weede Blad Donderdag 16 Juli 1925 De Canisius-Feesten. u Dr. Mulder te Nijmegen schrijft uigeen zal het verwonderd hebben, da<t plechtig© heiligverklaring \an Petrus lisiua in het land zijner geboorte nog jig enthousiasme heeft gewekt. Neder- isrhe pelgrims waren er wèl te Rome, gOO zegt men, op het oogenblik, dat de ^houder van Christus met onfeilbare jrheid verklaarde, dat die zoon der f Landen de Hooge Landen der Geluk- bewoonde. Maar tegelijkertijd was veel talrijker processie uit Portu- die Portugeezen trokken alle aan- 1,1, terwijl bijna niemand van de tal- a vreemdelingen wist, dat de stille, in- 5?en mannen en vrouwen uit het Noor- landgenooten en bloedverwanten wa- van dien gebeimzinnigen nieuwen hei die in één stormloop en met ongehoor- Irolseering der goede gebruiken, totnov- door dp Heiligen Gods onderhouden, de der altaren en het Leeraarschap in Kerk ging veroveren, wil het niet ontkennen; de Portugee- rouden op dat oogenblik voel beter voor Igenooten van den nieuwen he'lige cn Jeeraar hebben kunnen doorgaan, dan liile Hollanders Toch zou Peter Kanis ijk in het land deT Albuquerque's en iama's hebben gepast. Hij was te op en Nederlander en zuidelijke drukdoenprij 3 altijd vreemd geweest ,r past hij dan wel in het land van |em Barendz en Coen? noemde Can'sius daareven een ge- dnnigen heilige. Is hij dit voor Ita- i en Portugeezen alleen? Of is hij het cht voor zijn landgenooten ook? En is tekort aan enthousiasme wellicht niet Ie verklaren uit ouzen stillen vo'ks- maar mede te wijten aan onbekend- met het leven en de daden van dien isrinnigen heilige, dien grooten zoon Lage landen? ie onder ons. nederlandsche Katholie- heeft het Leven van Petrus Canisius, ij? en Kerkleeraar, hetzij in de verta- Tjii P. Hulsebnsch, hetzij in hel Duit- dri?ineel van P. Braunsberge^ of in Collection Des Saints" van Christian!, ffs in de oudere bewerk'ng van Se- ffkochten ^elezen? noemde zoo even dö namen van Coen illem Barendz niet zonder bedoeling, nomen zijn ons vertrouwd, evenals in Piet Hevn en de Ruyter, omdat wij 1 Lagere school af, vertrouwd werden pkt met hun daden, die immers groot ;ij verdienen die algemeene bek en el len volle. Want zij hebben den Neder- ehen naam u'tgedragen naar'Noord, Zuid en West. r verdient bii ons, Nederlandsche lieken. Peter Kanis dan minder be- lelüng? Heeft hij zich mischien min- erdienstelijk gemaakt, omdat hij den en de Eere Gods hoog heeft gehou- Zw'tserland. Duotschland Oosten- i Polen, van Nijmegen in het Noor- it Mesina in het Zuiden? Hoort hij hien minder in het Nederlandsche ieon thuis, hdj, toch ook do zoon eener ten-familie; hij toch óók ontdekker tfelelanden, heschaver van zielewild- hij toch óók oprichter eener Com- e van Verre, wier aandeelen nooit kunnen, maar stegen, stijgen, en stij ellen, totdat zij hunne houders opvoe rt het hoogste geluk, niet in de lan- ian specerijen en goud,-maar in de 'Landen der Gelukzaligen? Isius verdient die vermaardheid, ze nder Nederlandsche katholieken méér line jongere tijd gen ooien, voorberel- «n stichters van Oost- en West-Indi- nmpagnie. hij lijdt nog onder het onrecht der MheidJ FEUILLETON. EEN LEVEN BOETE. aar den roman van LULU VON STRAUSZ UND TORNEY. O— (Nadruk verboden she was altijd reeds als strenge res meer geacht dan bemind ge- n Nu werd ze gevreesd, bijna ge merkte dat allemaal niet. Zij deed "rerk, rusteloos, zonder op iets rond- *r te letten. Het