en rood gevlekt en zijn hand sidderde, toen bij de mijne nam en ziln linnen wa- fen droog en heet. Tk keek naar Sa.pt; die weer tusachen zijn baard ~rmrWhtp eu vast besloten mijn plicht te doen, waartoe 'k op zoo wonderbare wijze geroepen was. ik mijn beminde broeder Michel met beide handen en kuste hem op rijn wang. Hc_ denk. dat wij bedde blij waren, toen o At roorb'J waal Daarna gingen wij terug door de stra fe11 van. Strelsau naar het paleis en ik boorde, hoe rij Zwarte Michel met ge- j^ch ontvingen. Maar hij, zoo vertelde mij rits. zat op rijn nagels te bijten alsof hij roomde on zelfs z-'Jn eigen vrienden zei- en. dat hij wel een dapperder figuur had mogen slaan. Ik zat nu in een rijtuig, naast prinses Flavia, en een ruwe kerel schreeuwde naar binnen: „En wanneer ia 't trouwen?'' en terwijl hij dit zeide, sloeg een ander hem in z:jn gezicht, en schreeuwde: „Lang leve hertog Michaël!" en de prinses kleurde on keek recht .voor zich uit. „Weet-je, Rudolf", zei zij, „je ziet er vandaag zoo heel anders uit? Zou het mo gelijk z'jn. da<t je je iets ernstigs hebt voor genomen?" De prinses scheen over den koning pre cies dezelfde opinie te hebben als Lady Buriesdon over mij! „Ik verzeker u, lieve nicht, dat niets ter wereld mij meer aangegrepen heeft dan de ontvangst in Strelsau heden Zij lachte lieftallig, maar werd dadelijk weer ernstig en fluisterde: „Zag je Michaël?" „Ja", zei ik. „Hij scheen plezier 1e heb ben!'* „Pas op!" ging rij voort. ..'Je kunt in derdaad niet genoeg op hem letten. Je weet „Ik weet", zei k, „dat hij wenscht, wat ik eekregen heb." „Juist" Toen ging ik voort: En misschien ook iets. wat Ik nog n'et gekregen heb. maar den een of anderen dag voor mij hoop te winnen." Dit was mijn antwoord. PAng, PAngI Tettertèëèè! Wij waren aan het Paleis. Geweren, werden afgeschoten «n trompetten geblazen. Rijen lakeien stonden te wachten en, de prinses helpend bij het opgaan van de breede marmeren trap, nam ik officieel bezit als gekroond koning van het Huis van mijn voorvade ren en ging zitten aan mijn eigen tafel met mijn nicht aan mijn rechterhand en daarnaast Zwarte Michel, en aan mijn linkerhand Zijne Eminentie de Kardinaal. AchteT mijn stoel stond Sapt; en aan het e'nde van de ta.fel zag ik Frits von Tar- lenheim juist rijn glas champagne tot den bodem leeg drinken. Ik vroeg mij af wat de echte koning van Ruritania aan het doen was. HOOFDSTUK VI. Het geheim van een kelder. Wij stonden nu in do Koninklijke kleed kamer. Frits van Tarlenhe'm, Sapt en ik Ik plofte uitgeput in een leunstoel. Sapt stak zijn pijp aan. Hij wenscht mij niet geluk met het wonderbaarlijk succes van onze gevaar-tijke onderneming, maar uit z'jn geheele gedrag sprak voldoening. De triomf, bijgestaan waarschijnlijk door een goed wijntje, hadden een anderen man van Frits gemaakt. „Wat een dag om In je geheugen te blij ven!" riep hij. „Maar Rassendyll", zei hdj, „je moet Je hart ln deze ge>schie5en<s niet laten meespelen. Geen wonder dat Zwarte Michel een norsch gezicht zette jij en de prinses hadden elkaar zooveel te ver tellen." „Wat ia rij mooit" zei ik. „Bemoei je niet met do dames", gromde Sapt. „Ben je Haéx orn te vertrekken?" „Ja'', ®ei ik met een zudhi Het was vijf uur «n om twaalf uur zou ik weer gewoon Rudolf Rassendyll rijn. Ik zoi dit schertsend tot Sapt. „Je mag van geluk spreken", merkt Sapt grimmig op, „ai® 't uiet wijlen Rudolf Rassendyll wordt. Lieve tijd! Tk voel mijn hoofd steeds los op mijn schouders staan, iedere minuut, dat jij nog in de stad bent. Weef je, vrindje, dat Michaël nieuws heeft gekregen uit Zenda? Hij ging alleen in een kamer om het te lezen en kwam eruit met een gezicht waarop de verbazing te lezen was." „Ik ben klaar", zei ik, daar dit nieuws mij niet bepaald uitlokte te treuzelen. Sapt ging zitten. „Nu moet ik nog een toestemming voor ons schrijven om de stad te verlaten. Mi chaël is gouverneur weet je en houdt de poorten gesloten. Jij moet de toestemming onderteekenen." „Beste Kolonel, lk ben niet geboren om een handt eek ening te vervalschenl" Uit zijn zak haalde Sapt een stuk pa pier. „Dat i« de handteekening van den ko ning", zei hij, „en hier", ging hij voort nia een verder onderzoek van zakken, „is wat doorschijnend papier. Als JIJ in tien minuten geen „Rudolf" kimt produceeren, wel dan doe ik het." „Schrijf jij het, kolonei." En weldTa had deze veelzijdige held het schrift vervnlscht „En nu, Frits," zei hij, „gaat de koning naar bed. Hij is overstuur. Niemand mag hem bezoeken voor 9 uur morgenochtend, e begrijpt het niemand?" „Tk begrijp het", antwoordde Frits. „Michaël mag komen en een persoonlij ke audiëntie verlangen. Je zult hem ant woorden, dat alloen prinsen van den bloe- I de daartoe gerechtigd rijn." „Je begrijpt het dus goed?" vroeg Snpt weer. „Als de deur van deze kamer ge opend wordt, terwijl wij weg zijn, zul je niet meer in leven zijn, om het ons te ver téllen „Ik behoef niet onderwezen te worden^ kolonel", zei Frits hooghariig. „Hier. wikkel jezelf in deze lange cape-, g"'ng Sapt tegen mij voort, en zet deze platte kepi op. Mijn adjudant rijdt van avond met mij naar het jachthuis t4 Zenda." „Ik ben klaar", zei ik. Frits hield rijn hand uit en ik drukte die hartelijk. „Kom mee," gromde Sapt. Wij gingen. Maar niet naar de deur, maar naar een paneel in de muur. „In den tijd van den vroegeren koning,*- zei 'hnj, „kende ik dezen weg goed." Ik volgdé 'hem en wij wandelden naa® schatting een honderd meter de.v een nau we gang. Toen kwamen wii aan een ste vige eiken deur. Sapt maakte dte open en wij bevonden ons in een stille straat, di« aan de achterziide van de paleistuin liep. Een man stond op ons te wachten met twee paarden. Zonder een woord te zeggen ste* gen wij op en reden weg. De stad was vo| vroolijk rumoer vanwegen de feesteli tic heden doT kroning, maar wil namen d® afgelegen straten Mijn cape hield ik half voor mijn gericht; de groot o n'atN» ken» verbor? iedere lok van mijn verraderijlg haar. Volgens Sapt's aanwijzingen hooi ik mij voorover in het zadel en reed me> zulk een kromme rug, zooals ik hoop el nooit moer een op een paard te verrtoononf (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1925 | | pagina 3