KALENDER "DER WEEK
1
N.B. Als niet anders wordt aangege
ven heeft in deze week iedere H. Mis Glo
ria en Credo en de Prefatie v. d. Allerhei
ligste Maagd (invullen: En U om de ten
Hem elopnemiiip)
ZONDAG lo Augustus: Feestdag v.
'd H. Joachim, Vader der Allerheilig
ste Maagd. Mis: DispersiL 2e gebed
en laatste Evangelie v. d. Zondag. Prefa
tie v. d. Allerheiligste Drieënheid. Kleur:
yc i t.
O Heilige Joachim, echtgenoot van An
na, Vader der hoogverhevene Maagd, ver
leen hier aan uw dienaren hulp ter zalig
heid. (Alleluja-vers).
IV3AANDAG 17 Augustus: M i s v. d. H
'Jeroen, Martelaar. Pastoor,van Noord-
wijk. Laetabitur. (Zie in bet Eigen der
Heiligen van het Bisdom Haarlem). 2de
gebed v. d. H. Hyacinthus, 3e v. h. Oc
taaf van Maria's ten hemelopneming, 4e v.
h. Octaaf v. d. H. Laurentius. (uit de Mis
aangegeven op 17 Aug.) Kleur: Rood.
De H. Jeroen predikte het geloof in
"West-Friesland, Kennemerland en Rijn
land, vestigde zich te Noordwijk, waar bij
de eerste pastoor werd. Bij den inval der
Noormannen gevangen, weigerde hij stand
vastig aen afgoden te offeren waarom hij
ter dood gfbracht werd. Den I7en Aug.
werd hij onthoofd. De H. Jeroen is de pa
troon voor verloren zaken.
DINSDAG 18 Augustus: 4e dag on
der het Octaaf van Maria's ten
hemelopneming. Mis v. d. 11
Zondag na Pinksteren: Deus.
Geen Gloria. 2e gebed v. h. Octaaf, 3e ge
bed v. d. H. Agapitus, Martelaar. Geen
Credo. Kleur. Groen.
Ook is geoorloofd een H. Mis v. h. Oc
taaf: Gaudeamns (als d|> 15 Aug.) 2e ge
bed v. d. Hen Zondag na Pinksteren, 3e
.v. d. H Agapitus. Kleur: W i t.
WOENSDAG 19 Augustus. M i s v. d. 5en
dag onder het Octaaf van de ten
'hemelopn e*m ing van Maria.
Gaudeamus. 2e gebed v. d. H. Geest 3e
yoor Kerk of Paus. Kleur: W i t.
Maria de Koningin, zetelt nti aan de
rechterhand van haren Goddelijken Zoon
gesierd met hare sieraden (Hare deugden)
en die Haar zien prijzen Haar als de Al
lerzaligste.
DONDERDAG 20 Augustus. Mis v. d.
H Bernard us, Belijder en Kerkleeraar
In medio. 2o gebd. v. h. Octaaf. Kleur:
Wit.'
De H. Bernardus is een der grootste sie
raden der Kerk. Buitengewoon was zijn
godsvrucht en liefde tot Maria; zijne ge
schriften staan vol van Maria. Tedereen
kent het gebed van den H Bernardus, het
zoo treffend mooie: Memorare (Gedenk O
'Allerheiligste Maagd enz.). Bernardus
stier onder Maria's bescherming 20 Aug.
1153, onder het octaaf van Maria's ten he
melopneming, als Abt van Clalrvaux. Hij
is de stichter van de orde der Cisterciën-
sera (Trappisten).
VRIJDAG 21 Aug. M i s v. d. H. Jo a n-
nq Francisca Fremiot de Chan-
t a 1, Weduwe. Cognovi. 2e gebed v. h. Oc
taaf, Kleur: W i t.
Dezo heilige Vrouw,, in haar echtelijk le
ven een toonbeeld van echtelijke deugd,
stichtte na den dood van haren echtge
noot onder leiding van den H. Fransiscus
van Sales, de Orde der Visitandinnen. Zij
was een voorbeeld van daadwerkelijke,
christelijke naastenliefde.