was alsof ze pas weer tot zich zelf moest komen donkere machten begrijpen, die in iven gekomen waren met schuld 'rt en berouw. J-ena zag haar ernstige jonge dikwijls met zorgelijke onrust aan, zoo zwijgend haar weg ging en nooit Md sprak over datgene, wat haar Zij begreep die natuur in haar Jhoid en zelfstandigheid niet, maar '0 haar en liet haar begaan. Engert was begraven. Bijna het dorp had hem de laatste eer be- *Hs de rijke boeren uit groote 'o waren gekomen. De jonge wedu- 2 Diet mee; zij lag ziek. Een mede- huur had den kleine op den arm 1 droeg hem naar de lijkkist vader. Het kind keek verwonderd j® ernstige zwarte mannen om Een en greep naar de bloemen der Daar zullen do Canisius-Feesten een eind aan makeli. Zooals hij eens van Nijmegen en Neder land is uitgegaan, zoo willen wij hem naar Nijmegen en Nederland terugvoeren. Op de eerste plaats in letterlijken zin. Op den zesden September a.s. zal Mgr. Besson, bisschop van Lausanne in Zwit serland, 'n deel van het kostbaar gebeente van den heiligen kerkleeTaar aan Nijme gen en Nederland terugschenken. Langs den Rijn, vanouds de „Pfafenstrasse", waarlangs Canisius tijdens zijn sterfe lijk leven zoo vaak en moeizaam heeft gereisd, zal dat heilig overblijfsel van een lichaam, dat eens geheel in heerlijkheid zal verrijzen en op het verheerlijkt li chaam van Christus zal gelijken, in ons midden terugkeeren, om voor altijd onder ons te verblijven. Is er een heerlijker oogenblik, om ken nis van en liefde voor Canisius in ons land te vermeerderen? Is er, na het nut tigen van 's Heeren Lichaam en Bloed, een veiliger middel om onze eigen, heer lijke opstanding te verzekeren, dan ons vast te klemmen aan hen. wier eeuwig ge luk reeds verzekerd is? Wie toch zal ons van de liefde van Jezus kunnen scheiden, wanneer we ons vastklampen aan hen, wier zielen reeds onafscheidelijk met Hem verbonden zijn, wier lichamen eens in het geluk der zielen zullen deelen? Maar wij willen Canisius ook naar Ne derland en Nijmegen terugvoeren in over drachtelijken zin. Wij willen niet alleen knie'en bij het heilig gebeente, dat zelfs na den dood geen rust wil kennenwij wil len ons vooral doordringen van den geest van Canisius: den geest van Geloof, Hoop en Liefde. Wij willen door ons gebed trachten te verkrijgen, dat de Nederlander Peter Ka nis, die tijdens zijn aardsch leven door God geroepen werd, apostel van Duitsch- land te z'jn. na zijn dood apostel van Ne derland worde. Wij willen hem bekend ma ken als de rots des Geloofs. waarop ook onze dwalende broederen kunnen bouwen, om op Christus te bouwen. Wij willen hem bekend maken als den man van Hqop en vertrouwen, wiens leus, als van Coen had kunnen rijn: ende desespereert nietl Als apostel van Duitschland heeft Canisius nooit versaagd; als apT>slel van Nederland kan hij niet meer versagen. Eindelijk wil len wij hem bekend maken a's den groo ten minnaar van zijn evenmensch, van hot kind en den volwassen©, van den man en de vrouw, van den Katholiek en den Pro testant. Ja, vooral van den Protestant. Want hot leven van den Nederlander Pe ter Kanis wordt onbegrijpelijk en dor en zijn streven onverklaarbaar en dwaas, wanneer wij rijn groote liefde vpor de Protestanten buiten beschouwing laten. Geboren in een land, een stad en een tijd, waarin de nieuwe leer be.gon te ontluiken, kon het niet anders, of hij moest zijn le ven aan de redding van de slachtoffers dier