VRIJDAG 18 SEPTEMBER 1925 No. 5051 Bureaux: RAPENBURG No. 10 - LEIDEN 16e Jaargang. S)e Cclobclie Cow^o/nt pe ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling Voor Leiden 19 cent per week 12.50 per kwartaal, jij onze Agenten 20 cent per week 12.60 per kwartaal. Franco per post I 2.95 per kwartaal. Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonnó's ver krijgbaar tegen betaling van 50 ct. per kwartaal, bij voor uitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 ct., met Geïllustreerd - "-1 9 ct. Dit blad verschijnt eiken dag uitgezonderd Zon- en Feestdagen I. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935 REDACTIE 15 GIRONUMMER 103003 POSTBUS No. II DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone advert entlën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingcn ivordt het dubbele van bet tarief berekend. Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, buur en ver buur, koop en verkoop 10.50. git nummer bestaat uit drie bladen. JAN DE BAKKER. Do vorige week is in Nijmegen, zijn gör» boortestad, met grooten luister feest ge- vierd ter cere van den heiligen Kerk leeraars Petrus Canisius, een man, die den naam van Nederland heeft groot gemaakt onder de volkeren. Want weinig Neder landers hebben zoo'n grooten invloed uit geoefend op.den loop van de geschiedenis als deze Nijmegenaar, die bij zijn werk zaamheid over heel Europa Nederlander gebleven, is, en terecht mag meetellen on der onze nationale glories. Hij verdient de vereering van de heele natie, maar dan toch het meest van de Katholieken, ge leerden en ongeletterden. Want de man, die raadgever was van pausen en vorsten, slonjl tegelijkertijd zeer dicht bij het volk. De geleerde, die zoo grooten invloed had dc beraadslagingen van 't Concilie van Trente, achtte het niet beneden zich, om hot volk te onderrichten op den kansel, en de kinderen in den Catechismus, en zijn •ooriiaamsle werk, dat in alle talen ver taald is, zijn Catechismus, is het btiek ge west, waaruit ook onze voorouders hun godsdienst leerden kennen. Die vereering, die in Nijmegen zoo schilferend is ingezel. zal blijven bestaan, i. naarmate het Nederlandsche volk de- •a heilige van zijn stam beter leert ken nen. zal die vereering toenemen. Dit kan slecht? strekken tot verdieping van het godsdienstig en het nationaal leven beide. En nu merkwaardig samentreffen viert dezer dagen het protestantscbe volks deel feest tor eere van dien zij noemen „do ;to martelaar van de Hervorming", Jan de Bakker. Zoover mij bekend is, is bij gelegenheid van de Nijmeegsche feestviering noch door dc sprekers noch door de talrijke schrij vers, die de keurige feestnummers van bijv. De Maasbode, De Tijd, De Nieuwe Eeuw verzorgden een woord gesproken, grievend kon zijn voor onze anders denkende iandgenootea En dat wel, of schoon Petrus Canisius de groote bestrij der van het Protestantisme geweest is.' Maar dat ligt geheel in de lijn van den Heilige, die het Prrotestantisme niet be streden heeft met brandstapels en scha votten, maar door de kracht van de waar heid en van de liefde, door de innerlijke versterking van het Katholicisme en door het bestrijden van de misbruiken, die tot hel ontstaan van het Protestantisme aan leiding gegeven hadden. Want het prach tige „mea culpa", dat de heer Laudy in zijn magistrale rede tot besluit van den laalslen Katholiekendag in betrekking tot de verspreiding van de reformatie hier te lande uitsprak, heeft op het voorbeeld van den Nederlandschen paus, Adriaan VI, Petrus Canisius in praktijk gebracht, wanneer hij zorgde, dat inplaats van de onwaardigen een deugdelijke priester schap gevormd werd, wanneer hij in be wonderenswaardige, bijna bovenmensche- lijke arbeidskracht tegenover iederen in vloed ten kwade een invloed ten goede wist te stellen. Dat