Derde Blad
ïlfflEilBflüll5
Zaterdag 19 September 1925
HOUDT STAND.
Ala door het H. Vormsel de H. Geest
over den mensch Is neergedaald, heeft hij
de kracht gekregen om het geloof stand
vastig te belijden; men bedenke echter, dat
'de medewerking van onzen kant gevraagd
wordt, en dat wij niet door het ontvangen
van het Sacrament vanzelf standvastig
blijven.
Er is toch ook wel reden eenige moeite,
rja veel moeite te doen om het geloof te
bewaren, het te belijden en er altijd open
hartig voor uit te komen.
Wie zich schaamt voor zijn geloof doet
'dwaas; juist omdat het zooveel vijanden
heeft, is het een bewijs, dat het geloof van
bpfeekenis is, en voor iets van beteekenis
kan men immer uitkomen, zonder schande.
De vijanden van het geloof zijn menig
maal erg vrijmoedig en doen alsof eigen-
Hik het geloof heeft afgedaan en verouderd
i? Vele geloovigen laten zich door derge
lijke praatjes in de war maken en schamen
zich bijna erover, dat ze zoo een ouder-
wetsch geloof er op na houden, en durven
'dan er niet voor uitkomen dat ze roomsch
zijn. Natuurlijk worden de vijanden daar
door nog vrijmoediger dan te voren. Fel
gaat gewoonlijk zoo, dat de slechtste men-
schen ook de meest vrijmoedige zijn.
Ik stel de vraag: is er dan reden om ons
\e, schamen voor ons geloof? "We zouden
dat moeten, als ons geloof slecht was.
Maar omdat het waar is, kan dat geloof
niet slecht zijn. Ons geloof komt immers
van niemand minder dan van .Tesus Chris
tus, die er door heel zijn leven het bewijs
van gaf, dat Hij de Zoon Gods was en dus
de waarheid sprak: Wij weten, dat Jesus
aan zijn kerk zijne leer toevertrouwde en
dat Hij met haar blijft tot aan het einde
der tijden, om door zijn Geest haar voor
dwaling te bewaren. Christus deed tijdens
zijn «leven hier op aarde vele wonderen en
ook nu nog geschieden in de kerk wondo
ren, die bewiizen dat God met haar is: en
fiod nu is niet met de dwaling. Een wonder
mag het wel genoemd worden, dat de kerk
ofschoon Teeds 1000 Jaren bestreden, nog
altijd onverschrokken en ongedeerd be
staat.
Ons katholiek geloof is dus waar en
we nmgen er ons dus niet voor schamen.
Zoo zeker als wij zijn van de waarheid
van ons geloof, zoo orrzeker zijn de on ge
loovigen van hun ongeloof: zij kunnen
slechts krltiseeren en twijfelen en spotten
maar zij kunnen toch niets vinden om in
c(p plaats van ons geloof te stellen; zij we
ten niet eens te zeggen vanwaar de wereld
is en de menschen, en tot welk doel zij be
staan. Een zeer geleerde, maar ongeloo-
rige man, Alexander van Humboldt, heeft
aan het einde van zijn leven dit «reschrp-
ven: „Het leven is groote onzin. En als
men tachtig jaren geijverd en gezocht
heeft, dan moet men ten slotte erkennen,
dat men voor niets geijverd en gezocht
heeft. Wisten wij toch maar, waarom we
op de wereld zijn." CMemoiren 1. 3R5). Hit
is al wel meer dan 50 jaar geleden, maar
de ongeloovlgen zijn sinds dien toch nog
niets verder gekomen. Men heeft de tele
foon en de auto en de Röntgenstralen en
do vliegmachine uitgevonden, maar al die
uitvindingen hij elkaar kunnen toch niet
vertellen, waar de wereld vandaan komt.
en ziet. het Geloof kan dat wel. He meest
gewichtige dingen zijn dus voor de onge-
Inovigen verborgen. Zoo schrijft een ge
leerde in het Litterarisch Zpntralblatt 1909-
■Een smartvol steunen en verlangen gaat
door onzen rusteloozen tijd. Dagelijks
stijgt nnze wetenschappelijke kennis.
en toch hebben we daarvan geen vreugde,
immer luider klinkt de mismoedige vraag;
waartoe dat alles? Ons ontbreekt wat aan
ons bestaan vastheid geeft, een gewaar
borgde levensbeschouwing."
