weede Blad
Donderdag 16 Juli 1925
De Canisius-Feesten.
u Dr. Mulder te Nijmegen schrijft
uigeen zal het verwonderd hebben, da<t
plechtig© heiligverklaring \an Petrus
lisiua in het land zijner geboorte nog
jig enthousiasme heeft gewekt. Neder-
isrhe pelgrims waren er wèl te Rome,
gOO zegt men, op het oogenblik, dat de
^houder van Christus met onfeilbare
jrheid verklaarde, dat die zoon der
f Landen de Hooge Landen der Geluk-
bewoonde. Maar tegelijkertijd was
veel talrijker processie uit Portu-
die Portugeezen trokken alle aan-
1,1, terwijl bijna niemand van de tal-
a vreemdelingen wist, dat de stille, in-
5?en mannen en vrouwen uit het Noor-
landgenooten en bloedverwanten wa-
van dien gebeimzinnigen nieuwen hei
die in één stormloop en met ongehoor-
Irolseering der goede gebruiken, totnov-
door dp Heiligen Gods onderhouden, de
der altaren en het Leeraarschap in
Kerk ging veroveren,
wil het niet ontkennen; de Portugee-
rouden op dat oogenblik voel beter voor
Igenooten van den nieuwen he'lige cn
Jeeraar hebben kunnen doorgaan, dan
liile Hollanders Toch zou Peter Kanis
ijk in het land deT Albuquerque's en
iama's hebben gepast. Hij was te op en
Nederlander en zuidelijke drukdoenprij
3 altijd vreemd geweest
,r past hij dan wel in het land van
|em Barendz en Coen?
noemde Can'sius daareven een ge-
dnnigen heilige. Is hij dit voor Ita-
i en Portugeezen alleen? Of is hij het
cht voor zijn landgenooten ook? En is
tekort aan enthousiasme wellicht niet
Ie verklaren uit ouzen stillen vo'ks-
maar mede te wijten aan onbekend-
met het leven en de daden van dien
isrinnigen heilige, dien grooten zoon
Lage landen?
ie onder ons. nederlandsche Katholie-
heeft het Leven van Petrus Canisius,
ij? en Kerkleeraar, hetzij in de verta-
Tjii P. Hulsebnsch, hetzij in hel Duit-
dri?ineel van P. Braunsberge^ of in
Collection Des Saints" van Christian!,
ffs in de oudere bewerk'ng van Se-
ffkochten ^elezen?
noemde zoo even dö namen van Coen
illem Barendz niet zonder bedoeling,
nomen zijn ons vertrouwd, evenals
in Piet Hevn en de Ruyter, omdat wij
1 Lagere school af, vertrouwd werden
pkt met hun daden, die immers groot
;ij verdienen die algemeene bek en el
len volle. Want zij hebben den Neder-
ehen naam u'tgedragen naar'Noord,
Zuid en West.
r verdient bii ons, Nederlandsche
lieken. Peter Kanis dan minder be-
lelüng? Heeft hij zich mischien min-
erdienstelijk gemaakt, omdat hij den
en de Eere Gods hoog heeft gehou-
Zw'tserland. Duotschland Oosten-
i Polen, van Nijmegen in het Noor-
it Mesina in het Zuiden? Hoort hij
hien minder in het Nederlandsche
ieon thuis, hdj, toch ook do zoon eener
ten-familie; hij toch óók ontdekker
tfelelanden, heschaver van zielewild-
hij toch óók oprichter eener Com-
e van Verre, wier aandeelen nooit
kunnen, maar stegen, stijgen, en stij
ellen, totdat zij hunne houders opvoe
rt het hoogste geluk, niet in de lan-
ian specerijen en goud,-maar in de
'Landen der Gelukzaligen?
Isius verdient die vermaardheid, ze
nder Nederlandsche katholieken méér
line jongere tijd gen ooien, voorberel-
«n stichters van Oost- en West-Indi-
nmpagnie.
hij lijdt nog onder het onrecht der
MheidJ
FEUILLETON.
EEN LEVEN BOETE.
aar den roman van LULU VON
STRAUSZ UND TORNEY.