leer wijden. Nog op ve'e andere wijzen zullen de feesten te Nijmegen van 610 September bijdragen tot de kennis en liefde voor on zen eersten Nederlandsehen kerkleeraar. Mogen dan velen naar d:e heerlijke feesten opgaan! Zij zullen een openbaring zijn van veel, wat tot nu onbekend was. Zij zullen een hulde zijn aan een der grootste mannen, die Nederland in de zes tiende eeuw heeft zien geboren worden En laten wij bidden, dat rij het begin zullen zijn eener ruime uitstort'ng van ge nade over alle bewoners dezer Lage Lan den, Katholieken zoowel als Protestanten, 'Joden zoowel als Ongeloovigen, opdat door de voorspraak van den heiligen kerk leeraar. Petrus Canisius, heel Nederland moge worden teruggebracht tot den een en Herder en den eenen Schaapstal! Ü1T PE PERS EEN DRIELEDIGE VERMANING. Het Huisgezin schrijft: Het was aan een katholieke hoogere burgerschool. 't Eind-examen was achter den rug, de diploma's zouden in tegenwoordigheid van gecommitteerden en leeraren worden uit gereikt. De directeur sprak een woord tot af scheid. Een woord, dat in zijn diepen ernst en klaren eenvoud welsprekend klonk Het hield een drieledige vermaning in. Weest in uw verder leven goed Roomsch; studeer filosofie, opdat gij den godsdienst beter leert kennen, hem kunt verdedigen en tegen twijfelzucht gewapend zijt; werkt bard. Het woord: weest goed Roomsch, mag in dezen tijd tot de intellectueelen van straks wel afzonderlijk gericht worden. Er is zoo weinig stevigheid van over tuiging; de lucht van tegenwoordig schijnt bezwangerd met microben van onverschil ligheid; de mo«d om katholiek te zijn ook als er niets mee te verdienen valt, is niet algemeen. De kennis van den godsdienst is te ge ring, en waar de kennis te kort schiet, ontbreekt vanzelf de liefde. Heel de overige maatschappij staat met baar theorieën en haar leven tegenover ons. En is het geen droef schouwspel, als ontwikkelde leeken, hun leven moge vlek keloos zijn, tegenover de theorieën van ontkenning en omverwerping niet de ge loofswaarheden in haar luister en verze kerdheid vermogen te verdedigen? Wat baat kennis, indien ten opzichte van de wetenschap een groot tekort moet worden geconstateerd? Ten slotte kan men aan jongelui, die verder studeoren of het leven ingaan, geen betere les meegeven dan: werkt hard. Er wordt te „vaak een andere theorie gehuldigd. Te groot is tegenwoordig de beducht heid, dat men zich te zeer zal vermoeien. Het begint al met de school, van welke men verlangt dat ze spelende zal leeren, en het gaat verder de maatschappelijke lad der langs. Welmeenenden vreezen, dat men zich te veel inspant, en ze zien niet, dat nooit zoo weinig inspanning en zooveel ontspanning hand in hand gingen als tegenwoordig. We spreken niet van methodes en werk wijzen en leerstof; we vragen 'niet de oude school met haar veelal geestdoodend on derwijs terug, maar we verlangen, dat de jeugd hard leore werken, opdat zo in haar later leven hard kunne werken, in haar eigen belang en in dat der maatschappij. Wat de directeur dezer katholieke hoo gere burgerschool tot zijn scheidende leer lingen zei, verdient in wijder kring te wor den vernomen. Alle leerlingen mogen het weten, en hun ouders, en al wie verder belang stellen in het welvaren onzer katholieke gemeen schap en van onze samenleving. Goed Roomsch rijn, onzen godsdienst kennen, hard werken, geen beteren levens regel kan worden meegegeven met name