Zouden wij ons dan moeten gaan scha-
men voor die ongeloovigen, die nog niet
eens weten waartoe ze op de wereld zijn?
Laten we toch niet bang zijn voor hun
grootsprekerij.
Ook voor de protestanten behoeven we
ons niet te schamen, want hun geloof is
niet beter dan het onze. Men kan eigenlijk
niet eens van een protestant geloof spre
ken, want ze hebben honderderlei geloof.
Er-zijn wel meer dan 200 kerkgenootschap-
Pen en leder daarvan heeft weer een an
dere geloofsleer. Er is hij hen een groote
verdeeldheid over de voornaamste geloofs
punten zelfs: bijv. over de H. Hrieöenheid,
over de godheid van Christus, over het hier
namaals. Als wij tegenover die verdeeld
heid stellen de stoere eenheid van onze
roomsche kerk, is het toch wel duidelijk,
dat wij ons heelemaal niet behoeven te
schamen.
Zoo ia het dan ook een feit, dat de wer
kelijk ernstige naar de waarheid zoeken
den onder de protestanten meer en meer
lot erkenning komen, dat ze dwaalden en
dat wij de waarheid hebben; en zoo zijn
er in de latere jaren dan ook zeer velen
Tan de geleerdsten tot het katholicisme be
keerd, en dan hadden ze er ook alles, zelfs
een uitstekende positie voor over, plus de
Spot van hun vroegere medebroeders; ik
noem slechts een Krogh-Tonning, die pro
testant pastoor was en professor in de
theologie in Christiania; Jörgensen, de
litterator uit Denemarken: Ruville, prof.
te Halle en bij ons Fred, van Eeden, Ver-
TV ^OUW0rse»
Ik stel een tweede vraag: "Waarom zoudt
\V ,G,Vreesd zijn voor de ongeloovigen?
i0 "nnen ouders doen dan om u
lachen? En wat geeft dat?
Toch is het waar dat sommige geloovi-
gen achterwege laten hun krulsteeken, hun
groet voor het H. Sacrament of voor een
priester, enz. ojndat ze bang zijn uitge
lachen te worden.
Maar vraag u eens af: wie lachen altijd
om de handelingen van anderen?
Ik zeg het niet om te beleedigen, maar
zij, die het meeste om een ander lachen
zijn zij, die niet het volle gebruik van hun
verstand hebben, de zwakzinnigen. Zulke
menschen lachen om bijna alles wat iemand
doet, omdat ze het niet begrijpen. Zoo is
het ook met de lachers en spotters om een
kruisteeken of een groet of een gebpd.
De spotters telt men het meest onder de
dommen en slechten der ongeloovigen of
niet-katholieken. De beteren onder hen
zien dikwijls heel goed in hoeveel gelukki
ger dan zij de echte geloovi ge is, ook al 13
die geloovigo nu juist nog geen heilige. En
ook is het waar. 'dat, hoe minder men om
den spot geeft, des te eerder het uit is.
Verder moeten we toch ook bedenken,
op het voorbeeld van onze heilige marte
laren, dat het zijn loon niet missen zal. als
we om wille van het geloof iets te lijden
hebben: en dan is het toch altijd nog heel
wat minder dan de Martelaren te verdurèn
hebben gehad. Als God met ons is, kan
feitelijk niemand iets tegen ons beginnen.
Mag ik aan hen, die staan in het midden
van den geloofsstrijd op kantoren en werk
plaatsen, in fabrieken en ateliers in deze
dagen der toediening van het H. Vormsel
iemand voor ooeen houden, die voor het
geloof meer heeft over gehad dan wel ooit
iemand van ons zal behoeven te verdra-
gen?
Ziet dan naar het voorbeeld van den H.
Paulus. den Apostel der volkeren.
Paulus wilde wel de heele wereld voor
Christus winnen en daar had hij alles voor
over, zelfs zijn leven.