ZATERDAG 22 Augustus: Vigilie
dag v. d H. Bartholomeus, Apos
tel Octaafdag van de ten Hemelopneming
van Maria. Mis: Gaudeamus. 2e gebed v.
d. Vigilie, 3e v. d.' H.H. Tomitheus, Hippo-
lytus en Symphorïanus, Martelaren. 4o v.
dpn Paus. Laatste Evangelie v. d Vigilie.
Kleur: W i t.
Ook mag gelezen worden een H. Mis v.
d. Vigilie, 3e v. d. H.H. Timotheus, Hippo-
Octaafdag, 3e v. d. H.H. Martelaren, 4e
voor den Paus. Geen Gloria en geen Credo.
Kleur: Paars.
Maria heeft het beste deel 'verkoren, dat
Haar niet zal worden ontnomen in eeuwig
heid. 4
ALB. M. KOK.
Li-se. Pr.
gen. die het lijden ons in ons'eigen lichaam
heeft ingedrukt.
Maar de ouders? zult ge zeg
gen De ouders! Ja. de meeslen vinden
tegenwoordig alles goed zelfs om
's nachts gewekt te worden door een „over-
Tompelings-paTt'j" zelfs dat hun doch
ters uitnoodigingskaarten ontvangen
mot de onbeschaamde vermelding: „Zonder
%m"elooze bagage".
Bagagedat zijn zij zelfde ouders:
Moeder weet dat en zwijet... Pa draait
zijn grijze snor open zwijgt ook.
„Er is iets goddelijks in de vrouw", zei
den onze voorouders De jongeman, die
droomt van een meisje, zoekt altijd, tus
schen de andere door. dë ideale vrouw,
zooals z'n moeder, z'n grootmoeder was.
Arme jongelui!Zoekt haar Waar
zijt Ge, jongedochter uit „La grande
Amie?" Zonder twijfel zijn er nog. er zul
len er ook altijd zijn!
Maar z j krijgt de glimlachjes der mode
nietDat is 'n andere dat is de volg
zame slavin, die tóch niet gelukkig is.
Zii lijdt, naar het schijnt, van haar af
dwaling, maar telkens weer "eeft zij er
aan 16e.
Niets te doen tegen de mode! zei mij
v^ns een vrouw.
En 'n brave grootmoeder 80 jaar
riep uit:
Be goede God kan er zélf niets legen
noen!
~-'t Is onmogelijk weerstand te bieden aan
den stroom," die ons meesleurt!fluister
de een andere: Ziet eens in m'n zakboek jet
log 18 bails meetemaken vóór Paschen!
Ale-je nu beter bent, zal je dan ver
standiger zijn? vroeg ik aan een ziek
fceisje.
Ik weet het niet? zuchtte ze: meent TJ,
dat ik doe wat ik wil?
Inderdaad, het slechte voorbeeld komt
meestal boven. Gisteren nog lachte een bar
bier zoo hard als-ie maar kon Stel je
voor! Twee oude grootmama's let wel!
grootmama's Twee oude grootmama's
waren bij hem gekomen om zich 't haar te
laten knippen tot een page-kopje
haar leelijk grijs haar!!De man
der kunst, dat begrijp je, heeft dat vlug en
netjes gedaan.
Arme haren, eertijds geheel de schoon
heid van de vrouw!
De mode eaat dan ook kalm haar gang!
WaaTom zou zij zich geneeTen? Alles
wijkt tóch voor haar. En men vraagt zich
met ontzetting af: wat zal zij het voicend
jaar doen met de vrouw en het me:sje>.
De étalage-kasten der groote mode-ma
gazijnen, eertijds bekend om bun groote
'netheid, stallen nu reeds uit een ..lingerie"
van verderf en ontaarding, van zedelijke
ontreddering
Het i-s weer een slap verder in de erger
nis een stap. die zelfs vprbnzing heeft
gewekt bij enkele saloubladen
Waarom zouden ook die winkels zich
schamen Geen enkele klant, naaT het
schijnt, reageert er tegerJ.