aan hen, die straks leiding zullen hebben te geven. Moge hij in wijden kring worden be hartigd. MMBEBLftMP NEDERLAND EN BELGIé. De correspondent van de „N. R. Crt." te Brussel meldt, dat de rapporteur voor de begrooting van buitenlandsche zaken, de heer Standaerd (kath. dem. en lamingant) in zijn verslag betreurt dat België er niet voldoende naar streeft ook met Nederland zulke gelukkige betrekkingen te onderhou den, als met Frankrijk en Engeland, die door haar karakter en met den moreelen steun van regeering en vertegenwoordigers in het buitenland het land kostbare diens ten kunnen bewijzen. De loonraad bij de Nederl. Spoorwegen Publicatie van mededeelingen omtrent voorstellen of beraadslagingen Naar wij vernemen is door den verte genwoordiger der directie, den heer Sar- lemijn het volgende voorstel bij den Loon raad ingediend: „Het is aan de leden van den Loonraad ten strengste verboden door middel van den pers, inbegrepe» de eigen organen der Vereenigingen of Bonden, mededeelingen te doen van voorstellen en beraadslagin gen, die in den Loonraad in behandeling zullen komen, anders dan voor zooverre het door het Bureau van den Loonraad tj yorstrekken communiqué daartoe mach tigt. Ook hebben de leden van den Loonraad er tegen te waken,* dat dergelijke mede deelingen in do pers verschijnen. Geheim houding van de notulen is gebiedend. Overtreding kon schorsing van het betref fende lid van den Loonraad vjor één of meerdere zittingen tengevolge hebben, res pectievelijke bij herhaling vervallen-ver- klaring van het lidmaatschap van don Loonraad." Prov. Zeeuwsch comité tegen eenzijdige ontwapening Er is een Zeeuwsch provinciaal comité opgericht tegen eenzijdige ontwapening. Het bestuur is als volgt samengesteld: mr. J. W. Zijlstra te Middelburg, voorzitter; M. van der Beke Callenfels te Vlisaingen, secretaris-penningmeester; P. C. Labrijn te Goes, D. L. H. van Raalte te Vlissingen en P. J. Elout te Domburg. Edo Fimmen uit Zwitserland geweerd De Zwitsersche rogeering heeft een ver bod tot verblijf in Zwitserland uitgevaar digd tegen den secretaris van de Inter nationale Transportarbeiders Federatie, Edo Fimmen. Deze heeft eenlge dagen ge leden in een communistische vergadering te Bazel 't woord gevoerd en daarbij zijn hoorders aanbevolen naar Russisch voor beeld de dictatuur van het proletariaat desnoods met geweld in te voeren. De Duitsche communist Bittel werd door do politie te Bazel gearresteerd en over de grens gezet. Lettenen en Kunst UIT TIJDSCHRIFTEN. „HET SCHILD." In de nteuwe 7e jaargang van Het Schild, apologetisch maandblad, uit gave der A. V. „Petrus Canl6ius" schrijft prof. J. P. Verhaar een artikel „Ter inleiding", waaraan wij het volgen de ontleenen: „Een blij geluid mag wel worden ge hoord, nu wij den zevenden jaargang be ginnen van ons apologetisch tijdschrift, dat zich in een geheel nieuwe gedaante aan zijn lezers aanbiedt. Door de buiterifeewone belangstelling en daadwerkelijke sympa thie is het ons mogelijk geworden om „Het Schild" belangrijk uit te breiden, zonder dat wij tot een ongewenschte prijsverhoo- ging behoefden over te gaan. Wel spreekt het vanzelf, dat deze uit breiding niet zonder zorgen geschiedt, maar het steeds in snel tempo toenemend abonnementen-aantal, de voortdurende me dewerking van bekwame apologeten tot hot schrijven van Interessante bijdragen, de krachtige hulp van vele ijverige propagan disten in