De eene keer werd hij verdreven utt de
stad, waar hij predikte, een andere keer
gesteenigd, zoodat hij voor dood bleef lig
gen; een andere maal werd hij in de gevan
genis geworpen en met zijn voeten In een
hlok gesloten; dan wfer zwoeren 4-0 Joden
niets te zullen eten of drinken vooraleer zp
Paulus hadden "odnod- hii ontkwam s'eohts
aan hun handen, omdat de Rnmeinsche
landvoogd hem gevangen hield. Zoo was
hij twee jaar gevangen en werd toen naar
Rome gebracht. Toch predikte hij maar
steeds voort en was daarbij vol vreugde in
de gedachte dat hij voor Christus werkte
en leed en dat Christus hem lief had. Toen
hij eindelijk begreep, dat hij ten slotte voor
het. geloof zijn leven zou moeten geven,
schreef hij- „Tic heb den goeden strijd ge
streden, miin loophaan volbracht, het ge
loof bewaard. Nu is mii de kroon der ge
rechtigheid weggelegd, die on dien dag de
rechtvaardige rprhter mij gevon zal maar
niet alleen non mil. doch aan allen die zijn
komst liefhehben."
Vreezen wij dus niets, maar denken we
dikwijls aan het voorbeeld van zoo vele
heilige mannen en '"rouwen, die om wille
van het geloof zelfs Iran loven Heten; en
houden wij moedig stand te midden van
hoosheid en spot., welke de onzinnige we
reld van heden ons aandoet.
Het F. Vormsel verleent u daartoe zeker
de genade en de kracht, want dan is de
Kracht Gods in u, daar Gods Geest in u
woont.
Moge de dag des Vormsels een heilige
geloofsdag zijn voor allen.
J. C. C. GROOT, Kapelaan.
HEKMAN GOKTER.
Het jn'dJiivdidualiiisme der Tachtigers beeft
zonder twijfel naar woordgebruik en
klank geh alike em rh y lihni ear vreugde zeld
zaam schoone verzen voortgebracht. Ver-
frischt en verjongd, was de taal; levenwek
kend en onstuimig stuwde de rhythmen-
drang van het dichterhart door som net of
strophe.
Maar leven onderstelt groei en ouder
worden bezinnen. Uit het individualisme
der jeugd moet opbloeien het krachtig ge
meenschapsgevoel van den mantnieldjken
leeftijd, de medeverantwoordelijkheid voor
het wel en wee der wereld, do forsc'he le
vensdurf om de realiteit te zien en aan to
grijpen onder 't licht van oen .geestelijk
ideaal, en ten slotte na veel snoeien
de wijsheid van de grijsheid.
In 1889 verscheen „Mei'" van Herman
Gorter: „Een nieuwe lente en een nieuw
geluid".
Op eens scheen waarheid te zullen wor
den. wat Van Deyssd van de nieuwe litte
ratuur profeteerde: Holland hoog op te
zullen sbooten in de vaart dor voükeTen.
Over „Med" geef Ik Albert Vcrwey even
bef woord:
„M e i van Gorter is hot vöhaai van hoe
de vergankelijke Mei-schoonheid zich ver
eeuwigen wilde door te huwen met den
blinden God Balder, de wereldziel die in
de muziek het meest onmiddellijk zich uit
stort, maar inderdaad door niets kan wor
den afgebeeld; en hoe zij wordt afgewezen.
Mei is vol van de rimln olijke bekoring
van zee en land, water en hemel, bloemen,
Vlinderen en vogelen, van alle jeugd en
van alle schoonheid. Tevens leeft in het
gedicht het geloof aan een Wezen, dat:
niets is dan zielsbeweging."
.Poëzte-vergodd elijking was voor Gor
ter de vergoddelijking van zijn ziel tot we
reldziel, en zoo .trad Balder, blind, in de
muziek zijn eerste beeld hebbetad, Med
tegemoet."
Zonder vorm van proces kunnen we de
gehieel'e Mjednallegorie in deel en bij het hei
dendom.
Afgezien daarvan is M e i een sproke
van wonderbare taal- en klankschoonheid.