voorbeeld hebben de sprekers en de schrijvers slechts na te volgen gehad, en, in plaats van verwijten te doen aan hun protestantscbe landgenooten of him voor vaderen, hebben ze de hand gestoken in eigen boezem, en hun liefde voor de Kerk heeft hen niet weerhouden, om op de groolc misbruiken to wijzen, die ten tijde van Petrus Canisius en van Jan den Bak ker in de Kerk bestonden ter verheer lijking zeker van den heilige, die dc mis bruiken bestreed, maar tot excuus tevens van de andersdenkende landgenooten, die aan do Moederkerk den rug hebben toe gekeerd. Is het niet jammer, dat, terwijl dit ge schreven werd, binnenkwamen de avond bladen van De Leidsche Courant en van Be Tijd, waarin geklaagd werd, dat in Sommige herdenkingsredevoeringen en brochures over Jan den Bakker het anti papisme hoogtij viert? De zinsnede, die de verwachting zou uitspreken, dat ook deze feestviering een waardig karakter zou dragen, moet nu wel in de pen blijven: ar zijn nu eenmaal menschen, die er maar n'ct toe kunnen komen, om zich in den gedachtengang van een ander in te wer ken. <iie Gr niet aan denken, om eigen standpunt critisch te onderzoeken die bij bun tegenstanders niet anders dan awade bedoelingen kunnen veronderstel- Zou het volgens de christelijke liefde K'jn, wanneer we met gelijke munt be- Jaalden? Gelukkig zijn er ook anderen aan het oord, die blijk geven van ruimer inzicht n de historie, en die hun gedachtenis van 1 do Bakker vrij weten te houden van difn-u0 bes,ri-idin" de Moederkerk, nu .?even van medegevoel yoor de "moeilijkste omstandigheden, waarin de Kerk zich ten tijde van De Bakker bevond. Dat do Protestanten feest vieren bij de herdenking van dezen man, zullen wij, katholieken, hun allerminst kwalijk ne men. Integendeel, het zou ons bevreemden, wanneer zij dezen gedenkdag ongemerkt hadden laten voorbijgaan. Want Jan de Bakker staat heel aan het begin van de „Hervorming" in Nederland, en wie de hervorming beschouwt als een zegen, zoo als de Proteslauten dat natuurlijk doen, kan niet zonder ontroering en zonder dankbaarheid denken aan den man, die viel als eerste slachtoffer van de maat regelen, die door de gestelde machten togen den voortgang van de hervorming hier te lande genomen werden. Hoe echter staan wij, Katholieken, te genover deze feestviering en tegenover den persoon van Jan de Bakker? Tegenover de feestviering staan wo na tuurlijk afwijzend. Want wat in den held van het feest gevierd wordt, is juist zijn openlijk verzet tegen de Katholieke Kerk, die wij vereeren als onze Moeder. Wat gevierd wordt is de stoot, dien hij door zijn dood gegeven heeft aan de versprei ding in ons land van de reformatie, die wij als een ramp voor ons volk beschou wen. Dit is de eenige beteekenis van Jan de Bakker. Een nationale glorie kunnen we onmogelijk van hem maken. Voor de Protestanten dus reden te over, om hem te vieren, voor ons alleen reden, om ons af zijdig tö houden. Dit is zoo duidelijk, dat we er verder niet over hoeven te spreken. Maar nu eenmaal het feest gevierd wordf, is er onder ons ook een begrijpe- -lijke belangstelling, om te weten, wie Jan de Bakker eigenlijk was, en boe hij tot zijn beroemdheid gekomen is. Voor onze kennis van Jan de Bakker zijn we voornamelijk aangewezen op oen tweetal werkjes, die kort na zijn terecht stelling verschenen. Het eerste draagt tot titel: „Een suverlike ende seer schoone disputacie, welke geschiet is in den Haghe in Hollant, tusschen die kettermeesters ende eenen christelijcken Priester, ghe- naemt Jan van Woorden, aldaer ghevan- ghen en oock verbrant. Welke question al wel glienoteert gheweest zijn van eenen welghelecrden man, anno duysent vijf- hondert XXI. Den vijfthienden dagh Septembris. „Het tweede werkje draagt tot titel: „Johannia Pistorii Martyrium", en werd uitgegeven in 1529 