het gansche land en de sympa thieke brieven, welke wij herhaaldelijk ontvingen, vervullen ons van een hoopvol optimisme voor de toekomst. Wij willen nu eenmaal „Het Schild" groot maken. Het moet zijn een invloedrijk apologetisch tijdschrift, dat een eigen aan trekkelijke signatuur dx-aagt. En daarom zal ook aan den inhoud van ons maand blad in de toekomst de grootste zorg be steed moeten worden. Wij stellen ons voor in elke aflevering verschillende artikelen van onze allerbeste apologeten te publlceeren, waarin de groo te waarheden van ons heilig geloof klaar en duidelijk worden uiteengezet, of waar in belangwekkende beschouwingen wor den gegeven over de katholieke levens- praijlijken en den zegenrijkon invloed dor R.-K. Kerk. Tegelijkertijd willen wij onze lezers op de hoogte houden van de bran dende godsdienstvraagstukken, van be langrijke religieus© bewegingen en moder ne stroomingen buiten de Katholieke Kerk Wij zullen voortgaan met de interessante analyse van het zieleproces der vele voor aanstaande bekeerlingen, of deze conver- tileten zelf hun indrukken hier laten weergeven, ons ter leering en tot voorbeeld Historische beschouwingen zullen niet mo gen ontbreken; vooral de geschiedenis der Kerk zal een machtige apologie blijken te zijn voor de waarheid, die ondanks de stormen van vervolging en tegenspraak en laster onwankelbaar rust op 't onbewogen rotsfundament. Wij overwegen een rubriek waarin de psychologie der groote Ileili- UIT DE PA Dl O-WERELD. Wat er vanavond te hooron is. 4.20 München 186 M. Con 4.35 Hamburg 3D M. Volksconcert 4 50 Frankort 47ü M. Concert Man chester 373 M Quartet. 5.20 Züroh 51;. M. Concert. Ber lijn 505 M Concert 5.35 München 485 M Concert. 6.20 Hamburg 390 M. Concert. 8.10 Hilversum 1090 M. Concert H. O. O.-orkest en solisten 8.20 Londen 305 M Concert van ..Way Down South". „The Southern Trio": Eve lyn Dove. John Payne, and G. C. Rose- mond. Negro Melodies, accompanied on the Banjulele Banjo by Dan da. 9.20 Kamermuziek.Medewerkers: Spen cer Thomas (Tenor) William Primrose (Violin). Gordon Brvan (Pianoforte^ Mim riel Herbert (Pianoforte). W. Primrose and G. Bryan': Sunat i ror Violin and Piano, No. 2 in A Major (Bach); Andante; Allegro Assai; Andante un poco; Presto. Spencer Thomas: T. •- ren van Brahms: (..To a Violet", ..Orar oua and Kind Art Thou My Queen". „Serena de"). W. Primrose and M Herbert: ..Ca pri", Suite for Pianoforte (B van den Sfig- tenhorst Meyer) Spencer Thomas: .Tim Lent Lily" (John Ireland); ,The Naïnd'' (Granville BantOck); „And So I Made a Villanelle" (Cyril Scott); „The Maiden" (C. H. H. Parry). W. Primrose and Brvan; Sonat'na for Violin and Pianoforte (Ar thur Benjamin. 8.20 Manchester 378 M Concert cti liederen. Aberdeen 495 M. Orkest, riool- solo en zang. Glasgow 420 M. Instru mentaal Concert; alt-solo. München 495 M. Concert. 8.35 Ziirioh 515 M. Concert en voor dracht. Brussel 205 M. Concert. 8.50 Berlijn 505 M. Volksconcert. 1 Frankfort 470 M Concert. Hamburg 395 M. Concert. Munster 410 M. Onar- tet-nummers. 9.05 Parijs 1760 M Concert. 9.30 Brussel 265 M. Danssoiréo. 9.35 Manchester 378 M. Piano en Cello. 