O—
(Nadruk verboden
she was altijd reeds als strenge
res meer geacht dan bemind ge-
n Nu werd ze gevreesd, bijna ge
merkte dat allemaal niet. Zij deed
"rerk, rusteloos, zonder op iets rond-
*r te letten. Het was alsof ze pas
weer tot zich zelf moest komen
donkere machten begrijpen, die in
iven gekomen waren met schuld
'rt en berouw.
J-ena zag haar ernstige jonge
dikwijls met zorgelijke onrust aan,
zoo zwijgend haar weg ging en nooit
Md sprak over datgene, wat haar
Zij begreep die natuur in haar
Jhoid en zelfstandigheid niet, maar
'0 haar en liet haar begaan.
Engert was begraven. Bijna het
dorp had hem de laatste eer be-
*Hs de rijke boeren uit groote
'o waren gekomen. De jonge wedu-
2 Diet mee; zij lag ziek. Een mede-
huur had den kleine op den arm
1 droeg hem naar de lijkkist
vader. Het kind keek verwonderd
j® ernstige zwarte mannen om
Een en greep naar de bloemen der
Daar zullen do Canisius-Feesten een
eind aan makeli.
Zooals hij eens van Nijmegen en Neder
land is uitgegaan, zoo willen wij hem naar
Nijmegen en Nederland terugvoeren. Op de
eerste plaats in letterlijken zin.
Op den zesden September a.s. zal Mgr.
Besson, bisschop van Lausanne in Zwit
serland, 'n deel van het kostbaar gebeente
van den heiligen kerkleeTaar aan Nijme
gen en Nederland terugschenken. Langs
den Rijn, vanouds de „Pfafenstrasse",
waarlangs Canisius tijdens zijn sterfe
lijk leven zoo vaak en moeizaam heeft
gereisd, zal dat heilig overblijfsel van een
lichaam, dat eens geheel in heerlijkheid
zal verrijzen en op het verheerlijkt li
chaam van Christus zal gelijken, in ons
midden terugkeeren, om voor altijd onder
ons te verblijven.
Is er een heerlijker oogenblik, om ken
nis van en liefde voor Canisius in ons
land te vermeerderen? Is er, na het nut
tigen van 's Heeren Lichaam en Bloed,
een veiliger middel om onze eigen, heer
lijke opstanding te verzekeren, dan ons
vast te klemmen aan hen. wier eeuwig ge
luk reeds verzekerd is? Wie toch zal ons
van de liefde van Jezus kunnen scheiden,
wanneer we ons vastklampen aan hen,
wier zielen reeds onafscheidelijk met Hem
verbonden zijn, wier lichamen eens in het
geluk der zielen zullen deelen?
Maar wij willen Canisius ook naar Ne
derland en Nijmegen terugvoeren in over
drachtelijken zin. Wij willen niet alleen
knie'en bij het heilig gebeente, dat zelfs
na den dood geen rust wil kennenwij wil
len ons vooral doordringen van den geest
van Canisius: den geest van Geloof, Hoop
en Liefde.
Wij willen door ons gebed trachten te
verkrijgen, dat de Nederlander Peter Ka
nis, die tijdens zijn aardsch leven door
God geroepen werd, apostel van Duitsch-
land te z'jn. na zijn dood apostel van Ne
derland worde. Wij willen hem bekend ma
ken als de rots des Geloofs. waarop ook
onze dwalende broederen kunnen bouwen,
om op Christus te bouwen. Wij willen hem
bekend maken als den man van Hqop en
vertrouwen, wiens leus, als van Coen had
kunnen rijn: ende desespereert nietl Als
apostel van Duitschland heeft Canisius
nooit versaagd; als apT>slel van Nederland
kan hij niet meer versagen. Eindelijk wil
len wij hem bekend maken a's den groo
ten minnaar van zijn evenmensch, van hot
kind en den volwassen©, van den man en
de vrouw, van den Katholiek en den Pro
testant. Ja, vooral van den Protestant.
Want hot leven van den Nederlander Pe
ter Kanis wordt onbegrijpelijk en dor en
zijn streven onverklaarbaar en dwaas,
wanneer wij rijn groote liefde vpor de
Protestanten buiten beschouwing laten.