door Gnafeus. Er is alle reden, om te veronderstellen, dat ook het eerste werkje denzelfden schrijver heeft, omdat Gnafeus met Pis- torius (de Bakker) gevangen zat. Vervolgens zijn er een aantal archief stukken, die op onzen Jan betrekking hebben, maar zij vertellen ons weinig over zijn persoon, en hoe moeilijk het is, om deze gegevens goed te gebruiken, blijkt wel uit do critiek, die, naar wij vernemen, dezer dagen in dit blad zal geleverd wor den op het werk van Ds. Gunst van Woer den. Zoo zijn we dus op de werkjes van Gnafeus aangewezen. Natuurlijk heeft deze bewonderaar van Jan de Bakker de feiten voor zijn held zoo gunstig mogelijk voorgesteld, en behoeven we, wat hij jils de beweegredenen van De Bakker aan haalt, niet zoo maar zonder meer te ge- looven. Maar er is van den anderen kant 'niets geen reden, om te twijfelen aan de waarheid van de feiten, die hij meedeelt, en we moeten aannemen, dat we in die beide werkjes de gebeurtenissen beschre ven zien, zooals zij zich in groote lijnen werkelijk hebben toegedragen. Jan de Bakker werd geboren te Woer den in 1499. Zijn vader Jan Dirks be kleedde in die stad het ambt van koster. Sinds 1511 vinden we hem to Utrecht als zangknaap aan de domkerk. In dezelfde stad bezoekt hij sinds 1514 de Hierony- musschool, waar hij de bijzondere achting genoot van Hinne Rode, den rector dor school. Drie jaar later valt het eerste op treden van Luther, dat zoo spoedig weer klank vond, en een van de eerste partij gangers van Luther hier to lande was de- zelfdo Hinne Rode, die ook zijn leerling voor de nicuwo leer won. Toen Jan Dirks dat vernam, riep hij zijn zoon uit Utrecht terug, en stuurde hem naar de universiteit van Leuven, waar de jonge man van 1519 1522 studeerde, zonder evenwel de leer, die hij van Rode had overgenomen, prijs te geven. Op aandringen van zijn vader liet Jan zich priester wijden, en kort daarop volg de zijn aanstelling tot onderpastoor te Woerden of volgens Ds. Gunst te Ja- cobswoude. Van dat ambt maakte hij ge bruik, om zijn leer te verspreiden, totdat het Hof van Holland ingreep, en hem we gens ketterij in de gevangenis liet zetten. Hij had daar tot gezel een anderen pries ter, die aan hetzelfde misdrijf schuldig was. De ziekte van dien gezel werd voor den slotvoogd van Woerden aanleiding, om wegens het gevaar van besmetting beide gevangenen op vrije voeten te stellen, on der voorwaarde, dat zij op de eerste inda ging weer ter beschikking van de justitie zouden zijn. Van die vrijheid maakten de heide priesters gebruik, om te reizen naar de verblijfplaats van Luther, Wittenberg. Zij vonden den hervormer niet thuis, maar toen zij in Woerden terugkeerden, bleek him, dat het doel van hun reis niet ver borgen gebleven was. De kettermeesters in Utrecht hadclen er kennis van gekregen, en ze werden veroordeeld tot het maken van een pelgrimsreis naar Rome, en tot verbanning gedurende drie jaar. Jan de Bakker nam toen de vlucht, en zwierf eenige maanden in Holland rond. Het zal op het einde van 1523 geweest zijn, dat Jan naar Woerden terugkeerde. Toen zette hij*den stap, die zijn breuk met de Kerk volledig maakte: bij trouwde een ito uw, Jacobje Susters. Hij deed het „hey- melic", d.i. zonder getuigen, wat in dio dagen niet ongewoon was, maar toch zóó, dat hij aan ieder, die het hooren wilde, te kennen gaf, dat hij zijn samenleving met deze vrouw niet beschouwde als iets on wettigs, maar als een geldig huwelijk. Hiermee had dus deze priester niet alleen zijn strenge verplichting van ongetrouwd te leven, en de kuischheid te bewaren, ge schonden, maar daarenboven stelde hij zich openlijk tegen de kerkelijke wet, dio het huwelijk van priesters voor ongeldig verklaart. Over deze daad van Jan de Bakker oor deelt zijn levensbeschrijver, Gnafeus: „Hij nam zich in den Heer eene