De woordkunst is muziek geworden. Maar
in dat melod'sche woordoantitene zien we
niet. dat de gees lel'jke ervaringen van den
dichter zich hebben gekristalliseerd tot
welomlijnde beelden en k"aarheid van be
grip; wij gevoelen alleen een bekoorlijke
stroom van ihy tinnen en Mamlketn; onbe
paalbare en subtiele zielsaandoeningen in
fijn en broos taalmateodlaaL
Nog is Gorter nidt waar hij rijm wik
In Mei leeft als eenige realiteit nog
een heidemsche levensvreugde en Gorter
zoekt de uiterste grenzen van het indivi-
duabismeL In 1892 komt een bundel „Ver
zen" van hem uit. En in deze Verzen is
het zijn bedoeling, ook de natuur, ook de
buitenwereld buiten zijn dichterschap te
sluiten. Hoogste schoodhedd en hoog9t ge
luk zou zijn, geheel op te gaan in eigen
Wondere ztelsverrukldngenResultaat van
dit opperst-egocentrlseh stemmingsleven Is
een verfijnde, hyperdecadente natuurHjk-
herid, een wonderlijk baochanfcteoh passdie-
leven, een onverstaanbare taal razernij, een
delirium van griMte kl&uksohootn.
Men ptrobeere eens het voflgondie frag
ment te lezen:
In den heoten nacht een heel ziwart grijs
korenveld
heeft mij heetvoetig beetoogtig heöt handig
ontsteld,
van achter drong me de windige nachlige
hi'tife
in 't dikke looderig rooaerig stof te zitten,
mijn oogen bloedzwaar hingen voor het
geseh aarde
starre mac'btbcddenid groenhittenid aar-
zwaarde.
Houd mij ten goede, dat deze wijsheid
boven mijn horizon gaat.
Natuurlijk eindigt een levenshouding,
dte dergelijke cnz:n colporteert in verfwij-
fe'ing ann zich zrif. Als elk positief ideaal
omlbree' als de mensch meent alles uit
en op zi h zdlf te kunnen hebben, als hij
zijn hoogste levensmocrebikheid ziet in het
stamelen van inmerbik bdluisterde klan
ken zender kracht van gedachte, klanken
diie ten slotte weinig meer zijn dan de
wilde en verwarde kreten d.ie b"j overspan
ning van bet koortsachtig brein in dtan
droom tot ons komen; a"ls de mensdh de
alte.ruiterSte grenzen van zin'tutedfijko ver
fijning tracht, te bcre'ken en zijn Ik af
scheidt van alles rondom hem, waardoor
de allesdOorgeurende aUlesomwaaiende
ademtocht der matuur siddert; als de
mensch het rhylhme vau rijn leven tracht
af te snijden van de hamerende pollsslag
van den cosmos1; als de mensch rijn ziel
afsnijdt van d!e ztel der menscbheiid en
de geest reddeloos ronddwaal1! i.n de don
kere oerwouden der GodSontkenning
dan komt er ten stortte een oownbbk dat
de af,grond zich opent van den waanzin
tenzij men komre tot abdicatie, lot vrij
willig- afstand doen van een fa'taTe levens
leer en 't aanvaarden van nieuwe levens-
waa rdien.
Noodzakelijk was in '80 de openbaring
van het mteuwe levensgevoel; even noodZa-
ke'ijk de bijna explosief Ivrische zelfcnt-
hulten.g der dichters. ..Nimmer was in
vroeger tijden1", schrijft Bteuorbrock,
„het lyrisch vermogen zoozeer zichzelf wet
en gebod, ooi-sprong en doel en zóó groeit
en bewust het genot <3ter zirhzolfbélu telo
ren de, zichzelf genietende emotie bij de
durende bewustheid der zM van do ge
stadige schepping van haar eti-cn Tk, die
die zichtbare wereld te. en nimmer het rfle-
menf der lyrische uiting, de mee-!! cimriof-
febjkc. aTtervliichf gste materie dm* kunst:
de Mank. zoozeer de verkwikkingsdrank
en het pijnstillend bezwermmsniiiddri voor
den anrstigen en het wreede be-
geeren."
Even noodzakeb'jk a.ls de explosie der
lyriek is de vooruitging, is do drang om
builen de egocentrische beperktheid van
eigen wezen 'e treden, de bizonderhe'd
van het eigen Ik weer te zien in de alge
meenheid vatn hot leven.
