\1tekja4 ftTaö, 'wtefe ftoo? üel vee •wteirdeni ytemedein; 't zijn meast stokkeriger slechte n9en. Laat ze nb'et langer staan, straks m laten herat hebben ze hun jaden al nitgestrooiid, en in den winter zijn het echiiffplaatsen -voor de muizen. Maai ze •dhxs ai. In den tuin: "We gaven, in Juli den raad boerenkool uit tie pooien; ook nu kan men dit nog dioen, maar groote strui- ken krijgt men niiet meier. Neem aks soort dte lage, fijne, gekrulde, die heerlijk van emaak is. Evenwel zie kan niet zoo goed "tegen de yorst aOis de grovere soorten, bij geringe vorst wordt ze reeds zwart en gaat rotten. Gaat er een vorstje over de boerenkool, dan is ze malscher en smake lijker (zoet) geworden. De spruitkool is in 't begin Juli ivitgeplamt. Als de plan ten goed ontwikkeld zijn, snijdt men do bladeren er van onderen af; evenwel laat men een deel van den stengel zitten. Straks in de eerste dagen van October, kan men de toppen uit de planten breken; 't wordlt niet siteecLs gedaan, maar het heeft het gunistige gevolg, diat de spruitkool tjes aan dien stam betier gaan groeien. De nacht vorsten komen, en één goede nachtvorst kan voél bederven. Daarom ruime men nu reedis zooveel mogelijk op. Ontdoe uw boo- nenstokken, die voot dik jaar hebben uit gediend, van de doode ranken, draai daar toe de stokken in uw hand rond in tegen overgestelde richting dan waarin de stengels om den stok zijn geslingerd; op deze wijze gaat bet beél gemakkelijk. Zet de stokken met bun ondere'nd op oen püank of dik stuk bout. Verbrand bet hoo- nenstroo, dat door roest is besmet. Bind van uw andijvie zóóveel planten op, alis ge voor den inmaak denkt woo dag te bob ben. Bij de soort „volblad" worden' de barten reeds bleek van kleur; deze p'antlon behoeven niet langer dan 10 a 14 dagen, opgebonden te zijn. Rooit nu aard appelen voor herfst- of winterprovisie, Saat ze dan, alvorens ze naar den kelder te brengen of in te kuilen, een week of drie itn de schuur liggen om op te drogen; ze eijn dan duurzamer, terwijl ook de smaak er door verbetert. Tomaten worden, als die nachtvorsten komen, afgeplukt; ze kun nen op een ruilt in. bak of kas worden ge legd om te kleuren, en worden, dan nog eeer gioed bruikbaar. Let op of uw fruit van den boom moet. Als enkele Vruchten, die niet aangestoken zijn, af vallen, onderzoek dan of ze plukri'jp zijn; dr't is bet geval, a1® de vrucht, met de band •opgetild, van de tak loslaat. Voor de huisvrouw: Wilt ge nu wat. boter inmaken Voor den komenden winter en ze vrij vam rinzigheid houden, denk dan om het vol gende: kneed1 er ongeveer 6 procent, fijn Bout in en meng het gloed door; wrijf bo dem en wanden van de steenen potten in met een beetje afzijn of met een oplossing van saJicyiizmur, laat dlan den pot goed uitléfcken; duw de boter stevig in de pot, Boodat ei' geen luchtbellen tusschen de bo- Wklultm komen; bedek de boter zorgvul- Üüg met zout water. C. B. BOLLEN FORCEERÉN IN DE KAMER Tot de aangenaamste bezigheden van den liefhebber behoort zonder twijfel het trekken of forceeren van bollen ln de kamer. In de eerste plaats gebeurt het in een lijd, dat er buiten heel weinig te halen is en in de tweede plaats is het (en dat niet alleen voor den liefhebber, maar ook voor den vakman), eigenlijk een steeds wederkeerend wonder, uit zoo'n ormoozel bolletje, binnen korten tijd, een prachtige bloem te voorschijn te zien komen. Alles in de natuur is een wonder, maar als we ,dan achter de kachel, midden in den winter zulk een proces zien afwikkelen, is het nog meer impressief, wijl we tijd hebben het te observeeren. Overigens is het een feit, dat het niet zoo bijster moeilijk is, om bollen te laten bloeien vóór him tijd; b.v. lang niet zoo moeilijk als heesters (syrin<™n, azalea's, spirea's, rhododendrons, etc.). Dit en dan het feit, dat we in het land wonen van de beroemde „Dutch bulbs", moest ze veel meer populair gemaakt hebben, dan ze nu zijn. 