KALENDER "DER WEEK 1 N.B. Als niet anders wordt aangege ven heeft in deze week iedere H. Mis Glo ria en Credo en de Prefatie v. d. Allerhei ligste Maagd (invullen: En U om de ten Hem elopnemiiip) ZONDAG lo Augustus: Feestdag v. 'd H. Joachim, Vader der Allerheilig ste Maagd. Mis: DispersiL 2e gebed en laatste Evangelie v. d. Zondag. Prefa tie v. d. Allerheiligste Drieënheid. Kleur: yc i t. O Heilige Joachim, echtgenoot van An na, Vader der hoogverhevene Maagd, ver leen hier aan uw dienaren hulp ter zalig heid. (Alleluja-vers). IV3AANDAG 17 Augustus: M i s v. d. H 'Jeroen, Martelaar. Pastoor,van Noord- wijk. Laetabitur. (Zie in bet Eigen der Heiligen van het Bisdom Haarlem). 2de gebed v. d. H. Hyacinthus, 3e v. h. Oc taaf van Maria's ten hemelopneming, 4e v. h. Octaaf v. d. H. Laurentius. (uit de Mis aangegeven op 17 Aug.) Kleur: Rood. De H. Jeroen predikte het geloof in "West-Friesland, Kennemerland en Rijn land, vestigde zich te Noordwijk, waar bij de eerste pastoor werd. Bij den inval der Noormannen gevangen, weigerde hij stand vastig aen afgoden te offeren waarom hij ter dood gfbracht werd. Den I7en Aug. werd hij onthoofd. De H. Jeroen is de pa troon voor verloren zaken. DINSDAG 18 Augustus: 4e dag on der het Octaaf van Maria's ten hemelopneming. Mis v. d. 11 Zondag na Pinksteren: Deus. Geen Gloria. 2e gebed v. h. Octaaf, 3e ge bed v. d. H. Agapitus, Martelaar. Geen Credo. Kleur. Groen. Ook is geoorloofd een H. Mis v. h. Oc taaf: Gaudeamns (als d|> 15 Aug.) 2e ge bed v. d. Hen Zondag na Pinksteren, 3e .v. d. H Agapitus. Kleur: W i t. WOENSDAG 19 Augustus. M i s v. d. 5en dag onder het Octaaf van de ten 'hemelopn e*m ing van Maria. Gaudeamus. 2e gebed v. d. H. Geest 3e yoor Kerk of Paus. Kleur: W i t. Maria de Koningin, zetelt nti aan de rechterhand van haren Goddelijken Zoon gesierd met hare sieraden (Hare deugden) en die Haar zien prijzen Haar als de Al lerzaligste. DONDERDAG 20 Augustus. Mis v. d. H Bernard us, Belijder en Kerkleeraar In medio. 2o gebd. v. h. Octaaf. Kleur: Wit.' De H. Bernardus is een der grootste sie raden der Kerk. Buitengewoon was zijn godsvrucht en liefde tot Maria; zijne ge schriften staan vol van Maria. Tedereen kent het gebed van den H Bernardus, het zoo treffend mooie: Memorare (Gedenk O 'Allerheiligste Maagd enz.). Bernardus stier onder Maria's bescherming 20 Aug. 1153, onder het octaaf van Maria's ten he melopneming, als Abt van Clalrvaux. Hij is de stichter van de orde der Cisterciën- sera (Trappisten). VRIJDAG 21 Aug. M i s v. d. H. Jo a n- nq Francisca Fremiot de Chan- t a 1, Weduwe. Cognovi. 2e gebed v. h. Oc taaf, Kleur: W i t. Dezo heilige Vrouw,, in haar echtelijk le ven een toonbeeld van echtelijke deugd, stichtte na den dood van haren echtge noot onder leiding van den H. Fransiscus van Sales, de Orde der Visitandinnen. Zij was een voorbeeld van daadwerkelijke, christelijke naastenliefde. ZATERDAG 22 Augustus: Vigilie dag v. d H. Bartholomeus, Apos tel Octaafdag van de ten Hemelopneming van Maria. Mis: Gaudeamus. 2e gebed v. d. Vigilie, 3e v. d.' H.H. Tomitheus, Hippo- lytus en Symphorïanus, Martelaren. 