VRIJDAG 18 SEPTEMBER 1925
No. 5051
Bureaux: RAPENBURG No. 10 - LEIDEN
16e Jaargang.
S)e Cclobclie Cow^o/nt
pe ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling
Voor Leiden 19 cent per week 12.50 per kwartaal,
jij onze Agenten 20 cent per week 12.60 per kwartaal.
Franco per post I 2.95 per kwartaal.
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonnó's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 ct. per kwartaal, bij voor
uitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 ct., met Geïllustreerd
- "-1 9 ct.
Dit blad verschijnt eiken dag uitgezonderd Zon- en Feestdagen I.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935 REDACTIE 15
GIRONUMMER 103003 POSTBUS No. II
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone advert entlën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingcn ivordt het
dubbele van bet tarief berekend.
Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, buur en ver
buur, koop en verkoop 10.50.
git nummer bestaat uit drie
bladen.
JAN DE BAKKER.
Do vorige week is in Nijmegen, zijn gör»
boortestad, met grooten luister feest ge-
vierd ter cere van den heiligen Kerk
leeraars Petrus Canisius, een man, die den
naam van Nederland heeft groot gemaakt
onder de volkeren. Want weinig Neder
landers hebben zoo'n grooten invloed uit
geoefend op.den loop van de geschiedenis
als deze Nijmegenaar, die bij zijn werk
zaamheid over heel Europa Nederlander
gebleven, is, en terecht mag meetellen on
der onze nationale glories. Hij verdient de
vereering van de heele natie, maar dan
toch het meest van de Katholieken, ge
leerden en ongeletterden. Want de man,
die raadgever was van pausen en vorsten,
slonjl tegelijkertijd zeer dicht bij het volk.
De geleerde, die zoo grooten invloed had
dc beraadslagingen van 't Concilie van
Trente, achtte het niet beneden zich, om
hot volk te onderrichten op den kansel, en
de kinderen in den Catechismus, en zijn
•ooriiaamsle werk, dat in alle talen ver
taald is, zijn Catechismus, is het btiek ge
west, waaruit ook onze voorouders hun
godsdienst leerden kennen.
Die vereering, die in Nijmegen zoo
schilferend is ingezel. zal blijven bestaan,
i. naarmate het Nederlandsche volk de-
•a heilige van zijn stam beter leert ken
nen. zal die vereering toenemen. Dit kan
slecht? strekken tot verdieping van het
godsdienstig en het nationaal leven beide.
En nu merkwaardig samentreffen
viert dezer dagen het protestantscbe volks
deel feest tor eere van dien zij noemen „do
;to martelaar van de Hervorming", Jan
de Bakker.
Zoover mij bekend is, is bij gelegenheid
van de Nijmeegsche feestviering noch door
dc sprekers noch door de talrijke schrij
vers, die de keurige feestnummers van
bijv. De Maasbode, De Tijd, De Nieuwe
Eeuw verzorgden een woord gesproken,
grievend kon zijn voor onze anders
denkende iandgenootea En dat wel, of
schoon Petrus Canisius de groote bestrij
der van het Protestantisme geweest is.'
Maar dat ligt geheel in de lijn van den
Heilige, die het Prrotestantisme niet be
streden heeft met brandstapels en scha
votten, maar door de kracht van de waar
heid en van de liefde, door de innerlijke
versterking van het Katholicisme en door
het bestrijden van de misbruiken, die tot
hel ontstaan van het Protestantisme aan
leiding gegeven hadden. Want het prach
tige „mea culpa", dat de heer Laudy in
zijn magistrale rede tot besluit van den
laalslen Katholiekendag in betrekking tot
de verspreiding van de reformatie hier te
lande uitsprak, heeft op het voorbeeld van
den Nederlandschen paus, Adriaan VI,
Petrus Canisius in praktijk gebracht,
wanneer hij zorgde, dat inplaats van de
onwaardigen een deugdelijke priester
schap gevormd werd, wanneer hij in be
wonderenswaardige, bijna bovenmensche-
lijke arbeidskracht tegenover iederen in
vloed ten kwade een invloed ten goede
wist te stellen.