't Schijnt wel, dat men alleen in het buitenland onze bollen mooi vindt, want hoeveel (of liever hoe weinig) bollen worden er in ons land zelf gebruikt? En fin, misschien komt hierin ook nog wei eens verandering. Om bollen in orde te maken, om ze in de kamer te trekken is half September tot half October de beste tijd, dus moet men ze vlug bestellen, als men ze nog niet heeft. Zoodra men de bollen heeft kan men ze in potjes of bakjes oppoten. Welken grond men gebruikt, is niet zoo buitengewoon be langrijk, mits bij niet te zwaar is en goed vochthoudend. Gewone, zwarte tuinaarde, vermengd met een weinig zand, is zeer ge schikt. Efierin worden de bollen op een afstand van eenige centimeters en ongeveer 8 c.M. diep geplant; in een z.g. geraniumpot kun nen dus hoogstens 4 tulpenbollen staan en hoogstens 2 i 3 hyacinthenbollen. Voor lelietjes van dalen, die tusscben haakjes schitterend zijn en bijna niet bij liefheb bers aangetroffen worden, en crocussen, kan men 't best platte schoteltjes gebrui ken, waarin men een massa kiemen of bolletjes zetten kan. Heeft men nu een tuin, dan kan men ze in den tuin 10 c.M. diep onder lichten grond stoppen en anders zet men ze op een koele plaats, uit de zon ln huis en houdt ze goed vochtig (niet kletsnat) en vorstvrij. Hebben de bollen 7 k 8 weken in de potjes of bakjes ges laan, dan kan men ze in de kamer zetten, van lieverlede op een warmere plaats en den eersten tijd liefst een weinig in 't donker. Men moet wel be denken, dat, boe langzamer het geheele proces zich awikkelt, hoe mooier de bloe men zullen zijn en dan gelden deze voor schriften nog maar alleen voor de vroege tulpen en hyacithen. Narcissen trekken gaat ook wel, maar dat moet nog veel langzame?, wij! 8ïé ïïeeï welnTg warteiTé verdragen kunnen. Slaan de bollen eenmaal in de kamer, dan is goed vochtig houden de hoofd zaak. Dit kan men heel goed doen, door de potten, tusscben do neuzen van de bol len, toe te dekken met een voebthoudende stof, b.v. turfmolm, of mos. De voornaamste dingen voor kans op succes zijn: groote, goed rijpe bollen; vroeg oppoten, voohtig houden* en een matige temperatuur tot de bollen goed geworteld zijn en dan een langzame stijging der tem peratuur in de kamer. Men koopt dus nooit bolen aan de deur of bij onbekende marktventers, waarop men geen verbaal heeft. Slechts eerste soort bollen kunnen eerste soort bloemen geven. Hetzelfde geldt voor hyacinthen op gla zen. De glazen moeten zóólang uit de zon blijven, tot het glas gevuld is met wor tels en 't water moet steeds ververscht worden; de onderkant van de bol mag niet in 't water komen, wijl dan de bol zou gaan rotten. Heel bekende en vroege tulpen zijn o.a.: Due van Tholl (rood), Gele Prins, Pro serpine, Prins van Oostenrijk, etc., en hyacinthen: King of the Blues, L'Inno- cence, Pride of Haarlem, Queen of the Yellows, etc. Dit Is maar een greep uit vele honderden. Uw leverancier weet het 't beste als 't een consciëntieus man is. Crocussen zijn allen goed om te forcee ren, evenals Lelietjes der Dalen, en trek ken daarbij buitengewoon gemakkelijk in bloei, mits men er na Januari pas mede- begint. V. H. Vragen op het gebied van Land- en Tuinbouw aan de redactie van De Leid- sche Courant. Vraag: Is u ook bekend of de groote op voetballen gelijkende paddestoel vergiftig is? In den zomer zijn ze wit en in den winter bruin; zeer licht en ge droogd gelijken ze wel op een zeer fijne spons. Men vindt ze meest in kreupelhout ook wel in weilanden. Voor insecten be zitten ze bedwelmende