En laat men ons nu niet komen praten
van sierlijkheid en smaak!
Een oud standbeeld »s mooi om die kalme
schoonheid van de eeuwige lijn die eens
uiig ing van de Goddelijke Gedachte.
Tusschen zoo'n slandbeeM en do ïrtge-
stalde piassen voor de winkelramen, is de
volmaalcsle afgrond, die hef ideaal scheidt
van bedroevende en bedorven slechtheid.
En is bet met medelijden-wokkond daar
onze arme jongens te zien stilstaan, die
jongens die reeds zóó worden aangevallen
en bekoord, en zooveel ander volk dat
lachtgr insten heen gaal, terwijl
het de zwoelste gedachten koestert die ge
wel raden kunt.
En dat a'lles in een tijd aks wij bele
ven! op een tragisch oogenblik als wij
doormaken!
Maar, moeten wij nu alles als verloren
beschouwen? Is de modo zoo almachtig,
dat zij, zonder zieh ergens om Ie bekom
meren, zoo maar alles belachelijk kan ma
ken, alles naar den afgrond voeren, besmet
ten. dooden
Of zijn er nog flinke jonee vrouwen, die
hart en hoofd hebben om in te gaan tegen
de mode, zeggend:.,
Tusschen ons en die anderen,
Tusschen onze dochters en d:e ande
ren. p'schen wij een groot, 'n zeer groöt
verschil.
LAPLANOSCHE GENEESKUNDE.
Pastoor J. Borsboom N.M. schrijft in
„Hit het land van St. Olav":
Een staatsbeambte vertelde mij bet vol
gende van een bijzonder bekwame behan
deling van 'n ziek oog.
Wegens zijn werkkring moest hij dik
wijls reizen en trekken: en eens had hii
een hevigen sneeuwstorm op het gebergte
meegemaakt, waarbij het eene oog ernstig
opgezwollen was en buitengewoon veel
pijn veroorzaakte. Van slapen of eten was
geen sprake.
Lars, een oude Lap, kwam dikwijls bij
mij binnen om naar mij te zien. terwijl ik
daar alleen in donker in het groote bed op
rendierhuiden lag.
Kunt ce geen licht verdragen, vroeg
hij. toen hij zag. dat ik de hard voor het
oog hield, telkens als hij met licht binnen
kwam.
Neen, dat kan ik heelemaal niet ver
dragen.
Vuoi, vuoi, zei hij en schudde met hef
hoofd.
Wat bedoel je daarmee, vroeg ik.
Vuoi, vuoi, zei hij weer.
Ik wist wel, waf dat wilde' zeggen. Dat
was ziekte óf wel dood.
Wat is er toch aan de hand-? VToeg
ik opnieuw.
O gij krijgt smaite, arme man.
Ik kende de lippentaal goed, maar dat
woord had ik nooit gehoord.
Smaite. wat is dat?
Ge krijgt een witte vlek. op het oog,
antwoordde hij. en dan wordt ge blind.
Dat gaat dikwijls zoo met de berglap-
pen.
Word ik blind?
Ja. vuoi, vuoi.
Ik wist, dat dat zoo maar geen holle
woorden waren, want hij had veel onder
vinding, Me oude Lars.
Wat denk je, dat ik moet doen?
Hier naast is een Lap uit Karasjok,
die kan u wel helpen.
Wat is dat voor een man.
Een gewone Lap. rnaar hij heeft
meer met dergelijke gevallen te doen ge
had.
Hm. Ik overlegde bij mij zelf. Haal
hem maar eens hier.
Klemet, zoo heette hij, kwam binnen en
onderzocht met groote znnkkimdigheid
mijn rechteroog. Hij schudde met het
hoofd.
Ja, dat wordt smaite, zei hij.
Kan jij het dan genezen? vroeg ik
wantrouwend.
Ik was bang, dat hij maar wat geld
welde Verdienen.