4o v. dpn Paus. Laatste Evangelie v. d Vigilie. Kleur: W i t. Ook mag gelezen worden een H. Mis v. d. Vigilie, 3e v. d. H.H. Timotheus, Hippo- Octaafdag, 3e v. d. H.H. Martelaren, 4e voor den Paus. Geen Gloria en geen Credo. Kleur: Paars. Maria heeft het beste deel 'verkoren, dat Haar niet zal worden ontnomen in eeuwig heid. 4 ALB. M. KOK. Li-se. Pr. gen. die het lijden ons in ons'eigen lichaam heeft ingedrukt. Maar de ouders? zult ge zeg gen De ouders! Ja. de meeslen vinden tegenwoordig alles goed zelfs om 's nachts gewekt te worden door een „over- Tompelings-paTt'j" zelfs dat hun doch ters uitnoodigingskaarten ontvangen mot de onbeschaamde vermelding: „Zonder %m"elooze bagage". Bagagedat zijn zij zelfde ouders: Moeder weet dat en zwijet... Pa draait zijn grijze snor open zwijgt ook. „Er is iets goddelijks in de vrouw", zei den onze voorouders De jongeman, die droomt van een meisje, zoekt altijd, tus schen de andere door. dë ideale vrouw, zooals z'n moeder, z'n grootmoeder was. Arme jongelui!Zoekt haar Waar zijt Ge, jongedochter uit „La grande Amie?" Zonder twijfel zijn er nog. er zul len er ook altijd zijn! Maar z j krijgt de glimlachjes der mode nietDat is 'n andere dat is de volg zame slavin, die tóch niet gelukkig is. Zii lijdt, naar het schijnt, van haar af dwaling, maar telkens weer "eeft zij er aan 16e. Niets te doen tegen de mode! zei mij v^ns een vrouw. En 'n brave grootmoeder 80 jaar riep uit: Be goede God kan er zélf niets legen noen! ~-'t Is onmogelijk weerstand te bieden aan den stroom," die ons meesleurt!fluister de een andere: Ziet eens in m'n zakboek jet log 18 bails meetemaken vóór Paschen! Ale-je nu beter bent, zal je dan ver standiger zijn? vroeg ik aan een ziek fceisje. Ik weet het niet? zuchtte ze: meent TJ, dat ik doe wat ik wil? Inderdaad, het slechte voorbeeld komt meestal boven. Gisteren nog lachte een bar bier zoo hard als-ie maar kon Stel je voor! Twee oude grootmama's let wel! grootmama's Twee oude grootmama's waren bij hem gekomen om zich 't haar te laten knippen tot een page-kopje haar leelijk grijs haar!!De man der kunst, dat begrijp je, heeft dat vlug en netjes gedaan. Arme haren, eertijds geheel de schoon heid van de vrouw! De mode eaat dan ook kalm haar gang! WaaTom zou zij zich geneeTen? Alles wijkt tóch voor haar. En men vraagt zich met ontzetting af: wat zal zij het voicend jaar doen met de vrouw en het me:sje>. De étalage-kasten der groote mode-ma gazijnen, eertijds bekend om bun groote 'netheid, stallen nu reeds uit een ..lingerie" van verderf en ontaarding, van zedelijke ontreddering Het i-s weer een slap verder in de erger nis een stap. die zelfs vprbnzing heeft gewekt bij enkele saloubladen Waarom zouden ook die winkels zich schamen Geen enkele klant, naaT het schijnt, reageert er tegerJ. En laat men ons nu niet komen praten van sierlijkheid en smaak! Een oud standbeeld »s mooi om die kalme schoonheid van de eeuwige lijn die eens uiig ing van de Goddelijke Gedachte. Tusschen zoo'n slandbeeM en do ïrtge- stalde piassen voor de winkelramen, is de volmaalcsle afgrond, die hef ideaal scheidt van bedroevende en bedorven slechtheid. En is bet met medelijden-wokkond daar onze arme jongens te zien stilstaan, die jongens die reeds zóó worden aangevallen en bekoord, en zooveel ander volk dat lachtgr insten heen gaal, terwijl het de zwoelste gedachten koestert die ge wel raden kunt. En dat a'lles in een tijd aks wij bele ven! op een tragisch oogenblik als wij doormaken! Maar, moeten wij nu alles als verloren beschouwen? Is de modo zoo almachtig, dat zij, zonder zieh ergens om Ie bekom meren, zoo maar alles belachelijk kan ma ken, alles naar den afgrond voeren, besmet ten. dooden Of zijn er nog flinke jonee vrouwen, die hart en hoofd hebben om in te gaan tegen de mode, zeggend:., Tusschen ons en die anderen, Tusschen onze dochters en d:e ande ren. p'schen wij een groot, 'n zeer groöt verschil. LAPLANOSCHE GENEESKUNDE. Pastoor J. Borsboom N.M. schrijft in „Hit het land van St. Olav": Een staatsbeambte vertelde mij bet vol gende van een bijzonder bekwame behan deling van 'n ziek