eigenschappen, als men ze brandt. Is u ook bekend of deze walm voor den mensch nadeelig Is.? Antwoord: Waarschijnlijk bedoelt u de Bovista nigrescens, die eenigszins den vorm van een bal heeft. Is niet giftig. Als de dampen bedwelmend zijn voor de vlie gen, dan zal 't voor de mensch en ook wel niet zoo goed zijn. We raden in ieder ge val groote voorzichtigheid aan. Om uw vraag met meer zekerheid te kunnen beantwoorden, zoudt u ons een exemplaar, ln vochtig mos of gras inge pakt, moeten toezenden. Vraag: Ik heb van 't voorjaar een perenboom gekregen van een kennis (die den boom ook pas had, dus niet wist, welk soort 't was). Nu heb ik den boom van 't voorjaar in mijn tuin' gezet. Hij groeide prachtig, maar hij draagt geen vrucht en nu komen aan eiken arm van den boom 'een soort wÏÏTe watten. Zoudt U mij öok kunnen zeggen, wat dat is en wat ik daar tegen doen kan om den boom vrucht te laten dragen? Antwoord: Dat hw boom niet draagt is geen wonder, wijl hij nog te kort gele den verplant is en wijl er dit jaar bijna nergens peren (of appels) zijn. Die op watten gelijkende dingeu zullen wel kolo- nie's bloedluizen zijn (als u er over wijft wordt het roodachtig) die u in kunt sme ren met een stevige kwast of borstel met sterk zeepsop of zwakke carbolineum (liefst boomcarbolineum). Als do boom goed groeit overigens stilletjes afwachten. Vraag: Ik heb een stukje kade (veen grond) waarop mijn geiten altijd slechts willen eten en dikwijls zelfs sterven. Zou daar ook iets aan te doen zijn, door b.v. met kunstmest te mesten of iets der gelijks? Antwoord: We denken, dat er door bemesten niet veel te verbeteren zal zijn. Ons inziens ligt het niet aan de grond soort of aan de kwaliteit; een geit is meestal nogal gauw tevreden en gaat niet zoo licht dood van den honger. Staan er echter geen giftige planten op b.v. aan do slootkanten. Waterscheerling, nachtschade hermoes (paardestaart), de dolle kervel of wat dan ook? Is dat niet bet geval, dan zou het te probeereü zijn met kalk te bemesten ln den winter, 80 Kg. per 100 M2. WRAAK. Jan was radermaker. En bij hamerde en beitelde zich een ruim bestaan. Hij zou tevreden zijn, als er geen houtdieven wa ren in de wereld. Hij zaagde 's avonds nette blokjes, om er overdag spaken en naven van te ma ken. Maar de nacht is donker en dan sliep hij vast. Als bij 's morgens naar zijn werkplaats trok, waren de mooie „knab- ben" verdwenen en ook de ruwe bonken bout waren weg. En dat duurde nu al eenigen tijd, want 't was winter en arme menschen hebben ook koude. Lange donkere nachten bad bij al ge waakt. Hoe graag zou hij ze in zijn vingers willen hebben. Hij zou ze malsch beuken als geklopte stokvisch. Gerecht niets waard: Ik ben mijn eigen rechter. Maar als Jan op post stond, was er niets verdachts te zien. 't Was toch ellen dig zoo'n stelen. Of 't spoken en duivels waren, zoo onzichtbaar bleven ze. En Jan peinsde over middelen om de blokkendieven onder schot te krijgen. Want, dat bij ze niet kon vangen, dat ergerde hem 't meest. Met een hoofd vol wraak en duister vol woede liep hij rond; kon bij ze maar krij gen. Ze stalen alles. Zijn werkplaats zou den ze nog afbreken. Om zijn morrend hart lucht te geven, vertelde hij met dreigende armen van die ïoovers aan zïjri Furëtf, Welke Elj f vertrouwde. Deze lieten hem even wijs, niet zonder reden; met verachting pen ze alle verdenking verre van ziel konden maar niet begrijpen, wie zoo bij Janbuur ondernemen durfde. Als iemand aan het stelen geen g( sloeg, dan kreeg Jan een kop, zog lend rood als een vurige Brabant kachelkop; en die mistrouwde hij lereerst. Daar men bij zulke dingen soms den spijker kan misslaan, bevond hij slotte dat zwijgen niet kan verbeterd? den. Met te