Geboren in een land, een stad en een tijd,
waarin de nieuwe leer be.gon te ontluiken,
kon het niet anders, of hij moest zijn le
ven aan de redding van de slachtoffers
dier leer wijden.
Nog op ve'e andere wijzen zullen de
feesten te Nijmegen van 610 September
bijdragen tot de kennis en liefde voor on
zen eersten Nederlandsehen kerkleeraar.
Mogen dan velen naar d:e heerlijke
feesten opgaan!
Zij zullen een openbaring zijn van veel,
wat tot nu onbekend was.
Zij zullen een hulde zijn aan een der
grootste mannen, die Nederland in de zes
tiende eeuw heeft zien geboren worden
En laten wij bidden, dat rij het begin
zullen zijn eener ruime uitstort'ng van ge
nade over alle bewoners dezer Lage Lan
den, Katholieken zoowel als Protestanten,
'Joden zoowel als Ongeloovigen, opdat
door de voorspraak van den heiligen kerk
leeraar. Petrus Canisius, heel Nederland
moge worden teruggebracht tot den een en
Herder en den eenen Schaapstal!
Ü1T PE PERS
EEN DRIELEDIGE VERMANING.
Het Huisgezin schrijft:
Het was aan een katholieke hoogere
burgerschool.
't Eind-examen was achter den rug, de
diploma's zouden in tegenwoordigheid van
gecommitteerden en leeraren worden uit
gereikt.
De directeur sprak een woord tot af
scheid.
Een woord, dat in zijn diepen ernst en
klaren eenvoud welsprekend klonk
Het hield een drieledige vermaning in.
Weest in uw verder leven goed Roomsch;
studeer filosofie, opdat gij den godsdienst
beter leert kennen, hem kunt verdedigen
en tegen twijfelzucht gewapend zijt; werkt
bard.
Het woord: weest goed Roomsch, mag in
dezen tijd tot de intellectueelen van straks
wel afzonderlijk gericht worden.
Er is zoo weinig stevigheid van over
tuiging; de lucht van tegenwoordig schijnt
bezwangerd met microben van onverschil
ligheid; de mo«d om katholiek te zijn ook
als er niets mee te verdienen valt, is niet
algemeen.
De kennis van den godsdienst is te ge
ring, en waar de kennis te kort schiet,
ontbreekt vanzelf de liefde.
Heel de overige maatschappij staat met
baar theorieën en haar leven tegenover
ons.
En is het geen droef schouwspel, als
ontwikkelde leeken, hun leven moge vlek
keloos zijn, tegenover de theorieën van
ontkenning en omverwerping niet de ge
loofswaarheden in haar luister en verze
kerdheid vermogen te verdedigen?
Wat baat kennis, indien ten opzichte
van de wetenschap een groot tekort moet
worden geconstateerd?
Ten slotte kan men aan jongelui, die
verder studeoren of het leven ingaan, geen
betere les meegeven dan: werkt hard.
Er wordt te „vaak een andere theorie
gehuldigd.
Te groot is tegenwoordig de beducht
heid, dat men zich te zeer zal vermoeien.
Het begint al met de school, van welke
men verlangt dat ze spelende zal leeren, en
het gaat verder de maatschappelijke lad
der langs.
Welmeenenden vreezen, dat men zich te
veel inspant, en ze zien niet, dat nooit zoo
weinig inspanning en zooveel ontspanning
hand in hand gingen als tegenwoordig.
We spreken niet van methodes en werk
wijzen en leerstof; we vragen 'niet de oude
school met haar veelal geestdoodend on
derwijs terug, maar we verlangen, dat de
jeugd hard leore werken, opdat zo in haar
later leven hard kunne werken, in haar
eigen belang en in dat der maatschappij.
Wat de directeur dezer katholieke hoo
gere burgerschool tot zijn scheidende leer
lingen zei, verdient in wijder kring te wor
den vernomen.
Alle leerlingen mogen het weten, en hun
ouders, en al wie verder belang stellen in
het welvaren onzer katholieke gemeen
schap en van onze samenleving.
Goed Roomsch rijn, onzen godsdienst
kennen, hard werken, geen beteren levens
regel kan worden meegegeven met name
aan hen, die straks leiding zullen hebben
te geven.