Ja, dat heb ik al meer gedaan, zei hij
Hoe zal je dat dan doen. Klemet?
Ik draai het oog om
Draait ge 't oog om?
Ja, en dan wrijf ik het aan de bin
nenzijde.
Neen, bedankt, Klemet.
Wilt ge niet?
Neen, ik wil liever wachten.
Als ge met dat oog in zoo'n koude
en zulk slecht weer naar Alten reist, ziet
het nooit meer het daglicht, zei hij op be
slisten toon. Toen ging hij.
Maar verder in den nacht was de pijn
niet uit te houden. Om twee uur stond ik
op en riep in het andere vertrek, waar de
voerlui lagen.
Klemet, kom hier.
Een half uur later had ik mij aan zijn
macht overgegeven .Ik lag zoo lang ik
was op den grond, met Klemet op de knie
naast mij met opgestroopte armen. Met
groote zorgvuldigheid had hij zijn handen
gewasschen en om een schoonen handdoek
gevraagd. Ik vond dat een goed teeken.
En toen begon hij. Met zachte hand wreef
hij de opgezwollen oogleden. Toen spreid
de hij mijn zijden zakdoek over mijn ge
zicht, legde zijn mond heelemaal tot op
hot zieke oog en ademde er zoo lang op,
tot ik voelde dat ik warm werd tot achter
in het hoofd. Dan begon hij weer te wrij
ven. Zoo ging hij een poos door. Daarna
draaide hij met de voorzichtigheid van
een ouden dokter de ooglokken om en
streek zachtjes over heen, alsof ik een
kind was. Dan. wat zuiver, lauw water er
over heen. En toen ik na een klein half
nurtje opstond, was de pijn minder en het
stijve, harde oog was zacht geworden.
Nu kunt ge slapen, zei Klemet; bind
dan morgen een doek voor het oog, als ge
naar buiten gaat, en ge zult zien, dat het
gaat.
En ik had mij nauwelijks neergelegd,
of ik sliep heerlijk. Ik werd pas om 7 uur
wekker, toen Anne Peter, de broer van
Klemet over mij heen gebogen stond:
Het is mooi weer, vandaag, zei hij:
willen wij voor den nacht Alten bereiken,
dan moeten wij vlug op weg.
Glanzend wit lagen de eindeloozo jneeuw
vlakten. Niemand zou gezegd hebben, dat
de storm gisteren zoo geraasd had. Hot
was of alles steeds zoo gerust had in die
zelfde onverstoorbare rust. Eu terwijl ik
met mijn gezonde oog al die heerlijkheid
bezag, voelde ik dat het zieke onder het
verband steeds beter werd.
En met verwondering \£oeg ik mij zelf
af, of het nu werkelijk waar was, dat ik
op het punt gestaan had, het te verliezen.
Ik ging naar den dokter, toen ik te Alten
aankwam en daar kreeg ik te hooren, dat,
als ik Klemet niet ontmoet had. dan had
de sneeuwstorm op het gebergte van Fin-
marken mij gemerkt voor heel het leven.
WETENSWAARDIG.
Olie uit steenkool.
Een groot D u i ts c li plan.
De Berlijnscbe correspondent van de
Daily Telegraph vestigt in een belangwek
kend arkkei rle aandacht op de mogelijk
heid van een omwenteling in de Duitseho
kolenp'roductie. Hierin uit hij dan ook zijn
ongerustheid over de zeer ernstige moei
lijkheden, die z'ch in dat geval zouden voe
gen bij de reeds benauwende crisis, die de
Brtische kolenindustrie momenteel door
maakt. Het Du'tsche plan houdt n.l. niets
minder in dan het maken van Duitschland
tot het grootste olieproduceerend land van
de wereld. H'erbij is natuurlijk, zooals de
.correspondent opmerkt, geen sprake van
de ontwikkeling der bescheiden petroleum-
bronnen in het land. kien heoft echter op
het oog,, een productie in het eroot van
olie uit Duitseho kolen en voorn óme'ijk uit
deze scoTten kolen, die nu slechts een ge
ringe waarde hebben voor de indu-trie.