veel daarover te kakelen te razen, kon hij zijn doelwit missen. Langzaam aan verkoelde zijn vlanis de gramschap. Naar een gepast middel zocht L de schurken hun straf te doen voelen Op zijn breed voorhoofd vormden dikke rimpels van 't overpeinzen h< het aan zou leggen om de booswi den strop om den nek te hangen en keel en. Soms stond hij te midden van zijn strak voor zich uit te staren, dan drongen schaaf en beitel dieper in knerpend hout, dan bonkte de hamei Ier, als vuurden innerlijke machten ten strijde, als sloeg hij reeds op de dk als de „Duvel op Geerke." Geluiden van wagens en menschen gen aan hem voorhij zonder dat hij hoorde of zag. Met zijn dagelijksch s en zijn wraakplan hield hij zich enkel zig. Hij dacht en herdacht Tot opeens het hem helder als werd. Het moeilijk raadsel ging opgelost den. Met geen „klommen en voetano zou hij ze nog willen of kunnen afsclr ken, maar ln de lucht moeten ze vlie- Hij had het gevondenen zou zijn vin nemend plan uitvoeren. Op een morgen als de late winter met haar rood gulden stralen het w venstertje goudldeurde en een rozige bundel door de vensters stak, zat Jan een hoop houtblokken. In een twintigtal boorde hij diepe gt vulde ze met schietpoeder en stopte ze dicht met een eiken stop, dat nieiE iets van het gevulde merken kon. Tevreden over zijn arbeid, legde hij bommen buiten om gastolen te worden Zoo de dieven nog den lust en den m hadden dit hoopje hout mede te nen dan zou bij met voldoening hooren spie1 van „ontploffingen", „in de lucht gen". Heel ,het dorp zou in opschudding men. Zijn verbeelding ontwierp hem schoonste tafereelen. Bij zijn ontwaken ging bij telken mor; eerst een bezoek brengen aan zijn ontpl bare kachelknabben. Maar als bij zag ze nog geen beenen gekregen hadden, h te het spijt hem in de keel. Was er verraad in het spel? Zoul ze den lont geroken hebben? Maar BESCHRIJVING DER PLAAT. No. 267. Een keurige japon van marine blauwe pope-lime. De rok is sameangestelld uit rondom gepasseerde sSrooken waarvan de bovenste telkens los over de volgende val! Rok en lijfje zijn van elkaar geschei den door een ingevoegde heupbamd welke geheel van soutache broderie voorzien is. De hals is gegarneerd met een ronde wi tte strook die zich van voren voortzet "in een Sos over de borslt vallende geplissee.rtLe strook: deze laatste gaat bovenaan door twee splitten te- de 'blauwe stof. Kousen rose en schoenen zwart. Patroon f 1.35. No. 268. Een elegant mamteloostuum van bruine crêpe miarocaón, gegarneerd met strooken Ottomamstof van diezelfde kleur. De rok der japon is van voren voor- tien van een breedie baan stolpplooien en wordt van het lijfje gescheid-cm door een breedte strook ottoman. De hals is naar verkiezing hoog of lager shtitbaar op en kele stofovertrokken knoopjes en gegar neerd met een kraagje van ott-oman waar onder vandaan te voorschijn komt een uit 'dlrie over elkaar vallende „verdiepingen" gemaakt lit (ottoman). De mantel word't eenvoudig gehouden; het onderste gedeelte is min of meer Mokkend en voorzien van een breedo strook ottoman; ook de onidler- efndiem der rechte, vrij nauwe mouwen hebben deze gurtnieerimg. Hoed bruin vilt; kousen beige en schoenen zwart of donker bruin peau de miède. Patroon fl.57J4. No. 269. Een eenvoudig bolêro cosfcuum Van grijze rips met garneer in g in zwart 'fluweel. De 'japoin heeft een zwarte, los ge- 'drap eerde ceintuur met groote ötrik van voren. Ih den rok van voren twee step-' Woollen. De bolêro heeft langs z*n zoomen Tam. vóór- en onderkant een "breedte strook ISwart: ook de zaSkomboordiibg, bét kraagje en die strik voor dé halls zijn vatn fluweel. Een hoed van zwart fluweel, koristen rose en schoenen zwart. Patroon f 1.57Ja. THEETAFEL-LINNEN. Het