10.20 München 495 M. Populair Con cert. gen-figuren wordt opengelegd, praktisch en theoretisch, waardoor beschouwingen over katholieko ascese en mystiek als vanzelf gevraagd worden. En dit alles willen wij doen volgens df oude beproefde methode der apologetiek, evenwel aangepast aan de moderne tijds omstandigheden en rekening houdend met de moderne dwalingen, die wij weliswaar zullen te bestrijden hebben, maar dan al leen in den zulver-frenischen toon Veel mag ons van andersdenkenden scheiden. en wij zullen die principieel scheidingslij nen zoo scherp mogelijk laten zien doch een principieele bestrijding mng daarom de onderlinge liefde nog niet kwetsen. Het is onze oprechte Intentie In den geest der waarachtige christelijke liefde dit apologe tisch werk te volbrengen". TWEE LEIDSCHF. OUD-HOOGLEERAREN. PROF BLOK .,De N'euwo Eeuw" zal Ln het vervolg er iets van zoggen, als hoogleerarcn van onze Nederlandsche Universiteiten den 65- of 70-jarigen ouderdom berre'kt hoblxen en heengaan uit het doccerond corps, nlot op het teeken van de klok, aoodra zoo'n pro fessor heoft afscheid genomen, en niet alle maal op hot rijtje af, zonder er een te ver geten, maar zoo bij gelegenheid één af- zonderjijk of er eonigen en wel do Interes- santsten natuur!'jk samen vattende in één overzicht. In hef jonaste nummer schrijft Academi cus (do stijl verraadt hier duidelijk een bekenden Nijmeegsehen hoogleeraar) over den Loidschon hoogleeraar: Blok, onze Inats'e geschiedschrijver van het vaderland, de onlangs te Lgidon afge- (redeno, was een taaie werker van gedul dig talnnt en een goedig hart. een vriend van velen Een leeri ng van Eruins geest, maar alles een beetje verzachtend en ver zwakkend. Ras-echte oud-liberaal had hij zijn Christelijk ge'.vf zoo goed Is ver'o- ren, maar cu'fV zijn stands lengden en voor l zijn L rlend-Wefdp en z:in bonte guirlandes, die om de eenvoudige bruine kist gewonden waren. Annelie was op haar kamer gevlucht en had deur on venster gesloten; ze wilde niets van dit alles zien en hooren. Maar de galmende slagen der doods klok hoorde ze toch, die drongen ook door de gesloten vensters tot haar door. Het was enkele dagen later, toen Anne lie yveer met tante Lena aan het venster der woonkamer zat. Zij had het hoofd gebogen over haar rekeningboeken, maar haar oogen gingen slechts langzaam en verstrooid de getal lenreeksen af. Tante Lena zat stil voor zich uit te kijken; op haar goede, oude gezicht lag een uitdrukking van verdriet en zorg. Plotseling keek Annelie op. „Tante Lena", zeide ze aarzelend, „bent u de laatste dagen nog in het dorp ge weest? Hebt u iets van van de vrouw gehoord?" De oude dame keek bijna geschrokken op „De vrouw van Fritz Engert? Meen je die?" Andelie knikte. „Ik zou graag voor haar zorgen", zeide ze. „De menschen waren toch arm. Ze mag geen gebrek lijden!" Tante Lena schudde het hoofd, maar eer ze antwoorden kon, ging Annelie haastig verder: „Ik weet wat u wil zeggen, tante Lena de vrouw zal niets van me aan willen nemen maar ik dacht er was misschien een andere weg door den burgemees ter." „Kind, dat was het niet wat ik wilde zeggen" tante Lena keek Annelie treu rig aan „de vrouw heeft je hulp niet meer noodig ze is gisteravond gestor ven!" „Dood Annelie was opgesprongen en greep haar tante bij den arm. „Dood zegt u? Hoe „Een bloedstorting, wel van de opwinding", legde tante uit, „ze was reeds lang ziekelijk. Het zou vroeg of laat toch gebeurd zijn, ook zonder dit!" Annelie luisterde niet meer naar de troostwoorden, waar de oude vrouw naar zocht; zij ging naar het venster en staar de zwijgend naar buiten. „En het kind?" vroeg zo na een pauze. „Het kind? Ja, de menschen waren arm ik