De Lokalanze ger vermeldt het plan on
der het opschrift: „Duitselie kolen als
grondslag voor olie".
In Duitsohland is op het oogenblik een
kolencrisis en hel bliikt. dat in do confe
rentie. welke de laatste dagen heeft plaats
gevonden in hot Duitsche minister e van
Handel, er ernstig over gesproken is de
crisis te overtvinnen door in het groot het
Bergius-pfoces oan te wenden. In 1913
vroeg professor Bergins. te Bovlijn. patent
aan op zijn proces* om olie u;t steenkool
te bereiden, maar de mogelijkheden hier
van voor de industrie werden niet eerder
zorgvuldig nagegaan tot na den om-'og en
de belangrijkste resultaten werden niét
vóór 1921 bekend, toen do uitvinder een
lezing hierover h old op een chemische
conferentie te Stuttgart. Begrijpelijkerwijs
gaan de technische bijzonderheden te hoog
voor den niet vakkund'ge. Voornamelijk
komt het rroce* hierop neer dat distilla'ie
p"aa's heeft in tegenwoordigheid van hy-
drogeen en onder hoogen druk Het v/as
reeds eerder bekend, dat van zware 'olie.
lichte kon gemaakt werden, maar de pro
fessor deelde mede dat hij er op derce1iike
wijze in geslaagd was om kolen, die 5 pCt.
asch bevatten, voor 85 pCt om Ie zetten.
verder verklaarde hii, dat b:,i de proe
ven die te Mannhe'm genomen waren, de
moeilijkheden van practisohen aard over
wonnen waren en hij" voorspelde, dat de
verdere ontwikkeling van zijn systeem zou
bewijzen, dat de toepassiig op groote schaal
een veilige en eenvoudige zaak was.
De Lokal Anzeieor bericht nu, naar de
correspondent mededeelt, dat het proces
voltoond is en dat én de Bhiksreeemung èn
het Pru:tische gouvernement reds toege
zegd hebben do eers'e praetische proef
neming fnancieel te zul'1 en steunen. Inder
daad wordt beweerd, dat de beide regee-
ringen reeds met een groep mijneigenaren
uit Bencden-Silez'ë onderhandcM hebben
over het onderwerp en dat a'lrcn ep for-
meele" gronden de onderhandelingen afge
sprongen zijn. ITet reeds bovengenoemde
Duitsche b'ad schrijft, dat hpt ontworpen
p'an o.av inhoudt, dal elk der beble regee-
ringen een subs:die van 1250.000 Mk. zou
verleenen Men is van nlan de proef tc ne
men met de kolen uit Bencden-Slozië.
welke een groot percentage aar .'-tof bevat
ten en daarom. Iri de tegenwoordige over
productie. moe:lijk 'n markt kunnen vin
den. Ofschoon er nog moe; ijk heden te
overwinnen zijn, welke de wensehen be
treffen van belanghebbende «Toepen. d'e
betmonopo'-'p vcor zieh verlangen, hoopt
men lrj de Wenzolm'mi in den loon van den
aanstaanden winter té kuifnen aanvangen
Lof der luiheid.
Er is al zoo vaak den lof gezongen van
de vlijt, den ijver en de naa.rsligheid. dat
een kleine lofzang op de luiheid af en toe
niet misplaatst kan zijn.