Dat voorbeeld hebben de sprekers en de
schrijvers slechts na te volgen gehad, en,
in plaats van verwijten te doen aan hun
protestantscbe landgenooten of him voor
vaderen, hebben ze de hand gestoken in
eigen boezem, en hun liefde voor de Kerk
heeft hen niet weerhouden, om op de
groolc misbruiken to wijzen, die ten tijde
van Petrus Canisius en van Jan den Bak
ker in de Kerk bestonden ter verheer
lijking zeker van den heilige, die dc mis
bruiken bestreed, maar tot excuus tevens
van de andersdenkende landgenooten, die
aan do Moederkerk den rug hebben toe
gekeerd.
Is het niet jammer, dat, terwijl dit ge
schreven werd, binnenkwamen de avond
bladen van De Leidsche Courant en van
Be Tijd, waarin geklaagd werd, dat in
Sommige herdenkingsredevoeringen en
brochures over Jan den Bakker het anti
papisme hoogtij viert? De zinsnede, die de
verwachting zou uitspreken, dat ook deze
feestviering een waardig karakter zou
dragen, moet nu wel in de pen blijven:
ar zijn nu eenmaal menschen, die er maar
n'ct toe kunnen komen, om zich in den
gedachtengang van een ander in te wer
ken. <iie Gr niet aan denken, om eigen
standpunt critisch te onderzoeken die
bij bun tegenstanders niet anders dan
awade bedoelingen kunnen veronderstel-
Zou het volgens de christelijke liefde
K'jn, wanneer we met gelijke munt be-
Jaalden?
Gelukkig zijn er ook anderen aan het
oord, die blijk geven van ruimer inzicht
n de historie, en die hun gedachtenis van
1 do Bakker vrij weten te houden van
difn-u0 bes,ri-idin" de Moederkerk,
nu .?even van medegevoel yoor de
"moeilijkste omstandigheden, waarin
de Kerk zich ten tijde van De Bakker
bevond.
Dat do Protestanten feest vieren bij de
herdenking van dezen man, zullen wij,
katholieken, hun allerminst kwalijk ne
men. Integendeel, het zou ons bevreemden,
wanneer zij dezen gedenkdag ongemerkt
hadden laten voorbijgaan. Want Jan de
Bakker staat heel aan het begin van de
„Hervorming" in Nederland, en wie de
hervorming beschouwt als een zegen, zoo
als de Proteslauten dat natuurlijk doen,
kan niet zonder ontroering en zonder
dankbaarheid denken aan den man, die
viel als eerste slachtoffer van de maat
regelen, die door de gestelde machten
togen den voortgang van de hervorming
hier te lande genomen werden.
Hoe echter staan wij, Katholieken, te
genover deze feestviering en tegenover
den persoon van Jan de Bakker?
Tegenover de feestviering staan wo na
tuurlijk afwijzend. Want wat in den held
van het feest gevierd wordt, is juist zijn
openlijk verzet tegen de Katholieke Kerk,
die wij vereeren als onze Moeder. Wat
gevierd wordt is de stoot, dien hij door
zijn dood gegeven heeft aan de versprei
ding in ons land van de reformatie, die
wij als een ramp voor ons volk beschou
wen. Dit is de eenige beteekenis van Jan
de Bakker. Een nationale glorie kunnen
we onmogelijk van hem maken. Voor de
Protestanten dus reden te over, om hem te
vieren, voor ons alleen reden, om ons af
zijdig tö houden. Dit is zoo duidelijk, dat
we er verder niet over hoeven te spreken.
Maar nu eenmaal het feest gevierd
wordf, is er onder ons ook een begrijpe-
-lijke belangstelling, om te weten, wie Jan
de Bakker eigenlijk was, en boe hij tot
zijn beroemdheid gekomen is.
Voor onze kennis van Jan de Bakker
zijn we voornamelijk aangewezen op oen
tweetal werkjes, die kort na zijn terecht
stelling verschenen. Het eerste draagt tot
titel: „Een suverlike ende seer schoone
disputacie, welke geschiet is in den Haghe
in Hollant, tusschen die kettermeesters
ende eenen christelijcken Priester, ghe-
naemt Jan van Woorden, aldaer ghevan-
ghen en oock verbrant. Welke question al
wel glienoteert gheweest zijn van eenen
welghelecrden man, anno duysent vijf-
hondert XXI. Den vijfthienden dagh
Septembris. „Het tweede werkje draagt
tot titel: „Johannia Pistorii Martyrium",
en werd uitgegeven in 1529 door Gnafeus.
Er is alle reden, om te veronderstellen,
dat ook het eerste werkje denzelfden
schrijver heeft, omdat Gnafeus met Pis-
torius (de Bakker) gevangen zat.