Als Gorter voor den afcrooiid staat,
wendt Tv j zich om en zoekt de étiiTtc aan
de Aioeten van den wijsgeer Spinoza. Door
die tucht van het strenge denken wil hij
rijn ztel in harmonie brengen met tva>t hij
noemt de „wereldriéT"
Dan komt als realiteit het sociabsme op
hem toe. doordat h:j Marx bestudeert
Een nieuwe bundel verzon verschijn* lu
1903. Gorter is nu bevrijd A-an het indi-
v: dualisme; er is een gedachten geheel ge-
komon, waarin, zooate A1 ma van Schet-
tcma spottend npmobkt, Gorter zich thuis
voelt „a.ts een schoolmeester in oen orde-
1 .ike klas." Gorter, do verfij.nidle bourgeois,
de man van, die teerste ziiétoriddleringen
en hypernerveuze emoties, kiest het. volk.
Maar ook hier ziet hij AA"eer onwezenlijk.
Al is-hij bevrijd van het individualisme,
niet bevrijd is hij van het pantheïsme.
Zijn socialisme is de dichter!i ik-maat-
scharmelijke afspiegeling van Spinoza's
afgetrokken a1-eenheidsleer hot meest
rasechte heidendom dat men rich denken
kan. Hij ziet het proletariaat als een
machtig poëtisch .geheel, ate een wond, of
als een schoone vrouw, die hij met. wilde
Passie hemmt. Hij riet in het proMa-
rteat de natuurlijke oerkracht der mensch-
heVl, schoon en onbedorven, miot. ontze
nuwd door de burgerlijke idtaoloriie. Hij
vermeit zich in de iOckorustvi.qiiOPin.en vara
een aardsohen heilstaat. Maar hoe mem
na de lering dezer „Verzen" de aaak wendt
of keert, Gorters SociialSstische
dikt niet andm-s dom de tribmf van de
."dierlijkheid. Zijn menschen loopen ate
goden over do aarde en zijn in zich zelf
A'oTcomen; maar we weten te goed dait
gi'en wereld blijvend 1 m bestaan, zonder
de moraal der Openbaring. Ondergang ie
hef noodlot van het hdidlon'dbm; tal Arasi
volkeren der Oudheid rijn ojidergegaam
door den cultus va.n het sexueete. Ook de
persoonfHjkheid, die alleen maar in 'rijn
dichterlijk gedachte hieven dié siieirllike .on^
gebonden'heid vara .het. heidendom verheer-
1'jkt, moet ten slotte tot decadente uiitrai-
gen vervallen. En altijd weer volgt, op
decadentie de wilde levensvrees en het
duistere pessimisme, dat geen uitweg
weet.
Wij kunnen waardeleren de teore aan^
doenlijkheid van Gorters eerste verzen;
wij kunnen ook waardcoren hoe er soms
dioor rijn «ooiaTa lyriek een heerbjko ver
rukking bruist en een enkele maal „brandk
■hier de drüfit van hoover levensorde".
Maar één dimig miat Gorter altijd: de ver-
•gieestelnjkilnte; en nooit rimdert en gloelit
over rijn venzen de heilige verrukking van
een relitgious Icvenemvoo'^ zooate we dat
herhaaMeHjk bij Henriëtfe Ho'st voelen.
Nooit bij Gorter de innerldjken strijd van
natuur en geest; nooit dé otferdrang der
zelfverloochening; «mkél die egoïstisch hed-
densohe vreugde aan rijn Ideaal en nipt
meer dan dat; dé heidemsche vreugde aan
een hieidensche helMte-rit zonder beper
king van zeddLijke normen. 3.
Van het Binnenhof.
Waar nu het Tweede-Kamergebouw
staat zag het Binnenhof er vroeger geheol
anders uit. Ik heb voor me liggen een
plaat met besohrij\-ing uit hot midden der
achttiende eeuw en daarop staan aan dien
kant van hot groote plein, beschaduwd
door lindeboomen, gewone huizen, waar
van oen 'n koffiehuis was. Wat zou 't een
rustig ritje wezen, verlokkend tot stil ge
mijmer, als 't er nu nog was!