oog. Wegens zijn werkkring moest hij dik wijls reizen en trekken: en eens had hii een hevigen sneeuwstorm op het gebergte meegemaakt, waarbij het eene oog ernstig opgezwollen was en buitengewoon veel pijn veroorzaakte. Van slapen of eten was geen sprake. Lars, een oude Lap, kwam dikwijls bij mij binnen om naar mij te zien. terwijl ik daar alleen in donker in het groote bed op rendierhuiden lag. Kunt ce geen licht verdragen, vroeg hij. toen hij zag. dat ik de hard voor het oog hield, telkens als hij met licht binnen kwam. Neen, dat kan ik heelemaal niet ver dragen. Vuoi, vuoi, zei hij en schudde met hef hoofd. Wat bedoel je daarmee, vroeg ik. Vuoi, vuoi, zei hij weer. Ik wist wel, waf dat wilde' zeggen. Dat was ziekte óf wel dood. Wat is er toch aan de hand-? VToeg ik opnieuw. O gij krijgt smaite, arme man. Ik kende de lippentaal goed, maar dat woord had ik nooit gehoord. Smaite. wat is dat? Ge krijgt een witte vlek. op het oog, antwoordde hij. en dan wordt ge blind. Dat gaat dikwijls zoo met de berglap- pen. Word ik blind? Ja. vuoi, vuoi. Ik wist, dat dat zoo maar geen holle woorden waren, want hij had veel onder vinding, Me oude Lars. Wat denk je, dat ik moet doen? Hier naast is een Lap uit Karasjok, die kan u wel helpen. Wat is dat voor een man. Een gewone Lap. rnaar hij heeft meer met dergelijke gevallen te doen ge had. Hm. Ik overlegde bij mij zelf. Haal hem maar eens hier. Klemet, zoo heette hij, kwam binnen en onderzocht met groote znnkkimdigheid mijn rechteroog. Hij schudde met het hoofd. Ja, dat wordt smaite, zei hij. Kan jij het dan genezen? vroeg ik wantrouwend. Ik was bang, dat hij maar wat geld welde Verdienen. Ja, dat heb ik al meer gedaan, zei hij Hoe zal je dat dan doen. Klemet? Ik draai het oog om Draait ge 't oog om? Ja, en dan wrijf ik het aan de bin nenzijde. Neen, bedankt, Klemet. Wilt ge niet? Neen, ik wil liever wachten. Als ge met dat oog in zoo'n koude en zulk slecht weer naar Alten reist, ziet het nooit meer het daglicht, zei hij op be slisten toon. Toen ging hij. Maar verder in den nacht was de pijn niet uit te houden. Om twee uur stond ik op en riep in het andere vertrek, waar de voerlui lagen. Klemet, kom hier. Een half uur later had ik mij aan zijn macht overgegeven .Ik lag zoo lang ik was op den grond, met Klemet op de knie naast mij met opgestroopte armen. Met groote zorgvuldigheid had hij zijn handen gewasschen en om een schoonen handdoek gevraagd. Ik vond dat een goed teeken. En toen begon hij. Met zachte hand wreef hij de opgezwollen oogleden. Toen spreid de hij mijn zijden zakdoek over mijn ge zicht, legde zijn mond heelemaal tot op hot zieke oog en ademde er zoo lang op, tot ik voelde dat ik warm werd tot achter in het hoofd. Dan begon hij weer te wrij ven. Zoo ging hij een poos door. Daarna draaide hij met de voorzichtigheid van een ouden dokter de ooglokken om en streek zachtjes over heen, alsof ik een kind was. Dan. wat zuiver, lauw water er over heen. En toen ik na een klein half nurtje opstond, was de pijn minder en het stijve, harde oog was zacht geworden. Nu kunt ge slapen, zei Klemet; bind dan morgen een doek voor het oog, als ge naar buiten gaat, en ge zult zien, dat het gaat. En ik had mij nauwelijks neergelegd, of ik sliep heerlijk. Ik werd pas om 7 uur wekker, toen Anne Peter, de broer van Klemet over mij heen gebogen stond: Het is mooi weer, vandaag, zei hij: willen wij voor den nacht Alten bereiken, dan moeten wij vlug op weg. Glanzend wit lagen de eindeloozo jneeuw vlakten. Niemand zou gezegd hebben, dat de storm gisteren zoo geraasd had. Hot was of alles steeds zoo gerust had