Vervolgens zijn er een aantal archief
stukken, die op onzen Jan betrekking
hebben, maar zij vertellen ons weinig over
zijn persoon, en hoe moeilijk het is, om
deze gegevens goed te gebruiken, blijkt
wel uit do critiek, die, naar wij vernemen,
dezer dagen in dit blad zal geleverd wor
den op het werk van Ds. Gunst van Woer
den. Zoo zijn we dus op de werkjes van
Gnafeus aangewezen. Natuurlijk heeft
deze bewonderaar van Jan de Bakker de
feiten voor zijn held zoo gunstig mogelijk
voorgesteld, en behoeven we, wat hij jils
de beweegredenen van De Bakker aan
haalt, niet zoo maar zonder meer te ge-
looven. Maar er is van den anderen kant
'niets geen reden, om te twijfelen aan de
waarheid van de feiten, die hij meedeelt,
en we moeten aannemen, dat we in die
beide werkjes de gebeurtenissen beschre
ven zien, zooals zij zich in groote lijnen
werkelijk hebben toegedragen.
Jan de Bakker werd geboren te Woer
den in 1499. Zijn vader Jan Dirks be
kleedde in die stad het ambt van koster.
Sinds 1511 vinden we hem to Utrecht als
zangknaap aan de domkerk. In dezelfde
stad bezoekt hij sinds 1514 de Hierony-
musschool, waar hij de bijzondere achting
genoot van Hinne Rode, den rector dor
school. Drie jaar later valt het eerste op
treden van Luther, dat zoo spoedig weer
klank vond, en een van de eerste partij
gangers van Luther hier to lande was de-
zelfdo Hinne Rode, die ook zijn leerling
voor de nicuwo leer won. Toen Jan Dirks
dat vernam, riep hij zijn zoon uit Utrecht
terug, en stuurde hem naar de universiteit
van Leuven, waar de jonge man van 1519
1522 studeerde, zonder evenwel de leer,
die hij van Rode had overgenomen, prijs
te geven.
Op aandringen van zijn vader liet Jan
zich priester wijden, en kort daarop volg
de zijn aanstelling tot onderpastoor te
Woerden of volgens Ds. Gunst te Ja-
cobswoude. Van dat ambt maakte hij ge
bruik, om zijn leer te verspreiden, totdat
het Hof van Holland ingreep, en hem we
gens ketterij in de gevangenis liet zetten.
Hij had daar tot gezel een anderen pries
ter, die aan hetzelfde misdrijf schuldig
was.
De ziekte van dien gezel werd voor den
slotvoogd van Woerden aanleiding, om
wegens het gevaar van besmetting beide
gevangenen op vrije voeten te stellen, on
der voorwaarde, dat zij op de eerste inda
ging weer ter beschikking van de justitie
zouden zijn. Van die vrijheid maakten de
heide priesters gebruik, om te reizen naar
de verblijfplaats van Luther, Wittenberg.
Zij vonden den hervormer niet thuis, maar
toen zij in Woerden terugkeerden, bleek
him, dat het doel van hun reis niet ver
borgen gebleven was. De kettermeesters in
Utrecht hadclen er kennis van gekregen,
en ze werden veroordeeld tot het maken
van een pelgrimsreis naar Rome, en tot
verbanning gedurende drie jaar.
Jan de Bakker nam toen de vlucht, en
zwierf eenige maanden in Holland rond.
Het zal op het einde van 1523 geweest
zijn, dat Jan naar Woerden terugkeerde.
Toen zette hij*den stap, die zijn breuk met
de Kerk volledig maakte: bij trouwde een
ito uw, Jacobje Susters. Hij deed het „hey-
melic", d.i. zonder getuigen, wat in dio
dagen niet ongewoon was, maar toch zóó,
dat hij aan ieder, die het hooren wilde,
te kennen gaf, dat hij zijn samenleving met
deze vrouw niet beschouwde als iets on
wettigs, maar als een geldig huwelijk.
Hiermee had dus deze priester niet alleen
zijn strenge verplichting van ongetrouwd
te leven, en de kuischheid te bewaren, ge
schonden, maar daarenboven stelde hij
zich openlijk tegen de kerkelijke wet, dio
het huwelijk van priesters voor ongeldig
verklaart.