Het gebeurde in het jaar 1846, dat een
spoorwegbeambte er mee belast was tweo
nogal ver van elkaar afstaande signalen te'
bedienen. Overdag met goed weer, ging
het nogal, dat eindje loopen telkens, maar
's nachts, en ads het regende of koud was,
dan mopperde de wachter altijd en was
veel liever in zijn wachthuisje Wijven ritn
ten met zijn pijp en een boek. Eens, op eon
nacht, dat hij bijzonder lui was, bedacdit
hij eigenlijk best die twee signalen tegelij
kertijd kon bedienen, als hij ze liet werken
door middel van twee hefboomen, aan el
kaar verbonden met oen lang eind Ijzer-
draad. En den volgenden dag toog hij aan
den arbeid, en had weldra zijn bedenksel
ten uitvoer gebracht. Voortaan bleef hij
rustig in zijn wachthuisje zitten, en bad
slechts aan het ijzerdraad te trekken om
de signalen te doen werken. Op zekeren
dag werd zijn truc ontdekt door een in
specteur. Die moest natuurlijk den man
ambtshalve een duchtig standje maken,
omdat die op eigen houtje aan het knoeien
was geweest aan toestellen van de spoor
wegmaatschappij. Maar tegelijkertijd zag
de inspecteur toch in, dat die wachter nog
zoo dom niet was, en dat zijn truc wel
eens iets waard kon z;jn voor de toeV>mst.
Het duurde dan ook niet lang. of Het sy
steem van den luien wachter werd op alle
spoorwegen toegepast, en de luie wachter
zelf kreeg een flinke bevordering in sala
ris en positie.
Als die man nu eens een dienstklopper
was geweest en lederen nacht eenige malen
zich moe gerend had van bel eene sig
naal naar het andere? Dan zat hij nu mis
schien nóg op diezelfde wachtpost, en ren
de iederen nacht nóg
Een nieuw plateau In den Oceaan?
De Fransche bladen staan vol over een
sensationeele ontdekking, die een Fransch
zee-officier heeft gedaan, nl. van hot plot
seling ontslaan van een onderzeesch pla
teau in den Atlantischen Oceaan, niet ver
van de Fransche kust.
De luitenant ter zee Cornet heeft daar
over rapport uitgebracht. Daarin worden
twee feiten vermeld.
Op reis van ~Oran naar Rochefort be
vond hij zich den 23en Mei 1925 aan boord
van hot marine-transportvaartuig „Loiret"
in de Golf van Gascogne, den ZuidijOoste-
lijken uithoek van de Golf van Biskaye. Het
was dezelfde datum, waarop weer een aard
beving Japan teisterde en waarop aan de
Fransche Westkust dat raadselachtige
ongeluk gebeurde bij Penmarch, waar,
door een onverklaarbare oorzaak, bij goed
en helder weer, plotseling een onverwachte
reusachtige vloedgolf verscheidene sche
pen deed verongelukken.
De „Loiret" voer toen in de golf van
Gascogne, op eiren honderd mijlen ten
Zuid Westen van Rochefort, en hoewel de
wind niet krachtig was, moest men lang
zaam varen, omdat do zee ruw was.
's Nachts, om kwart voor tweeën, toen de
zee weer kalm geworden was. werd het
vaartuig plotseling getroffen dnör een ab
normaal zware golf. een soort grondzee,
die het achterschip beschadigde.
Toch was de zee kalm. zoodat het
scheepje daarvoor en daarna slechts op
spattend zeewater over kreeg.
Een tweede waarnemin" in dezelfde wa
teren was veel merkwaardiger. Den fiden
Juli jl. voer de „Loiret" van kaap Ortegal
naar Rochefort. Toen men wilde loodon,
om te onderzoeken, -of men de waterlijn
van 200 meter al genaderd was. die de na
bijheid van het, vasteland aankondigt en de
..voet van liet land" wordt genoemd, wees
de perste looding eer» diepte van sleehts 30
meter en een bodem van grint. Alle zee
kaarten wezen op die plek zonder uitzon
dering een diepte aan van 4114 meter De
loodingen werden voortgezet van 5 uur
's morgens tot 1 uur V middags en men
vond steers diepten van 34 tot 70 meter
en enkVle boven de 100 meter lot 135
metor. op nlaatsen, waar vroeger de oceaan
4000 tot 5000 meier dien was. Deze diepte
peilingen wezen onmiskenbaar op de aan
wezigheid van een onderzeesch plateau,
bedekt mot slib. zand en grint, (er plaatse
waar vroeger een diepe inzinking in don
bodem was, genaamd de .Fosse de Gap
Breton".