Vóór dat koffiehuis lag indertijd oeD
zware ijzeren spil, voorheen als „blijde"
(een soort s tor tuig) gebrui'kt bij den oor
log. Er werden t.oen meer zonderlinge din
gen ten Binnenhave bewaard. Zoo hingen
toen aan den voorgevel der vreemde huis
jes, waarmede de ingang der Ridderzaal
werd gemaskeerd, een paar olifanstamdim,
welke nu op plaatjes nog een vreemdsoor-
tigeu indruk maken, klaar dte „blijde",
welke, hoewel niet door één man te f ililen,
in den Tomd log vastgemaakt, had een
doel. Men zegt ten mimste, dat daar jaar
lijks die „hof-heer" (geen rekening, doch
een heusc'helrijk maranCtjes-varken) aan
werd vastgelegd.
Zulk een dter was de magistraat van
Utrecht sinds overoude tijden verplicht
aan den hoA^e vam Hol land te zenden als
een hu'de of teoken van onderdanigheid.
De oorsprong biervan ia n;eft met zeker-
"heid bekend. Sommiram Avillcn d"'eu zoeken
in het plunderen van Den Haag door do
Gelderschcn onder Maarten van Rossum
in 1528, waartoe de ütrechtsehen wel de
grootste aanflote'ing hadden gegeven; 't zou
dan Karei V we-en. die. hen overmeeste
rend, hun dit teek on van onderwerping had
opgelegd.
Hoe 't zij, vast staat, dat vau uit Utrecht
telken jare zoo'n dier kwam. Indien het
werkelijk aan dÜen spill werd vastgelegd
fook dit wordt evenwel weer betwijfeld)
dan lag hetjlaaT zeer secuur. Anderen
zeggen, dat het eem'oudn'g aan een paal
werd gebonden, eenige dacen tentoonge
steld en daarna geslacht en verdeeld.
Zulk een openlxaa.r teoken van onderda
nigheid stond op den duur die van Utrecht
natuurlijk nriot bijzonder aan, zoo1'!
voortdurend pogingen Averden mngewe- 1
om erven on'slagen te worden. Dit gelukte
eindelijk in dter voeige, dat in plaats vain
den jaariijkschen beer wekelijks een kop
pel konyiraon gezonden moest worden na.n
teder lid van den Hove, welke ruil voor
deze ledion nog zoo kAvaad ntiet was. Ze
schijnen evenwel die konijnen tegen gego
ten to hebben, want later werd de levende
ccratributte vervangen door een in geld en
wel: jaarlijks 30 gld. voor den pn-rident
en 15 g'd. voor ieder der Raadsliceren,
den griff'er, procureur-generaal en secre
tarissen.
In den loop der tijden >s ook 'lit verdwe
nen, evenals het genoeg';jke koffiehuis met
daaiaan grenzende won tegen. Toen doze
er nog stondén, was heit Binraenbof achter
die huizen afgesloten door oen gracht, te
genwoordig nog als straat aanwezig, het.'
zoogenaamde Hofsingel.
De A-erand erin gen staan ever nog
niet stil, want van d.ten Hofsingel is nog
slech'ts een stuk nvr. da' lvwendien n'et
meer als verkeersweg dient, doch door
een hek aan de zijde der Hofstraat is af
gesloten. Deze verandering is een gevolg
van het maken van den Hotv^" don
nieuwen verkeerswee tusséhen Bu:,rgihof
en Spui, langs welken weg een mi al zal
moeten verrijzen de nieuwe aanbouw van
hot ra?bo.uw der TAveedo Kamer.
Voor dozen aanbouw zi'~- jaar
geleden al platenien gemaakt en ten toon ge
steld, doch of ze gamv zu'lcn worden uit
gevoerd staat nog te bezien. Het departe
ment van. oorlog is midden in dien jorae-
slen oorlogstijd (toen dit departement avo!
OTAoermachtig scheen) be"Vynin'pn een deel
.van het beschikbare terrein in beslag te
Tierncn voor een W'jk l^riiomuen bouwsol,
dat eerst oorlorauknntoren later het de-
parlemcnt yam airbeid en, toen dit mar het
Eezu'deniheut verhuisde, weer oorlogs-
ambtenaren te huteveaten krc«T. Deze zul
len er n'et zoo heel spoedn'g n:t vrtrek-
ken, want het terrein naast dit oorlog:--
houwvverk wordt thams in. hesilag genomen
door een modiema/gazijra. Het heet wol dat
zulks tijd eli ik is. maar we weten hoe hét
va.ak met tijdelijke A°i,r,en gaat. Zo du
ren soms nog langer dten defteitieve
stichtte ren.