staat keurig bij bezoek thee te ser- veeren van een met mtooi litimen gedekte tafel im dte serre. Men katn hier geheel wit 'damast voor gebruiken doch het ils thans meer in do mode wit fijn linnen te nemen met keurig hajnidlborduurw'erk. Van dit laatste geeft orize teekdninig deze week lejen voorbeeld met een motief o(p ware grootte. We zien achttereenvc/Dgenö een ta felkleedje groot minsttens 100 X 100 c.M.; vingerdoekjes van ongeveer 25 X 25 c.M. to een overtrek voor de theemuts. Het groote aardbeienmotiof trekt injen met potlood dbor op calqueerpapier, prikt ven> Volgens de li juten d:er teektening me<t 'een fijnte stopnaald (op een dikke do'ek) door, waarna men met een voor fijn gewreven houtskool door de gaatjes stuift na haar 0(p de juiste plaats op bet bordluurlnninen te hebbete gelegd. Vervolgemls katn het eigenlijke borduren aau van gent Voor Meuren neme men liefst, zachte groen en roöe of gilijs en jtfse. NIEUWE AVONDTOILETTEN. In een der grootste en vooraanstaande modezaken in Den Haag, mocht ik een kijkje nemen, om mij op de hoogte te stel len van het nieuws wat hefst en winter brengen zal. Alles wat ik zag, kan ik niet in eens noemen, maar ik begin hier met avond toiletten, (die werden mij ook het eerst getoond) en zal later verder vertellen. Het was een rijke colelctie van toiletten, bestemd voor groote avondpartijen, waar van de hixe der weefsels buitengewoon groot was. Lila in vele nuances vooral was verte genwoordigd, bruin in lichte tinten even eens bleek-teere kleuren. Deze laatste zijn thans weer „en vogue", hoofdzakelijk voor jonge meisjestoiletten. Zwart wordt nog wel gezien, maar meer tooh gecombineerd met wit. Licht grijs daarentegen neemt een eer ste plaats in zoowel voor jonge als voor oudere dames. Deze kleur wordt veelal opgefleurd door garneering van echte kant in creme tint. Voor jonge vrouwen en meisjes is „de" garneering thans, (ook zelfs voor avondtoiletten), goud-leer. Een toilet van grijze crêpe de chine en een zelfde van voileminon had zulk een gar- nteering, hetwelk zeer fijn en apart was. Ik heb vooral het eerste bewonderd. Bij dit toiletje ging de groote eenvoud van vorm, gepaard aan een uitgesproken dis tinctie, veroorzaakt door de prachtige kleuren-soberheid. Een kaneel-bruin toilet van crêpe Geor.- gette had aan hals en mouwtjes een goud lederen biesje. Een apart ingezet, smal vest was ook daarmede omlijst, de beide apart-ingezette, en van stolpplooien voor ziene zijbaantjes, waren met goudrandjes afgewerkt. Verder had het vest kleine, met goud leder overtrokken knoopjes. Plissee's, geplisseerde volant, godets, tabliers spelen zoowel voor avondtoiletten als voor japonnen voor meerdere gelegen heden, een groote rol. Mouüné wordt ook gaarne met soepel leder opgevroolijkt. Wit glacéleêr en na tuurlijk weer goudleêr komen bet mees» in aanmerking. Mouliné wordt echter als middag- en niet als avondtoilet gedragen. Een toilet in casaque-model noem ik nog. Het boven-deel van de crêpe de chine ca- saque was bleek-rose, overgaande in sau- mon, dan ih zacht rood, vervolgens cerise, terracotta, om te eindigen in een rand van bruin, afgezet met een zwart zijden bies. De fourreau was van de kleur bruin waar van de onderrand was. Het was een heel apart toilet en volstrekt niet te druk of te onrustig, wat men allicht denken zou. Men moet het gezien hebben, om het te kunnen waardeerenl ANNIE M. M. PATRONEN NAAR MAAT. Papieren patronen op maat kunnen besteld worden onder of bijvoeging van het bepaalde bedrag plus 15 cent porto, aan het Comptoir des Patrons, Molenstraat 48 B, Den Haag. De maten op te geven volgens nevenstaande teeken.incr.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1925 | | pagina 10