Moge hij in wijden kring worden be
hartigd.
MMBEBLftMP
NEDERLAND EN BELGIé.
De correspondent van de „N. R. Crt." te
Brussel meldt, dat de rapporteur voor de
begrooting van buitenlandsche zaken, de
heer Standaerd (kath. dem. en lamingant)
in zijn verslag betreurt dat België er niet
voldoende naar streeft ook met Nederland
zulke gelukkige betrekkingen te onderhou
den, als met Frankrijk en Engeland, die
door haar karakter en met den moreelen
steun van regeering en vertegenwoordigers
in het buitenland het land kostbare diens
ten kunnen bewijzen.
De loonraad bij de Nederl. Spoorwegen
Publicatie van mededeelingen
omtrent voorstellen
of beraadslagingen
Naar wij vernemen is door den verte
genwoordiger der directie, den heer Sar-
lemijn het volgende voorstel bij den Loon
raad ingediend:
„Het is aan de leden van den Loonraad
ten strengste verboden door middel van
den pers, inbegrepe» de eigen organen der
Vereenigingen of Bonden, mededeelingen
te doen van voorstellen en beraadslagin
gen, die in den Loonraad in behandeling
zullen komen, anders dan voor zooverre
het door het Bureau van den Loonraad
tj yorstrekken communiqué daartoe mach
tigt.
Ook hebben de leden van den Loonraad
er tegen te waken,* dat dergelijke mede
deelingen in do pers verschijnen. Geheim
houding van de notulen is gebiedend.
Overtreding kon schorsing van het betref
fende lid van den Loonraad vjor één of
meerdere zittingen tengevolge hebben, res
pectievelijke bij herhaling vervallen-ver-
klaring van het lidmaatschap van don
Loonraad."
Prov. Zeeuwsch comité tegen eenzijdige
ontwapening
Er is een Zeeuwsch provinciaal comité
opgericht tegen eenzijdige ontwapening.
Het bestuur is als volgt samengesteld: mr.
J. W. Zijlstra te Middelburg, voorzitter;
M. van der Beke Callenfels te Vlisaingen,
secretaris-penningmeester; P. C. Labrijn te
Goes, D. L. H. van Raalte te Vlissingen en
P. J. Elout te Domburg.
Edo Fimmen uit Zwitserland geweerd
De Zwitsersche rogeering heeft een ver
bod tot verblijf in Zwitserland uitgevaar
digd tegen den secretaris van de Inter
nationale Transportarbeiders Federatie,
Edo Fimmen. Deze heeft eenlge dagen ge
leden in een communistische vergadering
te Bazel 't woord gevoerd en daarbij zijn
hoorders aanbevolen naar Russisch voor
beeld de dictatuur van het proletariaat
desnoods met geweld in te voeren.
De Duitsche communist Bittel werd door
do politie te Bazel gearresteerd en over de
grens gezet.
Lettenen en Kunst
UIT TIJDSCHRIFTEN.
„HET SCHILD."
In de nteuwe 7e jaargang van
Het Schild, apologetisch maandblad, uit
gave der A. V. „Petrus Canl6ius"
schrijft prof. J. P. Verhaar een artikel
„Ter inleiding", waaraan wij het volgen
de ontleenen:
„Een blij geluid mag wel worden ge
hoord, nu wij den zevenden jaargang be
ginnen van ons apologetisch tijdschrift, dat
zich in een geheel nieuwe gedaante aan
zijn lezers aanbiedt. Door de buiterifeewone
belangstelling en daadwerkelijke sympa
thie is het ons mogelijk geworden om „Het
Schild" belangrijk uit te breiden, zonder
dat wij tot een ongewenschte prijsverhoo-
ging behoefden over te gaan.
Wel spreekt het vanzelf, dat deze uit
breiding niet zonder zorgen geschiedt,
maar het steeds in snel tempo toenemend
abonnementen-aantal, de voortdurende me
dewerking van bekwame apologeten tot hot
schrijven van Interessante bijdragen, de
krachtige hulp van vele ijverige propagan
disten in het gansche land en de sympa
thieke brieven, welke wij herhaaldelijk
ontvingen, vervullen ons van een hoopvol
optimisme voor de toekomst.