Over deze daad van Jan de Bakker oor
deelt zijn levensbeschrijver, Gnafeus: „Hij
nam zich in den Heer eene eektgenoote,
die uitblonk noch door riokdom noch door
schoonheid, niet van edele afkomst, niet
wulpsch, noch ook kostbaar gekleed, maar
een vrij bejaarde en vrij arme vrouw, on
besproken van zeden, zoodat zelfs de erg
ste vitter bier niet aan te merken kan
hebben." Hier hebben we het principieele
verschil: voor Gnafeus en zijn held telt de
kerkelijke wet niet mee, telt voor niets do
plechtige verbintenis, die toch ook Jan de
Bakker bij zijn subdiaconaatswijding had
aangegaan, de verbintenis voor Gocl en do
Kerk, dat hij ongetrouwd zou blijven.
Voor ons gelden de redeneeringen van Lu
ther, waarmee hij de krachteloosheid van
de belofte poogt aan te toonen, .niet: wie
zich eenmaal aan God gegeven heeft, zoeko
door ijver in Gods dienst, door trouwe
plichtsvervullng, door stiptheid in zijn
geestelijke oefeningen, waarvoor God zijn
genade geeft, de moeilijkheden aan zijn le
vensstaat verbonden te hoven te komen:
een priester, die zijn gelofte schendt, is
voor ons een trouwelooze. Wel zijn we vol
komen bereid, om uit den treurigen toe
stand, waarin do geestelijkheid zich toen
bevond, uit het gebrekkige in de opleiding
van de toenmalige geestelijkheid, uit de
anti-celibataire strooming, die door het
optreden van Luther ontstaan was, ver
zachtende omstandigheden voor De Bak
ker te pleiten. Wel zouden wc, gezien de
antwoorden, die hij straks in zijn proces
op de ondervragingen aangaande dit punt
geeft, zelfs geneigd zijn, om goedo trouw
te veronderstellen maar ook dan wordt
hij geen held, dien we vereeren, doch een
arme misleide, met wien we medelijden
hebben.
Warmond.
W. NOLET.
BUITEMLAIP
De'Veilipheidskwestie.
Het Veiligheidspact.
„Een omwenteling in E u r o p a's
mentalitei t".
Onder den titel: „Duitschland en het
veiligheidspact" publiceert de „Times" een
hoofdartikel, waarin o.a. het volgende
wordt gezegd: De geallieerden hebben
Duitschland uitgenoodigd tot deelneming
aan do pactconferentie. Indien Duitschland
deze uitnoodiging aanneemt en alles naar
wensch verloopt, zal er een West-Euro-
peesche entente worden gevormd, waar
aan vier of vijf naties deelnemen tot hand
having van den vrede op den grondslag
van absolute gelijkgerechtighoid.
Het is geen overdrijving te beweren, dat
deze ship een omwenteling in de mentali
teit van Europa zal beteckenen, en een
einde zal maken aan een abnormalen toe
stand.
Slechts door onhandigheid van do Duit-
sche diplomaten zou deze toestand kunnen
worden verlengd. Een dergelijke teleurstel
ling komt echter nauwelijks als mogelijk
in aanmerking. De Fransche regeering
heeft zich opmerkelijk bereidwillig ge
toond om met Duitschland te onderhande
len.
Indien het resultaat der besprekingen
van de juridische conferentie ter algemee-
ne kennis gepubliceerd zou worden, zou
blijken, dat alle denkbare gevallen onder
worpen zijn aan het scheidsrechtelijke ge
zag van den volkenbond.
De houding der Duitsch-
N a t i o n a 1 e n.
De Duitsch-nationale partij van het dis
trict Saksen heeft gisteren een vergade
ring gehouden, waar de oud-minister
Hergt, de vroegere voorzitter van de frac
tie in den rijksdag een rede heeft gehou
den. Na deze rede is%e motie aangeno
men, waarin geëischt werd, dat de rijks-
regeering geen onderhandelingen over een
veiligheidspact begint, vóórdat de noodi-
ge garanties verkregen zijn, dat in het
vraagstuk van de schuld aan den oorlog
de schuld niet alleen aan Duitschland blijft
rusten, terwijl verder werd gezegd, dat
geen Duitsche regeering den steun van do
Duitsch-nationalen mocht hebben, indien
vrijwillig afstand wordt gedaan van
Duitsch grondgebied, waarmede Elzas-
Lotharingen bedoeld is, en het plan be
staat lid te worden van den volkenbond,
zoolang deze nog op de tegenwoordige wij
ze is samengesteld.