Deze schijnbaar na« sedert kort ont
stane gedeeltelijn opheffing van den bodem
in de Golf van Gascogne, zou van gror.ton
'invloed op dp zeestroom in een kunnen zijn.
EEN ETAGE TE HUUR.
Zij gingen daar heiden: zij. elegant in
haar witte japon, hij lenig en correct en
bemerkten niet, hoe druk het straatleven
was rondom hen heen.
Mama kwa meen beetje achteraan, zeer
ernstig opvattend haar laak, om met haar
rijpe ondervinding de jongverloofden te
helpen hij de keuze van een woning.
Zoodra een „te koop" of „te huur" aan
den horizont komt opdagen staat mama
stil, neomt haar face a main en een ver
achtenden blik werpend op rijtuigen en
voetgangers, bekijkt ze liet pand met vor-
schèndo oogen, maakt in gedachten verge
lijkingen, weegt hel voor en tegen en on
dervraagt de geïnteresseerden.
Wat vind.t je er van, Gij? Wat denk
jij, Roger?
H'*f jonge meisje valt uit de lucht en
opent de oogen: dan, terug op aarde,
brengt ze haar nv ening naar voren en
houdt deze staande.
Roger blijft nog in de wolken, in het
land der droomen. waar de rijkste huizon
van baksteen dikwijls veel minder schoon
zijn dan de kleine hul? die daar liet in
groote zwijgzaamheid, geurend door dc
liefde en bloeiend van il'usie.
Antwoord dan, Roger, ik spreek
tot je!
Oh ja, juist ja, neen, zooals u wilt,
Opeens zwaait mama haar parasol - den
kant uit, van waar een groot complex
nieuwe woningen op do ramen de op
schriften dragen: Gehuurd. Te huur.
Ok-tte?
Mama?
Wat zeg je da&rvan?
Hat iongo taeltfo eïaat etll en klikt m«t
Vérs tand fn. do aangewezen richting.
Dat £ou lets wezen. Alles lijkt nieuw,
gebouwd.
Ja, maar 'de zomer gaat er over
been en jo zult pas na do Jacht voor gooi
installeer on. Roger, wat zeg jij ervan?
Uitstekend, heel goed, buitengewoon!
Aanstaande schoonmama begint op
nieuw haar inspectie en zegt, na -eenigo
oogenbNkken, tot zickzehv:
Laten we eens gaan zien, roept Roger
nit, terwijl hij heel lief een lees teeken legt
bij de bladzijde van den innerlijken roman,
waarvan de lectuur nooit een einde neemt.
Een majestueuze concierge, lezend do
krant in do salon-loge.
Bij het geluid der deur, die zich opent,
slaat hij do groote oogleden op.
In een oogwenk, mot den listigen blik
van een oud-gedienstige, heoft hij dadelijk
begrepen, wio hij voor zich heeft.
Twee verloofden natuurlijk. De jonge
man, knap, waarschijnlijk officier; hot
jonge vrouwtje, ontwikkeld gedistingeerd;
mama, een matrone met waardigheid
Juist, dadelijk begrijpt hij het. Geen t\vij«
fel er aan, of 't zullen goede huurders zijo
voor drie of vier jaren. Daarna zullen wc
zien, dat zal vau henzelf afhangen.
En terwijl hij langzaam de courant te*
zijde schuift:
De dames verlangen?
We zouden de tweede etag£ graag
eens willen zien.
Heel goed. Eugenie, .kom eens de
wachten houden in de loge. Ik zal do
dames naar boven brengen.
De concierge neemt do sleutels, opent do
lift
Dames, wilt u maar instappen? U
kunt er ook nog bij, meneer. Ik loop de
trap op en kom boven bij u. Voorzichtig
voor uw japon, mevrouw, zoo, uitstekend,
in een oogenblik.
Met waardigheid als de gegalonneerde
hoogepriester in dezen nieuwen tempel van
modern comfort, loopt de concierge de trap
op naar boven over den smyrna-looper,
die naar boven kruipt als een serpent,
donker rood met goud gestreept.