Wij willen nu eenmaal „Het Schild"
groot maken. Het moet zijn een invloedrijk
apologetisch tijdschrift, dat een eigen aan
trekkelijke signatuur dx-aagt. En daarom
zal ook aan den inhoud van ons maand
blad in de toekomst de grootste zorg be
steed moeten worden.
Wij stellen ons voor in elke aflevering
verschillende artikelen van onze allerbeste
apologeten te publlceeren, waarin de groo
te waarheden van ons heilig geloof klaar
en duidelijk worden uiteengezet, of waar
in belangwekkende beschouwingen wor
den gegeven over de katholieke levens-
praijlijken en den zegenrijkon invloed dor
R.-K. Kerk. Tegelijkertijd willen wij onze
lezers op de hoogte houden van de bran
dende godsdienstvraagstukken, van be
langrijke religieus© bewegingen en moder
ne stroomingen buiten de Katholieke Kerk
Wij zullen voortgaan met de interessante
analyse van het zieleproces der vele voor
aanstaande bekeerlingen, of deze conver-
tileten zelf hun indrukken hier laten
weergeven, ons ter leering en tot voorbeeld
Historische beschouwingen zullen niet mo
gen ontbreken; vooral de geschiedenis der
Kerk zal een machtige apologie blijken te
zijn voor de waarheid, die ondanks de
stormen van vervolging en tegenspraak en
laster onwankelbaar rust op 't onbewogen
rotsfundament. Wij overwegen een rubriek
waarin de psychologie der groote Ileili-
UIT DE PA Dl O-WERELD.
Wat er vanavond te hooron is.
4.20 München 186 M. Con
4.35 Hamburg 3D M. Volksconcert
4 50 Frankort 47ü M. Concert Man
chester 373 M Quartet.
5.20 Züroh 51;. M. Concert. Ber
lijn 505 M Concert
5.35 München 485 M Concert.
6.20 Hamburg 390 M. Concert.
8.10 Hilversum 1090 M. Concert H. O.
O.-orkest en solisten
8.20 Londen 305 M Concert van ..Way
Down South". „The Southern Trio": Eve
lyn Dove. John Payne, and G. C. Rose-
mond. Negro Melodies, accompanied on
the Banjulele Banjo by Dan da.
9.20 Kamermuziek.Medewerkers: Spen
cer Thomas (Tenor) William Primrose
(Violin). Gordon Brvan (Pianoforte^ Mim
riel Herbert (Pianoforte).
W. Primrose and G. Bryan': Sunat i ror
Violin and Piano, No. 2 in A Major
(Bach); Andante; Allegro Assai; Andante
un poco; Presto. Spencer Thomas: T. •-
ren van Brahms: (..To a Violet", ..Orar oua
and Kind Art Thou My Queen". „Serena
de"). W. Primrose and M Herbert: ..Ca
pri", Suite for Pianoforte (B van den Sfig-
tenhorst Meyer) Spencer Thomas: .Tim
Lent Lily" (John Ireland); ,The Naïnd''
(Granville BantOck); „And So I Made a
Villanelle" (Cyril Scott); „The Maiden"
(C. H. H. Parry). W. Primrose and Brvan;
Sonat'na for Violin and Pianoforte (Ar
thur Benjamin.
8.20 Manchester 378 M Concert cti
liederen. Aberdeen 495 M. Orkest, riool-
solo en zang. Glasgow 420 M. Instru
mentaal Concert; alt-solo. München 495
M. Concert.
8.35 Ziirioh 515 M. Concert en voor
dracht. Brussel 205 M. Concert.
8.50 Berlijn 505 M. Volksconcert. 1
Frankfort 470 M Concert. Hamburg
395 M. Concert. Munster 410 M. Onar-
tet-nummers.
9.05 Parijs 1760 M Concert.
9.30 Brussel 265 M. Danssoiréo.
9.35 Manchester 378 M. Piano en
Cello.
10.20 München 495 M. Populair Con
cert.
gen-figuren wordt opengelegd, praktisch en
theoretisch, waardoor beschouwingen over
katholieko ascese en mystiek als vanzelf
gevraagd worden.