eektgenoote, die uitblonk noch door riokdom noch door schoonheid, niet van edele afkomst, niet wulpsch, noch ook kostbaar gekleed, maar een vrij bejaarde en vrij arme vrouw, on besproken van zeden, zoodat zelfs de erg ste vitter bier niet aan te merken kan hebben." Hier hebben we het principieele verschil: voor Gnafeus en zijn held telt de kerkelijke wet niet mee, telt voor niets do plechtige verbintenis, die toch ook Jan de Bakker bij zijn subdiaconaatswijding had aangegaan, de verbintenis voor Gocl en do Kerk, dat hij ongetrouwd zou blijven. Voor ons gelden de redeneeringen van Lu ther, waarmee hij de krachteloosheid van de belofte poogt aan te toonen, .niet: wie zich eenmaal aan God gegeven heeft, zoeko door ijver in Gods dienst, door trouwe plichtsvervullng, door stiptheid in zijn geestelijke oefeningen, waarvoor God zijn genade geeft, de moeilijkheden aan zijn le vensstaat verbonden te hoven te komen: een priester, die zijn gelofte schendt, is voor ons een trouwelooze. Wel zijn we vol komen bereid, om uit den treurigen toe stand, waarin do geestelijkheid zich toen bevond, uit het gebrekkige in de opleiding van de toenmalige geestelijkheid, uit de anti-celibataire strooming, die door het optreden van Luther ontstaan was, ver zachtende omstandigheden voor De Bak ker te pleiten. Wel zouden wc, gezien de antwoorden, die hij straks in zijn proces op de ondervragingen aangaande dit punt geeft, zelfs geneigd zijn, om goedo trouw te veronderstellen maar ook dan wordt hij geen held, dien we vereeren, doch een arme misleide, met wien we medelijden hebben. Warmond. W. NOLET. BUITEMLAIP De'Veilipheidskwestie. Het Veiligheidspact. „Een omwenteling in E u r o p a's mentalitei t". Onder den titel: „Duitschland en het veiligheidspact" publiceert de „Times" een hoofdartikel, waarin o.a. het volgende wordt gezegd: De geallieerden hebben Duitschland uitgenoodigd tot deelneming aan do pactconferentie. Indien Duitschland deze uitnoodiging aanneemt en alles naar wensch verloopt, zal er een West-Euro- peesche entente worden gevormd, waar aan vier of vijf naties deelnemen tot hand having van den vrede op den grondslag van absolute gelijkgerechtighoid. Het is geen overdrijving te beweren, dat deze ship een omwenteling in de mentali teit van Europa zal beteckenen, en een einde zal maken aan een abnormalen toe stand. Slechts door onhandigheid van do Duit- sche diplomaten zou deze toestand kunnen worden verlengd. Een dergelijke teleurstel ling komt echter nauwelijks als mogelijk in aanmerking. De Fransche regeering heeft zich opmerkelijk bereidwillig ge toond om met Duitschland te onderhande len. Indien het resultaat der besprekingen van de juridische conferentie ter algemee- ne kennis gepubliceerd zou worden, zou blijken, dat alle denkbare gevallen onder worpen zijn aan het scheidsrechtelijke ge zag van den volkenbond. De houding der Duitsch- N a t i o n a 1 e n. De Duitsch-nationale partij van het dis trict Saksen heeft gisteren een vergade ring gehouden, waar de oud-minister Hergt, de vroegere voorzitter van de frac tie in den rijksdag een rede heeft gehou den. Na deze rede is%e motie aangeno men, waarin geëischt werd, dat de rijks- regeering geen onderhandelingen over een veiligheidspact begint, vóórdat de noodi- ge garanties verkregen zijn, dat in het vraagstuk van de schuld aan den oorlog de schuld niet alleen aan Duitschland blijft rusten, terwijl verder werd gezegd, dat geen Duitsche regeering den steun van do Duitsch-nationalen mocht hebben, indien vrijwillig afstand wordt gedaan van Duitsch grondgebied, waarmede Elzas- Lotharingen bedoeld is, en het plan be staat lid te worden van den volkenbond, zoolang deze nog op de tegenwoordige wij ze is samengesteld. Naar de Duitseli-Nationale „Tag" meldt heeft Hergt zich op de bewuste vergade ring