in die zelfde onverstoorbare rust. Eu terwijl ik met mijn gezonde oog al die heerlijkheid bezag, voelde ik dat het zieke onder het verband steeds beter werd. En met verwondering \£oeg ik mij zelf af, of het nu werkelijk waar was, dat ik op het punt gestaan had, het te verliezen. Ik ging naar den dokter, toen ik te Alten aankwam en daar kreeg ik te hooren, dat, als ik Klemet niet ontmoet had. dan had de sneeuwstorm op het gebergte van Fin- marken mij gemerkt voor heel het leven. WETENSWAARDIG. Olie uit steenkool. Een groot D u i ts c li plan. De Berlijnscbe correspondent van de Daily Telegraph vestigt in een belangwek kend arkkei rle aandacht op de mogelijk heid van een omwenteling in de Duitseho kolenp'roductie. Hierin uit hij dan ook zijn ongerustheid over de zeer ernstige moei lijkheden, die z'ch in dat geval zouden voe gen bij de reeds benauwende crisis, die de Brtische kolenindustrie momenteel door maakt. Het Du'tsche plan houdt n.l. niets minder in dan het maken van Duitschland tot het grootste olieproduceerend land van de wereld. H'erbij is natuurlijk, zooals de .correspondent opmerkt, geen sprake van de ontwikkeling der bescheiden petroleum- bronnen in het land. kien heoft echter op het oog,, een productie in het eroot van olie uit Duitseho kolen en voorn óme'ijk uit deze scoTten kolen, die nu slechts een ge ringe waarde hebben voor de indu-trie. De Lokalanze ger vermeldt het plan on der het opschrift: „Duitselie kolen als grondslag voor olie". In Duitsohland is op het oogenblik een kolencrisis en hel bliikt. dat in do confe rentie. welke de laatste dagen heeft plaats gevonden in hot Duitsche minister e van Handel, er ernstig over gesproken is de crisis te overtvinnen door in het groot het Bergius-pfoces oan te wenden. In 1913 vroeg professor Bergins. te Bovlijn. patent aan op zijn proces* om olie u;t steenkool te bereiden, maar de mogelijkheden hier van voor de industrie werden niet eerder zorgvuldig nagegaan tot na den om-'og en de belangrijkste resultaten werden niét vóór 1921 bekend, toen do uitvinder een lezing hierover h old op een chemische conferentie te Stuttgart. Begrijpelijkerwijs gaan de technische bijzonderheden te hoog voor den niet vakkund'ge. Voornamelijk komt het rroce* hierop neer dat distilla'ie p"aa's heeft in tegenwoordigheid van hy- drogeen en onder hoogen druk Het v/as reeds eerder bekend, dat van zware 'olie. lichte kon gemaakt werden, maar de pro fessor deelde mede dat hij er op derce1iike wijze in geslaagd was om kolen, die 5 pCt. asch bevatten, voor 85 pCt om Ie zetten. verder verklaarde hii, dat b:,i de proe ven die te Mannhe'm genomen waren, de moeilijkheden van practisohen aard over wonnen waren en hij" voorspelde, dat de verdere ontwikkeling van zijn systeem zou bewijzen, dat de toepassiig op groote schaal een veilige en eenvoudige zaak was. De Lokal Anzeieor bericht nu, naar de correspondent mededeelt, dat het proces voltoond is en dat én de Bhiksreeemung èn het Pru:tische gouvernement reds toege zegd hebben do eers'e praetische proef neming fnancieel te zul'1 en steunen. Inder daad wordt beweerd, dat de beide regee- ringen reeds met een groep mijneigenaren uit Bencden-Silez'ë onderhandcM hebben over het onderwerp en dat a'lrcn ep for- meele" gronden de onderhandelingen afge sprongen zijn. ITet reeds bovengenoemde Duitsche b'ad schrijft, dat hpt ontworpen p'an o.av inhoudt, dal elk der beble regee- ringen een subs:die van 1250.000 Mk. zou verleenen Men is van nlan de proef tc ne men met de kolen uit Bencden-Slozië. welke een groot percentage aar .'