geloof niet, dat er bloedver wanten zijn de gemeente zal het wel moeten onderhouden!' antwoordde de oude dame. Annelie zeide niets meer, zij keerde zich om en ging de deur uit. Na ongeveer een uur kwam ze weer de kamer binnen. Tante Lena zag haar ver wonderd aan, toen ze haar vlug op haar toe zag komen. Het was bijna alsof op haar gezicht weer iets lag van de oude energie, die deze laatste zware dagen bij na hadden uitgewischt.' „Tante Lena", zeide Annelie, „ik wou u vragen met me mee te gaan. Ik wil het kind gaan halen. Ik zou liever niet alleen gaan. U kunt beter met de menschen pra ten dan ik." „Het kind het kind van Fritz En gert?" Tante Lena was verschrikt opge sprongen. „Maar Annelie, weet je wat je daarmee doet? Heb je je dat dan ook overlegd?" Annelie knikte ernstig. „Ik heb het overlegd, tantel" zeide ze. „Ec sta alleen op de wereld, en het kind ook." De oude dame keek bedenkelijk „Maar een kind uit dien stand? Hoe zult ge het kunnen opvoeden? Bezin je, nog maar één dag, Annelie!" Maar Annelie schudde het hoofd. „Ik kan niet anders tante", zeide ze hartstochtelijk „Praat er astublieft niet tegen, ik zou geen rust kunnen vinden, voor ik het gedaan hadl Ik hen het kind immers een tehuis schuldig!" „Annelie, dat zeg jijt" Over het gelaat van het meisje vloog een donkere blos. „Ik weet nu, dat Leo gelijk hadl" zeide ze halfluid. De oude dame begreep, wat hot meisje zeggen wilde; zij voelde, hoeveel de in deze korte woorden liggende schuldbeken tenis deze fiere natuur kosten moest. „Ik zal met je meegaan, Annelie", zoide ze week. „Wij zullen allebei ons best voor het kind doen met Gods hulp!" Het was reeds schemeravond toen An nelie en tante Lena gingen om bet kind van Fritz Engert naar Martenhof te ha len. Het huisje aan het woud zag er van builen als uitgestorven uit. De deur stond wijd-open. Binnen in de kleine kamer heerschte verwarring op tafel een paar loege medicijnflesschen, een gebruikte, half gebroken kopje over de stoelleuning een versleten i\»ode rok aan een nagel aan don mnur een pels muts, een paar korte pijpen, de vloer bestrooid met kleine takjes. Annelie bleef staan. Het w:j;, alsof de sterke geur van die takken haar den adem benam en dan al die sporeij van eon uitgebluscht levon Zij huiverde Tante Lena, die dezen koer mot onge wone zekerheid leiding genomen had, gin? door de kamer en opende de deur der klei ne keuken, die er achter lag Daar waren menschen. Aan het vensier zat de oude Rtino met een breikous; voor haar op den grond speelde de kleine jon gen met takjes en bonte steenen Hij liet zijn speelgoed vallen toen ze binnen kwamen en keek haar -verwonderd aan. De oude Stine had haar leven lang op Martenhof gewerkt, maar ze wierp toch nu een schuwen, wantrouwenden blik op An nelie en rias zichtbaar verlicht, loon d^ze op den drempel staan bleef Desondanks maakte ze geen moei lijk lie den, toon tante Lena haaT het doel h^rer komst uiteenzette. Wat ging haar die zaak aan? net kind behoorde immers aan: niemand; het was goed als het ondergod bracht werd. Haar was het toezicht toch reeds zwaar gevallen. „Tk hub al neet pewete. wao hae blicvj mous", verklaarde ze, terwijl ze hot kina togen de avondlucht in een groeten oudeil doek wikkelde, „ik woel um hij op du vloer oin bed make." „Heeft het kind dan geen bed?" vroefl tante Lena. (Wordt vervolgd^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1925 | | pagina 3