De Tweede Kamer mrt haar voorne
mens tot verbetering van haar huisvesting
niet bijster gélukkig. Meer dan een halve
eeuw geleden werd al een we'sen twerp
aangenomen lot fltiöhting van een paleis
der volk-SA-ertegenwoord' gnmg. waarvoor
'oen ook al plannen werden gemaakt. En
heel mooie plannen ook Ik heb ze öens
geaten op .een ^erkooping vara oudé boek
werken. 'i Zou vooral inwendig bi jzon dier
weelderig goworden zijn. Werdjon ze nu
zoo uitgevoerd, de Rekenkamer zou ot ze
ker over zuchten, era klagennadat het
gebouw gereed was, evenals nu geschied
is ten aanzien van bet nieuwe gouverne
mentsgebouw te Arnhem. Dte oude rilan-
r.eD zijn edhtor geheol in den doofpot, ter-
wül do rieuwe liggen te vrachten op meer
geld in de echo'ktBt, wat nog wel een poos-
te kan duren. Aleer het parlement, dat het
voorbeo'd van bezuiniging moet geven, aan
zichzelf kan gaan denken,, zullen er nog
wei eén paar ministers van financiën
elkaar hobbcra opgevolgd.
In afwachting werd een paar jaar gele-,
den het Kamergebouw aam oen inwendige
verbouwing onderworpen, woarmee ge
paard gting A"örhuizimg van het kabinet der
Koniingini, dat eerst ook op bet Rtenenhof
zetelde, naar den Kerien Vijvirrlxorg in het
huie van Groen van Primtcror. da.t zoch
doende een mooie bestemroirg xreer. <li«
het ook wel verd'ende. Door deze verhui
zing kroeg ons Lagerhuis de beschikking
OA'er meer ruimte, welke trouwens hoog
noodlg was. TV toestand is nu zoo, dat
rustig fcn.n t-orden gewa/dht tot er mee*
ruimte van geld to
De beroemde „koffiekamer" heeft Aree®
van haar bestaansroieht verloren (al ia
ze er ira bescheidien vorm ntog)"steds do
Tweede Kamer eigenlijk geen koffie-half*
uurtje meer beeft. Boconinen de vergader
ringen aroorh9en te elf uur om dan te otw
geveer één uur \toor een half uurtio to
Avorden onderbroken, thans komen do
loden pas na de koffie bijeen om dan don,
heelen middag dx>r te vergaderen, wat
wel zoo practiscb Is. Een bc?cheirlcn buf
fet i« initusschen nog steeds voorhonideral
en komt ook wel van pas, warit des mor-»
gens zijn or vaak sectie- en, andere ver-i
gaderin gen, om die langdurige nvomdver-
gadériijgcn, we^ke in don begroot inga! ijl
aan de orde .viaJn den d«,g zijn, niet to ver-»
geiten.
Vóór het Kamergebouw bo-venilxxtoelda
uitbread'teg ondergteg wojs er zóó'n !>e-
hoefin san spreekkamertjes dat de af co-»
vaardigden hun al chn niet nrikome be
zoekers soms op een eorridor moesten to
AA-oord staan. wa,t voor geen van Vide par
tijen aangenaam was, Ook i.n dte bchoef-i
te kon Worden voorzten, al zal het nog wol
eens voorkomen, da! er verf rekken tekort
komen, wamt er maken heel wat kiezers
van de gelegenheid gebru:,k om hun afge
vaardigde eens te gaan opzoeken, nutuur-»
'ijk nl'Hijd in 's la.ndis beilang
Al die kamens en knimeriies zijn mof
den presidontezeteil verbonden door een.
sriic! Zoowel bij den aamvander zitting
als b:j een stemmiing lyhoeft de voorn'ttor
steebts op een knopje te drukken om
overal de loden te laten weten hoe laat
het Is. Zlou zorin stemmte emboli et ie niot
somwiilen goed van nas komen om een
la-n.gvrijliig bezoeker, dte 's landq belang
wat a! te errondig wensebt te b"bandelen,
op hoorast fatsoenlijke wijze kwijt te ra-
kien? Geen afgovaardtedlo zal zulks noiti
toegeven, maar d't houd 'k A-oor overmaat
vara beleerdheid.