-tof bevat ten en daarom. Iri de tegenwoordige over productie. moe:lijk 'n markt kunnen vin den. Ofschoon er nog moe; ijk heden te overwinnen zijn, welke de wensehen be treffen van belanghebbende «Toepen. d'e betmonopo'-'p vcor zieh verlangen, hoopt men lrj de Wenzolm'mi in den loon van den aanstaanden winter té kuifnen aanvangen Lof der luiheid. Er is al zoo vaak den lof gezongen van de vlijt, den ijver en de naa.rsligheid. dat een kleine lofzang op de luiheid af en toe niet misplaatst kan zijn. Het gebeurde in het jaar 1846, dat een spoorwegbeambte er mee belast was tweo nogal ver van elkaar afstaande signalen te' bedienen. Overdag met goed weer, ging het nogal, dat eindje loopen telkens, maar 's nachts, en ads het regende of koud was, dan mopperde de wachter altijd en was veel liever in zijn wachthuisje Wijven ritn ten met zijn pijp en een boek. Eens, op eon nacht, dat hij bijzonder lui was, bedacdit hij eigenlijk best die twee signalen tegelij kertijd kon bedienen, als hij ze liet werken door middel van twee hefboomen, aan el kaar verbonden met oen lang eind Ijzer- draad. En den volgenden dag toog hij aan den arbeid, en had weldra zijn bedenksel ten uitvoer gebracht. Voortaan bleef hij rustig in zijn wachthuisje zitten, en bad slechts aan het ijzerdraad te trekken om de signalen te doen werken. Op zekeren dag werd zijn truc ontdekt door een in specteur. Die moest natuurlijk den man ambtshalve een duchtig standje maken, omdat die op eigen houtje aan het knoeien was geweest aan toestellen van de spoor wegmaatschappij. Maar tegelijkertijd zag de inspecteur toch in, dat die wachter nog zoo dom niet was, en dat zijn truc wel eens iets waard kon z;jn voor de toeV>mst. Het duurde dan ook niet lang. of Het sy steem van den luien wachter werd op alle spoorwegen toegepast, en de luie wachter zelf kreeg een flinke bevordering in sala ris en positie. Als die man nu eens een dienstklopper was geweest en lederen nacht eenige malen zich moe gerend had van bel eene sig naal naar het andere? Dan zat hij nu mis schien nóg op diezelfde wachtpost, en ren de iederen nacht nóg Een nieuw plateau In den Oceaan? De Fransche bladen staan vol over een sensationeele ontdekking, die een Fransch zee-officier heeft gedaan, nl. van hot plot seling ontslaan van een onderzeesch pla teau in den Atlantischen Oceaan, niet ver van de Fransche kust. De luitenant ter zee Cornet heeft daar over rapport uitgebracht. Daarin worden twee feiten vermeld. Op reis van ~Oran naar Rochefort be vond hij zich den 23en Mei 1925 aan boord van hot marine-transportvaartuig „Loiret" in de Golf van Gascogne, den ZuidijOoste- lijken uithoek van de Golf van Biskaye. Het was dezelfde datum, waarop weer een aard beving Japan teisterde en waarop aan de Fransche Westkust dat raadselachtige ongeluk gebeurde bij Penmarch, waar, door een onverklaarbare oorzaak, bij goed en helder weer, plotseling een onverwachte reusachtige vloedgolf verscheidene sche pen deed verongelukken. De „Loiret" voer toen in de golf van Gascogne, op eiren honderd mijlen ten Zuid Westen van Rochefort, en hoewel de wind niet krachtig was, moest men lang zaam varen, omdat do zee ruw was. 