Naar de Duitseli-Nationale „Tag" meldt
heeft Hergt zich op de bewuste vergade
ring principieel tegen de publicatie der
aangenomen resolutie verklaard en heeft
hij ook geen aandeel gehad in het redi-
geeren van den tekst. Aan het blad ver
klaarde Hergt, dat hij het geheel eens is
met de opvattingen der partij-leiding.
Volkenbond.
Moreele ontwapening.
„De geschiedenisboeken
moeten herzien worden".
Haïti diende in de Volkenbondsverga-
dering oen ontwerp-resolutie in, strekken
de, om door de opvoeding van de jeugd
tot moreele ontwapening te geraken. Met
name wil men de geschiedenisboeken doen
herzien, wat betreft de gedeelten, waarin
oorlogsdaden worden beschreven en in
het bijzonder, waar zekere veroverings
oorlogen worden verdedigd.
In de vijfde Commissie hooft de Neder
landsche gedelegeerde, professor Frangois
een verklaring afgelegd, waaruit blijkt,
dat de Nederlandsche minister van Onder
wijs voornemens is, de noodige maatrege
len te nemen, opdat hij het onderwijs meer
aandacht wordt geschonken aan den Vol
kenbond.
De voorstellen van jhr. Loudon
De derde commissie der volkenbonds
vergadering zette gisteren de beraadsla
ging voort over het voorstel Loudon in
zake de onmiddellijke voorbereiding vam
de ontwapeningsconferentie.
De gedelegeerden van Polen, Denemar
ken en Zweden ondersteunden het Neder
landsche voorstel en deelden ook de cri
tiek van Loudon en Lange inzake de coör
dinatie-commissie
Benes trachtte deze critiek te ontzenu
wen, doch zijn woorden maakten meer
den indruk van een verontschuldiging dan
van een verdediging.
België.
De Katholieke Partij.
Conservatieven en democrat en
Uit een gisteren te Brussel gehouden
vergadering van de federatie van Katho
lieke vereenigingen, welke in hoofdzaak
de z.g. conservatieve elementen groepeert,
is eens te meer gebleken, dat de eenheid
in de Belgische Katholieke partij nog lang
niet is bereikt.
De besprekingen liepen vooral over een
reeds sedert weken ontslaan meeningsver-
schil tusschen de conservatieven en de de
mocraten, dat intusscheu nog niet is bijge
legd. Het betreft o.m. door den leider der
democratische fractie, den heer Heijman,
gedane verklaringen over de betrekkingen
van de federatie met de andere groepen
der Katholieke unie.
D^ gewezen staatsminister Sogers, leid
de de besprekingen. Men heeft,aldus Segers,
den laatsten tijd verschillende voor ons
zeer pijnlijke moties gestemd. Do uit
spraak van het Antwerpsche congres,
waarin Katholieke democraten betreuren,
dat de eerste ministerieele combinatie van
Poulet niet is doorgegaan, is zeer penibel.
De wensqh van den heer Heijman, om een
uitsluitend democratisch-katholiek blok to
vormen, met uitsluiting der conservatieve
elementen, aldus Segers, stemt tot ernstig
nadenken. Volgens deze opvatting zouden
dus alleen in do Katholieke partij worden
toegelaten organisaties, die over sociale
werken beschikken. Welnu, dat is iets,
wat wij niet kunnen aanvaarden.
Het plan van den hoor Heijman om uit
do partij te sluiten dc vertegenwoordigers
van den groothandel, do zakenlui, de aris
tocratie en den middenstand ia al te sim
plistisch. Vooral nu het meer dan ooit
noodig is, dat de Katholieke partij de een
heid beware, is het optreden der democra
ten af te keuren. Zij vergelen, dat het aan
de federatie der Katholieke vereenigingen
to danken is, dat voor den oorlog de Ka
tholieken gedurende 35 jaar alleen het be
wind in handen hebben gehad. Daarnaast
stond de boerenbond en de democratische
liga, die toen met de federatie samen
werkten. Deze laatste twee eischten na den
oorlog eigen candidaten en men ging naar
standorganisaties, die twee gevaren met
zich brachten, ten eerste: zij wierpen dam
men op tusschen de beroepsfracties en ten
HET VOORNAAMSTE NIEUWS.
BUITENLAND.
De Duitsch-nationalen In Saksen tegen
het Veiligheidspact.