principieel tegen de publicatie der aangenomen resolutie verklaard en heeft hij ook geen aandeel gehad in het redi- geeren van den tekst. Aan het blad ver klaarde Hergt, dat hij het geheel eens is met de opvattingen der partij-leiding. Volkenbond. Moreele ontwapening. „De geschiedenisboeken moeten herzien worden". Haïti diende in de Volkenbondsverga- dering oen ontwerp-resolutie in, strekken de, om door de opvoeding van de jeugd tot moreele ontwapening te geraken. Met name wil men de geschiedenisboeken doen herzien, wat betreft de gedeelten, waarin oorlogsdaden worden beschreven en in het bijzonder, waar zekere veroverings oorlogen worden verdedigd. In de vijfde Commissie hooft de Neder landsche gedelegeerde, professor Frangois een verklaring afgelegd, waaruit blijkt, dat de Nederlandsche minister van Onder wijs voornemens is, de noodige maatrege len te nemen, opdat hij het onderwijs meer aandacht wordt geschonken aan den Vol kenbond. De voorstellen van jhr. Loudon De derde commissie der volkenbonds vergadering zette gisteren de beraadsla ging voort over het voorstel Loudon in zake de onmiddellijke voorbereiding vam de ontwapeningsconferentie. De gedelegeerden van Polen, Denemar ken en Zweden ondersteunden het Neder landsche voorstel en deelden ook de cri tiek van Loudon en Lange inzake de coör dinatie-commissie Benes trachtte deze critiek te ontzenu wen, doch zijn woorden maakten meer den indruk van een verontschuldiging dan van een verdediging. België. De Katholieke Partij. Conservatieven en democrat en Uit een gisteren te Brussel gehouden vergadering van de federatie van Katho lieke vereenigingen, welke in hoofdzaak de z.g. conservatieve elementen groepeert, is eens te meer gebleken, dat de eenheid in de Belgische Katholieke partij nog lang niet is bereikt. De besprekingen liepen vooral over een reeds sedert weken ontslaan meeningsver- schil tusschen de conservatieven en de de mocraten, dat intusscheu nog niet is bijge legd. Het betreft o.m. door den leider der democratische fractie, den heer Heijman, gedane verklaringen over de betrekkingen van de federatie met de andere groepen der Katholieke unie. D^ gewezen staatsminister Sogers, leid de de besprekingen. Men heeft,aldus Segers, den laatsten tijd verschillende voor ons zeer pijnlijke moties gestemd. Do uit spraak van het Antwerpsche congres, waarin Katholieke democraten betreuren, dat de eerste ministerieele combinatie van Poulet niet is doorgegaan, is zeer penibel. De wensqh van den heer Heijman, om een uitsluitend democratisch-katholiek blok to vormen, met uitsluiting der conservatieve elementen, aldus Segers, stemt tot ernstig nadenken. Volgens deze opvatting zouden dus alleen in do Katholieke partij worden toegelaten organisaties, die over sociale werken beschikken. Welnu, dat is iets, wat wij niet kunnen aanvaarden. Het plan van den hoor Heijman om uit do partij te sluiten dc vertegenwoordigers van den groothandel, do zakenlui, de aris tocratie en den middenstand ia al te sim plistisch. Vooral nu het meer dan ooit noodig is, dat de Katholieke partij de een heid beware, is het optreden der democra ten af te keuren. Zij vergelen, dat het aan de federatie der Katholieke vereenigingen to danken is, dat voor den oorlog de Ka tholieken gedurende 35 jaar alleen het be wind in handen hebben gehad. Daarnaast stond de boerenbond en de democratische liga, die toen met de federatie samen werkten. Deze laatste twee eischten na den oorlog eigen candidaten en men ging naar standorganisaties, die twee gevaren met zich brachten, ten eerste: zij wierpen dam men op tusschen de beroepsfracties en ten HET VOORNAAMSTE NIEUWS. BUITENLAND. De Duitsch-nationalen In Saksen tegen het Veiligheidspact. De eenheid onder de Belgische Katholie ken is nog ver te zoeken. De houding der Duitsche