's Nachts, om kwart voor tweeën, toen de zee weer kalm geworden was. werd het vaartuig plotseling getroffen dnör een ab normaal zware golf. een soort grondzee, die het achterschip beschadigde. Toch was de zee kalm. zoodat het scheepje daarvoor en daarna slechts op spattend zeewater over kreeg. Een tweede waarnemin" in dezelfde wa teren was veel merkwaardiger. Den fiden Juli jl. voer de „Loiret" van kaap Ortegal naar Rochefort. Toen men wilde loodon, om te onderzoeken, -of men de waterlijn van 200 meter al genaderd was. die de na bijheid van het, vasteland aankondigt en de ..voet van liet land" wordt genoemd, wees de perste looding eer» diepte van sleehts 30 meter en een bodem van grint. Alle zee kaarten wezen op die plek zonder uitzon dering een diepte aan van 4114 meter De loodingen werden voortgezet van 5 uur 's morgens tot 1 uur V middags en men vond steers diepten van 34 tot 70 meter en enkVle boven de 100 meter lot 135 metor. op nlaatsen, waar vroeger de oceaan 4000 tot 5000 meier dien was. Deze diepte peilingen wezen onmiskenbaar op de aan wezigheid van een onderzeesch plateau, bedekt mot slib. zand en grint, (er plaatse waar vroeger een diepe inzinking in don bodem was, genaamd de .Fosse de Gap Breton". Deze schijnbaar na« sedert kort ont stane gedeeltelijn opheffing van den bodem in de Golf van Gascogne, zou van gror.ton 'invloed op dp zeestroom in een kunnen zijn. EEN ETAGE TE HUUR. Zij gingen daar heiden: zij. elegant in haar witte japon, hij lenig en correct en bemerkten niet, hoe druk het straatleven was rondom hen heen. Mama kwa meen beetje achteraan, zeer ernstig opvattend haar laak, om met haar rijpe ondervinding de jongverloofden te helpen hij de keuze van een woning. Zoodra een „te koop" of „te huur" aan den horizont komt opdagen staat mama stil, neomt haar face a main en een ver achtenden blik werpend op rijtuigen en voetgangers, bekijkt ze liet pand met vor- schèndo oogen, maakt in gedachten verge lijkingen, weegt hel voor en tegen en on dervraagt de geïnteresseerden. Wat vind.t je er van, Gij? Wat denk jij, Roger? H'*f jonge meisje valt uit de lucht en opent de oogen: dan, terug op aarde, brengt ze haar nv ening naar voren en houdt deze staande. Roger blijft nog in de wolken, in het land der droomen. waar de rijkste huizon van baksteen dikwijls veel minder schoon zijn dan de kleine hul? die daar liet in groote zwijgzaamheid, geurend door dc liefde en bloeiend van il'usie. Antwoord dan, Roger, ik spreek tot je! Oh ja, juist ja, neen, zooals u wilt, Opeens zwaait mama haar parasol - den kant uit, van waar een groot complex nieuwe woningen op do ramen de op schriften dragen: Gehuurd. Te huur. Ok-tte? Mama? Wat zeg je da&rvan? Hat iongo taeltfo eïaat etll en klikt m«t Vérs tand fn. do aangewezen richting. Dat £ou lets wezen. Alles lijkt nieuw, gebouwd. Ja, maar 'de zomer gaat er over been en jo zult pas na do Jacht voor gooi installeer on. Roger, wat zeg jij ervan? Uitstekend, heel goed, buitengewoon! Aanstaande schoonmama begint op nieuw haar inspectie en zegt, na -eenigo oogenbNkken, tot zickzehv: Laten we eens gaan zien, roept Roger nit, terwijl hij heel lief een lees teeken legt bij de bladzijde van den innerlijken roman, waarvan de lectuur nooit een einde neemt. Een majestueuze concierge, lezend do krant in do salon-loge. Bij het geluid der deur, die zich opent, slaat hij do groote oogleden op. In een oogwenk, mot den listigen blik van een oud-gedienstige, heoft hij dadelijk begrepen, wio hij voor zich heeft. Twee verloofden natuurlijk. De jonge man, knap, waarschijnlijk officier; hot jonge vrouwtje, ontwikkeld gedistingeerd; mama, een matrone met waardigheid Juist, dadelijk begrijpt hij het. Geen t\vij« fel er aan, of 't zullen goede huurders zijo voor drie of vier jaren. Daarna zullen wc zien, dat zal vau henzelf afhangen. En terwijl hij langzaam de courant te* zijde schuift: De dames verlangen? We zouden de tweede etag£ graag eens willen zien. Heel goed. Eugenie, .kom eens de wachten houden in de loge. Ik zal do dames naar boven brengen. De concierge neemt do sleutels, opent