Hier een oogenblik van onrust.
Laat eens zien. Ik heb me toch niet
in de sleufels vergist? Neen, 't is in orde.
Excuseer me, dat ik u voorga, het is om
u licht te geven.
Met zachte, doch fenno hand sloot de
concierge de blinden open
Hier is de entree. Prachtig, nietwaar?
Het licht valt door zes vensters, allo
deuren komen er op uit Men kan hier
een schilderijen-galerij, aanloggen, beter
belicht dau die van het Louvre.
De dames uiten kreten van bewondering.
Heerlijk!
Do concierge vervolgt, zeker van zijn
zaak:
Het entree, dames, ziet u, dat is
toch maar alles. Men bemerkt terstond,
dat men binnenkomt in een gedistingeerd
milieu. Hier is de groote salon, de kloino
salon, dc eetkamer, de provisiekamer, do
slaapkamers
En al die vaste kasten, riep het
jonge meisje» verrukt. O, ik ben dol op
vaste kasten!
Heel goed, mijn liefje.
Bovendien, dames, is hier nog oen
kleine verrassing, meneer, kom ook eens
kijken. Wat vindt u ervan?
De concierge duwt een dubbele deur
open en voor do slaapkamer bevindt zich
een allerliefst boudoir, half wintertuin..
Dat was een verrukking, 't Leek wel,
of dat in die kleine kamer, wit met goud,
door een broeden open hoog de blauwe
hemel, do grQpte ruimte, heel koket Parijs
met zijn regelmatige, met hoornen be
plantte straten, zijn paleizen, zijn koepels,
zijn historische rivier, zijn geluiden, ver
zacht door den afstand, binnenkwamen
en het welkom wilden toeroepen aan do
toekomstige bewoners van de verdieping.
Wat heerlijk mooi, riep mama uit.
En dat alles dames voor vijfduizend
francs
Isiritoer valt niet meer te
aarzelen O,verat preek ik u dc zuinigheid
aan. behalve voor het appartement, waar
men iederen dag in leeft, voor de kaniers
die luelit. licht en zon binnenlaten, dio
aan het thuis" do*»n hechten, dat als 't
ware de liist vormt van dikwijls zoo
moei!i:, e levensschilderij
Mama. u wordt opeens poëtisch.
Ja, oude souvenirs komen weer bij
me op.
Ze begeven z:eh allen naar liet balcon
en de moeder, heelemaal mei de kamers
ingenomen, wijst op het zeldzaam mooi
vèr^cVht.
Wat meer te verlangen? En wat be
te-0 Dat is zeker
Roger buigt zich naar liet jonge meisjo
en steekt haar zijn band toe.
,„0 h»er heerlijk heb
ben, is niet Mietfe?
Ja. antwoordt ze zachtjes, terwijl zo
hem verlegen de toppen van haar gehand-
Sfaande in een hoekje geniet de con
ciërge van zijn overwinning. Ook hij komt
on het ha leen en met 0' n zindelijk ac
cent. waarin hij de r's scherp-doet rollen,
zegt hii:
Nu, ze wisten zich te nestelen, dio
nonnen.
Ware oneens de bliksem o hef balcon
ncergcfliist. zou de verwondering, de ver-
bazin" niet grooter hebben kunnen zijn.
Wat zegt je daar? roept het jonge
meisje, er waren dus noniv.-n hier?
De andere bemerkt de stommiteit, dio
hij b' i'nnn heeft, maar het is te laat.
.Ta, een groot klooster.
Wat voor een klooster0
Dat weet ik niet Tn elk geval men
heeft de nomn-n verjaagd, de gebouwen
verkocht, afgebroken en dit complex er
nieuw ongebouwd
De l i-enaar zal een een Joorl zijn?
Natuurlijk!
Alle drie kijken ze elkaar aan en lezen
hetzelfde besluit in hun blikken.'
Wilt u nog de keuken zien en d4
prachtige badkamer?