De eenheid onder de Belgische Katholie
ken is nog ver te zoeken.
De houding der Duitsche socialisten als
oppositiepartij bepaald.
In Bolivia is een revolutie uitgebroken.
BINNENLAND.
Jhr. mr. Ruys de Beerenbrouck presi
dent der Tweede Kamer.
De mailbooten van de Mij. Nederland
en den Rotterdamschen Lloyd zullen met
ingang van 1 Januari a.s. op Woensdag in
plaats van Zaterdag vertrekken.
De Rijksmiddelen over 1926 (2de blad)
en over Augustus 1925 (iste blad).
Onze Geïllustreerde Pagina
De photo-pagina laat zien: De opening
van do Staten-Gencraal; de feesten te Am
sterdam; de strijd in Marokko.
tweede voerden zij in de partij de klasse-
politiek in. Om dio gevaren to omzeilen
stond wijlen Helleputte do stichting voor
van de Katholieke Unie, als staforganis
me van de vier Katholieke legercorpsen.
De heer Heijman weet niets van dat al
les af, vervolgde Segers en hij protesteer
de tegen de aantijging van democratische
zijde, dat de federatie alleen de belangen
der conservatieven behandelt. Want het
is juist van haar, dat de impulsie is uit
gegaan van al de sociale wetten. Wel is de
federatie anti-demagogisch, anti-socialis
tisch en anti-liberaal en zij zal dat steeds
blijven. Wij wilden niets weten van een
Katholiek-socialistische combinatie, omdat
wij door de socialisten zouden opgeslorpt
worden en wij hebben succes gehad. Want
de tweede combinatie Poulet, dio tot stand
is gekomen, was minder slecht dan de
eerste en dat is al heel wat.
Sogers noemde tenslotte de organisatie-
politiek, zooals do heer Heijman die opvat,
oen invitatie tot zelfmoord, waarop de fe
deratie, die men bovendien in do Vlaam-
sche groep wil indeclen en waartegen zij
eveneens protesteert, nooit zal ingaan. Het
is onder deze impressie, dat de vergade
ring uiteen giug.
Duitschland.
Het socialistencongres.
De beslis ing gevallen.
Op het sociaal-democratische congres to
Heidelberg, is gisteren de groote politieke
beslissing gevallen.
Betreffende dn houding der rijksdags
fractie diende nl. de radicale vleugel oen
lange resolutie in, waarin do fractie wordt
uitgenoodigd, In do toekomst zonder in
oenig opzicht rekening te houden met do
burgerlijke partijen, de belangen van liet
proletariaat te behartigen, opdat ook do
proletarische aanhangers dier partijen in
de sociaal-democratie do vertegenwoordig
ster hunner belangen zien en hot grooto
leger der klassenbewuste proletariërs ver
sterken.
Deze resolutie werd met 285 tegen 81
stemmen verworpen.
Vervolgens werd met groote meerder
heid een resolutie van Keil aangenomen
waarin wordt gezegd:
Deze motie noodigt do rijksdagsfraetie
uit, met allen nadruk verlaging van den
bovenmatigen belastingdruk door te zetten,
ton einde te verhinderen, dat dit overschot
in de rijkskas wordt aangewend voor on
wettige begunstiging van bezitters.
Na uitvoerige debatten over do buiten--
landache politiek heeft het congres tep
slotte een door Hermann Muller ingodion*
do motie aangenomen, waarin wordt ge-
zegd, dat Duitschland door toe te treden
tot den Volkenbond, do mogelijkheid ver
krijgt, om direct en op voet Yan gelijkheid
mede te werken aan do oplossing van hel
veiligheidsvraagstuk, de problemen betref
fende het zelfbeschikkingsrecht der vólken,
Uo bescherming dor nationale minderhe
den en de vreedzame regeling van alla
conflicten, ontstaan uit do Interpretatie of
de tenuitvoerlegging der vredesverdragen.
Een manifestatie van vredelievendheid.
De beteekenis van de Monzio'a
reis.
De Fransche minister do Monzie heeft
verklaard, dat zijn reis naar Kopenhagen
en Berlijn onkel een manifestatie van den
vredelievenden geest van Frankrijk was en
een gelukkig voorspel van de opening van
het internationaal instituut voor intcllec-
tuoele samenwerking.
Door de „Petit Parisien" geïnterviewd
hoeft Stresemann verklaard, dat da rei»
van De Monzie naar Duitschland niets me*