En dit alles willen wij doen volgens df
oude beproefde methode der apologetiek,
evenwel aangepast aan de moderne tijds
omstandigheden en rekening houdend met
de moderne dwalingen, die wij weliswaar
zullen te bestrijden hebben, maar dan al
leen in den zulver-frenischen toon Veel
mag ons van andersdenkenden scheiden.
en wij zullen die principieel scheidingslij
nen zoo scherp mogelijk laten zien doch
een principieele bestrijding mng daarom
de onderlinge liefde nog niet kwetsen. Het
is onze oprechte Intentie In den geest der
waarachtige christelijke liefde dit apologe
tisch werk te volbrengen".
TWEE LEIDSCHF.
OUD-HOOGLEERAREN.
PROF BLOK
.,De N'euwo Eeuw" zal Ln het vervolg er
iets van zoggen, als hoogleerarcn van onze
Nederlandsche Universiteiten den 65- of
70-jarigen ouderdom berre'kt hoblxen en
heengaan uit het doccerond corps, nlot op
het teeken van de klok, aoodra zoo'n pro
fessor heoft afscheid genomen, en niet alle
maal op hot rijtje af, zonder er een te ver
geten, maar zoo bij gelegenheid één af-
zonderjijk of er eonigen en wel do Interes-
santsten natuur!'jk samen vattende in één
overzicht.
In hef jonaste nummer schrijft Academi
cus (do stijl verraadt hier duidelijk een
bekenden Nijmeegsehen hoogleeraar) over
den Loidschon hoogleeraar:
Blok, onze Inats'e geschiedschrijver van
het vaderland, de onlangs te Lgidon afge-
(redeno, was een taaie werker van gedul
dig talnnt en een goedig hart. een vriend
van velen Een leeri ng van Eruins geest,
maar alles een beetje verzachtend en ver
zwakkend. Ras-echte oud-liberaal had hij
zijn Christelijk ge'.vf zoo goed Is ver'o-
ren, maar cu'fV zijn stands lengden
en voor l zijn L rlend-Wefdp en z:in
bonte guirlandes, die om de eenvoudige
bruine kist gewonden waren.
Annelie was op haar kamer gevlucht en
had deur on venster gesloten; ze wilde
niets van dit alles zien en hooren.
Maar de galmende slagen der doods
klok hoorde ze toch, die drongen ook door
de gesloten vensters tot haar door.
Het was enkele dagen later, toen Anne
lie yveer met tante Lena aan het venster
der woonkamer zat.
Zij had het hoofd gebogen over haar
rekeningboeken, maar haar oogen gingen
slechts langzaam en verstrooid de getal
lenreeksen af. Tante Lena zat stil voor
zich uit te kijken; op haar goede, oude
gezicht lag een uitdrukking van verdriet
en zorg.
Plotseling keek Annelie op.
„Tante Lena", zeide ze aarzelend, „bent
u de laatste dagen nog in het dorp ge
weest? Hebt u iets van van de vrouw
gehoord?"
De oude dame keek bijna geschrokken
op
„De vrouw van Fritz Engert? Meen je
die?"
Andelie knikte.
„Ik zou graag voor haar zorgen", zeide
ze. „De menschen waren toch arm. Ze
mag geen gebrek lijden!"
Tante Lena schudde het hoofd, maar
eer ze antwoorden kon, ging Annelie
haastig verder:
„Ik weet wat u wil zeggen, tante Lena
de vrouw zal niets van me aan willen
nemen maar ik dacht er was misschien
een andere weg door den burgemees
ter."
„Kind, dat was het niet wat ik wilde
zeggen" tante Lena keek Annelie treu
rig aan „de vrouw heeft je hulp niet
meer noodig ze is gisteravond gestor
ven!"
„Dood Annelie was opgesprongen en
greep haar tante bij den arm. „Dood zegt
u? Hoe
„Een bloedstorting, wel van de
opwinding", legde tante uit, „ze was reeds
lang ziekelijk. Het zou vroeg of laat toch
gebeurd zijn, ook zonder dit!"
Annelie luisterde niet meer naar de
troostwoorden, waar de oude vrouw naar
zocht; zij ging naar het venster en staar
de zwijgend naar buiten.
„En het kind?" vroeg zo na een pauze.