do lift Dames, wilt u maar instappen? U kunt er ook nog bij, meneer. Ik loop de trap op en kom boven bij u. Voorzichtig voor uw japon, mevrouw, zoo, uitstekend, in een oogenblik. Met waardigheid als de gegalonneerde hoogepriester in dezen nieuwen tempel van modern comfort, loopt de concierge de trap op naar boven over den smyrna-looper, die naar boven kruipt als een serpent, donker rood met goud gestreept. Hier een oogenblik van onrust. Laat eens zien. Ik heb me toch niet in de sleufels vergist? Neen, 't is in orde. Excuseer me, dat ik u voorga, het is om u licht te geven. Met zachte, doch fenno hand sloot de concierge de blinden open Hier is de entree. Prachtig, nietwaar? Het licht valt door zes vensters, allo deuren komen er op uit Men kan hier een schilderijen-galerij, aanloggen, beter belicht dau die van het Louvre. De dames uiten kreten van bewondering. Heerlijk! Do concierge vervolgt, zeker van zijn zaak: Het entree, dames, ziet u, dat is toch maar alles. Men bemerkt terstond, dat men binnenkomt in een gedistingeerd milieu. Hier is de groote salon, de kloino salon, dc eetkamer, de provisiekamer, do slaapkamers En al die vaste kasten, riep het jonge meisje» verrukt. O, ik ben dol op vaste kasten! Heel goed, mijn liefje. Bovendien, dames, is hier nog oen kleine verrassing, meneer, kom ook eens kijken. Wat vindt u ervan? De concierge duwt een dubbele deur open en voor do slaapkamer bevindt zich een allerliefst boudoir, half wintertuin.. Dat was een verrukking, 't Leek wel, of dat in die kleine kamer, wit met goud, door een broeden open hoog de blauwe hemel, do grQpte ruimte, heel koket Parijs met zijn regelmatige, met hoornen be plantte straten, zijn paleizen, zijn koepels, zijn historische rivier, zijn geluiden, ver zacht door den afstand, binnenkwamen en het welkom wilden toeroepen aan do toekomstige bewoners van de verdieping. Wat heerlijk mooi, riep mama uit. En dat alles dames voor vijfduizend francs Isiritoer valt niet meer te aarzelen O,verat preek ik u dc zuinigheid aan. behalve voor het appartement, waar men iederen dag in leeft, voor de kaniers die luelit. licht en zon binnenlaten, dio aan het thuis" do*»n hechten, dat als 't ware de liist vormt van dikwijls zoo moei!i:, e levensschilderij Mama. u wordt opeens poëtisch. Ja, oude souvenirs komen weer bij me op. Ze begeven z:eh allen naar liet balcon en de moeder, heelemaal mei de kamers ingenomen, wijst op het zeldzaam mooi vèr^cVht. Wat meer te verlangen? En wat be te-0 Dat is zeker Roger buigt zich naar liet jonge meisjo en steekt haar zijn band toe. ,„0 h»er heerlijk heb ben, is niet Mietfe? Ja. antwoordt ze zachtjes, terwijl zo hem verlegen de toppen van haar gehand- Sfaande in een hoekje geniet de con ciërge van zijn overwinning. Ook hij komt on het ha leen en met 0' n zindelijk ac cent. waarin hij de r's scherp-doet rollen, zegt hii: Nu, ze wisten zich te nestelen, dio nonnen. Ware oneens de bliksem o hef balcon ncergcfliist. zou de verwondering, de ver- bazin" niet grooter hebben kunnen zijn. Wat zegt je daar? roept het jonge meisje, er waren dus noniv.-n hier? De andere bemerkt de stommiteit, dio hij b' i'nnn heeft, maar het is te laat. .Ta, een groot klooster. Wat voor een klooster0 Dat weet ik niet Tn elk geval men heeft de nomn-n verjaagd, de gebouwen verkocht, afgebroken en dit complex er nieuw ongebouwd De l i-enaar zal een een Joorl zijn? Natuurlijk! Alle drie kijken ze elkaar aan en lezen hetzelfde besluit in hun blikken.' Wilt u nog de keuken zien en d4 prachtige badkamer?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1925 | | pagina 13