Ook het vertrek, waar de ion na'tetenl
bijeen z'j.n vóór of tiiidems een z'tfin". deelt!
in dat presidiale bel-systeem en ik durf
gebr'igen: dóór wordit. ot altiid eebonr-
,zaam no.aT geluisterd. Een Journab'st moet
.erbij wezen, doch oen Kamoriirl wil wol
.eens schiHeren door afweri gheid.
Als er to A'od g(V?cbittn,• te. lag' dp voor
zatter door den hrofdbode de hoeden eens
fe'ten in de kleedkamer, ziinde d?'t het ze
kerste .m'ddel om te weten. hc^ceT Vden!
er mu e'genlijk aanwezig rite T<? d'if bo
ned en het quorum en kun, de stemmng
Avordion uit,gesteld, wel, da.n gesoh.tedt 'udks
en verznder! mem gmvoo-»- doog. Ava;t m.i.
lioeterraal niet erg ia,
AJO.
WAT ELKE MAAND TE DOEN CEEFT.
(2o helft Setptemlxjr),
Nu de zaaitijd weer madierl, moet aan
de voorbereiding vara het zaaigraan woir-i
den gedacht. En dus ook aan ontsmet tin#
daarvan, IiooavcI nog zoetr velo laradliou-
wors hiennce niet bekend zijn. Een ont
smettingsmiddel, dat in korten tijd een
goeden naam heeft gemaakt, is „Gornvi-
sari'. 't Wordt gebruikt tegen Steenbrandi
in tarwo. Strepenziekte in Gerst, teeen
naakte Haverbrand, Soh'mmels in tanve^
Stcenbrand in Gerst, godcklo Haverbrand
en Wortel brand in bieton. Bij Wimterger3t
en tanve is toepassing zcor nooclig, maa*
ook bij rogge is het middel zeer nuttig ge
bleken. 't Gebruik komt, vol,rens aanwij-
z'ng vam dén Plnirleniztoktoukundi'-ira
Dienst, hierop neer. Mon neemt, een oplos-
s'nig van 100 gram (1 ons) Germisan itn 3
L. koud water. Deze hoevoiellicid is vol
doende ter behandeling van l Hectoliter
graan, dat daarmee gedurende een minuut
of acht wordt omgeschept. Hot aldus ont
smette graan wordt met vochtige zakken
bedekt; aldys laat nu-n het 0 tot 10 uur
ligeen, nadat men de ligplaats eveneens
heeft on tem et. 't Is natuurlijk zaak zorg
to dragen, dut na de behande' ng het znad
niet opnieuw wordt besmet. Dit zou kun
nen gebeuren, indien men het weer stortte
in. de zakken., waaruit, het gekomen Is, of
in een besmette maimachiim Houdit men!
bij hiel zaaien een doel van het graan over,
dan mag men het gerust met nief-ontsmot
zaad de hoenders voederen. Bewaar het
Gcrmteam op eén droge plaats Wat het
kost? Por ons (100 u-nm) fl.Oh^per 1000
gram (1 Ki'o) f7.80.
De waarschuwing tegen het ziaien met
een besinotte machine ia niet overbodig.
Een der correspom(tenten van voornoem-»
den PI. Dienst vond bij een looridorsch-
maohjnie niet mirmdor dian een Hootolitof
zak vol met s-tecnbrandkorrols aam. Oolc
tegen kraaien kam het zaateraan worden'
bchandlefld. Diit gesc/hii-nlt V/iet krolteer, ooft
.goedkoop én werkelijk dtoollrofroTid mid
del. Men gebruikt 1/4 lot 1/2 L. kool- r,f
gisteer op 100 K.G. zaad. Dc fear wordt
iets warm "oma/ikt fn in om dun straaltje
op het zaad gegoten.; een helper schept to
e-dijk het graan om. ITet toren moot go-
beuren nA het vi-trioloTi, indien dit voo*
ontamett'ng mocht AA'orden tor gepast. Do
kierakracht wordt door een Avein'g kool-
teer niet A^errninderd, wol komt het ge
teerde zaad enkele dacen later op. Door
de wei gaande, riot men, nu pollen en!