„Het kind? Ja, de menschen waren
arm ik geloof niet, dat er bloedver
wanten zijn de gemeente zal het wel
moeten onderhouden!' antwoordde de
oude dame.
Annelie zeide niets meer, zij keerde zich
om en ging de deur uit.
Na ongeveer een uur kwam ze weer de
kamer binnen. Tante Lena zag haar ver
wonderd aan, toen ze haar vlug op haar
toe zag komen. Het was bijna alsof op
haar gezicht weer iets lag van de oude
energie, die deze laatste zware dagen bij
na hadden uitgewischt.'
„Tante Lena", zeide Annelie, „ik wou
u vragen met me mee te gaan. Ik wil het
kind gaan halen. Ik zou liever niet alleen
gaan. U kunt beter met de menschen pra
ten dan ik."
„Het kind het kind van Fritz En
gert?" Tante Lena was verschrikt opge
sprongen. „Maar Annelie, weet je wat je
daarmee doet? Heb je je dat dan ook
overlegd?"
Annelie knikte ernstig.
„Ik heb het overlegd, tantel" zeide ze.
„Ec sta alleen op de wereld, en het kind
ook."
De oude dame keek bedenkelijk
„Maar een kind uit dien stand? Hoe
zult ge het kunnen opvoeden? Bezin je,
nog maar één dag, Annelie!"
Maar Annelie schudde het hoofd.
„Ik kan niet anders tante", zeide ze
hartstochtelijk „Praat er astublieft niet
tegen, ik zou geen rust kunnen vinden,
voor ik het gedaan hadl Ik hen het kind
immers een tehuis schuldig!"
„Annelie, dat zeg jijt"
Over het gelaat van het meisje vloog
een donkere blos.
„Ik weet nu, dat Leo gelijk hadl" zeide
ze halfluid.
De oude dame begreep, wat hot meisje
zeggen wilde; zij voelde, hoeveel de in
deze korte woorden liggende schuldbeken
tenis deze fiere natuur kosten moest.
„Ik zal met je meegaan, Annelie", zoide
ze week. „Wij zullen allebei ons best voor
het kind doen met Gods hulp!"
Het was reeds schemeravond toen An
nelie en tante Lena gingen om bet kind
van Fritz Engert naar Martenhof te ha
len.
Het huisje aan het woud zag er van
builen als uitgestorven uit.
De deur stond wijd-open. Binnen in de
kleine kamer heerschte verwarring op
tafel een paar loege medicijnflesschen,
een gebruikte, half gebroken kopje over
de stoelleuning een versleten i\»ode rok
aan een nagel aan don mnur een pels
muts, een paar korte pijpen, de vloer
bestrooid met kleine takjes.
Annelie bleef staan. Het w:j;, alsof de
sterke geur van die takken haar den adem
benam en dan al die sporeij van eon
uitgebluscht levon Zij huiverde
Tante Lena, die dezen koer mot onge
wone zekerheid leiding genomen had, gin?
door de kamer en opende de deur der klei
ne keuken, die er achter lag
Daar waren menschen. Aan het vensier
zat de oude Rtino met een breikous; voor
haar op den grond speelde de kleine jon
gen met takjes en bonte steenen
Hij liet zijn speelgoed vallen toen ze
binnen kwamen en keek haar -verwonderd
aan.
De oude Stine had haar leven lang op
Martenhof gewerkt, maar ze wierp toch nu
een schuwen, wantrouwenden blik op An
nelie en rias zichtbaar verlicht, loon d^ze
op den drempel staan bleef
Desondanks maakte ze geen moei lijk lie
den, toon tante Lena haaT het doel h^rer
komst uiteenzette. Wat ging haar die
zaak aan? net kind behoorde immers aan:
niemand; het was goed als het ondergod
bracht werd. Haar was het toezicht toch
reeds zwaar gevallen.
„Tk hub al neet pewete. wao hae blicvj
mous", verklaarde ze, terwijl ze hot kina
togen de avondlucht in een groeten oudeil
doek wikkelde, „ik woel um hij op du
vloer oin bed make."
„Heeft het kind dan geen bed?" vroefl
tante Lena.
(Wordt vervolgd^