socialisten als oppositiepartij bepaald. In Bolivia is een revolutie uitgebroken. BINNENLAND. Jhr. mr. Ruys de Beerenbrouck presi dent der Tweede Kamer. De mailbooten van de Mij. Nederland en den Rotterdamschen Lloyd zullen met ingang van 1 Januari a.s. op Woensdag in plaats van Zaterdag vertrekken. De Rijksmiddelen over 1926 (2de blad) en over Augustus 1925 (iste blad). Onze Geïllustreerde Pagina De photo-pagina laat zien: De opening van do Staten-Gencraal; de feesten te Am sterdam; de strijd in Marokko. tweede voerden zij in de partij de klasse- politiek in. Om dio gevaren to omzeilen stond wijlen Helleputte do stichting voor van de Katholieke Unie, als staforganis me van de vier Katholieke legercorpsen. De heer Heijman weet niets van dat al les af, vervolgde Segers en hij protesteer de tegen de aantijging van democratische zijde, dat de federatie alleen de belangen der conservatieven behandelt. Want het is juist van haar, dat de impulsie is uit gegaan van al de sociale wetten. Wel is de federatie anti-demagogisch, anti-socialis tisch en anti-liberaal en zij zal dat steeds blijven. Wij wilden niets weten van een Katholiek-socialistische combinatie, omdat wij door de socialisten zouden opgeslorpt worden en wij hebben succes gehad. Want de tweede combinatie Poulet, dio tot stand is gekomen, was minder slecht dan de eerste en dat is al heel wat. Sogers noemde tenslotte de organisatie- politiek, zooals do heer Heijman die opvat, oen invitatie tot zelfmoord, waarop de fe deratie, die men bovendien in do Vlaam- sche groep wil indeclen en waartegen zij eveneens protesteert, nooit zal ingaan. Het is onder deze impressie, dat de vergade ring uiteen giug. Duitschland. Het socialistencongres. De beslis ing gevallen. Op het sociaal-democratische congres to Heidelberg, is gisteren de groote politieke beslissing gevallen. Betreffende dn houding der rijksdags fractie diende nl. de radicale vleugel oen lange resolutie in, waarin do fractie wordt uitgenoodigd, In do toekomst zonder in oenig opzicht rekening te houden met do burgerlijke partijen, de belangen van liet proletariaat te behartigen, opdat ook do proletarische aanhangers dier partijen in de sociaal-democratie do vertegenwoordig ster hunner belangen zien en hot grooto leger der klassenbewuste proletariërs ver sterken. Deze resolutie werd met 285 tegen 81 stemmen verworpen. Vervolgens werd met groote meerder heid een resolutie van Keil aangenomen waarin wordt gezegd: Deze motie noodigt do rijksdagsfraetie uit, met allen nadruk verlaging van den bovenmatigen belastingdruk door te zetten, ton einde te verhinderen, dat dit overschot in de rijkskas wordt aangewend voor on wettige begunstiging van bezitters. Na uitvoerige debatten over do buiten-- landache politiek heeft het congres tep slotte een door Hermann Muller ingodion* do motie aangenomen, waarin wordt ge- zegd, dat Duitschland door toe te treden tot den Volkenbond, do mogelijkheid ver krijgt, om direct en op voet Yan gelijkheid mede te werken aan do oplossing van hel veiligheidsvraagstuk, de problemen betref fende het zelfbeschikkingsrecht der vólken, Uo bescherming dor nationale minderhe den en de vreedzame regeling van alla conflicten, ontstaan uit do Interpretatie of de tenuitvoerlegging der vredesverdragen. Een manifestatie van vredelievendheid. De beteekenis van de Monzio'a reis. De Fransche minister do Monzie heeft verklaard, dat zijn reis naar Kopenhagen en Berlijn onkel een manifestatie van den vredelievenden geest van Frankrijk was en een gelukkig voorspel van de opening van het internationaal instituut voor intcllec- tuoele samenwerking. Door de „Petit Parisien" geïnterviewd hoeft Stresemann verklaard, dat da rei» van De Monzie naar Duitschland niets me*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1925 | | pagina 1